Gelouterd. Brieven uit het donkere Werelddeel, BUITENLAND. Kinderhuisvest 31-33, Haarlem WOENSDAG II DECEMBER 1907. No. 6760, 32st0 Jaargang Bureaux van Redactie en Administratie: Inferc. Telefoonnummer1 1426. Oord;elen zonder er verstand van te hebben. in FEUILLETON. Naar het Buitsch van Karl. Ed. Klopper. Algemeen Overzicht. ABONNEMENTSPRIJS: Ter 3 maanden voor Haarlem fl.35 Voor "da plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8IS Afzonderlijke nummers„0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regelsf0.60 (contant) f0.50 Elke regel meer0.10 Qroote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie st contant. De behandeling van de begrooting van 'tMarinedeparteinent in de Tweede Kamer is een pretje geweest voor de leden. Een nieuwe minister, spreker voor de vuist, maar goedrond en zeggend- wat-hem-voor-den mond-kiyam, dus.... niet-parlementair daar amuseert de Kamer zich mede! En wie gunt den kamerleden zoo'n verzetje niet? Mits maar niet 's lands zaken en 'slands gelden erbij betrokken zijn! En dat nu is hier wel degelijk het geval. De behandeling der Marinebegroo- ting was dan ook, behalve een pretje voor de heeren, een les voor het heele land, vinden wij. Een les, hoe toch eigenlijk de behandeling van 's lands defensie zaken niet moet plaats hebben. In ons Kamer-overzicht van gisteren haalden we een zinsnede aan vau den Kamer-verslaggever der „Resi dentiebode", die er o. m. op wees, dat van de zaken van Maiine de Kamer tbch geen verstand heeft! Geen verstand. Maar tbch oordeelt ze er maar over Heeft zij de beslissing over de ge ringste kleinigheden in handen! I» dat niet de grootst mogelijke onzin De heer van Wassenaer, die een amendement introk, waarin hij prin cipieel tegenover den minister stond, om niet aan de on-deskund;ge Kamer de keuze tusschen twee dingen te laten, de heer van Wassenaer bezag de zaak in het juiste licht! Tegen de dwaasheid, dat een vol maakt ondeskundig lichaam als de Kamer over de onderdeden van een Marinebegrooting oordeelt muta tis mutandis geldt dit ook voor Oorlog vonnis strijkt over het kali her van kanonnen of maatregelen voor- Schrijft voor de inwendigen dienst,— tegen die dwaasheid dient toch eens te worden opgekomen! Zeker: de Kamer moet het budget recht hebben, de koorden van de beurs. Maar de uitvoering, de organisatie, dient aan de betrokken Ministers méér te worden overgelaten dan nu, nu er zooveel „militaire specialiteiten" in de Kamer meepraten, is in zwang gekomen. Dan zou de Kamer ook geen heelen avond tevergeefs zoek brengen aan een discussie over kanonnen van 24 of van 28 c.M., en geen heelen mid dag noodig hebben om uit te maken dat een hoofd van de Marine ten slotte de verantwoordelijkheid heeft Voor het bepalen van do plaats waar de Jantjes 's middags zullen eten! Port Soedan. Midden in de Roode Zee liggen kan de Egyptische kust twee haven plaatsen: Port Soedan en Soeakim die zeer veel van elkander ver- 29. „Pardon", viel haar vrouw Beljusscheff 'a de reden. „Niet eone schuldbekentenis, 'Daar eon wissel." „Is dat niet hetzelfde?" „Volstrekt niet, mijn lief juffertje!" Zij deed deze scherp uitgesproken woorden 'ket een spottend lachen vergezeld gaan, dat niets goeds beloofde en ging in den boek van de groote canapé zitten. Elli bemerkte den wenk niet, die ook ''aar eene plaats aanwees en bleef staan. „Mijn vader zag zich reeds eenmaal ge drongen dien wissel voor langen tijd uit 't(J stellen, en nu.... „Kan hij hem nog niet betalen," her- 1am Nathalie. „Is het zoo niet, mijn duifje?" „Helaas, het is zoo!" v,Ër ontstond eene pauze, geduren. welke *"'li het niet waagde op te kijken en nau lelijks durfde ademhalenzij voelde F®chts, dat de blik vau die onaangename rDuw op haar rustte. „Sedert wanneer zijt gij in de zaken i'k's vaders ingewijd?" vroeg toen Be! ksschefl' ruw (l Ëlli antwoordde, dat zij heden voorde (|'!Vste maal iets van de zorgen baars va- ®rs vernomen had. f ."En nu bedient zich de gefailleerde v k'ikant van zijne dochter als tusschen- f^-oon. Wat is hij slim!" schillen. Soeakim is een vrij oude haven, die zeer interessant is en dien ik in een volgeïMen brief hoop te beschrijven, doch Port Soedan waar de „Wensleydale" voor een paar dagen stil ligt om te lossen, is een plaats, die nog pas drie jaren oud is. Ik maakte van de gelegenheid gebruik, om de plaats te gaan be zichtigen, en was wezenlijk nieuws gierig, om eens te zien, hoe een dorp of stadje er uitziet, dat nog pas 3 jaren oud is. Wat zou het :;:ijn Zoo iets als een Drentsch of Overijselsch heidedorpje? Neen, 't viel wezenlijk mee. De kade was afgezet met een lang hek, aan welks uitgang een schildwacht was geposteerd voor den douanendienst. Zoodra men door het hek is, komt men in eeue straat, zoo breed als de Wilhelmina straat, doch...zonder de mooie huizen. Dit is de hoofdstraat die bijna 10 minuten lang is, en waarop allerlei zijstraten uitkomen. Een plaveisel is er niet, 't is alles donkerbruin of donkergeel zand, waarin geen grasspiertje of zelfs geen mos kan groeien. Hier en daar loopen diepe wagensporen, doch 't is alles zoo hard als een bikkel en zoo heet als een zandweg door het duin. We zijn nu in het koele jaarge tijde, dat duurt tot einde Januari, doch als ik dit koele jaargetijde vau de Roode Zee eens even naar Haarlem kon oversturen, zouden sneeuw en ijs al heel gauw verdwe nen zijn, en de Zandvoortsche trams weer volgepropt zitten met naar fiissche lucht dorstende men- schen. Een thermometer heb ik niet bij me, doch voortdurend waait er een warme wind, die de tem peratuur zeker op 80 graden houdt Stel u dus voor, hoe het iu de Roode Zee en te Port Soedan is, wanneer men het lieete jaarge tijde heeft't Zal dan wel iets hebben van de temperatuur iu een braadpan Doch laten we even verder gaan in de hoofdstraat van Port Soedan. Aan beide kanten verhetf-u zich Oostersche winkels, opgetrokken van hout, en terstond valt het op, hoe men bijna om het andere huis een café of een bierhuis vindt. Bijna alles is in de handen van Grieken en Arabieren, waarvan de meesten nochFransch. noch Duitsch noch Engelscli verstaan In het begin staan een paar goede maga zijnen, waar men van alles en nog wat kan koopen, doch verderop zijn liet meest kleine, vieze win keltjes voor de inboorlingen, 't Zijn houten schuurtjes, waarvan de wanden bezet zijn met plankeu, waarop de koopwaren meest vruchten zijn uitgestald. Alles ziet er onoogelijk uit en iu het midden ligt de zwarte koopman in zijn mantel van lappangoed. Hoe verder men komt, des te meer inboorlingachtig 't is dunkt „Ik kom geheel uil eigen beweging," zeide Elli op eenigs/.ins luiden toonzij kon haren vader niet laten honen. „Papa heeft niet het minste vermoeden van den stap, dien ik ondernomen heL>.„ „Zool En wat bedoelt gij met dien stap? Want ik weet immirs nog maar altijd niet, wat gij eigenlijk van mij wilt." Elli keek haar smeekend aan en stak onwillekeurig de gevouwen hand vooruit. „Ik meen het toch reeds gezegd te hebben Papa is niet in staat over morgen zijne verplich ing na te komen en nu wilde ik u hartelijk en dringend verzoeken nog e -nmaal geduld te hebben." „Onmogelijk. Ik weet na wkeurig hoe het mot de lirma Waldemar Arned Ström- holt staat, hetgeen ook den weinigen aandeelhouders geen geheim meer is. Als uw vader overmorgen niet betalen kan, dan kan hij het over drie maanden nog minder." „Dat is volstrekt niet zeker. Als gij hem slechts tijd gunnen wildet. „Gekheid, spreekt mij daarover niet; gij begrijpt immers volstrekt niets van deze dingen!" „Maar het geldt de eer en het leven mijns vaders. Ik weet, dat hij den onder gang van zijn huis niet verdra-en kan, en dat hem die slag dooden zal. Kan het u dan verwonderen, dat ik zonder te vra gen, of men misschien in mijn hande ling iets vreemds kan zien, aan de inge ving van mijn hart toegeef en op uw medelijden aanspraak maak?" „Gij leeft in de ideale wereld van uwe boudoir-romans, juffertje, en uwe eenvou digheid is zoo groot, dat gij niet inziet, hoe belachelijk uwe begeerte indeoogeri van verstandige menscnen moet zijn. Of me de beste benaming 1 ziet het eruit, want 't is een verzameling van goorheden. Da&r ziet men voor bijna alle winkels een groepje negers in het zand liggen. Hier ligt een groep van drie mannen en een vrouw, verre van schilder aclitig. De mannen liggen te slapen en de vrouw bakt iets wat op een dikke pannekoek lijkt en drijft in vet. Een eindje verder staan twee negers met een paar kameelen vlak voor een barbierswinkel, waar een zwart hoofd onder zwarte handen wordt gekortwiekt. In een fruit winkeltje staat een Griek deftig te gesticuleeren tegen een zwarte Soedanees, terwijl aan den overkant een oude Arabier met vies wit baardje in zijn winkeltje een soort van oliebollen staat te bakken. Overal ziet men bijna niets dan mannen, want de inlandsche vrou wen bevinden zich buiten de plaats, in de kampongs. We zijn blij als we aan het einde van de straat zijn gekomen en door een zijstraat kunnen terugkeeren, want overal blakert de zon op de harde zandige straat. Wel worden de blanke voorbijgangers overal nieuwsgierig aangekeken, doch niet zooals te Eort-Said lastig ge vallen door Arabieren en negers. Er zijn te Port-Soedan nog enkele flinke gebouwen, waaronder het postkantoor en het station, doch alles duidt aau dat de plaats zich snel zal blijven ontwikkelen en dat de bevolkiug, die nu nog slechts enkele honderden bedraagt, binnen een tiental jaren tot duizenden zal stijgen. Het zal eens zeker de voor naamste Roode zee-haven worden en Port-Soedan heeft ml reeds directe spoorwegverbinding met Khartoum. De inboorlingen zelf kan men nergens beter waarnemen dan aan de haven. Met ziet er allerlei negers, op allerlei wijzen gekleed, 't Was wezenlijk een interessant gezicht, toen ons schip de haven binnen voer en overstroomd werd door can honderdtal negers, d:e als dok werkers hun diensten aanboden. Het eerste oogenbük moet men lachen, doch men makt spoedig aan het komische gewend. Daar waren niet slechts Soeianeezen, maar ook Somali negers, Aethiopi- ërs, Abyssiuiëeis Arabieren, Fellahs, negers van Aden, enz. in alle klenrschakeeringen van bruin en zwart. Sommigen waren bijna pik zwart en hadden heuseh geen zwarte kousen noodig. Eenige regeeringssloepen liepen binnen en liet was een lust de ma trozen te zien: geheel in het wit met geb n kraag en geleu tulband op het hoofd, waaronder het zwarte gezicht scherp afstak. Aan den kant liepen Soedaueerche soldaten, ge heel in wit kostuum met bruine schoenen en grijze kepis. Hier en daar stond een inlandsche politie agent ge; osteerd iu grijs kostuum, met bruine schoenen en beenbe- he'ef't dn verkeerds opvoeding, die in uwe kringen gegeven wotdt, u werkelijk zoo ijdel "emaakt, dat gij u inbeeldt, dat de wereld zich om u en om u alleen draait? Ik heb dertig duizend roebels te vorde ren gij hebt geen versland genoeg ona deze waarde slechts bij benadering te schatten gewaarborgd doodde ban - teekening van een koopman, die minstens even goed als ik de beteekenis van zulke verbintenissen kent en nu komt gij op eens, om de ingevingen van uw hart in de weegschaal van den koopman te log gen. Ik had wel gedacht, dat gij meer practlseh verstand hadt. De booze wereld beweert immers, dat u dit in beslissende oogenblikken niet ontbreekt?" _,,VVat wilt gij daarmede zeggen, Na thalie Paulowna?" „Nu, nu! Waart gij niet de verloofde van dien jongen deugniet, Olfers, geloof ik, die in don vorigen zomer graaf Lu- deskov in zijne villa op liet Apothekers eiland vermoordde en zich toen aan de aardsche gerechtigheid door een sprong in de Newa opt trok „Hij was de vriend mijner jeugd en - ja, ook mijn verloofde. Ik zal hem mijn gansche leven betreuren. Dat behoeven de booze tongen niet fluisterend te ver tollen, dat boken ik vrij en openhartig. Doch in welk verband staat dat tot uwe beschuldiging, dat liet mij in beslissende oogenblikken niet zou ontbreken aan practisch verstand De toon en de houding yan Elli waren zoo volwaardigheid, dat vrouwBeljusoheff vei legen werd. „Nu, die graaf Fedoi' Davidowitsch heeft er zich in zijn tijd toch ook op beroemd, uwe gunst te bezitten? „Dat is een leugen en ik verwonder er mij slechts over, hoe gij, die u slechts kleedsels, sabel op zij, grijze muts op en zijn nummer op den arm. In kleine bootjes voer de zwarte havenpolitie rond met witte mutsen op het hoofd. Men kon zien dat al die negers trotsch waren op hun net ambtskostuum en zich ver boven de anderen verheven acht ten. Van de overige negers, die bij honderden rondliepen, waren er geen twee hetzelfde gekleed. De een had een oude soldatenbroek aan, een ander een soort van Mar ker-broek in het wit, een derde had er geen aan, doch liep rond in een lang hemd. Overal Arabie ren, met hun lang wit kleed om het lijf gewikkeld, en Somali-negers met lange ha:en, die als staartjes langs het hoofd hangen. Velen hadden een soort vest aan, en men zag die in alle kleuren van de regen boog. De een had een groen gestreept vest aan, een ander een grijs met twee losse witte mouwen, een derde een oude zak met „War Departe ment" in groote zwarte letters, terwijl een oude heer deftig rond wandelde niet een versleten zwart Europeesch jasje. Het zou mij we zenlijk onmogelijk zijn, alles te beschrijven, met slechts door de veelvuldigheid van kleederdracht, maar ook wegens de vliegen menigte die zich in de zomerhitte op mijn hoofd en handen neerzet. Alleen wil ik Dog even opmerken, dat ook de hoofddeksels bij allen ver schilden evenals de gelaatskleur. De meesten hadden een doek, die zij op gracieuze manier om het hoofd slingerden en dien zij zoo nofjes weten vast te maken zonder eenige haarspeld, dat menige Haarlemsche dame er ongetwijfeld op jaloersch op zou worden. C. SCHOEMAKER. Miss. Apost. De Duitsche conservatieven en liberalen, broederlijk in het „bloc" de merkwaardigste combi natie van dezen soort die ooit bestond vereenigd, zullen waar lijk de straffe Vereenigingswet, waarin o. m. ook het Poolsch wordt verboden in alle vergaderingen, ge hoorzaam slikken. Althans, gisteren hebben ze zonder tegenspraak en voor een deel met instemming, de indiening van het wetsontwerp meegemaakt. De staatssecretaris van binnen- landsche zaken, de heer Von Belh- maun-Hollweg, leidde de beraad- slagingeu in. Hij kenschetste het ontwerp als men staat verbaasd het te hooren 1 een voorbeeld van louter practische wetgeving, waarachter noch reactionaire, noch vrijzinnige bedoelingen schuilen niet eenvoudige en verstandige zaken pleegt af te geven, zooveelbelang kunt stellen in de praatjes van eene mij kwaad- gezinde partij; ook wa rom gij belang zoudt stellen in mij, als ik u met mijne opvoeding, met mijne romantische be schouwingen, kortom met alles, waardoor ik mij zuo zeer onderscheid van eene vrouw met uwe mannelijken, sterken geest, zoo belachelijk en onbeduidend toeschijn Nathalie Paulowna werd ten tweeden male en nog meer dan zoo even, door dat eenvoudige meisje schaakmat gezet. „Kijk eens! Gij hebt er verstand van, als het zijn moet, uw mondje te roeren. Stel u gerust, ik wilde u niet beleedigen Maar gij wekt werkelijk mijne belang stelling op, Ik wilde u vroeger al eens voor graaf Ecdor Davidowitsch waarschu wen, dien ik van vroeger kende. De treurige gebeurtenis, die vervolgens uwen vriend, uwen verloofde trof, deed mij uw naam en uw huis in herinnering houden. Ik vreesde, dat Oscar Olfers het offer zou zijn van een ongelukkig mis verstand, waartoe de grillen van een eigenzinnig meisje konden bijgedragen hebben." „Kcndet gij dan Oscar Olfers?" vroeg Elli, niet weinig verrast door de zon derlinge wending, die het gesprek met de woekeraarster genomen had. „Neen. Maar men sprak toen immers overal van dien jongen n»n, die door zijn ongehoorde lichtzinnigneid in den afgrond geworpen werd." „Ik begrijp het," zeide Elli bitter; „zijne strengste rechters waren toen juist die menschen, die zich eigenlijk zijn mede schuldigen moesten gevoelen. De wereld vindt het gemakkelijker alleen te ooi- De regeering heeft in het wetje enkele waarborgen willen geven tegen willekeurige beperking van het vereenigingsrecht door politie- bemoeiingen en moest het voorstel aanpassen aan de bestaande wet geving in de verschillende staten. In het bijzonder verdedigde hij het niet voorschrijven van een grens voor het lidmaatschap en de be paling, dat in een openbare ver gadering alleen de Duitsche taal wordt toegelaten Ten opzichte van het eerste wees hij er den burgerlijken partijen op, dat ze meer dan tot dusverre, en vooral niet minder dan de sociaal democraten, de opvoeding der jeugd tot staatsburgers moeten behartigen. Wat het tweede punt betreft deed hij uitkomen dat het Duitsche rijk een nationale staat is en geen nationaliteitenstaat. Duitsch is de taal van het leger, van de lands- en de gemeente-besturen, van de volksvertegenwoordiging. Wie dus spreekt voor het volk tot het volk moet zich van de Duitsche taal bedienen. Maar bovendien erkende destaats secretaris toch dat deze bepaling werd noodig geacht tegenover liet drijven der Polen,wat natuurlijk de quintessence is 1 En hij stelde voor deze bepaling de kwestie van vertrouwen. Na hem spraken een Duitsch- conservatief, die het ontwerp een goeden grondslag achtte voor de regeling van het vereenigingsrecht, dochdaarin wat al te vrij zinnige bepalingen vond, en een centrum-afgevaardigde die het re- geeringsvoorstel op grond van de bepaling betreffende de Duitsche taal kort en goed onaannemelijk achtte. Een vrijzinnige sprak nog niet, maar deze protesteerden óók nog niet 1 D e P o 1 e n leggen zich intusschen op weerwraak toe. Zij verdedigen zich. Reeds hebben ze beslotende Duitsche koopwaar te boycotten, en dat besloten niet alleen de Duitsche Polen, maar ook de Oostenrijksche, de Galiciërs, en de Russischel Te Warschau hebben de koop lieden vereenigingen een algemeene conferentie gehouden met de indus- triëelen: 500 groote kooplieden en industriëelen hebben daar beslo ten, den boycot van alle Duitsche koopwaren in geheel Polen met kracht ter hand te nemen. Een grootè industrieele liga wil men stichten om de producten der industrie uit L uitschland afkomstig, onnoodig te maken en deze van elders te betrekken. De Polen heb ben zich daarvoor al gewend ook de consulaten van Frankrijk, Oos tenrijk en Engeland, om de adressen der groothandelaars en producten te leeren kennen, die de Duitsche deelen naar de feiten, doch vraagt zich niet af, wat dikwijls de oorzaken zijn. Wanneer ik Oscar Olfers voor eene jury meest verdedigen, dan zou ik wijzen op zijn opvoeding en op zijn ouders, die hem reeds in de teederste jeugd tot ongeluk geweest zijn. Hij heeft zijn moeder nooit gekend, wellicht veel van hare gebroken geërfd. Zij moet eene lichtzinnige, Poolsche ac trice geweest zijn en ik hoorde eens hoe mijn vader bij een zijner guitenstreken uitriep: dat is het acteursbloed van Na- polinska! Men heeft niets gedaan om deze overgeërfde neigingen in hem te be strijden Daar klonk eensklaps een hevigen gil door het vertrek. „Wat zegt gij Welken naam hebt gij daar zoo even genoemd? Na-po-lins-ka?" „Het was de meisjesnaam zijner moe der. Waarom verschrikt u dat?" Nathalie antwoordde niets, doch telteen hevig ontroerd. Het gelaat vertrok zich met zenuwachtige bewegingen, de oogen waren grootef geworden en toonden een onuitsprekelijke verbazing. Hare vingers speelden als slangen met Jiet borduursel van hare nachtpon en in weerwil van de bruine kleur en van de litteekens dei- pokken merkte Elli op, dat haar het wei nige bloed uit de wangen geweken was. Eensklaps viel haar hoofd op de leuning- van den divan neer. Een lievige schrik overviel Elli. Wat scheelde die vrouw toch opeens? Zij was ziek, dat zag men duidelijk, zeer ziek. Zou het misschien een plotselinge aan val van beroerte zijn? Zij naderde haar met een toenemende opwekking tot mede lijden. Mijn God! wat scheelt u, Mevrouw handelaars zullen moeten vervat gen. Verschillende koopmanshuizei die hunne relatie met Duitsche iti porteurs hebben afgebroken en all orders tot aankoop hebben geanm leerd, doen daarvan al mededeelin; in de Poolsche kranten. En d landbouwende bevolking doet e aan mede! Ja, de anti-Poolsche politiek va Duitschland sleept nog heel wa na zich Is hier niets voor onze Holland sche importeurs en groothande laars te doen? In Por tugal beeft de regeering naar het heet, bekend gemaakt, da de verkiezingen voor de Corte zullen plaats hebben in het laats van Maart of het begin van April Over vier maanden zal men du de grondwettige en parlementain vormen herstellen. Een Duitsch blac zegt hierover: Het begon er in de laatste dager ook ernstig uit te zieu in Portu gal. Niet alleen, dat de prolesten var de groote staatkundige partijen ern stiger en omvangrijker werden; et kwamen twee nieuwe elementen in de beweging, die den toestand vooi een groot gedeelte beheerschen cU weigering der belastingbetalers, en de vermeerderde agitatie voor Dom Mignel de Braganza: De groote partijen hebben bij honderdduizenden circulaires ver spreid onder het volk, waarin wordt uiteengezet, dat de belastingen op onwettige wijze worden uitgeschre ven, en dat daarom de betaling ervan kan worden geweigerd. De tegenstand moet kalm zijn en passiefde belastingschuldigen wor den aangemaand de belasting-amb tenaren niet onbeleefd te behande len, maar eenvoudig te weigeren belastingen te betalen, die doer de Kamers niet bij de begrooting zijn goedgekeurd. En de populariteit van den pre tendent Dom Mignol zou ook toe nemen. Dat zouden de redenen zijn, die Franco tot het beeindigen der dictatuur zouden hebben gebracht. We nemen dat nog zoo net niet aan. Franco heeft zijn programma vrijwel volbracht en tal van her vormingen die iedereen boognoodig vond, tot stand gebracht. Dat de extra-parlementaire toe stand niet zoo blijven, begreep iedereen en zeker Franco zoo goed als een ander. Dat hij dus nu het parlement wil herstellen, nu de toestand beter is dan vroeger, dat is begrijpelijk. Moge het volk uit deze crisis geleerd hebben, en 't parlement even eens In Marokko lijkt aan den Oost kant wat beterschap te zien. De Voelt gij u onpasselijk? Kan ik u hel pen? Moet ik de meid roepen? Nathalie weerde haar met een hevig gebaar af. „Niets, niets, laat maar I" bracht zij moeiolijk uit en bedwong zich in zoo ver, dat zij weder rechtop ging zitten, „ik heb somtijds zulke kleine aanvallen van zwakte ik ben ziek mijn zenuwen zijnniet- geheel in orde, geloof ik. Maar dat is niemendal, gij ziet immers, dat het over gaat." „Heb ik er schuld aan Wilt gij mij vergunnen nog eens op mijne zaak terug te komen? Wijst gij mij de deur?" Nathalie greep plotseling de hand van de naast haar staande en trok haar toen op een leuningstoel bij haren divan, „Blijf nog een poosje, Eleonore Arwe- downa! Gij moet mij nog meer van die Napolinska vertellen. Over die andere zaak zullen wij later praten." Elli kon hare verwondering niet onder drukken. Wat wilde toch die vrouw, die men als den lichamelyken geldduivel had afgeschilderd Waarom interesseerde zij zich eensklaps voor familiebetrekkingen voor haar geheel vreemde personen 't „Ik begrijp niet g^ed „Eene Poolsche, zeidet gij, en eene actrice, niet waar? Weet gij misschien ook den voornaam van deze vrouw?" „Wacht even 'k geloof, dat ik dien weet laat mij even nadenken! Ja, Si- mona Napolinska!" „Werkelijk zoo?" „Kent gij Simona Napolinska?" „Het was mijn moeder, steunde Natha lie, opnieuw achterovervallende tegen de leuning van den divan.... Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1