130
Per jaar gebruikt! Ik liet het terstond smelten en
zette het geld op rente. Dat zou ons inkomen meer
dan verdubbelen!"
„Ja, maar dat kan nu eenmaal niet", meende zijn
Vrouwtje heel practisch.
„Neen, hij zal ons nooit iets gevenhij is gierig
Venals haast alle rijken. En dat hij ons graag ziet
komen is alleen maar omdat het hem amuseert jou
te hooren zingen en met mij te biljarten Drommels,
als ik toch alleen die gouden schaal maar eens had
Brenda begon te lachen, maar opeens werd ze
heel ernstig.
„Jacques", zei ze en legde haar hand op zijn
Schouder, „je hebt toch niet weer gewed, jongen?"
„Neen, ik had je immers beloofd het niet meer
te doen?" antwoordde hij ongeduldig.
Ze was een liefhebbende vrouw en zou boos ge-
Worden zijn op ieder, die haar Jacques niet voor
een volmaaktheid hield, maar éen ding kon ze
toch niet ontkennen: dat hij maar al te licht tot
een weddenschap over te halen was. Hij verloor
die geregeld, en dan was het telkens voor eenigen
tijd Schraalhans keukenmeester bij de Waldon's.
De laatste maal had Waldon echter aan zijn
Vrouwtje beloofd, om nooit meer om méér dan een
rijksdaalder te wedden: maar nu lag ze toch ge-
ruimen tijd te overpeinzen, of hij zijn belofte wel ge
houden had. Eerst heel laat sliep ze in.
Den volgenden morgen lag er een brief van haar
Daoeder, die haar voor een paar,dagen te logeeren vroeg.
„Zou ik gaan, Jacques?" vroeg ze aan haar echt
genoot.
„Zeker Brenda, een beetje verandering zal je goed
doen," antwoordde hij hartelijk.
En mevrouw Waldon schreef dus aan haar moeder,
dat ze den volgenden Donderdag met den trein van
vijf uur zou aankomen. Heel veel lust om van huis
te gaan voelde Brenda echter nietze was ongerust
Over haar man. Er scheen hem iets te hinderen, dat
hij haar niet wilde vertellen, en het leek zelfs of hij
haar wel gaarne een paar dagen weg had. Dat kwel
de haar.
Donderdag morgen zeide ze Jacques vaarwel. Hij
had het dien dag zeer druk, en zou haar niet naar
het station kunnen brengen. „Als ge terugkomt,
Brenda," sprak hij na een hartelijken kus, „zijn we
oiisschien welgestelde lui."
„Maar Jacques, wat is dat nu?" riep ze uit.
„Ik zal in je afwezigheid het voorhek laten
schilderen," sprak hij lachend-ontwijkend. „Je zult
eens zien wat ons huis er dan netjes uitziet."
Jacques vertrok en meende des middags zijn vrouwtje
al lang op reis naar moeder. Maar daar de meid
Vergeten had voor eer rijtuig te zorgen, kwam me
vrouw Waldon juist een halve minuut te laat aan
den trein. Daar er dien dag geen andere meer ging,
Schoot er voor Brenda niets over dan aan haar moe
der te telegrafeeren en naar huis terug te keeren.
Ze liet haar koffer aan het station achter en nam
alleen haar taschje mee terug, om thuis een vervelen
den avond door te brengen. Jacques had gezegd dat
hij naar een uitvoering zou gaan, en om eens een
grapje te hebben, maakte ze de huiskamer geheel
Weer in orde, alsof zij niet teruggekeerd was. Wat zou
haar man vreemd opkijken als hij boven kwam en
haar daar vondZe sloeg een doek om, en ging op
de slaapkamer in een leuningstoel liggen om daar
de thuiskomst van haar man af te wachten, doch
de slaap overmande haar.
Opeens schrikte ze wakker door het slaan eener
klok. Ze stond op en stak een lucifer aan om op
de klok te zien: het was twee uur. Maar waar was
Jacques? In de aangrenzende kamer kon hij niet
djn, want daar stond geen bed; toch keek ze even
om zich te overtuigen. Het vertrek was ledig, blijk
baar was haar man nog niet thuis.
Een oogenblik later hoorde ze een sleutel in het
slot der voordeur steken en klonken de voetstappen
van haar man in de gang. Ze boorde zijn stem: hij
sprak met iemand die hem vergezelde. Brenda boog
zich over de trapleuning en luisterde oplettend.
Ja, er was iemand bij hem, en ze droegen iets zwaars.
De deur van de huiskamer ging open, en een oogen
blik later hoorde ze twee zware dingen op den grond
neerzetten. Toen ging Jacques naar het buffet, schonk
wijn in en klonk met zijn nachtelijken bezoeker.
Wanneer Waldon alleen geweest was, zou Brenda
eenvoudig geroepen hebben, maar de aanwezigheid
van den vreemde hield haar daarvan terug en ze
sloop weer naar de slaapkamer. Het huis was zeer
luchtig gebouwd en ze kon dus nog al wat verstaan
van hetgeen er beneden gezegd werd. Op eens noemde
Jacques den naam Hotikins, en de beide mannen
lachten hartelijk.
Brenda bedacht tevergeefs wat er toch in die twee
zware pakken 'kon zijn. De naam van den bottelier
op Bayfield echter was een aanwijzing, en er kwam
haar een gedachte voor den geest, die haar hart
bijna deed stilstaan van angst.
De plotselinge belangstelling, die haar man ge
toond had, toen Richard vertelde, hoe gemakkelijk
het gouden eetservies gestolen kon worden, de heftige
begeerte naar de rijkdommen van den millionair
die hij getoond had, zijn somberheid bij het diner
en zijn raadselachtige woorden bij het afscheid
dat alles bracht haar tot het vreeselijke vermoeden
dat Jacques met een medeplichtige het gouden eet
servies op Bayfield gestolen had! Bleek en bevend
zat Brenda daar, het eene oogenblik in bitter zelf
verwijt dat ze zoo iets van haar man denken kon,
maar even later toch al de kleinigheden die dit
vermoeden sterkten,weer overpeinzend. Kwam Jacques
toch maar boven 1
Maar toen de andere man een half uur later ver
trok, bleef Jacques nog beneden, en Brenda kon een
tijdlang den moed niet vinden om naar beneden te
gaan. Het was dag voor ze haar aarzeling over
wonnen Jhad en haar man ging opzoeken. Daar lag
hij op de sofa, in diepen, rustigen slaap. Bij hem
op de tafel lag een sleutel, dien Brenda herkende als
den sleutel van de kast onder de gang. Waarom lag
deze zoo vlak bij haar, terwijl hij anders altijd op
de deur bleef steken? Zij nam hem weg, deed de
kast op de gang open en vond daar wezenlijk
twee groote zakken staan, niet eens dichtgebonden.
Ze waren geheel gevuld met de borden en schotels
van het gouden servies op Bayfield!
Nu ze haar vreeselijk vermoeden bewaarheid zag,
zonk Brenda in vertwijfeling onmachtig op den grond
neer. Jacques, haar echtgenoot, de man dien ze zoo
zeer liefhad, was een lage, verachtelijke dief, die
den man beroofde, wiens gastvrij heidj hij nog den
vorigen avond in zoo ruime mate genoten hadKon
het erger
Het duurde lang, eer ze zich ten minste zoover
hersteld had, dat ze kon opstaan en zich rekenschap
gaf van wat ze doen moest. Het kon natuurlijk haar
plicht niet zijn, de misdaad van haar man bekend
te maken. Ze sloot de kast en legde den sleutel weer
neer waar ze hem gevonden had. Jacques-sliep nog,
tweemaal stak ze de hand uit om hem te wekken,
maar beide malen ontzonk haar de moed. Ze sloop
naar haar kamer en barstte daar in snikken uit.
Eindelijk hoorde ze beneden loopen; haar man
kleedde zich aan en verliet het" huis, blijkbaar haar
aanwezigheid volstrekt niet vermoedend. Ze snelde
naar het venster, die op de tuinen van Bayfield
uitzag. Ja, ze vergiste zich niet; haar man ging naar
het heerenhuis om daar te ontbijten. Mevrouw