Voor onze jeugd.
175
5 in
'Vde
Aezig
igd.
de
iten
,Ien-
zich
note
•Men
den
pote
eren
Oplossingen uit het uorig nummer.
1. De echo.
2. Reinier. Die hebben de meesten van jullie
6ker niet gevonden he!
3. Door er een n af te nemenDat 's flauw,
tplen sommige jongens of meisjes wel zeggen. Maar
'e moeten maar eens denken aan het ei van Co-
Itnbus. En als ze die geschiedenis niet kennen,
J|oeten ze er maar eens naar vragen aan iemand,
le het wel weet.
4. Dat gaat zoo:
4 9 2
3 5 7
8 1 6
Probeer maar, of niet iedere rij van drie getallen,
'aand of liggend, schuin van links naar rechts of
rechts naar links, altijds samen 15 vormen 1
5. Edam.
N aarden.
Gorcum.
Elburg.
Leiden.
Amsterdam.
Nijmegen.
Doesburg.
6. Friesland, Drente en Utrecht.
7. Maastricht. Bijgezet moeten worden de
'Hters t, m, c, t.
8. Stiermarken. Waar ligt dat?
9. Gramophoon.
10. Wie het plaatje omkeert, ziet daar links bo-
Vnaan, tusschen den houtvester en de balken, den
jjouthakker staan. Deze was dus vrij wat dichter bij
('an de houtvester wel dacht!
Nieuwe opgauen.
1. Ik ben een stuk van België,
In een 2, 3, 4, 5, wandelt men.
Een 6, 7, 9, 10, is een bewoner van een der
Reinste landen van Europa.
Ziezoo, nu [moet je het al weten, hoor: meer zeg
er niet van.
2. Den vorigen keer hebben we de cijfers van 1
°t 9 zóo te groepeeren gegeven, dat iedere rij ge
ilen, recht of schuin, altijd samen 15 was.
Dat was nu" niet zoo heel moeilijk, en de meeste
inderen zullen het dan ook wel gevonden hebben.
Maar nu hebben we nog zoo'n opgave, die heel
*at moeilijker te vinden is.
Dat 's juist wel aardig, als het niet zoo gemakke-
>jk is, nietwaar!
Op iedere van de 25 stippen die hierboven staan
moet nu een van de cijfers 1, 2, 3, 4 of 5 geplaatst
worden, zóo dat weer iedere rij van 5 getallen, in
welke richting ook geteld, altijd samen 15 vormt.
Wie kan dat vinden?
3. a.
b.
c.
d.
e.
f.
h.
Op bovenstaand stippelveld ziet ge een pad, door
acht teekens aangewezen. De letters, die op deze
acht punten moeten komen, moeten samen den
naam vormen van een heerlijk feest dat we spoedig
zullen vieren.
Verder moet op de verschillende rijen komen te
staan: a. een jongensnaam, b. een stad in Zuid-
Holland, c. een vogel, die heel mooi zingt, d. een
voornaam lichaamsdeel, e. een ding, dat de meeste
menschen dagelijks, lezen, f. iets, dat vele kinderen
met St. Nicolaas gebruikt hebben, g. een ding, dat
nieuws brengt, h. een mooie najaarsbloem.
4. Hier heb ik een aardig spelletje, waar een
groepje kinderen heel veel plezier mee kunnen heb
ben op de lange winteravonden als het tenminste
netjes en niet te wild gespeeld wordt.
Het is heel eenvoudig:
De spelenden staan rondom een tafel of rondom
een groot vel papier, waar een veer op ligt. Nu
moet een van de jongens of meisjes de a eer omhoog
blazen, en allen die meespelen, moeten zorgen dat
de veer niet op de tatel of het vel papier terecht
komt en ook niet éen der meespelenden aanraakt.
Ieder bij wie de veer in de buurt komt, blaast ze
weg, zonder van zijn plaats af te komen. Wie door
de veer wordt aangeraakt, heeft verloren en moet
uitscheiden. Als er maar éen speler overblijft, heeft
die het gewonnen.
De jongens of meisjes kunnen zich ook in twee
groepen verdeelen, ieder aan een kant van de tafel.
5. Nog een aardig spelletje: het heet j e handen
omhoog. Eenige kinderen gaan in een kring staan
met een lang touw, dat ze allen vast houden en
waarvan één de beide einden in de handen heeft.
Eén jongen of meisje echter moet binnen in den
kring staan, juist in het midden.
Aan het touw wordt nu een groote kraal geregen,
die alle jongens of meisjes beurtelings met de han
den heen en weer schuiven, zoodat de kraal langs
het heele touw voortglijdt.
Voor die middenin staat is het nu de kunst, de
kraal te vinden, die natuurlijk voortdurend onder
de handen van een der kinderen aan het touw zit.
De jongen of het meisje binnen in den kring mag
voortdurend iemand aanwijzen en tot hem of haar
roepen: je handen omhoog. Dat moet dan op
hetzelfde oogenblik gebeuren, en komt daardoor de
kraal voor den dag, dan moet het kind, bij wie de
kraal gevonden is binnen in den kring en de ander
aan het touw.
Wanneer er een binnen in den kring is, sluit deze
de oogen en moet driemaal ronddraaien, terwijl de
kraal voortdurend langs het touw heen en weer vliegt.
Dan pas mag de jongen of het meisje de oogen
openen, rondkijken of de kraal ergens te zien is en
dan meestal op goed geluk af tot deze of
gene roepen: je handen omhoog!
Probeer deze spelletjes maar eens.
be-
«liet
ie,