DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. v buitenland. IÖEide**hiiisvest 31»33f Haallest? BINNENLAND. terdagavondpraatjes. rCRDAG 23 JANUARI 1908. 32«te jaargang. No. 6795. ABONNEMENTSPRIJS: 8 maanden voor Haarlem fl.85 or de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 >r de overige plaatsen in Nederland franco per post J.8C onderlijk» nummers„0.05 Bureaux van Redactie en Administratie: Inlerc, Telefoonnummer 1426. Van 16 regels Eike regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie ft contant. PRIJS DER ADVERTENT1ËN: fO.fiÜ (contant) f 0.50 .0.10 it nummer bestaat uit 'e bladen, beneuens de iciëele K e r k I ij s t en Geïllustreerd Zon sblad in 16 pagina's. EERSTE BLAD. Herstemming. >r Woensdag a.s. moet, bij de raming voor den gemeenteraad, leuze natuurlijk eijn: trouw aan fielen en christelijke bondge- p, als één man voorwaarts voor Rechten 1 (i ons evenredig aantal christe- of katholieke raadsleden zijn we >ij lange niet. al ware dat zoo, dan moest toch ïand en tand gestreden om den itgang van de liberale en radi- beginselen te koeren in onze -nteraad. >als we hier gewoon zijn, zal al pod en radicaal is, wel broeder- 'ijeenkruipen, en de socialistische (tiers der liberalen bij de stem- worden bij de herstemming 1 vriendjes. Dat gaat nu eenmaal Tegen geloof en Kerk loopt ten toch al wat linksch is samen, pr daarbij mag men niet vergeten, 'r toch ook onder de liberalen fteideue zullen zijn, die voor piéér evenredige vertegenwoordi ger christelijke partijen in onzen iets gevoelen. al ware dat zelfs niet zoo, onze pche plicht en onze Christelijke 'srtrouw schrijven ons tóch voor, a.s. als één man ter stern- op 'n avond z'n licht ga opsteken bij de commissie. Er zijn van dit jaar waarschijnlijk groote dingen te wachten op kies-ge- bied, laten we allen zorgen dat we niet mèt onze schuld daarbuiten moe ten blyven, als er wat te doen valtl gaan. ®h dat ftl onze Roomsche kiezers, 'oorspellen we een goede kans heide christelijke candidaten Mr. W. N. J. M. SMIT - W. VAN OMMEREN. Kiesrecht. laatste loodjes... 'leden week hebben we al een tnaal erop gewezen, dat het nu |d is om te zorgen dat men kie- vorde of blij vel 15 Februari slechts duurt de at wie dat noodig h< eft, zich kan en. Daarua is men onherroepe- et kiesrecht kwijt, als men niet alve op de lijst is gezet. Roomsche kiezerskorps kan eel wat kiezers gebruikenEn zijn er velen we weten bet e kiezer konden zijn, maar het liïn- r. feen we er nog eens aan herin- !i dat het praatje als zou men, kiezer te worden, ook méér be- 8 moesten betalen, een fabeltje te Ijverige propaganda com missie 1 zooals ons „Stadsnieuws" te geeft iedereu avond, vanaf 1 'ari, om negen uur bij elkaar, zit dan klaar om inlichtingen aan wie maar wil. i Vestigen er dus met allen nadruk bdacht op, du.t wie gten kiezer is, ''igszins in twijfel verkeert, eens Algemeen Overzicht. Die ongelukkige mist, die alle treinen uit het buitenland te laat doet aankomen, en ons zoo de Fransche en Duitsche post uren en uren telaat doet in banden krijgen die het telegrafisch verkeer zoo goed als stil zet en de telegraaf draden laat knappen, die mist is er ook toorzaak van dat we ons van de zeer belangrijke Fransche Kamerzitting van gisteren zien aan gewezen op een enkel telegram van een particulier correspondent van een der groote bladen. We zijn daardoor genoopt tot in krimping van onze beschouwing, trouwens de quintessence van het debat van gisteren is nog niet ge heel te overzien. Men oordeele, naar hetgeen de bedoelde correspondent seint: Het kamerdebat over Marokko dat reeds met groote belangstelling tegemoet gezien was, heeft een poli tieke gebeurtenis van groote be- teekenis gebrachthet wederop- treden van ex-minister Delcassé. l e rede van dezen staatsman is een van de belangrijkste en aan grypendste, die sedert lang in het Parlement uitgesproken zijn. Men herinnert zich hoe Delcassé eenige maandeu na de reis van keizer Wilhelm naar Tanger onder Duit- schen druk en met behulp van couloirkabalen, intrigues en aan vallen van Delcasté's persoonlijke vijanden, door minister Rouvier tot outslagnemen genoodzaakt werd men herinnert zich hoe onder de heftigste bestrijders van Delcassé de toenmalige senator-journalist Cle menceau behoordemen herinnert zich hoe de Fransche politiek zonder Delcassé niettemin weer geheel terugkwamtotde politiek v.Delcassé. Ka ruim twee jaar zwijgens beeft de oud minister met groote be kwaamheid zijn wederoptreden uit gevoerd; Ciemenceau zat in on beweeglijke verslagenheid. Delcassé toch viel niet Ciemenceau aan, integendeel, hij nam den mi nisterpresident als het ware in bescherming door het teg< n den socialistenleider Jaurès voorFrank- rijk's Afrikaansche politiek op te nomen, maar anderzijds was de tiiomf van Delcassé bij de uiteen zetting van zijn politiek een harde vernedering voor Ciemenceau, welke hem de rest van zijn prestige ontnam; het was eeu schitterende revanche voor Delcassé. Het wederoptreden van Delcassé beteekent de zegepraal van «.en ferme, maar standvastige politiek in Marokko. Dat schijnt werkelijk hard noodig. Langzamerhand toch begint door te lekken, dat de geschiedenis van Settat op 14 Januari door generaal d'Amade zeer rooskleurig is getint. En de lieele zaak had voor de Franschen een leelijken keer kun nen nemen. Zij is beëindigd met een terugtocht van do Franschen, in goede orde weliswaar, maar toch met een terugtocht. Wat dit nog worden zal? We moeten de zitting van Maan dag afwachten! Belangrijk, zeer belangrijk voor ons land is het begrootiugsverslag van! de Belgischo kamer, waarin gesproken wordt vol waardeering over de toenadering van België tot ons land. De rapporteur Carton de Wiart meent, dat het op den weg ligt van de Belgische regeering, zonder de uitkomst af te wachten van de Nederlandsch-Belgische commissie, zelfstandig, sommige maatregolen in overweging te nemen van prak- tischen aard, welke zouden strekken tot vergemakkelijking van het ver keer tusschen Belgie en Nederland. De rapporteur noemt danver laging van posttariefbrengen van eenheid in de vrachtprijzen van spoorwegen overlegen in de regeÜDg van aangelegenheden die op de havens betrekking hebben, zooals dat ook gebeurd is voor de rivieren en kanaleneenheid bren gen in de bepaling betreffende het verbintenissenrecht en bepaal delijk voor zoover het verbintenis sen betreft die in den handel te pas komen; onderlinge regeling omtrent de uitvoerbaarheid van vonnissen; betere en praktischer bepalingen voor het vervoer van landbouwproducten voor boeren die hun land hebben liggen op het grondgebied van de beide rijken; opheffing van het patent recht voor Belgische handelsreizigers op Ne derland, op de manier zooals dat overeengekomen is tusschen België en Frankrijk, enz. De oud-minister gaf met scherpte, bevoegdheid en duidelijkheid een overzicht van Frankrijk's interna tionale positie, van zyn (Delcassé's) politiek en van het Marokkaansch incident van voor twee jaar. Hij cijferde zijn persoonlijkheid zooveel mogelijk weg, maar op sommige oogenhlikken kwam over spreker een moeilijk bedwongen ontroering, die zich aan de geheele Kamer meedeelde. De geheele rede maakte een onbeschrijlelijken indruk en kan van diepgaande beteekenis zijn Eenteekeud incident zij vermeld. Op een oogenblik, als de geheele Kamer, behalve de socialisten, Del cassé toejuicht, staat Jautès op en roept tot de radicalen: Waarom hebt gij dien man dan doen vallen als gij hem toejuicht? (Beroering, afwachting.) De scherpe vraag schijnt de radi calen te hinderendan klinkt ineens de stem van Delcassé: Ik zal het u zeggen, mijnheer Jaurés, zij heb ben het niet geweten, zij zijn be drogen geworden! Groote opwinding en ontroering over deze even scher pe als etoute worden. Minister Ruau, die tot het kabinet-Rouvier behoorde staat op en roept woedend tot den heer DelcasséLeg u nader uit I Maar als de opwinding bedaard is, vervolgt Delcassé zijn rede. Tal van kamerleden komen hem de hand drukken als by van de tribune daalt; de indruk is zoo groot, dat de Kamer nergens meer aandacht voor heeft en de voortzetting van het debat op Maandag stelt. Nieuwtjes in drie regels. De vorst van Monaco gaat niet offi cieel, maar incognito naar Rome. Nu zal. hij door Z. H. ontvangen wofden- Combes is voorzitter geworden van de enquête commissie in zake't verdwe nen milliard der Congregaties. Fraai Beernaert heeft gisteren verklaard dat er een bevredigde oplossing in 't zicht is van de Congokwestie. —Als zeer ernstig concurrent voor Taft wordt als candidaat naar het president schap der V, S. gouv. Hughes genoemd. In Liverpool heerscht influenza, zoo dat er stagnatie is in de bureaux van ge meente enz. Duizenden zieken. Uit de Staatscourant. Bij Kon. Besl. van 23 dezer is benoemd tot officier in de orde van Oranje Nass., L. M. Barnet Lyon c.i., ie 's Gravenhage, secretaris van de commissie om te onderzoeken of het Rijkspost- en telegraafgebouw te Amsterdam van onvoldoende afmetingen is om nu, of in de naaste toekomst, de behoorlijke verzorgiug van den zich uitbreidenden dienst verzekerd te achten. Bij Kon. Besl. van 24 dezer is benoemd tot lector in de faculteit der wis- en natuurkunde aan de Rijksuniversiteit te Groningen, tot het geven van onderwijs in de schei kunde, dr. F. M. Jaeger privaat docei t aan de Gemeentelijke Uni versiteit te Amsterdam en leeraar a'an de hoogere burgerschool te Zaandam. Telegraaf en telefoon gestoord. De mist en de rijp hebbeu al héél wat schade en last aangericht Niet alleen dat het scheepvaartbe drijf zoo goed als geheel heeft stil gestaan deze week, is overal het telegraaf- en nog meer het tele- loonverkeer op de ergste manier getroffen. Gisteren hebben we al bericht, hoe te Haarlem tal van abonné's den telefoon missen, door dat de draden zijn afgeknapt, en hoe in den omtrek hetzelfde is voorgevallen. Heel het land is echter ook door d'ezelfde ongevallen getroffen, zoo dat het intercommunaal telefonisch verkeer op dit oogenblik in ons lieve vaderland zoo goed als geheel onmogelijk is, terwijl ook liet in ternationaal verkeer stilstaat. En de telegraaf lijdt óók aan eige storiu- gen en vertragingen. Uit Beigië komen er heelemaal geene tele grammen, uit Duitschland maar heel weinige.,.. Wat al zorg en schade en ver warring deze zonderlinge en lang- duridige mist (in band*! en bedrijf meebrengt, is niet te zeggen! De redding der vermisten van de „Amsterdam." Het is gelukkiger afgeloopen, dan iemand maar had durven denken! Terwijl heel ons land in spanning was, terwijl iedereen z'n hart vast hield en de arme ongelukkigeu die op zee waren afgedreven, be klaagde, terwijl men het al voor zeker hield dat de 25 of daarom trent schepelingen een ijselijken dood hadden gehad, onderwij! zaten ze kalmpjes in de kajuit van een schip even buiten de Waterweg te wachten op beter weer!.,,. In bet grootste deel onzer oplage van gisteren hebben we de redding der vermisten al medegedeeld. Die redding en de manier waarop ze is gegaan, is wel het beste be wijs van de schrikkelijke dicht heid en gevaarlijkheid van dezen vreeselijken mist. De „Gouwzee", een bootje van den Hoek. heeft de schipbreukelin gen gevonden. Ziehier hoe een der opvarenden: dr. den Houter uit Hoek van Hol land, die met den wakkeren ZEerw. heer pastoor Deelmaus erop uit trok om hulp te bieden als 't noodig was, dien gedenkwaardigen tocht verteld. De redding. Toen we om vier uur 's nachts vertrokken bleek het buiten dikker dan wij verwachtten, en tot onze eerste verrassing bleek hot kleine licht op het noorderhoofd niet te branden. Wij voeren uiterst lang zaam, en we kunnen Van der Hoe ven niet genoeg roemen om zijn rustige voorzichtigheid. Buiten hoor den we van alle kanten het gebel der geankerde schepen, die wij met gefluit beantwoordden. En de lich ten, die door den mist drongen uit deze stad van schepen, waren zeer talrijk. Wij voeten eerst op het vuurschip aan, zwalkten daar in de omgeving, waar de aanvaring ge beurd is, tijden lang rond. Iedere boot werd gepraaid, wel een twintig, en zeker vyfiien hunner waren nog niet aangeroepen. Zij hoorden van ons de vermissing, maar wisten van niets, waren alle uiterst pessimistisch omtrent het lot der schipbreuke lingen. Eu ook met de ioodsvaar- tuigen was dit het geval. Telkens klonk het in 't Eugelsch door den roeper: heb je een roeiboot gezien? Neep, niets. Tusschenbeide was het schrikba rend dik buiten, maar volgens ons, leeken, giug alles uitstekend. Soms lieten we ons door den stroom van de ééne naar de andere boot drijven. Doch toen het lichter werd, werd het klaarder. En zulke piachtige natuurtafreelen heb ik nooit gezien. Na 7 uur kwam er wat mist. Doch, zooals een loods ons toeriep, vrees den we steeds meer: „ze zijn naar de haaien 1" Langzaam aan voeren we dus weer thuis. Iu den zonneschijn die plotseling doorkwam, zagen we de Lauwerzee ook kruisen met Dr. vau der Goot. Zij gingen om de west, wij om de noord. Van een der booten riep men ons toe, dat stuur man en wacktsman gisteravond hebben hooren roepen en onver staanbaar praten. Het moeten spo ken geweest zijn. Langs de kust voeren wij alweer terug. Toen doemde daar een vrij groote zeeboot op, en wij meenden er nogal wat menschen achterop te zien staan. „Als ze het eens waren!" riep de pastoor uit. Ik benam hem zijn illusie. De kapitein door zijn kijker twijfelde ook Die menschen waren te go.d ge kleed. Maar toen riepen ze. Wij terug: „Are you from the Amster dam?" Yes, yes! Wat er toen in ons omging besehryf ik a niet. Bet was de Songa. Allen door elkaar riepen oiis toe, vroegen. Maar wij, in onzen gespannen angst, we vonden hen welhaast nuchter kalm. Eu ze waren volkomen ga- zond en well.... We kwamen langzij, de plank giug uit. De schipbreukelingen, die er zoo verwonderlijk welvarend uit zagen drougen om den braven kapitein Erlaud samen, en schud den hem de hand, juichteu even, tot hij er verlegen van was. Toen kwamen zij, deels met hun bagage, op de Gouwzee over, ea namen allen een tikje cognac als eenige medicijn. Ze bestormden ons met vragen, dochroerend aandoenlijk was het niet. Ouder hen waren twee Hollandsche pas sagiers, de margarinefabrikant 8a- bttnonski, uit Nijmegen, en de Utrecktsche student De Jong. Zij prezen om strijd de ontvangst op de Noorscke bootl Zóó zijn de vermisten, op de nuchterste wijze ter wereld, weer teruggevonden Wie? De namen der geredde passagiers zijn W. Salomonsky uit Nijmegen; Hood uit Parijs, George üeyue van MecklenburgGuinbrecht uit Lon den Stelling, Duitscher, wonende te AmsterdamPurdou uit llford bij Londen; Beauchert, Den Haag; Gretsckiut uit Offenbach;i. de Jong uit Utiecbt; Durring uit LiverpoolL. Mitress Lear uit StrewsbmyWilsbak uit Yarmouth; XXIV. Mooi'a en leelijks tegelijk. Over concurrentie en nog wat. 'n Hoop geleerdheid, om t» vertellen wat ik denk over coöperatie. Op glad ijs, en harde middelen werken het best, met een voorbeeld. Nog soo iets gevraagd en hoe ik weer op mijn eei'ste chapitre terecht kom. is de natuur toch mooi in ver ding en verschrikkelijk in haar M Daar heb je, met dien mist van ''fiele week, üie prachtige gezichten |Zt3 parken en onze singels: de boo- Sla>in er, als witte koraalgewassen, biet duizend en duizend glinste- kuntjes, aile takjes zich scherp af zend in de wazig, witte atmosfeer, pes omsluiert. Elk mager gras- bezwykt byna onder den last van 1* die ris een witte suikerkorstei op langs takken en randen en uit- j4e punten zet de mist zich in witte 'en af tot eon versiering die een .bakker tot voorbeeld zou kunnen en! Wezenlijk, daar is een maeht 'e zien in de natuur in deze dagen, daarnaast: wat 'n verschrikking! 15 in - den trein stapt, dan overvalt gevoel van beklemdheid omdat ^lf niet niet zeker gevoelt en van- het denken raakt; ftlsernueens bjfeluk gebeurd»! Loop je op de straat, dan kan je elk oogenblik het ge val gebeuren dat er een draad van de telefoon, die als kabellouwen dik neer hangen, op je hoofd terecht komt. Wacht je familie, dio een beetje van verre moet komen, dan loop je geregeld een uur minstens aan het station te schilderen op den trein wachtend, die te laat is, en moeten ze uit het cuitenland arrivoeren, dan heb je heele dagen den tijd voor- ze kunnen komen En dan bovendien dat vreeselijke ge val met de Hoek "van Holland-boot, dat nog God zij dank goed is afgeloopen, maar dat iedereen de heele week haast, om zoo te zeggen, in spanning heeft ge houden IWaarlijkook aan verschrik kingen ontbreekt het nu niet, by al dat mooie dat de mist geeft! Zoo is het trouwens overal: aan het zoet is het zuur bveronden; jammer maar dat het zuur zoo dikwijls de overhand heeft, zegt my n buurman, die stroop verkoopt waar hij op verdient, en eigengemaakte „Mainzer" zuurkool, die hy voor 'n appel en 'a ei verkoopen moet, vanwege de concurrentie I Och, och, die concurrentie! Nu is dat alles nog eerlyke heet het en nu zijn we hier in Haarlem nog niet zoo èrg fel op mekaar alg in groote steden het geval is. Althans zoo leggen myn colle ga's het uit in die vakken waar ze nogal met «1e concurrentie te maken hebben. Maar het is erg genoeg. En wat erger is, daar komt tegenwoordig nog concurrentie by van lui, die geen winkeliers zyn en die het winkeliertje-spelen om 'n klein winstje ,,'n sociaal werk" noemen! Groote woorden, wftt? Myn buurman de bakker op den hoek heeft me.er van middag lang over aan mijn oor zitten leuteren naar aanleiding van een berichtje dat hy gelezen had in onze krant. Buurman, zoo zegt-ie tegen me daar gaan ze nu vanwege den Volksbond ook al Middenstandertje spelen. Als of wy aan de concurrentie van onze eigen vakgenooten, aan de concurrentie van de fabrieken en aan die van de so cialistische en andere coöperaties niet ge noeg hebben, gaan de Iioomsehe Volks- bonders er nu ook een eigen bakkeryjo by beginnen! Hebt je 't gehoord? Ik kon niet anders zeggen dan ja. 't Heeft in onze krant gestaan. En hoe vindt jij dat nou: je doet zoo toch van tjjd tot tijd aan socialerig- heid? Nu nemen je eigen geloofsgenooten je het brood uit den mond en ze gaan op een terrein dat niet het hunne is, grasduinen tot schadde van den mid denstand! Is dat niet te verbieden? Ja, zei ik, verbieden, dftt gaat moeie- lyk. Eu die heele coöperatie-kwestie is een lastig ding." Maar mijn buurmau drong aan, dat ik tooh myn meening eens rond uit zou zeggen. Nou, dat heb ik dan ten slotte ook gedaan: en ziehier wat ik 'm vertelde. Door elke coöperatie zoo zei ik neemt degene die coöpereeren gaat, voor een deel het werk van een aDder uit diens hand. Door iedere coöperatie wordt er naar getracht, een ander weg te dringen, een schakel uit de keten die tusschen producent en oonsument hangt, uit te lichten. Coöperatie stuurt dus aan op ver andering in de maatschappelijke verhou dingen, en wel op een verandering die voor dengene wien het treft, allesbehalve prettig is. Daarom mag dan een coöpe ratie ook niet maar willekeurig worden toegepast. Een soms zoo gev arl(jke en altyd offers makende sociale hervorming mag. vind ik, niet zoo maar klakkeloos worden uitgevoerd, als de een of ander het eens in zijn hoofd krijgt, maar het criterium der geoorloofdheid van de een of andere coöperatie moet zijn: de nood zakelijkheid er toe. Coöperatie is een kwaad omdat het de bestaand» maat schappelijke verhoudingen omverwerpt en er op gericht is, personen die nuttig#n factoren z\jn in do distributie der pro ductiemiddelen, uit te lichten. Maar dit kwaad mag men, en moot men soms, verkiezen om ceu gróóler kwaud te voorkomen. ziedaar de noodzakelijk heid, waarop ik zooeven doelde. Zoo oen gróóter kwaad kan bijvoorbeeld zyn: het gevaar van verdwijnen van den eigen stand, snelle en geduchte sociale achter uitgang, te vreezen groote bloei van so cialistische coöperaties en dergelijke. In zulke gevallen acht ik het te verdedigen dat men zelf gaat coöpereeren om zoo'n kwaad te keeren of te voorkomen. Zoo doet de Middenstand coöperatief zijn in- kOopen,als noodig middel om den bestaaas- strijd te blyven strijden tegen de Eigen Hulpers en de Warenhuizen; zoo coöpe reeren do boeren als ze gezamenlijk land bouwwerktuigen inkoopen, omdat ze an ders zeker ten onder zouden gaan. Maar die boeren koopen toch coöperatief weer géén winkelwaren in, omdat ze daardoor den middenstand zonden schaden, en aan de maatschappij onnoodig groot nadeel zouden toebrengen. Zie, zoo moet elk ge val van coöperatie op zichzelf worden beoordeeld. Regels voor een en ander zyn niet te geven: wat dftér zou strijden tegen de christelijke naastenpliefde, tal elders daarentegen, in andere omstandig heden, goed zijn. Da's een weergasche hoop geleerdheid voor 'n kruienier, zal je misschien zeggen. Och man, 't is allemaal zoo eenvoudig als 't a b c, wanneer je maar in die din gen een beetje je eigen „in"-werkt. En a's je nou goed oegrijpt wat ik hier zoo even je uitlegde, Uan zio je meteen, dat het niet zoo gemakkelijk is om uit te maken of die coöpeiatie waar van we gehoord hebben dat de Volks bond ermee beginnen gaat, af te keuren, of wel goed te vinden isl Ik althans waa,g me er niet aan, om dat op 'n blau wen achtermiddag zoo tusschen vinger en duim even te doen, evenmin trou wens als ik direct zeggen zal: de Volks bond doet het, en zal er goede reden voor hebben, en 't werkt elders zoo uitstekend, dus leve de coöperaiiè van den Volks bond 1 Neen, op zulk glad ijs waag ik me niet ik kijk de kat iiever eens uit den boom Over ijs gesproken om dat coöperati» - kapittel nu maar te beëindigen is het niet allerdroevigst, zooals jo tegenwoordig die apen van jongens hun leven ziet wa gen? D'r zijn er al ettelijke door-gegaan, die zoowaar met levensgevaar moesten gered worden, en één is er zoo goed als dood onder vandaan gehaald, maar dat scliynt geen indruk te maken. Wat naar myn opinie het eenige middel wezen zou? Dat zeil de dat ik gisterenmiddag door een vader heb zien t epassen aan den Scho tersingel. Daar liep z'n poontje, tusschen een aantal audere rakkers, op 't buigende, golvende ijs te trappen. Vader kwam er aan, en riep met forsche stem: „JanI" üf Jan schrok! In 'n wip was io op den kant en in een andere wip had vader Jantje over z'n knie. en gaf 'm een pak rammel, dat de andere jongens er den schrik van kregen en als hazen naar allo kanten wegstoven. Ziezoo, dacht ik, dit is er een, die vooreerst niet verdrinken zal! Eu er zijn tal van kwajongens, en groote lummels vooral, wien ik zoo'n zelfde medicament met de allergrootste hartelijkheid toewenschl Hardhandige middelen, dat schijnt tegenwoordig het eeni e to wezen dat helpt: ik hoop dat de justitie er óok zoo over denken zal, als ze vonnis uitspreekt tegen de dieven bende, die deze week voor de groene ta fel is versehenen, en die nu in haar ge heel schijnt onschadelijk gemaakt te zijn, na iy het laatste najaar in ons Haarlem en de omstreken zoo schrikkelijk te heb ben huisgehouden! Dat beiucide stelletje helpe ons de justitie nu maar eens voor een flink poo-je van den vloer: we kun nen ze missen, die dieven en hun aan hangers 1 Zooals we trouwens ook dien leelijken mist kunnen missen, die ons heeie tele foon- en telegraaf verkeer stil zet en in de war brengt! En daar ben ik weer op mijn eerste chapitre terug, zooals je ziet. Ja, de wereld is een kringloop.... je zou zoo zeggen: dat daar die Zaterdag- avondpraatjea nu óók weer een bewys voor moeten zyn, bè? 25 Jakuaei. E HAARLEMSCHE COURA Sw III B'LBt!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1