DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. elouterd. 't de Statenzaal. BUITENLAND. Kinderhuisvesft 31-33, HaaHem %RöAC 5 DECEMBER 1907. No. 6755, - jaargang. Bureaux van Redactie en Administratie: Inferc. Telefoonnummer 1426. g van de Raadsvergadering. ieder op zichzelf heel in !'te kwesties werdeu onder "verige gisteren in de lang en aan allerlei incidenten landsvergadering behaudeld. eerste betrof ongedacht meer of minder gewichtig ïprp dan.... de kermis! ng bij de besprekingen der filing op de markten, waar '''nis, zonderlingerwijze, nog dis „jaarmarkt" onder ge tvordt, al hoort ze onder de ^e vermakelijkheden toch t, thuis. rincipieele punt: „er it een J", Sit-g er door zonder eenige A'hg, waarschijnlijk omdat de ^tnis-menschen later op hun dat zaakje eens willen be- i kt de heer Gravesteyu,die al- antirevolutionair raadslid eerst de gelegenheid schoon wat de heer Breda Kley- noemde, te „getuigen," de occasie niet ontsnap- °"i dat te doen. En toen het Aankwam, den duur van den te bepalen, stak de heer 6^eiju een stokje er tusscheo. Zondagavond géén kermis, '»ij voor. ftaad schrok ervan: 't was .Ogenblik van verrassing en hiug, '.De burgemeester keek horloge eu zette een scheet tegen wethouder de Breuk, een uitdrukking van wat- ^'dut geven z'u hoofd schudde, keriuisdebat, op dit oogen- Èn Jonkheer Boreel probeer 2'n zachtslen toon den heer ^ieijq te overreden zoudt u ''et liever later eens op dien gillen gooien? 'ieer Gravesteijn bleef echter stuk staan. Eu de heer de steunde hem, ondersteunde 'et voorstd, dat nog net in 'deling kon komen toen de Modoo óók als tweede man 0,ider3teunde. De wet eisciit wst tuning" van twee leden zoo dat ondersteunen van den Modoo was alleen maar be 'ddslialve gedaan, dat bleek dezo heer, met de heereu 'd en Kleynenberg, tegen den m'avesteijn te keer gingen en ^rstel „klein" noemden eu 'ig, niet principieel, onvoor- en wat al niet. komt het voor, dat die heeren H ver gingen. |dfom was het „klein", de af- |l"g van de kermis op den 'lgavond te vragen? 't Was 'f'ticipieel mogelijk, dunkt ons, gaan we mee met den heer J)- die zeide dat de Kermis v or de meeste Kermis- vierders juist „de" avond is, van 't standpunt des heeren Gravesteijn bezien, leek ons zijn voorstel vol strekt niet zoo gek en klein eu dwaas als de heeren wel wilden voorstellen. Een onzuivere stemming zou 'l echter hebben opgeleverd, dat is wuar. Want voorstanders van afschaffing van de kermis zouden allicht toch hebben gestemd tegen het vervallen van den Zoudagavoud, als men de heele kermis toch houdt. We spreken van „zou", want tot een stemming kwam het niet: de heer Gravesteijn bezweek ten slotte voor den drang, en trok zijn voorstel weer in. 't Vond zóó een on tijd igen dood, nog heter lot echter dan een overhaast voorstel van de:i heer de Braai wedervoer, die in de gauwigheid even het uur van openen der kermis op Zondag op half 9 (in plaats van half 8) wilde stellen. Dit voorstel werd niet eens on dersteund, eu kan dus gevoegelijk een doodgeboren kindje heeten De tweede ^/.aak die interessant was gisterenmiddag, ia de bouw- kwestie-de Munnik, waarover we een en ander schreven onder „Gemeentezaken" deze week in ons blad. Daarbij hoorden we voor óns persoonlijk was 't voor 't eerst den heer -Welsenaar praten. Die bouwt beter dan hij spreekt, maar wat hij zeggen wilde, en wat door den heer Modoo dadelijk daarop in begrijpelijker taal werd verteld, was geheel in den geest van hetgeen wij deze week schreven over deze zaakeen opheldering van de zijde van B. en W. was wel noodig! 't Leek, dat er zoo'n beetje geknoeid was, om door een achterdeur te komen waar men door de voorpoort niet komen kon. De burgemeester was alweer gemoedelijk: „hoe kan je nu denkeu, Modoo, dat wij die lui zouden willen misleiden!" Maar Mr. Thiel sprak hier het beslissende woord: de bouwer de Munnik en zijn collega hebben ge vraagd, huizen te mogen bouwen op grond die ze zélf héél goed wis ten dat voor plein bestemd was Dat zou eerder zoo iets van geniepigheid en misleiden genoemd kunnen worden! De heer Modoo vroeg uitstel van beslissing, ook met het oog op plan nen tot wijziging van de straten- en plein-ontwerpen die aanhangig moeten zijn. Maar na Mr. Thiol's opmerking, die onweersproken bleef, had de heer Modoo zyu spel ver loren de meerderheid gal B. en W. gelijk. Even later kwam het meest in teressante punt van allen de his torie van den Wagenweg. Men weet het, waut de zaak is vroeger al herhaaldelijk besproken: de Wagenweg is bestraat met keien en de deftige bewoners van dien weg beweren dat ze door 'tgeraa*- der wagens op die keien grooten overlast hebben, dus klinkerbestra ting verkiezen, en ze verzochten der halve den Raad, klinkers aldaar tc leggen. Om te toonen dat ze zelfs wel wat ervoor zouden over hebben, offreerden zij f800, uit particuliere bijdragen verzameld, aan de gemeen tekas ten present. De Raad heeft, op 't kantje af, met 14 stemmen tegen 18, stemmen, besloten het verzoek in tewil- ligen, en den Wagenweg met klin kers te bestraten. Een besluit, dat wij allesbehalve gelukkig vinden, dat wij niet ach ten in het belang der gemeente, en dat bovondien heel wat last en nasleep zal bezorgen I Deze sententie dient aan de hand der gevoerde debatten even verde digd. Het hoofdargument, waarom o.i de keibestrating van den Wagenweg moest behouden blij ven, is geleverd door den heer de Breuk, en dooi geen enkel bestrijder is daartegen iets ingebracht Vroeger zoo zeide wethouder de Breuk hebben daar klinkers gelegen, die bleken niet geschikt te zijn voor dezen weg, waarop voort durende zware vrachten worden vervoerd. We hebben dus keien moe ten leggen, nu is het toch wer kelijk te dwaas om 't slechtere w«er ts nemen in plaats van 't betere, dat gebleken is nóodig te zijn Ja maar, zoo weersprak de heer ThijsseD, u spreekt daar alleen maar over 't verkeer. En de personen dan Terecht merkte o. i. de wethouder op, dat het verkeer van wagens enz. op een weg als deze, een hoofd- verbindings- en toegangsweg tot de gemeente, al van zelf nummer één isZeker, wanneer het zonder geld verspillen kón, dan zouden we zeggen met de meerderheid van de helft plus een in den Raad van gisteren geef dien deftigeu bewo ners hun zin. Maar een jaarlijks terugkeerende uitgaaf van 1000 gulden met wat erbij komt voor een klein eindje weg als deze, met de wetenschap erbij, dat de toestand voor 't verkeer er slechter dooi worden zal, dat de klachten van voerlieden weer zullen komen en de modderpoelen van vroeger zullen terugkeeren, dat achten wij een te duur plezier voor die zeer weinige stadgenooten die beweren, zoo'n last van de Wagenwegsche keien te hebben. Intusschen, 't is een kwestie van appreciatie. Mr. Thijssen b.v. zei dat een stad wat over moet hebben voor zijn bewoners, voor z'u deftige bewoners, die 't meest bijdragen in de gemeentekas, vooral. Daar gaan we geheel accoord mee Maar kan dat beteekenen, dat men het verkeer te voertuig moet dea- organiieeren, dat men handen vol geld moet weggooien voor 't pleizier van heel enkelen Wij kunnen Jat niet vinden Vooral waar dan toch die „overlast" niet zoo heel groot is De heer Sneltjes, die er zelf woont, heeft er heelemaal geen last van, vertelde hijalleen als hij logées had, die de voorkamer be trokken, dan klaagden ze wel eens. Maar hijzelf slaapt achter welke gewichtige mededeelingen de Raad voor kennisgeving aannam, evenals rouwens het bespottelijke argument, dat de heeren van den Wagenweg zoowel verdienstelijker lui zijn dan de andere stadsbewoners, weshalve ze wel een schreefje voor moeten hebben Later in 't debat maakte de heer Sneltjes 't zoowaar nog fraaier, door mede te deelen datje zoo iemand van de Houtstraat of elders in de stad, waar óók keien liggen, toch niet vergelijken kunt met die heeren „zonder beroep" die op den Wagenweg wonen Rrincipieël durven we derhalve het raadsbesluit van gisteren betreuren en het tevens een voor de stadskas onnoodige uitgave achten. Maar we betreuren het besluit nog om een bijkomstige reden hot zal heel wat last en ontevredenheid ver oorzaken. Een van de 'achtbare leden zei het al, niet openlijk, maar in een apartje met een ander, toen het besluit was gevallen: „Ziezoo, nu zullen we ze 't land opjagennu maar aan 't adresseeren Hiermee is aangewezen, wat we wilden zeggen. 't Besluit g e 1 ij k t op we zeggen niet isl bevoorrechting van de meer gegoeden boven an deren. Althans, zoo zal het on getwijfeld worden voorgesteld en geëxploiteerd door de heeren Modoo c.s. Deze kondigde 't al aan: de adressen van alle buurten waarin keien liggen, zullen nu spoedig komen opdagen, eu hij gaf dat zelfs als argument om te stemmen tegen de aanneming van de f800 omdat dit een praecedent zou stellen, dat den bewoners van de volksbuurten bij hun adresseeren zou hinderen! Méér nog: toen even later 't bouw plan betreffende gronden bij 't Gel delooze pad en2. in bespreking kwam nam de heer Rinkema al revanche en bewerkte dat B. en W. het plan terugkregen om eene opgave te doen van de kosten van ldinkerbe - strating. „Weg met de kden", wordt nu overal de leuze. Nu moge men zeggen met de heeren Thijssen en Levert, dat de steden van den tegen woordigen tijd nooit genoeg kunnen doen om in gezetenen, en vooral gegoede, te lokken en te houdenhet valt niet weg te praten dat de uitste kende keibestrating van den Wagen weg nu door een minderwaardige en op den duur zeer kostbare klin- kerbestrating zal worden vervangen, enkel en alleen omdat een paar bewoners van den weg er last van zeggen te hebben I Was er een geheel nieuwe be strating te maken, en verkoos men dan op verzoek der bewoners klin kers in plaats van keieu, a 1 a b o u h e u r. Maar iets anders is het, de be strating te veranderen om zoo'n reden. En dat dit zal worden voor gesteld als klasse-bevoorrechting, zooals de heer Modoo al met dat zelfde woord zeide, daar kan men op aan! Ook hierom achten wij het ver werpen van 't voorstel van B. en W. om den Wagenweg te laten zooals hij is, niet zeer gelukkig. En eerlijk gezegd zou het ons niet verwonderen, als de Raad, beter overziende de gevolge van dit votum, nog eens terugkwam op het besluit! Intusschen, de heer Sneltjes had er succes mee, een van z'n weinige successen, want hoewel deze heer veel praat, zijn de resultaten ervan gering. Van mr. Thiel kreeg hij dat moet nog vermeld een on genadige schrobbeering, omdat hjj de aanneming van die f 800 verde digd had met 't wonderbaarlijke idee dat daardoor voor andere liefheb bers van klinkerbestrating in plaats van keien, 't vragen erom niet zoo gemakkelijk zou wezen Die f 800 zouden voor die anderen een hin derpaal wordenDe heer Thiel vond 't schande, dat zoo iets was gezegd. En de heer Sneltjes die 't niet zoo erg bedoeld had, maar slechts zijn mond voorbij had ge praat (hy deed dat in deze raads zitting nóg zoo'n paar maal) bleef in z'n hemd staanniemand wou nadat mr. Thiel van een karakter fout en van schande gesproken had, meer iets van die f 800 weten Ons raadsverslag geeft van de de batten en opmerkingen meer dan we hier kunnen ophalen. We bepalen ons dus tot de drie be handelde kwesties en verwy zen voor de rest der 34 agendapunten {ex cuses du peu!) naar dat verslag. Algemeen Overzicht. Gisteren hebben we een uittrek sel gegegeveu uit Roosevelt's Cougresbood8chap van dit jaar z'n troonrede, om zoo maar eens te zeggen, een stuk waarvan de voor lezing niet minder dan twee en een half uur duurde. Zooals gebleken zal zijn, is Roo sevelt's politiek nog manner voor een groot gedeelte gericht tegen de trusts, aan welke de president verre weg de meeste schuld geeft van dm bedenkelijke financieele en induslrie- eelen toestand die er in Amerika heerscht. Onder de nieuwe afkeuringen die hij aan .de trusts toedient, is ook d< ze voor een Amerikaan zeer opmer kelijk, dat hij voortaan wenscht ver boden te zien, dat de trusts bijdra gen zullen leveren aan de verkie zingsfondsen, welke geput zijn uit de kassen dier tinancieele instellin- gen. D.w.z. indien de groote financiers gelden beschikbaar hebben voor politieke doeleinden dan is het best.... maar dan moeten die bijdra gen komen uit hun eigen zak en en niet uit de kassen der instel lingen, welke door hen worden be heerd. Deze wenech van Roosevelt i» zoo opmerkelijk, wijl hijzelf in 1904 is verkozen in een campagne welker kosten door de republikeineche par tijleiders zijn bestreden uit bijdragen van tal van groote maatschappijen, trusts enz. En zeker is het, dat de ontzag lijke geldmacht die de trusts heb ben, nu voortaan leelyk tegen Roo sevelt zal gebruikt worden!... Opmerkenswaardig is voorts dat Roosevelt, met alle deferentie en eer en waardeering voor den arbeid der afgevaardigden, toch de Haag- sche Vredesconferentie op een van haar hoofdpunten een mislukking noemt L. Ontwapening was er on mogelijk gemaakt en dus beteekende de Conferentie voor de Ver. Staten niets meer.... Dat is vierkant, royaal uitge sproken Maar 't is krasl Er is in Duitschland al on- eenigheid in 't "Bloc". 't SameDgaan van liberaal met conservatief lukt al den eersten dag niet! En 't is nu reeds tot een zon derlinge historie moeten komen. De leider d?r natiouaal-iiberaion, von Paassehe, had in den Rijksdag erg afgegeven op den Minister van Oorlog, wegens de befaamde legor- schandalen van den laatsten tijd. Zóó erg, dat von Bülow voor 't voortzetten van.de bloc "-politiek, eischt dat von Paassehe gedósavon- eerd wordt. De zitting werd giste ren geschorst om te beraadslagen, en von Bülow heeft zijn kanselier plaats als inzet gesteld! Men denkt, dat 't zaakje ditmaal nog wel in orde zal komen, maar met dat al is er toch een geweldi ge scheur in 't „bloc" gekomen, die het vroeg of laat zal splijten In Marokko is het nog telkens vechten: de voornaamste inciden ten van dat veqhten vertellen we zoo achtereenvolgens onder onze drieregelberichten en in 't Over zicht. Maar veel bijzonders valt er niet voor. Belangrijker is de^ polemiek, die de Duitscbe en Fransche regeerings- bladen met elkaar voeren over Frankrijk's politiek in Ma rokko. Niemand minder toch dat de offi i- euze „Norddeutsche" en de even otfi- feuilleton. Broeder en zuster. CDURMT ABONNEMENTSPRIJS: "laaiulcn voor Haarlem fl.35 jj. de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 t de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8(5. Eerlijke nummers„0.05 PRIJS DER ADVF.RTENTIËN: Van 1—6 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant. f0.60 (contant) f0.50 0.10 I N Duitsch van Kart,. Ed. Klopfer. I w. arom lag het pistool niet i? zijn hied in de onmiddellijke ."'<1 dier deur, dewijl het hem daar '^vallen moost zijn, als hij werke- h«t doodelijk schot afgevuurd rilling ging hem do r het lichaam - vra ig, die hij onwillekeurig met 'tem uitsprak. Toen legde hij de aan de slapen en vraagde zich Vijl hij den strakken blik in het Wp, als wilde hij de waarheid van den nachtelijken s uier te voor- 'Oepen: „Eu wanneer niet ik?... "h? Een ander dus? Maar wie dan, hj wist er geen antwoord op; de diepte, die zich voor zijn geest bie d .-toni, even als de mond '1 doods, die het geheim met zich i'&af hal genomen; de duisternis, t''6 afschuwelijke gebeurtenis om- j' liet zich niet ophelderen. Met Schreden zoadat de ketting aan „v°eten op den bodem rammelde, 't1 h\j de enge ruimte zijner cel, van tot aan het raam en weer terug, 8 gesticuleerend, zich op de lippen als zinneloos zich aan den ver- |.6h baarl trekkend. Doc'i eindelijk voor zijne brits op de knieën, met °f<! leunende tegen den houten 6t) zond ee i vurig gebed tan Hemel. NEGENDE HOOFDSTUK. Waarom met de komst van den nieu wen Directeur in de mijnen van het Al- gassidal tegelijk eene strengere tucht was ingevoerd, dat wisten alleen de beamb ten. De gevangenen en daaronder vooral de staatsgevangenen ondervonden het ter Jege, maar hadden geen vermoeden, welke nieuwe gebeurtenissen in het Euro- peesoh Rusland de noodzakelijkheid van scherpere maatregelen vereischten. Olfers vooral, die zich steeds over meerdere gunstbewijzen mocht verheugen en geheel en al in zijne technische proeven opging, vernam niets van de geruchten over aller lei gebeurtenissen, die de dwangarbeiders elkander toefluisterden. En toeh zou het vreese'.ijke voorval, dat in Februari te St. Petersburg afgespeeld ivss, later van grooten invloed op zijn lot zijn Reeds in December was men in Moskou eene groote samenzwering der Nihilisten op het spoor en gedurende het geheele win terseizoen verkeerden de beide hoofdste den in zorg en angst voor allerlei onvoor ziene gebeurtenissen. Het gezellige leven in de hoogste standen der maatschappij was gedurende den carnavalstyd heel wat minder opgewekt; vele groote feesten werden afgezegd, waarvan de terugslag in den winkelstand gevoelig merkbaar was. Hoevele dames uit de groote wereld zich hierover echter boos maakten, ééne vrouw was er, die met innige tevreden heid dezen gang van zaken opmerkte. Hot was de jonge prinses Murawin. Deze jonge vrouw, 21 jaren oud, in den bloei an een overal bewonderde schoonheid, rijk, voelde zich te midden van den luis ter, die haar omgaf, minder dan eene vrouw uit het volk. Niets was haar meer welkom, dan een voorwendsel, om zich te onttrekken aan alle feestelijkheden, die haar positie als zuster van een zoo voornaam hofbeambte als Vorst Murawin was, noodzakelijk maakte te geven of bij te wonen Waarheid was: de jonge prinses was sedert den vorigen zomer in voortduren- den angst over het lot van Gregor Ko- loff. Wat met h m gebeurd was, zij kon het slechts raden uit de mededeelingen van Kat ja, haar kamenier, die eens zeer toevallig een gesprek had afgeluisterd, toen de Vorst het bezoek van een hoog geplaatst politie-beambte had ontvangen. Doch helaas, Katja kon hare mevrouw alleen berichten, dat er in dat gesprek, dat in het Fransch gevoerd werd, van Gregor Koloft' sprake geweest was, omdat zij dieus naam meermalen had hooren noemen. Dit was echter genoeg, om liga Petrowna met angstige bezorgdheid te vervullen. Zij kende hot hoogmoedige karakter van haar broeder, en tevens do macht van een hoogwaardigheiddieklee- der in Rusland! Zij begreep,dat Murawin zich mi niet meer zou tevreden stellen, den jongen man tot de bitterste armoede gebracht te hebbenAls zij in hare klin gen nu en daft hoorde fluisteren, dat on langs weder een paar vordachten, die met de Narodnaja Wolga in betrekking ston den, naar Siberië verbannen waren, dan kon zij menigmaal in de beklemming haars harten zich niet weerhouden te vragen: „Op wiens aanklacht?" Doch nooit kreeg zij een ander antwoord dan een veelbeteekend schouderophalen, dat ooveel wilde zeggen, als„Wie weet het?" Met siddering las zij op zekeren dag in het oflicieele gedeelte van het „Journal de St Petèrsbourg" het korte bericht, dat de Staatsraad Vorst Leo Nicolaje- witsch Murawin tot chef in de derde af- deeling van de hoogste kabinetskanselarij benoemd was. Dit gebeurde ten tijde van de Nieuwjaarsbevorderingen en benoe mingen. Sedert had zij onophoudelijk go- tracht iets naders omtrent Gregor Koloff te vernemen. Dat haar broeder Murawin die de toenadering zijner zuster tot wat hij noemde een „slaaf" met zijn oud- Russchise zienswijze niet deeldde, aan hem op de eene of andere wijze zijn wraak geko ld had, dat leed geen twijfel meer. Nooit had de prinses de groote oplet tendheid, die de heeren ran het hof haar bewezen, tot een van die kleine' intriges gebruikt, waarmede zoo vele talentvolle itames van haren stand zieh een, belang rijk tijdverdrijf verschaften; in d'enjong- steu tijd echter was zij op de gedachte gekomen, aan een collega in het depar tement van haren broeder die haar met eerbied genaderd was, een nauwkeurige lijst te vragen var, die ongelukkigen, die in het a'geloopen jaar langs administra- tieven weg naar de Siberische ijsvelden waren verbannen. Zij wéhdde eene „alge- meene" belangstelling voor, en daar baar onharmonische verhouding tot haren broeder in de naaste kringen geen ge heim meer was, zoo behoefde zy volstrekt geen uitvlucht te verzinnen, waarom zij zich niet liever ter bevrediging van hare nieuwsgierigheid tot haar broeder wendde, die in zake der geheime politie niet min der op de hoogte was. In het midden van Februari zou de eerste soirée sedert de nieuwjaarsfeesten aan bet hof plaats vinden. Hoewel Olga Petrona, als eenigste vrouw uit het ge slacht Murawin, de eer van het huis haars broeders moest ophouden, liet zy zich vaak voor die fcesien exi mee- ren, docli ditmaal was zij bereid, haar broeder ten hove te vergezellen, daar zij hoopte van dien vriend het gevraagde afschrift dier lijst te ontvangen. Nog nooit was zij met haar toilet, dat toah voor een soirée ten hove een zaak van groot gewicht is, zoo spoedig klaar geweest als op dezen avonu, maar tocli kon de kamenier Katja met innige zelf voldoening nederzien op het kunstwerk van liet keurige kapsel, dat haar gewoon lijk bij de zenuwachtige overspanning van hare meesteres menigen heimelijken zucht kostte. Ook haar broeder, de Vorst, scheen dezen keer op buitengewonen spoed aan te dringen, want nauwelijks had Katja met het insteken der bloemen en der verschillende schitterende haarnaalden de kroon op haar werk gezet of Zijne Door luchtigheid klopte aan de deur van de toiletkamer zijner zuster. Met zeer beleef den groet trad de Vorst binnen eu zeide: „Gij ziet er betooverend uit, Olga Petrow na, en mag nu reeds beworen, dat gij alle dames weder ver overtreffen zult, heden avond aan het hof. Iutusschen trok Leo Nicolajewitsch een fauteuil naar zich toe en haalde eene zilveren tabaksdoos uit zijn rokzak. „Wij hebben nog tijd genoeg het rijtuig kan nog nauwelijks ingespannen zijn. Veroorloof mij Deze vraag gold terzelfder tijd den wensch om te gaan zitten, alsomteroo- ken. Olga knikte met eenen eenigszins vreemden blik van ter zyde op haar broe der Waar moest dat op uitloopen Mura win stak met het grootste genoegen eene cigarette aan, wier aroma zich spoed,g vermengde met den zacht :n geur in dit weelderig boudoir, tiok de St. Andreas- orde recht, d e aan een blauw hut onder de witte das het geborduurde orerhi md sierde en na 11 eene zoo gemakkelijke houding aan, als zich liet overeenkomen ni'.-t de wetten der étiquette in gezel schap van dames. Wie die beiden zoo gezien haddien voornamen man met Hen statigen, grijzen baard en fdie schoone vrouw m haar kostbaar toilet, dat fon kelde van diamanten, hjj zou volstrekt niet gemeend hebben, in deze twee ver tegenwoordigers van den hoogadelijken stand, een broeder en zuster te zien, die door een doodelyken haat waren geschei den „Wat zegt gy van dien Vorst Karfzi- miroft?" vervolgde Murawin, alsof hjj slechts uit beleefdheid een onbeduidend gesprek wenschte voort te zetten. Do prin ses bew og geen ooglid, maar haar doo- delijke bleekheid verried opeens haar in wendige ontroering. „Wat bedoelt ge Ik versta uiet „O, gij weet misschien nog niets van zijn ongeluk?" „Geen woord I" „En geheel St. Petersburg spreekt er reeds van; dezen avond stond het zelfs in den „Grafhdanin." Olga kwam weder tot zieh zelvez\j be greep, dat Leo slechts tot haar gekomen was, om haar te pyuigen en wilde hoe eer hoe liever alles weten. „Dus mag ik het misschien ook ver nemen {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1