DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
De Bergmolen.
Gemeentebestuur
en politiek.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Kinderhuisvest 31-33, Haarlem
VRIJDAG 24 JANUARI 1908.
32»te; Jaargang, No. 675
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
Het is een vrome wensch van
velen„oeh, of dat dooreenhaspelen
van de politiek en van 't bestuur
eener gemeente toch eens mocht
ophouden!"
Een gemeenteraad is geen poli
tiek lichaam, zei ons nog onlangs
iemand, op wiens oordeel wij hoogen
prijs stellen, maar die hier dunkt
ons de wensch aannam voorde
werkelijkheid.
Men hoort het zoo vaak„in den
gemeenteraad moeten alléén die
mannen worden gekozen, die gezond
oordeel en bekende bekwaamheden
hebben, zonder dat men daarbij
naar bun politieke of religieuze
gevoelens behoeft te vragen. Dat
mag te pas komen bij Kamer
verkiezingen, maar met het bestuur
eener gemeente heeft de politiek
niets te maken!"
Die meening wordt niet door den
eerste den beste zoo maar e n
passant verkondigd, maar bij
sommigen, vooral ouderen onder
ons, is het een léér geworden!
Nu is het dit vooraf wel
eigenaardig, dat de praktijk van
deze leer altijd neerkomt op.... het
bevorderen van de verkiezing van
een liberaal! Je ware „humaniteit"
de vriendelijkheid voor allen, 't
ontbreken van 6tarre overtuiging
die pal staat voor beginsel, dat
vindt men alleen bij de liberalen
immers: die zijn plooibaarder, niet
zoo hoekig en kantig, en dus: ze
lijken aan die goedmoedige ver-
foeiers van de politiek in den Raad
méér geschikt. Wat meer is: van
liberalen kant hoort men immers
altijd dat er geen grooter tegen
standers zijn van de politiek in
den gemeenteraad dan juist de
liberalen zelf.... waarmee dan be
doeld wordt: tegenstanders van
principieële, op godsdienstige
overtuiging gegrondveste politiek
En zoodoende werken die aan
hangers van de leer: „de politiek
hoort niet in een gemeentebestuur
thuis," juist immer en altijd ten
gunste van onze politieke tegen
standers.
Dit zou nu op zichzelf niet zoo
erg zijn, als de leer, dat de politiek
niet met gemeentelijk bestuur te
maken heeft, waarheid bevatte.
Maar,... ze is finaal onjuist!
Men zou misschien mogen wen-
schen, dat de politiek met het be
stuur eener gemeente minder te
maken mócht hebben, maar dan
zou men onze geheele gemeentelijke
administratie en de bevoegdheden
van dagelijksch bestuur en gemeen
teraad ondersteboven moeten gooien
en het gemeentebestuur zou zich
dan alleen hebben te bepalen tot
de zorg voor openbare werken. En
elfs dün waa 't nog twijfelachtig
f politieke meeningen niet invloed
zouden kunnen uitoefenen ten na-
deele der onpartijdigheid!
Men kan den wenschde politiek
buiten den Raad, in theorie heel
mooi vinden, maar de vervulling
ervan is practisch een onmoge
lijkheid.
Zoolang we onderwijs en zorg
voor het openbare welzijn, armwezen
en politie, sociale maatregelen en
bevordering van socialen welstand
nog hebben staan op het lijstje der
gemeentelijke administratie, zoolang
zal de politiek invloed hebben op
gemeentelijk bestuur. En dat zal
wel immer zoo blijven!
Wie een voorbeeld noodig heeft
om de waarheid van deze stelling
aan de werkelijkheid te toetsen,
kan dat vinden in de wyze, waarop
de gemeente Velsen tegenwoordig
wordt geadrainisti eerd.
Met den heer Netscher heeft daar
het militant-radicale element zijn
intrede gedaan in de raadszaal van
Velsen.
En we hebben in ons kruiskopje
aan het hoofd van een vorig num-
mur reeds medegedeeld, met welke
heillooze gevolgen o.i. voor den
financiëelen toestand dier gemeente,
voor de sociale en moreele verhou
dingen aldaar.
De heer Netscher, wien men werk
kracht zeker niet ontzeggen mag,
heeft in Velsen's gemeenteraad een
invloed gekregen die verre staat
boven de verhouding van het aantal
kiezers die hem kozen tot het anders
denkende doel dei bevolking. De
heer Netscher is waarlijk niet anders
in den raad van Velsen gekomen dan
met en door den steun dier lieden,
die „de politiek" als uit den booze
achttenEn nu hebben ze hun ver
diende loon! Want de heer Netscher
is éen en al politiek
Natuurlijk.
Wij duiden hem dat ook niet ten
kwade.
Zijn politieke denkbeelden zullen
we bestryden met alle kracht die
in ons is, maar dat hij zijn
politieke meening wil omzetten in
daden, nu hij te kwade ure
daartoe in gelegenheid is gesteld,
dat recht mag hem niet worden
ontzegd.
Evenwelzjj die immer geroepen
hebben dat de heer Netscher moest
worden gekozen om zijn persoon
en persoonlijke begaafdheden, waar
het dan voor een gemeente aller
eerst op aan zou komen, zij
zien nfi waartoe dit geleid heeft!
En degenen die n)g immer
meenen, dat de politiek zeer goed
buiten de gemeentelijke administratie
blyven kan, mogen uit het voor
beeld van Velsen leeren, hoe onjuist
hun meening is, en hoe onmogelijk
het is, in verschillende kwesties
van den dag de principes, die wij
belijden en waarop we groot gaan,
weg te stoppen, óok by zaken van
gemeentelijken aard.
Men zegt in den omtrek van het
Noordzeekanaal, dat de heer Netscher
aspireert naar een Kamerzetel.
't Mag zijn: het alles omver
werpend optreden van den heer
Netscher als wethouder van Velsen
doet vermoeden, dat spoedig de
eenvoudige raadszaal van die plaats
bem te benauwd zal worden, en
dat hij hooger op zoekt te ko
men.
Maar dan voorspellen we hem
een fiasco. Politici van beteekenis
vormen zich niet door een radicale
omverwerping van een gemeente
lijke huishouding en het ondanks
alles doorvoeren van party-ideeën
in een dorp, welks raadsleden klaar
blijkelijk niet zoo ineens en onvoor
bereid de hoogere portée van dit
politiek gedoe snappen. Hoogstens
brengt de neer Netscher het dan
tot een kamerzetel in Kampen of
daaromtrent.... voor den duur van
ééne zitting natuurlijk.
Dat evenwel daargelaten, is de
krachtproef, die de heer Netscher
in Velsen vertoont, voor die ge
meente ten zeerste te betreuren.
Zooals we in ons kruiskopje reeds
zeiden, zal ènde eerste stap tot in
voering van de goeverneerende
schoolvergadering, èn het financi-
eele beleid dat tot aller verbazing
dit najaar bij de begrootingsdiscus-
siën werd vertoond, èn de onder-
wijs-politiek, op drang van den
heer Netscher in Velsen begonnen,
de gemeente op groote offers komen
te staan, zoowel in geldelijk als in
maatschappelijk opzicht.
Dit alles zij den Velsenaren ter
overweging gegevenbij een
eerstvolgende verkiezing.
Zoo ergens, dan moet hier van
Katholieke en Christelijke zijde ge
tracht worden om de gevaarlijke
actie der radicale politiek uit den
Raad te weren, en er de Christelijke
politiek voor in de plaats te zetten.
Aan de organisatie van de Chris
telijke partijen moet van meet af
worden gewerkt en dadelijk begon
nen, dat dunkt ons de groote
les, uit de jammerlijke gevolgen
van de verkiezing des heeren Net
scher te trekken.
En moge ook die andere les, dat
politiek en gemeentelijk bestuur nu
eenmaal niet te scheiden zijn, dat
wij dus principiëel den .plicht heb
ben, het gemeentebestuur op onze
Katholieke beginselen zoovéél mo
gelijk te doen steunen,niet worden
in den wind geslagen,... ook elders
dan te Velsen!
Algemeen Overzicht.
De kiesrecht-ongeregeldheden in
Duitsehland houden aan. De
socialisten; roerennatuurlijk erg
ijverig in den warboel, om er wat
ter eigen gebruik uit te halen, wat
tengevolge van von Bülow's'"starre
houding vermoedelijk ook wel luk
ken zal.
Merkwaardig is in deze de hou
ding van het anticlericale „blok."
De liberale heeren hebben in
heftige taal gevraagd om algemeen
kiesrecht, wat door von Bülow even
beslist is verworpen.
Ze hebben toen gedreigd met
opzegging van de samenwerking,
maar.... het clericale spook dreigde
en de zoetheid van regeeringspartij
te zijn was hun toch te machtig.
En zoo zij a ze besloten om toch
maar met het ultra-conservatisme
te blijven samenwerken, alléén op
dat maar niet 't Centrum weer aan
'troer kome. Liever Turksch dan
Paapsch, is ook ginds nog bij die
heeren liberalen de eenige leuze:
beginselen ho maar!
De vrijzinnige Vossischo Zeitung
probeert die zonderlinge tactiek goed
te praten, door uit te leggen dat
de vrijzinnige partijen zullen voort
gaan, alle wetsontwerpen van hun
standpunt te onderzoeken, maar
dat ze weigeren in te stemmen in
den uitroep: Weg met Bülow! en
in de groote politieke vraagstukken
een persoonlijke kwestie te mengen.
Alsof 't behoud van een persoon
géén „persoonlijke" kwestie was
Vandaag is 't de groote dag voor
de Fransche regeering in zake de
M a r o k k o-kwestie. Rare geruchten
over de ronde
Jaurès heeft b.v. in de couloirs
van de Kamer gezegd, dat hij het
gevecht bij Settat beschouwde als
een volkomen nederlaag van gene
raal d' Amade
Jaurès dacht, dat d'Amade in de
val gelokt was.
Ook de Marokkanen zouden het
gevecht bij Settat als een nederlaag
van de Franschen beschouwen.
Dat is een heel nieuwe voorstel
ling van de zaak!
Clemenceau is blijkbaar niet ge
rust, want hy heeft het raadzaam
gevonden, reeds vooraf 't publiek
door de pers eenigszins op de
hoogte te brengen van zijn meening
over den heerschenden toestand.
Zoo verklaarde hij o.a., dat gene
raal d'Amade de nauwkeurige, een
voudige aanwijzing had ontvangen,
in den omtrek van Casablanca de
orde te herstellen.
Voor dit doel werd hem „plein
pouvoir" verleend.
In de havenplaatsen zal Frankrijk,
overeenkomstig de dit land verleende
mandaten, de rust handhaven en
daarom zijn schepen daar laten.
Wat de binnenlandsche onlusten
betreft, daarmede zal Frankrijk
zich niet bemoeien. D'Amade heeft
bevel ontvangen, onder geenerlei
voorwaarde zijn troepen ten dienste
van Abdul Aziz te stellen. Van
den anderen kant mag Frankrijk
niet vergeten, dat Abdul Azis de
eenig erkende sultan is, die met
zijn handteekening de acte van
Algeciras bekrachtigde.
Verder moet men niet uit het
oog verliezeu, dat Moeley Ilafid
den heiligen oorlog tegen Frankrij k
proclameerde en vrijstelling van
belasting beloofde, waardoor de
financieele wanorde in den lande
nog vergroot werd. Verder zeide
deze pretendent geen vreemdelingen
in Marokko te zullen dulden, 't
blijkt dus voldoende dat hij van
plan is, het Algeciras-verdrag te
pchenden en als het ware de liuro-
peescbe mogendheden wil tarten.
Dit alles mag Frankrijk evenmin
vergeten als het feit dat alle be
langhebbende staten uitsluitend
Abdul Aziz en niemand anders als
wettig sultan van Marokko er
kennen.
Orakelteel 'n beetje, dunkt ons!
De Spaansche minister van bui-
tenlansche zaken heeft in een on
derhoud met de Epoca zijnerzijds
óók verklaard, dat de uitroeping
van Hafid geen nieuw rechtskundig
vraagstuk opwerpt.
De Spaansche consuls hebben
last gekregen, enkel sultan Abd-ul-
Azis te erkennen.
Zij die verlangen het juk af te
werpen van het gezag, noemen zich
aanhangers van Hafid, maar het
eenig blijk van gehechtheid aan
Hafid, dat zij geven, is, dat zij Azis
hebben afgezet.
Welke sultan het dan ook moge
winnen, de overwinnaar moet de
verdragen met derden nakomen en
aan de internationale verplichtingen
voldoen, zei de minister. Het beleid
van Frankrijk en Spanje is gericht
op bescherming van leven eii goed
der vreemdelingen en op vrijheid
van handelsverkeer.
De vertegenwoordigers die Frank
rijk en Spanje in Marokko hebben,
doen hun best te zorgen, dat zij
van de plaatselijke gezaghebbers
waarborgen ontvangen voor de be
scherming der belangen, die wij
ons aantrekken. De ernst waarmee
wij onzen taak vervullen is het
beste antwoord op de geruchten,
dat wij ons aan avonturen zouden
wagen.
De minister heeft tot den redac
teur der Epoca ook nog gesproken
over de eischen, die Spanje in het
bijzonder tegenover Marokko kan
doen golden.
Deze eischen maken het onder
werp uit van levendige gedachten-
wisseling tusschen de Spaansche
regeering en die van Abd-ul-Azis.
De Kabinets-crisis.
Men meldt ons uit den Baag
Sedert mr. Heemskerk de Kabi
netsformatie aanvaard heeft, bevindt
hij zich bijna voortdurend hier ter
stede, ook in verband met de voort
gaande raadpleging vah den samen
steller door II. M. de Koningin en
het overleg met de partijgroepen.
Nog gisternamiddag had dehi
Heemskerk een onderhoud n
H. M.
Van meer dan ééne goed inj
lichte zijde wordt intusschen v
zekerd, dat de heer Heemskerk n
niet met de samenstelling gereed
De liberale beginselen.
De Haagsche correspondent V
het liberale Hbld. schryft een zt
breed artikel over het advies, do
het bestuur van de liberale Ux
inzake het kiesrecht gegeven. J
conclusie waartoe de schrij ver kot
is deze:
Het gansche advies lijkt ons
op berekend om, de radicale kt
en de conservatieve geit sparen
zooveel mogelijk kiezers te vangt
Het fiasco van de blancoleuze c
te wijten is aan dezelfde tactit
schijnt het Unie-bestuur nog ge
harde les genoeg te hebben gegeve
Zoo wordt het peil van 't gi
der liberalen allengs meer omla.
gedrukt waar men geen beginsel
meer kent, doch nog slechts oppc
tunisme en speculantenzin.
Het fuit Ilium schijnt naby.
Dat is nog al welletjes: de ht
ren van de Liberale Unie met he
dit achtbaar lichaam op reis na
het terrein, waar men geen begi
selen meer kent, doch nog slech
„opportunisme en speculantenzin
De aanvaring der Harwichboo
Nog niets bekend 1
Mist, niets dan mist....
En niets bekend nog van de i
ongelukkigen die in een open bo
drijven op de groote zee....
Onder de gruwbare onzekerhe
in dit wreede mistweer, dat nu
zes lange dagen aanhoudt, wor<
het medelijden met de schipbreuk
lingen steeds beklemmender. Rust
loos loopen de menschen in de
killen nevel op en neer langs h'
kanaal, traohteu zij over de pi-
steeds dieper zee in te zien. Mat
de meedoogenioozr muur van dam
houdt het schrikkelijk geheim ve.
holen.
De angst van enkele wachtenc
betrekkingen, zoo schrijft een d<
correspondenten aan den den Hoe!
is niet om aan te zien.
Er loopt hier van gisterenavon
af nu al een vader rond die zij
zoon vermist. De rampzalige ma
houdt zich uiterlijk rustig. Mat
tot een ieder wendt hij zich oi
zijn zwakke hoop toch nog wat 1
versterken. Straks kwam detjjdin
dat, toen het al donker was. d
Gouwzee weer uit zou varen om
zoeken. Dr. den Houter stond t
gereed om mee te gaan. Maar de:
kundigen bespraken het nutteloo?
on het gevaar van dien tocht. D
vader mengde zich in hun gesprek
„och, vroeg hij het kón toe
eens wezen, dat het zoo was bi
stierd, dat de Gouwzee deroeiboc
zal vinden?"
De opvarenden waren bereid. Map
re.UILL.EJ 4JSN.
NIEUWE HAARLEMSCHE MAN
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Haarlem
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85
lgt
0.05
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummers
f 1.85
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels f 0.60 (contant)f 0.50
Elke regel meer„0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant.
(Naar het Duitsch.)
„Daar ga ik niet op in. Praat het je
liever uit je hoofd. Niemand van jullie
beiden zal moeten, doch ieder zal vrij en
ongebonden zijn. Als gij je ouders weer
bezoekt, is misschien menigeen weer ver
anderd."
„Vader heeft me verboden hier nog te
komen voorloopig, en daar wy nu voor
een langere scheiding staan, wil ik mjjn
geluk verzekeren. Geef uw zegen groot
moeder."
„Onder zulke omstandigheden? Hoopt
er dan zeker niet op I Wilt gij later als
man, die den kost voor zijn gezin zal
kunnen verdienen, Eva nog trouwen, en
houdt zjj dau nog van je, dan vind ik
het goed en Andries moet dan welja en
amen zeggen. Maar neemt tot dien t(jd
afscheid. Ik wil niet, dat jy 't meisje den
kop op hol brengt en haar in opspraak
brengt.
Wij worden al reeds erg genoeg belas
terd en bepraat. Neen, neen, neen, spreek
maar niets tegenlGanul Ga nu toch,"
he haalde ze boos, daar hij maar bleef
talmen.
Met een gebroken hart gehoorzaamde
hij- „Gij blijft hier, Eva!" zei de mulderin
toen 't meisje da deur uit wou sluipen.
„Neen, grootmoeder, ik moet vooruit
naar de keuken leopen, opdat Kanna
pist» zal w-rken,"
En weg was ze.
Knorrend en pruttelend ging ze weer
in haar leunstoel zitten. Soorend sprong
de kater op haar schoot, drukte zyn ron
den kop tegen haar rinpelige wangen
en rolde zich toen weer als een kogel
samen.
Op den overloop van den trap greep
Walter de handen van zijn geliefde.
„Blijf me trouw, Eva!" smeekte hij.
Zooals ik zal niemand je weer liefheb
ben.
Ge kunt me gelooven en vertrouwen!"
„Ik doe het immers, doch ga nu maar
grootmoeder heeft g-lijk. Niemand mag
het weten, dat gij zoo laat en in stilte
nog bjj ons geweest."
„Beloof me, dat je het hier uithouden
zult, tot ik weer kom."
„Wie weet dan, wat er gebeuren zal
en hoe spoedig de molen in andere han
den zal overgaan? Ik kan tooh onmoge
lijk een belofte doen, die ik misschien
heelemaal niet vervullen kan."
„Ik haal je brieven zooals tot nu toe
in 't kleiue winkeltje af. Moeder Hart
man zal ze wel voor my aannemen."
„En gjj schryft terug
„Ja, zoodra ik een vry, onbewaakt
oogenblik kan vinden."
„En nog eens, Eva! Grootmoeder wees
my af, maar gij zult je tooh zeker als
mijn bruid gedragen, niet waar?
„Het is nog zeer de vraag of ik bij jou
pleegouders niet voor altjjd te slecht zal
s\jn."
„Gij bent me dierbaarder dan de heele
wereld. Voorloopig ben ik immers slechts
een leerling van den beroemden beeld
houwer van Straaten, die mjj een schoo
ns toekomst heeft voorspeld en die ge-
loeft dat ik mjj nog wel maken zal.
Zeker, 't toekomstbeeld is nog heel ver
weg. Maar heb slechts geduld, ik zal
er al mijn krachten, aan geven, als ik
jou slechts kan bezitten en jou slechts
gelukkig maken kan, zeg mij, dat ge zult
blyven volhouden in liefde en trouw. Ik
kan nnt heen, zender deze heilige belofte
uit jou mond mee te mogen nemen."
„Ik schenk je die belofte, maar ga nu!
Als je vader van je ongehoorzaamheid
hoort, onttrekt hij grootmoede alle hulp
en ik krijg de hel op aarde.
Dan heb jij mij zelf van hier wegge
jaagd. Ik loop nu naar de keukeu en zal
zorgen, dat Hanne je niet ziet. Zie jij
dan in dien tijd onbemerkt weg te ko
men."
„Niemand zal mij zien. Ik maak een
omweg door 't woud Eva, je moest eens
weten hoe droef mij het harte is. Het is
mij als moet ik voor altjjd afscheid van
je nemen.— En gjj bent zoo bedaard, gij
praat zoo luchtig over alles."
„Ik overleg en redeneer, ja—maar
ik moet voor ons allen zorgen, voor jou,
voor grootmoeder, voor Margriet. Gij
moogt geen •noangenaatnheden met uw
pleegouders krijgen door mij en ik heb
er voor te zorgen, dat de nood ons niet
geheel en al ter neer drukt. Ik weet wol,
dat gy met volle handen zoudt geven,
dat gjj mjj midden in een tooverpaleis
zoudt willen zetten, als het aan jou lag
maar jij bent toch ook nog maar een
zwakke man, die niet meer geven kan,
dan zijn krachten toelaten.
„O, God, aan mijn onmacht behoeft
niemand mjj te herinneren, die voel ik
zelf wel."
„Nu ben je boos op ma en ik meen
het tooh goed met u en met allen."
„Tranen vloeiden van baar lange wim
pers en stroomden langs over haar nu
ietwat bleek geworden wangen.
„Ge moet wat mij zwaar valt, niet nog
zwaarder maken. Gij moet toch de sterkste
zjjn en mij oprichten."
„Ge hebt geljjk, maar ik heb je ook zoo
lief...
„Dat zal je moed en wilskracht geven
Met steunen en klagen schiet je niet
op."
„Eva wat zou ik er niet voor willen
geven, wanneer zich ook maar een licht
straaltje voor wilde doen 1"
„Wat helpt het dan of men dit of dat
zou willen? Dat, verandert aan de zaak
niets. Men moet zelf zijn weg zoeken te
maken."
„Was hij maar niet zoo lang en ver
moeiend."
„Welnu, en daar even zei je zelf: Wjj
zyu nog jong en kunnen wachten."
„Als gij er ook zoo over denkt...."
„Jawel 1 Natuurlijk versta ik er niet
onder, dat men de handen in den schoot
zal leggen en wachten tot hem een ge
braden vogel in den mond zal vliegen.
Wanneer er zich een gelegenheid voor
doet. waar door we nader bi; ons doel zul
len kunnen komen, dan moeten we die
zonder aarzelen aangrijpen."
„Ik vrees, dat die zich zoo gauw niet
bij mij zal voor doen.
„Maar misschien bij mij wel!"
„Bjj jou? Op dit afgelegen plaatsje?"
Zeker, 't is hier vervelend en eenzaam
en om wanhopig te worden, maar wat ge
schieden moet, zal geschieden. Ik denk
altyd maar, dat ik tooh niet in deze oude
barak zal blyven. Er moet wat anders in
de toekomst voor mij weggelegd zijn.
Daarom beu ik ook niet troosteloos, maar
vol hoop on vertrouwen."
„Op onze hereeniging
„Nu jal Goede nacht, Walter! Wy moe
ten nu van elkaar scheiden/
„Dadelijk na aankomst schrijf ik je.
Laat me niet lang wachten. Je kunt niet
begrijpen, hoe smachtend ik naar een
paar regels, naar een teeken van leven
van jou verlang. De molen is oud en
vervallen, maar in mijn oogen is hij een
paradijs, kon ik er met jou maar in gaan
wonen. Tot ziens, mijn lieve, lieve Eva!"
„Tot weerziens! Zie, dat je heelzachtjes
de keukendeur voorbijgaat. Ik zal dan
heel hard met Hanna praten, opdat ze
niets zal merken."
„Ga dan nog even naar buiten. Ik zal
dan boven bij dien door den bliksem ge
spleten den gaan staan en van verre wil
ik je dan nog een laatsten groet toe
werpen. Doe je me dat genoegen nog?"
„Ja."
Na ongeveer tien minuten kwam Eva
uit den molen en zwaaide dapper met
een witten doek in de koude winterlucht.
Boven in den boschrand dicht naast den
half gespleten den stond Walter en Eva
kon hem duidelijk zien door het heldere
sterreugeflonker en het heerlijke licht
der volle maan.
IV.
Toen de lente aanbrak sloop eens tegen
den avond een schuw en verwaarloosd
uitziend man langs omwegen, om de
hoofdstraat van 't landelijk stadje te ver
mijden, naar den Bergmolen.
En menigeen ontmoette den eenzamen
stillpn wandeDar, die met neergebogen
hoofd voortsobreed, bleef staan en keek
hem na.
Dat was Hans 8teenmanimmers, de
veroordeelde en wilde baas, die een inoui
op zijn geweten had. En hij zag er ui
als had hij weer lust genoeg dadelijk wei
iemand neer te steken. Ieder ontwee
hem en deed alsof hij toevaiiig een ai
deren kant uitkeek.
Hans bad nooit uit de gevangenis na:
zijn familie geschreven en zoo beboefc
het hem dus eigenlijk heelemaal niet
verwonderen, dat hem niemand tegc
kwam.
Zij wisten natuurlijk wel, wanneer zij
straf ten einde was, maar wanneer me
verlangt iemand te zien, dan is de zna
heel anders. Maar wie zal nu wel zij
terugkeer wenschen, wie zal met liefc
aan liem denken?
In de gevangenis had hij tijd genot
gehad over alles wat gebeurd was, na
denken. En Hans moest het bij zichze
erkennen, dat hij er da grootste schul
van was, dat de molen zoo onderkwar
Da en, ja weken lang had hij zich o:
niets beko nmerd, maar er op los gelee!
en geluilakt en alleen aan de oude vrou
de zorg voor den molen overgelaten. II
café zou een heel ander aanzien kunne
hebben, wanneer hij het zoo schromelij
niet verwaarloosd had en het niet zc
ten onder had gebracht door zijn traaf
heitl en onwil om te werken. Of er m
wat goed was te maken? Moedelo:
schudde hij het hoofd. Zijn zelfvertrouwe
was verloren gegaan en een knagend g
voel van bitterheid vervulde zijn ziel.
Toen hij bij den molen kwam, schee
er door geen enkel venster licht mee
Stil en duister, als was hij betoover
lag hy daar.
Wordt vervolgd.)