Ali
DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Telegrammen.
BINNENLAND.
)e Bergmolen.
Hfïx;1.- Cs>r*H°d n
t
Kinderhuisvesi 31-33, Haarlem
BUITENLAND.
V*|JDAC 17 JANUARI 1908.
32**® Jaargang. No» 6788.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc» Telefoonnummer 1426.
G. W.
Algemeen Overzicht.
Er is weer een nieuw8 streek
in den beruchten Franschen
linister Briand, den kerkvervolger
zijn hatelijkste gedaante, te mel-
to.
't Wordt daar in Frankrijk, dat
>g altijd het land van .de vrijheid"
ket in de liberale en neutrale
anten, dan toch wel aller-orgst
ngzamerhand!
Waar moet bet heen?
Briand dan heeft dat is zqn
euwste vervolginggmaatregeleen
fief gericht aan den prefect der
tine de Selves, waarin de minister
Igt, dat de stad Parjjs zonder
Vijfel door de edelmoedigheid der
.atholieken den zwaren last zal zien
Brlicht, die op haar gelegd is om
'i Parijsche kerken te onderhou-
2n, waarvan de scheidingswet haar
e stsd) den eigendom heeft over
dragen, onder voorwaarde, dat die
>rken ten allen tijde ter beschik-
ng worden gesteld van den katho-
jken eeredienst.
Iedereen heeft begrepen, dat de
ief van minister Briand aan de
dves de prefect der Seine ver
rit de functies van burgemeester
van Parijs in werkelijkheid ge
richt is aan alle burgemeesters van
Frankryk.
En men beoordeele nu de perfidi
teit van dezen brief:
De wet zegt, dat de gemeenten
de kerken moeten onderhouden.
Maar de regeering heeft nu daar
van de moeielijkheden ingezien;
het was echter te laat, daar de wet
aangenomen was.
Met zijn gewone brutaliteit wijzigt
nu Briand die wet met een briefje!
Briand zegt tot den burgemeester
van Parijs: „De geloovigen zijn te
goede menschen, om de gemeenten
niet een handje te helpen bij het
onderhoud der kerken, waarvan zij
zich bedienen." En de insinuatie
van den min1'ster gaat haar weg,
en de gemeenten zeggen tot de
katholieken ea de geestelijkheid
De kerk? Daar hebt je zei Maar
degenen, die er zich van bedienen,
motten ze onderhouden."
Door dit .foefje* heeft de minis
ter een conflict vermeden tusschen
de regeering en de gemeenten, die
niet met dankbaarheid de over
dracht der kerken hebben aanvaard
daar dit „geschenk" de gemeenten
niets dan zware lasten oplegt.
Het conflict tusschen de regeering
en de gemeenten is nu vermeden
en overgebracht tusschen de ge
meenten en de geloovigen der ge
meente.
De Fransche bisschoppen zullen
nu vergaderen, om voornamelijk
deze ernstige kwestie op te lossen,
omdat daardoor de zware finan
cieels last, die reeds op de Fransche
Kerk drukt, nog aanzienlijker ver
zwaard wordt.
Alleen voor Parijs zou dit voor
de Kerk of voor de geloovigen een
jaarlijksche uitgave van twee mil-
lioen zijn
Eu de geloovigen zijn bang voor
deze nieuwe offers, daai minister
Briand iederen dag met iets derge-
lyks kan komen..,.
Is de vrijheid van geloof in
Frankrijk meer dan een spot
woord?....
't Groote politiek blijft er, helaas,
vrij koud onder: de katholiciteit
van de Franschen verschijnt nu in
de ware verhouding!
Dat is alweer met duidelijkheid
getoond bij de uitdrijving der eerw.
zusters Augustinessen, die eergister-
middag uit het groote gasthuis
van Parijs zijn uitgezet.
De doctoren zelf protesteeren
de meesten zijn met die „laiciseering"
allesbehalve ingenomen, daar wat
plichtsbetrachting, nauwgezetheid
en opofferingsgezindheid betreft, het
nieuwe personeel heel wat te wen
schen over laten!
We hebben dat hier al eens met
staaltjes uit de praktijk verteld!
Maartóch zetten de Fransche
overheidspersonen hun verfoeielijk
werk voort: de religieuzen moeten
eruit! 6
Zooals we zeiden: Woensdagmid
dag zyn ze werkelijk uitgedreven
met het groote Gasthuis. En het is
ten merkwaardige, mooie betooging
geworden: een paar duizend katho
lieken wachten de zusters op, en
zongen bij dejverd rij ving het. Credo",
en andere godsdienstige gezangen
De Parijsche politie kwam hard
handig tusschen beide, maar kon
toch niet verhinderen dat tot twee
maal toe door de betoogers de paar
den van de rij tuigen werden afge
spannen.
In de kerk van O. L Vrouw van
Bijstand, waarheen de uitgedrevenen
zich begaven, had daarna een plec-
tig lof plaats, gecelebreerd door
kardinaal Richard zelf, den stok
ouden aardsbisschop van Parijs.
Zoo is de uitdrijving een indruk
wekkende plechtigheid geworden,
maar terecht schrijft de Katholieke
„Univers" erover:
„Deze nieuwe aanslag waartegen
heel het volk van Parijs had
moeten protesteeren, en masse
en met kracht, is evenals zooveel
anderen gebeurd midden op den
dag en met medeweten van het
voik I En behalve een imposante
miderheid van een duizend twee
duizend Katholieken schynt het dat
de groote menigte niet begrepen
heeft de reusachtigheid van de ramp,
die ons allen trof, en van de mis
daad, die bedreven werd"....
Arm Frankrijk
In tegenstelling met Frankrijk
mag Oostenrijk genoemd.
De besprekingen, die daar gevoerd
werden over den in dit jaar te
houden Katholiekendag, zijn nu ten
einde gebracht. De Katholiekendag
zal 27 en 28 September (Zondag
en Maandag) te St. Polten gehouden
worden, en op de dagorde staan
drie puntenorganisatiehet steunen
der katholieken pershet jubileum
der keizers.
Marokko is voor de politieke
tinnegieters het land van belofte.
Geen onderstelling zoo mal, dunkt
ons, of zeker nog wel uitkomen in
deze dagen.
Moelai Hafid zal het winnen na
zijn uitroeping te Fez, zoo denkt men
algemeen, en het lijkt wel zoo. Maar
gemakkelijk zal dat in ieder geval
toch niet wezen, als men nagaat
wat nu weer in datzelfde Fez
gebeurd is.
Daar heeft zoowaar staaltje
van de rare dingen die daar kunnen
voorvallen I de door Moelai
Hafid zelf aangestelde onderkoning
van zijnentwege, een poging gedaan
om zich bij verrassing meester te
maken van de oppermacht, om
daarnaAbd-ul-Azis weer te
herstellen I
Na in het geheim het eens ge
worden te zyn met den Pacha van
Fez, die het bevel voert over de
poorten der stad en de arsenalen
en de kazernes, liet hij de wapens
reuiLLETON.
en voorraden hieruit weghalen en
ze uitdeelen aan de troepen, die
onder zijn bevelen staan. De Kaïd
der Charerdas, die in het geheim
was, heeft het heele plan verraden;
hij maakte het overal bekend en
zond boden uit om het volk te hoop
te doen loopen.
Op den Koran heeft de onder
koning toen moeten zweren van zijn
plan af te zien.
Aldus seinen de corresponden
ten.
't Lijkt haast te dol om het te
gelooven, maar het moet waar
zijn 1
Neen: Moelai-Hafid is er nog
nietl
Als hij er echter komt, en Europa's
wil eerbiedigt (doch dat is juist
voor hem 't moeilijkste ding, daar
het de oorzeak en reden van zijn
optreden precies in het hart raakt)
dan zou Moelai-Hafid nog wel eens
op erkenning kunnen rekenen.
Althans, in een interview met een
redacteur van de Matin verklaarde
minister Pichon, dat de proclamatie
van Moelai Hafid in geen enkel op
zicht verandering kan brengen in
de houding van Frankrijk tegenover
Marokko.
Frankrijk heeft de Acte van Al
geciras onderteekend, waarin de
souvereiniteit van den Sultan en de
integriteit van het grondgebied van
Marokko wordt gewaarborgd.
Wie ook de Sultan moge zijn
die in Marokko regeert de acte
behoudt volkomen haar uitwerking,
zoolang Marokko de verplichtingen
nakomt tegenover Europa.
Een verandering in den binnen-
laudschen toestand van Marokko
kan geen invloed hebben op de
houding van Frakrijk, zeide Pichon.
Nog al stout gezegd.
Of Duitschland het er mee eens is?
Onder het grootste voorbehoud
maken wij nog melding van een te
Berlijn loopend gerucht, als zou een
Duitsch eskader in de komende
maand in de Spaansche wateren
gaan kruisen, welk feit min of meer
in verband heet te staan met de
Marokkaansche crisis.
Over de positie der twee Sultans
hooren we nog het volgende:
In een te Madrid gehouden Ka
binetsraad is een telegram voorge
lezen van den Spaanschen gezant
te Tanger, waarin deze verklaarde,
dat de zaak van Sultan Abdul Azis
terrein verliest en dat Moelai Hafid's
populariteit in heel Marokko toe
neemt.
Het schijnt dat deze opvatting
wordt gedeeld door Marokkaansche
notabelen en rijksgrooten in de
omgeving van Abdul Azis te Rabat.
Deze vreezen alles te zullen ver
liezen, indien zij er nog lang mee
talmen, zich openlijk te verklaren
vóór Moelai Hafid. De Sultan i elf
hoopt echter dat Frankrijk of Euro
pa te zijnen gunste zullen ingrijpen.
Blijkens een bericht uit Rabat,
aan de Heraldo (Madrid) zal Sultan
Abdul Azis per Spaanschen kruiser
Princesa Asturias van Rabat worden
overgebracht naar Tanger.
En vandaar naar Europadat
is maar een wipje. En dan is hij
eruit!....
PARIJS, 16 Januari. Generaal
Amade seint, dat hij den 14en dezer
met 4 bataljons, 3 escadrons en 1
batterij is opgerukt naar Settrat,
waar hij voeling kreeg met de
mehallah, onder bevel van Moelei
Resjid. De mehallah had verster
king ontvangen van de stammen
der Sjaoeia's, die aan de laatste
moordpartij hebben deelgenomen.
D* n daaropvolgenden morgen ging
generaal Amade in de engte van
Settat het gevecht aan. De vijand
bood krachtigen tegenstand, maar
werd teruggedreven. Na een tot
middernacht voortgezetten strijd,
werd Settat bezet en het kamp van
Moelei Resjid vernield. Te midder
nacht had de colonne Ber Resjid
hernomen.
Aan de Fransche zijde worden 20
man gc-wond, onder wie 1 officier
en 1 onderofficier. De vijand leed
zeer zware verliezen. Onder de
stammen heeft hetgebeurde diepen
indruk gemaakt.
BRUSSEL, 16 Januari. Cooreman
(rechterzijde) is met 74 tegen 45
stemmen tot voorzitter der Kamer
gekozen.
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer zal vermoede
lijk 27 Januari bijeenkomen tot
behandeling van de Staatsbegroo
ting, voor zoover de afdeelingsver-
slagen deze week verwacht wor
den.
Uit de Staatscourant.
Bij Kon. Besl. is benoemd tot
notaris binnen het arrondissement
Breda, ter standplaats de gemeente
Breda, C. L. A. M. van Gils, can-
didaat-notaris te Teteringen.
Bij Kon. Besl. is benoemd tot
ridder in de orde van Oranje-Nassau,
de civiel-ingenieurA.Suethlage,inge
nieur by de Nederlandsch-Indische
Spoorwegmaatschappij, te 's Gr iven-
hage.
Bij Kon. Besl. is met ingang van
15 dezer benoemd tot huismeester
bij het Koninklijk koloniaal mili
tair invalujenhuis op Bronbeek, de
gegageerde onder-luitenant-tituiair
van het leger in Nederlandsch-
Indië J. Moolenbeek.
Bij Kon. Besl. is, met ingang van
25 dezer, aan mr. W. N. J. M.
Smit, op zijn verzoek, eervol ont
slag verleend uit zijne betrekking
van plaatsvervangend griffier bij
den raad van beroep (ongeval
lenverzekering) te Haarlem en zijn
benoemd tot plaatsvervangend
griffier bij den raad van beroep
(ong< vallenverzekering), te Haar
lem: mr. L. J. van Toulon van
der Koog en mr. C. W. Thöue,
beiden advocaat en procureur te
Haarlem.
Museum gemeente-admiirislratie.
Men meldt ons
Na afloop van de zoo goed ge
slaagde tentoonstelling op gemeen
tel jk administratief gebied is over
wegen in een gunstig gelegen plaats
een inrichting in het leven te roepen
welke voor de gemeente-administra
tie zou kunnen zijn wat het Neder-
laudsch schoolmuseum is op onder
wijsgebied.
Het bestuur van den Nederland-
schen boud van gemeente-ambte
naren heeft thans een commissie
benoemd tot onderzoek en rapport
te dezer zake, bestaande uit de
heeren J. O. F. Bletz, burgemeester
van Weesperkarspel, E. de Groot,
secretaris van Noorwijk, J. W.
Repelius, controleur-gemeentebelas
tingen te Amsterdam, C. W. Wage
naar, commieschef ter gemeente
secretarie te Utrecht, W. J. van
Wagtendonk, hoofdcommies ter
secretarie van Amsterdam, en J.
A. Zaalberg, secretaris van Zaandam.
Gemengde Berichten.
De Ruy ter-portzegels.
In de „Ned. Philatelist wordt uit
drukkelijk betoogd, datde Regeering
een nieuwen voorraad van üe Ruy
terzegels deed vervaardigen, toen
bleek dat de toeloop zoo groot wai.
Het blad komt tot ziju meening
door het volgende:
Alle zegels met breuken, zooal»
b-v. Va. IV2, 2«/2, 672, 71/2, 12V*
vertoonen in het breukcijler een
afwijking, die niet te miskennen
is, en waaraan men onmiddellijk
een nieuwen druk herkent. „Dit
schijnen èu de Regeering en de
drukkers niet te weten, zoodat fei
telijk de eerste druk de zeldzame
wordt, en zal er in deze zei els
ODgetijfeld veel gespeculeerd worden.
Bij de andere waarden kan ik nog
niets ontdekken, doch geloof mij,
ook hierin zal verschil bestaan,
hetzij in de inkt of iets anders".
De schrijver geeft het Rijk eenige
wenken om er nog meer geld .uit
te halen.
„Zou het niet goed zijn indien
men (nu men toch bezig is een
nieuwen druk te doen verschijnen)
b.v. eenige vellen onderste boven
liet drukken, eenige cijfers of letters
verkeerd laat plaatsen, eenige cijfer»
of letters laat ontbreken, eenige
foutdrukken. enfin er zijn een legio
manieren om prachtige zaken te
doen! Want de Regeering zal wel
weten, dat deze curiositeiten massa's
geld opbrengen, en nu zij toch
eenmaal bezig is zich te meten met
de kleine Zuidamerikaansche Staten,
hindert het volstrekt nieis, dat men
er wat meer geld uitmaakt. Boven-
maV weftrfeedDg
De dronken kerel.w1ildemetziin 1
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Haarlem fl.85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.86
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C
Afzonderlijke nummers.0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf0.60 (contant)f 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie i contant.
De Vereeniging voor G. W. is
dat is het besluit van den heer
sen avond van gisteren.
Onder de talrijke aanwezigen zal er
geen zijn geweest, die niet is me
esleept door het machtig betoog
atl den scherpzinnigen, puntigen
Preker, en die niet het hart, heeft
,?elen meêtrillen voor wetenschappe-
'Jke geloofsverdediging en geloovige
Genschap, zoo noodig in Haarlem
'«iden.
Het pleidooi van pater Hendrichs
*as slaand, en overtuigend.
En hij won zijn zaak.
De geestdrift is er nu in, en naar
hopen zal ze blijven.
Men heeft bij deze rede kunnen
°elen wat er nog ontbreekt in onsHaar-
,6tu aan het Roomsche leven, en wat
"eze vereeniging kan geven.
L Het voorloopig bestuur, dat de
^atuten enz. heeft op te maken, zal
'^bben te zorgen, dat de vereeniging
r°or G. en W. die opgericht is, ook
^rkelijk geven zal wat noodig is.
Waartoe het ongetwijfeld zijn best
doen.
En dan zal Haarlem een Katholieke
',-reeniging rijker zijn, die in dezen
lid van ongeloof en valsche weten-
'hap wel een van de nuttigste en
oodigste mag heeten van al.
Wij wenschen onzen Katholieken ge-
'k met den avond van gisteren, en
bet hetgeen daar is tot stand gebracht.
De geboorte van een vereeniging,
ie geloof en wetenschap beiden in haar
Handel schrijft, en die beiden wil
'enen is voor het Katholieke Haar-
tn een gebeurtenis van bet hoogste
'wicht die tot blijde voldoening moet
'e*nmen en tot vertrouwen in de
'oeiende actie van het Roomsche le-
!n te dezer stede!
(Naar het Duitsch.)
™°rgenhij met een doffe
[w* 9. n 8ln8 bij den haard zitten.
M JL n uw dienst?"
ri/ondp^ eriocht hem oven in de
lQgrCi.-pren t» "l®1 'e willen komen.
et 1 verv,.5/"nzin voldeed de mulder
<n terp verho en toen werd Hana in
n |C?fIPte ppr .««nomen.
Hij wj. ,a"es liegen, maar toen
'oll'e' j unnen een geloofwaar-
ve kl aard a 7-gal hlJ den strgd
handeld,
"aar ve klaarde 7^"^ aen, «"f
^andeld. noodweer te heb-
rva*r bebben jullie riOT,
Wis» „ml an ruzie over
-egin met hem?' V Leefdet gij
tir heb hem van tevoren
tinhn, maar wat is de aanleiding tot
tcd
7 twist geweest
kleinen jongen mishandelen, die
knots
hals'had vastgegrepen? 411611 hö
Den zoon van den metselaar VissAr?"
,0a, j,ulst] Ik en nnjn kamerRadi w--
den de» knaap helpen en hem uit de
d«n ..van dien kerel bevrijden. Toen
lg hg, omdat ik hem vastgegrep
- °P kPu lo«- Kijk maar eens hier,
I Hier op mijn iehender»
en opmyn rechterbovenarm moeten
ook nog blauwe plekken znn."
Hij trok zijn borstrok uit. Bloedige,
blauwroode striemen op arm en schou
der werden zichtbaar.
„En in je vreeseijken toorn heb je den
man zeker doodgestoken?"
„Een paar maal heb ik met mijn mes
naar hem gestoken, doch hem zeker niet
al te ernstig getroffen."
„Heb je niet gezien, dat het brak?"
„Hij was dronken. Helaas, ik was
het ook en had ik heeleinaal mijn mes
maar niet getrokken. Met een Hinken
vuistslag zou je hem reeds tegen den
grond geslagen hebben."
„Wat is toen verder gebeurd?"
„Verder? Wel, toen ben ik naar huis
gegaan."
„En je kameraad?"
„Die? Dien ken ik heelemaal niet.
Hjj is een anderen weg ingeslagen. Ik
bekommerde mij heelemaal niet meer
om hem."
„Waar is dan 't lijk van den vermoor
de gebleven
„Lijk?Maar, hjj is toohniet dood?"
„Geen praaljesl Jaweldood, volgens
verklaring van een zeer geloofwaardigen
getuige, die van 't geval aangifte heeft
gedaan.
Toen wij vannacht met hem naar de
plaats des onheils gegaan zijn, hebben
we alleen nog bloedsporen gevonden,
maar van den vermoorde wat geen spoor
meer te bekennen. Hjj is natuurlijk in
dien tusschentijd gauw ergens verborgen
of in een spelonk geworpen. Zeg nou de
volle waarheid, jongen I Door te degen
maakt je je zaak heusch niet b»ter."
„En al zou het mjjn leven of mijn
•ewwige zaligheid kestea, dan kan ik aeg
niets anders zeggen! Wat jeme daar ten
laste legt, heb ik niet gedaan."
„Myn God, mijn God, Hans, heb je
werkelijk een mensch om 't leven ge
bracht gilde de oude vrouw, die nu op
sprong en tot nu toe sprakeloos in een
hoek was blijven zitten.
„Neen, honderdmaal neenl Hij was niet
dood, en zou hg het geweest zgn,
verstopt heb ik hem niet, zoo waar er
een God in den Hemel is. Voor mgu part
mag men het heele bosch afzoeken 1 En
als men hem dan toch vindt, dan blijf
ik er toch bij, dat ik van de jheele zaak
hoegef.a md niets meer weet, dan ik al
gezegd heb."
„Met zulke praatjes sohieten we niet
veel op", zei Steenman.
„Maar, het is beter, als je niet geraden
wilt zijn, maar niet met zulke uitvluch
ten bjj ons aan le komen, 't Komt immers
toch uit."
„Niets zal me liever zijn, als dat ge
beurt."
„Met trotsche antwoorden kun je ons
toch niet overtuigen en daa-mee bewijst
je ook niets."
„En wat moet ik dan bewijzen?"
„Dat zul je wel hooren. Maak je nu
maar klaar om met ons mee te gaan."
„Naar de justitie? Ik zal toch zeker
niet i.u de gevangenis gezet worden?"
„Misschien zul je weer heel spoedig op
vrije voeten gesteld worden. Tegenstand
zou slechts opzien baren."
„Gewillig ga ik niet mee I"
„Ja, dan noodzaakt je ons maatregelen
van geweld te gebruiken. Even fluiten
en we krijgen dadelijk hulp. Laat het
liever zoover niet komen."
„En ik ga niat mee! Ik doe het niet."
«waar beukte 4* vw»t v»# dw
mulder op de oude tafel neer, zoodat het
wormstekige meubelstuk onder zgn hand
kraakte.
„Vader, wat is er toch gebeurd?" riep
Eva nu ook, die haastig toe kwam ge-
loopen. Ze had de heftige woordenwisse
ling gehoord. Haar anders zoo blozend
gezichtje was nu bleek en blauw gewor
den. En uit haar blauwe oogen keek ze
uu star en wezenloos voor zich uit. En
huilend drukte zjj ook de kleine Margriet
in een hoek
Vol angst omklemde Eva haar vader.
Maar, daar klonk de bel, die men in een
prieelje in den tuin aangebracht had.
„Hou je stil, stil! Er is volk boven.
Die mogen niets van dit schandaal mer
ken," fluisterde grootmoeder. „Ga er nu
naar toe, kind! Zoo verliezen we nog
onze laatste klanten. Heere God, ga nu
toch weg. Jullie hangt allemaal als klissen
aan mijn lijf! Richt den molen toch heele
maal niet ten grondel Hans, wees nu
kalm! Wat heb je aan dat huilen?
Als je wat gedaan hebt, dan moet je
er de gevolgen van dragen. Dan helpt er
geenIk doe het niet en ik mag niet
Ik heb voor jullie steeds de nagels van
mijn handen gewerkt, maar wat hielp
het? Het was water pompen in een mand.
vVat men er boven in pompt, loopt er
onderlanga weer uit. Nu zal dat boeme
len dau eens uitgeraken hier! En onze
laatste centen zal ik vast houden! "Veel
genoegen heb ik nooit van je gehad,
Hans, doe mij nu ten minste de schande
nog niet aan, dat men je met geweld van
hier zal wegvoeren. Ga kalm meeEn
gjj, Eva, sta ons daar toch zoo niet aan
te kyken alsof je het in Keulen hebt
hooren donderen. Loop gauw buiten naar
de gaste»Vooruit! Toornt! Ik kek »m
va» al die plagerijen meer dan genoeg
en als jul.ie mij 't leven nu nog'zuurder
maken dan het al is, dan zal ik den mo
len laten verkoope zooals Dohme dat
al reeds lang heeft gewild en Renata zal
mij wel een plaatsje in haar voorhuis
inruimen."
Grootmoeder mopperde en z°urde wel
altijd, maar werkelijk boos werd ze maar
zelden, maar als ze het oc-k was, zonula
nu, dan moest men haar gehoorzamen,
want als men haar dan maar even durfde
tegen te spreken, dan word ze zeer drif
tig en zou de gekste dingen gedaan
hebben.
Hans ging nu gewillig met de veld
wachters mee.
Eva liep vlug naar boven, lachte de
drie fietser», twee heeren en een dame,
vroolijk toe, nam de bestelling vlug op,
bediende hun zeer gauw en vroeg de
gasten weer eens gauw terug te komen.
Zij plukte een donkerroode roos van ee
struik af, die dicht bij het prieel stond
en gaf zo aan de dame, die haar daarvoor
een blinkend zilverstuk in de hand drukte.
H.
Steenman werd in verhoor genomen en
bleef er by, wat hij gezegd had.
De zestienjarige jongen was ook op»,
geroepen, doch die was niet verschenen.
Zijn vader, de metselaar Visser, verklaar
de niet te weten, waar Frans gebleven
was. Hg wachtte reeds verscheidene da
gen tevergeefs op den knaap en deed
overal navraag, zonder iets van hsm te
vernemen.
Op den zeer schoonen morgen, waarop
Hans gearresteerd was, volgd„ eenen
windei' weeie vterwiddag. Dou^, wfj.
ken kwamen van achter de bergen aan
drijven. En weldra brak een verschrikke
lijk onweer los, vergezeld van een orkaan
en van een hagelbui, die donderend op
't dak van den ouden molen neerkleiter-
de. En de beek zwol verbazend en dreigde
buiten hare oevers te zullen treden. Het
was 100 donker geword n, dat grootmoe
der de lamp aan moest steken. In 't tuintje
hadden de hagelsteenen alle bloemen af
geslagen en zij waren neergesmakt op
de wegen <n op den breeden rijweg. Ein
delijk bedaarde dan 't noodweer, duoh
toen begon het »n bleef het doorregenen.
En heele waterstroomen stortten neer uit
den grauwen hemel en veranderden den
grond in een rivier, in een zeevlakt».
Overal lag 't werk stil. Wie er niet
uit moest, bleef thuis. Alleen de vrouw
van den metselaar Visser liep rus eloo»
heen en weer en zocht in fabrieken ea
café's naar Fran». En niemand wist wat
van den jongen af, niemand had hem
rinds den dag, toen de dagvaarding kwam
gezien. Van dat oogenhlik af, who tien
zgn vader en moeder telkens tevergeefs
op hem, als ze gingen eten.
„Onderhand gaat men nogdenke*-, dat
wij d-n jongen ergens verborgen hebben,"
zei Visser met toornige stem, toen ze
'savonds aan den boterham zaten
„Ze hebben toch het heele huis al door
zocht om hem te zoeken," antwoordde
Marjan.
„Toch gelooft de politie, dat wij wete»,
waar h(j is."
„Was het maar waarl Mijn goede God,
wat is er toch van den jongen gewor
den Hij moet er van door zjjn w»
zonder een es at op zak."
Wnr>H vervolf4.)