167
voorste treinbestuurdersruimte een willekeurig aantal
motorrijtuigen te besturen door middel van eene
doorgaande electrische leiding onder alle wagens.
De trein kan zoodoende bestaan uit eene willekeu
rige volgorde van motorwagens en volgwagens. Zoo
ook stelt eene speciale doorgaande luchtleiding den
treinbestuurder in de gelegenheid, alle stroomafne
mers van den geheelen trein, van één punt uit,
door middel van samengeperste lucht gelijktijdig te
laten dalen of gelijktijdig omhoog te heffen. Er zijn
twee doorgaande luchtleidingen aangebracht voor
de Westinghouse snelrem, terwijl telkens wanneer
geremd wordt, automatisch de electrische stroom
naar de motoren wordt onderbroken.
Het geheele dak van het rijtuig is bedekt met
ijzerplaten, welke met eene laag lood zijn overtrokken
tegen het roesten. Het doel van die platen is eene
geleidende verbinding langs de ijzeren paneelplaten met
de rails te verkrijgen ingeval van breuk van den
werkdraad of van eene der stroomafnemers. Brand
wordt zoodoende voorkomen en het gevaar voor
kennismaking der reizigers met den electrischen
stroom uitgesloten.
De voorzijde van het rijtuig is toegespitst teneinde
den luchtweerstand zooveel mogelijk te verminderen,
terwijl ook het dak, met het oog hierop, eene eigen
aardige afronding vertoont.
De toegang tot het inwendige vari den wagen is
slechts aan de voor- en achterzijde, het coupéstelsel
is dus niet gehuldigd. Een middengang loopt door
het geheele rijtuig, terwijl deze eerste wagen in vier,
uit verschillende compartimenten samengestelde,
afdeelingen is verdeeld.
Onder de meest interessante deelen van het rijtuig
behooren de trucks, Draai- of Schamelstellen. De
zeer afwij kende bouw dezer trucks ten opzichte van
gebruikelijke constructies heeft ten doel het hinder
lijke slingeren zooveel mogelijk te verminderen en
de bochten zoo zacht mogelijk te doorrijden. Een
der draaistellen draagt de motoren en als bijzonder
heid dient vermeld, dat beide motoren kunstmatig
geventileerd worden door een krachtigen luchtstroom,
opgewekt door een special en ventilator met bij be
hoorenden motor.
Het kan geene verwondering wekken dat het ge
wicht van deze electrische locomotieven groot ge
worden is, nl. ruim 50000 K.G. (het motor-draaistel
alleen weegt ongeveer 13000 K.G.). Ter vergelijking
moge dienendat een e groote sneltrein-stoomlocomotief
van onze spoorwegen in dienstvaardiger,
toestand,zonder tender ongeveer 48000K.G.
zwaar is, (met tender ongeveer 76.000
K.G.) en een D-rijtuig circa 38000 K.G
Aan het decoratief gedeelte is veel
zorg besteed, waarbij het inwendige,
zonder overdreven luxe, een smaakvol
interieur biedt. De uitwendige beschilde
ring is eenigszins afwijkend van de ge
wone uitvoeringen. De onderpaneelen
van het rijtuig zijn donkergroen met
decoraties in goud, de bovenpaneelen
licht zeegroen met decoraties in donker
groene kleur, terwijl de kopvakken en
entrees eveneens, donker groen gehou
den zijn.
De eigenaardige en tevens practische
kleurverdeeling, de hooge lichtkap en
deelegante stroomafnemers vormen samen
een prettig geheel, waarbij Ingenieurs
kunst en Ingenieurskunde harmonisch
samengewerkt hebben.
ANECDOTEN.
Een lastig geual. Vriendin. Maar kind, wat zie
je er ongerust uitl
Vrouw des huizes. Ja, ik weet ook geen raad,
wat te doen. Daar moet ik nu lijm voor mijn man
koken en ik kan in het heele kookboek geen recept
er voor vinden I
Uitstekend middel. Dokter (tot patiënt): „Ikzie
al waar 't aan hapert, u hebt meer rust noodig (hij
schrijft een recept). „Laat dit gereed maken."
Den volgènden dag vraagt de dokter: „En hebt
ge nu beter geslapen?"
Patiënt: „Prachtig, dokter. Ik zelf heb het niet
ingenomen, maar onzen kleinen schreeuwer heb ik
er van laten innemen, en nu hebben hij en ik den
heelen nacht rustig geslapen."
Trammen in New-York.
De volksaard verloochent zich niet! Zelfs niet bij
een ding, zoo geheel op zichzelf staande als het
trammen! Wanneer wij trammen, dan doen we dat
omzichtigeerst stappen de menschen uit, dan stap
pen de wachtenden er in bij de halte; zóóveel
binnen, zooveel op 't balcon, precies geteld. Is 't vol,
dan belt de conducteur drie keer, en dan verschijnt
het bordje „vol". Er wordt afgebeld en de tram
rijdt verder, weer naar een volgende halte, waar dat
spelletje opnieuw begint.
In Amerika gaat dat alles anders. Daar zijn geen
tramhalten, geen bedaardwachtende passagiers, geen
bordjes „vol", geen afbellen. De tram rijdt er, en stopt
alleen, als de passage niet doorgaat of als er een
ongeluk gebeurt, en voorts aan de bepaalde stations.
Op den weg springt iedereen op, of eraf, zooals hij
wil: de conducteur geeft 't vijfcents kaartje, dat voor
eiken afstand hetzelfde is, en voort gaat het. Een
beperkt aantal passagiers is een dwaasheid, zeggen
de New-Yorkers. Als ik er aan kan hangen of nog
een voet op de treeplank kan zetten, dan is er ook
plaats voor me, zeggen ze, en zoo worden de New-
Yorksche trams geregeld menschenklompen, die op
een sukkeldrafje, kalm, maar omdat men nergens
stopt toch met een aardige snelheid, door de straten
rijden.
«a
In Amerika kent men voor de trams niet onze traditioneele'bordjes „vol"
Een tram is er nooit vol, dan alleen als er niemand meer bij, in, op, of
aan kan! Tooneeltjes als 't bovenstaande zijn dan ook geenszins uitzondering.