197 Een ureeselijk auontuur. Het stoomschip „Majestic" had twee dagen gele den de haven van Southampton verlaten. De zee was kalm en de verveling der zeereis had zich van de passagiers nog niet meester gemaakt. Toch begon de eentonigheid van het uitzicht op lucht en water reeds haar invloed te doen gevoelen. Maar die kalmte en eentonigheid zouden spoedig door een vreeselijk avontuur verbroken worden. Plotseling stormde een reusachtige gestalte met vlammende oogen, de haren woest dooreen en het gelaat zwart van koolstof het opperdek over. Gillend namen de vrouwen de vlucht, en zelf3 de mannen verbleekten voor die vreeselijke ver schijning. Vlak achter den woedenden man kwam de scheeps dokter, de heer French. Hij had terstond begrepen dat de man krankzinnig was, en hoopte alleen nog dat de frissche zeelucht den ongelukkige wel tot kalmte zou brengen. En inderdaad, voor een oogen- blik scheen het ook zoo te gaan. Eenigszins tot rust gekomen, liet de krankzinnige zich door den dokter naar diens hut geleiden. De moedige arts noodigde den man uit rustig te gaan zitten, maar opeens keerde de woeste uitdrukking weer op het gelaat van den krankzinnige terug. Eer dr. French wist wat er gebeurde, vloog de deur dicht, de sleutel werd omgedraaid en de geneesheer bevond zich in de macht van den woedenden gek. Een mooie wegwijzer. 1. Vier heeren uit de stad waren verdwaald en vr< een boer naar den weg. „Maak je gereed om te sterven," klonk het nog maals. De mannen daar buiten voelden zich een koude rilling door de leden gaan. Het minste bewijs van angst en de krankzinnige zou ongetwijfeld toe- stooten. Maar de man, met wien de stoker te doen had, was geen lafaard, en zag zijn vijand kalm en schijn baar onbevreesd in de oogen. Hij stak een lucifer aan en terwijl de kreten van den gek al luider en dreigender werden, blies hij kalm blauwe rookwolkjes de lucht in en scheen aan geen gevaar te denken. Maar zijn oogen gingen voortdurend heen en weer van het mes naar het plafond. Daarboven was men bezig een stuk van het plafond los te schroeven, en plotseling drong den dokter een scherpe peper- lucht in den neus. Een wolk van die fijne specerij daalde op den krankzinnige neer. Woedend deed deze een uitval, maar door de peper verblind, stak hij in het wilde om zich heen en het viel den dokter niet moeilijk hem te ontwijken. Het volgende oogen- blik bezweek de deur door de krachtige pogingen van de mannen daar buiten, en spoedig was de gek nu overmand en onschadelijk gemaakt. Toen rookte de dokter zijn sigarette verder op. Socrates ®n de dokters. Een man, gewapend met een bijl, komt achter den Griekschen wijsgeer Socrates aangeloopen en zet een anderen man achterna, die zich zoo snel mogelijk uit de voeten tracht te maken. Houd hem 1 houd hem 1 roept de eerste man So crates toe. Socrates echter verroert zich niet. Zeg! schreeuwt de man met de bijl, hadt je hem niet kunnen beetpakken? Het is een moordenaar. Een moordenaar? Wat verstaat g3 daaronder? Houd u maar niet zoo onnoozelEen moordenaar is een man, die doodt. Dus een slager 1 Oude gek 1 Een mensch, die een ander mensch doodt! O zoo; een soldaat 1 Domkop I een mensch, die een ander mensch in vredestijd doodt. Nu begrijp ik het: een scherprechter! Ezel! Een mensch, die een ander mensch in dier.s woning om het leven brengt. Juist; een dokter. De man met zijn bijl zette zijn weg voort in de overtuiging, dat hij met een krank zinnige te doen had. Er lag een groot mes op de tafel, dat de dokter zoo gauw niet gezien had. De krank zinnige greep het, en gelastte den dokter op ru wen toon, zich tot den dood voor te bereiden. Er heerschte een doodsche stilte in de kajuit. Ongewapend, zonder eenige kans op ontsnapping, stond de dokter daar en keek den reusachtigen stoker aan. Zich op den man werpen en trachten hem te ontwapenen, zou stellig een zekeren dood beteekenen. Om hulp roepen zou niet baten. Want de kapitein en eenige matrozen stonden voor de deur, maar durfden de hut niet binnendringen, uit vrees dat de krank zinnige er dan terstond een einde aan zou maken. De dokter begon langzaam een sigarette te rollen, terwijl de krankzinnige onder dreigende kreten maar voortdurend met het mes zwaaide. - 2. „Ja heeren," sprak de boer, „dan snijdt ge een heel stuk af!K .-...v.'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 15