170 De erfenis. Mijnheer en mevrouw de Perles zagen elkaar met groote oogen aan. Voor de tiende maal minstens herlas mevrouw het volgende telegram, dien middag ontvangen uit La Rochelle en onderteekend: „Notaris Maurice". Heden overleed mejuffrouw Rosalie de Perles, zonder testament na te laten. Kapitein de Perles, als naastbestaande der overledene, wordt onverwijld uitgenoodjgd over te komen om de zaken <e regelen. Donderdag 22 Februari zal de begrafenis plaats hebben." Zij konden 'tzich nog maar niet begrijpen. Kapi tein de Perles stond peinzend voor den breeden, ouderwetschen schoorsteen. Het was lang geleden dat hij zijn nicht gezien had, hij was toen nog op de militaire academie. Hij kon zich haar ternauwer nood voorstellen. Van schrijven hield zij niet, dus hadden zij elkaar langzamerhand geheel uit het oog verloren. „Die goede Rosalie," zei de kapitein in gedachten; „als ik 'twel heb, zal zij een aardig fortuintje hebben nagelaten. Voor zich zelf was zij zuinig, behoeften had zij niet, alles, wat ze besteedde, was ten bate van armen en ongelukkigen; haar eenig genoegen was weldaden te bewijzen. Ik had nooit gedacht iets van haar te zullen erven." „Maar André, je bent toch eenige erfgenaam; me dunkt ze was toch veel te grortmoedig, naar alles te oordeelen, wat je van haar vertelt, om een familie lid zoo teleur te stellen. Wij zijn nu ineens rijk, wij die nooit een cent hebben bezeten." Haar echtgenoot kon niet nalaten even te glim lachen. Nu geen hinderlijke armoede meer voortaan, waarmee zij hun leven lang te kampen hadden ge had, geen zorg meer voor extra-uitgaven, geen angst meer voor rekeningen die zouden kunnen komen. Pau- linebehoefde nu zelf geen hoedjes meer op te maken heel vernuftig in elkaar geflanst, met wat oud fluweel en uitgestreken lintzij zouden nog een comfor tabele woning kunnen huren ver van dat akelige Passey, waar zij sedert haar huwelijk gewoond hadden. André keek vol liefde naar zijn vrouwtje; zij was in haar hart steeds een kind van weelde geweest, hoewel zij altijd moedig het juk der armoede had getorst, er zou nu een heel ander leventje voor haar aanbreken. Dienzelfden avond nog namen zij den sneltrein naar La Rochelle en 's morgens vroeg kwamen zij aan in het kleine huisje in de straat Saint Jean. Men liet hen in het koude, donker gemaakte salon, waar de kist stond, bedekt met bloemen. Zij trachtten te denken aan de overledene en hun eigen belang geheel weg te cijferen, doch het mocht hun niet gelukken. Steeds stelden zij zich weer voor, wat zij met haar geld zouden doen en hoe ze hun verder leven zouden inrichten. De oude dienstbode, die van het ziekbed harer meesteres niet was geweken, had zich teruggetrokken bij de komst der vreemden; met wantrouwende blikken had zij hen aangestaard, als beschouwde zij hen als indringers. Later op den dag kwamen de vrienden der afge storvene, om nog een laatsten blik te werpen op haar stoffelijk overschot en daarna de armen die zij had welgedaan, de gansche stoet van ongeluk kigen en lijdenden. Allen betreurden haar met oprechte tranen en de echtgenooten gevoelden dat ze hier geheel buiten stonden, dat ieder hen beschouwde als vreemden, onverschillig naar den rouw om zich heen ziend. Kapitein de Perles ging vlak achter de lijkbaar, de kepi in de hand, achter hem volgde een scha"' rouwdragenden. Pauline zat in een rijtuig met drie vriendinnen de overledene, van wie de een al harder snikt'' dan de ander, nu en dan ophoudend om de deugd®1! harer overleden nicht hemelhoog te verheffen. Z'J zag heel goed dat men haar van terzij aanstaardf: Hoe blij waren de echtelieden de Perles, toen eindelijk alleen in het sterfhuis waren, waar over" nog de benauwde reuk van nieuw hout en verdord bloemen hing. Zij durfden zich bijna niet beweg®'1 in deze drukkende atmosfeer, waar alles nog V"11 de onbekende doode sprak, waar de oude Marti1' hen met bespiedende blikken aanstaarde. En wat kon men hun toch eigenlijk verwijten Dat zij een erfenis in bezit namen, die hun reek'' matig toekwam Zij verheugden zich er op, weer in hun eigen g®' zellig huisje terug te zijn, ver vooral die koudc' doorborende blikken, die de geheimste gedacht®'1 schenen te raden. Den volgenden avond ging André naar den notar"8, de geheele erfenis bedroeg 700,000 francs, zij kond®" hun ooren nauwelijks gelooven. Pauline werd b(" stormd door allerlei ongelukkigen, die haar kwame(1 smeeken toch de jaarlijksche bijdrage, die zij on»j vingen niet in te trekken. De jonge vrouw was t" tranen toe bewogen over al die ellende en gaf langz" merhandal het geld weg, dat ze van Parijs had m®Ê gebracht. t Op een morgen iets meer willende weten van h' bestaan der oude jongejuffrouw, snuffelde zij in vf lade met oude papieren, geel geworden brieven; bij"' alle dankbetuigingen voor bewezen diensten. Zij vond ook een boek in wit marokijn gebonde" in gouden letters stond op den band gedrukt: „V"" Dag tot Dag," ongetwijfeld het dagboek der oV®' ledene, waarin zij haar intiemste gedachten en er?r ringen had opgeteekend. Bij het omslaan een bladzijde vond zij een papier dat zij na 'tingezi te hebben, van schrik op den grond liet vallen. Het was een testament! Een testament geschreV' door Mejuffrouw de Perles. Pauline las met zenu1' achtige haast; hun naam werd nergens genoero' maar alles vermaakt aan liefdadige instellingen aan de armen. Het hart zonk haar in de schoenen, zij blev®. dus arm, hun vreugde was van korten duur gewee^ Welk een ontdekking! Zou zij het noodlottig papier verbranden Dan zou André de erfenis aa" vaarden. Zij verborg het gelaat in de handen, het blo' steeg haar naar 't hoofd. Hoe kon zij zoo slecht, 2° oneerlijk zijn zich te willen verrijken met wat ha' niet toekwam? Armen en ongelukkigen bestel0'1 Hoe kwam zij er toe! De strijd moest gestreden, dan nu inaar dadeÜJ zij moest de werkelijkheid onder de oogen durv' zien. Wat zouden zij gelukkig zijn geweest met h1' rijkdom, hoe goed zouden zij dien besteed hebb®' Zij kon geen besluit nemen, zij zou een laat0 j poging wagen en André laten handelen. Dan h!" zij ten minste nog eenig uitstel, al was het eenige uren. Zij nam het papier en legde het wed' in het witte boek, dat zij op een tafeltje plaat® zoo, dat het André dadelijk in 'toog moest valPj. Bleek, met ontdaan gelaat, zat, Pauline bij tafel, toen haar man binnentrad. Hij maakte er 0'". een verwijt van haar te lang in deze sombere oC$ ving te hebben opgehouden; gelukkig waren er maar enkele formaliteiten bij den notaris te vervuil",, dan konden zij weer naar hun geliefd Parijs ter"^ keeren. Pauline wendde hoofdpijn voor en ging in e' lagen stoel liggen, deed alsof zij de oogen ie'1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 20