Openbare Godsdienstoefeningen in de R.K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen. Naaml. Venn. „Drukkerij de Spaarnestad." v«n tot 0 regelsf 1.20. No 65 2e Jaargang Gratis voor de Abonne's van „Nieuwe Haarl. Courant" en „Stad en Land." Zondag 29 December. DER ZONDAG ONDER HET OCTAAF VAN KERSTMIS. Evangelieverklaring. ZONDAG ONDER HET OCTAAF VAN KERSTMIS. Twee en negentigste Conferentie. DE OFFICIEELE KERKLIJST UITGAVE VAN DE ADVEETENTIËN: K1NDERHUISVEST No. 31 33. HAARLEM. Ingezonden mededeelingen tusschen den tekst ten j DirecteurE. H. M. v. d. GRIENDT. minste 5 regels fl.50; elke regel meer 0.30. ABONNEMENTSPRIJS: Per week 5 Ct. Per Kwartaal40 Ct. Franco per post per kwartaal50 Ct. Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 29 Juni 1881 (Staatsblad No. 124,) Les uit den brief van den H. apostel Paulus aan de Qalatiërs; IV, i7. Broeders I Zoo langen tijd de erfge- ■aam kind is, verschilt hij niets van een dienstknecht, ofschoon hij heer van alles is; maar hij staat onder voogden en verzorgers tot aan den tijd, door zijn vader te voren be paald. Zoo ook waren wij, zoo lang wij kinderen waren, dienstbaar onder de eerste beginselen der wereld Maar toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God zijnen Zoon, gewor den uit eene vrouw, geworden onder de Wet, gezonden, opdat Hij hen die onder de Wet waren, zoude vrijkoopen, opdat wij de aanneming tot zonen zouden verwerven. En omdat gij zonen zijt, heeft God den Geest van zijnen Zoon in uwe har ten gezonden, die roept: Abba, Vader 1 Dus is het niet meer dienst knecht, maar zoonindien nu zoon, dan ook erfgenaam door God. Evangelie volgens den H.Lucas; 1133—40. In dien tijd verwonderden zich Jozef en Maria, Jesus' Moeder, over hetgeen van Hem gezegd werd. En Simeon zegende hen en sprak tot Maria zijne Moeder: Zie, deze is ge steld tot val en tot opstanding van velen in Israël, en tot een teeken, dat zal worden tegengesproken, (en door uwe eigen ziel zal een zwaard gaan)opdat uit vele harten de gezindheden openbaar worden. Er was ook eene profetes. Anna, dochter van Phanuel, uit den stam van Aser. Deze was ver op hare dagen gekomen en had, van haren maagdelijken staat af, zeven jaren met haren man geleefd. En zij was eene weduwe van vier en tachtig jaren, die niet week uit den tempel, in vasten en gebeden dienend, nacht en dag. Ook zij, ter zelfder ure daarbij komend, loofde den Heer en sprak van Hem tot allen, die Israel's verlossing verwachtten. En toen zij alles volbracht hadden volgens de Wet des Heeren, keerden zij terug naar Galilea, naar hunne stad Nazareth. Het Kind nu groeide op en werd gesterkt, vol zijnde van wijsheiden de genade Gods was i« Hem. FEESTDAG VAN 's HEEREN BESNIJDENIS. Les uit den brief van den H. apostel Paulus aan Titns; II, 1115.. Welbeminde 1 De genade van God onzen Zaligmaker is voor alle men schen verschenen en leert ons, dat wij met verzaking van de goddeloos heid en de wereldsche begeerlijk heden, matig, rechtvaardig en gods dienstig leven in deze wereld, ver wachtend de zalige hoop en de komst der heerlijkheid van onzen grooten God en Zaligmakei Jesus Christus, die Zich zeiven voor ons gegeven heeft om ons vrij te koopen van alle ongerechtigheid en voor Zich een welbehagelijk volk te reinigen, ijverig in goede werken. Spreek dit en vermaan, in Christus Jezus onzen Heer. Evangelie volgens den H. Lucas: II, 21. In dien tijd, nadat de acht dagen vervuld waren, dat het Kind moest besneden worden, werd zijn naam genoemd Jesus, die door den engel was genoemd geworden, eer Hij in den moederschoot ontvangen werd. Veertig dagen na Zijne Geboorte wilde Jesus, de Zoon van God, naar Zijnen tempel te Jerusalem gebracht worden, om daar bezit te nemen van zijn heiligdom, en de eerste open baring van Zijne zending te doen plaats hebben. Daar was in den tem pel, door den H. Geest gedreven, een man, rechtvaardig en godvree- zend, Simeon genaamd, die van God eene openbaring ontvangen had, dat hij niet zoude sterven, vóórdat hij den lang verwachten Messias gezien had. „Daar was ook eene prophetes, Anna, dochter van Fhaniël, uit den stam van Aserdeze was verre op hare dagen gekomen, en had van haren maagdom af zeven jaren met haren man geleefd. En zij was eene weduwe van vier en tachtig jaren, welke niet week uit den tempel, met vasten en bidden God dienende, dag en nacht." Ook zij was derhalve een voorbeeld van heiligheidslechts een maal gehuwd, had zij haren vroeg- tijdigen weduwenstaat aan den dienst des Heeren in den tempel gewijd, en leefde daar voor God alleen in de beoefening van alle deugden. „Zij loofde den Heer en sprak van Hem tot allen die Israels verlossing verwachtten." Uit de woorden van het Evangelie mogen wij met recht de gevolgtrekking maken, dat zij, door den H. Geest voorgelicht, in Jesus den beloofden Messias erkende. Maar die erkenning was voor haar hart niet genoeg. Wat zij geleerd had wilde zij aan anderen mededee- len, zij voelde zich gedrongen om luide te verkondigen dat het licht der volkeren op aarde verschenen was. Maar niet aan allen verkondigde zij die woorden des heils. Het ware onvoorzichtig geweest die parel te werpen voor de voeten van aardsch- gezinde Joden, die zich een Messias droomden met wereldsche grootheid en macht bekleed. De H. Anna sprak sprak slechts tot hen die de ver troosting Israels verwachtten in den waren zin, zooals de propheten Hem voorspeld hadden, als een Verlosser die de zonde zou uitdelgen en ge rechtigheid en vrede op aarde bren gen zou. Zij had in vergelijking met hetgeen Simeon voorzeggen zal, slechts in algemeene termen, voor eenige uitverkoren zielen gesproken. Veel duidelijker zou Simeon spreken. Hij, in den tempel gekomen door ingeving van den H. Geest, erkende door dien zelfden Geest het kind dat Maria op hare armen droeg als den Verlosser, en mocht het geluk smaken dien lang afgebeden Verlos ser voor een oogenblik in zijne armen te ontvangen. In blijde verrukking riep hij dan ook uit: Laat nu, o Heer, volgens uw woord uwen dienaar in vrede gaan, want mijne oogen heb ben uw Heil gezien, dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volkeren, een licht ter openbaring voor de heidenen, en een luister voor uw volk Israël. „Maria en Joseph waren verwon derd over hetgeen van Hem gezegd werd." Hoewel aan Maria vooral niets onbekends aangaande Jesus gezegd was, daar zij diep als het den mensch mogelijk is, was doorgedrongen in de beteekenis der prophetiën om trent den Verlosser, zoo konden zij zich toch verwonderen dat het aan Simeon gegeven was de geheime plannen Gods te kennen en te open baren, dat de zending en werkzaam heden van den Messias reeds nu aau de Israëlieten verkondigd werden. Ook was het voor hun hart een groote blijdschap de grootheid van God zoo openlijk te hooren verkon digen, Simeon, die den glans van blijd schap op het gelaat van Maria en Joseph zag, deelde in hunne gevoe lens en zegende hen, niet in dezen zin dat hij over hen een zegen uit sprak de nederige grijsaard wist dat het hem niet pastte den zegen over de H. Familie uit te spreken. Zijne woorden moeten daarom als een ge wonen heilwensch worden opgevat, en zullen waarschijnlijk bestaan uit de gewone formule der H. Schrift: de Heer zegene u en behoede u, keere tot u Zijn aangezicht en schen- ke u den vrede. Wij zouden ver wachten dat Sjmeon nu huiswaarts gekeerd ware, en met dankbaarheid en vreugde in het hart de weinge dagen, die hem nog geschonken wer den, zou besteed hebben in de over denking van het genot dat hij ge smaakt had bij het aanschouwen van den Emmanël en zijne heilige Moe der. Maar God had verder reikende plannen, door Gods raadsbesluit was hij ook daarom in den tempel ge voerd, en in tegenwoordigheid van Jesus en Maria gebracht, opdat hij aan de Moeder en daardoor aan alle eeuwen zoude verkondigen wat de Messias uit liefde voor den mensch al de dagen van zijn sterfelijk leven zou lijden en wat smart als een zwaard van droefheid het hart van de teeder minnende Moeder zou doorvlijmen. Zoo ging een hoogge stemd loflied over in een voorspel ling van het smartelijkst lijden, zoo moest heilige blijdschap plaats maken voor pijnigende droefheid. „Zie, zoo zeide de heilige grijs aard, tot Maria zijne woorden rich tende, deze is gesteld tot val en tot opstanding van velen in Israël." Maar hoe kan Jesus, gezonden om allen zalig te maken, voor velen tot val en ondergang zijn Omdat vele Joden, door hoogmoed en aardschgezindheid verblind, weigerden in den armen nederigen Jesus den beloofden Ver losser te erkennen, omdat zij niet in Hem gelooven wilden. Jesus is een teeken, aldus vervolgde Simeon, „dat weersproken zal worden." Hoe is het denkbaar dat Hij bij Zijne oneindige Goedheid nog tegenkanting, verzet moest ondervinden? Helaas, onlochen- bare feiten, zoowel uit vervlogene eeuwen als uit onze dagen, doen die woorden als droevige waarheid ken nen. Jesus heeft omdat Hij de hart stochten niet vleide, steeds een storm van vervolging tegen zich en zijne kerk gericht gezien. Het kruis blijft voor velen een dwaasheid die be streden, een ergernis die uitgeroeid moet worden. „Opdat uit vele harten de gedach ten zich openbaren." God zou toe laten dat Jesus tegenspraak en ver volging leed, opdat het duidelijk zou blijken met welke gezindheid een ieder den Messias ontving Jesus is de proefsteen, waaraan elk geloof getoetst wordt. Allen worden gedwon gen de geheimen hunner ziel te open baren, zich voor of tegen Hem te verklaren in woorden en en in daden. Wie Hem belijden, worden met Zijne hulp zalig, wie Hem verwerpen gaan door hun eigen schuld vejloren. Het verdient onze opmerkzaamheid als wij Simeon, na de voorspellingen aangaande Jesus, ook hooren voor spellen dat een zwaard van droef- ,heid Maria's hart zóu doorboren. De tegenwerking en vervolging door Jesus ondervonden, zullen als scher pe zwaarden het van Maria folteren, de Verlosser zal niet weersproke* worden zonder dat zij lijdt. Een zwaar kruis zou van nu af reeds op de schouders van Maria gelegd wor den, en zij zou in hooge mate deelen in alles wot het leven van haren goddelijken Zoon tot een niet on derbroken kwelling maakte. In die* stond werd Maria gekroond als ko ningin der martelaren en geroepen om de Moeder der zeven smarten te zijn. Een zwaard zou door hare ziel gaan. De aard van haar martelaar schap is daarmede aangegeven, Van een lichamelijk lijden, van een pijn lijken docd is geen sprake, maar een zielelijden, een inwendige smart zal hgar lot wezen, niet tot een kor ten tijd beperkt, maar voortdurend geheel haar leven lang, zoodat zij iederen dag de woorden van den propheet kon herhalengroot als de zee is mijne droefheid. „En zij keerden terug naar Galilea, naar hunne stad Nazateth. En het kind groeide op en sterkte aan, vol van wijsheid, en de genade Gods was in Hem." Toen begon dat leven van afzondering en verborgenheid, dat Jesus dertig jaren lang zou voe ren, waarin Hij voorbeelden van alle deugeen zou geven, waarin Hij eerst zelf zou beoefenen de voorschriften die Hij later aan de wereld zou geven Er is niets aan te doen. 3o Zeer valsch woord. Ik maak heden een einde aan de weerlegging van het vreeselijke woord: er is niets aan te doen. Het is een zeer veel voorkomend en zeer gevaarlijk woord, en ik voeg er bij: het is een zeer valsch woord. Is er niets aan te doen? Zeggen wij liever dat er alles aan te doen is, dat nog bijna niets beproefd is en dat wij aan den arbeid moeten zonder uitstel en zonder verpoo- zing. Ik geef u een programma. Ik vraag u niet het geheel uit te voeren, ik zou u alleen de gedachte wil len instorten er iets van uit te voeren. I. Is er niets aan te doen? Zeker. Wij kunnen han delen door ons gebed en door ons offer. Ik verhaas u misschien. Gij ziet niet aanstonds in hoe gebed en offer middelen van inwerking zijn, en toch is het zoo. De groote minister van Spanje, kardinaal Ximenes, had eens de grooten van het rijk bijeen geroepen in zijn paleis. Zij waren daar en wachtten onder allerlei gesprekken, ongeduldig dat zij wachten moesten. Plotseling opende de kardinaal de deur van het ver trek waar hij zich bevond. Het was eene kloostercel, die hij voor zich zeiven gehouden had van al de pracht van zijn paleis. Hij kwam t«>t hen die daar waren en zeide hun met fierheid: „Zijt gij ongeduldig? Ik lag aan de voeten van mijn kruisbeeld. Weet gij dat biddén ook besturen is?" schoon en diepzinnig woord. Wat kunnen wij doen zonder God? Niets. Om aan onze verduisterde en in verwarring levende eeuw het Jicht en den vrede terug te geven, is werk van den mensch zeer kort en z er onvoldoende. Laten wi; bidden. Het gebed brengt de opperste leiding van den oneindige in werking, het noodzaakt God om tusschen beiden te komen. En voegen wij vervolgens bij het gebed het offer. Het zweet van' onze vermoeienissen is de dauw die onze smeekingen vruchtbaar doet zijn. Is er niets aan te doen? Laten wij eens zien. De weg van het offer is onbegrensd en allen kunnen er ten minste eenige schreden op doen. Het vrijwillig aannemen van de moeielijkheden des levens is ei n offer. De matigheid die het lichaam onder bedwang houdt is een offer. Jn den schoot der armen aalmoezen werpen naar verhou ding van ons vermogen is een offer. Die sommige fees ten en genoegens afschaft om den prijs er van te stor ten in de kas van eenig goed werk, die zich berooft van eenig gemak of van een reis om den tijd ervoor noodig te besteden aan werken van sociale arbeid en organisatie, die zijn trek naar onafhankelijkheid en zijn geneigheid voor sommige meeningen onderwerpt aan het gezag van het Opperhoofd der kerk, die met de een of andere gewoonte breekt en de een of andere tegenzin onderdrukt om zich te wijden aan de gods dienstige behoeften van het oogenblik, zij allen bren gen offers. Ziedaar een geheel e reeks van offers, die als zij volbracht worden in den geest van geloof en opgedragen aan God voor het heil des volks, een prac- tische en onmiddelijke uitwerking hebben en een bo vennatuurlijke kracht die aan God alleen bekend is. Er is niets aan te doen is dus een zeer valsch woord, wij kunnen handelen door gebed eiUdoor offer. II. Is er niets aan te doen? Zeker. Wij kunnen han delen door ons voorbeeld, en door ons woord. Door het voorbeeld te geven verkrijgen wij een dub bel uitwerkselwij worden zelf sterk en wij versterken de anderen. Wij worden zelf sterk; het is een wet der natuur die iederen dag ondervonden wordt. Het her halen van dezelfde handelingen verdubbelt ons gemak om ze te volbrengen. De smid wordt bekwaam en sterk door dikwijls zijn hamer te gebruiken. C.unbronne die een leeuw was in het gevecht verbleekte bij het eerste kanonschot dat hij hoorde. Werpt u in het water en gij zult zwemmen. Doet dikwijls daden als katholiek en gij zult dappere katholieken worden. Wanneer men den moed zijner overtuiging heeft, wanneer men het voorbeeld geeft van zijn god dienst openlijk te vertoonen, dan wordt men zelf sterk en men versterkt anderen. De menschen zijn over liet algemeen geen boozë maar zwakke wezens. Zij verwachten geholpen, aangespoord, meegesleept te worden. Gaat voor hen uit cn zij zullen met u gaan, geeft hun het voorbeeld en zij zullen u navolgen. Uw christelijke dapperheid zal moed gevfin aan veel zwakke menschen die u in den hemel zullen zeggen: „dat ik hier ben, ben ik aan u versc huldigd. Door u met opgeheven hoofd uwe plichten als christen te zien volbrengen, heb ik mij versterkt gevoeld, heb ik moed genoeg verkregen om u na te volgen." Ik hoor vele brave menschen zeggen: er is niets aan te doen, en ik antwoord hunwat, is er niets aan te doen? Maar kondet gij vooreerst in plaats van ta zuchten aan den hoek van uwen haard en u te ver bergen om God te dienen, u niet met twee of drie buren die even besluiteloos zijn als gij verstaan om gezamenlijk uwen plicht te doen? Uw voorbeeld zaL een groot getal anderen medesleepen. Niets trekt zoo aan en is zoo besmettelijk als dapperen heldenmoed. Geeft het voorbeeld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1907 | | pagina 7