Groote Houtstraat 24
't Beste adres voor handschoenen
Glacé Peau de Suêde, Castor - en
Tricot, in alle lengten. -
H. J. VISSER.
A. von der Möhlen
2'i <f
Gr. Markt No- 25 Telefoon No. 1471.
192
Betaald ge2et. Een korporaal van de infanterie
had een koetsier al meermalen duchtig bij den neus
gehad. Het werd zelfs zoo erg, dat de man van de
zweep al wist wat er gebeuren zou, zoodra hij den
militair in de verte zag aankomen.
Maar eens toch kwam de infanterist van een
slechte reis thuis.
„Goeden morgen, Jansen," sprak hij.
„Morgen," klonk het koeltjes.
„Een mooi paard heb je daar!"
„.Ja, 't is een mooi dier," sprak Jansen half wan
trouwig.
„Het trekt zeker goed ook, hé?" vroeg de korpo
raal, ofschoon hij heel goed zag, dat het paardje
nog te jong was om te trekken.
„Uitstekend", klonk het snedige antwoord. „Het
„trekt" zelfs de aandacht van iederen gek, die het
voorbijkomt."
De korporaal ging de volgende maal voorbij, zon
der den koetsier Jansen tot een voorwerp van zijn
spotlust te maken.
Een goed gekozen uergelijking. Bekend milli-
onnair (tot een bedelaar). Maak dat je wegkomt,
of ik laat je de deur uitwerpen.
Bedelaar (op een afstand). Nu, nu, mannetje,
maak maar zoo'n drukte niet! Het eenige verschil
tusschen ons beiden is, dat gij aan je tweede
millioen bezig zijt en ik nog aan mijn eerste!
Hij moest het niet laten merken. Een Engelsch
diplomaat had zich eens voorgenomen, een groote
volksvergadering te bezoeken, maar ongelukkig werd
hij onderweg opgehouden en kwam eerst tegen het
einde. Toen hij binnentrad, zongen de aanwezigen
juist allen staande het Engelsche volkslied, en of
schoon de diplomaat een stem had als een gebarsten
pot, stemde hij toch terstond uit volle borst mede in.
„Zeg meneer," zei een werkman naast hem, met
'n veelbeteekenend knipoogje, „dat u niet zingen
kunt, daar kunt u natuurlijk niets aan doen, maar
laat het ten minste al de menschen hier niet merken."
Met een kluitje in het riet gestuurd. „Zeg waarde
heer," sprak een opgeblazen jongmensch tot een er
varen financier op de Beurs, „kunt u me geen goed
artikel opgeven om te speculeeren?"
„Jawel," klonk het antwoord, „koop thermometers
op, en verkoop ze, als het snikheet is."
„He, waarom dan juist?" klonk de vraag van den
fat, die nog maar half begreep, dat hij beetgenomen
werd.
„Wel, dan zijn ze immers het sterkst gerezenl"
klonk het antwoord van den bankier.
De belasting op onze luclitkasteelen betalen we
veelal in tranen.
Naïf. A. Voor wie bewaar je die sigarenpuntjes?
B. Voor de arme weeskinderen.
A. Wat, rooken die bengels dan ook al?
°P de
courai|j
9en di
Hoe hij zich er uit redde. „Op mijn laatste reis
over den Stillen Oceaan kwamen we langs een eiland,
dat rood zag van de kreeften.
„Maar waarde heer, kreeften zijn toch pas rood,
als ze gekookt zijn?
„Nu ja, maar er waren op dat eiland ook een
verbazend aantal heete bronnen."
Juist daarom. Chef. Mijnheer Meier, ge hebt den
sleuiel op de brandkast laten zitten.
Mijnheer Meier: Nu ja, er is immers toch
niets in
Chef: Maar kerel, juist daarom mag de sleutel
er niet op blijven steken, begrijp je dat dan niet?
Hiet juist uitgedrukt. Een vroutv van het platte
land, die met iemand in de stad getrouwd is, staat
met haar kinderen in den dierentuin voor den
rhinoceros.
„Jelui hebt het toch maar goed, kinderen," sprak
ze. „Doordat je in de stad woont, zie je nu al van
alles. Ik heb, moet je weten, voor het eerst een rhino
ceros gezien, toen ik je vader leerde kennen!"
Te weinig uertrouwen. Bezoeker van een ge
vangene: En behandelen ze je hier nog al goed?
Gevangene: Ja, dat gaat wel. Over het eten
en drinken heb ik volstrekt niet te klagen. Maar
't is jammer, dat men mij hier niet vertrouwt. Ik
krijg niet eens een huissleutel.
Struikroover (den reiziger een pistool op de
borst zettend): Mijnheerrrr, geef mij vrijwillig uw
geld over, opdat ik mijn geweten met geen diefstal
bezware.
Tijd is geld. Mama (tot haar zoontje, die bij de
piano de maat meetelt): Zeg Maurits, sla toch een
beetje gauwer, de pianoles kost vijf gulden per uur.
Aanmoediging noodig. Bedelaar (tot een heer, die
hem maar een cent geeft). Och meneer, geeft u
me toch een beetje meer. Ik ben pas een beginner
en verlies anders zeker den moed!
Boosaardig. Een rijk oom vermaakte heel zijn ver
mogen aan zijn neef, op voorwaarde dat deze zich
ieder jaar op den sterfdag van zijn oom een tand
zou laten trekken en daardoor met niet-gehuichelde
smart aan den dood van den erflater denken zou.
Droeuig uooruitzicht. „Zeg eens, waarom zie je er
zoo somber uit?" vroeg een man aan zijn buurman,
die als echte pessimist bekend stond.
„Ik heb zooeven gelezen," was het antwoord, „dat
over zestig millioen jaren de zon geen licht meer
zal geven, en als mijn kruidenier dat nu hoort,
slaat hij bepaald den prijs van de parafine op".
TELEFOON 49 0.
HAARLEM.
SPECIALITEIT
Witte en Tricot Goederen.
Rokken en Blouses.