DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. 4 01 Gelouterd Kinder huisvest 31-33, Haarlem laagsche Brieoen. BUITENLAND. BINNENLAN Baandag 9 december 1907. No. 6758, 32ste Jaargang. Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. VI. ,'t Is werkelijk bar met de dis- Hit en-dienst in onze Tweede Ka- Vi Heel de vorige week is daar '•genoeg mee heengegaan. /Allerlei postkantoren, stations, Uthalen, spoorwegverbindingen, 1 öOmtramwegen en vooral perso nele belangen van allerlei iagere .^btenaren passeerden de revue, nwij 1 het een hooge zeldzaamheid p8 dat daarbij van eenig algemeen fclang sprake was. Hen van die weinige uitzouderin- was de klacht van den heer an Foreest over het dure post- ^ütoor vau Uitgeest, dat z.i. niet 'leen veel te weelderig is voor die ^öieente maar ook een directeurs woning heeft, waarvan het bewonen ?bel te kostbaar is. Aan een vroolijke oschrijving van al die overbodige jHacht, waarbij ook te pas werd ge- nacht de klacht van des directeurs Visvrouw, dat alleen het schoonma- Oh van den zolder, haar, de meid en schoonmaakster drie dagen 'Ozighield, waarbij dan nog een {^an kwam om het water naar ,°ven te sjouwen aan deze (Atnige beschrijving knoopte de ^oinige afgevaardigde het ernstige ?erzoek vast, om de dure Rijks bouwmeesters toch wat te willen '"perken. Te Uitgeest was er niets meer 'Hn te doen, maar ze zouden elders ll°g o zooveel onnoodige kosten linnen maken De minister scheen óók wel te j'hiden, dat ze een beetje kostbaar ^Uwden en zou eens zien.... 't Is intusschen maar jammer, M ministers hoogstens slechts 4 |aar zetelen, zoodat zelfs de strakste ehgels minister Kraus schijnt rog al strak aan te halen! en toe losjes komen te hangen, dan slaan de betrokken ambte- jHren natuurlijk weer op hol. De Her van Foreest moet maar flink ?P dat bezuinigings aambeeld blij ven Hitneren't is noodig. I Van méér dan locaal belang, al e®k het niet zoo, was ook de rede, Mdke de heer Passtoors wijdde aan r® visscherij te IJmuiden, welke Hr op regeeringssteun aanspraak |Uag maken dan dat zij op hoogere "sten verdient te worden gezet, •Hlijk in het voornemen der regee- lllg ligt. Moge de aandrang van den ijveri- afgevaardigde voor Beverwijk Ü°ede resultaten afwerpen Vermakelijk was, hoe de slimme Her Van Karnebeek trachtte een ^trechtsch belang in een algemeen !>eWaad te stekejj! De oude bisschopstad ligt over top met de Bell-telephoon over adel k uitlegging der concessie, en nu Voeg de afgevaardigde dier stad leukjes: „Of telefoonconcessiën door door de wet van 1904 niet verval len zijn?" De minister vloog er echter niet in „De vraag is veel te moeilijk, zeide hij, maarmisschien zal de afloop van het Utrechtsehe proces den geachten heer van Karnebeek wel het gewenschte licht verschaf fen"Tableau! Onder alle de locale dingentjes, die ter sprake kwamen, misten we er dit jaar één: het station te Woerden, dat ook geregeld pleegt bezongen of liever bejammerd te worden. De afgevaardigde voor dat dis trict, de heer Van Idsinga, was er nl. niet. Ik herinner me levendig de groote hilariteit in de Kamer, toen deze deftige rede naar voor het eerst zijn station ter sprake bracht. Iedereen lachte waarop de spre ker uitriep: „Mijnheer de voorzit ter, dat station is niet om te lachen, het is om te huilenMaar toen schoot hij toch zelf ook in den lach In 't algemeen neemt de Kamer die districten-litanie van den vroo- lijkeu kant op,wat de afge vaardigden trouwens gemakkelijk genoeg doen kunnen, want als 't hun verveelt, gaan zij naar de koffiekamer of..... weg! 't Komt dan ook herhaalde malen voor, dat er den ganschen dag niet meer dan 20 of 30 leden zijn, welk „groot" aantal tegen 'teind nog slinkt tot de helft of minder. De heer Blooker heeft zelfs eens zóo lang staan redeneeren tot alle banken leeg waren, wat hem echter weinig kon schelen, want minister, voorzitter, stenografen en pers bleven toch geduldig naar hem luisteren! Met dat al eischt de Grondwet voor de beraadslagingen der Staten- Generaal de aanwezigheid van de kleinst mogelijke meerderheid der leden. Bij de behandeling der grond wetsherzieningver wacht ik van voor zitter Roëll een voorstel om wijzi ging in dat voorschrift te brengen, want die is veel te punctueel, om 't voordurend te blijven overtre den! Politicus. Algemeen Overzicht. Nóg eens over von Biilow's positie en het mislukte antikatho lieke „bloc" in Duitschland? Och ja, waarom niet Voor Duitschland's politieke posi tie is het toch heden ten dage de groote vraagwat is de groote beteekenis van de gebeurtenis dezer dagen, van de bloc-crisis die dreigde? En het interessant te hooren, wat de verschillende pers-stemmen daarop antwoorden Vooral, omdat men ni gaat be pleiten, dat Duitschland hiermede een geheel nieuw, het parlemen- taiie stelsel, is ingegaan De Rijkskanselier zoo zegt men heeft zijn ambt in de handen van het bloc gelegd en gezegd: ik ben bereid, te gaan wanneer gij moede zijt, mij te ondersteunen Dat, zegt men, is een overwinning van het parlementair beginselfat is een precedent waarop latere kanseliers zullen moeten terug komen De ochtendschemering daagt van een parlementair minis terie naar Engelschen trant Biilow heeft een beroep gedaan op de meerderheid en zij vergenoegt zich, een parlementminister te be zitten, wel wetende, dat aan den anderen kant de Keizer staat, die hem ontslaan kan wanneer hij wil." Natuurlijk wordt die opvatting van officieuze zijde bestreden. Een officieus telegram uit Berlijn aan de Koln. Ztg. noemt deze voor stelling van den toestand geheel onjuist en zegt Toen de laatste Rijksdagverkie zingen de tegenwoordige partijver houding vormdep, heeft de Rijks kanselier zich tegenover den Keizer sterk gemaakt, met de bloc meer derheid te regeeren, en het was slechts een logisch gevolg van dit tusschen Keizer en Kanselier vast gestelde program, wanneer thans de kanselier niet terugdeinsde voor krasse middelen, om de bloc-meer- derheid vast te houden of het feit vast te stellen, dat zijn vroeger gekoesterde hoop, met haar vrucht baar te kunnen werken, verijdeld was. Had dit laatste geval zich voorgedaan, dan zou de Kanselier den Keizer hebben medegedeeld, dat hij niet meer in staat was, het overeengekomen regeeringsprogram uit te voeren en diensvolgens den Keizer om ontslag verzocht hebben. Zoo ligt de toestand eenvoudig en men heeft geen recht, daarin een partijkiezen vóór of legen het parlementaire stelsel te zien. „Nu is ook wel gezegd dat de Rijkskanselier, vóór hij den leiders der partijen de bekende mededee- lingen deed. den Keizer verslag zou hebben gedaan van den toestand, en dan zijn houding met de aan wijzingen van den Keizer in over eenstemming had gebracht. Wij achten dat onjuist en gelooven eer, dat de Rijkskanselier geheel zelf standig opgetreden is, te meer daar hij geheel binnen het kader der overeengekomen politiek bleef, die tot voorwaarde had een blocmeer- derheid." De slotsom luidt, dat de Rijks kanselier geheel overeenkomstig de keizerlijke politiek handelde. JawelL'at is aau te nemen of niet! We zal 't bewijzen? Maar zeker is dat zulk „regeeren" geen tweede keer meer zal voorko men, en dat.... het Centrum troef zal worden! Dat zien alle politici erin Koning Oscar van Zweden is gistermorgen overleden. Hij was in den laatsten tijd zeer lijdend en het einde was te voor zien. Na de afscheiding van Noor wegen is de koning, wien deze slag zwaar trof, eigenlijk haast niet gezond geweest. De kroonprins Gustaaf heeft den troon beklommen (als Oscar III? De berichten verschillen) en heeft gisteren reeds den eed op de grond wet afgelegd. Hij verzocht den ministers op hun post te blijven, waarna deze hem trouw zwoeren. In het slot hield de koning een toespraak tot de ministers, de hoog geplaatste ambtenaren, en de offi cieren, waarbij hij de schitterende eigenschappen van wijlen koning Oscar prees en verklaarde er naar te zullen streven zijn verantwoor delijke taak zoo goed mogelijk te vervullen. Ten slotte smeekte de koning God's bescherming af voor zijn regeering en zijn volk en verklaarde dat zijn lijfspreuk voortaan zou zijn met het volk voor het vaderland. De minister president bracht ver volgens een hoera op den nieuwen koning uit. Tegelijk met het bericht, dat het republikeinsclie nationale comité in de Vereenigde Staten heeft gestemd voor het houden der conventie vooi de presidents-benoe- rning op 16 Juni 1908 te Chicago, komt de tijding dat president Roo sevelt definitief van elke candida- tuur afziet. De „Tribune" schreef eergisteren, dat de meerderheid der gedelegeer den in het comité Roosevelt op nieuw candideeren wilde, maar dat men in het onzekere verkeerde wat de President wilde. Thans heeft hij dus zelf beslist. Hij verklaarde, naar beste krach ten getracht te hebben, zijn ambt zóó te vervullen, dat de republi- keinsche partij geen berouw be hoefde te gevoelen, hem drie jaar geleden weder candidaat te hebben gesteld. Maar na byua zeven jaren in waarheid geregeerd te hebben vindt hij blijkbaar dat hij het zijne ge daan heeft voor zijn land! 't Is een opinie, die onderschreven zal worden door iedereen 1 Bene meritus de patria.... hoe men ook over zijn politiek oordeele, dat mag van Roosevelt gezegd! „Men gelooft, dat de emigratie kwestie tusschen Japan en de V. S. welhaast afdoende geregeld is," zoo zegt een bericht uit To kio. De Japansche regeering zou op zich genomen hebben, scherper toe zicht te oefinen op den aard der Japansche landverhuizers, die zich naar de V. St. begeven. Dat het geschil telkens weer „bijna" opgelost heet, schijnt een gevolg hiervau, dat de Japanners telkens nieuws middelen verzinnen op landverhuizers te ontduiken! Wat die landverhuizing aangaat 't merkwaardigste is, dat tal van landen nu ontzaglijken last hebben van landverhuizers..... uit Ame rika! Dit is ook al een gevolg van de jongste financieele crisissenOpper- Italië b.v. wordt overstroomd van Italiaansche landverhuizers: te Tu rijn kwamen er in de beide laatste dagen van November niet minder dan 1000, die jong en krachtig naar Amerika waren getrokken, in jammerlijken toestand terug. Meest waren zij door automobielfabrieken die geen werk meer hebben, ont- pen, zoodat de gemeenschap met de plaats der ramp verbroken is. Het is dus zeer moeilijk bijzonderheden te vernemen. Men ging dadelijk met kracht aan het werk om te redden wat te redden was: maar de ingangen der mijnen zijn door allerlei nujn ver stopt en het werk schiet dus slecht op. Volgens sommige bladen moet Italië er op rekenen, wel 200,000 van zijn landverhuizers uit de Nieu we wereld terug te krijgen 1 En in Spanje gaat het eveneens! Daar zijn provincies, die zelfs arm zijn, en per week honderden land verhuizers terug krijgen...... Waar gaat dat heen? We meldden Zaterdag onder onze drieregelberichten een en ander van de ontzettende m ij n r a m p t e F a i r- mont in de Vereenigde Staten, een van die groote rampen welke de wetenschap ttot dusver niet weet te voorzion en te voorkomen Omstreeks vier honderd mijn werkers zoo blijkt nu zijn bij de koolstof-ontploffing te Fair mont omgekomen. De Fairmont Ti mes schat het juiste aantal op 425. Op 't oogenblik der ramp waren 500 man beneden, zegt men. Des kundigen achten het onmogelijk, dat er iemand ontkomen is. Reeds zijn driehonderd doodkisten besteld voor de slachtoffers. De schok was zoo hevig, dat de grond ver in den omtrek daverde en er eerst aan een aardbeving werd gedacht. Men hoorde den knal 13 km. ver. In de twee mijnen ont stond onmiddellijk brand. Een hon derdtal mijnwerkers die het dichtst bij de uitgangen waren, konden in der haast vlucht nemen. Ten 5 ure was de mijn een ware oven. De machines en het materiaal der mijn zijn vernield. Langs een schacht werd allerlei puin inde lucht geslingerd en aanstonds daarna stort te de ingang der mijn in. Deze laat ste mijn was geheel electrisch inge richt werd als de veiligste van den omtrek beschouwd. Aan den ingang der mijnen heb ben alweer hartverscheurende too- neelen plaats. Ouders en bloedver wanten snelden toe om nieuws te bekomen van de slachtoffers. Door de kracht der ontploffing werden telegraafpalen omvergewor- Kuyper gedenkboek. Het plan bestaat, aan dr. Kuyper aan te bieden een Gedenkboek ter herinnering aan zijn 70eu verjaar dag. In dit gedenkboek zullen wor den opgenomen, behalve een over zicht van het feest, een aantal photo's, gedichten en voorts alle artikelen van eenige beteekenis, die in cou ranten en tijdschriften zijn opge nomen bij gelegenheid van het ju bileum. (Vad.). De werkstaking fe Krommenie. Naar Zaterdagnamiddag aan het N. v. d. D. werd gemeld, heeft de directie der fabriek de aangeboden bemiddeling afgewezen. Zij erkent geen organisatie huiten de fabriek. Uit Krommenie meldt men Mr. Troelstra zal hier Dinsdag avond spreken in verband met de staking bij de vennootschap Verwer. Tot handhaving der orde is de politie met twaalf rijksveldwachters versterkt. Een noodlottige scheepsramp. Een noodlottige aanvaring heeft gisterennacht plaats gehad nabij Folkestone, tusschen de „Schelde- stroom", e6n vrachtboot van d> Hollandsche Stoombootmaatschappij en het Eugelsche zeilschip „For farshire". De „Seheldestroom" was Vrijdag nacht van Amsterdam vertrokken De Hollandsche Stoombootmaat schappij, te Amsterdam, waarvan zij deel uitmaakt, heeft, zooais men weet, een geregelden veertiendaug- schen vrachtdienst Amsterdam PlymouthFowey. De equipage bestond uit 20 man meest alleu Amsterdammers. Tijdens de reis naar Plymouth had "het ongeluk plaats, men ver moedt ongeveer te 1 uur, in den nacht van Zaterdag op Zondag, 't Was stormachtig weer, vergezeld van hevige regenvlagen, zoodat het wel eeuigszins verklaarbaar is, dat men de Engelsche bark „Forfars hire", die het kanaal binnenvoer, met de bestemming Londen, niet in het oog kreeg, vóór eene aan varing onvermijdelijk was. Daar komt bij, dat het zeilschip den harden westenwind achter had, zoodat dit vaartuig ongetwijfeld veel vaart liep. De schok moet dus zeer hevig zijn geweest, want aan- s'onds na de aanvaring werden aaa boord van de „Seheldestroom" zeven man vermist. EhUlLLETON, UWE HMBLEMSCHE COURAVT ABONNEMENTSPRIJS: Eer 3 maanden voor Haarlem fl.35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8S A-fzonderlijke nummers,0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regelsf0.60 (contant) fü.50 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie ii contant. i-/. i;1 ^aar het D.uitsck van Kaiu. Ei>. Klopper. 28 &lli was niet zoo lichtzinnig meer als l'06ger, toen haar in dergelijke moeielijke "'standigheden elk kort uitstel welzom t°" geweest zijn. De besliste toon, dien jHar vader met zijne laatste woorden had ^geslagen, deed haar begrijpen, dat zij vergeefs zou hopen, dat hij over een "l' niet meer aan de zaak zou denken. i «Waarom, Papa, zijt ge nu toch zoo egeerig ze te hebben?" „.Zij keek hem strak aan en werd spoe- ?!S getroffen door den .pijnlijken ernst, \,H nu op zijn gezicht viel waar te nemen l" at was dat Die diepe voren, die scherpe (Een, waren die in dit oogenblik op dat (plaat gekomen, of waren zij reeds lang jHar? Misschien reeds lang, en zij had v niet opgemerkt, omdat zij het gelaat (••ars vaders reeds sedert maanden niet Qer met oplettendheid had gadegeslagen. i..i,Ik heb er mijn redenen voor," zeide ,]j'J zacht en daarbij lag er iets eigenaar- (jks, hits smeekends in zijnen blik, zoo- het meisje er diep door getroffen v,Mt durfde zij de waarheid niet langer 'morgen houden. i]>>Wat zondt gij zeggen, Papa, als als Ldie kostbaarheden eens niet meer tri') ju holt ontstelde zichtbaar. "Wat is dat? I» het waar? Men heuft ze u misschien ontstolen, en gij hebt het mij niet durven mededeelen. Spreek toc'n, spreek! Is het werkelijk zoo?" „Ja," ademde zij nauwelijks hoorbaar, terwijl zij het schaamrood gelaat niet durfde opheffen. „O, mijn hemel! Dan is mijne laatste hoop verdwenèn," stamelde de man en viel op eenen stoel neder. In een oogenblik stond Elli naast hem en greep zijne handen, die krachteloos naar beneden hingen. De onheilspellende uitroep, tegen zijn wil ontsnapt was, had haar vermoeden, dat hem een zwaar verdriet drukte, tot zekerheid gebracht. „Om 's hemels wil, Papa! wat deert u? Wat moet dat beteekenen? O, ilc bid u, zeg mij alles! Wat was dat voor eene laatste hoop, waarvan ge daar even spraakt?" Zij viel aan zijne voeten neer, drukte zijne handen tegen hare wangen en zag met een kinderlijk ban gen b ik tot hem op. „Ja, waarlijk, waartoe dient het de zaak nog langer te willen verbergen," kwam het eindelijk na een zwaren strijd als een zucht uit zijn mond. „Gij moet er op voorbereid worden; ik kan het toch niet meer verhelen." „Wat toch?" fluisterde zij vol dringen den angst. „Voelt gij u ziek?" „Ook dat, maar dat zou niet veel be teekenen." „Drukken u misschien pijnlijke zorgen over uwe zaak?" Hij knikte met een droe- vigen glimlach. „Ik ben zoo goed als bankroet, mijn kind!" Zij dacht een oogenblik na; zij kon immers de volle beteekenis van deze woorden nog niet begrijpen. „Dat wil zeggen; gii moet jets betalen en gij kunt het niet?' vraagde zij naïef. „Ja, vooreerst een wissel van30000 roe bels, die op 1 Mei, dat is overmorgen vervalt en wij kunnen er nauwelijks 10000 bijeen brengen." „Arme papa! en daarom wildet gij die kostbaarheden „Ja, ik wilde ze verknopen of verpan den. Het. ontvangen geld zou wel toerei kend geweest zijn de som aan te vullen maar stil daarvan. Wat gebeurd is, laat zich niet veranderenverwijten zou den nutteloos zijn en ik wil u niet nog naeer verdriet aandoen." Toen brak Elli in een hartverscheurend snikken uit. „O, ik ben slecht, slechtkwam het nauwelijks verstaanbaar over hare trillende lippen. „Toch niet, wat kunt gij er aan doen, dat gij de juweelen niet meer hebt?" „Ik ben slecht, omdat ik er mij niet om bekommerd heb, dat ook gij smart en verdriet hebt. Ik ben sedert lang als éen vreemde voor u geweest en heb niet gezien, hoe gij lijdt! Vergeef mij, arme, arme papa! Ik wil al mijne krachten aan wenden, om zoo goed mogelijk in te ha len, wat ik tekort ben gekomen in mijn plichten als kind. Zeg mij slechts dat gij niet meer boos op mij zijt en dat gij van mijn innig berouw overtuigd zijt!" „Ik zou boos op u zijn? Weet ik dan niet, dat ge mij uw grootste verdriet te wijten hebt?" Hij drukte de lippen op hare donkerblonde haren en omarmde haar. Zoo hadden vader en dochter, die in moeielijke oogenblikken elkaar vreemd waren geworden, elkander in een ander moeielijk oogenblik teruggevonden. Er lag te veel geluk in dan weemoed van dit oogenblik, dan dat de man met het liefdevolle vaderhart daardoor niet enkele minuten de dringende zorg zoti hebben vergeten. Elli was het, die bet eerst weder over liet tegenwoordige sprak. Zij wilde het nutteloos jammeren over begane dwaas heden door een beslist handelen herstel len. „Maar laat mij nu alles weten, Papa!" zeide zij, zich uit zijn armen wringende en opstaande. „Gij zult zien, dat ik sterk ben en voor niets terugdeins. Wat kan er gebeuren, als gij dien ongelukkigen wissel niet zult betalen?" Strömholt maakte een troosteloos ge baar en zweeg. „Zou dat uw volkomen ondergang zijn?" ,Ja." „Zoudt gij den bezitter van dien wis sel niet om uitstel van betaling kunnen vragen „Het zou niet baten wint dat is reeds eenmaal gebeurd en ik kan als eerlijk man volstrekt geen waarborg aan bieden, dat ik den wissel op een lateren tijd zal honoreeren." „Maar als gij u eens op de barmhar tigheid van uw schuldeischer beriept....?" „Menschelijke barhartigheid? Kind, gij weet niet wat zaken zijn en welke betee kenis het geld heeft. Gevoeligheid, ge moedsbewegingen, medelijden zijn geen factoren, die behooren bij eene wissel schuld. Doch bovendien is het hier ook nog een bijzonder geval. Mijn krediet bij de bank is reeds lang uitgeput; in den nood heb ik toen tot een stap moeten besluiten, die zoodra hij wereldkundig wordt, mijn wanhopige» toestand voor alle handelsvrienden moet blootleggen. Men mag niet weten, dat ik mij reeds in' de handen van woekeraars bevind en mij slechts nog met den laatsten ademtocht boven water houd." „Een woekeraar is uw hardvochtige schuldeischer, Papa?" Elli wist van een woekeraar sl mhts, dat deze een verschrikkelijk, hardvo htig mensch was, ja zélfs jen misdadiger moest zijn, omdat de wet hem bestrafte, en de gedachte, dat haar papa met zulk een man in verbinding' stond, vervulde kaar met grooten afschrik. „Eigenlijk eene woekeraar.-ter, om het juister te zeggen," „Wat, een vrouw? Hoe is het moge lijk?" Van een vrouwelijke woekeraar had zij nog nooit gehoord. „Ja, de vrouwen houden zich zelden met geldelijke aangelegenheden bezig, maar wanneer zij het doen, dan kan haar nauwelijks de be-te makelaar overtreffen en de dame, die ik bedoel is misschien het uitgezoclitste exemplaar van hare soortde naam Nathalie Belj uschefl' heeft in de St. Petersburger koopmanswereld een kwaden naam. Wee den ongelukkige, die in betrekking tot haar genoemd wordt. Het is even goed, als wordt voor hem daarmede de doodsklok geluid." „Nathalie Bjljuschefl'", herhaalde Elli langzaam in zich zelve, als of zij zich dezen naam, die zoo berucht was, in het geheugen wilde prenten. „Begrijpt gij nu misschien, dat het be lachelijk is, om van deze vrouw medelij den te verlangen en aan haar uitstel van betaling te vragen?" „En toch kan ik niet denken, kan ik niet gelooven, dat een vrouw \o>x een zachtere gemoedsaandoening niet vatbaar zou zijn." Slröuaheit laekte pijnlijk. „Als ge haar van aangezicht tot aan gezicht zaagt, dan zoudt ge het wel kun nen denken Elli liep vol gedachten op en neer, aan naie vingers trekkende, alsof deze haar een reddendo gedachte moesten geven. Hu r vader volgde haar met'een treuri ge» blik. Het berouwde hem tui, haar zoo diep in zijne zorgen te hebben inge wijd. Waarlijk, had hij geweten, dat zij die kostbaarheden niet meer in haar be zit had, dan zou hij, als tot nu toe, ge zwegen hebben. „Wat plaagt gij er u mee, een middel tot uitkomst te vnden?" zeide hij toen zacht, terwijl hij naar haar toeging en den arm om haren schouder legde. „Dat komt mj alleen toe. Gij kunt mets daar voor doen. Laat dat vergeefsehe denken na en laten wij hop m, dat het ergste toch nog altijd te overkomen is...." Dat wareu wel woorden van hoop, maai de toon die1 ze alleen geloofwaardig ge- 1 maakt zoude hebben, liet zich niet huo- ren. Elli barstte aan zijn borst opnieuw uit in oen vloed van tranen. Zijn pogin gen om haar den pijnlijken toestand weder te willen verbergen, troffen haar nog meer, dan de wanhoop, waaraan hij, straks ten prooi was. Zij had een gevoel, alsof zij voor het grootste deel schuldig was aan dit ongeluk, alsof hel door de gedachteloosheid, waarmede zij het leven van eene rijke koopmansdochter geleid had, vermeerderd was. Maar spoedig droogde zij weder hare oogen af, om met verdubbelde kracht naar een of ander reddingsmiddel te zoeken; zij bemerkte zeer goed, dat haar vader bij het zien van haar medelijden zijn tegenwoordigheid van geest dreigde te verliezen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1