DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Zaterdagavondpraatjes. Na het Bisschops woord van den Eersten januaridag. BUITENLAND. BINNENLANl». Kinderhuisvesi 31-33, Haarlem ZATERDAG II JANUARI ISK>8. aa*** Jaargang. No- 6783 Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. Dit nummer bestaat uit twee bladen, beneuens de Oïficiëele Kerklijst en het Geïllustreerd Zon dagsblad in 16 pagina's. EERSTE BLAD. Hebberigheid! Ja, het oude jaar heeft veel lee- lijk3 gehad. Want, ia het nietwaar, zoo zeggen alle goed-Roomsche lieden het kwam toch niet te pas, om modernist, dat ia een huichelend rationalist,aanbid der der verdwaalde mensehelyke rede te wezen, en dan toch als kind der aloude Roomsche Moederkerk mede te gaan. „Mijn Roomsch geweten verbiedt mij om den Paus te gehoorzamen", zóó heb ben enkele Modernisten gesproken; kan het nog erger? Nog een ander leelijk gevalletje bad het afgeloopen jaar. Men be rekent, dat door speculeeren, of gevaarlijk spelen in de koersen der Amerikaansclie en andere over- zeesche effecten, het fortuiu der burgerklasse in Nederland over het geheel met een vierde moet ver minderd zijn. Nog verder kwam voor de goede landbouwers de slag van besmette lijke ziekte onder het vee. Och heere, och wat een droefenis! Dat mond- en klauwzeer vooral deed groote angsten doorstaan eu die militaire afsluiting viel zoo vreemd in ons vredelievend boerenland och, och, wat miserie En dan hoevele stakingen of hoeveel werkloosheid! Hoeveel gemodder in ons Staats bestuur Wat al gewurm over „het blij vend gedeelte!" Maar lieve lezers, nu deze en vele andere moeielykheden van hei af geloopen jaar achter den rug zijn, alsof Napoleons groote armée de Beresina opnieuw waa overgetrok ken, nu is er voor een goed Chrie- tenmensch toch geen doffe ver slagenheid als restant gebleven. Wel Deen, er is immers veel meer dan het aardsche op deze aarde! Waarom zoude dan het aardsche alleen ons ongelukkig maken? Toen op den eersten Januari-dag de geestelijkheid van Haarlem's bisdom haren geliefden Prelaat hare heilwenschea had aangeboden, ves tigde Zijn Doorluchtige Hoogwaar digheid de aandacht zijner geeste lijken vooral op twee heugelijke gebeurtenissen in zijn bisschopsstad; het stichten van een zekere school, en het verschijnen van de „Nieuwe Haarlemsche Courant". Monseigneur gaf daarmede te kenneu, hoe vooral de eene groote zaak van de ware volksverheffing, het inplanten der goede ideën in de mensehelyke harten, als een blij Apostolaat voor de oogen zijner getrouwe priesters te stralen stond. Tot de volksjeugd op de school, en het groote publikum in de goede courant, dag aan dag, van de heer lijkste leeringen te spreken, en de harten daarmede als met onbeder felijk zout te doortrekken, wien zoude zulke schoone huik niet toe lachen? En al werd die toespraak allereerst tot de aanwezige priester.' in het bisschopspaleis gericht, zy raakte evenzeer de Haarlemschegeloovigen, ja, zij wees aan heel het. diocees op welke zaken wij allen, in na volging 5 van onzen Hoogwaardigen Bisschop,'„het hart moeten zetten, want de natuur der zaken waarvan bier"sprake was, geeft dat van zelve aan. Priesters alleen immers kunnen geen school doen verrijzen, noch alle zorgen (de niet-weinige) van een Roomsch Dagblad .dragen. En dus, boven al {het treurige, wat er dan uit het vervlogene jaar tot ons moge gekomen zijn, jubelt over ons reizigers langs de levens baan, die hooge roepingG a a t e n onderwijst!" En dan antwoordt het waarlijk-Roomsche hart hier: „Ja, Vader in Chriifcus, wij volgen u", Als wy, naar vermogen helpen aan he- scholen bouwen, en als wij de kinderen tot geen prijs naar het openbaar onderwijs laten gaan, dan zal vroegtijdig de kracht van het heilig geloof Neerlands opgroeiende Katholieken in hunne opinie zuiver houden. Want geen enkele dwaling, hoe vermomd en verleidelijk ook, hoe modernistisch ingekleed, woekert gemakkelijk onder ons volk voort, mits het van kindsche jaren af, eerst den handel en wandel der bewaar- schoolzusters van nabij heeft gezien, en dan later bij het lager onderwijs, in de historie van het eigen vader land, den opgang en verbazende hoogte van kunst, van volkswelvaart en vooral van pieus en broederlijk samenleven mocht leeren zien tijdens de oude Katholieke eeuwen. En wat de Courant aangaat, zij is de dagelij ksche leermeesteres, die her halen en aanvullen komt onder de volwassenen, wat in de jeugd is begonnen. Zelfs nog meer, Want het terrein, waarop de leer eener goede Courant beweegt, mag gren zeloos heeten. Het gebied der financiën, der Roomsche Staatkunde, der Christelijke Sociologie, dat alles betreedt de courant om het aan houdend vermaan uit te roepen van voorzichtig geldbeleggen en van zelfbeheersching in het begeeren, van Christelijk staatsmansbeleid, van broederlijk samenwerken der minderen op Roomschen grondslag, tegenover de bandelooze ideeën van dobbelen in sommige papieren, van liberalisme en van socialisme, en van oproerig samengaan in zooge naamde roode of niet- Roomsche volksveraeniging. Zoo staat dus hel begonnen jaar nog meer in glorie voor iedereen, voor oud en voor jong, voorburger en hooggefortuneerde, voor werk man en patroon, mits men aan bet apostolaat, door den Bisschop op nieuw voorgesteld, zich naar ver mogen wyden wil. In fide nihil hesitans, in den geloovenietsaarzelend, zoo spreken wij allen die Haarlem's diooesanen zijn, de mooie spreuk na, op het bisschoppelijk wapen- sohild rondom het scheepje (de kraak) neergeschreven. Al doen de stormen der volks verleiding de volks massa's als tempeesten aangaan en brullen, al zoeken de leelijkste dwaal- seinen, zooals die der Modernisten, den besten stuurman te misleiden, al wielen en koken de draaikol ken der benauwdste geldcrisissen rondom ons, te midden van alle die vloeden en onweeren gaat het zielescheepje van den eenvoudigprak tisecrenden geloovige op het veilig kompas der onverwrikbare Gods- leeringen rustig en zonder geweldige averij voort en het belandt eenmaal met een rijke lading van ware ver diensten zwaar bevracht onder blij uitwaaiende wimpel op de kalme en mcht-klaterende wateren van de hemelhaven. Ia fide nihil hesitans!Stel eens, dat iemand in het afgeloopen jaar aan de zwakheid onzer natuur toegegeven hebbende, zich zei ven in vele verdrietelijkheden op gees telijk en tijdelijk gebied had vast gewerkt, welnu laat hij dan vooral vergetende wat achter hem ligt, opstaan en ontwaken voor het groote Apostolaat van het door- deesemen van anderen met goede ideeën. En al ware zijn verdriet in het algeioopen jaar nög zoo groot geweest, zijn vreugde in het nieuwe jaar zal nog grooter wezen. Leiden. P. M. Bots. R. K. Priester. Algemeen Overzicht. Dus de heer Schollaert is minis ter-president in België geworden. De beteekenis van deze benoeming schijnt vooral te liggen in de Con- go-kwestie. De heer Schollaert was toch voorzitter van de parlemen taire voorbereidingscommissie in zake de Congo. En hy heeft zich in den laatsten tijd scherp getoond, allesbehalve een partijjager te zijn van de plannen des konings zooals ze daar lagen! Heeft Leopold II den heer Schol laert tot het minister-presidentschap geroepen, dan is daar mi de ook ge zegd dat de koning aan de bezwa ren des heeren Schollaert wil lege- moet zien. Zoo althans neemt men het in België algemeen op. De Brusselsche correspondent van de Frankf. Ztg. meldt dat gisteren ochtend in toongevende politieke kringen groote spanning heerschte, daar men beweerde, dat de Koning zich, in zake naasting van den Congo-staat door Belgie, tot tege moetkomingen heeft laten bewegen die alle verwachtingen overtreffen. Schollaert wilde niet meer loslaten dan dat hy tevreden was. Een van de in vloedry kste tegen standers van het tegenwoordige ontwerp zeide tot den correspon dent, dat, indien die gunstige ge- geruchten bevestigd werden, het land van een ernstig gevaar bevrijd wa9. Zoo oordeelt ook de „Patriote", die naar men weet de Congo-over- dacht op de gestelde vobrwvarden een ramp voor België acht. We zullen moeten afwachten, wat de heer Schollaert nu in de zitting der Kamer de volgende week zal mepedeelen. De geruchten omjrent de aanstaan den oorlog tusschen Japan en de Vereenigde Staten houden ondanks allen tegenstand maar aan. Naar aan de Duitsche pers uit Parijs wordt bericht, moet de heer Jacques Flacb, professor in de nieu were geschiedenis van het Verre Oosten aan het Collége de France, wiens voorspellingen op politiek- militair gebied dikwerf zouden zijn uitgekomen, verklaard hebben, dat Japan tegenover de bedeesde hou ding van Europa bet oogenblik geschikt acht om, met het oog op zijne macht-stelling in den Stillen Oceaan, den strijd tegen de Unie op te nemen, welke verklaring hij grondt op mededeelingen, verkre gen door tusschenkomst van ge wichtige persoonlijke betrekkingen, welke Japan's oorlogsplannen als van zeer ernstigen aard doen voor komen. Engeland en Frankrijk mogen zich, zeide Flach, beij veren om het begin der vijandelijkheden tusschen Japan en de Unie te verschuiven. Dat klink waarlijk ernstig genoeg! De bet okken staatslieden even wel spreken zoo geruststellend mogelijkmaar... dat beduidt in de politiek nu niet zoo heel veel. Gisteren hebben we een paar getuigen'ssen aangehaaldvandaag vermelden we wat de Japansche gezant te Parys, Koerino, gezegd heeft tot een correspondent van den „Gaulois". De gezant zeide, niet te gelooven aan de mogelijkheid van een oorlog tusschen de Vereenigde Staten en Japan. Hij was er van overtuigd, dat de Japansche regeering het middel zal vinden om te voldoen aan de wenschen van de Ameri kaansche regeering en tezelfder tijd de waardigheid van Japan intact te laten. Japan is zeide Koerino nog altijd bereid de verzekering af te leggen van zyn wensch tot over eenstemming en verzoening. Ook president Roosevelt heeft zich dezer dagen weer eens op zeer geruststellenden toon uitgelaten. „Alles zal op de meest bevredigende wijs worden geschikt," schijnt Roo 8evelt te hebben verklaard. Doch overigens zijn er in Amerika ook genoeg lui, die zeer pessimist zyn. We lezen o.a. dat de bekende officier Hobsou, de man die bij Santiago de Cuba de monding van van de baven afsloot en zoo de Spaansche vloot deed verloren gaan, in een voordracht de vrees heeft uitgesproken dat de oorlog al zou ontbranden, „voor de groote Ameri kaansche Armada in den stillen Oceaan is".... Wat moet daarvan worden? We hebben weer eens een bewys te vermelden van de warme belang stelling en liefde die Z. H. Paus P i u e beeft en toont voor de Katho lieke Pers, en van de overtuiging die Z. H. heelt, dat de Roomsche couranten gesteand moeten worden Reeds meer dan 40 jaar heeft het te Florence verse by nend Ka tholieke blad „Unita Cattolica" den goeden strijd voor de Katholieke beginselen gestreden. Toen onlangs echter de leider van dit blad, Sacchetti, stierf, maakte de „Unita" een gevaarlijke crisis dooidie haar bestaan ernstig bedreigde. Het episcopaat van Toscane nam toen op initiatief van kardinaal Maffi het besluit om het blad, dat zooveel gedaan bad voor de Room sche zaak, te steunen en staande te houden. De bisschoppen stelden een nieuwen hoofdredacteur aau in den persoon van mgr. Bufalini, wi«n zij ook geldelijke ondersteuning gaven. Toen de H. Vader van dit besluit hoorde, heeft hij aan mgr. Bufalini een eigen handigen brief van geluk- wensch gezonden met de beste wen schen voor den bloei van 't blad Dat is zoo welsprekend mogelijk! De Kabinetscrisis. „Naar aanleiding van de nog altijd circuleerende berichten over een wederoptreden van dr. Kuyper als bewindsman, kan ik met de meeste beslistheid mededeelen, dat daarvan by deze gelegenheid geen sprake zal zijn." Zoo zegt de Haagsche correspondent van „de Tijd". Er worden overigens door som mige bladen al heele lijsten met namen gegeven. We zullen die maar daar laten. Dr. Bronsveld's Kuy per-baat. Men weet dat de Utrechtsehe predikant Bronsveld, de aanvoerder van het groepje Protestanten die Bteeds Anti-Katholiek en pro-libe raal zyn, geen man ter wereld minder kan uitstaan dan Dr. Kuij- per. Op vermakelijke wijze komt die haat, die bij nooit verbergen kan, uit een artikel in zijn maandschrift, waarin het ditmaal heet: „Zal Mr. Heemskerk ditmaal Dr. Kuyper's advies inwinnen? Of zal ook nu geen der geïnteresseer den zijn schreden wenden naar de Kanaalstraat? Wij moeten hier toch iets zeggen over den gewezen pre- ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Haarlem fl.85 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,81 Afzonderlijke nummers „0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regelsf0.60 (eonUnt)f 0.80 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advert ntie a oontant Woensdag aanstaande dus verkie zing voor den Raad. De heeren liberalen hebben het noodzakelijk gemaakt. Meu wnde de plaats, die door den Katholieken heer mr. Bijvoet was inge nomen, niet voor een Katholiek over laten. Naar het oude liedje eischten de verlichten" alles voor hen-zelf op; nul n'a d'esprit, que nous «t nos amis: wij alléén zijn be kwaam,zoo werd door den heer Breda Kleyuenberg en zijn getrouwen gezegd. Ru vóór de Roowsch-Katholieken, de Antirevolutionairen of Christelijk- hiötorisehen zich hadden kunnen uit spreken, was het lijstje van liberalen kant al klaaralle diie de zetels voor óns! 'tZal ons benieuwen, of alle libe ralen van dit hebberige slag zijn als de heer Breda K.eynenberg c. s. Of er niet aan die zijde zullen zijn, die aan de Katholieken op billijk- heldsgronden de plaats laten, die door een Katholiek was ingenomen. Daar zijn er toch aan dien kant, die zich zoo groote voorstanders noemen van evenredige vertegenwoordiging... welnu: evenredig naar ons aantal zijn wij, Katholieken, nog bijlange niet ver tegenwoordigd in den Haariemschen Raad 't Dunkt ons noodzakelijk, op die zijde van de verkiezing vau Woens dag allereerst eens de aandacht te vestigen. De hebberigheid van de liberalen en de noodzakelijkheid voor de Katho lieken om hun toch al zoo klein ge tal in den Raad te behouden, die twee dingen bedenke men bij het uitbrengen van zijn stem. De hebberigheid van de partij der heeren Kleynenberg, die elk ver gelijk onmogelijk maakte, die alles voor zich opeischte en ons behandelde als quantité negligeable. En de noodzakelijkheid voor ons, om te werken voor het behoud van dtn zetel, door wijlen Mr. Bijvoet zoo roemrijk bezet. Die laatste overweging zal ons zon der één uitzondering doen stemmen voor den Roomsehen advocaat, die voor den, door een Roomsch rechtsgeleerde opengelaten zetel is gesteldMr. W. N. J. M. SMIT. En de hebberigheid der liberalen geeft óns de gelegenheid, onze vrien den en bondgenooten warm te steunen, die voor de vacature-Rasch stelde den heer M. VAN OM.iiEREN. Zoo betrachten wij de billykheid nog, en geven den heeren liberalen een lesje ut evenredige vertegenwoor diging: voor den derden zetel hebben de Christelijke partijen géén Candidaat gesteld: dien lieten ze over aan de liberalen en hun vrienden' XXII. IJt en vorst, en lief en leed in den winter.Hoe je je hart vasthoudt en waar om je 'n baaiweger een aent moet geven. Een voorstel dat misschien wel wat worden kan. Over een verkiezing en hoe ik mijn liberalen collega te- rechtzette. Dat hep nu Zondag nèt zoo lekkertjes naar het Parades van de schaats-liefheb- ber» toe, toeni plotseling dat regentje van Maandag en het dooiweer allo plannetjes en wedstrijden in de war stuurde. Dat heb je ervan, als je wedstrijden gaat organiseerenen ysfeesten annonceert Zoodra die er b\j komen en en de jjslief- he hers zich déér blij mee maken, dm is h t negen van de tien keor, dat het wéér omuiaait. M'n grootmoeder-zaliger het ft me dikwijls verteld dat het in haar tjjd *oo was, en sedert dien is er blijkbaar ia de ys-gesoliiedenis niet veel veranderd. Althansook de chocola en de sinaas appelen uit haar tijd sagen we weer terug op onze singels, vertegenwoordigd in houten tentjes, die op een paar meter in den omtrek reeds aangaven wat «r werd verkooht door de menigte schillen en papiertjes die er omheen lagen Ja, die singels waren wel ditmaal het eehte •.«vermaak, mier dan de keude. aan den ijzigen wind zoo geheel blootgestelde ijs baan aan de Kleverluan opleverde. Neen, ik kan niet zeggen dat de ijsbaan gewon nen heeft met de verplaatsing, 't Is daar aan den noordsant van de stad töch al, naar de bewoners van t Kleverpark- kwartier zeggen: „Nova Zembla", en als je die benaming juist vindb dan kun je wel niet anders dan de ijsbaan-zelve de Noordpool vindenEnfin als de leden er hun vermaak maar vinden, dan ia het my wel: op schaatsen zullen ze mij met meer aantreffen, daar ben ik te oud voor geworden met Gods zegen. Maar m'n jongens binden ze onder, en die gaan voor geen grootere uit den wegl Want ik zeg maar: met mate genoten en op verstandige wijze geleid en bewaakt, is het ijsvermaak en het schaatsenrijden een echt-Holland, ch vermaak,dat we in eere moeten houden 1 Evenwel: het ijs brengt een boel zorg mee voor de ouders ook. Wat lazen we van de van de week in onze krant niet weer een heel rytje slacht offers ijs kost mensobenvleischOok d&t was al zoo bij het leven van myn groot moeder-zaliger, en het is nog precies eender! Dat komt zeker omdat het on deugende en waaghalzerige jongensbloed er nooit uitgaat. Je zag ze van do week weer op do sin gels en op onze grachten, die apen van jongens, die zonder eenige noodzaak hun leven waagden. Ze bedenken niet, de dom ooren, dat ee zich aan het grootste gevaar blootstellen, en dat éénmaal door zulk vermdeUjkti*, als juist nu, naden sneeuw val en t beetje vriezen daarover haen, over het water ligt, je zoogoed als zeker verloren bentIk hield mfln hart vast gisteren nog, toen ik op de Nieuwe Gracht, een aantal kleine kleuters van misschien 10 of 12 jaar dwars het ijs zag oversteken, dat niet kraakte, maar hier on daar on rustbarend doorboog, 'tis of zulk levens gevaar, dat je ziet aankomen, je blik ge boeid houdttientallen menschen stonden er te kijken en bleven kijken, maar wie zou als het eens tot een ongeluk was gekomen hebben kunnen helpen Op dat punt geen twee van de dertig kijkers, denk ik. En onderwijl zitten de bezorgde moeders thuis en de vaders op hun werk, en ze vertrouwen dat hun kinderen veilig en wel op do school zijn opgebor gen. terwijl ze in waarheid bozig zijn, nut teloos hun leven op het spel te zetten Ja, in dit opzicht brengt het ys niet al leen zijn genoegens, maar ook, en béél ernstig, zijn zorg en zyn gevaar mede. En nu, op het oogenblik dat ik dit sch. jjf, het weer wat vaster staat en er kans is op weer wat vorst (drommels vrouw, hoe staat de temperatuur die mijnheer Schmidt uit de Zijlstraat aan onze krant eiken dag meedeelt nu kan ik allen ouders niet genoeg op het hart drukken: kijk naar je jongens en meisjes en vertrouw ze niet alléén op het ijs, tenzij jo weet waar ze precies blijven en dat het ijs werkelijk betrouwbaar isl Maar.... is het ijs goed en is er oen goede baan, laat dan uw kinderen gerust op schaat sen gaan en houd ze van dat mooie oud- Hollaadsohe vermaak niet terug. En denk •r óók om, dat je ze een oent meegeeft veor den armen baanveger. Want tien tegen één dat bet een werklooze ls, een kerel dis opsoo'n manier nog-een broodje hoopt te nol en en bet ook werkelijk meestal haalt óók, want het ijs levertin dit opzicht nog wel zijne verdiensten op, en de schaatsenrijders zjjn in den regel niet schriel. Zoo doe je er dan nog een goed werk byin zoo'n kouden, misera belen tijd voor de armen als de gure winter is, beseft men de ellende en den droevigen toestand van zooveel werkloo- zen, die met vrouw en kinderen honger lijden, het beste! Mooi werk doet die Commissie, die de bijdragen van de bur gerij verdeelt onder de werkloozen, en met genoegen zag ik deze week uit de opgaven, die pastoor Vlaming in onze Nieuwe Haarlemsche deed van de b\j hem ingekomen giften, dat het goede hart zich ook daadwerkelijk uitspreekt. Bravodat is een prikkel voor allen, die nog niet geven, om óók wat te offeren! Ook de kleinere man mag dunkt me niet uitblijven. En al weet ik nu niet, of de burgerstand niet veel meer doet dan ik zoo oppervlakkig kan beoordeelen, véél hooren wij, burgermensohen, er toch niet van. Daarom zou ik zooveel voelen voor populariteit van de bestrijding der werkloosheid. Dat zou bijvoorbeeld kun nen door bussen in winkels, kantoren, koffiehuizen en andere openbare lokalen te plaateen! Ik weet dat met dit middel ook elders in geval van bijzonderen nood of bijzondere gebeurtenissen met een reus achtig succes wordt gewerkt. En Ik voor mij verklaar me dadelijk al heel graag bereid, zoo'n busje op de toonbank te willen zetten. Enfin, in afwachting tot het zoover komt, «tap lk van dit onderwerp af, en dien dan toch nog, om op de hoogte van ml}* tijd te blijven, nog een woordje tt zeg gen over de verkiezing die wij Woens dag weer zullen hebben. Wel ja, ik hoor. dat wy Roomschen nu leden in den Raad genoeg hebben: de liberalen pikken alles maar in, en hebben op alle drie de stoe len vast een mannetje gezet in de ver wachting dat de kiezers die er niet zullen afjagen, 'k Mag hopen, dat ze verkeerd verwachten, die liberalen I 't Is toch wel een beetje bar: tellen wy Roomschen in Haarlem dan niet meer mee? „Weet je hoe dat komt, dat jullie «een plaats in den Raad krijgen van ons?" zei \»ti de week een van mijn collega's, óók een winkelier, maar liberaal dat jo er van omvalt en dus,., een heer, naar-ie denkt. „Zeg ecus op'', antwoordde ik. „Wel, dat, komt omdat je zoo'n onbekenden candi daat htbl gesteld! Dien Mr. Smit kent niemand!" Nu vraag ik u: wat 'n kerels! „Dat zuig je uit je duim", zei ik, om parlemen tair te blijven. Anders had ik rondweg „dat lieg je" gezegd. „Primo: vóór d« Roomsche kiesvereeniging nog pas Ijj elkaar geroepen was, hadden jullie, libe ralen, je drie plaatsen al behoorlijk ver deeld! En geen enkele bad je voor ons overgelaten! En ten tweededat bekend- of onbekend-zijn van een candidaat dat is maar een voorwendseltje. Toen we destyds meneer Bejjnes stelden, een man, die door z'n positie, s'n bekendheid, z'n kennis en z'n practischen blik dan toch honderdmaalbeterin den Raai thuis hoort, dan zoovele van die liberale heertjes die jullie uit da sociëteit ar in slaopen, - een man, dia hakend is in Haarlem als gaan tweede, toan hadden jullie ge legenheid gehad dat woordje over ,'n b kend", en ,,'nalgemeengeschikt-geacht" landidaal waar te maken! Maar jawel, toen ging jullie natuur van „alles voor on=" óók weer baven de leer! Dus dit praatje van onzen onbekenden canaidaat, dat gaat niet op. En wil ik je nu nog eens wat zeggen? Mr. Smit ik ken 'm! is een jong Roomsch ad vocaat, en hy zit nergens in, dat is waar. Maar hoe komt dat? Dat komt omdat jullie liberale kliek 'n jong Roomsch man ook overal buitensluiten, en dus geen g< legenheid geven in eenig openbaar lichaam bekend te worden! Net zooals jullie doen met den Raad, zoo doen jullie ook met al de andere postjes en ambten en functies: alles voor de liberale heertjes! Die draaien o vei al in. En zoo moetende Roomschen zélf hun weg banen en zélf hun carrière vormen, en dat is honderd maal lastiger, maar ook honderdmaal verdienstelijker, dan dat kruiwagen systeem van de liberale kliek!" Zoo heb ik m'n hart geluchtEn ik vruag iedereen:, heb ik gelfik of niet? Dat achteraf-zetten van ons, Roomschen, moest nu maar eens uit wezen! En juist daarom hoop ik, dat er druk op Mr. -mit zal gestemd wordenzo kennen hem niit, wel, can moeten ze hem gelegenheid .even tekend te worden! En dat kan nooit beter dan nu! U iaKVABL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1