DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. do Gelouterd. ll. 'V SCiEisierhuisvesf 31-33, HaaHem Wat anderen zeggen. til BUITENLAND. Ifc >ENSDAC 4 DECEMBER 1907. No. 6754, 32st0 Jaargang. Bureaux van Redactie en Administratie: interc. Telefoonnummer 1426. en. orst R. K. Kantoorbedienden. 604 ilen 2wiö IU* Algemeen Overzicht. Ous overzicht behandelt heden de zeer belangrijke boodschap van President Roosevelt aan he' Amerikaansche Congres, die we gisteren aankondigden. Aaa die boodschap is het vol gende ontleend Na het stelsel veroordeeld te hebben, waarbij het publiek zijn geld oppot en daardoor de onmid dellijke oorzaak wordt van de geld- sohaarsckte, herhaalt Roosevelt die gedeelten van zijn boodschap van 1905 waarin sprake is van de nood zakelijkheid van staatstoezicht op die corporaties, in wier bedrijf groote kapitalen zijn vastgelegd. Voorts wijst de president op de noodzake lijkheid van toezicht op den handel tusschen de staten onderling dooi de boudsregeering. De wet, waarbij de spoorweg maatschappijen worden gemachtigd den handel tusschen de staten onderling te bedienen, moet de „Interstate Commerce Commission" de bevoegdheid geven in het ver volg toezicht uit te oefenen op de uitgifte van effecten. Zoowel de groote kapitalistische onderneming als de vakbond van arbeiders, zegt de boodschap, kunnen goed beheerd, een bron van welvaart voor het land zijn. Roosevelt herhaalt dan weer wat hij zeide in zijn boodschap vau 1906 en bij andere gelegen heden betreffende de wetten tegen de trusts en dan komt hij tot de verklaring, dat de anti-trustwet niet ingetrokken moeten worden, doch zoodanig gewijzigd, dat ze meer werkzaam wordt en meer in har monie met den tegenwoordigen toestand. De verplichting tot publicatie van overzichten van den toestand en hot inzage geven vau de boekhou ding der trusts aan regeerings amb tenaren, dient daarin neergelegd te worden. Zulk een wet moet echter toegepast worden dcor de uitvoe rende macht, niet alleen door mid del van procesvoering, doch dient te worden aangevuld door een spe ciaal verbod, waardoor de overheid in staat wordt gesteld, de tactiek der monopolies, om de concurrentie onmogelijk te maken, te verijdelen. Het is gedurende de laatste crisis een opmerkelijk verschijnsel geweest, dat de failleerende instellingen juist diegene waren, die niet onder toe zicht van de regeering staan. Degene, die zich daaraan wel onderwierpen, doorstonden de proef. De president wijst verder op de noodzakelijkheid van uitbreiding van bet spoorwegnet, en op de be hoefte aan belegging van gelden. Betreffende de geldcirculatie wordt een passage uit de boodschap van 1906 herhaald, onder de opmerking, dat de behoefte aan een grootere elasticiteit in de circulatie overtui gend gebleken is. De uitgifte van papiergeld, iu tijden van crisis, zal in de toekomst moeten geschieden met voldoende onderpand en onder zware belas ting- Toch ontstaat liet gevoel, dat hot tijdstip snel nadert, waarop de wet geving op het inkomen zal moeten worden herzien. Roosevelt beveelt daartoe een gradueele inkomstenbelasting aan en een dergelijke belasting op de erfenissen, waarbij hij een overzicht geeft van de verschillende stelsels van successierechten in de Europee- sche staten. Verder beveelt hij het stelsel van verantwoordelijkheid van patroons bij ongevallen enz. aan, ter vervanging van de tegen woordige wetgeving op dat gebied, die door da gerechtshoven strijdig is verklaard met de Grondwet; en ten slotte pleit bij nog voor uit breiding van den achturigen ar beids dag. Wat betreft stakingen en lock outs geeft Roosevelt in overweging een stelsel van verplicht onderzoek bij industrieele conflicten in te voe ren in geval daarbij het publiek belang betrokken is, zooals onlangs bij de staking der telegrafisten. Dan volgt een betoog voor de verbetering van de verhouding tus schen patroons en loonarbeiders. Aangaande den landbouw zegt hij, dat de Vereenigde Staten den boer, die door eigen middelen in het bezit kwam van een stuk grond van bepaalde afmeting, moeten trachten te behouden. Hem te vervangen, 't zij door boeren met kleiner grondbezit of door groote grondbezitters met pachters, zou een ramp zijn voor het land. Het ministerieel departement voor Han del en Arbeid rechtvaardigt zijn bestaan zoo goed als het departe ment voor Landbouw. Roosevelt wijst verder nog op de wenschelijkheid van een systeem van toezicht, waarbij de hoeveelhe den graan, betrokken bij den han del tusschen de staten en die be stemd voor den buitbnlandschen handel, worden vastgesteld. Ook bepleit hij de ontwikkeling van de nationale waterwegen en uitbreiding vnn de irrigatie. Na iu den bresde de boschcul tuur behandeld te hebben, gaat de boodschap over tot de brandstoffen eu beveelt aan, het volk te bescher men tegen niet te rechtvaardigen honge prijztn. De regeering moest hel recht worden toegekend de ko lenmijnen en pctroleumbronnen tot staatseigendom te maken en ze te verpachten. De arbeid aan het Panamaka naal vordert op bevredigende wijze. Roosevelt beveelt verder de op richting van postspaarbanken aan, waarvan de voordeelen in tijden als die der laatste weken, zeer in 't oog vallen. I e president herhaalt zijn aan beveling Alaska zelf-bestuur te ver- ieeuen. In verband met 't truststelsel be pleit hij de gedachte de corporaties te verbieden bijdragen te verleunen tot de kassen voor de propaganda bij presidentsverkiezingen. Roosevelt wijdt in 't bijzonder de aandacht aan den onvoldoenden staat, waarin zich de buitenlandsche maildiemst bevindt, die nu hoofd zakelijk verzorgd wordt door bui tenlandsche lijnen, wat oorzaak is, dat de uitbreiding van handel met 't zuidelijke gedeelte van Contraal- Amerika ernstig belemmerd wordt. Hij bevoelt een uitbreiding ven den mail-dienst volgens de wet van 1891, dan ook ten zeerste aan. Sprekend over het militarisme zegt de president, dat dit kwaad in de Vereenigde Staten niet bestaat. De omvang van het kleine staande leger is echter te gering en daarom stelt hij verschillende veranderingen eu hervormingen voor, waarbij de oprichting van een geniekorps inbegrepen is. Omtrent de Haagsche conferentie en de kwestie der beperkte bewa pening, zoide de president, dat zelfs voor c'e Vredesconferentie bij een was, de inlichtingen aantoon den, dat er niet de geringste mo gelijkheid bestond tot een beperking der vloten te geraken, het eenige, waarin de Vereenigde Staten belang stelden. Het zou daarom dwaas zijn, den vrede te baseeren op de een of andere internationale overeenkomst omtrent de beperking der bewape ning. Het zou hoogst onwijs zijn, het opbouwen onzer zeemacht te staken. Da president beveelt de verster king van de grootste havens langs de kusten van den Atlantischen Oceaan en de Stille Zuidzee aan. De oorlogsvloot moet zich zoo nu en dan eens in den Atlantischen Oceaan vertoonen; de president hoopt ernstig, dat ze ieder jaar of elke twee jaar in een van de beide wereldzeeën zal manoeuvreereo, om op die manier de officieren en manschappen te trainen. Hij noodigt het Congres uit de aandacht te wijden aan 't verslag van 1900 van den raad van staats ambtenaren, waarbij aangedrongen wordt op spoediger promotie, Wat de buitenlandsche politiek betreft, streven de Vereenigde Sta ten er naar, andere naties belange loos te helpen in zoo ver zulks mogelijk is, zonder dat men den schijn op zich laadt, zich met ander- man's zaken te willen bemoeien. Ofschoon de overeenkomsten, waartoe men op de Haagsche Con ferentie geraakte, niet veel betee- kenden, hoopt do president toch, dat de belangrijke stappen, die ge daan werden, het geloof rechtvaar digen in de groote kan» ten opzichte van de toekomstige overeenkomsteu* Roosevelt somt de voornaamste besluiten der Haagsche Conferentie op en geeft daarbij zij n groote waar deering te kennen over het beleid en het geduld, waarmee de leden der Confeientie zich van hun moei lijke taak kweten. Verwijzend naar de uitnoodiging van Japan, om deel te nemen aan de tentoonstelling te Tokio, in 1912, sprak de president do hoop uit, dat alle Europeesche en Amerikaansche naties er toe zullen bijdragen, deze eerste, groote tentoonstelling van de groote Aziatische natie te doen slagen. Omtrent het handelsverdrag met Duitschland zeide de president, dat de commissie, die naar Berlijn ge zonden werd, tot dit resultaat kwatu, dat het voorloopig verdrag van kracht blijft tot 30 Juni 1908, op zegbaar met 6 maanden. Roosevelt vraagt het Oongre3 om machtiging inzake de verandering der Overeenkomst met China, ten opzichte van de schadeloosstelling voor de Boxer onlusten in 1900, zoodat China 11Va millioen, inplaats van 20 millioen sul hebben te be talen. Do Vereenigde Staten zijn bereid op alle mogelijke manieren de op voeding van het Chineesche volk te bevorderen, zoodat China lang zamerhand de moderne beschavings- theoriën opzichzelf zal kunnen toe pasBen. Ten slotte dringt de president er in zijn Boodschap op aan, dat do Vereenigde Staten alles in 't werk zullen stellen om den voortdurenden vrede tusschen de republieken vau Centraal Amerika te verzekeren. Morgen zullen wij op de belang rijke rede onze kantteekeningeu maken. Nieuwtjes in drie regels, rKUIUJETON. EUH HURLEMSCHE COORUTT ABONNEMENTSPRIJS: 'er 3 maanden voor Haarlem fl.35 i^oor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,8(1 Afzonderlijke nummers0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regelsf0.60 (contant) f0.60 Elke regel meern 0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. Ouder onze „Sociale Berichten" ''den onze lezers heden de oprich- i vermeld van een R. K. Kantoor- iendenvereeniging. Met vreugde begroeten wij dien i wen loot aan den stam dor Room- i vakorganisatie! e Middenstanders, de handels- legers, de kantoorbedienden f, zo achtereenvolgens komt de inden-organisatie op Roomse hen itidslag in het Dioc es van Haarlem 1 stand! Onze Haarlemsehe Katholieke kan- (-bedienden enz. wijzen wij met 'druk op het adres van den secre- ■fis, in dat bericht vermeld. Boekhouders, correspondenten, expe- leurs, schrijvers en allen die geheel gedeeltelijk als kantoor- of handels- Mienden kunnen worden beschouwd, "uien voor het lidmaatschap der peeniging in aanmerking, d e daar even voor velen is dat een praea Ik 'Ede kwestie! de contributie pro- K h'ssief zal heffen. Reeds heeft Z. D. H. de Bisschop in Haarlem van zijn belangstelling instemming door een schrijven aan d i«;e oprichters uiting gegeven. ERS Dat moge ook onze katholieke stad- riiooten die ervoor in aanmerking Omen, opwekken om zoo spoedig öogelijk te streven naar een Haar- 'fnche afdeeling dezer Diocesane Vak- Weniging. De Bisschopsstad hebbe de eer, Oora&n te staan in dit onderdeel van 'e door onzen Bisschop zoo gewenschte katholieke vak-organisatie! Wanneer zullen we dat hier ter 'laatse kunnen melden Katholieke Vakorganisatie. Prof. Aengenent schrijft in het >K ath. 8oc. Weekblad" over de Noodzakelijkheid van Katholieke vak organisatie. Én wel niet aileen als eisch van "eginsel, of als eisch van tactiek, maar üot: als eisch van gehoorzaamheid '(an de Bisschoppen. De Eerw. schrijver toont aan, dat 'et voorbijzien van dezen eisch een kevolg is van een (waarschijnlijk on bewust) verkeerd begrip aangaande de Wrhffuding van het Kerkelijk gezag lot de tijdelijke dingen. De verschillende verklaringen ea Uitdrukkelijk, uitgesproken wenschen Van het Doorl. Episcopaat worden Voorts door prof. Aengenent aange haald om 'te doen zien hoe ernstig de bisschoppen Katholieke vakorga- 6'iisatie wenschen, en afkeuren de beutrale en christelijde (algemeene) Organisatie voor Katholieken, al blijft federatieve samenwerking met anderen toch steeds geweuscht. Tegen den uitgesproken wil van de bissch ippen voert men zegt prof, Aengenent voornamelijk drie be swaren aan ie. De bisschoppen hebben slechts (;en z ij d e 1 i n g s c hen niet een ffcchtsireeksch gezag over de vak v«reenigingen. Dus hebben zij slechts «en zijdeiingsche, en niet een reciit- Hrcekscite leiding daarover uit te oefe nen en behoeven de Katholieken niet een rechtstreeksche gehoorzaamheid te betoenen. 2e. In Duitschland keuren de Bis schoppen de Christelijke vakorgani satie toch goed; waaruit blijkt, dat de zaak in zich niet ongeoorloofd is, Waarom verbieden het dan onze Bis schoppen 3e. l)e Paus heeft toch in 1904 zijn goedkeuring aan de „Christliche Gewerksehaiten" gegeven, evengoed als aan de „Katholische Fachabteiiun- gen" in Duitschland. Alledrie deze bezwaren worden door prof. Aengenent weerlegd. Wij vermelden uit deze weerlegging het volgend»..- Ad I um. „Waar is, dat de Bisschoppen over tijdelijke aangelegenheden slechts een zijdelingsch gezag bezitten Maar vallen nu de tijdelijke zaken ge heel en al buiten haar reehtsgeb'«d Neen, het is de algemeene leer de; theo loganten en eanonisten, dat cle Kerk ook daarover bevoegdheid heelt. ZrO dikwijls zij verbonden zijn niet een geestelijk be lang, vallen zij hierom er onder. Dus om bet geestelijke, waaraan zij vastzitten. Geen economische actie b denkbaar zon der de toepassing var een godsdienstig of zedelijk beginsel. Perhalve, zoo rede neeren terecht zelfs degenen, die op dit oogenblik in de verdere conclusies nog niet met ons meegaan, bezit de Kerk krachtens dat verband met godsdienstige beginselen zijdelirgs de bevoegdheid over de vakvereenigingen. Tot zoover gaan wij accoord. Doch nu komt de conclusie: derhalve hebben de Bisschoppen niet meer dan zijdeiing sche i.mmxG en behoeven wij niet r e c h t st r e e 1» 8 c U te gehoorzamen. Ziedaar de begripsverwarring. Gezag en leiding is niet hetzelfde Ik kan over e-'n zaak zijdelingsch gezag bezitten en toch krachtens dat zijde iingsche g e z i g rechtstreeksche leiding- uitoefenen af rechtstreeks ingrijpen." Met een voorbeeld van de macht van de iótaat licht de schrijver dit toe, en c mcludeert, dat het kerkelijk gezag krachtens indirecte macht over tijdelijkt zaken toch direct kan ingrij pen. Ad II um. Wat aangaat de goedkeuring, door Duitscbe Bisschoppen aan de Chris telijke vakorganisatie gegeven, betoogt prof. Aengenent, dat dit alleen geldt in een bepaald aangewezen geval. „Een zaak, die in zich niet slecht is, kan in sommige omstandigheden geoor loofd, m andere omstandigheden onge oorloofd zijn. Over de omstandigheden nu, waarin w ij leven, hebben zij te oor- deelen, die door God zeil' daarvoor zijn aangesteld. Oovdeelen zij, die veel meer dan de gewone man de toestanden van ons land kunnen overzien, dat de om standigheden een in zich niet-geoorloof- de daad verderfelijk maken, dan is het hun taak, en niet die van de leeken, uiu daaromtrent te oordeelen en te be velen. Men redt zich daaruit niet door eee beroep op Bisschoppen, die in andere omstandigheden levende iets toleroeren, wat hier verboden wordt. Bovendien, wanneer men blijk wil geven van zijn eerbied voor de bisschoppen, door op hen een beroep te doen, dan dient men aller eerst e n beroep te doen op die Bisschop pen aan wien men onderworpen is." Ad III urn. Prof Aengenent toont uit de stuk ken aan dat alleen een oppervlak kig lezen van 's Pausen woord kan doen besluiten dat de Paus een voor keur heeft voor katholieke vakorga nisatie. Met een wensch voor df eenheid op het gebied van vakorganisatie on der aile Katholieken sluit de War- mondsche hoogleeraar zijn zeer actueel artikel. Wij meenden dat het niet onge past zou zijn, deze meteenigen be- grijpelijken nadruk gesproken woor den in den kring van «nze lezers nog eens te onderstreepeo en bekend te maken. Al leeft ten onzent niet een geest van verzet, Goddank, tegen den wil der kerkelijke overheid in zake de vakorganisatie der Katholieken, er is bij velen toch nog wel een geest van onverscb/'hgheid, waartegen het goed is, de uitdrukkelijke begeerte van 't Nedcrlandsch Episcopaat nog eensin hei licht te stellen! Het wetsontwerp tot inlijving van den Congo enz. is bij de Belgische Kamer ingekomen en commissoriaal gemaakt. De berichten van den opstand it Zoeloeland worden ernstiger. Ook in Natal zijn de inboorlingen roerig. Weer heeft Picquart een nederlaag geleden. Tegen zijn raad en verlangen werd een amendement aangenomen. bij ia» iot' I n»' IXaar het Duitseh van Karl. En. Ki.orKia'- In dun zomer bouwde hij den eerstal» iineltoven nam- zijn eigen systeem en na 'veinig weken kon hij hem in werking •aten treden. n Het resultaat was aanvankelijk zoo be- vrcdigon'd. als men slechts kon hebnoti Eerwacht. Hij had in de ruimte van den °ven horizontale banken aangebracht, tv aardoor do slakkon tot langzaam nat'1' '''•noden vallen gedwongen worden, ter- k'ijl zij boneden door gloeiende lucht aan gestoken werden. De brandende zwavM ■jespaatdi; daarbij zeer veel brandstol. V'Uzuthjk durfde bij hopen zijn systeem kl'ijd nog meer te verbeteren en l\et 'prak dus van zelf, dat hij de proever» w jj.in laboratorium voortzette en door den (Directeur van de daartoe vereischte inid- Polen voorzien werd. Zijn ijver vertiaag- 'L ui t meer; de arbeid Was nu voor hem *on middel, om zijn zwaarmoedig»» ge- (Lobien te verjagen. Hij had het gevoel, alsof hij daarmede '"nr.zainerha nd de schuld afloste, die li ij jich bewust was te dragen en hei) ver rouwen, dat zijn vlijt niet alleei» ten jutte zou konten van het bestu.n- der jeyangenis, werd bent volkomen ditide- 'jk, toen hem de oplossing van oen vraag stuk gelukte, waarop hij een ger'uinteu tijd al zijne krachten aangewend had. Hij hoopte namelijk een geheel nieuwe vinding, waarmede hij zich reeds had be- ztggeh den, toen hij nog werkzaam was aan de fabriek van Strömholt.ook op den hoogoven te kunnen toepassen. Terwijl dus de directeur van de Algassimijn van meening was, dat ülfers alleen arbeidde aan de verbetering van den smeltoven, om lood te verkrijgen door zilver af te scheiden, gebruikte Offers den moesten tjjd aan zijn geheim plan: om eene ver beterde wijze te vinden tot het verkrij gen van smeltstaal uit ruw ijzer. Het Rus sische ijzer, dat het Duitsche en Zweed- sche ijzer aan zwavelgehalte overtreft, gaf daarmede voordeelen in uitzicht, die aan eenen smeltoven, zooais tot hiertoe aan heft» toevertrouwd was geweest, buiten gewone winsten moesten verzekeren. En {oeh hij trapsgewijze tot de uitvoering van zijn plannen kwam, bemerkte hij hoe langer hoe meer, dat hij zich inzjn beroep een ougewoDe bekwaamheid toe schrijven kon. Daarop werd hij trotsch - - maar dat was een heel andure trots dan de vorige, toen hjj zonder reden ge pocht had op voorrechten, die eene ver lij ude opvoeding en de van zijn vader geërfde rijkdom hem verleend hadden; liet was de trotsche vreugde over het voortbrengen van eigen werk. Nu lmd hij waarlijk geen tijd meer om zich in om.utte beschouwingen over liet verleden te verdiepen waarom het alle» zoo had moeten komen en hoe het toch geheel anders had kunnen zijn, als hij ziju ka pitaal eens niet had verkwist. Doch op zekeren nacht riep een toe val de vroegere catastrophe in zijn ge' heugen terug. Hij ontwaakte op zijn hou ten brits, vervuld met de gedachte aan zijnen smeltoven, waarmede hij zich in zijnen droom dikwijls bezig hield. Door de beide raampjes van zijne cel viel een bleek maanlient en toen bij den blik richtte op het ovemnodel, dat tegen den rand van zijne legerstede stond, verstijf de bij schier van schrik. Daar op den grond lag een voorwerp, geheel wit. De herinnering aan het vreeselijkste oogenblik in zijn leven overstelpte hem zoo, dat hij doodelijk ontsteld en met kloppend hart uit zijn bed sprong, hoe wel hij in hetzelfde oogenblik reeds wist, dat dit witte voorwerp niets anders kon zijn dan een half opgerold stuk papier, dat van de schrijftafel naast het model gevallen was. Hij giug er heen en over tuigde zich, dat dit wérkelijk zoo was. Evenwel sidderde zijne hand, waarmede hij het papier opnam en op de tafel leg de. De herinnering was te plotseling ge weest; hij kon het verschrikkelijke too- neel, dat zich voor zijn geest ontrolde, niet verdrijven, en riep omullekourig al zijne herinneringen te hulp, om zich den toenmaligen indruk volkomen voor den geest te brengen. Dat stuk papier door een zwak maanlicht beschenen bad hem onverwachts het lijk van Ludeskoy doen zien, zooals het in dien vreeselijkcii zomernacht van het vorige jaar voor zij nen door drank benevelden blik was op gedoemd. Doch van waar kwam die plot selinge herinnering? Hoe was een stuk wit papier of misschien een eenvoudig lichteffect in staat, d e gruwelij ke gedachte in hem op te wekken. Hoe kwam het, dat zijn geheugen door dit rolletje papier zoo was opgeschrikt geworden? Al die vragen, die hij zich zeiven deed, verplaatsten hem opeeus met helder bewustzijn in den toenmaligen toe stand. Hij herinnerde zich de kamer van Lu deskoy, de deur, waarnaar hij gekeken had en waar zijn blik ook door iets wits werd getroffen, c'st half door een donke ren doek was bedekt. Steeds verder teruggaande in zijne her- rinneringen, wist hij, dat deze donkere doek het kleed was geweest van een om vergeworpen pronktafeltje, dat in de na bijheid lag, en daaronder bevond zich het onbewegelijk lichaam van graaf Fedor Davidowitsch, geheel gehuld in een lang wit nachthemd. En toen schoot eensklaps een verblindende gedachte floor Olfers geest. Hij ging op den stoel voor de tafel zitten en bracht nadenkend de hand aan het voorhoofd. Zonderling, zonderling! Nu eerst viel hem in, wat hij zich reeds lang bad moe ten herinneren, de onverklaarbare om standigheid namelijk, dat hij dit helder witte kleed, dat de doode aanhad, vol strekt niet gezien had, toen hij in doffe razernij, het huis was binnengedrongen. Wel was hij zoo goed als zit.nelo03 ge weest, toen hg de deur opengerukt had, maar zoo zeker, als hij nu nog de pijn gevoelde, die hem de worgende hand ver oorzaakte, wist hij, dat het een „d o n- kere" gestalte was geweest, die hem tegen den grond had geworpen. Een „d o n k e r e" gestalte Wel is waar, stond Ludeskoy op dit oogenblik tusschen hem en het venster, zoodat deze het maanlicht onderschepte, niaiir juist daardoor moesten de omtrek ken van het sneeuwwitte kleed te hel derder verlicht zijn geworden en Olfers wist bepaald dat hem dit niet opgeval len was. Hy stond van zgnen stoel op en riep al zijne herinneringen te hulp. Hij ging naar de deur zijner cel. De tafel met ge reedschap kon zeer goed de tafel midden in de eetkamer van Ludeskoy's villa voor stellen; de afstanden kwamen tamelijk nauwkeurig overeen. En daar naast de brits bevond zich de deur van de aan grenzende slaapkamer. Goed! Olfers stelde zich den aanval met pijnlijke nauwkeurigheid voor oogen. Daar onmiddellijk bij de deur waren de twee tegenstanders over elkander gerold. Olfers had nog geen twee schreden in de kamer gedaan, toen hij voelde, dat hij gegrepen en op den grond geworpen werd. Geen twijfel dus, dat het gevecht werkelijk bij de salondeur had plaatsge had; bovendien wist hij, dat hij bij den val met het hoofd tegen den scherpen deurpost wa< aangekomen, welke «chok oorzaak was, dat hg gedurende een kwar tier bewusteloos was geweest. Nog herinnerde lig zich, dat hij onder het vallen de band met het geladen pis tool had vooruitgestrukt, als om zich te verdedigen, doch daarmede hielden zijne herinneringen op. Dat was alles, wat hij wist van den strijd in dien noodlo tigen nacht. De knal van het pistool hoorde hii niet eens en toch moest df zo in het vólgende oogenblik gevolgd zijn, wantin den bewusteloozen toestand hadden zijne maehtelooze vingers het pistool niet kun nen doen afgaan. Was het dus reed? zonderling genoeg, dat. de volkomen be wusteloosheid met het lo6drukken van hot wapen was samengevallen in een on deelbaar klein tgdstip, maar waarin h(j toch den knal van de losbranding niet meer had kunnen opvangen, nog onbe grijpelijker was het, dat Ludeskoy mid den in het voorhoofd getroffen, in dat zelfde onderdeel eener seconde in staat geweest was, tot aan den drempel van zijn slaapkamer terug te wijken. Daar ginds bij den muur had hij hem immer gevonden met het tafeltje en het kleedje over hem heen, dat zeker ook wel om gevallen had kunnen zijn, als hij van d i slaapkamerdeur gevallen was. Maar Lu deskoy was door de salondeur binnenge komen, had Olfers van achteren aange vallen, en in dat geval kon hem immers de kogel onmogelijk in het voorhoofd hebben getroffen. Olfers was als verbijsterd, door het ver blindende licht, dat eensklap- voor hom opging. Lieve God! wat was dat? Maar hoe, wie wat had? Neer, neon, be daard! Geen belachelijké droombeelden! Geen tooversprookjesVerder! verderI Wat was er dan verder gebeurd Hij had licht gemaakt en het pistool gezocht, om zich te overtuigen, dat het werkelijk was afgeschoten. Waar had het gelegen Waar had hij het gevonden? Aan den voet van de eettzfel midden m de kamer. Ja, aan de tafel, dat wist hij nu nauwkeurig, want hij herinnerde zich, dat de kaars in zijn bevende hand bijna de franje van het af hangende tafelkleed had in brand gesto ken, toen hij daarmede op den vloer tui melde. Van af dit tafeltje tot aan de deur der salon was eene tusschenruimte van drie schreden; hg had ze gemeten, toen hij later zgnen hoed bij deze salondeur gevonden had. (Wcr<U vervolg

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1