DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. De Bergmolen. De kiezerskweek. BUITENLAND. Woensdag is januari i9oa. Kinderhuisvest 31-33, Haarlem 32"* Jaargang. No. 6786, Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. Verleden week herinnerden we l£t een kruiskopje de kiezers, de a&nstaande kiezers, de kiesvereeni- gingen en de propagandisten eraan, dat het nu de tijd is van de „kie- fcerekweek." Maar bij dat korte woordje van Zaterdag mogen we het niet laten. En vandaag, nu half Haarlem zich löch met kiezers en kiezers-ophalen bezig houdt, nu is er juist een goed «ogenblik voor, om eens in bijzon derheden te treden. Bijzonderheden die bekend zijn, of althans bekend tooeten zijn bij iedereen. Maar waar in de fijne puntjes in den loop des jaars wel dikwijls zijn afgesleten, toodat een kleine aanspitsing niet overbodig kan heeten. We herinneren dus weer eens uitvoerig aan de verschillende be talingen der Kieswet, die de ver schillende categoriën van kiezers vaststelt. Daar zijn dan vooreerst de be- ^ftstingkiezers. Belastingkiezer is hij, die o-er het laatste dienstjaar vóór Maart uiterlijk al zijn aanslagen m de Rij ksbelastingen heeft voldaan. Die belastingen zijn: Personeele belasting, Grondbelasting, Vermo gensbelasting en Bedrijfsbelasting. Deze aanslagen behoeven niette taopen over een vol dienstjaar; men moet eenvoudig de versohul- digde belasting op tijd hebben be taald. Belastingkiezers behoeven zich niet aan te gevenzij worden ambts halve op de kiezerslijsten gebracht. Alleen zij die mede-eigenaren zijn in een onverdeelden boedel waar- Voor in 1907 grondbelasting is be taald, terwijl hun aandeel in die belasting f 1 bedraagt, beh< oren zich tusschen 1 en 15 Februai i a in te geven aan de secretarie, waar zij een formulier ontvangen, dat vóór 15 Februari ingevuld en ondertee kend aan de secretarie moet worden ingeleverd, met het belastingbiljet. Wie verhuisde naar een andere gemeente, en in een vorige belasting betaalde, dient zich eveneens aan te geven, met overlegging van het Voldaan geteekende belastingbiljet. De rij wielhelasting telt niet mee. Wie op 1 Februari zijn belasting nog niet voldaan heeft krijgt van den ontvanger een waarschuwing thuis, (een gratis-waarschuwiDg) Waar in gezegd wordt, dat als de belasting op 1 Maart niet is voldaan men niet op de kiezerljjst komt. Het groote verschil tusschen de lolastingkiezers eenemjds en alle andere kiezers andeizijds is voorna melijk naar buiten op te maken uit deze omstandigheid: al die overige kiezers, d. w. z. de huur-, inkomen-, spaarbank- en examenk'ezers, bet hooren zich aan te geven tusschen 1 en 15 Februari ter secretarie. Zij ontvangen een formulier, da- onderteekend en ingevuld moet worden ingeleverd aan het Gemeen tehuis. Huurkiezer is hij, die op den 31sten Januari sedert 1 Augustus van het vorige jaar in een huis of een deel van een huis heeft ge woond van de huurwaarde, voor iedere gemeente bepaald. Men mag in dien tijd ook éénmaal verhuisd zjjn, mits dan ieder der woningen den huurprijs heeft, door de wet vastgesteld. Men kan ook echter kiezer worden wanneer het huis of het gedeelte vau het huis, dat men bewoont, niet den geëischten huurprijs heeft, doch wanneer men in zijn woon plaats grond in huur heeft, en samen daarmee het voor de gemeente geldende bedrag wordt verkregen. Natuurlijk moet men dien grond minstens vanl Augustus van 't vorige jaar af in huur hebben. De huurkiezer moet zich aange ven. Alleen wanneer hij in dezelfde woning bleef als het vorige jaar, en hij stond reeds op de kiezerslijst, is aangifte niet noodig. De bepalingen voor de huur kie zers gelden ook voor de schippers; zij moeten alleen den vastgestelden tijd ten schip in eigendom of huur hebben gehad van 24 kb. M. in houd of 25.000 KG. laadvermo gen. Inkomsten- of loonkiezers zijn zij, die van 1 Januari van het voorgaande jaar tot 81 Januari van het volgende achtereenvolgens bij niet meer dan twee personen, ondernemingen, openbare of bijzon dere instellingen in dienstbetrek king zyn geweest, en daar een loon hebben genoten, dat ook voor iedere gemeente in de wet is vastge steld. Het loon, in vaste dienstbetrek king door de vrouw genoten, kan worden geteld bij dat van den man en evenzeer het halve loon van minderjarige, inwonende kinderen. Wanneer dat alles bijeen het door de wet geëischte bedrag haalt, kan de man kiezer worden. Men behoeft niet meer het juiste bedrag van loon of inkomen op te geven, doch kan volstaan met de verklaring, dat het loon het door de wet gevorderde bedrag bereikt. Als loon wordt ook gerekend het pensioen of de lijfrente, door open bare instellingen verl end en ook dat, door ondernemingen of bijzon dere instellingen uitbetaald. Na tuurlijk blijft het bedrag van het inkomen voor iedere gemeente on veranderd. Ongevallenrente wordt ook als loon beschouwd. Staat ook in een of ander bedrijf in den regel het werk gedurende een gedeelte van het jaar stil, dan wordt de tijd, waarin niet gewerkt wordt toch als diensttijd beschouwd. Is men ten hoogste twee maanden ziek, dan wordt toch het loon ge rekend ontvangen te zgn- Ook de kost en de inwoning wordt als loon gerekend, naar een daarvoor bij de wet voor iedere gemeente vastgesteld bedrag. Wie op Zon- en Christelijke feestdagen den kost echter niet geniet, behoeft voor deze dagen niets af te trekken. Hij wordt toch gerekend vollen kost en inwoning te genieten. Loonkiezers moeten zich ieder jaar opnieuw aangeven tusschen 1 en 15 Febr. Spaarbank- en Grootboek kiezers. Wie op 1 Februari a.s. sedert een jaar 1100 nominaal op het Grootboek heeft staan of f 50 in de spaarbank, zoo dat het in derdaad zijn eigendom is, kan op grond daarvan aanspraken maken op het kiezerschap. Hij moet tusschen 1 en 15 Fe bruari zich op de secretarie aan melden onder overlegging van een bewijs van de directie van het Grootboek of het bestuur der Spaarbank, dat hij inderdaad sedert een jaar eigenaar is van de gevorderde bedragen. Het is niet meer noodig, dat men een boekje hebben van de Rijkspostspaarbank; sommi ge andere spaarbanken tellen ook meêdoch daarvoor moe ten de lichamen, waarvan deze spaarbanken uitgaan, rechtsper soonlijkheid hebben, en, zoo ze na 1 Mei 1900 zijn opgericht, moe ten ze een waarborgsom van f25,000 bij de Nederlandsche Bank hebben gedeponeerd, Wie reeds Grootboek- of Spaar bankkiezer is, behoeft zich niet opnieuw aan te gevendaarvoor wordt ambtshalve gezorgd. Voor alle kiezers geldt nog deze bepaling Het kiesrecht van bovengenoemde categorieën van personen wordt toegekend, wanneer zij zijn manne lijke ingezetenen des Rijks, tevens Nederlanders, die den leeftijd van 25 jaaen hebben bereikt. Wie dit jaar op 15 Mei zijn 25ste jaar bereikt en in de termen valt, kan dus kiezer worden. Hiermede is het voornaamste opgesomd van de eischen tot het kiezerschap 't Grootste en „voornaamste bur gerrecht", zooals meD het kiesrecht wel eens noemt, is dus vrij gemak kelijk te krijgen Zijn er onder onze 1 >zers, die géén kiezer mochten zijn, laat ze dan even bij een der be stuursleden van de Kiesvereeniging of bij een der propagandisten om inlichtingen gaan, hoe ze kiezer kunnen worden. Ook wij stellen ons gaarne daar toe bereidons redactiebureau kent sedert den snellen groei die de Nieuwe Haarlemsche in den laatsten tijd doormaakt, elk kind in Haarlem Eu op de Kinderhuis- vest 8133 kan ieder, die nadere inlichtingen wenscht, terecht worden geholpen, zoowel in persoon als by geschrifte. Men bedenke het wel: in dit jaar kan het Nederlandsche volk zeer wel geroepen worden door Hare Majesteit de Koningin, van zijn gezindheid en politieke overtuiging blijk te geven in een algemeene verkiezing voor de lie Kamer Dat dan het Katholieke kiezers- leger zoo sterk mogelijk zij en er niemand ontbreke in zijn rangen, die er toch in behoort, daarvoor te zorgen is ons aller dure plicht 1 Algemeen Overzicht. 't Blijkt meer en meer, dat de uitroeping van Moelay Hafid tot sultan van Marokko niet an ders is dan een nieuwe en zeer gevaarlijke beweging tegen de Euro peanen. Hierop wijzen ook de voorwaar den waaronder Moelay Hafid is uitgeroepenbehalve de eisch, dat er geen inkomende rechten meer zullen geheven worden, noch be lasting zal betaald worden, verlangt de bevolking dat de nieuwe Sultan geen politie zal toelaten, geen her vormingen, geen leeningen; verder dat hij -den Europeanen beletten zal in de steden in het binnenland t» wonen en dat diegenen vsn hen, die in de havensteden verblijf hou den, zich vestigen moeten in de Jodenwijk. Of dan de Franschen hun politiek van kalme afwachting zullen kun nen voortzetten, blyft een open vraag. De Fransche regeering heeft een telegram ontvangen van De Saint- Aulaire, zaakgelastigde aan de Fran sche legatie te Tanger, waarin deze mededeelt, dat de gebeurtenis te Fez geen enkelen weerklank heeft gevonden in de Marokkaansche havens. Verder geeft de Saint Aulaire in zijn telegram te kennen, dat de proclamatie vergemakkelijkt is ge worden door de omstandigheid, dat Abdul Azis, toen hij die stad verliet met bestemming naar Rabat, geen geregelde troepen had kunnen ach terlaten, bij gebrek aan geld. De Oelema's, heet het verder, hebben niet spontaan gehandeld, maar ze zijn slechts gezwicht voor den indruk der lagere volksklassen. Ondanks zijn vrij optimistische be schouwing der kwestie, roept de zaakgelastigde toch met zekeren nadruk de aandacht der regeering in voor de noodzakelijkheid, om eenige voorzorgsmaatregelen te nemen. De regeeringspersonen van Ma rokko te Tanger zien de zaak echter ernstiger in. Zij zijn van meening, dat alles afhangt van de houding van Europa dat, mocht het tusschenbeida komen des sultans rijk voor hem zal be houden,maar hem toch de trouw van het volk niet zal kunnen geven-, dat sterk gekant is tegen alle voor genomen hervormingen. In Tanger wordt gezegd, dat vandaag, Woensdag, op den feestdag van Aïd-EI-Kebier, de neven-sultan bij het gebed zou worden uitgeroe pen, en dat de omringende stammen desnoods een betooging zouden houden 1 Dat gerucht moet echter als valsch worden beschouwd, want de auto riteit van Adul Azis is nog groot te Tanger, en men heeft besloten, dat de Kaïds met hun troepen aan het gebed zouden deelnemen, gereed om vuur te geven op hen, die den gewonen gang van zaken zou den willen verstoren I Nogal krasse maatregelen dus! In diplomatieke kringen te Tan ger houdt men het er voor, dat Moelay Hafid's populariteit onmid dellijk zal verdwijnen, wanneer hij e m ernstige regeering zal gaan voe ren zoodra hjj belastingen zal gaan innen, zullen zijn partijgangers van nu verkeeren in vijanden. In de havens is het nog kalm, evenals te Rabat. Wanneer Abdul Azis doorgaat met het betalen van zijn troepen in de havens, dan zal zjjn toestand niet merkbaar geschokt worden door de gebeurtenissen te Fez, zegt men. Intusschen heeft de proclamatie tot sultan van Moelay Hafid in de derde hoofdstad, Mequinez, dezen een gezag geschonken, vooral in de binnenlanden van Marokko, dat Abdul Azis nimmer heeft kunnen bezitten. Latere berichten uit Tanger aan de „Petit Parisien" melden, dat rondom Larrache, Elksar en Tetuan een levendige opgewondenheid heerchst. Te Tanger merkt men tee kenen van onrust onder de inboor lingen op, en men begint te vreezeu, dat Abdul Azis' toestand reddeloos is. Koning Haakon van Noorwe gen opende gisteren de zitting van het Storting met een troonrede, waarin hij er op wees, dat de be trekkingen met het buitenland be vredigend zijn. Hij maakte met ingenomenheid melding van het overschot op de rekening, waardoor de tekorten van het vorige jaar bijna gedekt zijn en kondigde de indiening van ver schillende wetsontwerpen aan, waar onder een tot regeling van het eigendomsrecht van buitenlanders op bosschen en waterkracht. De H. Congregatie der Ritten heeft haar „programma* voorhetj aar 1908 openbaar gemaakt. De volgende zittingen zijn reeds vastgesteld 28 Januari Voorbereidende ver gadering ter behandeling der won deren van den eerbiedwaardigen Jean Eudes. 10 Maart. Eerste voorbereidende vergadering ter behandeling der wonderen van den gelukzaligen Clemens Hofbauer. 21 Maart. Voorbereidende ver gadering ter behandeling der won deren van de eerbiedwaardige Jeanne d'Arc. 19 Mei. Eerste voorbereidende vergadering ter behandeling der wonderen van de gelukzalige Mar- gereta Maria Alacoque. 16 Juni. Buitengewone vergade ring ter behandeling van het mar telaarschap der eerbiedwaardigen Théophane Vénard Etienne Cuénot, J. P. Neel en hunne metgezellen. 14 Juli. Voorbereidende verga dering ter behandeling der wonderen van den gelukzaligen Clemens Hofbauer. 11 Augustus. Voorbereidende vergadering betreffende de wonde ren van de gelukzalige Magareta Maria. Om dit overzicht te kunnen begrijpen, zegt de Maasb. aan welke wij dit ontleenen, moet men zich hdrinneren, dat van den dag af, waarop eene zaak bij de Romeiusche Curie wordt aanhandig gemaakt, drie groote processen moeten ge voerd wordeneerst het zooge naamde „non cultu'-procesdan het tweede over de heldhaftigheid der deugdenhet derde over de wonderen welke aan de tusschen- komst van de(n) Eerbiedwaardigen worden toegeschreven. Bij elk van dezen processen onderscheidt men drie vergaderin gen de eerste voorbereidende, waarbij de rapporteurs de argumen ten door de advocatsu endoorden „advocaat van den duivel" te berde gebracht, bediscussieerennog eene voorbereidende, op het Vaticaan, waar de rapporteurs, in tegenwoor digheid van de kardinalen, leden der Congregatie, hunne stem uit brengen eindelijk de algemeene vergadering in tegenwoordigheid van den Paus, waar èu de rappor teurs èn de kardinalen hun stem uitbrengen, t e beslissing des Pausen, die bij decreet der Congregatie wordt bekendgemaakt, volgt dan eenige dagen later. Voor de martelaars bestaat er slechts één proces, dat het marte. laarschap en de omstandig hede a die het hebben vergezeld, vaststelt. Van de gelukzalig verklaring t0t de canonisatie, heeft nog een proce FEUILLEIOm. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 meenden foor Haarlem fl.85 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C Afzonderlijke nummers0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf0.60 (contant)f 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. E x a m e n-k i e z e r s. De wet zegt dat zij kiezers kunnen worden, die, „met goed gevolg hebben afgelegd een examen, ingesteld door of krach tens de wet of aangewezen bij al- gemeenen maatregel van bestuur en in verbrnd staande met de benoembaarheid tot eenig ambt, de vervulling van eenige betrekking of de uitoefening van eenig bedrijf of beroep". (Naar het Duitsch.) 1). Tusschen hoog-opryzende bergen, in een vrij smal dal, klapperde lustig een molen, als „de Bergmolen" in die streek welbekend. Ouden bouwvallig zag hy er uit, doch daardoor de» te schilderachti ger, waarom hij dan ook door vele kun- itenaars en ook door de z.g. „amateurs" loowel op 't doek als op schrift dikwerf vereeuwigd was geworden. Langs de beide oevers van het beekj-, dat zich om den „Bergmolen" slingerde, hieven zich als het ware op lang» tak ken en twfjgen in weligen wasdom aller hande slingerplanten en daar tusschen laohten je vriendelijk toe kleine anjelie ren en blauwe klokken. En als dan de heerlijke avondzon van over de bergen dit alles met haar goudgele stralen be scheen en als het ware begoot met stroo men gouds, dan trokken de herders en herderinnen met hun kudden „judelend" voorbfj. Jaren her was de „Bergmolen" een ryke zaak, maar sedert de mulder was gestorven, waren de opbrengsten jaar op jaar m inder geworden. En nu woonde er xijn vrouw op, die den molen geërfd had met haar zoon Hans en diens beide dochters, de 16 j ari se Eva en Margriet, die een paar jaar nger was. ije oust* vroaw, die srg Md» kaar oeg#» leed., kon niet veel in het huishouden doen en Hans werkte wel, doch alleen als hij er zin in had. Zijn vrouw was kort na Margriets geboorte gestorven en sinds dien leefde Hans zeer ongeregeld. Het was op een prachtiger: Zondag in de maand Juli. Iu dorpje G., een paar uur van den Bergmolen gelegen, was er feest. Hans was er heengegaan en had er een vroolijken middag en avond door gebracht. Het was reeds laat, toen hij aan naar huis gaan ging denken. Hij werd door een vroolijken gildebroeder ver gezeld, die den zelfden weg uitmoest' Een prachtige, warme zomernacht om hulde met den fonkelenden sterrenhemel het bekoorlijke landschap. De zilveren stralen der maan tooverden de bergpa den, weiden en bergmeertjes sneeuwwit. Zingend en lawaai makend trokken de beide vrienden den weg af. Daar ont moetten zij een ander, die ook niet nuch ter was, en die door een ongeveer zes tienjarigen jongen geweldig geplaagd werd, die steeds als een kwelduiveltje om hem hesn sprong. De dronken kerel zwierde van den eenen kant naar den ander, doch greep toch eindelijk den kwelgeest vast en hij wou hem met een dikken knots te lijf gaan. Maar Hans van Dalen, die van al die plagerijen niets gezien had, sprong er tusschen en nam de partij voor den kleinen jongen op. Het gevolg bleef niet uit: er ontstond een hevig gevecht; van woorden kwam het tot daden. Toevallig kwam er iemand voorbij, die Hans kende, verschrikt bleef hy even staan, doch liep gauw Btikem door, zon der zich verder om die herri t» bekomme ren M»*r verwoeder w«d 't gevoeh» en tevergeefs trachtte Hans kameraad de beide vechtenden tot be daren te bren gen. Immers de drank had hun hoofden.en zinnen zeo geweldig verhit, dat ze door vochten als twee woedende doghonden. Daar kreeg opeens Hans, de mulder, een hevigen slag met den knots. Hij schreeuwde het uit, maar meer van woede dan van pijn. Ea even daarna zakte zijn tegenstander met een messteek in den buik in elkaar. Hans verschrok. Bij het zien van het vele bloed werd hij ineens nuchter. Daar stond hij, als het ware versteend door den schrik. »W®g, weg!" vermaande zyn kameraad. „Myn God, is hy dan dood 1" schreeuw de de jongen. „Stil, siste van Dalen, terwijl hjj drei gend de hand ophief. „Wanneer je je ooit een woord laat ontvallen over hetgeen hier gebeurd is, dan draai ik je je nek om! Begrepen?" Sidderend sloeg de knaap op de vlucht en liep 't woud in zoo hard hij loopen kon. De voorbijganger, waarvan we straks spraken, was rustig doorgeloopen, maar ineens met de hand aan 't oor blijven staan, toen hij iets verdachts had ge hoord on was vervolgens dadelyk terug gekeerd. Want hij meende van uit de verte gillend om hulp te hebben hooren roep -n. En nieuwsgierig als hij was, ging hij terug. Buiten adem kwam nij weldra op de plaats aan, waar hy straks do klop partij gezien had. Nu heersohte er een doodsche stilte. Maar dwars over den weg lag een man, roerloos, geen teekenen van leven meer gevend, en die uit een zeer diepe wond# toh«ep te bloeden- De neen riep den on gelukkige, doch deze bleef sprakeloos. Het lichaam was zelfs reeds stijf en ijs koud. De pachter Roland, die in de nachte lijke koelte naar een ver afgelegen dorp had willen wandelen, gaf thans zijn plan nen op en ging naar Fterug en be gaf zich zoo spoedig mogelijk naar den burgemeester om hem het volgende te mélden: „Tusschen hier en G. ligt een doode, daar ligt iemand vermoord. Hij was, toen ik er voorbijkwam, mat Hans van Dalen van den Bergmolen aan het vechten en nog met iemand, dien ik ■iet kende. Ik wou niet tusschen beiden komen. Dronken lui kan m«n toch niet tot rede brengen. De joDgen van den metselaar Visser is er ook bij geweest en zal zeker nadere inlichtingen kunnen ge ven. Toen ik zoo ongeveer bij den rooden weg was gekomen, hoorde ik een paar keeren gillen en schreeuwenik liep terug en zag alleen den doode, van de anderen was geen spoor meer te bekennen. Die waren er van doorgegaan." Het hoofd der gemeente gelastte dade lijk eenige politieagenten den vermoorden man met de draagbaar te gaan halen. De dadelijk ontboden geneesheer ging met hen mee en ook pachter Roland, die de plaats van het drama moest aanwijzen. Men nam ook een paar lantaarns mede, doch weldra bleken deze overbodig, want de heldere maan goot een tooveraohtig licht over de sluimerende landstreek en drong selfs door tot in het donkere den nenwoud. Het was nu zeeï stil in 't bosch ge worden. De meeste inwoners, die het vogelschieten in het naburige Ghad den bijgewoond, daohten er niet aan, voor de dag aanbrak, naar huis te gaan. En rustig, doch stil, onder den indruk van 't drama, schreden de mannen voor waarts, Roland als gids voorop. „Nu zijn wij dadelijk op de plaats des onheils" zei de pachter, zich omkeerend, toen het groepje een kreupelboschje van dennen en beuken doortrok. „Op die open plek daarginder, ligt de vermoorde." Maar toen men op die plaats aankwam was van een doode niets te bespeuren. „O, u zult het zeker gedroomd hebben, dat er een lag?" «ei een der veldwach ters op min of meer boozen toon. „Neen, dat heb ik volstrekt niet!" zei Rol -nd geraakt. „Ik ben niet iemand, die zich bed: inkt en er dan maar wat onzin uitkraamt. Men kent mij toch zeker wel als een nuchter man, die steeds zijn vijf zinnen bij elkaar heeft. Hier bij deze twee boomen, daar lag de man verwond en daar zie je het nou-, daar ligt nog bloed. „Waarachtig," riep veldwachter Steen man uit. „Hier kan je duidelijk de bloed sporen zien. „En ze loopen tot in 't bosch en ver der door," zei daarop weer zijn eollega Troffel. „Kijk maar eens I Hier zijn overal de beukeblaren platgetrapt. Van liever lede worden de bloedsporen onduidelijker. En op 't mos en op het dikke kleed van dennennaalden kan men ze niet meer waarnemen." „Vermoedelyk heeft men den doode een eind weggesleept en toen ergens ver borgen of in een spelonk geworpen," dacht Steenman. „Het lyk zal wel te vinden zijn. Voor ons is hier nu niets meer te doen. Maar blijf jij hi»r, Troffel! Je kunt niet weten of er nog niet wat meer uit te visachen en te bespeuren is." Steenman, Roland, de dokter en de anderen keerden nu terug, nadat ze ge noteerd hadden, wat ze op deze plaall bevonden hadden. Terwijl Troffel daar bleef en vol ijver zijn nasporingen voort- sette, zonder dat het hem evenwel mocht gelukken verdere sporen der misdaad vóór de dag aanbrak, uit te vinden. Daar begon het morgenrood te gloren en een buitengewoon rnoeie morgen brak aan. Alsof hij geheel en al met rood en goud was omgeven, zoo zag de Bergmolen er uit. Het was, alsof de vlammen speel den uit de klein in lood gevatte, ruitjes. En de gloeiende, helrosse zonneschijf weerkaatste in het heldere water der molenbeek. En in plaats van water dat -teeds over het sneldraaiende molenrad stroomde, zou men gemeend hebben, dat het heele stroomen vuur waren, waarvan de vonken tot ver in het rond spatten. En hoe schitterde ook 't [zonnegoud op de haarlokken van het meisje, dat met twee emmers in de hand naar de welpomp ging, terwijl grootmoeder, met de hand boven haar zwakke oogen, tegen de keukendeur aanleunde en haar morgengebed in stilte bad, terwijl verder Margrietje de kippen eten gaf. F oos en diep bedroefd zag de oude vrouw eruit. Wordt vervolffd»)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1