DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Nieuwjaarsadvertentiën.
Hisider'litsiswest 3i»33, Haarlem
J
25 CENTS
Venite adoremus...
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Dinsdag 24 december 1907.
No. 6771, 328to Jaargang,
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem f 1.35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8(1
Afzonderlijke nummers0.05
Bureaux Van Redactie en Administratie:
Enterc. Telefoonnummer 1426.
PRIJS DER ADYERTENTIËN:
Van 1—6 regels f0.60 (contant) f0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
Dit nummer bestaat uit
tffiee bladen.
EERSTE BLAD.
Zij die zich met 1 januari
°p de „Nieuwe Haarlemsche
Courant" abonneeren ontuan-
9en de tot dien datum uer-
üerschijnende nummers gratis.
In het nummer dat 31 De
cember verschijnt, zal wor
den opgenomen een rubriek
N ieuwjaarsadvertentiën,
Waarin belanghebbenden voor
den geringen prijs van
Hun Nieuwjaarsgroet
3an familie, vrienden en be
gunstigers kunnen aanbieden.
De bezorgers der courant
'lemen deze advertentiën aan.
hemel was nedergedaald om de
wereld te verlossen.
Venite adoremus....
Komt, en laten we aanbidden!
Aanbidden heL Goddelijk kind,
dat geboren werd in lijden, en
leefde in armoede en vernedering
en vervolging, en stierf in schande
en verguizing.
Aanbidden het zwakke, hulpe
looze wicht dat in doeken gewik
keld op het stroo werd nederge-
legd en van de menschen werd
vergeten.
Aanbidden het kleine schepseltje
dat daar in een schuilplaats op het
land haast overwacht ter wereld
kwam, zoon van een arme moeder,
die aan een eenvoudig ambachts
man was getrouwd.
Want dat kind van smarten, in
smarten geboren en tot den dood
toe in lijden levende, was de Hei
land der wereld.
Dat zwakke wicht, vergeten door
de menschen, was de Koning van
hemel en aarde.
Dat kleine schepseltje was de
Zoon Gods, God-zelf, de Heerscher
en bestierder van eeuwigheid en
tijd.
„Komt, en laten we aanbidden..."
Dat is de Kerst-stemming, die
ons bezielen moet, nu 't Hoogfeest
Van Christus'geboorte daar is.
Nederig en dankend, verheugd
en vol ontzag, eerbiedig doch vol
Vertrouwen staan we nu aan de
kribbe van 't Christuskindje in den
armen rotsstal van Bethlehem, in
kouden winternacht.
En onze eerste gedachte, onze
eerste neiging, is een aanbiddend
Uederzinken voor de almacht Godf
die zich toont in deze grootsche
gebeurtenisGod, die mensch werd
om ons te verlossen en te heiligen,
de Koning van het heelal, die als
een arm kindje wilde geboren
Wordt n om een leven van lijden te
leven voor ons heil....
Sedert dien eersten Kerstnacht
in Bethlehem's stal is er veel ver
anderd
Wél zongen de Engelen bet.
„Gloria in excelsis"aan God in
den hemel zij eere gegeven, wè.
droegen Koningen uit het verre
Oosten koningsgeschenken aan,
toaar die Engelen brachten de
herders van het veld in verbazing, en
die Koningen waren slechts een voor
gaande verschijning. Want in waar
held: het arme kindje uitBethleheru's
stal was voor ieder die het zag, en
die niet van boven de wetenschap
bad van 't groote geheim dat hier
Vervuld werd, slechts een broze,
nietige sterveling, een behoeftig en
hulpeloos wicht, uit arme ouders
geboren.
Daar om dien rots-stal heen
knielden geen menschen neder op
den eersten Kerstnachtverlaten
en vergeten van allen, wilde de
Heiland geboren worden, geheel
Anders dan de Joden den Zoon van
David verwachtten.
Doch nu, meer dan negentien
eeuwen later, wordt de geboorte
Van den armen Jezus gevierd over
heel de wereld.
Nu staat in onze kerken, ja in
elk Katholiek gezin, 't kribje ter
herinnering en leering en eerbe
tuiging opgesteld, en verlichten we
het met kaarsen en lampen.
Nu knielen we rond de Kerstkribbe
Keer en zingen van het arme Jezus-
kindje dat de Redder der wereld
tvas, en bidden tot het arme wicht
God-zelf, die kwam tot verlossing
^an de menschheid.
Nu juicht de Katholieke Kerk
viert deChristenheid haargrootste
!eest: 't arme kind van Kerstnacht
God, de kribbe van Bethlehem
^as de troon van den Allerhoogste,
!'e stal waarin Hij geboren werd,
de verblijfplaats geweest van den
Messias, Gods Zoon, die uit den
Aanbidden, dat is het eerste
waartoe we ons geneigd voelen, nu
het Kerstfeest weer daar is, en we
't grootste jubelfeest van Christus'
Kerk gaan vieren in c nze versierde
kerken en onze huizen.
Aanbidden het arme wicht in 't
kribje de eerbewijzen der Godde
lijke majesteit brengen aan een
hulpeloos, pasgeboren kindje!
Juist in de grootheid der tegen
stelling voelen we de groote betee-
kenis van het geheim der Mensch-
wording
Maar tevensdoor die ongekende
vernedering van God, di( een klein
kind voor ons heeft willen worden,
voelen we ons ook bemoedigd om
tot Hem te gaan en ons aan Hem
te wijden en voor ons en de onzen
Hem te bidden.
Door de vernedering der Meusch-
wording is God-zelf zooveel dichte:
gebracht bij ons, door de aanneming
van onze sterfelijke natuur is hei
mogelijk geworden, dat wij den God
van hemel en aarde nu na staan
en ons tot Hem wenden durven.
En nu kunnen we onze mensche-
lijke natuur laten meespreken in
teer gevoel voor dat kleine wichtje
in Bethlehem's stal.
Nu kunnen we vol vertrouwen
gaan tot den stal van Kerstnacht
en vragen wat we noodig hebben
van den God, die mensch werd
als wij, die aannam onze nooden,
onze sterfelijke broosheid, onze
levens-ellende.
Vooral op den herdenkingsdag
van Jesus' Menschwording, op 'i
Hoogfeest van Kerstmis-zelf, gaan
we op naar de kribbe.
En we knielen neer voor dat
Christuskindje en we bidden oin
verlossing en uitkomst, om genezing
en troost, om stoffelijk heil en
geestelijke redding. Dat durven
we doen, omdat nu de God van
grootheid wilde zijn als wijeen
mensch tevens, arm en hulpeloos,
nederig en verlaten.
Venite adoremus!
Voor ons allen is het niet alleen
wenschelijk en gemakkelijker, maar
het is een plicht nu, op te gaan
naar de kribbe van den pasgeboren
Heiland, on Hem te aanbidden I
Dat het gebed van Haarlem's
Katholieken in deze heilige dagen
ook in dezen geest moge zijn
met schroom en eerbied, nederig
en vol ontzag, maar ook dankend
en vol vertrouwen, dat mogen
wij ongetwijfeld als wensch en bede
uitspreken op 't Kerstfeest van 1907.
Algemeen Overzicht.
We hebben dezer dagen melding
gemaakt van het sensationeele ver
haal der Fransche „Matin", die mi
rakel riep over de gebeurtenissen
in het dorpje Brin, waar op de H.
Hostie een wonderbaarlijke Christus
figuur werd grzieu.
E11 we zeiden toen erbij aller
grootste reserve is natuurlijk noo
dig, maar omdat zoc vele Fransche
bladen het geval vermeldden, wilden
we het onzen lezers niet achter
houden.
't Blijkt nu, dat er van een mira
kel volstrekt niet kan worden ge
sproken.
Naar „De Tijd" toch mededeelt,
heeft de bisschop van Nancy, tot
wiens jurisdictie het dorpje Brin
behoort, in de „Semaiue Roligieuse"
van het diocees officieel doen aan
kondigen, dat na nauwkeurig onder
zoek de verschijning van het fi
guurtje op de hostie moet toege
schreven worden aan een schaduw
beeld, dat sich vormde als een
monstrans tusschen de kaarsen van
het altaar werd geplaatst. Een ge
nomen proef bewees, dat zich het
verschijnsel ook bij een niet-gecon-
sacreerde hostie voordeed. De scha
duw, dia iu omgeving wisselde en
afhankelijk was van de lichtspe
lingen der minder of meer nabij
geplaatste kaarsen, werd gevormd
door het rand- of sierwerk rondom
de lunula. Eeuige lichtbeelden van
een priester amateur-photograaf
hadden spoedig het duistere geval
begrijpelijk gemaakt.
Na de vermelding van de feiten
in ons eerste bericht hierover, is
het noodig deze tegen spraak te
plaatsen. Het geval is hiermede uit.
Het bewijst in ieder geval alweer
één dinghoe wij, Katholieken, niet
maar dadelijk evenals de „Matin"
bij zoo'n gebeurtenis „mirakel!"
roepen, maar alle omstandigheden
en feiten dichtbij en nauwkeurig
onderzoeken, eer we ooit tot iets
bovenzinnelijks durven .besluiten
Adres dit aan de ongeloovigen,
dio ons zoo vaak lichtvaardigheid
verwijten!
Wie wel eens het mooie Zuiden
van ons land heeft bezocht, met
name de prachtige bosschen van
Vaals en Let zoo bekende „Vier-
landerpunkt", die kent ook het
zonderlinge stuks grond, dat als
„neutraal gebied" overgeschoten is
toen België en Duitschland daar
den koek aan 't deelen waren, en
dat nu voor smokkelarij en soms
voor nog erger soort van ongerech
tigheden een eldorado is.
Dat „neutraal gebied",'t bekende
Moresnet, sinds 1830 den beiden
buren Duitschland en België veel
zorg baarde, zal nu binnenkort
tot de geschiedenis behooren.
Het heeft veel om het lijfgehad,
schijnt het, om tot die regeling te
komen.
De paar dorpjes die op den lap
grouds liggen en de paar honderd
inwoners die de meest ware „neu-
traleu" zijn die men maar kan be
denken, waren natuurlijk met hun
halfslachtigen toestand best tevre
den, omdat ze nu het mes van
beide kanten konden laten snijden,
zonder allen last te dragen.
Dat was nu wel in den laatsteu
tijd eenigzins anders geworden.
De dienstplicht b.v., was door
een onderlinge overeenkomst tus
schen België en Duitschland reeds
ann Pruissen opgedragen: de Mo
resnetter9 krijgen da pickel-
haube op, sinds een paar jaar.
Nederland, dat met één puntje
ook aan Moresnet paalt, heeft er
nooit iets over te vertellen gehad,
dit in het voorbijgaan.
Intusschen, zooals gezegd België
en Duitschland zijn het nu einde
lijk eens geworden: Moresnet komt
in zij n geheel aan Duitschland, ter
wijl België een stuk grondgebied
als schadeloosstelling krijgt.
Daarmede is de grappige en cu
rieuze historie van Moresnet uit.
Eu 't „Vierliïnderpunkt", tevens
het „hoogste punt van het Neder
land", verliest z'n eerste en zeer
zeldzame «igenschap.
En de bezoekers van onze zui
delijke Limburgsche grens hebben
een eigenaardigheid minder!
Wanneer zullen Nederland en
België nu die andere eigenaardigheid
en curiositeit opruimende aller
dwaaste toestand in Baarle-Hertog
en Baarle-Nassau nabijTilburg, waar
allerlei brokjes Belgisch grondge
bied midden in een Nederlandsche
gemeente liggen, zoo dat de men
schen vaak zeif haast niet weten
waar 't eene, en waar 't andere
grondgebied begint of eindigt?
In II o n g a r ij e hebben wat
nieuws! de ministerpresident
en een lid van zijn kabinet dat
eerst ontslag heeft genomen, de
oud minister Polonyigedu
elleerd Op den sabel nog wel I Het
duel dat gisteren heeft plaatsgehad,
is echter afgeloopen als de meeste
van die „eere zaken" uitloopen
zonder ander resultaat dan een
verzoening achteraf. Geraakt heb
ben ze elkander niet. Maar aan de
eer schijnt voldaan. gelukkig!
Iu Perzië betert de toestand
wat. De Sjah heeft aan den En-
gelschen en aan den Russischen
gezant, die hem eens gepolst hebben
of. ernstig onderhouden waar
schijnlijk, verteld dat hij volstrekt
niet tegen een constitutie is
Weineen, integendeel zelfs!
Nieuwtjes in drie regels
Het vieze proces-Harden loopt lee-
lijk voor Harden af. Praatjes en onbe
wezen beschuldigingen blijken 't.
De Belg Joris, indertijd verdacht van
den aanslag op Sultan Abdul Hamid,
heeft nu gratie gekregen.
Tot Pauselijk gezant te Brussel is be
noemd Mgr. Tacchi, apostolisch delegaat
van den H. Stoel te Konstantinopel.
Ook in het Hongaarsche huis van
afgevaardigden is nu de „Ausgleich" en
de quotenwet voorgoed aangenomen.
Te Sint Petersburg is weer een
revolutionaire organisatie die een aan
slag in den zin had, ontdekt.
Op een pelgrimsschip, op reis
naar Mekka, zijn te Konstantinopel
cholere-gc vallen voorgekomen.
Moelai Ilafid aldus't jongste
Marokkaansche nieuws is op weg
naar Fez om zich te laten kronen.
Een standbeeld voor Frederik Hendrik.
Gisterenmorgen waren H. M. de
Koningin met H. M. de Koningin
Moeder en Z. K. II. de Prins op het
voorplein van Het Huis ten Bosch
te 's Gravenhage bijeen, waar H. M.
uit handen van den Duitsche Gezant
Von Schlözer, het Keizerlijke ge
schenk aanvaardde, het gedenk-
teeken van Frederik Hendrik.
De onthulling geschiedde met
eenige plechtigheid en in het bijzijn
van tal van autoriteiten.
De Duitsche Gezant sprak bij de
overdracht de volgende toespraak
„In opdracht van Zijne Majesteit
den Keizer, mijn allergenadigsten
souverein, draag ik Uwe Majesteit
het beeld over van den b( roemden
vorst Frederik Hendrik van Oranj e,
den roemrijken voorvader van Uwe
Majesteit en Zijne Majesteit den
Keizer, en wiens krijgslauweren
onder de zegenrijke regeering vau
Uwe Majesteit iu vredespalmen
zijn veranderd. Dit standbeeld is
een beeld van den dank voor al het
groote en nobele dat Z. M. den
Keizer tegen blink!- uit de voor
vaderen van het Huis van Oranje,
maar het is tegelijkertijd een monu
ment van de vriendschap welke
Uwe Majesteit en Zijne Majesteit
den Keizer verbindt in 't belang
van den wereldvrede.
Met diepen eerbied draag ik Uwe
Majesteit het monument over. Moge
het neerzien op eene lange en luis
terrijke regeering van Uwe Maje
steit, tot zegen van het schoone
Nederland en tot zegen van het
edele Nederlandsche volk."
Deze slotzin sprak de heer Von
Sc lozer, die zich in de Duitsche
taal uitdrukte, in het Hollandsch.
Deze slotwoorden werden blijkbaar
door de Koninklijke familieleden
en alle aanwezigen met bijzonder
welgevallen aangehoord. H. M. de
Koningin richtte zich onmiddellijk
tot den gezant en hield in de moeder
taal de volgende korte toespraak
„Ik verzoek uwe excellentie bij Z.
M. den Keizer de tolk te willen
zijn van mijne diep gevoelde dank
baarheid voor dit zo vorstelijk en
zooveel beteekenend geschenk, Mij
door uwe tusschenkomst aangeboden.
Ik geef U de verzekering dat ik de
gevoelens die Z. M. geleid hebben
tot het schenken van dit standbeeld
van onze gemeenschappelijken voor
vader hoogelijk waardeer. Dit stand
beeld zal een kostbaar pand zijn
van de vriendschap van uwen
doorluchtigen souverein voor mij
en mijn volk."
Na dit antwoord begaf Koningin
Wilhelmina zich naar een op korten
afstand van haar geplaatst salon
tafeltje, waarop H. M. door het
trekken aan een koord het kleed
dat het gedenkteeken omhulde, deed
vallen, zoodat het beeld thans voor
iedereen zichtbaar werd.
Op het oogenblik der onthulling
liet de muziek het Wilhelmus der
oude toonzetting weerklinken en
toen besteeg de Duitsche gezant de
irappen van het monument en legde
uit naa n, van den Keizerlijken
schenker een lauwerkrans, die aan
een Oraujelint was bevestigd, aan
den voet vau het standbeeld. Op
dat oogenblik viel de muziek weer
in, maar thans met het plechtige
„Heil dir irn Siegerkranz."
Zoowel de Koningin, de Koningin-
Moeder en de Prins bei iehtigden
hierop het historisch gedenkstuk
aan alle zijden, onder begeleiding
en voorlichting van |den gezant.
De Ministerraad.
Naar men verneemt is in den
gisternamiildag gehouden buiten
gewonen Ministerraad, naar aanlei
ding van de verwerping van de
Oorlogsbegrooting, nog geenerlei
definitieve beslissing genomen. De
vergadering duurde van halfvier
tot over halfzeven.
Vertrek van den Duitschen gezant.
De ondubbelzinnige sympathie,
welke de naar München verplaatste
Duitsche gezant bij ons Hof, de heer
C. von Schloezer, en zijne gade
tijdens hun vijfjarig verblijf in de
residentie in zeer breeden kring
hebben weten te verwerven, spie
gelde zich gistermiddag af in het
Staatsspoorstation, te 's Gravenhage
toen zij te 4 uur voor goed 's-Gra-
venhage verlieten.
De Minister van Buitenlandsche
Zaken, de voorzitter der Tweede
Kamer en vele andere autoriteiten
leden van het corps diplomatique,
leden van de beide hofhoudingen,
dames en heeren uit de kringen
der Duitsche kolonie, bestuurs- en
andere loden van de Duitsche
Vlootvereeniging te 's Gravenhage,
het voltallige personeel der Duitsche
legatie, enz. enz. verdrongen zich,
eerst in de wachtzaal, daarna op
het perron om de vertrekkenden,
ten einde op de meest hartelijke
wijze afscheid te nemen.
Mevrouw Von Schloezer kon het
aantal bloemstukken, dat haar bij
deze gelegenheid werd aangeboden,
niet torschen; het vulde voor een
groot deel de spoorwegcoupé.
Uit de Staats-Courant.
Bij Kon. besluit zijn benoemd:
tot gewoon hoogleeraar in de anor
ganische en de physische scheikunde
aan de Technische Hoogeschool te
Delft, dr. W. Reinders, leeraar aan
de hoogere burgerschool te Breda.
Tot ridder in de orde van Oranj e-
Nassau: W. Moelker, voorzitter der
Toolsche Visscbersvereenigin'g, te
Tholen, en A. A. E. C. Voeten,
secretaris der gemeente Philippine
C. P. J. Stam, procuratiehouder
bij J. Duyvis, stijfselfabrikant, te
Koog aan de Zaan.
De aan de orde van Oranj e-Nassau
verbonden eere-medaille, in zilver
aan: D. Verschure, secretaris der
Visschersvereeniging te Yerseke en
N. RammelooKusse, mosselbaas,
te Philippine.
Audientiën. De gewone audiëntie
van den Minister van Financiën
zal op Donderdag '26 December a.s.
niet plaats hebben.
De gewone audientiën van de
Ministers van Marine en Koloniën
zullen op Vrijdag 27 December
niet plaats hebben.
Mr. A. A. de Pinto overleden.
Men meldt ons d.d. 23 December
uit 's Gravenhage
Een man van beteekenis is heen
gegaan.
In den ouderdom van 79 jaren
is na langdurige ongesteldheid, in
het gemeente-ziekenhuis, waar hij
sedert eenigen tijd ter verpleging
was opgenomen, overleden, mr. A.
A. de Pinto, vice-president van den
Hoogen Raad.
Bestrijding der tuberculose.
Men meldt uit Utrecht:
Onder voorzitterschap van jhr.
S. M. S. de Ranitz vergaderde gis
teren in het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen de Nederlandsche
Centrale Vereeniging tot Bestrijding
der Tuberculose. In zijn openings
woord zeide de voorzitter, dat deze
bijeenkomst in de eerste plaats gold
een afscheidsvergadering voor het
centraal-comité en een eerste aan-
vangssamenkomst van de Neder
landsche Centrale Vereeniging. Het
doel, waarmede voor vier jaren het
centraal comité werd opgericht
was, uitsluiting te verkrijging
met de internationale ver
eeniging te Berlijn, welk doel ook
werd bereikt. Sedert is er merkbara
vooruitgang gekomen in de bestrij
ding der tuberculose, nam de belang
stelling in deze zaak gaandeweg
toe, wat spreker nader uiteenzette.
In den raad van bestuur der
nieuwe Ned. Centr. Vereeniging
werden gekozen de heeren: ds. F.
C. Fleischer, doopsgezind predikant
te Makkum; dr. A. H. Heantjens,
arts te Putten; dr. R. de Josseliu
de Jong te Rotterdam; H. P. W.
Smit, referendaris aan het depar
tement van Financiën te 's Graven
hage; prof. dr. C. H. H. Spronck
te Utrecht; dr. G. A. M. van
Wayenburg te Amsterdam; B. A.
Wins te Amsterdamdr. J. A.
Wijnhof, arts te Utrecht.
Het dagelij ksche bestuur werd
samengesteld uit de heeren dr. Nolen,
prof. Nolen, prof. Pel, dr. De Josselin
de Jong. voorzitter, jhr. De Ranitz,
ondervoorzitter, dr. Pijnappel, secre
taris, dr. Van Gorkum.
Gemengde Berichten.
Twee brutale inbraken
te Amsterdam. Er zijn in den
nacbt van Zondag op Maandag
wederom twee zeer brutale inbra
ken gepleegd, thans in het hartje
van Amsterdam op Koningsplein
20 en hoek Heereugracht 439.
De dieven uit alles blijkt dat
meer dan één persoon aan het werk
is geweest hebben zich op de
Heerengracht 439 toegang verschaft
door de buitendeur te forceeren. Zij
zijn toen de trappen opgeklommen,
waarna ze de deur forceerden, toe
gang gevende tot het kantoor der
Levensverzekering-Maatschappij De
Standaard en de Assurantie- Maat
schappij „Phoenicia". En op dat
kantoor zijn ze na de noodige voor
zorgsmaatregelen op hun gemak
aan het werk getogen. Ze werkten
bij kaarslicht. Ze verplaatsten daar
toe het zware schrijfbureau tot bjj
de brandkast en hingen daar klee-
den overheen, om daarachter hun
werk aan de brandkast te beginnen.
Met groote handigheid wisten ze
de sloten uit te boren. Doch ze von
den slechts een paar pandbrieven
waarvan de nummers bekend zijn,
en eenig gangbaar geld, ongeveer
f 25. Vervolgens stelden de dieven
een onderzoek in het schrijf bureau
in, doch ook daar niets, dan 2
kistjes sigaren.
Vervolgens trachtten zij beneden
hun slag te slaan in het kleeder
magazijn van den heer P. M. Broek
mans.
Op de eerste verdieping hebben
ze een paneel uitgezaagd. In de
heeren en damesafdeeling, door een
ijzeren deur van elkaar gescheiden,
hebben ze die deur geforceerd een
maal zoo ver gevorderd, konden ze
zonder eenige moeite het kantoor
bereiken. Ook hier begaf hun de
voorzichtigheid niet, die ze tot dus
ver ten toon spreidden. Vóór met
hun verdere werkzaamheden te be
ginnen, hingen zij voor een raampje,
door de etalage uitzicht gevende op
straat, eenige jassen, zoodat hun
nachtelijk werk voo.- de buiten
wacht onzichtbaar was. Vervolgens
legden jse de in het kantoor staan-
MEUK HURLEMSGHE COUUUfT