DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. itei nz. el< De Bergmolen. ei Naagsche Brieuen. Kinrïerhuisvest 31-33, HaaHem 3C( BUITENLAND. BINNENLAND. 25 AANDAG 20 JANUARI 1908 32"® Jaargang. No. 6790 ieontaD Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. a f0, .0,53'? 0,4. yin. o Baat ik nu eens probeeren niet ,Ver de crisis te praten, want heusch aar genieten we genoeg van, Het Geselt in alle kranten en de een ®eft nog meer „vertrouwbare bron •6tl" dan de ander. Heel veel waar er echter tot dusverre uit die .r°ünen nog niet geput, terwijl mij Lai\ „gezaghebbende zijde".... Maar 'a waar ookik zou 't niet over de ri6is hebben. Daar is trouwens genoeg voor, want vooreerst die niet opgelost, 't Lijkt me Arom beter, nu eenige aandacht wijden aan wat stellig en zeker >®ggaathet huidige ministerie. u® bladen, die berichten, dat de ^schiedenis van het voorjaar °en inamers het demissionaire kabi- jtoch aanbleef zich wel niet zou filialen, wisten het wel, Dat is °orloopig het eenige zekere nieuws is de crisis.... Waarachtig, daar or iZ° Weer- roeP me zeif tot de en begin vooreerst minister 6 Meester (e herdenken. Een ^•öpathieke man, die toch o zoo eQauwd kon zitten kijken als daar een politieke aanval los kwam. e daar heeft hij genoeg van ge iten. Het onweer was niet van lucht. Hij was dan nooit in ÜU element en stak redevoeringen jd, waarin hij zichzelf telkens repe lde, tevwijl hij boos werd, echt ,J°os, als men hem dan niet geloof- Die boosheid sloeg echter ook Jet in, omdat Z.Exc. weinig zeg- •^Qgskracht had en zijn kabinet te einig kracht, om aan die boosheid eh te duchten ondergrond te geven. Boos is ook de heer Veegens ge- ,.eest, toen hem n.l. van socialis- ,Jsehe zijde verweten werd, particu- lere belangen te dienen. Wat da- !®rde zijn forsche stem toen door d® zaal. De heer Veegens hield er °ch van, een air aan te nemen aQ J „als ik het zeg dan is het zoo", eJWijl hij aan den anderen kant niet .Roomde ongelijk te bekennen, j ..Bapporste staaltje hiervan heeft ,llJ Wel geleverd, toen hij zijn be- ,°he omtrent de invaliditeits verzo ening terugnam, omdat hij zich 6erst omtrent de financieele gevol- j>eh niet voldoende vei gewist had. socialisten waren toen nog zoo'n ®®etje regeeringspartij, anders zou- eü ze hem dat wel meer euvel hebben geduid. Lichtgeraakt was ook minister ,aa Raai te, die in 't eerst dacht ,e. Kamer voldoende onder den 'llDl te kunnen krijgen als hij maar jhet zijn „program van werkzaam heden" zwaaide. Men gaf daar ech- et niet veel om, en verweet hem .v.aQ jaar tot jaar, dat hij gewicli- 8° belangen verwaarloosde jVijl de behartiging daarvan nu een- >al niet op zijn program voor nam. Juist was Z. Exc. bezig zich schoorvoetend een beelje te beteren, toen de crisis Boos gesproken heeft nooit minis ter Kranz, maar boos geweest is hij wel. Toen n.l. zijn reis naar Chili ter sprake kwam en hij daar over zulke harde verwijten kreeg, zat hij nijdig te kijken met de vuist onder 't hoofd. Hij liet echter het antwoorden aan collega De Meester over en zoo kon hij ten einde toe de welwillende minister blijven, die blijmoedig alle mogelijke waterstaatswensclien aanhoorde en scheutig was met „overweging." Minister Rink deed ook altijd puur-vriendelijk. Als hem verwijten werden gedaan, keek hij net of hij zeggen wildeik kan het heusch niet helpen. En dan putte hij zich uit in betuigingen van 't zelf graag anders te willen, maar tot zijn leedwezen niet anders te kunnen. Eerst op 't laatst begon hij te leeren, zich principieel te verzetton, bij zijn Begrooting, toen hij dacht: er op of er onder, een waagstuk dat hem boven verwachting goed is bekomen, 't Was echter korte vreugd, want de crisis De eeuwige blijmoedigheid was minister Fock, die zich lustig door alle moeilijkheden heensloeg, niet bang was voor wat inconsequentie en in 't parlement de meeste waar deering vond van al zijn collega's. Speciaal de heer Van Tets moet wel jaloersch op hem geweest zijn, wan deze tegenvoeter van Cicero kon geen goed doen. Had hij maar diplomatiek kunnen blijven zwijgen, de goede man. Eerstes de vier krijgsministers. Vier I Geen kleinigheid. Papa Bor- gesius moet op de quantiteit wel trotsch geweest zijn, maar de quali- teitAlleen de heer Wentholt is een man gebleken, om onverdeeld pleizier mee te hebben, maar wie weet wat ook daar nog mee had kunnen geschieden. Hij was net van' stapel geloopen toen de crisis.... O ja, daar zou ik 't niet over hebben. Basta dus. Politicus. Algemeen Overzicht. De Mar okk o-kwestie wordt met den dag ingewikkelder. Frankrijk heeft door de overwin ning van d'Amade partij gekozen voor Abd-ul-Azis, dat is buiten kijf zooals we Zaterdag al uiteenzet ten. En dat is voor de gevolgen van een en ander van buitengemeen belang, want nu zijn de handen van Frankrijk voor een goed deel al gebonden. Jauiès heeft dat wei ingezien, en met zijn interpellatie, die naar we Zaterdag al meldden, op 24 dezer is gezet, zal hij dat zeker uiteen zetten. ^Vrijdag is het, naar uitdeFran- sche kranten nader blijkt, in de Fransche Kamer bij het verzoek van Jaurès tot directe behandeling zijner interpellatie over Marokko, nogal heftig toegegaan. Jaurès antwoordde op het voorstel van Minister Pichon tot uitstel van deze interpellatie, dat dit niet kon, dat de Kamer oogenblikkelijk inge licht moest worden het optreden van generaal d'Amade kan voor Frankrijk de ernstigste militaire, financieele en diplomatieke gevolgen hebben, zeide hij. Volgens den minister heeft d'Ama de dezelfde bevelen als zijn voor ganger. Zijn taak is, orde en vei ligheid te herstellen en de daders van de moorden in Juli te straffen Settat ligt in het gebied van de stammen die hieraan schuldig zijn. Hij kon dus slechts het optreden van den generaal volkomen goed keuren. Er was niets gebeurd dat de vervroegde interpellatie kan recht vaardigen. Jaurès bleef aanhouden: de beve len van den generaal moesten wel zeer elastisch zijn, als ze dan niet nieuw waren. Is 70 K.M. voorwaarts rukken nog niet voldoende om dien generaal een beetje minder ijver aan te bevelen Hoeveel K.M. moe ten de Marokkanen dan wel van Casablanca verwijderd zijn, opdat wij ze niet meer behoeven te ver volgen De regeering neemt, zeide Jaurès een uiterst zware verantwoording op zich met deze operaties te doen voortzetten, die niet door alle mo gendheden wordt goedgekeurd Bij de eigenlijke interpellatie zal dat wel aangedikt worden, daar kan men opaan De „Pali Mall Gazette" zegt hierover naar aanleiding van het „Matin"-intervieuw van Pichon Frankrijk en Spanje, zegt de heer Pichon, zijn het beslist eens betreffende de Marokkaansche poli tiek. Zij steunen op de Algeciras acte, en Hafid's proclamatie kon die politiek niet beïnvloeden. Naar wij meenen, hebben we zoo iets al meer gehoord. Maar de vanzelf sprekende critiek, Moelai Hafid of de macht die hij achter zich heeft, zullen in geen enkel opzicht van de acte van Algeciras voordeel trekken, noch van de politie, van de staatsbank, de nieuwe leeningen en de rest. Te Algeciras hebben de mogend heden getoond, dat zij Marokko wilden regeeren. Echter weigert Marokko geregeerd te werden. Dit is in eenvoudige taal de huidige toestand. Het schijnt dus, dat, door zich op de Algeciras-acte te beroepen, Frankrijk zich slechts bedient van een diplomatieke formule, uitge sproken met het doel Duitsohland te sussen, totdat de omstandigheden het veroorloven, zijn „verstandig niets-doen" te laten varen. Maar Marokko wijst de acte af, en dit is een feit, dat de waarde van Pichon's standpunt aanmerke- vermindert We hebben al een paar maal op de crisis gewezen, die J a p a n's financiën doormaken. Die zyn in de war, en erg ook, zooals we in een artikeltje Zaterdag in ons tweede blad nog uitvoeriger aantoonden. Een Reuter-telegram uit JTokio praat daar nu weder over. De moeilijkheden, welke onder vonden worden bij het in elkaar zetten der begrooÜDg, hebben twee hoofdoorzaken. De eerste is, dat Japan in verband met zijn financieele draagkracht, veel te veel besteedt (of moet be steden) aan leger en vloot. De tweede en volgens vele financiers nog noodlottiger oorzaak is de naasting der spoorwegen door den Staat. Dit is voor de Japansche financiën bepaald noodlottig ge worden. In een telegram uit Tokio nan de Daily Telegraph komt de cor respondent van genoemd blad terug op de bewering, dat naar de laatste dagen wel beweerd is de a.s. kabinets-wijziging te Tokio zou beteekenen, dat de vredespartij het veld heeft moeten ruimen voor de kliek der generaals en admiraals. Dit nu acht de Daily Telegraph- man te eenenmale onjuist. Er bestaat seinde hij in Japan geen militairistische party. En graaf Katsoera (de vermoedelijke a.s. minister president) is een aan hanger van de vredes-politiek van Ito en Jamagata. Wie er ook aan het bewind moge komen, hij zal een voorstander der vredes-politiek zijn. Dit moge nu al de meening zijn van den Daily-Telegraph-corres- pondent, het feit blijft bestaan, dat de Japansche financiën danig in de war zijn, dat de verantwoordelijke leiders der staatsfinanciën op be zuiniging moeten aandringen, dat die bezuiniging enkel kan worden verkregen door het snoeimes te zetten in de leger- en vloot uitgaven en dat daartegen verzet bestaat bij do hooger-geplaatste officieren van land- en zeemacht 1 Naar aanleiding van de plannen tot aanleg van een spoorweg van Sinminteng naar Takoemen, onder medewerking van de Chineesche regeering, is naar wij indertijd meld den een diplomatiek geschil met Japan ontstaan, dat nog al eenigen omvang dreigt aan te nemen. De Japansche regeering heeft nu ein zeer besliste houding aangeno men en verklaard, dat een spoorlijn parellel met die van Zuid-Mant- sjoerije, niet aangelegd mag worden, omdat dit in strijd zou zijn met het verdrah van Peking. Aan deze verklaring is toegevoegd de mededeeling, dat de Japansche regeering den aanleg niet zal toe staan en zich zoo noodig er tegen zal verzetten I En China wil dezen spoorweg met geweld doorzetten: ookEngel- sche financiers zitten er achter. In Perzië is het nog allertreu rigst. 't Schijnt dat het heele land in een warboel is gemaakt, die niet veel hoop op beterschap geeft. Blijkens te Parijs ontvangen be richten heeft de nieuwe Fransche gezant te Teheran de la Mar- tinière, zich zeer pessimistisch uitgelaten over de toekomst van Perzië. De gezant is er zeer tegen, dat onder de gegeven omstandigheden in Perzië financieele en industrieele ondernemingen zullen worden op touw gezet, daar hij vreest voor troebelen in de naaste toekomst, hetgeen zeer nadeelige gevolgen zal moeten hebben voor de belangtfn der Europeanen in Perzië. Dat klinkt niet erg gunstig! Ten slotte nog een bericht uit Rome: Volgens de „Agenzia Romana" heeft de Paus den beeldhouwer Tadolini, die het grafmonument van wijlen Leo XIII in het Lateraan vervaardigd heeft, medegedeeld, dat hij er niet aan denkt het stoffe lijk overschot van wijlen Z H. Paus Leo X111 (te laten over brengen, doch dat hij dit aan zijn opvolger overlaat. Nieuwtjes in drie regels. OverDr.Kuyper. Eenige Roomscke bladen hebben geschreven, dat Dr. Kuiper bij het nieuwe Rechtsche ministerie maar van de baan moet blijven. Men instemming nemen wij over wat „De Tijd" naar aanleiding van deze scbrij verij zegt „Zooals reeds langer werd vermoed en thans wel als vaststaande mag worden aangenomen, heeft mr. Heemskerk de opdracht tot vorming van een Kabinet aanvaard. De mo gelijkheid dat de nieuwe Kabinets formateur het voorbeeld van mr. Borgesius zal volgen en niet zelf in hét door hem gevormde Kabinet zal zitting nemen, mag, na al het geen over dergelijke houding, vooral FEUILLETON. litef eke' van Rechts, werd gesproken en geschreven, veilig als uitgesloten worden beschouwd. Wij hebben dus te wachten een Kabinet-Heems kerk jr. Nu dunkt ons echter ge heel onaannemelijk, dat dr. Kuyper, zijn geheele persoonlijkheid en de positie onder de zijnen in aanmer- king genomen, na de eerste maal als premier te zyn opgetreden, een tweede plaals in eenig Kabinet kan vervullen. Van hem goldt zeer beslistA ut Caesar aut nihil. De tegen standers hebben zich dus, naar onze vaste overtuiging, voor een optreden van dr. Kuyper niet bevreesd te maken, zijn vrienden zich daarmede niet te vleien. De eenige reden, die ons ertoe noopte, omtrent dit punt een woord in 't midden te brengen, hetwelk anders ongesproken had kunnen blijven, is deze: Wij achtten het jegens een groot man, aan wien wij. Katholieken, als religieuze en staatkundige groep in den lande ernstigo verplichtingen hebben als zoodanig toch staat de figuur van dr. Kuyper voor ons volstrekt onbillijk, dat ook van onze zijde om opportuniteits- redenen zou worden ingestemd met het T o 11 e, hetwelk bij alle liberale en socialistische groepen, bij allen, die aan den christennaara vijandig zijn, eenstemmig tegen hem op gaat Uit de Staatscourant. Bij Kon. Besl. is, met ingang van 1 Februari, benoemd tot burge meester der gemeente Middelburg, jhr. M. van den Brandeler, met toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester der ge meente Maassluis. J. S. H. Brouwers. Men seint uit Venlo, dat het lid der Eerste Kamer, afgevaardigde voor de provincie Limburg, de heer J. S. B. Brouwers, ernstig ongesteld is en hem de H.H. Sacramenten der Stervenden zijn toegediend. Het kiesvraagstuk. „De Tijd" verneemt, dat de her haalde conferenties van R. K. en A. R. Kamerleden, hebben geleid tot overeenstemming in zake een ge meenschappelijk standpunt der beide rechtsche Kamerfracties ten opzichte van het kiesrecht vraagstuk. Met de Chr.-Hist. Kamerfracties duurt de onderhandeling nog voort. Van een tot vijftien Feberuari. In enkele andere bladen is gemeld, zegt de Residentiebode dat de aangifte voor de aangifte kiezers kan plaats hebben tot 15 Febr Dit is waar, maar onvolledig Wan! die aangifte kan nu nog niet ge schieden. Zij moet worden inge" leverd van één tot vijftien Februari" Dan is het tijd om de aangift te doen. Maar nu kan men zie? reeds voorbereiden, door vriende en bekenden op te sporen en aa11 „Gij vooral." p 0 ABONNEMENTSPRIJS: ver 8 maanden voor Haarlem fl.85 Voor de plaatsen, vaar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.36 voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C Afzonderlijke nummers0.05 PRT.JS DEK ADVERTENTIÈN: Van 1—6 regelsf0.60 (contant)f 0.50 Elae regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant En het zal nu de vraag zijn, niet wat Frankrijk wil, maar wat het zal kunnen doen. Groothertog Ferdinand ran Fos- cane, vader van Wölfling en „mevrouw Toselli," is overleden. De koning van Italië gaat bezoe ken afleggen dezen zomer aan. Wilhelm II, Ëduard VII, den Czaar en Fallières. Zaterdag heeft de Pruisische Land dag in derde lezing de Polen-knevel- wet, door ons besproken, aangenomen. (Naar het Duitsch.) 5). Y moest uit het oude Testament °rlezen. Ze deed het, maar telkens aren hare gedachten er niet bij. Steeds ze opnieuw uit 't venster kijken. .„Vvat is er toch?" vroeg de mulderin "idelijk. „Poter ia toch vanmiddag weggeloopen 1 nog niet terug," antwoordde het meisje „O, zoo die zal zich wel laten 'Qoren en clie zal het wel in de keuken mden." „Ja; maar Hanne kan hem niet uit- aan, dat weet ik. Daarvan wil ik erop ten, dat hl] nog warme melk krijgt en ('at hem maar met zoo het een of ander Joorgezet wordt.Gij houdt toch ook veel van het beest, grootmoeder? „Zeker, het gaat m\j aan het hart, als ,1° kat, welken ik grootgebracht heb, I )*t achter mij in den leuningstoel ligt, w grootvader zaliger is dol en gek 't beest geweest. AJs hij thuis kwam, ?as altijd zijn eerste woord: „Waar is Jeter toch? Het beste van zijn bord kfeog hij altijd." »2ie je hem nbt?" „Nu lees maar doorAls het stil is (i'iQnen we wel hoeren, als hij voor de .®ur staat te miauwen. Kun je ook wat "tigen." „Zingen? Daar ben ik nu niet voor gestemd." „Iets vrooms meen ik natuurlijk, of grootvaders lievelingslied: „In een koud graf..." „Och, waarom zou ik zingen Niemand luistert toch naar me." „En dat ik het graag heb, geef je daar dan niets om?* „TJ valt toch dadelijk in slaap. Neen, neen, zingen kan ik nietl" „Ook goedl Lees dan maar door." Eva gehoorzaamde, maar zijn las op een vervelenden toon en verstrooid en vloog plotseling op, toen een zonderlinge schreeuw weerklonk. „Dat was een houtreiger," zei groot moeder. „Nee, nee, Peter is het geweest! Ge weet toch wel, dat klinkt precies eender. Ik ben dadelijk weer terug, als ik abuis heb." Zoo vlug als een vogeltje was ze naar buiten geloopen, den rijweg over en 't dennehout in, dat niet alleen door sneeuw, maar ook door de maan geheel als in een zilverkleed was gestoken. Een slanke, jonge man, Walter ge naamd, was daar. Het pleegkind van haar oom Dohme, die Walter aangenomen had, toen zjjn moeder in armoede gestorven was en zijn vader reeds lang dood was. Evengoed als zjjn eigen kinderen werd Walter dan ook door den houtvester Dohme en zijn vrouw Renata behandeld. Walter noemde dan ook van jongs af Dohme zijn vader en Renata zijn moe der, evengoed als de eigen kinderen van Dohme. Doze Walter nu, die deed alsof liy bij de moeder van zijn pleegoudors een be zoek was komen brengen, doch alleen hier liep te wachten, stak haar beide armen tee. „Eva. lieve, hoe moet ik toch deze ge lukkige oogenblikken stelen. Ik meen het zoo oprecht en eerlijk en ik ben steeds gedwongen als een' dief hier om't erf te sluipen. Mag ik dan niet dadelijk vrij en frank bij jullie binnen te komen Wat vind ik dat heimelijk doen steeds toch vervelend „Uw pleegvader wil niet, dat gij bij ons komt, en grootmoeder zegt, dat wij ons daarnaar te schikken hebben. Ik zou ze wel graag willen gehoorzamen, als ik van J°u juaar niet boven alles zooveel hield," ■oy klom hooger den berg op en giDg dichter b'j hem staan. „Mijn Eva, mijn alles!" riep hij. as ik toch maar eenige jaren ouder en raijzelt baas! Hoeveel geluk en genot gaat er nu voor ons verloren! Hoeveel oren gaan er voorbij, dat ik zoo vurig verlang te zien ernstig word 1 Era. voel jij dan ook niet, hoe op deze wijze' onze jeugd en ons geluk verwoest wordt?" „O, ik voel het ook," fluisterde zfj. „Maar kunnen wij er iets aan doen Ik niet en jij ook niet, naar het schijnt. „Zoolang ik onder de macht van mijn pleegvader sta. WelnuDaar is toch niets aan te doen." Het klonk wel mismoedig en een rimpel die tusschen haai' wenkbrauwen zichtbaar werd gaf aan het jeudige gezichtje plot seling iets hards en duisters. „Verlies je geduld niet," bad Walter. Lag het in mjjn macht de hindernissen weg te ruimen, zoo het op mijn ijver en vlijt aankwam, dan wil ik elk uur van mijn rusttyd daarvoor opofferen, maar alles moet zyn tijd hebben. Wij zijn bei den toch nog zoo jong." „Ik Hij lachte vroolijk. „Ben jij soms niet vier jaar jonger?" Wat wil dat dan zeggen? Meisjes wor den vroeg oud en als het zoo zwaar heb ben, alt ik, dan zeker." „Och, ga toch weg! De perzik-bloesem kan er niet frisscher en blozender uitzien Hier 1 Uit de slad heb ik een klein kerstmisoadeautje voor je meegebracht." Eu hij liet haar een ring zien, met een prachtigen saphiersteen er in „De edelsteen gelijkt op uw oogen, alleen de kleur van uw oogen is nog veel mooier. Mag ik hem aan je vingers ste ken?" Eva kreeg een blos van vreugde op hare wangen. „Dat jij toch altijd iets nieuws moet zoeken, om mij te verrassen!" riep ze uit en gaf hem tegelijk een kus. „Ja, weet jc, ik leef ook als een verlatene princes in dien ouden molen en zie ver langend uit naar 't oogenblik, waarop mij een prins daaruit zal komen verlossen. O, wat zijn dat nu toch avonden zonder einde 1 Immers, ik hoor nooit iets anders dan het eeuwige gezeur van grootmoeder over vader, dat hij in de gevangenis zit, en daarbij snort dan dat spinnewiel zoo akelig vervelend. En als dan mijn oog leden toevallen, dan schudt grootmoeder met haar harde hand mij weer wakker en roept kijvend: „Lees toch uit het Testament voor, lui ding! Mijn oogen zijn immers te zwak en ik kan de letters niet meer onderscheiden." En dan lees ik en lee3 ik maar raak en ik weet niet wat ik lees, want dan ben ik doodmoe en kan mijn gedachten heelemaal niet bij elkaar houden. Neen, Walter, lang kan ik dat leven zoo niet meer uithouden." „Eva, gij moet toch...." „Moet?" Nu ja, iedereen moet, zoo lang hfj ten minste kan; maar verder dan zijn krachten reiken komt toch nie mand of ronduit gezegd: „Ik ben reeds aan het einde en hou het op deze wijze niet langer meer uit. Ga ik boodschap pen doen, dan zien me alle menschen, die ik tegenkom, meelijdend of spottend aan, kom iK Zondags in de Kerk, dan kijkt me daar ook iedereen aan, omdat mijn vader in de gevangenis zit en blijf ik thuis, dan maakt dat eeuwige gezeur van grootmoeder mjj heelemaal gek. De molen rqaakt je gewoon kapot en hoe erg dat is, dat begrypt niemand, die er niet woont. De oude balkon kraken en scheuren, al loopt men er nog zoo zachtjes over. Do muizen loopen er overal rond en pie pen er zoo, dat men zijn ooren dicht stopt. En wanneer men ondanks dat alles nauwelijks even indommelt, dan rukt de storm aan de vensters en dakramen en raast door 't woud als een wilde bende.. In den winter vooral is het jjzingwek- ke*l, zonder overdrijving, y zing wekkend in den molen die bovendien nog elk oogenblik boven ons hoofd instorten kan. Ik houd het er niet langer in uit!" „Wil je dan weg, Eva? riep Walter verschrikt uit. „Wat zal er dan toch van my worden, als ik je voor die helaas zoo enkele malen, als ik in F... kom, niet meer zal aantreffen?" „Vat toch alles niet dadehjk zoo woor delijk op;" lachte Eva gedwongen Ik zei zooeven maar iets, wat me zoo ineens-in 't hoofd kwam Waar zou ik toch zoo dadelijk naar toa moeten? Grootmoeder zou immers toch nooit toestaan, dat ik in d» stad een dienst ging zoeken." i „Een dienst? Neen, dat zou ik ook niet willen." „Ik bedoelde als winke juffrouw of als buffetjuffrouw in een fijn restaurant ergens." „Waar kom je toch hfj, Eva? Datzott ik nooit willen!" En weder vertoonde zich op haar lief gezichtje die mismoedige, veeibeteeke- nende trek. Ze zei„Moet ik dan hier ook de gasten niet bedienen?" „Dat heb ik al niet graagmaar dat is toch nog iets heel anders. Dan ben je en woon je bij je grootmoeder en dan help je baar. Maar naar vreemde lui wil ik niet dat je naar toe gaat." „Ge wilt al over mij den baas spelen, als waren we werkelyk al bruid en brui degom." „Ik denk dat we het zijn?" „Onder vier oogen: ja voor de we reld: neen, zoolang ik bij uw pleegouders zoo slecht ben. Maar, hen nu maar ge rust, ik zal in het muizenpaleis blijven, totdat de storm over de puinhoopen zal jagen 1" Krakend en knarsend werd een ven ster geopend, waarvoor een witte doek zichtbaar werd en de schrille stem der mulderin weerklonk tegelijk daaruit„Eva I Eva!" „Hoor je dat 1 Nu moest je eens kunnen hooren, hoe ze weer op zal spelen. Ik moet weg, hoor!" „Wanneer zien we elkaar weer?" „Och, hoe kan ik dat zeggen Tot ziens «Nog een kus, Eva! Ik zou wel willen, dat je nooit meer van my weggingt. Hou je ook zooveel van mij, zooals ik van jou „Ja, ja, Walter." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1