Gelouterd.
Brieven uit het donkere
Werelddeel,
BUITENLAND.
Kinderhuisvest 31-33, Haarlem
WOENSDAG II DECEMBER 1907.
No. 6760, 32st0 Jaargang
Bureaux van Redactie en Administratie:
Inferc. Telefoonnummer1 1426.
Oord;elen zonder er
verstand van te hebben.
in
FEUILLETON.
Naar het Buitsch van Karl. Ed. Klopper.
Algemeen Overzicht.
ABONNEMENTSPRIJS:
Ter 3 maanden voor Haarlem fl.35
Voor "da plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8IS
Afzonderlijke nummers„0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regelsf0.60 (contant) f0.50
Elke regel meer0.10
Qroote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie st contant.
De behandeling van de begrooting
van 'tMarinedeparteinent in de Tweede
Kamer is een pretje geweest voor de
leden.
Een nieuwe minister, spreker voor
de vuist, maar goedrond en zeggend-
wat-hem-voor-den mond-kiyam, dus....
niet-parlementair daar amuseert
de Kamer zich mede!
En wie gunt den kamerleden zoo'n
verzetje niet?
Mits maar niet 's lands zaken en
'slands gelden erbij betrokken zijn!
En dat nu is hier wel degelijk het
geval.
De behandeling der Marinebegroo-
ting was dan ook, behalve een pretje
voor de heeren, een les voor het heele
land, vinden wij.
Een les, hoe toch eigenlijk de
behandeling van 's lands defensie
zaken niet moet plaats hebben.
In ons Kamer-overzicht van gisteren
haalden we een zinsnede aan vau
den Kamer-verslaggever der „Resi
dentiebode", die er o. m. op wees,
dat van de zaken van Maiine de
Kamer tbch geen verstand heeft!
Geen verstand.
Maar tbch oordeelt ze er maar over
Heeft zij de beslissing over de ge
ringste kleinigheden in handen!
I» dat niet de grootst mogelijke
onzin
De heer van Wassenaer, die een
amendement introk, waarin hij prin
cipieel tegenover den minister stond,
om niet aan de on-deskund;ge Kamer
de keuze tusschen twee dingen te
laten, de heer van Wassenaer
bezag de zaak in het juiste licht!
Tegen de dwaasheid, dat een vol
maakt ondeskundig lichaam als de
Kamer over de onderdeden van een
Marinebegrooting oordeelt muta
tis mutandis geldt dit ook voor
Oorlog vonnis strijkt over het kali
her van kanonnen of maatregelen voor-
Schrijft voor de inwendigen dienst,—
tegen die dwaasheid dient toch eens
te worden opgekomen!
Zeker: de Kamer moet het budget
recht hebben, de koorden van de
beurs.
Maar de uitvoering, de organisatie,
dient aan de betrokken Ministers
méér te worden overgelaten dan nu,
nu er zooveel „militaire specialiteiten"
in de Kamer meepraten, is in zwang
gekomen.
Dan zou de Kamer ook geen heelen
avond tevergeefs zoek brengen aan
een discussie over kanonnen van 24
of van 28 c.M., en geen heelen mid
dag noodig hebben om uit te maken
dat een hoofd van de Marine ten
slotte de verantwoordelijkheid heeft
Voor het bepalen van do plaats waar
de Jantjes 's middags zullen eten!
Port Soedan.
Midden in de Roode Zee liggen
kan de Egyptische kust twee haven
plaatsen: Port Soedan en Soeakim
die zeer veel van elkander ver-
29.
„Pardon", viel haar vrouw Beljusscheff
'a de reden. „Niet eone schuldbekentenis,
'Daar eon wissel."
„Is dat niet hetzelfde?"
„Volstrekt niet, mijn lief juffertje!" Zij
deed deze scherp uitgesproken woorden
'ket een spottend lachen vergezeld gaan,
dat niets goeds beloofde en ging in den
boek van de groote canapé zitten.
Elli bemerkte den wenk niet, die ook
''aar eene plaats aanwees en bleef staan.
„Mijn vader zag zich reeds eenmaal ge
drongen dien wissel voor langen tijd uit
't(J stellen, en nu....
„Kan hij hem nog niet betalen," her-
1am Nathalie. „Is het zoo niet, mijn
duifje?"
„Helaas, het is zoo!"
v,Ër ontstond eene pauze, geduren. welke
*"'li het niet waagde op te kijken en nau
lelijks durfde ademhalenzij voelde
F®chts, dat de blik vau die onaangename
rDuw op haar rustte.
„Sedert wanneer zijt gij in de zaken
i'k's vaders ingewijd?" vroeg toen Be!
ksschefl' ruw
(l Ëlli antwoordde, dat zij heden voorde
(|'!Vste maal iets van de zorgen baars va-
®rs vernomen had.
f ."En nu bedient zich de gefailleerde
v k'ikant van zijne dochter als tusschen-
f^-oon. Wat is hij slim!"
schillen. Soeakim is een vrij oude
haven, die zeer interessant is en
dien ik in een volgeïMen brief hoop
te beschrijven, doch Port Soedan
waar de „Wensleydale" voor een
paar dagen stil ligt om te lossen,
is een plaats, die nog pas drie jaren
oud is.
Ik maakte van de gelegenheid
gebruik, om de plaats te gaan be
zichtigen, en was wezenlijk nieuws
gierig, om eens te zien, hoe een
dorp of stadje er uitziet, dat nog
pas 3 jaren oud is. Wat zou het
:;:ijn Zoo iets als een Drentsch of
Overijselsch heidedorpje? Neen, 't
viel wezenlijk mee.
De kade was afgezet met een
lang hek, aan welks uitgang een
schildwacht was geposteerd voor
den douanendienst. Zoodra men
door het hek is, komt men in eeue
straat, zoo breed als de Wilhelmina
straat, doch...zonder de mooie huizen.
Dit is de hoofdstraat die bijna 10
minuten lang is, en waarop allerlei
zijstraten uitkomen. Een plaveisel
is er niet, 't is alles donkerbruin
of donkergeel zand, waarin geen
grasspiertje of zelfs geen mos kan
groeien. Hier en daar loopen diepe
wagensporen, doch 't is alles zoo
hard als een bikkel en zoo heet
als een zandweg door het duin.
We zijn nu in het koele jaarge
tijde, dat duurt tot einde Januari,
doch als ik dit koele jaargetijde
vau de Roode Zee eens even naar
Haarlem kon oversturen, zouden
sneeuw en ijs al heel gauw verdwe
nen zijn, en de Zandvoortsche
trams weer volgepropt zitten met
naar fiissche lucht dorstende men-
schen. Een thermometer heb ik
niet bij me, doch voortdurend waait
er een warme wind, die de tem
peratuur zeker op 80 graden houdt
Stel u dus voor, hoe het iu de
Roode Zee en te Port Soedan is,
wanneer men het lieete jaarge
tijde heeft't Zal dan wel iets
hebben van de temperatuur iu een
braadpan
Doch laten we even verder gaan
in de hoofdstraat van Port Soedan.
Aan beide kanten verhetf-u zich
Oostersche winkels, opgetrokken
van hout, en terstond valt het op,
hoe men bijna om het andere huis
een café of een bierhuis vindt.
Bijna alles is in de handen van
Grieken en Arabieren, waarvan de
meesten nochFransch. noch Duitsch
noch Engelscli verstaan In het
begin staan een paar goede maga
zijnen, waar men van alles en nog
wat kan koopen, doch verderop
zijn liet meest kleine, vieze win
keltjes voor de inboorlingen, 't
Zijn houten schuurtjes, waarvan
de wanden bezet zijn met plankeu,
waarop de koopwaren meest
vruchten zijn uitgestald. Alles
ziet er onoogelijk uit en iu het
midden ligt de zwarte koopman
in zijn mantel van lappangoed.
Hoe verder men komt, des te
meer inboorlingachtig 't is dunkt
„Ik kom geheel uil eigen beweging,"
zeide Elli op eenigs/.ins luiden toonzij
kon haren vader niet laten honen. „Papa
heeft niet het minste vermoeden van den
stap, dien ik ondernomen heL>.„
„Zool En wat bedoelt gij met dien
stap? Want ik weet immirs nog maar
altijd niet, wat gij eigenlijk van mij
wilt."
Elli keek haar smeekend aan en stak
onwillekeurig de gevouwen hand vooruit.
„Ik meen het toch reeds gezegd te
hebben Papa is niet in staat over
morgen zijne verplich ing na te komen
en nu wilde ik u hartelijk en dringend
verzoeken nog e -nmaal geduld te hebben."
„Onmogelijk. Ik weet na wkeurig hoe
het mot de lirma Waldemar Arned Ström-
holt staat, hetgeen ook den weinigen
aandeelhouders geen geheim meer is. Als
uw vader overmorgen niet betalen kan,
dan kan hij het over drie maanden nog
minder."
„Dat is volstrekt niet zeker. Als gij
hem slechts tijd gunnen wildet.
„Gekheid, spreekt mij daarover niet;
gij begrijpt immers volstrekt niets van
deze dingen!"
„Maar het geldt de eer en het leven
mijns vaders. Ik weet, dat hij den onder
gang van zijn huis niet verdra-en kan,
en dat hem die slag dooden zal. Kan het
u dan verwonderen, dat ik zonder te vra
gen, of men misschien in mijn hande
ling iets vreemds kan zien, aan de inge
ving van mijn hart toegeef en op uw
medelijden aanspraak maak?"
„Gij leeft in de ideale wereld van uwe
boudoir-romans, juffertje, en uwe eenvou
digheid is zoo groot, dat gij niet inziet,
hoe belachelijk uwe begeerte indeoogeri
van verstandige menscnen moet zijn. Of
me de beste benaming 1 ziet het
eruit, want 't is een verzameling
van goorheden. Da&r ziet men
voor bijna alle winkels een groepje
negers in het zand liggen. Hier
ligt een groep van drie mannen
en een vrouw, verre van schilder
aclitig. De mannen liggen te slapen
en de vrouw bakt iets wat op een
dikke pannekoek lijkt en drijft in
vet. Een eindje verder staan twee
negers met een paar kameelen vlak
voor een barbierswinkel, waar een
zwart hoofd onder zwarte handen
wordt gekortwiekt. In een fruit
winkeltje staat een Griek deftig te
gesticuleeren tegen een zwarte
Soedanees, terwijl aan den overkant
een oude Arabier met vies wit
baardje in zijn winkeltje een soort
van oliebollen staat te bakken.
Overal ziet men bijna niets dan
mannen, want de inlandsche vrou
wen bevinden zich buiten de plaats,
in de kampongs.
We zijn blij als we aan het einde
van de straat zijn gekomen en door
een zijstraat kunnen terugkeeren,
want overal blakert de zon op de
harde zandige straat. Wel worden
de blanke voorbijgangers overal
nieuwsgierig aangekeken, doch niet
zooals te Eort-Said lastig ge
vallen door Arabieren en negers.
Er zijn te Port-Soedan nog enkele
flinke gebouwen, waaronder het
postkantoor en het station, doch
alles duidt aau dat de plaats zich
snel zal blijven ontwikkelen en dat
de bevolkiug, die nu nog slechts
enkele honderden bedraagt, binnen
een tiental jaren tot duizenden zal
stijgen. Het zal eens zeker de voor
naamste Roode zee-haven worden en
Port-Soedan heeft ml reeds directe
spoorwegverbinding met Khartoum.
De inboorlingen zelf kan men
nergens beter waarnemen dan aan
de haven. Met ziet er allerlei negers,
op allerlei wijzen gekleed, 't Was
wezenlijk een interessant gezicht,
toen ons schip de haven binnen
voer en overstroomd werd door
can honderdtal negers, d:e als dok
werkers hun diensten aanboden.
Het eerste oogenbük moet men
lachen, doch men makt spoedig
aan het komische gewend. Daar
waren niet slechts Soeianeezen,
maar ook Somali negers, Aethiopi-
ërs, Abyssiuiëeis Arabieren, Fellahs,
negers van Aden, enz. in alle
klenrschakeeringen van bruin en
zwart. Sommigen waren bijna pik
zwart en hadden heuseh geen zwarte
kousen noodig.
Eenige regeeringssloepen liepen
binnen en liet was een lust de ma
trozen te zien: geheel in het wit
met geb n kraag en geleu tulband op
het hoofd, waaronder het zwarte
gezicht scherp afstak. Aan den kant
liepen Soedaueerche soldaten, ge
heel in wit kostuum met bruine
schoenen en grijze kepis. Hier en
daar stond een inlandsche politie
agent ge; osteerd iu grijs kostuum,
met bruine schoenen en beenbe-
he'ef't dn verkeerds opvoeding, die in uwe
kringen gegeven wotdt, u werkelijk zoo
ijdel "emaakt, dat gij u inbeeldt, dat de
wereld zich om u en om u alleen draait?
Ik heb dertig duizend roebels te vorde
ren gij hebt geen versland genoeg ona
deze waarde slechts bij benadering te
schatten gewaarborgd doodde ban -
teekening van een koopman, die minstens
even goed als ik de beteekenis van zulke
verbintenissen kent en nu komt gij op
eens, om de ingevingen van uw hart in
de weegschaal van den koopman te log
gen. Ik had wel gedacht, dat gij meer
practlseh verstand hadt. De booze wereld
beweert immers, dat u dit in beslissende
oogenblikken niet ontbreekt?"
_,,VVat wilt gij daarmede zeggen, Na
thalie Paulowna?"
„Nu, nu! Waart gij niet de verloofde
van dien jongen deugniet, Olfers, geloof
ik, die in don vorigen zomer graaf Lu-
deskov in zijne villa op liet Apothekers
eiland vermoordde en zich toen aan de
aardsche gerechtigheid door een sprong
in de Newa opt trok
„Hij was de vriend mijner jeugd en -
ja, ook mijn verloofde. Ik zal hem mijn
gansche leven betreuren. Dat behoeven
de booze tongen niet fluisterend te ver
tollen, dat boken ik vrij en openhartig.
Doch in welk verband staat dat tot uwe
beschuldiging, dat liet mij in beslissende
oogenblikken niet zou ontbreken aan
practisch verstand
De toon en de houding yan Elli waren
zoo volwaardigheid, dat vrouwBeljusoheff
vei legen werd. „Nu, die graaf Fedoi'
Davidowitsch heeft er zich in zijn tijd toch
ook op beroemd, uwe gunst te bezitten?
„Dat is een leugen en ik verwonder er
mij slechts over, hoe gij, die u slechts
kleedsels, sabel op zij, grijze muts
op en zijn nummer op den arm.
In kleine bootjes voer de zwarte
havenpolitie rond met witte mutsen
op het hoofd. Men kon zien dat
al die negers trotsch waren op hun
net ambtskostuum en zich ver
boven de anderen verheven acht
ten.
Van de overige negers, die bij
honderden rondliepen, waren er
geen twee hetzelfde gekleed. De
een had een oude soldatenbroek
aan, een ander een soort van Mar
ker-broek in het wit, een derde
had er geen aan, doch liep rond
in een lang hemd. Overal Arabie
ren, met hun lang wit kleed om
het lijf gewikkeld, en Somali-negers
met lange ha:en, die als staartjes
langs het hoofd hangen. Velen
hadden een soort vest aan, en men
zag die in alle kleuren van de regen
boog. De een had een groen gestreept
vest aan, een ander een grijs met
twee losse witte mouwen, een derde
een oude zak met „War Departe
ment" in groote zwarte letters,
terwijl een oude heer deftig rond
wandelde niet een versleten zwart
Europeesch jasje. Het zou mij we
zenlijk onmogelijk zijn, alles te
beschrijven, met slechts door de
veelvuldigheid van kleederdracht,
maar ook wegens de vliegen menigte
die zich in de zomerhitte op mijn
hoofd en handen neerzet. Alleen
wil ik Dog even opmerken, dat
ook de hoofddeksels bij allen ver
schilden evenals de gelaatskleur.
De meesten hadden een doek, die
zij op gracieuze manier om het
hoofd slingerden en dien zij zoo
nofjes weten vast te maken zonder
eenige haarspeld, dat menige
Haarlemsche dame er ongetwijfeld
op jaloersch op zou worden.
C. SCHOEMAKER.
Miss. Apost.
De Duitsche conservatieven
en liberalen, broederlijk in het
„bloc" de merkwaardigste combi
natie van dezen soort die ooit
bestond vereenigd, zullen waar
lijk de straffe Vereenigingswet,
waarin o. m. ook het Poolsch wordt
verboden in alle vergaderingen, ge
hoorzaam slikken.
Althans, gisteren hebben ze
zonder tegenspraak en voor een
deel met instemming, de indiening
van het wetsontwerp meegemaakt.
De staatssecretaris van binnen-
landsche zaken, de heer Von Belh-
maun-Hollweg, leidde de beraad-
slagingeu in.
Hij kenschetste het ontwerp als
men staat verbaasd het te
hooren 1 een voorbeeld van louter
practische wetgeving, waarachter
noch reactionaire, noch vrijzinnige
bedoelingen schuilen
niet eenvoudige en verstandige zaken
pleegt af te geven, zooveelbelang kunt
stellen in de praatjes van eene mij kwaad-
gezinde partij; ook wa rom gij belang
zoudt stellen in mij, als ik u met mijne
opvoeding, met mijne romantische be
schouwingen, kortom met alles, waardoor
ik mij zuo zeer onderscheid van eene
vrouw met uwe mannelijken, sterken
geest, zoo belachelijk en onbeduidend
toeschijn
Nathalie Paulowna werd ten tweeden
male en nog meer dan zoo even, door
dat eenvoudige meisje schaakmat gezet.
„Kijk eens! Gij hebt er verstand van,
als het zijn moet, uw mondje te roeren.
Stel u gerust, ik wilde u niet beleedigen
Maar gij wekt werkelijk mijne belang
stelling op, Ik wilde u vroeger al eens
voor graaf Ecdor Davidowitsch waarschu
wen, dien ik van vroeger kende.
De treurige gebeurtenis, die vervolgens
uwen vriend, uwen verloofde trof, deed
mij uw naam en uw huis in herinnering
houden. Ik vreesde, dat Oscar Olfers het
offer zou zijn van een ongelukkig mis
verstand, waartoe de grillen van een
eigenzinnig meisje konden bijgedragen
hebben."
„Kcndet gij dan Oscar Olfers?" vroeg
Elli, niet weinig verrast door de zon
derlinge wending, die het gesprek met de
woekeraarster genomen had.
„Neen. Maar men sprak toen immers
overal van dien jongen n»n, die door
zijn ongehoorde lichtzinnigneid in den
afgrond geworpen werd."
„Ik begrijp het," zeide Elli bitter; „zijne
strengste rechters waren toen juist die
menschen, die zich eigenlijk zijn mede
schuldigen moesten gevoelen. De wereld
vindt het gemakkelijker alleen te ooi-
De regeering heeft in het wetje
enkele waarborgen willen geven
tegen willekeurige beperking van
het vereenigingsrecht door politie-
bemoeiingen en moest het voorstel
aanpassen aan de bestaande wet
geving in de verschillende staten.
In het bijzonder verdedigde hij het
niet voorschrijven van een grens
voor het lidmaatschap en de be
paling, dat in een openbare ver
gadering alleen de Duitsche taal
wordt toegelaten
Ten opzichte van het eerste wees
hij er den burgerlijken partijen op,
dat ze meer dan tot dusverre, en
vooral niet minder dan de sociaal
democraten, de opvoeding der jeugd
tot staatsburgers moeten behartigen.
Wat het tweede punt betreft deed
hij uitkomen dat het Duitsche rijk
een nationale staat is en geen
nationaliteitenstaat. Duitsch is de
taal van het leger, van de lands-
en de gemeente-besturen, van de
volksvertegenwoordiging. Wie dus
spreekt voor het volk tot het volk
moet zich van de Duitsche taal
bedienen.
Maar bovendien erkende destaats
secretaris toch dat deze bepaling
werd noodig geacht tegenover liet
drijven der Polen,wat natuurlijk
de quintessence is 1 En hij stelde
voor deze bepaling de kwestie van
vertrouwen.
Na hem spraken een Duitsch-
conservatief, die het ontwerp een
goeden grondslag achtte voor de
regeling van het vereenigingsrecht,
dochdaarin wat al te vrij
zinnige bepalingen vond, en een
centrum-afgevaardigde die het re-
geeringsvoorstel op grond van de
bepaling betreffende de Duitsche
taal kort en goed onaannemelijk
achtte.
Een vrijzinnige sprak nog niet,
maar deze protesteerden óók nog
niet 1
D e P o 1 e n leggen zich intusschen
op weerwraak toe.
Zij verdedigen zich.
Reeds hebben ze beslotende
Duitsche koopwaar te boycotten, en
dat besloten niet alleen de Duitsche
Polen, maar ook de Oostenrijksche,
de Galiciërs, en de Russischel
Te Warschau hebben de koop
lieden vereenigingen een algemeene
conferentie gehouden met de indus-
triëelen: 500 groote kooplieden
en industriëelen hebben daar beslo
ten, den boycot van alle Duitsche
koopwaren in geheel Polen met
kracht ter hand te nemen.
Een grootè industrieele liga wil
men stichten om de producten der
industrie uit L uitschland afkomstig,
onnoodig te maken en deze van
elders te betrekken. De Polen heb
ben zich daarvoor al gewend ook
de consulaten van Frankrijk, Oos
tenrijk en Engeland, om de adressen
der groothandelaars en producten
te leeren kennen, die de Duitsche
deelen naar de feiten, doch vraagt zich
niet af, wat dikwijls de oorzaken zijn.
Wanneer ik Oscar Olfers voor eene jury
meest verdedigen, dan zou ik wijzen op
zijn opvoeding en op zijn ouders, die hem
reeds in de teederste jeugd tot ongeluk
geweest zijn.
Hij heeft zijn moeder nooit gekend,
wellicht veel van hare gebroken geërfd.
Zij moet eene lichtzinnige, Poolsche ac
trice geweest zijn en ik hoorde eens hoe
mijn vader bij een zijner guitenstreken
uitriep: dat is het acteursbloed van Na-
polinska! Men heeft niets gedaan om
deze overgeërfde neigingen in hem te be
strijden
Daar klonk eensklaps een hevigen gil
door het vertrek. „Wat zegt gij Welken
naam hebt gij daar zoo even genoemd?
Na-po-lins-ka?"
„Het was de meisjesnaam zijner moe
der. Waarom verschrikt u dat?"
Nathalie antwoordde niets, doch telteen
hevig ontroerd. Het gelaat vertrok zich
met zenuwachtige bewegingen, de oogen
waren grootef geworden en toonden een
onuitsprekelijke verbazing. Hare vingers
speelden als slangen met Jiet borduursel
van hare nachtpon en in weerwil van de
bruine kleur en van de litteekens dei-
pokken merkte Elli op, dat haar het wei
nige bloed uit de wangen geweken was.
Eensklaps viel haar hoofd op de leuning-
van den divan neer.
Een lievige schrik overviel Elli. Wat
scheelde die vrouw toch opeens? Zij was
ziek, dat zag men duidelijk, zeer ziek.
Zou het misschien een plotselinge aan
val van beroerte zijn? Zij naderde haar
met een toenemende opwekking tot mede
lijden. Mijn God! wat scheelt u, Mevrouw
handelaars zullen moeten vervat
gen.
Verschillende koopmanshuizei
die hunne relatie met Duitsche iti
porteurs hebben afgebroken en all
orders tot aankoop hebben geanm
leerd, doen daarvan al mededeelin;
in de Poolsche kranten. En d
landbouwende bevolking doet e
aan mede!
Ja, de anti-Poolsche politiek va
Duitschland sleept nog heel wa
na zich
Is hier niets voor onze Holland
sche importeurs en groothande
laars te doen?
In Por tugal beeft de regeering
naar het heet, bekend gemaakt, da
de verkiezingen voor de Corte
zullen plaats hebben in het laats
van Maart of het begin van April
Over vier maanden zal men du
de grondwettige en parlementain
vormen herstellen. Een Duitsch blac
zegt hierover:
Het begon er in de laatste dager
ook ernstig uit te zieu in Portu
gal.
Niet alleen, dat de prolesten var
de groote staatkundige partijen ern
stiger en omvangrijker werden; et
kwamen twee nieuwe elementen in
de beweging, die den toestand vooi
een groot gedeelte beheerschen cU
weigering der belastingbetalers, en
de vermeerderde agitatie voor Dom
Mignel de Braganza:
De groote partijen hebben bij
honderdduizenden circulaires ver
spreid onder het volk, waarin wordt
uiteengezet, dat de belastingen op
onwettige wijze worden uitgeschre
ven, en dat daarom de betaling
ervan kan worden geweigerd.
De tegenstand moet kalm zijn en
passiefde belastingschuldigen wor
den aangemaand de belasting-amb
tenaren niet onbeleefd te behande
len, maar eenvoudig te weigeren
belastingen te betalen, die doer de
Kamers niet bij de begrooting zijn
goedgekeurd.
En de populariteit van den pre
tendent Dom Mignol zou ook toe
nemen.
Dat zouden de redenen zijn, die
Franco tot het beeindigen der
dictatuur zouden hebben gebracht.
We nemen dat nog zoo net niet
aan.
Franco heeft zijn programma
vrijwel volbracht en tal van her
vormingen die iedereen boognoodig
vond, tot stand gebracht.
Dat de extra-parlementaire toe
stand niet zoo blijven, begreep
iedereen en zeker Franco zoo goed
als een ander.
Dat hij dus nu het parlement
wil herstellen, nu de toestand beter
is dan vroeger, dat is begrijpelijk.
Moge het volk uit deze crisis
geleerd hebben, en 't parlement even
eens
In Marokko lijkt aan den Oost
kant wat beterschap te zien. De
Voelt gij u onpasselijk? Kan ik u hel
pen? Moet ik de meid roepen?
Nathalie weerde haar met een hevig
gebaar af.
„Niets, niets, laat maar I" bracht zij
moeiolijk uit en bedwong zich in zoo ver,
dat zij weder rechtop ging zitten, „ik heb
somtijds zulke kleine aanvallen van zwakte
ik ben ziek mijn zenuwen zijnniet-
geheel in orde, geloof ik. Maar dat is
niemendal, gij ziet immers, dat het over
gaat."
„Heb ik er schuld aan Wilt gij mij
vergunnen nog eens op mijne zaak terug
te komen? Wijst gij mij de deur?"
Nathalie greep plotseling de hand van
de naast haar staande en trok haar toen
op een leuningstoel bij haren divan,
„Blijf nog een poosje, Eleonore Arwe-
downa! Gij moet mij nog meer van die
Napolinska vertellen. Over die andere
zaak zullen wij later praten."
Elli kon hare verwondering niet onder
drukken. Wat wilde toch die vrouw, die
men als den lichamelyken geldduivel had
afgeschilderd Waarom interesseerde zij
zich eensklaps voor familiebetrekkingen
voor haar geheel vreemde personen 't
„Ik begrijp niet g^ed
„Eene Poolsche, zeidet gij, en eene
actrice, niet waar? Weet gij misschien
ook den voornaam van deze vrouw?"
„Wacht even 'k geloof, dat ik dien
weet laat mij even nadenken! Ja, Si-
mona Napolinska!"
„Werkelijk zoo?"
„Kent gij Simona Napolinska?"
„Het was mijn moeder, steunde Natha
lie, opnieuw achterovervallende tegen de
leuning van den divan....
Wordt vervolgd.)