DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
v
buitenland.
IÖEide**hiiisvest 31»33f Haallest?
BINNENLAND.
terdagavondpraatjes.
rCRDAG 23 JANUARI 1908.
32«te jaargang. No. 6795.
ABONNEMENTSPRIJS:
8 maanden voor Haarlem fl.85
or de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
>r de overige plaatsen in Nederland franco per post J.8C
onderlijk» nummers„0.05
Bureaux van Redactie en Administratie:
Inlerc, Telefoonnummer 1426.
Van 16 regels
Eike regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie ft contant.
PRIJS DER ADVERTENT1ËN:
fO.fiÜ (contant) f 0.50
.0.10
it nummer bestaat uit
'e bladen, beneuens de
iciëele K e r k I ij s t en
Geïllustreerd Zon
sblad in 16 pagina's.
EERSTE
BLAD.
Herstemming.
>r Woensdag a.s. moet, bij de
raming voor den gemeenteraad,
leuze natuurlijk eijn: trouw aan
fielen en christelijke bondge-
p, als één man voorwaarts voor
Rechten 1
(i ons evenredig aantal christe-
of katholieke raadsleden zijn we
>ij lange niet.
al ware dat zoo, dan moest toch
ïand en tand gestreden om den
itgang van de liberale en radi-
beginselen te koeren in onze
-nteraad.
>als we hier gewoon zijn, zal al
pod en radicaal is, wel broeder-
'ijeenkruipen, en de socialistische
(tiers der liberalen bij de stem-
worden bij de herstemming
1 vriendjes. Dat gaat nu eenmaal
Tegen geloof en Kerk loopt ten
toch al wat linksch is samen,
pr daarbij mag men niet vergeten,
'r toch ook onder de liberalen
fteideue zullen zijn, die voor
piéér evenredige vertegenwoordi
ger christelijke partijen in onzen
iets gevoelen.
al ware dat zelfs niet zoo, onze
pche plicht en onze Christelijke
'srtrouw schrijven ons tóch voor,
a.s. als één man ter stern-
op 'n avond z'n licht ga opsteken bij
de commissie.
Er zijn van dit jaar waarschijnlijk
groote dingen te wachten op kies-ge-
bied, laten we allen zorgen dat we
niet mèt onze schuld daarbuiten moe
ten blyven, als er wat te doen valtl
gaan.
®h dat ftl onze Roomsche kiezers,
'oorspellen we een goede kans
heide christelijke candidaten
Mr. W. N. J. M. SMIT
-
W. VAN OMMEREN.
Kiesrecht.
laatste loodjes...
'leden week hebben we al een
tnaal erop gewezen, dat het nu
|d is om te zorgen dat men kie-
vorde of blij vel
15 Februari slechts duurt de
at wie dat noodig h< eft, zich kan
en. Daarua is men onherroepe-
et kiesrecht kwijt, als men niet
alve op de lijst is gezet.
Roomsche kiezerskorps kan
eel wat kiezers gebruikenEn
zijn er velen we weten bet
e kiezer konden zijn, maar het
liïn- r.
feen we er nog eens aan herin-
!i dat het praatje als zou men,
kiezer te worden, ook méér be-
8 moesten betalen, een fabeltje
te Ijverige propaganda com missie
1 zooals ons „Stadsnieuws" te
geeft iedereu avond, vanaf 1
'ari, om negen uur bij elkaar,
zit dan klaar om inlichtingen
aan wie maar wil.
i Vestigen er dus met allen nadruk
bdacht op, du.t wie gten kiezer is,
''igszins in twijfel verkeert, eens
Algemeen Overzicht.
Die ongelukkige mist, die alle
treinen uit het buitenland te laat
doet aankomen, en ons zoo de
Fransche en Duitsche post uren en
uren telaat doet in banden krijgen
die het telegrafisch verkeer
zoo goed als stil zet en de telegraaf
draden laat knappen, die mist
is er ook toorzaak van dat we ons
van de zeer belangrijke Fransche
Kamerzitting van gisteren zien aan
gewezen op een enkel telegram van
een particulier correspondent van
een der groote bladen.
We zijn daardoor genoopt tot in
krimping van onze beschouwing,
trouwens de quintessence van het
debat van gisteren is nog niet ge
heel te overzien.
Men oordeele, naar hetgeen de
bedoelde correspondent seint:
Het kamerdebat over Marokko
dat reeds met groote belangstelling
tegemoet gezien was, heeft een poli
tieke gebeurtenis van groote be-
teekenis gebrachthet wederop-
treden van ex-minister Delcassé.
l e rede van dezen staatsman is
een van de belangrijkste en aan
grypendste, die sedert lang in het
Parlement uitgesproken zijn. Men
herinnert zich hoe Delcassé eenige
maandeu na de reis van keizer
Wilhelm naar Tanger onder Duit-
schen druk en met behulp van
couloirkabalen, intrigues en aan
vallen van Delcasté's persoonlijke
vijanden, door minister Rouvier tot
outslagnemen genoodzaakt werd
men herinnert zich hoe onder de
heftigste bestrijders van Delcassé de
toenmalige senator-journalist Cle
menceau behoordemen herinnert
zich hoe de Fransche politiek zonder
Delcassé niettemin weer geheel
terugkwamtotde politiek v.Delcassé.
Ka ruim twee jaar zwijgens beeft
de oud minister met groote be
kwaamheid zijn wederoptreden uit
gevoerd; Ciemenceau zat in on
beweeglijke verslagenheid.
Delcassé toch viel niet Ciemenceau
aan, integendeel, hij nam den mi
nisterpresident als het ware in
bescherming door het teg< n den
socialistenleider Jaurès voorFrank-
rijk's Afrikaansche politiek op te
nomen, maar anderzijds was de
tiiomf van Delcassé bij de uiteen
zetting van zijn politiek een harde
vernedering voor Ciemenceau, welke
hem de rest van zijn prestige ontnam;
het was eeu schitterende revanche
voor Delcassé.
Het wederoptreden van Delcassé
beteekent de zegepraal van «.en
ferme, maar standvastige politiek
in Marokko.
Dat schijnt werkelijk hard noodig.
Langzamerhand toch begint door
te lekken, dat de geschiedenis van
Settat op 14 Januari door generaal
d'Amade zeer rooskleurig is getint.
En de lieele zaak had voor de
Franschen een leelijken keer kun
nen nemen. Zij is beëindigd met
een terugtocht van do Franschen,
in goede orde weliswaar, maar toch
met een terugtocht.
Wat dit nog worden zal?
We moeten de zitting van Maan
dag afwachten!
Belangrijk, zeer belangrijk voor
ons land is het begrootiugsverslag
van! de Belgischo kamer, waarin
gesproken wordt vol waardeering
over de toenadering van België tot
ons land.
De rapporteur Carton de Wiart
meent, dat het op den weg ligt
van de Belgische regeering, zonder
de uitkomst af te wachten van de
Nederlandsch-Belgische commissie,
zelfstandig, sommige maatregolen in
overweging te nemen van prak-
tischen aard, welke zouden strekken
tot vergemakkelijking van het ver
keer tusschen Belgie en Nederland.
De rapporteur noemt danver
laging van posttariefbrengen
van eenheid in de vrachtprijzen
van spoorwegen overlegen in de
regeÜDg van aangelegenheden die
op de havens betrekking hebben,
zooals dat ook gebeurd is voor de
rivieren en kanaleneenheid bren
gen in de bepaling betreffende
het verbintenissenrecht en bepaal
delijk voor zoover het verbintenis
sen betreft die in den handel te
pas komen; onderlinge regeling
omtrent de uitvoerbaarheid van
vonnissen; betere en praktischer
bepalingen voor het vervoer van
landbouwproducten voor boeren die
hun land hebben liggen op het
grondgebied van de beide rijken;
opheffing van het patent recht voor
Belgische handelsreizigers op Ne
derland, op de manier zooals dat
overeengekomen is tusschen België
en Frankrijk, enz.
De oud-minister gaf met scherpte,
bevoegdheid en duidelijkheid een
overzicht van Frankrijk's interna
tionale positie, van zyn (Delcassé's)
politiek en van het Marokkaansch
incident van voor twee jaar. Hij
cijferde zijn persoonlijkheid zooveel
mogelijk weg, maar op sommige
oogenhlikken kwam over spreker
een moeilijk bedwongen ontroering,
die zich aan de geheele Kamer
meedeelde. De geheele rede maakte
een onbeschrijlelijken indruk en
kan van diepgaande beteekenis zijn
Eenteekeud incident zij vermeld.
Op een oogenblik, als de geheele
Kamer, behalve de socialisten, Del
cassé toejuicht, staat Jautès op en
roept tot de radicalen: Waarom
hebt gij dien man dan doen vallen
als gij hem toejuicht? (Beroering,
afwachting.)
De scherpe vraag schijnt de radi
calen te hinderendan klinkt ineens
de stem van Delcassé: Ik zal het
u zeggen, mijnheer Jaurés, zij heb
ben het niet geweten, zij zijn be
drogen geworden! Groote opwinding
en ontroering over deze even scher
pe als etoute worden. Minister Ruau,
die tot het kabinet-Rouvier behoorde
staat op en roept woedend tot den
heer DelcasséLeg u nader uit I
Maar als de opwinding bedaard is,
vervolgt Delcassé zijn rede. Tal
van kamerleden komen hem de
hand drukken als by van de tribune
daalt; de indruk is zoo groot, dat
de Kamer nergens meer aandacht
voor heeft en de voortzetting van
het debat op Maandag stelt.
Nieuwtjes in drie regels.
De vorst van Monaco gaat niet offi
cieel, maar incognito naar Rome. Nu zal.
hij door Z. H. ontvangen wofden-
Combes is voorzitter geworden van
de enquête commissie in zake't verdwe
nen milliard der Congregaties. Fraai
Beernaert heeft gisteren verklaard
dat er een bevredigde oplossing in 't
zicht is van de Congokwestie.
—Als zeer ernstig concurrent voor Taft
wordt als candidaat naar het president
schap der V, S. gouv. Hughes genoemd.
In Liverpool heerscht influenza, zoo
dat er stagnatie is in de bureaux van ge
meente enz. Duizenden zieken.
Uit de Staatscourant.
Bij Kon. Besl. van 23 dezer is
benoemd tot officier in de orde van
Oranje Nass., L. M. Barnet Lyon c.i.,
ie 's Gravenhage, secretaris van de
commissie om te onderzoeken of
het Rijkspost- en telegraafgebouw
te Amsterdam van onvoldoende
afmetingen is om nu, of in de naaste
toekomst, de behoorlijke verzorgiug
van den zich uitbreidenden dienst
verzekerd te achten.
Bij Kon. Besl. van 24 dezer is
benoemd tot lector in de faculteit
der wis- en natuurkunde aan de
Rijksuniversiteit te Groningen, tot
het geven van onderwijs in de schei
kunde, dr. F. M. Jaeger privaat
docei t aan de Gemeentelijke Uni
versiteit te Amsterdam en leeraar
a'an de hoogere burgerschool te
Zaandam.
Telegraaf en telefoon gestoord.
De mist en de rijp hebbeu al
héél wat schade en last aangericht
Niet alleen dat het scheepvaartbe
drijf zoo goed als geheel heeft stil
gestaan deze week, is overal het
telegraaf- en nog meer het tele-
loonverkeer op de ergste manier
getroffen. Gisteren hebben we al
bericht, hoe te Haarlem tal van
abonné's den telefoon missen, door
dat de draden zijn afgeknapt, en
hoe in den omtrek hetzelfde is
voorgevallen.
Heel het land is echter ook door
d'ezelfde ongevallen getroffen, zoo
dat het intercommunaal telefonisch
verkeer op dit oogenblik in ons
lieve vaderland zoo goed als geheel
onmogelijk is, terwijl ook liet in
ternationaal verkeer stilstaat. En de
telegraaf lijdt óók aan eige storiu-
gen en vertragingen. Uit Beigië
komen er heelemaal geene tele
grammen, uit Duitschland maar
heel weinige.,..
Wat al zorg en schade en ver
warring deze zonderlinge en lang-
duridige mist (in band*! en bedrijf
meebrengt, is niet te zeggen!
De redding der vermisten
van de „Amsterdam."
Het is gelukkiger afgeloopen, dan
iemand maar had durven denken!
Terwijl heel ons land in spanning
was, terwijl iedereen z'n hart vast
hield en de arme ongelukkigeu
die op zee waren afgedreven, be
klaagde, terwijl men het al voor
zeker hield dat de 25 of daarom
trent schepelingen een ijselijken
dood hadden gehad, onderwij!
zaten ze kalmpjes in de kajuit van
een schip even buiten de Waterweg
te wachten op beter weer!.,,.
In bet grootste deel onzer oplage
van gisteren hebben we de redding
der vermisten al medegedeeld.
Die redding en de manier waarop
ze is gegaan, is wel het beste be
wijs van de schrikkelijke dicht
heid en gevaarlijkheid van dezen
vreeselijken mist.
De „Gouwzee", een bootje van
den Hoek. heeft de schipbreukelin
gen gevonden.
Ziehier hoe een der opvarenden:
dr. den Houter uit Hoek van Hol
land, die met den wakkeren ZEerw.
heer pastoor Deelmaus erop uit
trok om hulp te bieden als 't noodig
was, dien gedenkwaardigen tocht
verteld.
De redding.
Toen we om vier uur 's nachts
vertrokken bleek het buiten dikker
dan wij verwachtten, en tot onze
eerste verrassing bleek hot kleine
licht op het noorderhoofd niet te
branden. Wij voeren uiterst lang
zaam, en we kunnen Van der Hoe
ven niet genoeg roemen om zijn
rustige voorzichtigheid. Buiten hoor
den we van alle kanten het gebel
der geankerde schepen, die wij met
gefluit beantwoordden. En de lich
ten, die door den mist drongen uit
deze stad van schepen, waren zeer
talrijk. Wij voeten eerst op het
vuurschip aan, zwalkten daar in de
omgeving, waar de aanvaring ge
beurd is, tijden lang rond. Iedere
boot werd gepraaid, wel een twintig,
en zeker vyfiien hunner waren nog
niet aangeroepen. Zij hoorden van
ons de vermissing, maar wisten van
niets, waren alle uiterst pessimistisch
omtrent het lot der schipbreuke
lingen. Eu ook met de ioodsvaar-
tuigen was dit het geval. Telkens
klonk het in 't Eugelsch door den
roeper: heb je een roeiboot gezien?
Neep, niets.
Tusschenbeide was het schrikba
rend dik buiten, maar volgens ons,
leeken, giug alles uitstekend. Soms
lieten we ons door den stroom van
de ééne naar de andere boot drijven.
Doch toen het lichter werd, werd
het klaarder. En zulke piachtige
natuurtafreelen heb ik nooit gezien.
Na 7 uur kwam er wat mist. Doch,
zooals een loods ons toeriep, vrees
den we steeds meer: „ze zijn naar
de haaien 1"
Langzaam aan voeren we dus
weer thuis. Iu den zonneschijn die
plotseling doorkwam, zagen we de
Lauwerzee ook kruisen met Dr. vau
der Goot. Zij gingen om de west,
wij om de noord. Van een der
booten riep men ons toe, dat stuur
man en wacktsman gisteravond
hebben hooren roepen en onver
staanbaar praten. Het moeten spo
ken geweest zijn.
Langs de kust voeren wij alweer
terug. Toen doemde daar een vrij
groote zeeboot op, en wij meenden
er nogal wat menschen achterop
te zien staan. „Als ze het eens
waren!" riep de pastoor uit. Ik
benam hem zijn illusie. De kapitein
door zijn kijker twijfelde ook
Die menschen waren te go.d ge
kleed. Maar toen riepen ze. Wij
terug: „Are you from the Amster
dam?" Yes, yes! Wat er
toen in ons omging besehryf ik a
niet.
Bet was de Songa. Allen door
elkaar riepen oiis toe, vroegen.
Maar wij, in onzen gespannen angst,
we vonden hen welhaast nuchter
kalm. Eu ze waren volkomen ga-
zond en well....
We kwamen langzij, de plank
giug uit. De schipbreukelingen, die
er zoo verwonderlijk welvarend uit
zagen drougen om den braven
kapitein Erlaud samen, en schud
den hem de hand, juichteu even,
tot hij er verlegen van was.
Toen kwamen zij, deels met hun
bagage, op de Gouwzee over, ea
namen allen een tikje cognac als
eenige medicijn. Ze bestormden
ons met vragen, dochroerend
aandoenlijk was het niet. Ouder
hen waren twee Hollandsche pas
sagiers, de margarinefabrikant 8a-
bttnonski, uit Nijmegen, en de
Utrecktsche student De Jong. Zij
prezen om strijd de ontvangst op
de Noorscke bootl
Zóó zijn de vermisten, op de
nuchterste wijze ter wereld, weer
teruggevonden
Wie?
De namen der geredde passagiers
zijn W. Salomonsky uit Nijmegen;
Hood uit Parijs, George üeyue van
MecklenburgGuinbrecht uit Lon
den Stelling, Duitscher, wonende
te AmsterdamPurdou uit llford
bij Londen; Beauchert, Den Haag;
Gretsckiut uit Offenbach;i. de
Jong uit Utiecbt; Durring uit
LiverpoolL. Mitress Lear uit
StrewsbmyWilsbak uit Yarmouth;
XXIV.
Mooi'a en leelijks tegelijk.
Over concurrentie en nog
wat. 'n Hoop geleerdheid,
om t» vertellen wat ik denk
over coöperatie. Op glad ijs,
en harde middelen werken het
best, met een voorbeeld. Nog
soo iets gevraagd en hoe ik
weer op mijn eei'ste chapitre
terecht kom.
is de natuur toch mooi in ver
ding en verschrikkelijk in haar
M Daar heb je, met dien mist van
''fiele week, üie prachtige gezichten
|Zt3 parken en onze singels: de boo-
Sla>in er, als witte koraalgewassen,
biet duizend en duizend glinste-
kuntjes, aile takjes zich scherp af
zend in de wazig, witte atmosfeer,
pes omsluiert. Elk mager gras-
bezwykt byna onder den last van
1* die ris een witte suikerkorstei op
langs takken en randen en uit-
j4e punten zet de mist zich in witte
'en af tot eon versiering die een
.bakker tot voorbeeld zou kunnen
en! Wezenlijk, daar is een maeht
'e zien in de natuur in deze dagen,
daarnaast: wat 'n verschrikking!
15 in - den trein stapt, dan overvalt
gevoel van beklemdheid omdat
^lf niet niet zeker gevoelt en van-
het denken raakt; ftlsernueens
bjfeluk gebeurd»! Loop je op de
straat, dan kan je elk oogenblik het ge
val gebeuren dat er een draad van de
telefoon, die als kabellouwen dik neer
hangen, op je hoofd terecht komt. Wacht
je familie, dio een beetje van verre moet
komen, dan loop je geregeld een uur
minstens aan het station te schilderen
op den trein wachtend, die te laat is, en
moeten ze uit het cuitenland arrivoeren,
dan heb je heele dagen den tijd voor-
ze kunnen komen
En dan bovendien dat vreeselijke ge
val met de Hoek "van Holland-boot, dat
nog God zij dank goed is afgeloopen,
maar dat iedereen de heele week haast,
om zoo te zeggen, in spanning heeft ge
houden IWaarlijkook aan verschrik
kingen ontbreekt het nu niet, by al dat
mooie dat de mist geeft! Zoo is het
trouwens overal: aan het zoet is het zuur
bveronden; jammer maar dat het zuur
zoo dikwijls de overhand heeft, zegt my n
buurman, die stroop verkoopt waar hij
op verdient, en eigengemaakte „Mainzer"
zuurkool, die hy voor 'n appel en 'a ei
verkoopen moet, vanwege de concurrentie I
Och, och, die concurrentie! Nu is dat
alles nog eerlyke heet het en nu
zijn we hier in Haarlem nog niet zoo èrg
fel op mekaar alg in groote steden het
geval is. Althans zoo leggen myn colle
ga's het uit in die vakken waar ze nogal
met «1e concurrentie te maken hebben.
Maar het is erg genoeg. En wat erger is,
daar komt tegenwoordig nog concurrentie
by van lui, die geen winkeliers zyn en
die het winkeliertje-spelen om 'n klein
winstje ,,'n sociaal werk" noemen! Groote
woorden, wftt? Myn buurman de bakker
op den hoek heeft me.er van middag
lang over aan mijn oor zitten leuteren
naar aanleiding van een berichtje dat hy
gelezen had in onze krant.
Buurman, zoo zegt-ie tegen me
daar gaan ze nu vanwege den Volksbond
ook al Middenstandertje spelen. Als
of wy aan de concurrentie van onze
eigen vakgenooten, aan de concurrentie
van de fabrieken en aan die van de so
cialistische en andere coöperaties niet ge
noeg hebben, gaan de Iioomsehe Volks-
bonders er nu ook een eigen bakkeryjo
by beginnen! Hebt je 't gehoord?
Ik kon niet anders zeggen dan ja.
't Heeft in onze krant gestaan.
En hoe vindt jij dat nou: je doet
zoo toch van tjjd tot tijd aan socialerig-
heid? Nu nemen je eigen geloofsgenooten
je het brood uit den mond en ze gaan
op een terrein dat niet het hunne is,
grasduinen tot schadde van den mid
denstand! Is dat niet te verbieden?
Ja, zei ik, verbieden, dftt gaat moeie-
lyk. Eu die heele coöperatie-kwestie is
een lastig ding." Maar mijn buurmau drong
aan, dat ik tooh myn meening eens rond
uit zou zeggen. Nou, dat heb ik dan ten
slotte ook gedaan: en ziehier wat ik 'm
vertelde.
Door elke coöperatie zoo zei ik
neemt degene die coöpereeren gaat, voor
een deel het werk van een aDder uit diens
hand. Door iedere coöperatie wordt er
naar getracht, een ander weg te dringen,
een schakel uit de keten die tusschen
producent en oonsument hangt, uit te
lichten. Coöperatie stuurt dus aan op ver
andering in de maatschappelijke verhou
dingen, en wel op een verandering die
voor dengene wien het treft, allesbehalve
prettig is. Daarom mag dan een coöpe
ratie ook niet maar willekeurig worden
toegepast. Een soms zoo gev arl(jke en
altyd offers makende sociale hervorming
mag. vind ik, niet zoo maar klakkeloos
worden uitgevoerd, als de een of ander
het eens in zijn hoofd krijgt, maar het
criterium der geoorloofdheid van de een
of andere coöperatie moet zijn: de nood
zakelijkheid er toe. Coöperatie is een
kwaad omdat het de bestaand» maat
schappelijke verhoudingen omverwerpt
en er op gericht is, personen die nuttig#n
factoren z\jn in do distributie der pro
ductiemiddelen, uit te lichten.
Maar dit kwaad mag men, en moot men
soms, verkiezen om ceu gróóler kwaud
te voorkomen. ziedaar de noodzakelijk
heid, waarop ik zooeven doelde. Zoo oen
gróóter kwaad kan bijvoorbeeld zyn: het
gevaar van verdwijnen van den eigen
stand, snelle en geduchte sociale achter
uitgang, te vreezen groote bloei van so
cialistische coöperaties en dergelijke. In
zulke gevallen acht ik het te verdedigen
dat men zelf gaat coöpereeren om zoo'n
kwaad te keeren of te voorkomen. Zoo
doet de Middenstand coöperatief zijn in-
kOopen,als noodig middel om den bestaaas-
strijd te blyven strijden tegen de Eigen
Hulpers en de Warenhuizen; zoo coöpe
reeren do boeren als ze gezamenlijk land
bouwwerktuigen inkoopen, omdat ze an
ders zeker ten onder zouden gaan. Maar
die boeren koopen toch coöperatief weer
géén winkelwaren in, omdat ze daardoor
den middenstand zonden schaden, en aan
de maatschappij onnoodig groot nadeel
zouden toebrengen. Zie, zoo moet elk ge
val van coöperatie op zichzelf worden
beoordeeld. Regels voor een en ander
zyn niet te geven: wat dftér zou strijden
tegen de christelijke naastenpliefde, tal
elders daarentegen, in andere omstandig
heden, goed zijn.
Da's een weergasche hoop geleerdheid
voor 'n kruienier, zal je misschien zeggen.
Och man, 't is allemaal zoo eenvoudig
als 't a b c, wanneer je maar in die din
gen een beetje je eigen „in"-werkt.
En a's je nou goed oegrijpt wat ik
hier zoo even je uitlegde, Uan zio je
meteen, dat het niet zoo gemakkelijk is
om uit te maken of die coöpeiatie waar
van we gehoord hebben dat de Volks
bond ermee beginnen gaat, af te keuren,
of wel goed te vinden isl Ik althans
waa,g me er niet aan, om dat op 'n blau
wen achtermiddag zoo tusschen vinger
en duim even te doen, evenmin trou
wens als ik direct zeggen zal: de Volks
bond doet het, en zal er goede reden voor
hebben, en 't werkt elders zoo uitstekend,
dus leve de coöperaiiè van den Volks
bond 1
Neen, op zulk glad ijs waag ik me niet
ik kijk de kat iiever eens uit den boom
Over ijs gesproken om dat coöperati» -
kapittel nu maar te beëindigen is het
niet allerdroevigst, zooals jo tegenwoordig
die apen van jongens hun leven ziet wa
gen? D'r zijn er al ettelijke door-gegaan,
die zoowaar met levensgevaar moesten
gered worden, en één is er zoo goed als
dood onder vandaan gehaald, maar dat
scliynt geen indruk te maken. Wat naar
myn opinie het eenige middel wezen zou?
Dat zeil de dat ik gisterenmiddag door een
vader heb zien t epassen aan den Scho
tersingel. Daar liep z'n poontje, tusschen
een aantal audere rakkers, op 't buigende,
golvende ijs te trappen. Vader kwam er
aan, en riep met forsche stem: „JanI"
üf Jan schrok! In 'n wip was io op den
kant en in een andere wip had vader
Jantje over z'n knie. en gaf 'm een pak
rammel, dat de andere jongens er den
schrik van kregen en als hazen naar allo
kanten wegstoven. Ziezoo, dacht ik, dit
is er een, die vooreerst niet verdrinken
zal! Eu er zijn tal van kwajongens, en
groote lummels vooral, wien ik zoo'n
zelfde medicament met de allergrootste
hartelijkheid toewenschl Hardhandige
middelen, dat schijnt tegenwoordig het
eeni e to wezen dat helpt: ik hoop dat
de justitie er óok zoo over denken zal,
als ze vonnis uitspreekt tegen de dieven
bende, die deze week voor de groene ta
fel is versehenen, en die nu in haar ge
heel schijnt onschadelijk gemaakt te zijn,
na iy het laatste najaar in ons Haarlem
en de omstreken zoo schrikkelijk te heb
ben huisgehouden! Dat beiucide stelletje
helpe ons de justitie nu maar eens voor
een flink poo-je van den vloer: we kun
nen ze missen, die dieven en hun aan
hangers 1
Zooals we trouwens ook dien leelijken
mist kunnen missen, die ons heeie tele
foon- en telegraaf verkeer stil zet en in
de war brengt! En daar ben ik weer op
mijn eerste chapitre terug, zooals je ziet.
Ja, de wereld is een kringloop.... je
zou zoo zeggen: dat daar die Zaterdag-
avondpraatjea nu óók weer een bewys
voor moeten zyn, bè?
25 Jakuaei.
E HAARLEMSCHE COURA
Sw III
B'LBt!