185
Joh. ter Hoffsteede, notaris te Ooerveen en
daar algemeen geacht en bemind, is dezer dagen
plotseling overltden.
Joh. ter Hoffsteede.
De gemeente Bloemendaal en velen daarbuiten
leden Zondag 15 Dec. een zwaar verlies door het
plotseling overlijden van den heer Joh. ter Hoffsteede.
Was het niemand onbekend, dat de overledene ge
acht en bemind was, op dien dag bleek nog eens
duidelijker, hoeveel trouwe vrienden en warme ver
eerders onze notaris telde. Zijn onverwacht verschei
den was onderwerp van elk gesprek, voorwerp van
ieders treurnis en deelneming. Hij verstond de edele
kunst van weldoen als slechts weinigen, en het is
niet te veel gezegd, dat de meeste inwoners van
Overveen hem door dankbaarheid verplicht zijn.
Voor die hem niet kende, kon hij somwijlen stug
en stuursch schijnen, maar wie hem kende wist,
dat zijn medelijden nooit vergeefs werd ingeroepen.
Hoog ontwikkeld was zijn gevoel van éên-zijn en
meêleven met
zijne medebur
gers. En wat in
onzen tijd van
groot-leven zooge-
makkelijk ver
dwijnt, dat ge
meenschappelijke
van het dorpsle
ven, vond in hem
etn warm verde
diger. Wie van
O verveer's bur
gerij eerlijk voor
uit wilde in de
wereld, dien steun
de hij op de meest
onbaatzuchtige
wijze.
Zijn heengaan
zal door velen
lang betreurd
worden; zijn na
gedachtenis zal in
eere blijven; en
moge God hem
loonen voor wat
hij in stilte goeds
heeft gedaan 1
De Duifsche Keizer in Amsterdam.
't Was onder vreeselijke stortbuien en echt guur
herfstwêer, al was 't dan ook December, dat de
Duitsche Keizer Vrijdag van de vorige week zijn in
trede deed in onze Hoofdstad, ten bezoek bij Hare
Majesteit koningin Wilhelmina.
Maar al die regen en guurheid heeft niet kunnen
dooven de hartelijkheid en warme geestdrift van
ons volk, dat den Keizer een werkelijk-enthousiaste
ontvangst heeft bereid!
Trouwens: de keizer zélf laten we maar rond
uit zeggen is mêegevallenl Er waren er onder
ons volk, die met een zekere onrust, met een beetje
wantrouwen dien grooten heerscher aan onze Ooste
lijke grens gadesloegen en van zijn persoonlijkheid,
zijn energie, zijn durf en doorzettingsvermogen alles
vreesden voor Holland's onafhankelijkheid.
Die zoo dachten zijn bekeerd. Niet, dat ze den
Keizer minder energie en durf toeschrijven. Maar
ze weten ook, dat juist die energie, die geniale eigen
schappen van dezen man van geestkracht en wil
erop gericht zijn om de onafhankelijkheid van ons
vaderland te handhaven!
„Met mijn leven sta ik er voor in, dat onze lan
den zich in vrede zullen ontwikkelen 1" zoo sprak
de keizer de gedenkwaardige woorden bij den luis
terrijken maaltijd die onze Koningin op 't koninklijk
Paleis van Amsterdam den keizer aanbood.
Dit woord heeft ons volk ten diepste getroffen,
evenals trouwens geheel het optreden des keizers
ons goed heeft gedaan en welkom is geweest in alle
opzichten
De bruisende, merkwaardig-warme geestdrift,
waarme de keizer is toegejuicht, toen hij daarop
het balcon van 't Paleis, naast Hare Majesteit Konin
gin Wilhelmina, de toejuichingen der onafzienbare
menigte in ontvangst nam, zijn daarvan voor keizer
en koningin een zeker zeer aangenaam bewijs geweest.
J
Een gedenkwaardig oogenblik: Keizer Wilhelm II met Koningin Wilhelmina op het
balcon van het koninklijk paleis te Amsterdam, stram-salueerend gedurende het „Heil Dirim
Sitgenkranz"terwijl een overtalrijke menigte den Keizer enthousiastisch toejuichte.