156
Een Sensafietuekkend proces.
Zoo mag gerust heeten het zonderlinge geval dat
in Engeland als het proces-Druce-Portland de heele
wereld in spanning houdt
Wat de dolste fantazie niet zou kunnen uitden
ken, werd hier werkelijkheid. Geen rijker intrige,
geen fabelachtiger feiten-complex is
haast uit te vinden, 't Is allemaal
even vreemd en wonderbaar. Geen
wonder dat heel Engeland zich de
hersens stomp denkt en in de grootste
spanning het verloop der zaak volgt.
De strijd gaat om de ontzaglijke
rijkdommen van de familie Portland.
Komen die rechtens toe aan den hui-
digen schitterenden hertog van Port
land of aan George Hollandry Druce,
een armen werkman, plotseling uit
Australië overgekomen
In het noorden van Nottingham, in
The Dukerlee, ligt het heerlijke slot
Welbeck, de residentie der Portlands.
Eertijds een klooster van de Premon-
stratensers, eigende Hendrik VIII de be
zitting zich toe en gaf haar aan Richard
Whally. Zoo kwam het slot aan de
familie der Cavendish, die het uit
breidde en verfraaide.
Toen onze stadhouder-koning Wil
lem III naar Engeland ging om Jacob
II van den troon te stooten, was hij,
zooals men weet, vergezeld van Hans
Willem Bentinck, zijn levensredder en
boezemvriend. Koning van Engeland
geworden, vergat Willem zijn vriend niet. Ben
tinck werd tot hertog van Portland bevorderd. Door
zijn huwelijk met de Cavendish kwam de heerlijkheid
Welbeck in handen der Portlands. Hinds was de
geschiedenis der Portlands een uiterst schitterende.
Zij gaf premiers, onderkoningen,
kanseliers aan het Vereenigd
Koninkrijk.
Ons proces-verhaal begint bij
den vijfden hertog van Portland.
Deze was een zonderling, uit
eigen beweging holbewoner. Hij
liet het kasteel en de omgeving
geheel ondergraven. Heele onder
grondsche zalen en gaanderijen
werden aangelegd, in een enkel
jaar besteedde de hertog aan zijn
onderaardsche liefhebberijen
f 1,250,000. In deze ondergrond-
sche heerlijkheid nu leefde de
hertog voortdurend.
In Londen had hij ook een
kolossaal huis, dat eveneens ge
heel ondergraven is; een der
tunnels komt zegt men
uit in een bazaar in Baker-
street
Want hier is de quintessence
van de zaak: Thomas Charles
Druce, eigenaar van de bazaar
in die straat, en lord Portland,
een der grootste heeren van En
geland, waren zoo beweren
Druce's erfgenamen één-en
dezelfde persoon, onder verschil
lende namen en levend twee
verschillende levens. De slotheer
van Welbeck was tegelijkertijd
de koopman van Bakerstreet!
Vandaar de mysteries en zonderlingheden van
zijn leven; zijn plotselinge verschijningen en ver
dwijningen. De bazaar was juist zoo ondergraven als
het kasteel. Bijna altijd toefde de bazaar-eigen aar
in de onderaardsche gangon. De bedienden zagen
hem steeds op oogenblikken, waarin ze hem het
minst verwachtten
De oplossing is vernuftig, maar er zijn bezwaren
Het Druce-Portland-proces in Engeland.
Portret van Thomas Charles
Druce, den bazarhouder in Ba
kerstreet, die de hertog van Port
land zou geweest zijn.
Portret van den vijfden hertog
van Portland, die men beweert,
dat dezelfde persoon was, als P.
C. Druce.
Het Druce-Portland-proces
in Engeland.
Men ziet dat de gelaatsóvereenkomst inderdaad wonderlijk is!
Thomas Charles Druce overleed in 1864, terwijl de
hertog tot 1879 leefde!
De eischers in het proces antwoorden echter: De
dood van Druce werd gesimuleerd. Toen de hertog
vond, dat zijn dubbelleven lang genoeg geduurd had,
liet hij zich doodgaan in den per
soon van Druce. De kist werd met
lood gevuld, de begrafenis in
alle praal volbracht. Men opene
de tombe van Thomas Charles
Druce, en men zal zien dat het
graf leeg is.
Oogenschijnlijk kan thans niets
eenvoudiger zijn dan werkelijk
tot graf-opening over te gaan,
maar, volgens de Engelsche wet,
mag geen graf geopend worden,
tenzij de eigenaar daartoe toe
stemming geeft, in dit geval
Herbert Druce, de eerste zoon
van den bazaar-eigenaar. IVfaar
Herbert Druce weigerde. Booze
tongen zeggen, dat het fortuin
van de Portland's niet vreemd
was aan deze weigering
Intusschen is men toch aan
't procedeeren, en wel juist over
deze graf-opening.
De eischer, die aanspraak
maakt op het geweldige fortuin
en de titels der Portland's, is
George Hollandry Druce, een
zoon uit het eerste huwelijk van
Druce met Elisabeth Crickmer.
Deze, een eenvoudige timmer
man in Australië, las in de bla
den de historie van het'proces,
en dadelijk kwam hij over om
zijn rechten te doen gelden, rijk
Een van de onderaardsche gangen
onder Hareourt Hoiese, de woning van
den hertog van Portland te Londen:
men zegt dat deze gang, die op het
eind in puin ligt, naar den bazaar
van Bakerstreet voert.