DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. fclouterd. bericht. «HUISVEST 31-33 V. Aq Kinderhuisvest 31-33, Haarlem Nieuwe Haarlemsche Courant", - BUITENLAND. Telegrammen. BINNENLAND. K 20 DECEMBER 1907. No.^6768, 329t® Jaargang, Bureaux van Redactie en Administratie: Inferc. Telefoonnummer 1426. DRUKKERIJ v^AARNESTAD S'Beerd zohdrqs- Openbare Leeszalen. BUREAUX: volksontwikkeling", heet i Algemeen Overzicht. De Fransche Matin", het al machtige schendblad van de Parijsche bouh vard-trottoirsdie benaming is dunkt ons niet te mal. Wat hieronder nader zal worden bewezen. Vooraf echter iets anders. Diezelfde „Matin", die altijd met groote letters, ijzingwekkende plaat jes, gruwelijkheden en allorintiemste bijzonderheden speculeert op de minste en vuilste hartstochten en nieuwsgierigheid, had gisteren een groot, in 't oog vallend opschrift: „Miracle!" Nu, als de „Matin" van mirakel spreekt, beteekent dat alléén nog zooveel niet. Maar.... ditmaal is de zaak-zelve wat anders 1 Moet men de getuigenis van de „Matin" gelooven, dan is er wezen lijk wat voorgevallen, dat op een „miracle" lijkt! 't Was te Brin, in het departe ment de la Meurthe. Verleden week Zondag wilde de pastoor daar zoo is 't verhaal van de „Matin!" na de Hoogmis den zegen met het Allerheiligste geven. Toen hij de li. Hostie in de monstrans had gezet, verscheen daar eensklaps voor of op het glas van de monstrans een in't witgekleede Christus-iiguur. De pastoor riep er den k jster bij, omdat hij zelf dacht met een hal lucinatie te doen te hebben. De koster zag de ver chijning o k: en de burgemeester van 't dorp, en al de geit ovigen zagen eveneens het wonder.... Jongstleden Zondag was de kerk van Brin stampvol. Na de Hoogmis gaf de pastoor weer den zegen met het Allerneiligst. En.... hetzelfde wonder gebeurde! Zoo is het verhaal van de „Matin" Wij geven het zooals we het vinden. Nu de „Matin" de historie lanceerde, zal er wel over worden gesproken en geschreven, en dan hooren we er nog wel van. Natuurlijk is de grootste omzich tigheid en reserve noodig. We vertelden bovende „Matin" is almachtig. 't Is niet te veel gezegd. De Loge heeft de „Matin" opge richt en steunt haar> en het is zeker niet ,het minst aan dit blad te wijten, dat het ongeloof en de ongezonde toestandeu in het huidige Frankrijk zoo schrikbarend zijn toe genomen. De macht van de pers wordt door de actie der „Matin" wel op zeer nadrukkelijke wijze geconsta teerd Om dan op de almacht der „Matin" terug te komen: het is bekend dat voor dit blad het mi nisterie zoo bang is als de dood De regeering heeft er rekening mee te houden, en... doet dat ook I 't Bewijs, dat eigenlijk niet ge leverd hoefde te worden, is nu nog eens te meer geleverdde „Matin" had in dertijd een expeditie in Afrika uitgerust, om eens 'n beetje reclame te maken, 't Was in dien tijd dat de „Matin" met de reclame begon. Liet is nu gebleken, dat de „Matin" de regeering voor het geld heeft laten opdraaien 64.000 francs en dat de verschillende ministers van koloniën het geld niet hebben durven vorderen van het machtige boulevard-blad. De „Humanité", het blad van ds socialistisch en leider Jaurés heeft het geval uitgeplozen en doet nu een woedenden uitval naar den concurrent, een uitval, die nog wel een staartje zal hebben. 't Is al begonnen in 't parlement. Een radicaal-socialist heeft geïnter pelleerd, maar de Kamer, naar het schijnt al even bang als het ministe rie, heeft de interpellatie op de lange baan geschoven. En het gaat nu lijken, dat niet de „Matin" zal worden gedupeerd, maar dat de tegenwoordige minis ter van koloniën, Milliès Lacroix, het slachtoffer zal worden. Dank zij de handige techniek van het sluwe blad. De „Matin" toch heeft, al heeft ze in het openbaar niets op de beweringen van de „Hunanité" geantwoord, onderwijl niet stil ge zeten Den minister schuift ze vooruit en vóór de interpellatie was aan alleKamerleden een brief verzonden, waarin de „Matin" verklaarde, de heeren eens op de hoogte te zullen brengen. Die brief bevatte: lo. Een critiek op het optreden van den minister, die in elk geval gezondigd had, hoe men het ook beschouwde: en door te trachten die 64,000 francs op de Senegalsche begrootiug te brengen, en door te beproeven met den „Matin" een onderhoud te hebben, toen dat niet lukte. „Wanneer een minister der republiek een schuldenaar voor zich heeft, dan is het zijn plicht dien te doen betalen, en niet te trachten die schuld te verbergen!" 2e. Het afschrift van een vinni- gen brief aan den minister, waarin de „Matin" dezen verwijt dat de Humanité met papieren uit de minislerieele dossiers een campagne heeft kunnen beginnen, en dat hij niet op de hoogte is van de zaken van zijn departement. 3e. Het afschrift van een dito schrijven aan den intusschen afge treden gouverneur Roume, waarin de^e gesommeerd wordt waar te maken een uitlating (N.'B. in een particulier telegram van dien gou verneur aan den minister!): dat de „Matin" zich verbonden had die 64,000 francs aan Senegal terug te geven. 4o. 't Afschrift van een deurwaar- dersexploit-, gedicht tot den minister van koloniën, waarin deze alweer „gesommeerd" wordt om een heele- boel dingen te „expliceeren"; de toon van dit stuk kan worden op maakt uit den eisch: dat de minister zal expliceeren ten gevolge van welk een vreemde verwisseling van rollen tegenwoordig menschen die geld krijgen om zich met de kolo niën bezig te houden, zich als be schuldigers opwerpen van degenen die geld voor die koloniën hebben gegeven 't Bovenstaande volstaat wel, om aan te toonen dat de almacht van de „Matin" in 't huidige Frarkrijk geen onwaar woord is Arm Frankrijk In België heeft de tweede lezing van het reeds vroeger door ons besproken wetsontwerp op het Vlaamsch voor de rechtbank, plaats gehad. De liberaal Janson die verklaarde, bij de stemming zich te zullen ont houden, verdedigde een amende ment volgens hetwelk de beschul digde ten vroegste vijf dagen na zijn verhoor door den voorzitter der rechtbank, tezamen met zijn ver dediger voor dien president zou moeten verschijnen om te verklaren of bij in het Fransch of Vlaamsch verdedigd weuscht te worden. En wel met het oog op de aan wijzing der verdedigers-ambtshalve. De minister vrn Justitie, Renkin, noemde dit amendement in strijd met het stelsel, dat de wet invoert en betoogde, dat de rechten der beklaagden gaan vóór het gemak der advocaten Het amendement Janson werd dan ook met 102 tegen 32 stemmen verworpen en het ge- heele ontwerp is daarom met 108 tegen 7 stemmen aangenomen. De liberale partij uit de Belgische Kamer heeft eenstemmig een besluit aangenomen, waarin zij voor België de aanvaarding van den Kongo- staat onder de voorwaarden, in het wetsontwerp neergelegd, onaanne melijk noemt. Men acht nu de verwerping van het wetsontwerp zoo goed als zeker, daar de KathoJieke partij ook niet eensgezind denkt. Een miuisterieele crisis is aan staande. In de moskee van Rabat is van wege Sultan Ab dul. A z i s af gekondigd, dat de stammen Sragna en Simrau de mehalla van Moelai llafld gevoelig geslagen hebben. [Tegelijk worlt vandaar over Tanger geseind dat het hof naar Casablanca verhuist en dat men het met Frankrijk eens is geworden over het weggaan van de Fransche troepen vandaar. Beide zaken staan ongetwijfeld met elkaar in verband Zij kunnen duiden op een volkomen gerustheid, maar met het oog op de aan Moelai toegeschreven aanvalsplannen op Rabat zouden zij ook voor Abdul Azis minder gunstige beteekenis kunnen hebben 1 Te Casablanca gevoelt men zich in elk geval veilig. De Spaansche politie veroorlooft weder den herbouw van huizen rondom de stad. Oostenrijk en Hongarije zijn tegen elkander weer vuur en vlam. Oorzaak is ditmaal de dan wel wat zonderlinge wijze, waarop de Oostenrijksche Rijksraad is op getreden. Dit lichaam dat nog onlangs in breuk maakte op ongeschreven in ternationale wetten, toen het een voorstel der Pruisische regeering ging bespreken, heeft zich nu be zondigd aan een zeer onparlemen taire inmenging in Hongaarsche zaken. Het parlement sprak, n.l. uit dat Hongarije wat beter de rechten van Oostenrijk moest ontzien! De heer Beek, de premier, verklaarde gis teren, dat het Oostenrijksche par lement ver buiten zijn boekje ge gaan was door de inmenging in Hongarije's zaken, en herinnerde den Oostenrijkers er aan, dat zij zelf heel vertoornd zouden zijn als men zich elders met hun interne aangelegenheden bemoeide 1 De motie die het Huis van Af gevaardigden had aangenomen moest de regeering geheel buiten beschou wing latendaarin immers werden aan de Oostenrijksche regeering eischen gesteld, die deze niet kon inwilligen. Deze motie verlangt namelijk óók van de Oostenrijksche regeering dat deze de Hongaarsche zal uitnoodi- gen de Hongaarsche, wet op de nationaliteiten toe te passen Beek verzocht ten slotte het Huis zich voortaan van inmenging in de zaken van Hongarije te ont houden. De zaak is daarmede echter nog niet uit, want op voorstel van Tsjechisch radicale zijde werd be sloten de beraadslaging te openen over deze verklaring van den mi nister-president. Het is alleszins begrijpelijk dat dit besluit geruchten over Beck's heengaan heeft doen ontstaan. Immers al valt deze bespreking eerst na het Kerstreces, dat het voorstel om de verklaring te be spreken werd aangenomen is een gevoelige nederlaag voor de regee- ring. De bladen der Horgaarsche on afhankelijkheidspartij en volkspartij beschouwen nu de verklaring van Beek als niet-voldoende, daar de Oos tenrijksche premier niet de minsto waarborgen geef dat hetgeen ge schiedt is niet weer z^ gebeuren. Het besluit de verklaring van Beek alsnog te gaan bespreken ia oorzaak dat men in Hongarije do zaak nog niet voor afgedaan houdt Dat kan nog wat worden! WEENEN, 19 December. Het Heerenhuis nam heden het verge lijk met Hongarije in alle lezingen aan. LISSABON, 19 December. Amb- tolijk is er een besluit openbaar gemaakt, waarbij administratieve commissies worden benoemd, om vanaf 2 Januari a.s. de bestaande algemeene raden te vervangen. Hetzelfde besluit machtigt do burgerlijke gouverneurs om admi nistratieve commissies te benoemen, ter vervanging, vanaf 2 Januari a.s. van de gemeentelijke en pa rochiale raden. ST. PETERSBURG, 19 Decem ber. Filossoffof, minister van handel overleed hedenavond plotseling, tij dens hij de galavoorstelling in den Marien-schouwburg bijwoonde. PITTSBURG. 10 December. Er bad heden een verschrikkelijke ont ploffing plaats in een mijn, behoo- rende tot de Pittsburg Coal Com pany. De mijn staat in brand. De onderdirecteur der maatschap pij deelde mede, dat er op het oogenblik der ontploffing waarschijn lijk 100 man in de mijn waren, «n dat, naar hij geloofde, allen omge komen, waren. Hofberichten. De datum van het gala-bal ten Hove ter gelegenheid van het a.s. Nieuwjaar is bepaald op Vrijdag avond 2 Januari. H. M. de Koning-Moeder bezich tigde gisteren middag in Pulchri Studio de collectie oude kunst, toe- behoorende aan A Mos te Arnhem. De hertogin van Albany. Gisterenmorgen kwam met de nachtmailboot „Koningin Regen tes" te Vlissingen aan H. K. H. de hertogin van Albany, die met den aansluitendenNoord-Duitschen mail- trein de reis naar Duitschland voort zetten. Onderscheidingen van den Keizer. Z. M. de Duitsche Keizer heeft bij gelegenheid van het bezoek aan Amsterdam, behalve aan de reeds vroeger te zamen of afzonderlijk genoemde Nederlanders, nog aan de onderstaande personen de bij hunne namen vermelde ridderorden of eere-medailles geschonken, t. w. in de ^UILLEIUN. Wordt vervolgd.) V ABONNEMENTSPRIJS: -)ea>1deu voor Haarlem fl.35 Plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Overige plaatsen in Nederland franco per post 1,8& nummers0.05 PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 16 regelsf0.60 (contant) f0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie 4 contant. i ^ij, die zich met 9ang uan 1 Januari S' abonneeren op de tJ-t gratis „QEïLLU- ^D" en de „OFFI- I^ELE KERKLIJST" 'Or alle R. K. Kerken Haarlem en omstre- 'jli ontuangen de tot dag uerschijnende ^mers gratis. Kameroverzicht van gisteren gemaakt van de partij- ?°ver de subsidie aan Open den, die door de partijen I biet zeer kleine meerder- Jrgedreven 11 ons aanleiding tot een .Penbare leeszalen niet steunt. te probeeren of men er wel tegen kan Daarom betreuren we het Kamer votum, dat openbare leeszalen met Rijks-subsidie zal steunen. De een of andere van die inrichtingen moge niet zoo schadelijk zijn, dat kan. Maar 't principe deugt niet voor onsi ^chaper vertelde dat sprookje JPfer óók, en de bierhuis-po- 'jPen het uit. .4 verhaaltje dient nu toch (p een hoek gezet: „Volks- .'hg" heeft met ofl'iciëelen bijopenbare leeszalen" niets dient het Staatsgeld niet .Particuliere inrichtingen er r houden. Want zoo ja, dan Yer niet van te voorzien, ^bibliotheek", elke krant ten erop aanspraak kunnen Hveede wordt nu Staatsgeld li11 instellingen, die een voor °liekcn, gevaarlijk karakter i Ben het ronduit zeggen, want [.grondstelling van onze H. b' e s lezen deugt niet atholieken, is 't zelfs ver- kunnen wij ook niet mee- het steunen van gelegen- alles, rijp en groen, voor eman ter lezing ligt. j.Seen teeken van zwakheid b Pof, zooals de heer Schaper .beweerde. jg wijze voorzichtigheid "ftft aan kinderen geen ge- irktuigen ter hand. neemt geen vergif in, om aitsch van Karl. Ed. Kx.opfer houding verdween eensklaps, 1(ih tot zyne groote verbazing schaone jonge dame in [i'Jden japon bevond. Doch in 6 oogenblik veranderde zijne ,'a eenen hevigen schrik, toen i^de, dat deze dame nog veel :,''henis toonde, dan hijzelf.Zij Hing bleek tot aan de lippen bijna wankelende eene ((dg, terwijl zij een luiden gil y®- Hij strekte de armen uit, (desde, haar in het volgende ltJ? zulien zien neervallen 7 wil, My ladyriep hij, na- ik 1 Engelsch en onwillekeurig titel gebruikende. „Wat 'leb ik u verschrikt?" ^I^eerde zijne hulp af meteen 'Cu- en zocht zich te her- Dr. Clovery zeide mij ik mijnheer Dobransky hier '8. „Onder dezen naam heb van af Shang-Hai gemaakt, ?'g het bevel van mijnen mij benden weldoener." Nu ver- d'eder die onverklaarbare uit- tVu .4 gelaat dier dame «k?" riep zij, met wijd ge- op hem toeloopende, waar bij zij zich op eenmaal van het Russisch bediende. „Gij gij zijt de man, dien ik met zulke buitengewone middelen uit de Siberische gevangenschap, heb bevrijd?" „En gij, Mylady," antwoordde Olfers in dezelfde taal niet minder vlug. „Gij zijt mijne redster geweest, mijne bevrijd ster „En ik leefde in de overtuiging een ander. „Een ander," riep Olfers zuchtend. „Ik vreesde het. maar ik wist niet aan wien uwe hulp gewijd was „Aan Gregor Dimitrijewitsch Koloff" „Koloff?" riep Olfers verschrikt en sloeg zich voor het hoofd. „Aan Koloff! Ko loff! Mijn hemel, hoe dom, dat ik daar aan niet gedacht heb! Dézen naam heb ik in de laatste twee jaren geheel verge ten Koloff, inderdaad Koloff?" „Is die naam u bekend?" „Zeker, want ik heb hem eveneens een tijd lang gedragen." „Gij noemdet u Koloff? Waarom, wan neer?" „In de dagen, toen ik gevangen geno men, en zonder gerechterlijk vonnis naar Siberië verbannen werd. „Wanneer was dat?" „In Juli 1879, dus voor ongeveer twee jaren. Een en twintig maanden duurde mijn gevangenschap; zestien daarvan heb ik in de mijnen van het Algassi-dal door gebracht," „In Juli vóór twee jaren!" herhaalde de dame bijna toonloos. „Hoe kwaamt gij er toe, den naam Koloff aan te nemen Olfers antwoordde slechts aarzelend. „Ik reisde met de papieren van een vroegeren studiegenoot, van mijn vriend Koloff. „Ha, en waarom?" „O r.dat omdat ik reden had, mijn waren naam te verbergen en Koloff zelf mij op de gedachte bracht, onder een anderen naam te reizen. Hij zelf gaf mij zijn eigen pas." „Koloff-zelf? Maar dan begrijp ik alles! Gij naamt dus als gevangene volkomen zijne plaats in; gij werdt in zijne plaats gedeporteerd onder verdenking van Ni hilistische b -drijven. Dus, Koloff, de ware Koloff' bevindt zich volstrekt niet in Si berië, is misschien nooit v..n zijne vrij heid beroofd geweest „Zoo schijnt het. Toen wij destijds te Swensjany. het was op den dag van den aanslag bij Wilna op den hoftrein, van elkander afscheid namen, sprak Ko loff er van, zich naar Moskou te begeven, om daar een ander middel van bestaan te zoeken." „Dan is het misschien mogelijk, dat hij zich nog te Mo-kou bevindt, zondei er aan te denken, dat een ander in zijne plaats het offer van de sno ,dste wille keur en ongerechtigheid werd! „Het is wel mogelijk, dat hij onge stoord te Moskou woont, want over de medeplichtigheid van werkelijke of ver meende Nihilisten komt niet spoedig iets aan het licht. Doch wat zijn onbe kendheid met mijn lot aangaat, steeds heb ik het vermoeden gehad, dat Koloff' toen inderdaad medeschuldig was aan dien aanslag te Wilna en dat hij, om zijne arrestatie te voorko i en, mij zijn pas in handen speelde, om zoodoende gelegenheid te hebben, zich ongemoeid uit de voeten te maken." „Meen mijnheer! dit vermoeden is niet gerechtvaardigd, Koloff was niet schuldig aan dien Nihilistischen aanslag, doch toevallig aan het station te Swensjanij, waar ook ik hem ontmoette. Hij was het slachtoffer van de wraakneming, die een even machtig als boosaardig vijand tegen hem voorbereidde. Ik zeg u immershet was een daad van hemeltergende rechts verkrachting, die Koloff onschuldig naar Siberie moest brengen En om deze mis daad weder te herstellen, bracht ik alles in beweging, om mijn doel te bereiken." „En nu komt gij tot de ontdekking, dat gij al die verbazende moeite voor een onbekende gedaan hebt!" De dame ging nu in een fanteuil zit ten en koelde haar gelaat met een zak doek af. „Als Koloff daardoor niets verliest, dan heb ik er geen spijt van," zeide zij, van lieverlede gerustgesteld. „Want mijne be moeiingen schijnen toch óók een onschul dig veroordeelde ten goede gekomen te zijn," „Men zag mij voor een oproerling en hoogverrader aan, doch ik heb niet liet mingte aandeel aan zulke misdaden," antwoordde hij. „Wie zijt gij dan werkelijk?" „Mijn naam is Oscar Olfers." De dame dacht een weinig na. Olfers overviel haar echter dadelijk met eene tegenvraag. „Mag ik nu eindelijk ook weten, wie ik voor mijne wonderbare redding mijnen zoo innigen dank verschuldigd ben?" „Aan Olga Petrowna Murawin", was het antwoord der Vorstin. „Hoe? freule Murawin? Een zuster soms van den Staatsraad Murawin, die eens de chef was van Gregor Dimitrije witsch Koloff? Ik heb dus de eer met de zuster van zijne Doorluchtigheid „Mijn broeder is sinds anderhalf jaar overleden!" „Hoe, is Vorst Murawin dood?" „Hebt gij nog niets van zijn verschrik kelijk einde vernomen? Hij viel als offer van een nieuwen aanslag der Nihilisten, waarbij eene verdieping in het keizerlijk paleis te St. Petersburg in de lucht ge vlogen is." „Groote hemel I Daarvan weet ik niets. Ik heb het op mijne reis hierheen niet gewaagd, naar toestanden in het vader land onderzoek te doen." De Vorstin hief verbaasd het hoofd op. „Is het mogelijk? Dan weet gij mis- schieu van de buitengewone gebeurte nissen van dit jaar ook niets?" „Hoe zou ik dat? Ik heb op de booten met niemand omgegaan. Ik durfde nauwelijks mijn kajuit ver laten en mij op het dek vertoonen." „Hebt gij dan geene couranten gele zen?" „Neen, ik vermeed de leeszaal op de booten en in de hotels: ik schaamde mij over mijne ongemanierdheid in den omgang met beschaafde menschen. Ik had mij in mijne gevangenschap aan het vrije verkeer met hen ontwend. Ik vrees de overal argwaan op te wekken en de oplettendheid van verborgen gerechtsdie naars op mij te vestigen." „En dus weet gij ook niet, dat de Czaar aller Russen sedert Maart van dit jaar de derde Alexander uit het huis Romanoff is?" „De derde Is Alexander de tweede dan dood?" riep Olfers in de grootste verbazing. Nu vertelde de Vorstin hem van den gruwelijken aanslag waarbij Alexander de tweede door de Nihilisten den dood had gevonden. „Indien deze gebeurtenis vroeger had plaats gehad, dan had ik u bezwaarlyk in uwe vlucht kunnen helpen, want sedert dien tijd is de geheime politie der mate handelend opgetreden, dat ik vrees zou gekoesterd hebben, dat men mijne plannen zou hebben doorzien. Gij moet weten, dat ik voortdurend, sedert den dood van mijn broer Leo Nicolaje- witsch, aan het werk uwer bevrijding ge arbeid heb. Een gelukkig toeval gaf mij eindelijk de middelen aan de hand; ik vond in het bureau van mijn broeder de lijst der politieke gevangenen van het vorig jaar met Koloffs naam, zijn num mer, zijne verblijfplaats en de afdeeling der beambten, waartoe hy zou behooren. Ik was dus niet in twijtel, in welke rich ting ik mijne pogingen moest aanwen den. Maar de verbazend lange weg, de verschillende personen, die gewonnen moesten worden en hoe voorzichtig, hoe uitvoerig ach! Gij kunt u geen begrip makeu van de zwarigheden, die moesten overwonnen worden 1 Meer dan eens scheen alles verloren; de pas aan- gesponnen draden braken vroeger en later en ik waagde eerst op den goeden uit slag te hopen, toen uw telegram uit Shang-Hai aan Dr. Clovery bezorgd was. „Ik weet, dat ik mijnen dank nooit anders dan met woorden kan afdoen, prinses!" „O, niet dien titelHy is mij gehaat. Noem mij naar het oudvaderlandsch ge- brcik van ons volk bij mijn naamOlga Petrowna 1 Ik koester de gedachte om dien door mij gehaten naam voor goed af te leggen en mij hier in het vrye En geland een duurzaam verblijf te zoeken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 1