DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
itei
nz.
el<
De Bergmolen.
ei
Naagsche Brieuen.
Kinrïerhuisvest 31-33, HaaHem
3C(
BUITENLAND.
BINNENLAND.
25
AANDAG 20 JANUARI 1908
32"® Jaargang. No. 6790
ieontaD
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
a f0,
.0,53'?
0,4.
yin.
o Baat ik nu eens probeeren niet
,Ver de crisis te praten, want heusch
aar genieten we genoeg van, Het
Geselt in alle kranten en de een
®eft nog meer „vertrouwbare bron
•6tl" dan de ander. Heel veel waar
er echter tot dusverre uit die
.r°ünen nog niet geput, terwijl mij
Lai\ „gezaghebbende zijde".... Maar
'a waar ookik zou 't niet over de
ri6is hebben. Daar is trouwens
genoeg voor, want vooreerst
die niet opgelost, 't Lijkt me
Arom beter, nu eenige aandacht
wijden aan wat stellig en zeker
>®ggaathet huidige ministerie.
u® bladen, die berichten, dat de
^schiedenis van het voorjaar
°en inamers het demissionaire kabi-
jtoch aanbleef zich wel niet zou
filialen, wisten het wel, Dat is
°orloopig het eenige zekere nieuws
is de crisis.... Waarachtig, daar
or iZ° Weer- roeP me zeif tot de
en begin vooreerst minister
6 Meester (e herdenken. Een
^•öpathieke man, die toch o zoo
eQauwd kon zitten kijken als daar
een politieke aanval los kwam.
e daar heeft hij genoeg van ge
iten. Het onweer was niet van
lucht. Hij was dan nooit in
ÜU element en stak redevoeringen
jd, waarin hij zichzelf telkens repe
lde, tevwijl hij boos werd, echt
,J°os, als men hem dan niet geloof-
Die boosheid sloeg echter ook
Jet in, omdat Z.Exc. weinig zeg-
•^Qgskracht had en zijn kabinet te
einig kracht, om aan die boosheid
eh te duchten ondergrond te geven.
Boos is ook de heer Veegens ge-
,.eest, toen hem n.l. van socialis-
,Jsehe zijde verweten werd, particu-
lere belangen te dienen. Wat da-
!®rde zijn forsche stem toen door
d® zaal. De heer Veegens hield er
°ch van, een air aan te nemen
aQ J „als ik het zeg dan is het zoo",
eJWijl hij aan den anderen kant niet
.Roomde ongelijk te bekennen,
j ..Bapporste staaltje hiervan heeft
,llJ Wel geleverd, toen hij zijn be-
,°he omtrent de invaliditeits verzo
ening terugnam, omdat hij zich
6erst omtrent de financieele gevol-
j>eh niet voldoende vei gewist had.
socialisten waren toen nog zoo'n
®®etje regeeringspartij, anders zou-
eü ze hem dat wel meer euvel
hebben geduid.
Lichtgeraakt was ook minister
,aa Raai te, die in 't eerst dacht
,e. Kamer voldoende onder den
'llDl te kunnen krijgen als hij maar
jhet zijn „program van werkzaam
heden" zwaaide. Men gaf daar ech-
et niet veel om, en verweet hem
.v.aQ jaar tot jaar, dat hij gewicli-
8° belangen verwaarloosde
jVijl de behartiging daarvan nu een-
>al niet op zijn program voor
nam. Juist was Z. Exc. bezig zich
schoorvoetend een beelje te beteren,
toen de crisis
Boos gesproken heeft nooit minis
ter Kranz, maar boos geweest is
hij wel. Toen n.l. zijn reis naar
Chili ter sprake kwam en hij daar
over zulke harde verwijten kreeg,
zat hij nijdig te kijken met de
vuist onder 't hoofd. Hij liet echter
het antwoorden aan collega De
Meester over en zoo kon hij ten
einde toe de welwillende minister
blijven, die blijmoedig alle mogelijke
waterstaatswensclien aanhoorde en
scheutig was met „overweging."
Minister Rink deed ook altijd
puur-vriendelijk. Als hem verwijten
werden gedaan, keek hij net of hij
zeggen wildeik kan het heusch
niet helpen. En dan putte hij zich
uit in betuigingen van 't zelf graag
anders te willen, maar tot zijn
leedwezen niet anders te kunnen.
Eerst op 't laatst begon hij te leeren,
zich principieel te verzetton, bij zijn
Begrooting, toen hij dacht: er op
of er onder, een waagstuk dat hem
boven verwachting goed is bekomen,
't Was echter korte vreugd, want
de crisis
De eeuwige blijmoedigheid was
minister Fock, die zich lustig door
alle moeilijkheden heensloeg, niet
bang was voor wat inconsequentie
en in 't parlement de meeste waar
deering vond van al zijn collega's.
Speciaal de heer Van Tets moet
wel jaloersch op hem geweest zijn,
wan deze tegenvoeter van Cicero kon
geen goed doen. Had hij maar
diplomatiek kunnen blijven zwijgen,
de goede man.
Eerstes de vier krijgsministers.
Vier I Geen kleinigheid. Papa Bor-
gesius moet op de quantiteit wel
trotsch geweest zijn, maar de quali-
teitAlleen de heer Wentholt is
een man gebleken, om onverdeeld
pleizier mee te hebben, maar wie
weet wat ook daar nog mee had
kunnen geschieden. Hij was net
van' stapel geloopen toen de crisis....
O ja, daar zou ik 't niet over hebben.
Basta dus.
Politicus.
Algemeen Overzicht.
De Mar okk o-kwestie wordt met
den dag ingewikkelder.
Frankrijk heeft door de overwin
ning van d'Amade partij gekozen
voor Abd-ul-Azis, dat is buiten kijf
zooals we Zaterdag al uiteenzet
ten.
En dat is voor de gevolgen van
een en ander van buitengemeen
belang, want nu zijn de handen
van Frankrijk voor een goed deel
al gebonden.
Jauiès heeft dat wei ingezien, en
met zijn interpellatie, die naar we
Zaterdag al meldden, op 24 dezer
is gezet, zal hij dat zeker uiteen
zetten.
^Vrijdag is het, naar uitdeFran-
sche kranten nader blijkt, in de
Fransche Kamer bij het verzoek
van Jaurès tot directe behandeling
zijner interpellatie over Marokko,
nogal heftig toegegaan.
Jaurès antwoordde op het voorstel
van Minister Pichon tot uitstel van
deze interpellatie, dat dit niet kon,
dat de Kamer oogenblikkelijk inge
licht moest worden het optreden
van generaal d'Amade kan voor
Frankrijk de ernstigste militaire,
financieele en diplomatieke gevolgen
hebben, zeide hij.
Volgens den minister heeft d'Ama
de dezelfde bevelen als zijn voor
ganger. Zijn taak is, orde en vei
ligheid te herstellen en de daders
van de moorden in Juli te straffen
Settat ligt in het gebied van de
stammen die hieraan schuldig zijn.
Hij kon dus slechts het optreden
van den generaal volkomen goed
keuren. Er was niets gebeurd dat
de vervroegde interpellatie kan recht
vaardigen.
Jaurès bleef aanhouden: de beve
len van den generaal moesten wel
zeer elastisch zijn, als ze dan niet
nieuw waren. Is 70 K.M. voorwaarts
rukken nog niet voldoende om dien
generaal een beetje minder ijver
aan te bevelen Hoeveel K.M. moe
ten de Marokkanen dan wel van
Casablanca verwijderd zijn, opdat
wij ze niet meer behoeven te ver
volgen
De regeering neemt, zeide Jaurès
een uiterst zware verantwoording
op zich met deze operaties te doen
voortzetten, die niet door alle mo
gendheden wordt goedgekeurd
Bij de eigenlijke interpellatie zal
dat wel aangedikt worden, daar kan
men opaan
De „Pali Mall Gazette" zegt
hierover naar aanleiding van het
„Matin"-intervieuw van Pichon
Frankrijk en Spanje, zegt de
heer Pichon, zijn het beslist eens
betreffende de Marokkaansche poli
tiek. Zij steunen op de Algeciras
acte, en Hafid's proclamatie kon
die politiek niet beïnvloeden.
Naar wij meenen, hebben we
zoo iets al meer gehoord. Maar de
vanzelf sprekende critiek, Moelai
Hafid of de macht die hij achter
zich heeft, zullen in geen enkel
opzicht van de acte van Algeciras
voordeel trekken, noch van de
politie, van de staatsbank, de nieuwe
leeningen en de rest.
Te Algeciras hebben de mogend
heden getoond, dat zij Marokko
wilden regeeren. Echter weigert
Marokko geregeerd te werden. Dit
is in eenvoudige taal de huidige
toestand.
Het schijnt dus, dat, door zich
op de Algeciras-acte te beroepen,
Frankrijk zich slechts bedient van
een diplomatieke formule, uitge
sproken met het doel Duitsohland
te sussen, totdat de omstandigheden
het veroorloven, zijn „verstandig
niets-doen" te laten varen.
Maar Marokko wijst de acte af,
en dit is een feit, dat de waarde
van Pichon's standpunt aanmerke-
vermindert
We hebben al een paar maal op
de crisis gewezen, die J a p a n's
financiën doormaken. Die zyn in
de war, en erg ook, zooals we in
een artikeltje Zaterdag in ons tweede
blad nog uitvoeriger aantoonden.
Een Reuter-telegram uit JTokio
praat daar nu weder over.
De moeilijkheden, welke onder
vonden worden bij het in elkaar
zetten der begrooÜDg, hebben twee
hoofdoorzaken.
De eerste is, dat Japan in verband
met zijn financieele draagkracht,
veel te veel besteedt (of moet be
steden) aan leger en vloot. De
tweede en volgens vele financiers
nog noodlottiger oorzaak is de
naasting der spoorwegen door den
Staat. Dit is voor de Japansche
financiën bepaald noodlottig ge
worden.
In een telegram uit Tokio nan
de Daily Telegraph komt de cor
respondent van genoemd blad terug
op de bewering, dat naar de
laatste dagen wel beweerd is de
a.s. kabinets-wijziging te Tokio zou
beteekenen, dat de vredespartij het
veld heeft moeten ruimen voor de
kliek der generaals en admiraals.
Dit nu acht de Daily Telegraph-
man te eenenmale onjuist.
Er bestaat seinde hij in
Japan geen militairistische party.
En graaf Katsoera (de vermoedelijke
a.s. minister president) is een aan
hanger van de vredes-politiek van
Ito en Jamagata. Wie er ook aan
het bewind moge komen, hij zal
een voorstander der vredes-politiek
zijn.
Dit moge nu al de meening zijn
van den Daily-Telegraph-corres-
pondent, het feit blijft bestaan, dat
de Japansche financiën danig in de
war zijn, dat de verantwoordelijke
leiders der staatsfinanciën op be
zuiniging moeten aandringen, dat
die bezuiniging enkel kan worden
verkregen door het snoeimes te
zetten in de leger- en vloot uitgaven
en dat daartegen verzet bestaat bij
do hooger-geplaatste officieren van
land- en zeemacht 1
Naar aanleiding van de plannen
tot aanleg van een spoorweg van
Sinminteng naar Takoemen, onder
medewerking van de Chineesche
regeering, is naar wij indertijd meld
den een diplomatiek geschil met
Japan ontstaan, dat nog al eenigen
omvang dreigt aan te nemen.
De Japansche regeering heeft nu
ein zeer besliste houding aangeno
men en verklaard, dat een spoorlijn
parellel met die van Zuid-Mant-
sjoerije, niet aangelegd mag worden,
omdat dit in strijd zou zijn met het
verdrah van Peking.
Aan deze verklaring is toegevoegd
de mededeeling, dat de Japansche
regeering den aanleg niet zal toe
staan en zich zoo noodig er tegen
zal verzetten I
En China wil dezen spoorweg
met geweld doorzetten: ookEngel-
sche financiers zitten er achter.
In Perzië is het nog allertreu
rigst. 't Schijnt dat het heele land
in een warboel is gemaakt, die niet
veel hoop op beterschap geeft.
Blijkens te Parijs ontvangen be
richten heeft de nieuwe Fransche
gezant te Teheran de la Mar-
tinière, zich zeer pessimistisch
uitgelaten over de toekomst van
Perzië.
De gezant is er zeer tegen, dat
onder de gegeven omstandigheden
in Perzië financieele en industrieele
ondernemingen zullen worden op
touw gezet, daar hij vreest voor
troebelen in de naaste toekomst,
hetgeen zeer nadeelige gevolgen zal
moeten hebben voor de belangtfn
der Europeanen in Perzië.
Dat klinkt niet erg gunstig!
Ten slotte nog een bericht uit
Rome:
Volgens de „Agenzia Romana"
heeft de Paus den beeldhouwer
Tadolini, die het grafmonument van
wijlen Leo XIII in het Lateraan
vervaardigd heeft, medegedeeld, dat
hij er niet aan denkt het stoffe
lijk overschot van wijlen Z
H. Paus Leo X111 (te laten over
brengen, doch dat hij dit aan zijn
opvolger overlaat.
Nieuwtjes in drie regels.
OverDr.Kuyper.
Eenige Roomscke bladen hebben
geschreven, dat Dr. Kuiper bij het
nieuwe Rechtsche ministerie maar
van de baan moet blijven.
Men instemming nemen wij over
wat „De Tijd" naar aanleiding van
deze scbrij verij zegt
„Zooals reeds langer werd vermoed
en thans wel als vaststaande mag
worden aangenomen, heeft mr.
Heemskerk de opdracht tot vorming
van een Kabinet aanvaard. De mo
gelijkheid dat de nieuwe Kabinets
formateur het voorbeeld van mr.
Borgesius zal volgen en niet zelf in
hét door hem gevormde Kabinet
zal zitting nemen, mag, na al het
geen over dergelijke houding, vooral
FEUILLETON.
litef
eke'
van Rechts, werd gesproken en
geschreven, veilig als uitgesloten
worden beschouwd. Wij hebben
dus te wachten een Kabinet-Heems
kerk jr. Nu dunkt ons echter ge
heel onaannemelijk, dat dr. Kuyper,
zijn geheele persoonlijkheid en de
positie onder de zijnen in aanmer-
king genomen, na de eerste maal
als premier te zyn opgetreden, een
tweede plaals in eenig Kabinet kan
vervullen.
Van hem goldt zeer beslistA ut
Caesar aut nihil. De tegen
standers hebben zich dus, naar onze
vaste overtuiging, voor een optreden
van dr. Kuyper niet bevreesd te
maken, zijn vrienden zich daarmede
niet te vleien.
De eenige reden, die ons ertoe
noopte, omtrent dit punt een woord
in 't midden te brengen, hetwelk
anders ongesproken had kunnen
blijven, is deze:
Wij achtten het jegens een groot
man, aan wien wij. Katholieken,
als religieuze en staatkundige groep
in den lande ernstigo verplichtingen
hebben als zoodanig toch staat
de figuur van dr. Kuyper voor
ons volstrekt onbillijk, dat ook
van onze zijde om opportuniteits-
redenen zou worden ingestemd met
het T o 11 e, hetwelk bij alle liberale
en socialistische groepen, bij allen,
die aan den christennaara vijandig
zijn, eenstemmig tegen hem op
gaat
Uit de Staatscourant.
Bij Kon. Besl. is, met ingang van
1 Februari, benoemd tot burge
meester der gemeente Middelburg,
jhr. M. van den Brandeler, met
toekenning van gelijktijdig eervol
ontslag als burgemeester der ge
meente Maassluis.
J. S. H. Brouwers.
Men seint uit Venlo, dat het lid
der Eerste Kamer, afgevaardigde
voor de provincie Limburg, de heer
J. S. B. Brouwers, ernstig ongesteld
is en hem de H.H. Sacramenten
der Stervenden zijn toegediend.
Het kiesvraagstuk.
„De Tijd" verneemt, dat de her
haalde conferenties van R. K. en
A. R. Kamerleden, hebben geleid tot
overeenstemming in zake een ge
meenschappelijk standpunt der beide
rechtsche Kamerfracties ten opzichte
van het kiesrecht vraagstuk. Met
de Chr.-Hist. Kamerfracties duurt
de onderhandeling nog voort.
Van een tot vijftien Feberuari.
In enkele andere bladen is gemeld,
zegt de Residentiebode dat
de aangifte voor de aangifte kiezers
kan plaats hebben tot 15 Febr
Dit is waar, maar onvolledig Wan!
die aangifte kan nu nog niet ge
schieden. Zij moet worden inge"
leverd van één tot vijftien Februari"
Dan is het tijd om de aangift
te doen. Maar nu kan men zie?
reeds voorbereiden, door vriende
en bekenden op te sporen en aa11
„Gij vooral."
p 0 ABONNEMENTSPRIJS:
ver 8 maanden voor Haarlem fl.85
Voor de plaatsen, vaar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.36
voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C
Afzonderlijke nummers0.05
PRT.JS DEK ADVERTENTIÈN:
Van 1—6 regelsf0.60 (contant)f 0.50
Elae regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant
En het zal nu de vraag zijn, niet
wat Frankrijk wil, maar wat het
zal kunnen doen.
Groothertog Ferdinand ran Fos-
cane, vader van Wölfling en „mevrouw
Toselli," is overleden.
De koning van Italië gaat bezoe
ken afleggen dezen zomer aan. Wilhelm
II, Ëduard VII, den Czaar en Fallières.
Zaterdag heeft de Pruisische Land
dag in derde lezing de Polen-knevel-
wet, door ons besproken, aangenomen.
(Naar het Duitsch.)
5).
Y moest uit het oude Testament
°rlezen. Ze deed het, maar telkens
aren hare gedachten er niet bij. Steeds
ze opnieuw uit 't venster kijken.
.„Vvat is er toch?" vroeg de mulderin
"idelijk.
„Poter ia toch vanmiddag weggeloopen
1 nog niet terug," antwoordde het meisje
„O, zoo die zal zich wel laten
'Qoren en clie zal het wel in de keuken
mden."
„Ja; maar Hanne kan hem niet uit-
aan, dat weet ik. Daarvan wil ik erop
ten, dat hl] nog warme melk krijgt en
('at hem maar met zoo het een of ander
Joorgezet wordt.Gij houdt toch ook
veel van het beest, grootmoeder?
„Zeker, het gaat m\j aan het hart, als
,1° kat, welken ik grootgebracht heb,
I )*t achter mij in den leuningstoel ligt,
w grootvader zaliger is dol en gek
't beest geweest. AJs hij thuis kwam,
?as altijd zijn eerste woord: „Waar is
Jeter toch? Het beste van zijn bord
kfeog hij altijd."
»2ie je hem nbt?"
„Nu lees maar doorAls het stil is
(i'iQnen we wel hoeren, als hij voor de
.®ur staat te miauwen. Kun je ook wat
"tigen."
„Zingen? Daar ben ik nu niet voor
gestemd."
„Iets vrooms meen ik natuurlijk, of
grootvaders lievelingslied: „In een koud
graf..."
„Och, waarom zou ik zingen Niemand
luistert toch naar me."
„En dat ik het graag heb, geef je daar
dan niets om?*
„TJ valt toch dadelijk in slaap. Neen,
neen, zingen kan ik nietl"
„Ook goedl Lees dan maar door."
Eva gehoorzaamde, maar zijn las op
een vervelenden toon en verstrooid en
vloog plotseling op, toen een zonderlinge
schreeuw weerklonk.
„Dat was een houtreiger," zei groot
moeder.
„Nee, nee, Peter is het geweest! Ge
weet toch wel, dat klinkt precies eender.
Ik ben dadelijk weer terug, als ik abuis
heb."
Zoo vlug als een vogeltje was ze naar
buiten geloopen, den rijweg over en 't
dennehout in, dat niet alleen door sneeuw,
maar ook door de maan geheel als in
een zilverkleed was gestoken.
Een slanke, jonge man, Walter ge
naamd, was daar. Het pleegkind van haar
oom Dohme, die Walter aangenomen had,
toen zjjn moeder in armoede gestorven
was en zijn vader reeds lang dood was.
Evengoed als zjjn eigen kinderen werd
Walter dan ook door den houtvester
Dohme en zijn vrouw Renata behandeld.
Walter noemde dan ook van jongs af
Dohme zijn vader en Renata zijn moe
der, evengoed als de eigen kinderen van
Dohme.
Doze Walter nu, die deed alsof liy bij
de moeder van zijn pleegoudors een be
zoek was komen brengen, doch alleen
hier liep te wachten, stak haar beide
armen tee.
„Eva. lieve, hoe moet ik toch deze ge
lukkige oogenblikken stelen. Ik meen het
zoo oprecht en eerlijk en ik ben steeds
gedwongen als een' dief hier om't
erf te sluipen. Mag ik dan niet dadelijk
vrij en frank bij jullie binnen te komen
Wat vind ik dat heimelijk doen steeds
toch vervelend
„Uw pleegvader wil niet, dat gij bij ons
komt, en grootmoeder zegt, dat wij ons
daarnaar te schikken hebben. Ik zou ze
wel graag willen gehoorzamen, als ik van
J°u juaar niet boven alles zooveel hield,"
■oy klom hooger den berg op en giDg
dichter b'j hem staan.
„Mijn Eva, mijn alles!" riep hij.
as ik toch maar eenige jaren ouder
en raijzelt baas! Hoeveel geluk en genot
gaat er nu voor ons verloren! Hoeveel
oren gaan er voorbij, dat ik zoo vurig
verlang te zien ernstig word 1 Era. voel
jij dan ook niet, hoe op deze wijze' onze
jeugd en ons geluk verwoest wordt?"
„O, ik voel het ook," fluisterde zfj.
„Maar kunnen wij er iets aan doen Ik
niet en jij ook niet, naar het schijnt.
„Zoolang ik onder de macht van mijn
pleegvader sta.
WelnuDaar is toch niets aan te doen."
Het klonk wel mismoedig en een rimpel
die tusschen haai' wenkbrauwen zichtbaar
werd gaf aan het jeudige gezichtje plot
seling iets hards en duisters.
„Verlies je geduld niet," bad Walter.
Lag het in mjjn macht de hindernissen
weg te ruimen, zoo het op mijn ijver en
vlijt aankwam, dan wil ik elk uur van
mijn rusttyd daarvoor opofferen, maar
alles moet zyn tijd hebben. Wij zijn bei
den toch nog zoo jong."
„Ik Hij lachte vroolijk. „Ben jij soms
niet vier jaar jonger?"
Wat wil dat dan zeggen? Meisjes wor
den vroeg oud en als het zoo zwaar heb
ben, alt ik, dan zeker."
„Och, ga toch weg! De perzik-bloesem
kan er niet frisscher en blozender uitzien
Hier 1 Uit de slad heb ik een klein
kerstmisoadeautje voor je meegebracht."
Eu hij liet haar een ring zien, met een
prachtigen saphiersteen er in
„De edelsteen gelijkt op uw oogen,
alleen de kleur van uw oogen is nog veel
mooier. Mag ik hem aan je vingers ste
ken?"
Eva kreeg een blos van vreugde op hare
wangen. „Dat jij toch altijd iets nieuws
moet zoeken, om mij te verrassen!"
riep ze uit en gaf hem tegelijk een kus.
„Ja, weet jc, ik leef ook als een verlatene
princes in dien ouden molen en zie ver
langend uit naar 't oogenblik, waarop mij
een prins daaruit zal komen verlossen.
O, wat zijn dat nu toch avonden zonder
einde 1 Immers, ik hoor nooit iets anders
dan het eeuwige gezeur van grootmoeder
over vader, dat hij in de gevangenis zit,
en daarbij snort dan dat spinnewiel zoo
akelig vervelend. En als dan mijn oog
leden toevallen, dan schudt grootmoeder
met haar harde hand mij weer wakker
en roept kijvend: „Lees toch uit het
Testament voor, lui ding! Mijn oogen zijn
immers te zwak en ik kan de letters niet
meer onderscheiden." En dan lees ik en
lee3 ik maar raak en ik weet niet wat ik
lees, want dan ben ik doodmoe en kan
mijn gedachten heelemaal niet bij elkaar
houden. Neen, Walter, lang kan ik dat
leven zoo niet meer uithouden."
„Eva, gij moet toch...."
„Moet?" Nu ja, iedereen moet, zoo
lang hfj ten minste kan; maar verder
dan zijn krachten reiken komt toch nie
mand of ronduit gezegd: „Ik ben reeds
aan het einde en hou het op deze wijze
niet langer meer uit. Ga ik boodschap
pen doen, dan zien me alle menschen,
die ik tegenkom, meelijdend of spottend
aan, kom iK Zondags in de Kerk, dan
kijkt me daar ook iedereen aan, omdat
mijn vader in de gevangenis zit en blijf
ik thuis, dan maakt dat eeuwige gezeur
van grootmoeder mjj heelemaal gek. De
molen rqaakt je gewoon kapot en hoe
erg dat is, dat begrypt niemand, die er
niet woont.
De oude balkon kraken en scheuren,
al loopt men er nog zoo zachtjes over.
Do muizen loopen er overal rond en pie
pen er zoo, dat men zijn ooren dicht
stopt. En wanneer men ondanks dat alles
nauwelijks even indommelt, dan rukt de
storm aan de vensters en dakramen en
raast door 't woud als een wilde bende..
In den winter vooral is het jjzingwek-
ke*l, zonder overdrijving, y zing wekkend
in den molen die bovendien nog elk
oogenblik boven ons hoofd instorten kan.
Ik houd het er niet langer in uit!"
„Wil je dan weg, Eva? riep Walter
verschrikt uit. „Wat zal er dan toch van
my worden, als ik je voor die helaas zoo
enkele malen, als ik in F... kom, niet
meer zal aantreffen?"
„Vat toch alles niet dadehjk zoo woor
delijk op;" lachte Eva gedwongen Ik zei
zooeven maar iets, wat me zoo ineens-in
't hoofd kwam
Waar zou ik toch zoo dadelijk naar toa
moeten? Grootmoeder zou immers toch
nooit toestaan, dat ik in d» stad een
dienst ging zoeken." i
„Een dienst? Neen, dat zou ik ook niet
willen."
„Ik bedoelde als winke juffrouw of als
buffetjuffrouw in een fijn restaurant
ergens."
„Waar kom je toch hfj, Eva? Datzott
ik nooit willen!"
En weder vertoonde zich op haar lief
gezichtje die mismoedige, veeibeteeke-
nende trek. Ze zei„Moet ik dan hier
ook de gasten niet bedienen?"
„Dat heb ik al niet graagmaar dat
is toch nog iets heel anders. Dan ben je
en woon je bij je grootmoeder en dan
help je baar. Maar naar vreemde lui wil
ik niet dat je naar toe gaat."
„Ge wilt al over mij den baas spelen,
als waren we werkelyk al bruid en brui
degom."
„Ik denk dat we het zijn?"
„Onder vier oogen: ja voor de we
reld: neen, zoolang ik bij uw pleegouders
zoo slecht ben. Maar, hen nu maar ge
rust, ik zal in het muizenpaleis blijven,
totdat de storm over de puinhoopen zal
jagen 1"
Krakend en knarsend werd een ven
ster geopend, waarvoor een witte doek
zichtbaar werd en de schrille stem der
mulderin weerklonk tegelijk daaruit„Eva I
Eva!"
„Hoor je dat 1 Nu moest je eens kunnen
hooren, hoe ze weer op zal spelen. Ik
moet weg, hoor!"
„Wanneer zien we elkaar weer?"
„Och, hoe kan ik dat zeggen Tot ziens
«Nog een kus, Eva! Ik zou wel willen,
dat je nooit meer van my weggingt. Hou
je ook zooveel van mij, zooals ik van jou
„Ja, ja, Walter."
Wordt vervolgd.)