DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
elouterd.
't de Statenzaal.
BUITENLAND.
Kinderhuisvesft 31-33, HaaHem
%RöAC 5 DECEMBER 1907.
No. 6755, - jaargang.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Inferc. Telefoonnummer 1426.
g van de Raadsvergadering.
ieder op zichzelf heel in
!'te kwesties werdeu onder
"verige gisteren in de lang
en aan allerlei incidenten
landsvergadering behaudeld.
eerste betrof ongedacht
meer of minder gewichtig
ïprp dan.... de kermis!
ng bij de besprekingen der
filing op de markten, waar
'''nis, zonderlingerwijze, nog
dis „jaarmarkt" onder ge
tvordt, al hoort ze onder de
^e vermakelijkheden toch
t, thuis.
rincipieele punt: „er it een
J", Sit-g er door zonder eenige
A'hg, waarschijnlijk omdat de
^tnis-menschen later op hun
dat zaakje eens willen be-
i
kt
de heer Gravesteyu,die al-
antirevolutionair raadslid
eerst de gelegenheid schoon
wat de heer Breda Kley-
noemde, te „getuigen,"
de occasie niet ontsnap-
°"i dat te doen. En toen het
Aankwam, den duur van den
te bepalen, stak de heer
6^eiju een stokje er tusscheo.
Zondagavond géén kermis,
'»ij voor.
ftaad schrok ervan: 't was
.Ogenblik van verrassing en
hiug, '.De burgemeester keek
horloge eu zette een scheet
tegen wethouder de Breuk,
een uitdrukking van wat-
^'dut geven z'u hoofd schudde,
keriuisdebat, op dit oogen-
Èn Jonkheer Boreel probeer
2'n zachtslen toon den heer
^ieijq te overreden zoudt u
''et liever later eens op dien
gillen gooien?
'ieer Gravesteijn bleef echter
stuk staan. Eu de heer de
steunde hem, ondersteunde
'et voorstd, dat nog net in
'deling kon komen toen de
Modoo óók als tweede man
0,ider3teunde. De wet eisciit
wst
tuning" van twee leden zoo
dat ondersteunen van den
Modoo was alleen maar be
'ddslialve gedaan, dat bleek
dezo heer, met de heereu
'd en Kleynenberg, tegen den
m'avesteijn te keer gingen en
^rstel „klein" noemden eu
'ig, niet principieel, onvoor-
en wat al niet.
komt het voor, dat die heeren
H ver gingen.
|dfom was het „klein", de af-
|l"g van de kermis op den
'lgavond te vragen? 't Was
'f'ticipieel mogelijk, dunkt ons,
gaan we mee met den heer
J)- die zeide dat de Kermis
v or de meeste Kermis-
vierders juist „de" avond is, van
't standpunt des heeren Gravesteijn
bezien, leek ons zijn voorstel vol
strekt niet zoo gek en klein eu
dwaas als de heeren wel wilden
voorstellen.
Een onzuivere stemming zou 'l
echter hebben opgeleverd, dat
is wuar. Want voorstanders van
afschaffing van de kermis zouden
allicht toch hebben gestemd tegen
het vervallen van den Zoudagavoud,
als men de heele kermis toch
houdt.
We spreken van „zou", want tot
een stemming kwam het niet: de heer
Gravesteijn bezweek ten slotte voor
den drang, en trok zijn voorstel
weer in. 't Vond zóó een on tijd igen
dood, nog heter lot echter dan een
overhaast voorstel van de:i heer
de Braai wedervoer, die in de
gauwigheid even het uur van openen
der kermis op Zondag op half 9
(in plaats van half 8) wilde stellen.
Dit voorstel werd niet eens on
dersteund, eu kan dus gevoegelijk
een doodgeboren kindje heeten
De tweede ^/.aak die interessant
was gisterenmiddag, ia de bouw-
kwestie-de Munnik, waarover
we een en ander schreven onder
„Gemeentezaken" deze week in ons
blad.
Daarbij hoorden we voor óns
persoonlijk was 't voor 't eerst
den heer -Welsenaar praten. Die
bouwt beter dan hij spreekt, maar
wat hij zeggen wilde, en wat door
den heer Modoo dadelijk daarop in
begrijpelijker taal werd verteld, was
geheel in den geest van hetgeen
wij deze week schreven over deze
zaakeen opheldering van de zijde
van B. en W. was wel noodig! 't
Leek, dat er zoo'n beetje geknoeid
was, om door een achterdeur te
komen waar men door de voorpoort
niet komen kon. De burgemeester
was alweer gemoedelijk: „hoe kan
je nu denkeu, Modoo, dat wij die
lui zouden willen misleiden!"
Maar Mr. Thiel sprak hier het
beslissende woord: de bouwer de
Munnik en zijn collega hebben ge
vraagd, huizen te mogen bouwen
op grond die ze zélf héél goed wis
ten dat voor plein bestemd was
Dat zou eerder zoo iets van
geniepigheid en misleiden genoemd
kunnen worden!
De heer Modoo vroeg uitstel van
beslissing, ook met het oog op plan
nen tot wijziging van de straten-
en plein-ontwerpen die aanhangig
moeten zijn. Maar na Mr. Thiol's
opmerking, die onweersproken bleef,
had de heer Modoo zyu spel ver
loren de meerderheid gal B. en W.
gelijk.
Even later kwam het meest in
teressante punt van allen de his
torie van den Wagenweg.
Men weet het, waut de zaak is
vroeger al herhaaldelijk besproken:
de Wagenweg is bestraat met keien
en de deftige bewoners van dien
weg beweren dat ze door 'tgeraa*-
der wagens op die keien grooten
overlast hebben, dus klinkerbestra
ting verkiezen, en ze verzochten der
halve den Raad, klinkers aldaar tc
leggen.
Om te toonen dat ze zelfs wel
wat ervoor zouden over hebben,
offreerden zij f800, uit particuliere
bijdragen verzameld, aan de gemeen
tekas ten present.
De Raad heeft, op 't kantje af,
met 14 stemmen tegen 18, stemmen,
besloten het verzoek in tewil-
ligen, en den Wagenweg met klin
kers te bestraten.
Een besluit, dat wij allesbehalve
gelukkig vinden, dat wij niet ach
ten in het belang der gemeente,
en dat bovondien heel wat last en
nasleep zal bezorgen I
Deze sententie dient aan de hand
der gevoerde debatten even verde
digd.
Het hoofdargument, waarom o.i
de keibestrating van den Wagenweg
moest behouden blij ven, is geleverd
door den heer de Breuk, en dooi
geen enkel bestrijder is daartegen
iets ingebracht
Vroeger zoo zeide wethouder
de Breuk hebben daar klinkers
gelegen, die bleken niet geschikt te
zijn voor dezen weg, waarop voort
durende zware vrachten worden
vervoerd. We hebben dus keien
moe ten leggen, nu is het toch wer
kelijk te dwaas om 't slechtere w«er
ts nemen in plaats van 't betere,
dat gebleken is nóodig te zijn
Ja maar, zoo weersprak de heer
ThijsseD, u spreekt daar alleen maar
over 't verkeer. En de personen
dan
Terecht merkte o. i. de wethouder
op, dat het verkeer van wagens
enz. op een weg als deze, een hoofd-
verbindings- en toegangsweg tot de
gemeente, al van zelf nummer één
isZeker, wanneer het zonder
geld verspillen kón, dan zouden we
zeggen met de meerderheid van de
helft plus een in den Raad van
gisteren geef dien deftigeu bewo
ners hun zin. Maar een jaarlijks
terugkeerende uitgaaf van 1000
gulden met wat erbij komt voor
een klein eindje weg als deze, met
de wetenschap erbij, dat de toestand
voor 't verkeer er slechter dooi
worden zal, dat de klachten van
voerlieden weer zullen komen en
de modderpoelen van vroeger zullen
terugkeeren, dat achten wij een
te duur plezier voor die zeer weinige
stadgenooten die beweren, zoo'n last
van de Wagenwegsche keien te
hebben. Intusschen, 't is een kwestie
van appreciatie. Mr. Thijssen b.v.
zei dat een stad wat over moet
hebben voor zijn bewoners, voor
z'u deftige bewoners, die 't meest
bijdragen in de gemeentekas, vooral.
Daar gaan we geheel accoord mee
Maar kan dat beteekenen, dat men
het verkeer te voertuig moet dea-
organiieeren, dat men handen vol
geld moet weggooien voor 't pleizier
van heel enkelen Wij kunnen
Jat niet vinden Vooral waar dan
toch die „overlast" niet zoo heel
groot is De heer Sneltjes, die er
zelf woont, heeft er heelemaal geen
last van, vertelde hijalleen als hij
logées had, die de voorkamer be
trokken, dan klaagden ze wel eens.
Maar hijzelf slaapt achter welke
gewichtige mededeelingen de Raad
voor kennisgeving aannam, evenals
rouwens het bespottelijke argument,
dat de heeren van den Wagenweg
zoowel verdienstelijker lui zijn dan
de andere stadsbewoners, weshalve
ze wel een schreefje voor moeten
hebben Later in 't debat maakte
de heer Sneltjes 't zoowaar nog
fraaier, door mede te deelen datje
zoo iemand van de Houtstraat of
elders in de stad, waar óók keien
liggen, toch niet vergelijken kunt
met die heeren „zonder beroep"
die op den Wagenweg wonen
Rrincipieël durven we derhalve het
raadsbesluit van gisteren betreuren
en het tevens een voor de stadskas
onnoodige uitgave achten. Maar
we betreuren het besluit nog om
een bijkomstige reden hot zal heel
wat last en ontevredenheid ver
oorzaken.
Een van de 'achtbare leden zei
het al, niet openlijk, maar in een
apartje met een ander, toen het
besluit was gevallen: „Ziezoo, nu
zullen we ze 't land opjagennu
maar aan 't adresseeren
Hiermee is aangewezen, wat we
wilden zeggen.
't Besluit g e 1 ij k t op we
zeggen niet isl bevoorrechting
van de meer gegoeden boven an
deren. Althans, zoo zal het on
getwijfeld worden voorgesteld en
geëxploiteerd door de heeren Modoo
c.s. Deze kondigde 't al aan: de
adressen van alle buurten waarin
keien liggen, zullen nu spoedig
komen opdagen, eu hij gaf dat zelfs
als argument om te stemmen tegen
de aanneming van de f800 omdat
dit een praecedent zou stellen, dat
den bewoners van de volksbuurten
bij hun adresseeren zou hinderen!
Méér nog: toen even later 't bouw
plan betreffende gronden bij 't Gel
delooze pad en2. in bespreking kwam
nam de heer Rinkema al revanche
en bewerkte dat B. en W. het plan
terugkregen om eene opgave te
doen van de kosten van ldinkerbe -
strating. „Weg met de kden", wordt
nu overal de leuze.
Nu moge men zeggen met de
heeren Thijssen en Levert, dat de
steden van den tegen woordigen tijd
nooit genoeg kunnen doen om in
gezetenen, en vooral gegoede, te
lokken en te houdenhet valt
niet weg te praten dat de uitste
kende keibestrating van den Wagen
weg nu door een minderwaardige
en op den duur zeer kostbare klin-
kerbestrating zal worden vervangen,
enkel en alleen omdat een paar
bewoners van den weg er last van
zeggen te hebben I
Was er een geheel nieuwe be
strating te maken, en verkoos men
dan op verzoek der bewoners klin
kers in plaats van keieu, a 1 a
b o u h e u r.
Maar iets anders is het, de be
strating te veranderen om zoo'n
reden. En dat dit zal worden voor
gesteld als klasse-bevoorrechting,
zooals de heer Modoo al met dat
zelfde woord zeide, daar kan men
op aan!
Ook hierom achten wij het ver
werpen van 't voorstel van B. en W.
om den Wagenweg te laten zooals
hij is, niet zeer gelukkig.
En eerlijk gezegd zou het ons
niet verwonderen, als de Raad, beter
overziende de gevolge van dit votum,
nog eens terugkwam op het besluit!
Intusschen, de heer Sneltjes had er
succes mee, een van z'n weinige
successen, want hoewel deze heer
veel praat, zijn de resultaten ervan
gering. Van mr. Thiel kreeg hij
dat moet nog vermeld een on
genadige schrobbeering, omdat hjj
de aanneming van die f 800 verde
digd had met 't wonderbaarlijke idee
dat daardoor voor andere liefheb
bers van klinkerbestrating in plaats
van keien, 't vragen erom niet zoo
gemakkelijk zou wezen Die f 800
zouden voor die anderen een hin
derpaal wordenDe heer Thiel
vond 't schande, dat zoo iets was
gezegd. En de heer Sneltjes die 't
niet zoo erg bedoeld had, maar
slechts zijn mond voorbij had ge
praat (hy deed dat in deze raads
zitting nóg zoo'n paar maal) bleef
in z'n hemd staanniemand wou
nadat mr. Thiel van een karakter
fout en van schande gesproken had,
meer iets van die f 800 weten
Ons raadsverslag geeft van de de
batten en opmerkingen meer dan
we hier kunnen ophalen. We
bepalen ons dus tot de drie be
handelde kwesties en verwy zen voor
de rest der 34 agendapunten {ex
cuses du peu!) naar dat verslag.
Algemeen Overzicht.
Gisteren hebben we een uittrek
sel gegegeveu uit Roosevelt's
Cougresbood8chap van dit jaar
z'n troonrede, om zoo maar eens te
zeggen, een stuk waarvan de voor
lezing niet minder dan twee en een
half uur duurde.
Zooals gebleken zal zijn, is Roo
sevelt's politiek nog manner voor
een groot gedeelte gericht tegen de
trusts, aan welke de president verre
weg de meeste schuld geeft van dm
bedenkelijke financieele en induslrie-
eelen toestand die er in Amerika
heerscht.
Onder de nieuwe afkeuringen die
hij aan .de trusts toedient, is ook d< ze
voor een Amerikaan zeer opmer
kelijk, dat hij voortaan wenscht ver
boden te zien, dat de trusts bijdra
gen zullen leveren aan de verkie
zingsfondsen, welke geput zijn uit
de kassen dier tinancieele instellin-
gen.
D.w.z. indien de groote financiers
gelden beschikbaar hebben voor
politieke doeleinden dan is het
best.... maar dan moeten die bijdra
gen komen uit hun eigen zak en
en niet uit de kassen der instel
lingen, welke door hen worden be
heerd.
Deze wenech van Roosevelt i»
zoo opmerkelijk, wijl hijzelf in 1904
is verkozen in een campagne welker
kosten door de republikeineche par
tijleiders zijn bestreden uit bijdragen
van tal van groote maatschappijen,
trusts enz.
En zeker is het, dat de ontzag
lijke geldmacht die de trusts heb
ben, nu voortaan leelyk tegen Roo
sevelt zal gebruikt worden!...
Opmerkenswaardig is voorts dat
Roosevelt, met alle deferentie en
eer en waardeering voor den arbeid
der afgevaardigden, toch de Haag-
sche Vredesconferentie op een van
haar hoofdpunten een mislukking
noemt L. Ontwapening was er on
mogelijk gemaakt en dus beteekende
de Conferentie voor de Ver. Staten
niets meer....
Dat is vierkant, royaal uitge
sproken
Maar 't is krasl
Er is in Duitschland al on-
eenigheid in 't "Bloc".
't SameDgaan van liberaal met
conservatief lukt al den eersten dag
niet! En 't is nu reeds tot een zon
derlinge historie moeten komen.
De leider d?r natiouaal-iiberaion,
von Paassehe, had in den Rijksdag
erg afgegeven op den Minister van
Oorlog, wegens de befaamde legor-
schandalen van den laatsten tijd.
Zóó erg, dat von Bülow voor 't
voortzetten van.de bloc "-politiek,
eischt dat von Paassehe gedósavon-
eerd wordt. De zitting werd giste
ren geschorst om te beraadslagen,
en von Bülow heeft zijn kanselier
plaats als inzet gesteld!
Men denkt, dat 't zaakje ditmaal
nog wel in orde zal komen, maar
met dat al is er toch een geweldi
ge scheur in 't „bloc" gekomen, die
het vroeg of laat zal splijten
In Marokko is het nog telkens
vechten: de voornaamste inciden
ten van dat veqhten vertellen we
zoo achtereenvolgens onder onze
drieregelberichten en in 't Over
zicht. Maar veel bijzonders valt er
niet voor.
Belangrijker is de^ polemiek, die
de Duitscbe en Fransche regeerings-
bladen met elkaar voeren over
Frankrijk's politiek in Ma
rokko.
Niemand minder toch dat de offi i-
euze „Norddeutsche" en de even otfi-
feuilleton.
Broeder en zuster.
CDURMT
ABONNEMENTSPRIJS:
"laaiulcn voor Haarlem fl.35
jj. de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
t de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8(5.
Eerlijke nummers„0.05
PRIJS DER ADVF.RTENTIËN:
Van 1—6 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant.
f0.60 (contant) f0.50
0.10
I
N Duitsch van Kart,. Ed. Klopfer.
I w. arom lag het pistool niet
i? zijn hied in de onmiddellijke
."'<1 dier deur, dewijl het hem daar
'^vallen moost zijn, als hij werke-
h«t doodelijk schot afgevuurd
rilling ging hem do r het lichaam
- vra ig, die hij onwillekeurig met
'tem uitsprak. Toen legde hij de
aan de slapen en vraagde zich
Vijl hij den strakken blik in het
Wp, als wilde hij de waarheid van
den nachtelijken s uier te voor-
'Oepen: „Eu wanneer niet ik?...
"h? Een ander dus? Maar wie dan,
hj wist er geen antwoord op; de
diepte, die zich voor zijn geest
bie d .-toni, even als de mond
'1 doods, die het geheim met zich
i'&af hal genomen; de duisternis,
t''6 afschuwelijke gebeurtenis om-
j' liet zich niet ophelderen. Met
Schreden zoadat de ketting aan
„v°eten op den bodem rammelde,
't1 h\j de enge ruimte zijner cel, van
tot aan het raam en weer terug,
8 gesticuleerend, zich op de lippen
als zinneloos zich aan den ver-
|.6h baarl trekkend. Doc'i eindelijk
voor zijne brits op de knieën, met
°f<! leunende tegen den houten
6t) zond ee i vurig gebed tan Hemel.
NEGENDE HOOFDSTUK.
Waarom met de komst van den nieu
wen Directeur in de mijnen van het Al-
gassidal tegelijk eene strengere tucht was
ingevoerd, dat wisten alleen de beamb
ten. De gevangenen en daaronder vooral
de staatsgevangenen ondervonden het ter
Jege, maar hadden geen vermoeden,
welke nieuwe gebeurtenissen in het Euro-
peesoh Rusland de noodzakelijkheid van
scherpere maatregelen vereischten. Olfers
vooral, die zich steeds over meerdere
gunstbewijzen mocht verheugen en geheel
en al in zijne technische proeven opging,
vernam niets van de geruchten over aller
lei gebeurtenissen, die de dwangarbeiders
elkander toefluisterden. En toeh zou het
vreese'.ijke voorval, dat in Februari te
St. Petersburg afgespeeld ivss, later van
grooten invloed op zijn lot zijn Reeds
in December was men in Moskou eene
groote samenzwering der Nihilisten op
het spoor en gedurende het geheele win
terseizoen verkeerden de beide hoofdste
den in zorg en angst voor allerlei onvoor
ziene gebeurtenissen. Het gezellige leven
in de hoogste standen der maatschappij
was gedurende den carnavalstyd heel wat
minder opgewekt; vele groote feesten
werden afgezegd, waarvan de terugslag
in den winkelstand gevoelig merkbaar
was. Hoevele dames uit de groote wereld
zich hierover echter boos maakten, ééne
vrouw was er, die met innige tevreden
heid dezen gang van zaken opmerkte.
Hot was de jonge prinses Murawin. Deze
jonge vrouw, 21 jaren oud, in den bloei
an een overal bewonderde schoonheid,
rijk, voelde zich te midden van den luis
ter, die haar omgaf, minder dan eene
vrouw uit het volk. Niets was haar meer
welkom, dan een voorwendsel, om zich
te onttrekken aan alle feestelijkheden,
die haar positie als zuster van een zoo
voornaam hofbeambte als Vorst Murawin
was, noodzakelijk maakte te geven of bij
te wonen
Waarheid was: de jonge prinses was
sedert den vorigen zomer in voortduren-
den angst over het lot van Gregor Ko-
loff. Wat met h m gebeurd was, zij kon
het slechts raden uit de mededeelingen
van Kat ja, haar kamenier, die eens zeer
toevallig een gesprek had afgeluisterd,
toen de Vorst het bezoek van een hoog
geplaatst politie-beambte had ontvangen.
Doch helaas, Katja kon hare mevrouw
alleen berichten, dat er in dat gesprek,
dat in het Fransch gevoerd werd, van
Gregor Koloft' sprake geweest was, omdat
zij dieus naam meermalen had hooren
noemen. Dit was echter genoeg, om liga
Petrowna met angstige bezorgdheid te
vervullen. Zij kende hot hoogmoedige
karakter van haar broeder, en tevens do
macht van een hoogwaardigheiddieklee-
der in Rusland! Zij begreep,dat Murawin
zich mi niet meer zou tevreden stellen,
den jongen man tot de bitterste armoede
gebracht te hebbenAls zij in hare klin
gen nu en daft hoorde fluisteren, dat on
langs weder een paar vordachten, die met
de Narodnaja Wolga in betrekking ston
den, naar Siberië verbannen waren, dan
kon zij menigmaal in de beklemming
haars harten zich niet weerhouden te
vragen: „Op wiens aanklacht?" Doch
nooit kreeg zij een ander antwoord dan
een veelbeteekend schouderophalen, dat
ooveel wilde zeggen, als„Wie weet het?"
Met siddering las zij op zekeren dag in
het oflicieele gedeelte van het „Journal
de St Petèrsbourg" het korte bericht,
dat de Staatsraad Vorst Leo Nicolaje-
witsch Murawin tot chef in de derde af-
deeling van de hoogste kabinetskanselarij
benoemd was. Dit gebeurde ten tijde van
de Nieuwjaarsbevorderingen en benoe
mingen. Sedert had zij onophoudelijk go-
tracht iets naders omtrent Gregor Koloff
te vernemen. Dat haar broeder Murawin
die de toenadering zijner zuster tot wat
hij noemde een „slaaf" met zijn oud-
Russchise zienswijze niet deeldde, aan hem
op de eene of andere wijze zijn wraak
geko ld had, dat leed geen twijfel meer.
Nooit had de prinses de groote oplet
tendheid, die de heeren ran het hof haar
bewezen, tot een van die kleine' intriges
gebruikt, waarmede zoo vele talentvolle
itames van haren stand zieh een, belang
rijk tijdverdrijf verschaften; in d'enjong-
steu tijd echter was zij op de gedachte
gekomen, aan een collega in het depar
tement van haren broeder die haar met
eerbied genaderd was, een nauwkeurige
lijst te vragen var, die ongelukkigen, die
in het a'geloopen jaar langs administra-
tieven weg naar de Siberische ijsvelden
waren verbannen. Zij wéhdde eene „alge-
meene" belangstelling voor, en daar baar
onharmonische verhouding tot haren
broeder in de naaste kringen geen ge
heim meer was, zoo behoefde zy volstrekt
geen uitvlucht te verzinnen, waarom zij
zich niet liever ter bevrediging van hare
nieuwsgierigheid tot haar broeder wendde,
die in zake der geheime politie niet min
der op de hoogte was.
In het midden van Februari zou de
eerste soirée sedert de nieuwjaarsfeesten
aan bet hof plaats vinden. Hoewel Olga
Petrona, als eenigste vrouw uit het ge
slacht Murawin, de eer van het huis
haars broeders moest ophouden, liet zy
zich vaak voor die fcesien exi mee-
ren, docli ditmaal was zij bereid, haar
broeder ten hove te vergezellen, daar zij
hoopte van dien vriend het gevraagde
afschrift dier lijst te ontvangen.
Nog nooit was zij met haar toilet, dat
toah voor een soirée ten hove een zaak
van groot gewicht is, zoo spoedig klaar
geweest als op dezen avonu, maar tocli
kon de kamenier Katja met innige zelf
voldoening nederzien op het kunstwerk
van liet keurige kapsel, dat haar gewoon
lijk bij de zenuwachtige overspanning van
hare meesteres menigen heimelijken zucht
kostte. Ook haar broeder, de Vorst, scheen
dezen keer op buitengewonen spoed aan
te dringen, want nauwelijks had Katja
met het insteken der bloemen en der
verschillende schitterende haarnaalden de
kroon op haar werk gezet of Zijne Door
luchtigheid klopte aan de deur van de
toiletkamer zijner zuster. Met zeer beleef
den groet trad de Vorst binnen eu zeide:
„Gij ziet er betooverend uit, Olga Petrow
na, en mag nu reeds beworen, dat gij
alle dames weder ver overtreffen zult,
heden avond aan het hof.
Iutusschen trok Leo Nicolajewitsch een
fauteuil naar zich toe en haalde eene
zilveren tabaksdoos uit zijn rokzak. „Wij
hebben nog tijd genoeg het rijtuig
kan nog nauwelijks ingespannen zijn.
Veroorloof mij
Deze vraag gold terzelfder tijd den
wensch om te gaan zitten, alsomteroo-
ken. Olga knikte met eenen eenigszins
vreemden blik van ter zyde op haar broe
der Waar moest dat op uitloopen Mura
win stak met het grootste genoegen eene
cigarette aan, wier aroma zich spoed,g
vermengde met den zacht :n geur in dit
weelderig boudoir, tiok de St. Andreas-
orde recht, d e aan een blauw hut onder
de witte das het geborduurde orerhi md
sierde en na 11 eene zoo gemakkelijke
houding aan, als zich liet overeenkomen
ni'.-t de wetten der étiquette in gezel
schap van dames. Wie die beiden zoo
gezien haddien voornamen man met Hen
statigen, grijzen baard en fdie schoone
vrouw m haar kostbaar toilet, dat fon
kelde van diamanten, hjj zou volstrekt
niet gemeend hebben, in deze twee ver
tegenwoordigers van den hoogadelijken
stand, een broeder en zuster te zien, die
door een doodelyken haat waren geschei
den
„Wat zegt gy van dien Vorst Karfzi-
miroft?" vervolgde Murawin, alsof hjj
slechts uit beleefdheid een onbeduidend
gesprek wenschte voort te zetten. Do prin
ses bew og geen ooglid, maar haar doo-
delijke bleekheid verried opeens haar in
wendige ontroering.
„Wat bedoelt ge Ik versta uiet
„O, gij weet misschien nog niets van
zijn ongeluk?"
„Geen woord I"
„En geheel St. Petersburg spreekt er
reeds van; dezen avond stond het zelfs
in den „Grafhdanin."
Olga kwam weder tot zieh zelvez\j be
greep, dat Leo slechts tot haar gekomen
was, om haar te pyuigen en wilde hoe
eer hoe liever alles weten.
„Dus mag ik het misschien ook ver
nemen
{Wordt vervolgd.)