DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
4
01
Gelouterd
Kinder huisvest 31-33, Haarlem
laagsche Brieoen.
BUITENLAND.
BINNENLAN
Baandag 9 december 1907.
No. 6758, 32ste Jaargang.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
VI.
,'t Is werkelijk bar met de dis-
Hit en-dienst in onze Tweede Ka-
Vi
Heel de vorige week is daar
'•genoeg mee heengegaan.
/Allerlei postkantoren, stations,
Uthalen, spoorwegverbindingen,
1 öOmtramwegen en vooral perso
nele belangen van allerlei iagere
.^btenaren passeerden de revue,
nwij 1 het een hooge zeldzaamheid
p8 dat daarbij van eenig algemeen
fclang sprake was.
Hen van die weinige uitzouderin-
was de klacht van den heer
an Foreest over het dure post-
^ütoor vau Uitgeest, dat z.i. niet
'leen veel te weelderig is voor die
^öieente maar ook een directeurs
woning heeft, waarvan het bewonen
?bel te kostbaar is. Aan een vroolijke
oschrijving van al die overbodige
jHacht, waarbij ook te pas werd ge-
nacht de klacht van des directeurs
Visvrouw, dat alleen het schoonma-
Oh van den zolder, haar, de meid en
schoonmaakster drie dagen
'Ozighield, waarbij dan nog een
{^an kwam om het water naar
,°ven te sjouwen aan deze
(Atnige beschrijving knoopte de
^oinige afgevaardigde het ernstige
?erzoek vast, om de dure Rijks
bouwmeesters toch wat te willen
'"perken.
Te Uitgeest was er niets meer
'Hn te doen, maar ze zouden elders
ll°g o zooveel onnoodige kosten
linnen maken
De minister scheen óók wel te
j'hiden, dat ze een beetje kostbaar
^Uwden en zou eens zien....
't Is intusschen maar jammer,
M ministers hoogstens slechts 4
|aar zetelen, zoodat zelfs de strakste
ehgels minister Kraus schijnt
rog al strak aan te halen!
en toe losjes komen te hangen,
dan slaan de betrokken ambte-
jHren natuurlijk weer op hol. De
Her van Foreest moet maar flink
?P dat bezuinigings aambeeld blij ven
Hitneren't is noodig.
I Van méér dan locaal belang, al
e®k het niet zoo, was ook de rede,
Mdke de heer Passtoors wijdde aan
r® visscherij te IJmuiden, welke
Hr op regeeringssteun aanspraak
|Uag maken dan dat zij op hoogere
"sten verdient te worden gezet,
•Hlijk in het voornemen der regee-
lllg ligt.
Moge de aandrang van den ijveri-
afgevaardigde voor Beverwijk
Ü°ede resultaten afwerpen
Vermakelijk was, hoe de slimme
Her Van Karnebeek trachtte een
^trechtsch belang in een algemeen
!>eWaad te stekejj!
De oude bisschopstad ligt over
top met de Bell-telephoon over
adel
k
uitlegging der concessie, en nu
Voeg de afgevaardigde dier stad
leukjes: „Of telefoonconcessiën door
door de wet van 1904 niet verval
len zijn?"
De minister vloog er echter niet
in
„De vraag is veel te moeilijk,
zeide hij, maarmisschien zal de
afloop van het Utrechtsehe proces
den geachten heer van Karnebeek
wel het gewenschte licht verschaf
fen"Tableau!
Onder alle de locale dingentjes,
die ter sprake kwamen, misten we
er dit jaar één: het station te
Woerden, dat ook geregeld pleegt
bezongen of liever bejammerd te
worden.
De afgevaardigde voor dat dis
trict, de heer Van Idsinga, was er
nl. niet. Ik herinner me levendig
de groote hilariteit in de Kamer,
toen deze deftige rede naar voor
het eerst zijn station ter sprake
bracht.
Iedereen lachte waarop de spre
ker uitriep: „Mijnheer de voorzit
ter, dat station is niet om te lachen,
het is om te huilenMaar
toen schoot hij toch zelf ook in
den lach
In 't algemeen neemt de Kamer
die districten-litanie van den vroo-
lijkeu kant op,wat de afge
vaardigden trouwens gemakkelijk
genoeg doen kunnen, want als 't
hun verveelt, gaan zij naar de
koffiekamer of..... weg!
't Komt dan ook herhaalde malen
voor, dat er den ganschen dag niet
meer dan 20 of 30 leden zijn, welk
„groot" aantal tegen 'teind nog
slinkt tot de helft of minder.
De heer Blooker heeft zelfs eens
zóo lang staan redeneeren tot alle
banken leeg waren, wat hem echter
weinig kon schelen, want minister,
voorzitter, stenografen en pers bleven
toch geduldig naar hem luisteren!
Met dat al eischt de Grondwet
voor de beraadslagingen der Staten-
Generaal de aanwezigheid van de
kleinst mogelijke meerderheid der
leden. Bij de behandeling der grond
wetsherzieningver wacht ik van voor
zitter Roëll een voorstel om wijzi
ging in dat voorschrift te brengen,
want die is veel te punctueel, om
't voordurend te blijven overtre
den!
Politicus.
Algemeen Overzicht.
Nóg eens over von Biilow's
positie en het mislukte antikatho
lieke „bloc" in Duitschland?
Och ja, waarom niet
Voor Duitschland's politieke posi
tie is het toch heden ten dage de
groote vraagwat is de groote
beteekenis van de gebeurtenis dezer
dagen, van de bloc-crisis die dreigde?
En het interessant te hooren, wat
de verschillende pers-stemmen
daarop antwoorden
Vooral, omdat men ni gaat be
pleiten, dat Duitschland hiermede
een geheel nieuw, het parlemen-
taiie stelsel, is ingegaan
De Rijkskanselier zoo zegt men
heeft zijn ambt in de handen
van het bloc gelegd en gezegd: ik
ben bereid, te gaan wanneer gij
moede zijt, mij te ondersteunen
Dat, zegt men, is een overwinning
van het parlementair beginselfat
is een precedent waarop latere
kanseliers zullen moeten terug
komen De ochtendschemering
daagt van een parlementair minis
terie naar Engelschen trant
Biilow heeft een beroep gedaan op
de meerderheid en zij vergenoegt
zich, een parlementminister te be
zitten, wel wetende, dat aan den
anderen kant de Keizer staat, die
hem ontslaan kan wanneer hij wil."
Natuurlijk wordt die opvatting
van officieuze zijde bestreden.
Een officieus telegram uit Berlijn
aan de Koln. Ztg. noemt deze voor
stelling van den toestand geheel
onjuist en zegt
Toen de laatste Rijksdagverkie
zingen de tegenwoordige partijver
houding vormdep, heeft de Rijks
kanselier zich tegenover den Keizer
sterk gemaakt, met de bloc meer
derheid te regeeren, en het was
slechts een logisch gevolg van dit
tusschen Keizer en Kanselier vast
gestelde program, wanneer thans
de kanselier niet terugdeinsde voor
krasse middelen, om de bloc-meer-
derheid vast te houden of het feit
vast te stellen, dat zijn vroeger
gekoesterde hoop, met haar vrucht
baar te kunnen werken, verijdeld
was. Had dit laatste geval zich
voorgedaan, dan zou de Kanselier
den Keizer hebben medegedeeld,
dat hij niet meer in staat was, het
overeengekomen regeeringsprogram
uit te voeren en diensvolgens den
Keizer om ontslag verzocht hebben.
Zoo ligt de toestand eenvoudig en
men heeft geen recht, daarin een
partijkiezen vóór of legen het
parlementaire stelsel te zien.
„Nu is ook wel gezegd dat de
Rijkskanselier, vóór hij den leiders
der partijen de bekende mededee-
lingen deed. den Keizer verslag zou
hebben gedaan van den toestand,
en dan zijn houding met de aan
wijzingen van den Keizer in over
eenstemming had gebracht. Wij
achten dat onjuist en gelooven eer,
dat de Rijkskanselier geheel zelf
standig opgetreden is, te meer daar
hij geheel binnen het kader der
overeengekomen politiek bleef, die
tot voorwaarde had een blocmeer-
derheid."
De slotsom luidt, dat de Rijks
kanselier geheel overeenkomstig de
keizerlijke politiek handelde.
JawelL'at is aau te nemen
of niet!
We zal 't bewijzen?
Maar zeker is dat zulk „regeeren"
geen tweede keer meer zal voorko
men, en dat.... het Centrum troef
zal worden! Dat zien alle politici
erin
Koning Oscar van Zweden is
gistermorgen overleden.
Hij was in den laatsten tijd zeer
lijdend en het einde was te voor
zien. Na de afscheiding van Noor
wegen is de koning, wien deze slag
zwaar trof, eigenlijk haast niet
gezond geweest.
De kroonprins Gustaaf heeft den
troon beklommen (als Oscar III?
De berichten verschillen) en heeft
gisteren reeds den eed op de grond
wet afgelegd.
Hij verzocht den ministers op
hun post te blijven, waarna deze
hem trouw zwoeren.
In het slot hield de koning een
toespraak tot de ministers, de hoog
geplaatste ambtenaren, en de offi
cieren, waarbij hij de schitterende
eigenschappen van wijlen koning
Oscar prees en verklaarde er naar
te zullen streven zijn verantwoor
delijke taak zoo goed mogelijk te
vervullen.
Ten slotte smeekte de koning
God's bescherming af voor zijn
regeering en zijn volk en verklaarde
dat zijn lijfspreuk voortaan zou zijn
met het volk voor het vaderland.
De minister president bracht ver
volgens een hoera op den nieuwen
koning uit.
Tegelijk met het bericht, dat het
republikeinsclie nationale comité
in de Vereenigde Staten
heeft gestemd voor het houden der
conventie vooi de presidents-benoe-
rning op 16 Juni 1908 te Chicago,
komt de tijding dat president Roo
sevelt definitief van elke candida-
tuur afziet.
De „Tribune" schreef eergisteren,
dat de meerderheid der gedelegeer
den in het comité Roosevelt op
nieuw candideeren wilde, maar dat
men in het onzekere verkeerde wat
de President wilde.
Thans heeft hij dus zelf beslist.
Hij verklaarde, naar beste krach
ten getracht te hebben, zijn ambt
zóó te vervullen, dat de republi-
keinsche partij geen berouw be
hoefde te gevoelen, hem drie jaar
geleden weder candidaat te hebben
gesteld.
Maar na byua zeven jaren in
waarheid geregeerd te hebben vindt
hij blijkbaar dat hij het zijne ge
daan heeft voor zijn land!
't Is een opinie, die onderschreven
zal worden door iedereen 1 Bene
meritus de patria.... hoe men
ook over zijn politiek oordeele, dat
mag van Roosevelt gezegd!
„Men gelooft, dat de emigratie
kwestie tusschen Japan en de
V. S. welhaast afdoende geregeld
is," zoo zegt een bericht uit To
kio.
De Japansche regeering zou op
zich genomen hebben, scherper toe
zicht te oefinen op den aard der
Japansche landverhuizers, die zich
naar de V. St. begeven.
Dat het geschil telkens weer
„bijna" opgelost heet, schijnt een
gevolg hiervau, dat de Japanners
telkens nieuws middelen verzinnen
op landverhuizers te ontduiken!
Wat die landverhuizing aangaat
't merkwaardigste is, dat tal van
landen nu ontzaglijken last hebben
van landverhuizers..... uit Ame
rika!
Dit is ook al een gevolg van de
jongste financieele crisissenOpper-
Italië b.v. wordt overstroomd van
Italiaansche landverhuizers: te Tu
rijn kwamen er in de beide laatste
dagen van November niet minder
dan 1000, die jong en krachtig
naar Amerika waren getrokken, in
jammerlijken toestand terug. Meest
waren zij door automobielfabrieken
die geen werk meer hebben, ont-
pen, zoodat de gemeenschap met de
plaats der ramp verbroken is. Het
is dus zeer moeilijk bijzonderheden
te vernemen.
Men ging dadelijk met kracht
aan het werk om te redden wat te
redden was: maar de ingangen der
mijnen zijn door allerlei nujn ver
stopt en het werk schiet dus slecht
op.
Volgens sommige bladen moet
Italië er op rekenen, wel 200,000
van zijn landverhuizers uit de Nieu
we wereld terug te krijgen 1
En in Spanje gaat het eveneens!
Daar zijn provincies, die zelfs arm
zijn, en per week honderden land
verhuizers terug krijgen......
Waar gaat dat heen?
We meldden Zaterdag onder onze
drieregelberichten een en ander van
de ontzettende m ij n r a m p t e F a i r-
mont in de Vereenigde Staten, een
van die groote rampen welke de
wetenschap ttot dusver niet weet
te voorzion en te voorkomen
Omstreeks vier honderd mijn
werkers zoo blijkt nu zijn
bij de koolstof-ontploffing te Fair
mont omgekomen. De Fairmont Ti
mes schat het juiste aantal op 425.
Op 't oogenblik der ramp waren
500 man beneden, zegt men. Des
kundigen achten het onmogelijk,
dat er iemand ontkomen is. Reeds
zijn driehonderd doodkisten besteld
voor de slachtoffers.
De schok was zoo hevig, dat de
grond ver in den omtrek daverde
en er eerst aan een aardbeving werd
gedacht. Men hoorde den knal 13
km. ver. In de twee mijnen ont
stond onmiddellijk brand. Een hon
derdtal mijnwerkers die het dichtst
bij de uitgangen waren, konden in
der haast vlucht nemen. Ten 5 ure
was de mijn een ware oven.
De machines en het materiaal
der mijn zijn vernield. Langs een
schacht werd allerlei puin inde lucht
geslingerd en aanstonds daarna stort
te de ingang der mijn in. Deze laat
ste mijn was geheel electrisch inge
richt werd als de veiligste van den
omtrek beschouwd.
Aan den ingang der mijnen heb
ben alweer hartverscheurende too-
neelen plaats. Ouders en bloedver
wanten snelden toe om nieuws te
bekomen van de slachtoffers.
Door de kracht der ontploffing
werden telegraafpalen omvergewor-
Kuyper gedenkboek.
Het plan bestaat, aan dr. Kuyper
aan te bieden een Gedenkboek ter
herinnering aan zijn 70eu verjaar
dag. In dit gedenkboek zullen wor
den opgenomen, behalve een over
zicht van het feest, een aantal photo's,
gedichten en voorts alle artikelen
van eenige beteekenis, die in cou
ranten en tijdschriften zijn opge
nomen bij gelegenheid van het ju
bileum. (Vad.).
De werkstaking fe Krommenie.
Naar Zaterdagnamiddag aan het N.
v. d. D. werd gemeld, heeft de
directie der fabriek de aangeboden
bemiddeling afgewezen. Zij erkent
geen organisatie huiten de fabriek.
Uit Krommenie meldt men
Mr. Troelstra zal hier Dinsdag
avond spreken in verband met de
staking bij de vennootschap Verwer.
Tot handhaving der orde is de
politie met twaalf rijksveldwachters
versterkt.
Een noodlottige scheepsramp.
Een noodlottige aanvaring heeft
gisterennacht plaats gehad nabij
Folkestone, tusschen de „Schelde-
stroom", e6n vrachtboot van d>
Hollandsche Stoombootmaatschappij
en het Eugelsche zeilschip „For
farshire".
De „Seheldestroom" was Vrijdag
nacht van Amsterdam vertrokken
De Hollandsche Stoombootmaat
schappij, te Amsterdam, waarvan
zij deel uitmaakt, heeft, zooais men
weet, een geregelden veertiendaug-
schen vrachtdienst Amsterdam
PlymouthFowey.
De equipage bestond uit 20 man
meest alleu Amsterdammers.
Tijdens de reis naar Plymouth
had "het ongeluk plaats, men ver
moedt ongeveer te 1 uur, in den
nacht van Zaterdag op Zondag,
't Was stormachtig weer, vergezeld
van hevige regenvlagen, zoodat het
wel eeuigszins verklaarbaar is, dat
men de Engelsche bark „Forfars
hire", die het kanaal binnenvoer,
met de bestemming Londen, niet
in het oog kreeg, vóór eene aan
varing onvermijdelijk was. Daar
komt bij, dat het zeilschip den
harden westenwind achter had,
zoodat dit vaartuig ongetwijfeld veel
vaart liep. De schok moet dus
zeer hevig zijn geweest, want aan-
s'onds na de aanvaring werden
aaa boord van de „Seheldestroom"
zeven man vermist.
EhUlLLETON,
UWE HMBLEMSCHE COURAVT
ABONNEMENTSPRIJS:
Eer 3 maanden voor Haarlem fl.35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8S
A-fzonderlijke nummers,0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regelsf0.60 (contant) fü.50
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie ii contant.
i-/.
i;1
^aar het D.uitsck van Kaiu. Ei>. Klopper.
28
&lli was niet zoo lichtzinnig meer als
l'06ger, toen haar in dergelijke moeielijke
"'standigheden elk kort uitstel welzom
t°" geweest zijn. De besliste toon, dien
jHar vader met zijne laatste woorden had
^geslagen, deed haar begrijpen, dat zij
vergeefs zou hopen, dat hij over een
"l' niet meer aan de zaak zou denken.
i «Waarom, Papa, zijt ge nu toch zoo
egeerig ze te hebben?"
„.Zij keek hem strak aan en werd spoe-
?!S getroffen door den .pijnlijken ernst,
\,H nu op zijn gezicht viel waar te nemen
l" at was dat Die diepe voren, die scherpe
(Een, waren die in dit oogenblik op dat
(plaat gekomen, of waren zij reeds lang
jHar? Misschien reeds lang, en zij had
v niet opgemerkt, omdat zij het gelaat
(••ars vaders reeds sedert maanden niet
Qer met oplettendheid had gadegeslagen.
i..i,Ik heb er mijn redenen voor," zeide
,]j'J zacht en daarbij lag er iets eigenaar-
(jks, hits smeekends in zijnen blik, zoo-
het meisje er diep door getroffen
v,Mt durfde zij de waarheid niet langer
'morgen houden.
i]>>Wat zondt gij zeggen, Papa, als als
Ldie kostbaarheden eens niet meer
tri') ju holt ontstelde zichtbaar.
"Wat is dat? I» het waar? Men heuft
ze u misschien ontstolen, en gij hebt het
mij niet durven mededeelen. Spreek toc'n,
spreek! Is het werkelijk zoo?"
„Ja," ademde zij nauwelijks hoorbaar,
terwijl zij het schaamrood gelaat niet
durfde opheffen.
„O, mijn hemel! Dan is mijne laatste
hoop verdwenèn," stamelde de man en
viel op eenen stoel neder.
In een oogenblik stond Elli naast hem
en greep zijne handen, die krachteloos
naar beneden hingen. De onheilspellende
uitroep, tegen zijn wil ontsnapt was,
had haar vermoeden, dat hem een zwaar
verdriet drukte, tot zekerheid gebracht.
„Om 's hemels wil, Papa! wat deert u?
Wat moet dat beteekenen? O, ilc bid u,
zeg mij alles! Wat was dat voor eene
laatste hoop, waarvan ge daar even
spraakt?"
Zij viel aan zijne voeten neer, drukte
zijne handen tegen hare wangen en zag
met een kinderlijk ban gen b ik tot hem op.
„Ja, waarlijk, waartoe dient het de zaak
nog langer te willen verbergen," kwam
het eindelijk na een zwaren strijd
als een zucht uit zijn mond. „Gij moet
er op voorbereid worden; ik kan het toch
niet meer verhelen."
„Wat toch?" fluisterde zij vol dringen
den angst. „Voelt gij u ziek?"
„Ook dat, maar dat zou niet veel be
teekenen."
„Drukken u misschien pijnlijke zorgen
over uwe zaak?" Hij knikte met een droe-
vigen glimlach.
„Ik ben zoo goed als bankroet, mijn
kind!"
Zij dacht een oogenblik na; zij kon
immers de volle beteekenis van deze
woorden nog niet begrijpen.
„Dat wil zeggen; gii moet jets betalen
en gij kunt het niet?' vraagde zij naïef.
„Ja, vooreerst een wissel van30000 roe
bels, die op 1 Mei, dat is overmorgen
vervalt en wij kunnen er nauwelijks 10000
bijeen brengen."
„Arme papa! en daarom wildet gij die
kostbaarheden
„Ja, ik wilde ze verknopen of verpan
den. Het. ontvangen geld zou wel toerei
kend geweest zijn de som aan te vullen
maar stil daarvan. Wat gebeurd is,
laat zich niet veranderenverwijten zou
den nutteloos zijn en ik wil u niet nog
naeer verdriet aandoen."
Toen brak Elli in een hartverscheurend
snikken uit.
„O, ik ben slecht, slechtkwam
het nauwelijks verstaanbaar over hare
trillende lippen.
„Toch niet, wat kunt gij er aan doen,
dat gij de juweelen niet meer hebt?"
„Ik ben slecht, omdat ik er mij niet
om bekommerd heb, dat ook gij smart
en verdriet hebt. Ik ben sedert lang als
éen vreemde voor u geweest en heb niet
gezien, hoe gij lijdt! Vergeef mij, arme,
arme papa! Ik wil al mijne krachten aan
wenden, om zoo goed mogelijk in te ha
len, wat ik tekort ben gekomen in mijn
plichten als kind. Zeg mij slechts dat gij
niet meer boos op mij zijt en dat gij van
mijn innig berouw overtuigd zijt!"
„Ik zou boos op u zijn? Weet ik dan
niet, dat ge mij uw grootste verdriet te
wijten hebt?" Hij drukte de lippen op
hare donkerblonde haren en omarmde
haar. Zoo hadden vader en dochter, die
in moeielijke oogenblikken elkaar vreemd
waren geworden, elkander in een ander
moeielijk oogenblik teruggevonden. Er
lag te veel geluk in dan weemoed van
dit oogenblik, dan dat de man met het
liefdevolle vaderhart daardoor niet enkele
minuten de dringende zorg zoti hebben
vergeten.
Elli was het, die bet eerst weder over
liet tegenwoordige sprak. Zij wilde het
nutteloos jammeren over begane dwaas
heden door een beslist handelen herstel
len.
„Maar laat mij nu alles weten, Papa!"
zeide zij, zich uit zijn armen wringende
en opstaande. „Gij zult zien, dat ik sterk
ben en voor niets terugdeins. Wat kan
er gebeuren, als gij dien ongelukkigen
wissel niet zult betalen?"
Strömholt maakte een troosteloos ge
baar en zweeg.
„Zou dat uw volkomen ondergang zijn?"
,Ja."
„Zoudt gij den bezitter van dien wis
sel niet om uitstel van betaling kunnen
vragen
„Het zou niet baten wint dat is
reeds eenmaal gebeurd en ik kan als
eerlijk man volstrekt geen waarborg aan
bieden, dat ik den wissel op een lateren
tijd zal honoreeren."
„Maar als gij u eens op de barmhar
tigheid van uw schuldeischer beriept....?"
„Menschelijke barhartigheid? Kind, gij
weet niet wat zaken zijn en welke betee
kenis het geld heeft. Gevoeligheid, ge
moedsbewegingen, medelijden zijn geen
factoren, die behooren bij eene wissel
schuld. Doch bovendien is het hier ook
nog een bijzonder geval. Mijn krediet bij
de bank is reeds lang uitgeput; in den
nood heb ik toen tot een stap moeten
besluiten, die zoodra hij wereldkundig
wordt, mijn wanhopige» toestand voor
alle handelsvrienden moet blootleggen.
Men mag niet weten, dat ik mij reeds in'
de handen van woekeraars bevind en mij
slechts nog met den laatsten ademtocht
boven water houd."
„Een woekeraar is uw hardvochtige
schuldeischer, Papa?"
Elli wist van een woekeraar sl mhts, dat
deze een verschrikkelijk, hardvo htig
mensch was, ja zélfs jen misdadiger moest
zijn, omdat de wet hem bestrafte, en de
gedachte, dat haar papa met zulk een
man in verbinding' stond, vervulde kaar
met grooten afschrik.
„Eigenlijk eene woekeraar.-ter, om het
juister te zeggen,"
„Wat, een vrouw? Hoe is het moge
lijk?" Van een vrouwelijke woekeraar
had zij nog nooit gehoord.
„Ja, de vrouwen houden zich zelden
met geldelijke aangelegenheden bezig,
maar wanneer zij het doen, dan kan haar
nauwelijks de be-te makelaar overtreffen
en de dame, die ik bedoel is misschien
het uitgezoclitste exemplaar van hare
soortde naam Nathalie Belj uschefl' heeft
in de St. Petersburger koopmanswereld
een kwaden naam. Wee den ongelukkige,
die in betrekking tot haar genoemd
wordt. Het is even goed, als wordt voor
hem daarmede de doodsklok geluid."
„Nathalie Bjljuschefl'", herhaalde Elli
langzaam in zich zelve, als of zij zich
dezen naam, die zoo berucht was, in het
geheugen wilde prenten.
„Begrijpt gij nu misschien, dat het be
lachelijk is, om van deze vrouw medelij
den te verlangen en aan haar uitstel van
betaling te vragen?"
„En toch kan ik niet denken, kan ik
niet gelooven, dat een vrouw \o>x een
zachtere gemoedsaandoening niet vatbaar
zou zijn."
Slröuaheit laekte pijnlijk.
„Als ge haar van aangezicht tot aan
gezicht zaagt, dan zoudt ge het wel kun
nen denken
Elli liep vol gedachten op en neer, aan
naie vingers trekkende, alsof deze haar
een reddendo gedachte moesten geven.
Hu r vader volgde haar met'een treuri
ge» blik. Het berouwde hem tui, haar
zoo diep in zijne zorgen te hebben inge
wijd. Waarlijk, had hij geweten, dat zij
die kostbaarheden niet meer in haar be
zit had, dan zou hij, als tot nu toe, ge
zwegen hebben.
„Wat plaagt gij er u mee, een middel
tot uitkomst te vnden?" zeide hij toen
zacht, terwijl hij naar haar toeging en
den arm om haren schouder legde. „Dat
komt mj alleen toe. Gij kunt mets daar
voor doen. Laat dat vergeefsehe denken
na en laten wij hop m, dat het ergste
toch nog altijd te overkomen is...."
Dat wareu wel woorden van hoop, maai
de toon die1 ze alleen geloofwaardig ge- 1
maakt zoude hebben, liet zich niet huo-
ren. Elli barstte aan zijn borst opnieuw
uit in oen vloed van tranen. Zijn pogin
gen om haar den pijnlijken toestand
weder te willen verbergen, troffen haar
nog meer, dan de wanhoop, waaraan hij,
straks ten prooi was. Zij had een gevoel,
alsof zij voor het grootste deel schuldig
was aan dit ongeluk, alsof hel door de
gedachteloosheid, waarmede zij het leven
van eene rijke koopmansdochter geleid
had, vermeerderd was. Maar spoedig
droogde zij weder hare oogen af, om met
verdubbelde kracht naar een of ander
reddingsmiddel te zoeken; zij bemerkte
zeer goed, dat haar vader bij het zien van
haar medelijden zijn tegenwoordigheid
van geest dreigde te verliezen.
(Wordt vervolgd.)