Voor onze jeugd.
159
Oplossingen uit het uorig nummer.
1. In het aardige vierkant in het vorige nummer
vormen de getallen in de verschillende vakjes, op
één rij, te zamen hef getal 65. Probeer het maar
van rechts naar links, van boven naar beneden,
schuin in alle richtingen krijgt ge, als ge de ge
tallen op één rij samentelt steeds 65.*
Leuk. he!
2,
Zooals ge ziet, wordt de vierhoek, die hierboven
afgebeeld staat, door de lijn a b in drie driehoeken
verdeeld.
3. Karbonade.
4. De letter S.
5. Siam Spanje.
6. Victoria Augusta (keizerin van Duitschland).
Nieuwe opgauen.
Wij ontvangen nog geregeld oplossingen en nieuwe
opgaven van onze jonge lezers. Als de opgaven ge
plaatst worden, merken onze jongelui het van zelf,
maar van de oplossingen hooren ze niet altijd wat.
Daarom zullen we, te beginnen met het volgende
nummer, telkens opgeven de namen van hen, die
alles goed hebben ingezonden.
Maar dan moeten wij op zijn laatst Dinsdag
morgen de brieven hier hebben. Ge kunt dan 's Zon
dags op uw gemak zoeken en 's Maandags den brief
verzenden.
1. Wie hoort zonder ooren en spreekt zonder tong
2. Wie weet twee jongensnamen, die men zoowel
van voren naar achteren als van achteren naar voren
kan lezen?
Ik zal er één zeggen: Otto. Van achteren naar
voren staat er ook Otto.
Wie weet er nog een?
3. Hoe kan men van niets iets maken?
4. Hoe kunt ge de cijfers van 1 tot 9 zóó op
drie rijen zetten, dat de rijen, opgeteld van' rechts
naar links, van boven naar onder of schuin, altijd
15 opleveren
5. Zoek eens de namen van acht Hollandsche
steden, waarvan de beginletters samen den naam
van een groot Europeesch land vormen.
6. Zoek uit onderstaand letter-rommeltje eens
de namen van drie Nederlandsche provinciën:
acddeeeefhilnnrrrstttu
7.
a
In bovenstaanden rechthoek vindt ge zes letters.
Nu moet ge op ieder van de vier punten een letter
bijzetten, zóó dat de tien letters samen den naam
vormen van een bekende Nederlandsche stad na
tuurlijk pas, wanneer ze goed in volgorde geplaatst
zijn.
8. Mijn eerste lettergreep is de naam van een
groot, sterk dier.
Mijn geheel kent een-jongen, die de aardrijkskunde
van Midden-Europa goed geleerd heeft, opperbest.
Wie ben ik?
9. Mijn geheel is een instrument, dat tegenwoordig
druk gebruikt wordt.
Een 1, 2, 3, 4 is een gewicht.
De 7, 8, 5, 6 is een deugd.
2, 5, 8, 4 is een kostelijke lekkernij.
Wie ben ik?
10. Wie kan in het plaatje, dat hieronder staat,
den houthakker vinden? Zijn hout is er, maar waar
is hij zelf nu?
Waar is de houthakker?
ALLERLEI.
Natuurlijk spel. A. Is het spel van die nieuwe
actrice nogal natuurlijk?
B. Wat, natuurlijk I Toen zij gisteren avond als
stervende moeder speelde, was er iemand in de zaal
die haar voor een hooge som verzekerd heeft en
de man viel flauw van den schrik!
r
a
y
h
s
3) yrlC K ^(|D