DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. De Bergmolen. Gemeentebestuur en politiek. BUITENLAND. BINNENLAND. Kinderhuisvest 31-33, Haarlem VRIJDAG 24 JANUARI 1908. 32»te; Jaargang, No. 675 Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. Het is een vrome wensch van velen„oeh, of dat dooreenhaspelen van de politiek en van 't bestuur eener gemeente toch eens mocht ophouden!" Een gemeenteraad is geen poli tiek lichaam, zei ons nog onlangs iemand, op wiens oordeel wij hoogen prijs stellen, maar die hier dunkt ons de wensch aannam voorde werkelijkheid. Men hoort het zoo vaak„in den gemeenteraad moeten alléén die mannen worden gekozen, die gezond oordeel en bekende bekwaamheden hebben, zonder dat men daarbij naar bun politieke of religieuze gevoelens behoeft te vragen. Dat mag te pas komen bij Kamer verkiezingen, maar met het bestuur eener gemeente heeft de politiek niets te maken!" Die meening wordt niet door den eerste den beste zoo maar e n passant verkondigd, maar bij sommigen, vooral ouderen onder ons, is het een léér geworden! Nu is het dit vooraf wel eigenaardig, dat de praktijk van deze leer altijd neerkomt op.... het bevorderen van de verkiezing van een liberaal! Je ware „humaniteit" de vriendelijkheid voor allen, 't ontbreken van 6tarre overtuiging die pal staat voor beginsel, dat vindt men alleen bij de liberalen immers: die zijn plooibaarder, niet zoo hoekig en kantig, en dus: ze lijken aan die goedmoedige ver- foeiers van de politiek in den Raad méér geschikt. Wat meer is: van liberalen kant hoort men immers altijd dat er geen grooter tegen standers zijn van de politiek in den gemeenteraad dan juist de liberalen zelf.... waarmee dan be doeld wordt: tegenstanders van principieële, op godsdienstige overtuiging gegrondveste politiek En zoodoende werken die aan hangers van de leer: „de politiek hoort niet in een gemeentebestuur thuis," juist immer en altijd ten gunste van onze politieke tegen standers. Dit zou nu op zichzelf niet zoo erg zijn, als de leer, dat de politiek niet met gemeentelijk bestuur te maken heeft, waarheid bevatte. Maar,... ze is finaal onjuist! Men zou misschien mogen wen- schen, dat de politiek met het be stuur eener gemeente minder te maken mócht hebben, maar dan zou men onze geheele gemeentelijke administratie en de bevoegdheden van dagelijksch bestuur en gemeen teraad ondersteboven moeten gooien en het gemeentebestuur zou zich dan alleen hebben te bepalen tot de zorg voor openbare werken. En elfs dün waa 't nog twijfelachtig f politieke meeningen niet invloed zouden kunnen uitoefenen ten na- deele der onpartijdigheid! Men kan den wenschde politiek buiten den Raad, in theorie heel mooi vinden, maar de vervulling ervan is practisch een onmoge lijkheid. Zoolang we onderwijs en zorg voor het openbare welzijn, armwezen en politie, sociale maatregelen en bevordering van socialen welstand nog hebben staan op het lijstje der gemeentelijke administratie, zoolang zal de politiek invloed hebben op gemeentelijk bestuur. En dat zal wel immer zoo blijven! Wie een voorbeeld noodig heeft om de waarheid van deze stelling aan de werkelijkheid te toetsen, kan dat vinden in de wyze, waarop de gemeente Velsen tegenwoordig wordt geadrainisti eerd. Met den heer Netscher heeft daar het militant-radicale element zijn intrede gedaan in de raadszaal van Velsen. En we hebben in ons kruiskopje aan het hoofd van een vorig num- mur reeds medegedeeld, met welke heillooze gevolgen o.i. voor den financiëelen toestand dier gemeente, voor de sociale en moreele verhou dingen aldaar. De heer Netscher, wien men werk kracht zeker niet ontzeggen mag, heeft in Velsen's gemeenteraad een invloed gekregen die verre staat boven de verhouding van het aantal kiezers die hem kozen tot het anders denkende doel dei bevolking. De heer Netscher is waarlijk niet anders in den raad van Velsen gekomen dan met en door den steun dier lieden, die „de politiek" als uit den booze achttenEn nu hebben ze hun ver diende loon! Want de heer Netscher is éen en al politiek Natuurlijk. Wij duiden hem dat ook niet ten kwade. Zijn politieke denkbeelden zullen we bestryden met alle kracht die in ons is, maar dat hij zijn politieke meening wil omzetten in daden, nu hij te kwade ure daartoe in gelegenheid is gesteld, dat recht mag hem niet worden ontzegd. Evenwelzjj die immer geroepen hebben dat de heer Netscher moest worden gekozen om zijn persoon en persoonlijke begaafdheden, waar het dan voor een gemeente aller eerst op aan zou komen, zij zien nfi waartoe dit geleid heeft! En degenen die n)g immer meenen, dat de politiek zeer goed buiten de gemeentelijke administratie blyven kan, mogen uit het voor beeld van Velsen leeren, hoe onjuist hun meening is, en hoe onmogelijk het is, in verschillende kwesties van den dag de principes, die wij belijden en waarop we groot gaan, weg te stoppen, óok by zaken van gemeentelijken aard. Men zegt in den omtrek van het Noordzeekanaal, dat de heer Netscher aspireert naar een Kamerzetel. 't Mag zijn: het alles omver werpend optreden van den heer Netscher als wethouder van Velsen doet vermoeden, dat spoedig de eenvoudige raadszaal van die plaats bem te benauwd zal worden, en dat hij hooger op zoekt te ko men. Maar dan voorspellen we hem een fiasco. Politici van beteekenis vormen zich niet door een radicale omverwerping van een gemeente lijke huishouding en het ondanks alles doorvoeren van party-ideeën in een dorp, welks raadsleden klaar blijkelijk niet zoo ineens en onvoor bereid de hoogere portée van dit politiek gedoe snappen. Hoogstens brengt de neer Netscher het dan tot een kamerzetel in Kampen of daaromtrent.... voor den duur van ééne zitting natuurlijk. Dat evenwel daargelaten, is de krachtproef, die de heer Netscher in Velsen vertoont, voor die ge meente ten zeerste te betreuren. Zooals we in ons kruiskopje reeds zeiden, zal ènde eerste stap tot in voering van de goeverneerende schoolvergadering, èn het financi- eele beleid dat tot aller verbazing dit najaar bij de begrootingsdiscus- siën werd vertoond, èn de onder- wijs-politiek, op drang van den heer Netscher in Velsen begonnen, de gemeente op groote offers komen te staan, zoowel in geldelijk als in maatschappelijk opzicht. Dit alles zij den Velsenaren ter overweging gegevenbij een eerstvolgende verkiezing. Zoo ergens, dan moet hier van Katholieke en Christelijke zijde ge tracht worden om de gevaarlijke actie der radicale politiek uit den Raad te weren, en er de Christelijke politiek voor in de plaats te zetten. Aan de organisatie van de Chris telijke partijen moet van meet af worden gewerkt en dadelijk begon nen, dat dunkt ons de groote les, uit de jammerlijke gevolgen van de verkiezing des heeren Net scher te trekken. En moge ook die andere les, dat politiek en gemeentelijk bestuur nu eenmaal niet te scheiden zijn, dat wij dus principiëel den .plicht heb ben, het gemeentebestuur op onze Katholieke beginselen zoovéél mo gelijk te doen steunen,niet worden in den wind geslagen,... ook elders dan te Velsen! Algemeen Overzicht. De kiesrecht-ongeregeldheden in Duitsehland houden aan. De socialisten; roerennatuurlijk erg ijverig in den warboel, om er wat ter eigen gebruik uit te halen, wat tengevolge van von Bülow's'"starre houding vermoedelijk ook wel luk ken zal. Merkwaardig is in deze de hou ding van het anticlericale „blok." De liberale heeren hebben in heftige taal gevraagd om algemeen kiesrecht, wat door von Bülow even beslist is verworpen. Ze hebben toen gedreigd met opzegging van de samenwerking, maar.... het clericale spook dreigde en de zoetheid van regeeringspartij te zijn was hun toch te machtig. En zoo zij a ze besloten om toch maar met het ultra-conservatisme te blijven samenwerken, alléén op dat maar niet 't Centrum weer aan 'troer kome. Liever Turksch dan Paapsch, is ook ginds nog bij die heeren liberalen de eenige leuze: beginselen ho maar! De vrijzinnige Vossischo Zeitung probeert die zonderlinge tactiek goed te praten, door uit te leggen dat de vrijzinnige partijen zullen voort gaan, alle wetsontwerpen van hun standpunt te onderzoeken, maar dat ze weigeren in te stemmen in den uitroep: Weg met Bülow! en in de groote politieke vraagstukken een persoonlijke kwestie te mengen. Alsof 't behoud van een persoon géén „persoonlijke" kwestie was Vandaag is 't de groote dag voor de Fransche regeering in zake de M a r o k k o-kwestie. Rare geruchten over de ronde Jaurès heeft b.v. in de couloirs van de Kamer gezegd, dat hij het gevecht bij Settat beschouwde als een volkomen nederlaag van gene raal d' Amade Jaurès dacht, dat d'Amade in de val gelokt was. Ook de Marokkanen zouden het gevecht bij Settat als een nederlaag van de Franschen beschouwen. Dat is een heel nieuwe voorstel ling van de zaak! Clemenceau is blijkbaar niet ge rust, want hy heeft het raadzaam gevonden, reeds vooraf 't publiek door de pers eenigszins op de hoogte te brengen van zijn meening over den heerschenden toestand. Zoo verklaarde hij o.a., dat gene raal d'Amade de nauwkeurige, een voudige aanwijzing had ontvangen, in den omtrek van Casablanca de orde te herstellen. Voor dit doel werd hem „plein pouvoir" verleend. In de havenplaatsen zal Frankrijk, overeenkomstig de dit land verleende mandaten, de rust handhaven en daarom zijn schepen daar laten. Wat de binnenlandsche onlusten betreft, daarmede zal Frankrijk zich niet bemoeien. D'Amade heeft bevel ontvangen, onder geenerlei voorwaarde zijn troepen ten dienste van Abdul Aziz te stellen. Van den anderen kant mag Frankrijk niet vergeten, dat Abdul Azis de eenig erkende sultan is, die met zijn handteekening de acte van Algeciras bekrachtigde. Verder moet men niet uit het oog verliezeu, dat Moeley Ilafid den heiligen oorlog tegen Frankrij k proclameerde en vrijstelling van belasting beloofde, waardoor de financieele wanorde in den lande nog vergroot werd. Verder zeide deze pretendent geen vreemdelingen in Marokko te zullen dulden, 't blijkt dus voldoende dat hij van plan is, het Algeciras-verdrag te pchenden en als het ware de liuro- peescbe mogendheden wil tarten. Dit alles mag Frankrijk evenmin vergeten als het feit dat alle be langhebbende staten uitsluitend Abdul Aziz en niemand anders als wettig sultan van Marokko er kennen. Orakelteel 'n beetje, dunkt ons! De Spaansche minister van bui- tenlansche zaken heeft in een on derhoud met de Epoca zijnerzijds óók verklaard, dat de uitroeping van Hafid geen nieuw rechtskundig vraagstuk opwerpt. De Spaansche consuls hebben last gekregen, enkel sultan Abd-ul- Azis te erkennen. Zij die verlangen het juk af te werpen van het gezag, noemen zich aanhangers van Hafid, maar het eenig blijk van gehechtheid aan Hafid, dat zij geven, is, dat zij Azis hebben afgezet. Welke sultan het dan ook moge winnen, de overwinnaar moet de verdragen met derden nakomen en aan de internationale verplichtingen voldoen, zei de minister. Het beleid van Frankrijk en Spanje is gericht op bescherming van leven eii goed der vreemdelingen en op vrijheid van handelsverkeer. De vertegenwoordigers die Frank rijk en Spanje in Marokko hebben, doen hun best te zorgen, dat zij van de plaatselijke gezaghebbers waarborgen ontvangen voor de be scherming der belangen, die wij ons aantrekken. De ernst waarmee wij onzen taak vervullen is het beste antwoord op de geruchten, dat wij ons aan avonturen zouden wagen. De minister heeft tot den redac teur der Epoca ook nog gesproken over de eischen, die Spanje in het bijzonder tegenover Marokko kan doen golden. Deze eischen maken het onder werp uit van levendige gedachten- wisseling tusschen de Spaansche regeering en die van Abd-ul-Azis. De Kabinets-crisis. Men meldt ons uit den Baag Sedert mr. Heemskerk de Kabi netsformatie aanvaard heeft, bevindt hij zich bijna voortdurend hier ter stede, ook in verband met de voort gaande raadpleging vah den samen steller door II. M. de Koningin en het overleg met de partijgroepen. Nog gisternamiddag had dehi Heemskerk een onderhoud n H. M. Van meer dan ééne goed inj lichte zijde wordt intusschen v zekerd, dat de heer Heemskerk n niet met de samenstelling gereed De liberale beginselen. De Haagsche correspondent V het liberale Hbld. schryft een zt breed artikel over het advies, do het bestuur van de liberale Ux inzake het kiesrecht gegeven. J conclusie waartoe de schrij ver kot is deze: Het gansche advies lijkt ons op berekend om, de radicale kt en de conservatieve geit sparen zooveel mogelijk kiezers te vangt Het fiasco van de blancoleuze c te wijten is aan dezelfde tactit schijnt het Unie-bestuur nog ge harde les genoeg te hebben gegeve Zoo wordt het peil van 't gi der liberalen allengs meer omla. gedrukt waar men geen beginsel meer kent, doch nog slechts oppc tunisme en speculantenzin. Het fuit Ilium schijnt naby. Dat is nog al welletjes: de ht ren van de Liberale Unie met he dit achtbaar lichaam op reis na het terrein, waar men geen begi selen meer kent, doch nog slech „opportunisme en speculantenzin De aanvaring der Harwichboo Nog niets bekend 1 Mist, niets dan mist.... En niets bekend nog van de i ongelukkigen die in een open bo drijven op de groote zee.... Onder de gruwbare onzekerhe in dit wreede mistweer, dat nu zes lange dagen aanhoudt, wor< het medelijden met de schipbreuk lingen steeds beklemmender. Rust loos loopen de menschen in de killen nevel op en neer langs h' kanaal, traohteu zij over de pi- steeds dieper zee in te zien. Mat de meedoogenioozr muur van dam houdt het schrikkelijk geheim ve. holen. De angst van enkele wachtenc betrekkingen, zoo schrijft een d< correspondenten aan den den Hoe! is niet om aan te zien. Er loopt hier van gisterenavon af nu al een vader rond die zij zoon vermist. De rampzalige ma houdt zich uiterlijk rustig. Mat tot een ieder wendt hij zich oi zijn zwakke hoop toch nog wat 1 versterken. Straks kwam detjjdin dat, toen het al donker was. d Gouwzee weer uit zou varen om zoeken. Dr. den Houter stond t gereed om mee te gaan. Maar de: kundigen bespraken het nutteloo? on het gevaar van dien tocht. D vader mengde zich in hun gesprek „och, vroeg hij het kón toe eens wezen, dat het zoo was bi stierd, dat de Gouwzee deroeiboc zal vinden?" De opvarenden waren bereid. Map re.UILL.EJ 4JSN. NIEUWE HAARLEMSCHE MAN ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Haarlem Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85 lgt 0.05 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Afzonderlijke nummers f 1.85 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 0.60 (contant)f 0.50 Elke regel meer„0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant. (Naar het Duitsch.) „Daar ga ik niet op in. Praat het je liever uit je hoofd. Niemand van jullie beiden zal moeten, doch ieder zal vrij en ongebonden zijn. Als gij je ouders weer bezoekt, is misschien menigeen weer ver anderd." „Vader heeft me verboden hier nog te komen voorloopig, en daar wy nu voor een langere scheiding staan, wil ik mjjn geluk verzekeren. Geef uw zegen groot moeder." „Onder zulke omstandigheden? Hoopt er dan zeker niet op I Wilt gij later als man, die den kost voor zijn gezin zal kunnen verdienen, Eva nog trouwen, en houdt zjj dau nog van je, dan vind ik het goed en Andries moet dan welja en amen zeggen. Maar neemt tot dien t(jd afscheid. Ik wil niet, dat jy 't meisje den kop op hol brengt en haar in opspraak brengt. Wij worden al reeds erg genoeg belas terd en bepraat. Neen, neen, neen, spreek maar niets tegenlGanul Ga nu toch," he haalde ze boos, daar hij maar bleef talmen. Met een gebroken hart gehoorzaamde hij- „Gij blijft hier, Eva!" zei de mulderin toen 't meisje da deur uit wou sluipen. „Neen, grootmoeder, ik moet vooruit naar de keuken leopen, opdat Kanna pist» zal w-rken," En weg was ze. Knorrend en pruttelend ging ze weer in haar leunstoel zitten. Soorend sprong de kater op haar schoot, drukte zyn ron den kop tegen haar rinpelige wangen en rolde zich toen weer als een kogel samen. Op den overloop van den trap greep Walter de handen van zijn geliefde. „Blijf me trouw, Eva!" smeekte hij. Zooals ik zal niemand je weer liefheb ben. Ge kunt me gelooven en vertrouwen!" „Ik doe het immers, doch ga nu maar grootmoeder heeft g-lijk. Niemand mag het weten, dat gij zoo laat en in stilte nog bjj ons geweest." „Beloof me, dat je het hier uithouden zult, tot ik weer kom." „Wie weet dan, wat er gebeuren zal en hoe spoedig de molen in andere han den zal overgaan? Ik kan tooh onmoge lijk een belofte doen, die ik misschien heelemaal niet vervullen kan." „Ik haal je brieven zooals tot nu toe in 't kleiue winkeltje af. Moeder Hart man zal ze wel voor my aannemen." „En gjj schryft terug „Ja, zoodra ik een vry, onbewaakt oogenblik kan vinden." „En nog eens, Eva! Grootmoeder wees my af, maar gij zult je tooh zeker als mijn bruid gedragen, niet waar? „Het is nog zeer de vraag of ik bij jou pleegouders niet voor altjjd te slecht zal s\jn." „Gij bent me dierbaarder dan de heele wereld. Voorloopig ben ik immers slechts een leerling van den beroemden beeld houwer van Straaten, die mjj een schoo ns toekomst heeft voorspeld en die ge- loeft dat ik mjj nog wel maken zal. Zeker, 't toekomstbeeld is nog heel ver weg. Maar heb slechts geduld, ik zal er al mijn krachten, aan geven, als ik jou slechts kan bezitten en jou slechts gelukkig maken kan, zeg mij, dat ge zult blyven volhouden in liefde en trouw. Ik kan nnt heen, zender deze heilige belofte uit jou mond mee te mogen nemen." „Ik schenk je die belofte, maar ga nu! Als je vader van je ongehoorzaamheid hoort, onttrekt hij grootmoede alle hulp en ik krijg de hel op aarde. Dan heb jij mij zelf van hier wegge jaagd. Ik loop nu naar de keukeu en zal zorgen, dat Hanne je niet ziet. Zie jij dan in dien tijd onbemerkt weg te ko men." „Niemand zal mij zien. Ik maak een omweg door 't woud Eva, je moest eens weten hoe droef mij het harte is. Het is mij als moet ik voor altjjd afscheid van je nemen.— En gjj bent zoo bedaard, gij praat zoo luchtig over alles." „Ik overleg en redeneer, ja—maar ik moet voor ons allen zorgen, voor jou, voor grootmoeder, voor Margriet. Gij moogt geen •noangenaatnheden met uw pleegouders krijgen door mij en ik heb er voor te zorgen, dat de nood ons niet geheel en al ter neer drukt. Ik weet wol, dat gy met volle handen zoudt geven, dat gjj mjj midden in een tooverpaleis zoudt willen zetten, als het aan jou lag maar jij bent toch ook nog maar een zwakke man, die niet meer geven kan, dan zijn krachten toelaten. „O, God, aan mijn onmacht behoeft niemand mjj te herinneren, die voel ik zelf wel." „Nu ben je boos op ma en ik meen het tooh goed met u en met allen." „Tranen vloeiden van baar lange wim pers en stroomden langs over haar nu ietwat bleek geworden wangen. „Ge moet wat mij zwaar valt, niet nog zwaarder maken. Gij moet toch de sterkste zjjn en mij oprichten." „Ge hebt geljjk, maar ik heb je ook zoo lief... „Dat zal je moed en wilskracht geven Met steunen en klagen schiet je niet op." „Eva wat zou ik er niet voor willen geven, wanneer zich ook maar een licht straaltje voor wilde doen 1" „Wat helpt het dan of men dit of dat zou willen? Dat, verandert aan de zaak niets. Men moet zelf zijn weg zoeken te maken." „Was hij maar niet zoo lang en ver moeiend." „Welnu, en daar even zei je zelf: Wjj zyu nog jong en kunnen wachten." „Als gij er ook zoo over denkt...." „Jawel 1 Natuurlijk versta ik er niet onder, dat men de handen in den schoot zal leggen en wachten tot hem een ge braden vogel in den mond zal vliegen. Wanneer er zich een gelegenheid voor doet. waar door we nader bi; ons doel zul len kunnen komen, dan moeten we die zonder aarzelen aangrijpen." „Ik vrees, dat die zich zoo gauw niet bij mij zal voor doen. „Maar misschien bij mij wel!" „Bjj jou? Op dit afgelegen plaatsje?" Zeker, 't is hier vervelend en eenzaam en om wanhopig te worden, maar wat ge schieden moet, zal geschieden. Ik denk altyd maar, dat ik tooh niet in deze oude barak zal blyven. Er moet wat anders in de toekomst voor mij weggelegd zijn. Daarom beu ik ook niet troosteloos, maar vol hoop on vertrouwen." „Op onze hereeniging „Nu jal Goede nacht, Walter! Wy moe ten nu van elkaar scheiden/ „Dadelijk na aankomst schrijf ik je. Laat me niet lang wachten. Je kunt niet begrijpen, hoe smachtend ik naar een paar regels, naar een teeken van leven van jou verlang. De molen is oud en vervallen, maar in mijn oogen is hij een paradijs, kon ik er met jou maar in gaan wonen. Tot ziens, mijn lieve, lieve Eva!" „Tot weerziens! Zie, dat je heelzachtjes de keukendeur voorbijgaat. Ik zal dan heel hard met Hanna praten, opdat ze niets zal merken." „Ga dan nog even naar buiten. Ik zal dan boven bij dien door den bliksem ge spleten den gaan staan en van verre wil ik je dan nog een laatsten groet toe werpen. Doe je me dat genoegen nog?" „Ja." Na ongeveer tien minuten kwam Eva uit den molen en zwaaide dapper met een witten doek in de koude winterlucht. Boven in den boschrand dicht naast den half gespleten den stond Walter en Eva kon hem duidelijk zien door het heldere sterreugeflonker en het heerlijke licht der volle maan. IV. Toen de lente aanbrak sloop eens tegen den avond een schuw en verwaarloosd uitziend man langs omwegen, om de hoofdstraat van 't landelijk stadje te ver mijden, naar den Bergmolen. En menigeen ontmoette den eenzamen stillpn wandeDar, die met neergebogen hoofd voortsobreed, bleef staan en keek hem na. Dat was Hans 8teenmanimmers, de veroordeelde en wilde baas, die een inoui op zijn geweten had. En hij zag er ui als had hij weer lust genoeg dadelijk wei iemand neer te steken. Ieder ontwee hem en deed alsof hij toevaiiig een ai deren kant uitkeek. Hans bad nooit uit de gevangenis na: zijn familie geschreven en zoo beboefc het hem dus eigenlijk heelemaal niet verwonderen, dat hem niemand tegc kwam. Zij wisten natuurlijk wel, wanneer zij straf ten einde was, maar wanneer me verlangt iemand te zien, dan is de zna heel anders. Maar wie zal nu wel zij terugkeer wenschen, wie zal met liefc aan liem denken? In de gevangenis had hij tijd genot gehad over alles wat gebeurd was, na denken. En Hans moest het bij zichze erkennen, dat hij er da grootste schul van was, dat de molen zoo onderkwar Da en, ja weken lang had hij zich o: niets beko nmerd, maar er op los gelee! en geluilakt en alleen aan de oude vrou de zorg voor den molen overgelaten. II café zou een heel ander aanzien kunne hebben, wanneer hij het zoo schromelij niet verwaarloosd had en het niet zc ten onder had gebracht door zijn traaf heitl en onwil om te werken. Of er m wat goed was te maken? Moedelo: schudde hij het hoofd. Zijn zelfvertrouwe was verloren gegaan en een knagend g voel van bitterheid vervulde zijn ziel. Toen hij bij den molen kwam, schee er door geen enkel venster licht mee Stil en duister, als was hij betoover lag hy daar. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1