TWEE"3E BLAD
De Bergmolen.
Een goed werk en een
mooi doel!
'n Mooi voorbeeld.
Land- en Tuinbouw.
ZATERDAG 23 JANUARI 1908.
Uit den Raad van Beverwijk.
INGEZONDEN.
F LUiLLETON,
NIEUWE HAARLEftSCHE COURANT
Wij gelooven niet, dat er nop
lezers zijn vau de N.Haarl. Cuu
rant, die niet weten, dut er tt
Haarlem eene St Martba-vereeni
ging bestaat, en dat die vereeni
ging van dames zich de belangen
aantrekt van uJiéén staande meisjes
en vrouwen te Haarlem.
Met dat doel voor oogen is dan
ook die vereeniging in bet jaai
19U5 begonnen met bet geven van
gelegenheid tot gespaste ontspan
ning. Maar als men nu boort, wat
er zooal in bet tweede jaarverslag
Wordt medegedeeld, dan is daar al
heel wat bijgekomen I
In liet atgeloupen jaar is name
lijk de vereeniging verhuisd van
de Ruamvest naar .Donkere öpaarne
No. 22.
De reden daarvan was, dat plaats
gebrek zich boe langer zoo meer
deed gevoelen. Men bad daar voor
1(jd van nood een bed met toe-
behooren aangeschaft, dat, als
iemand moest iogeeren, 's avonds
Werd opgeslagen en 's ochtends weder
Werd opgeruimd, 't Is daar zelfs bij
die kleine behuizing vau twee
kamers wel eens gebeurd, dat aan
3 personeu tegelijk logies moest
Worden Verschaft 1
Bovendien meldden rich meer
dan eens winkeljuffrouwen aan;
maar een afzonderlijke gelegenliei.i
was er toen niet, en dergelijke
meisjes moesten toen ongetroost
Worden weggezonden.
Na de verhuizing is die gelegen
heid er wèl. Voor winkel- en kin-
deijuffrouwen kan een geheel
afzonderlijke jgelegeuheid tot
Ontspanning worden ingericht. Hoe
jammer, dat tot nu toe niemand
van de aangeboden gelegenheid
gebruik maakt 1 Zou de oorzaak
daarvan zijn misschien, dat de
betrokken personen bet te weinig
Weten? Och lezer, vertel gij het
dan aan dergelijke personen onder
Uwe kennissen, iioe meer menschen
bet licoren des te beter
De gelegenheid voor logies is nu
na de grootere behuizing ook veel
beter ingericht, eu de moeiten daar
aan besteed zijn niet vruchteloos
geweest. In bet afgeloopen jair,
Waarin de vereenig.ug nog slechts
8 maanden haar nieuwe woning
gebiuikt, beeit zij 33 personen 333
dagen geherbergd; 4 maai is enkel
nachtverblijf verstrekt.
Tweemalen alle weken komen
de gewone leden, (dienstboden, die
geen thuis hebben) bijten. 'I hans
zijn er 27 leden. Dat aantal is in
groote mate aan rijzing en daling
onderhevig; 't is ai eens in de
dertig geweest. Dit jaar alleen werden
31 nieuwe ledeu geboekt. In het
geheel vesiigdeu zich dit jaar 146
R.K. dienstboden te Haarlem.
Als wij dus bier van ons redactie-
bureau de nuchtere cijfers aanzien,
dan besluiten wij, dal ondanks de
moeite die de dames welkende leden
zie i geven om ieder inei>je, dat
binnen Haarlem komt, bekend te
maken met bet beslaan der St.
Martha-Vereeniging, betrekkelijk
Weinigen van die kostelijke gelegen
heid gebruik maken. Toch hebben
zij redenen in overvloed om den
moed niet te verliezen.
Lie geest, die er beevsclit, is, naar
wjj boeren opgewekt. Zij hebben
toch ook het troostend bewustzijn,
dat zij een beduidend aaDtal goede
meisjes goed eu braaf gehouden
hebben, door ben van de straat af
te houden.
Zij voelen, dat de Roomsche
Haarlemmers niet onverschillig zijn
voor de belangen der St. Martha-
vereeniging, dat gevoelen zij, omdat
le telkens zich herhalende klachten
„tekorten" tot nu toe ook even
iiiiwijls verdwenen zijn; reden
genoeg om te vertrouwen, dat het
Roomsche Haarlem de St. Martha-
vereeuiging nog niet zal laten ver-
dwijnen door gebrek aan financiën.
Maar wij begrijpen ook, dat de
dames welkende leden ten minste
zedelijken steun verwachten van die
ouders, die buiten Haarlem wonen
en hun kinderen bierheen in be
trekking sturen of 1 en laten gaan.
Die vaders en moeders mogen
wel eens raad vragen bij hun
eigen parochiegeestelijken, eerst
alles nog wel eens goed overdenken,
en als er dan besloten wordt, dat
bun dochter te Haarlem in be
trekking zal gaan, laat zij dan eerst
eerst eens bij de St. Martha-ver-
eeniging inlichtingen vragen, de
concierge die in het gebouw woont,
onkere Spaarne 22 zal wel
zorgen, dat die vraag in goede
handen komt. Maar dan ligt bet
ook voor de hand, dat zulke ouders
van hun kinderen eischen, dat zij
lid der St. Martha-vereenigmg wor
den.
Dan zijn zij ten minste, als zij
goed van wil zijn voor de besmetting
van het straatvuil beveiligd I
Zoo zal dunkt ons het aanlal
gewone leden der St. Martba-ver-
teniging nog wel heel veel grooter
worden ookl
De droeve histoire contemporaine
van Frankrijk en de aanvallen,
waaraan de Kerk in dat laDd bloot
staat, zijn en bèèl terecht,
herhaaldelijk aangehaald, als voor
beelden van de droeve gevolgen,
die geloofsverzwakking en innerlijke
verdeeldheid na sich sleepen. Waar
sprekers, redenaars of schrijvers in
den laatsten tijd de Katholic ken
van ons land tot daadkrachtiger
geloofsijver en eenheid willen aan
sporen, kwam byna traditioneel de
waarschuwing: „Ziet naar 't volk
van Frankrijk".
Een mooi voorbeeld, door dat
zelfde Fransche Volk gegeven, ver
dient dus zeker vermelding.
In het begin van de vorige week
gaf de Croix een artikel van haar
directeur Féron Vrau, den energie
ken industrieel uit het Noorden, die
toen de paters Assomptionnhten
uit het „maison de la bonne Presse"
verdreven werden, de leiding ervan
op zich genomen bad eu de vele
nuttige uitgaven van de „bonne
Presse" tot hoogen bloei wist te
brengen.
Er deden zich weer moeilijkheden
voor, als „familie aangelegenheden"
vertelde de directeur ze aau den
grooten familiekring van de „Croix".
De gebouwen van de „bonne
Presse" waren indertijd belast met
twee bypotbtken van ruim l!/2
millioen francs. Daar de vervaltij
van die hypotheken nu gekomen
was, eischen de hypotheekhouders
hun geld weer terug.
Men zou dus moeten overgaan tot
het verkoopen van het „maison"...
tenzij de Fransche Katholieken een
kloeke daad van overtuiging wilden
stellen en hun pers steunen.
Op dien steun deed de heer Féron
Vrau eeu beroep. Hij stelde voor
een „Société immobilière" te vor
men, om hetzij de oude hypotheken
af te doen of een nieuw „maison"
te beginnen. Er zouden aandeeleD
uitgegeven worden van 100 francs,
da laatste taks, die de Fransche
wet toestaat tot een gezamenlijk
bedrag van.twee millioen francs.
Zelf gaf de directeur het voorbeeld
door te teekenen voer vijfhonderd
duizend francs.
Hoe heeft het katholieke Fran
sche volk dien oproep beantwoord?
Zaterdagavond, dus slechts enkele
dagen later, was er reeds ingetee-
kend voor een bedrag van
1 026.S00 fr.. en de inschrijvingen
waren nog zoo talrijk, dat slechts
het totaal ervan vermeld zou kun
nen worden. Dadelijk na het open
stellen der inschrijving teekend6n
twee bis-c'toppen in vooreen bedrag,
dat naar zij in een hartelijk briefje
er bij schreven, niet grooter wezen
kon door de moeilijke financieele
omstandigheden waarin zij verkeer
den. Een oud-gediende van '70 zond
zijn laatste geld: „tot den laatsten
man toe, directeur" schreef hij er
bij.... Binnen veertien dagen hoopt
de directeur dan ook de twee mil
lioen ruim volteekend te zien.
Zoo weet het volk van Frankrijk
het goede werk van de Roomsche
pers op waarde te schatten I
(Msb.)
In de raadsvergadering van Bever
wijk, die gisterenmorgen 10 uur ge
houden werd, waren afwezig de heeren
Waterschoot van der Gracht en van
der Werf.
Door den Voorzitter werd mede
deel ing gedaan van tal van ingekomen
stukken.
Het adres over de Velser Pont is
naar de Tweede Kamer verzonden.
We hebben het reeds vroeger mee
gedeeld in ons blad.
Ook werden meegedeeld de ver
schillende uitslagen der gehouden
aanbestedingen, welke wij alle ook
reeds onzen lezers vroeger meedeelden.
De ver. „Tuinderswelvaren" had een
adres ingezonden, waarin verzocht
werd de voorwaarden van 't haven
geld te wijzigen, de haven te verbe
ren, enz.
Maar dit adres was zoo onduidelijk,
dat het voor kennisgeving werd aan
genomen.
Hierna werd* 't stembureau gefor
meerd voor de verkiezing van leden
voor de Kamer van Arbeid. In dit
bureau werden benoemd da heerc,.
Veldhuyzen van Zanten (voorzitter)
Braun en Langer.dijk.
Voor de betrekking van haven
meester tevens marktmeester hadden
zich 47 sollicitanten aangemeld, ter
wijl er zich te elfder ure nog een had
voorgedaan.
Er waren er dus 47 en 1.
Benoemd werd de heer J. v. d. Werf
met 6 stemmen, de heer J. Vessies
verkreeg er 3.
De heer v, d. Werf is raadslid en
zal dus door deze benoeming moeteD
aftreden als zoodanig.
De Voorzitter wees er op, dat bij
sollicitaties niet veel eerbied voor
den Raad aan den dug wordt gelegd.
Er is er b.v. een bij, die heel in 't
kort solliciteerde op een carte de
correspondrnce.
Nu kwam de plaats voor de nieuwe
school van M. U. L. O. weer aan de
orde.
Grond was weer aangeboden door
de heeren G. Nijen, S. Rumpig en
Kooymans.
De Engelsch-Hollandsche Kweekerij
Maatschappij had in een nader schrij
ven de bezwaren ondervangen, die in
de vorige vergadering gerezen waren
tegen 't terrein oud-Akerendam.
Na de breedvoerige uiteenzetting
door den Voo r z i 11 e r gingen de ton
gen los. Allereerst de heer Breu
kelaar, die vond, dat 't voorstel van
B. en W. in de vorige vergadering
gewijzigd is met 't oog op de kosten
berekening der wegen. Neen, zei de
Voorzitter, de wegenaanleg is een
tweede aangelegenheid. Wijzigen B. en
W. hun voorstel, dan beloofde de heer
Breukelaarte zullen stemmen voor
't terrein op oud-Akerendam. Uit de
verdere discussie bleek, dat 't plan
is van B. en W.dat de stratenaanleg door
de gemeente zal geschieden met ver
goeding der maatschappij. Door den
heer Poel werd in overweging ge
geven slechts zooveel terrein te koo-
pen als strikt noodig is. Vroeger was
"JU30 M2 voldoende, nu 3250 M2. Dit
komt zei de Voorzitter door een
aan te leggen speelplaats en door e.v.
uitbreiding. De maatschappij laat den
Raad vrij in het bepalen der grootte
van het aan te koopen terrein. Door
den Heer Zwager werd geconsta
teerd, datdoorde concessies der maat
schappij de zuinigheidsbezwaren ver
vallen.
Ten slotte de vraag: Mag de heer
v. Zanten als belanghebbende mee
stemmen? Bevoegd ben ik beslist, zei
de heer V. v. Zanten, maar ik zal
mij onthouden uit een gevoel van
kieschheid.
Het voorstel van B. en W. werd
hierna aangenomen met 6 st. voor,
2 tegen en 1 onthouding, zoodat de
school op onder Akerendam zal ver
rijzen.
Het verder verloop dezer school
kwestie zal in volgende vergaderingen
worden behandeld.
Den Raad werden vervolgens aan
geboden voorstellen tot verbetering
van de haven en de uitvoering van
eenige openbare werken.
Deze zullen in een volgende verga
dering behandeld worden.
De Raad ging daarna over in be
sloten zitting voor belasting reclames.
Terwijl de heer Nooten en 27 anderen
een adres hadden ingezonden, waarin
verzocht werd in 't belang der veilig
heid hunner kinderen niet de school
te stichten op Oud-Merenstein.
De Voorzitter ondersteunde met
kracht 't adres der ouders en drong
er op aan 't terrein op Oud-Akerendam
aan te koopen, was van de behartiging
van alle mogelijke particuliere be
langetjes, doch all en gedreven door
't gemeentebelang.
Ook 't terrein op Oud-Akerendam
is betrekkelijk veel goedkooper dan
de andere.
Bovendien de Maatschappij schenkt
f6-50Ü voor den aanleg van wegen, en
't terrein voor den wegenaanleg wordt
gratis gegeven.
De aanlegkosten voor de gemeente
zouden f 1150 bedragen.
Het terrein aan de Groene Laan is
door zijn ligging niet geschikt. Zoo
liet spr. alle aangeboden terreinen de
revue passeeren, over 't terrein op
Oud-Merenstein is Donderdag geconfe
reerd door B. en W. met den Distr.
Schoolopziener. Deze vond 't terrein
ook allerminst geschikt.
Werklieden der Planten.
Vele menschen zien de planten zich
ontwikkelen, groeien, bloeien en vruch
ten geven, zonder zich in het minst
er oin te bekommeren hoe het voe-
dings- en levensproces onzer gewassen
plaats heeft, zij zaaien en maaien zon
der zich ooit af te vragen welke or
ganen de planten het meest noodig
hebben om tot volle ontwikkeling te
komen. Het is waar, dat er n g veel
niet is opgehelderd in de levensfunc
ties der gewassen, maar een opper
vlakkige beschouwing en waarneming
der natuur leert ons toch reeds, dat
er tijd perken zijn van leven en rüst.
En het zal wel niemand ontgaan zijn,
dat de overblijvende planten in de
rustperiode meest alle de bladeren
missen. Ook hebben de meeste men
schen wellicht opgemerkt, dat planten,
welke in de groeiperiode op een of
andere wijze hun bladeren verliezen,
een kwijnend leven leiden en dikwijls
spoedig geheel te gronde gaan.
De wortels verpreiden zich in den
bodem en zuigen daaruit hetplanten-
voedsel op, dat met den mest erin is
gebracht. De uiterst fijne wortelhaar
tjes van de vezelworteltjes nemen de
opgeloste zouten met heel veel water
in zich op, en deze oplossing wordt
van cel tot cel, langs stengel en tak
ken opgevoerd tot in de bladeren. En
deze laten het overtollige water ver
dampen, en wanneer zij door de koes
terende stralen der zon beschenen
worden, nemen zij het koolzuur uit de
lucht op en verwerken dit met de
aangevoerde zouten tot plantenvoedsel,
dat bij de teruggaande strooming het
gewas doet groeien. Al vindt dit be
langrijk en eenigszins geheimzinnig
werk in al de bladgroenlioudende dee-
len der plsnt plaats, de bladeren zijn
en blijven de krachtigste oiganen, die
zorgen voor de voeding en ontwikke
ling onzer gewassen. Zeker, de wor
tel en stengel kunnen moeilijk gemist
worden, maar de hoogere planten
sterven, als zij de bladeren missen.
Het is daarom een dwaasheid bij vele
landbouwers, om o.a. bieten, mangel-
wortels, rutabaga en andere planten
tijdens den groei van de bladeren te
ontdoen, daardoor wordt de ontwik
keling noodwendig tegengehouden en
de boer berokkent zich schade. In
plaats van bladeren aan de gewassen
te ontnemen, moeten wij er op uit
zijn den groei en de ontwikkeling van
bladeren zooveel mogelijk te bevorde
ren. En daarvoor is noodig een krach
tige bemesting. Vooral een rijke stik
stofvoeding werkt de ontwikkeling
van 't blad in de hand. Wie daarom
zijn gewassen van gezonde, frissche
en krachtige voedingsorganen wil voor
zien, kan een flinke bemesting met
Chilisalpeter toepassen. Natuurlijk
moet daarmede een voldoende hoeveel
heid kali en phosphorzuur gepaard
gaan. Voor al de planten, welke ge
teeld worden om 't blad en den sten
gel zooals gras, maïs, spurrie, knol-
groen enz. zijn uiterst dankbaar voor
een overbemesting met Chilisalpeter,
maar voor alle planten is dez.e mest
stof zeer nuttig voor de vorming van
groote krachtige, groene bladeren, die
de heele plant en dus ook den wor
tel stevig, krachtig en gezond maken.
De sterkgroeiende gewassen leveren
niet alleen een grooteren oogst, maar
zij maken ook het weerstandsvermo
gen grooter, zoodat deze planten min
der vatbaar worden voor ziekten. Wij
bedoelen hiermede niet, dat goed
groeiende planten geheel en al van
ziekten verschoond zullen blijven,
maar door haar forscher groei worden
zij niet zoo spoedig aangetasten kun
nen het beter uithouden dan de zwakke
en ziekelijke planten en dat is al veel
gewonnen.
Het Driekoningen Oratorium te Lisse.
Mijnheer de Hoofdredacteur
Het ingezonden stuk van G. B. over
de uitvoering van het Driekoningen-
Oratorium te Lisse lijkt mij zeer on
juist. üf de heer G. B. de rechte nian
voor dergelijke verslagen is, betwijfel
ik zeer. Is hij musicus; is hij bevoegd
eiiticiis? Kent hij de regels voor zulk
eene opvoering enz. eDZ. Onpleizierig
vind ik, dat men zich zoo menigwerf
de bevoegdheid geeft tot het schrijven
van dergelijke stukken.
Niet ieder hoorder, ook niet de met
een partituur gewapende, schrijve!
Intusschen ga ik voort mijne beste
krachten te wijden aan de R. K.
Zangvereeniging Lisse. Zij groeie en
bloeie 1
Mijn dank aan allen!
M. M. R. oprecht dankend teeken
ik na beleefden groet,
A. H. van den BORGAARD.
Muziekdirec leur.
's-Gravenhage, 23 Januari '08.
Geachte Hoofdredacteur
Gelezen hebbende uwe mededeeling
inzake het ongeluk betreffende het
door het ijs zakken van twee jongens
en in verband daarmêe de redding
derzelven, (in a'e courant van Donder
dagavond), meen ik dat het noodig
is u even beter te moeten inlichten.
Eerstens wat betreft, het achter slot
en grendel zijn van een dreg kan ik
u verzekeren, dat er op het beltterrein
twee dreggen op het oogeublik van
het ongeluk aanwezig waren, welke
niet achter slot en grendel zaten. Dat
de agent van politie juist de dreg
vroeg die achter slot zat. is zijn schuld.
Voorls is voor zoover mij bekend en
naar ik persoonlijk heb gezien door
genoemde niet één werkdadig aandeel
genomen in de redding. Hij stond er
heel leuk bij te kijken, terwijl de op
zichter nog iemand moest wegzenden
om een dokter; zelfs daaraan dacht
hij niet.
Neen, dank zij het manmoedig ge
drag der werklieden der Reiniging
zijn beide personen gered mogen wor
den. Wat toch is het geval?
Op het eerste hulpgeroep schoten
eenige werklieden der Reiniging toe,
sprongen op een schuit en staken de
eerst geredde een vaarboom toe (hierbij
was geen agent) en toen mochten de
werklieden Vink en Koster het genoe
gen smaken deze, Van Tongereu ge
naamd te redden welke door Korte-
kaas en de Koeger verder verpleegt
werd.
De andere welke naar de diepte
verdwenen was werd met eeD schuit
die door het ijs werd gewerkt gered:
doordien J. v. Worcurn hem op goea
geluk af met een haak onder water
vandaan haalde en H. Balk hem van
de haak afhaalde en oogenblikkelijk
de kunstmatige ademhaling toepaste,
hierbij was geen agent te zien deze
liep van het kastje naar den muur en
is ook later geen oogen blik bezig ge
weest hiermee.
De voorman-beltwerkër komt als
oud-hospitaal soldaat inderdaad een
woord van lof toe aan hem in de le
plaats en aan v. Worcum heelt F. v.
Kempen zijn leven te danken. De toe
geschoten opzichter der Reiniging be
lastte zich met de leiding en verzor
ging der beide geredden.
Nadat men ongeveer 40 min. was
bezig geweest kwam de dokter ter
plaatse, overigens geschiedde gelijk
als in uw bericht.
Doel van mijn schrijven is dus alleen
om een verkeerde voorstelling weg te
nemen. Waar men zag hoe die knoes
tige en schijnbaar gevoellooze werk
lieden hier xnet geestdrift en volhar
ding waar het een leven gold alles
deden om datzei ve als 't ware terug
te roepen; zoo is het een slag in 't
aangezicht de hulde te zien toege
wezen aan een agent, die niet greep
wat voor de hand en bij de hand lag,
een schuit met boomen, doch eerst 5
min. ging loopen om een dregzoodat
de drenkelingen gered waren toen hij
kwam. Ook zij nog opgemerkt, dat toeu
de agent bij den opzichter aanschelde
ofn de dreg al reeds een werkman die
gelijk allen de sleutel van genoemde
loods wist te liggen, er al mee weg
was, dus dat achter slot en grendel
zitten heeft de zaak niets vertraagt.
Integendeel is het te betreuren, dat
de politie gelijk mij verzekerd werd,
toen ik mij er gisteren over beklaagde
tegenover een der meerderen, niet eens
geoefend wordt in het verleenen van
hulp bij ongelukken! Ze leeren gym
nastiek, zei die mijnheer, daar hebuen
ze meer aan, (hij glimlachte).
Moge hierdoor het eere wien eere
toekomt gehuldigd worden, ook in
uw blad, dat is mijn wensch.
X.
Burgerlijke Stand.
HAARLEMMERMEER.
Ondertrouwd: J. Deddens en
A. Kuibbe.
Getrouwd: J. F. Duuweg en D,
van der Vlugt.
Bevallen: J. RoubosRiefveld,
d. C. Blyerveende Vlieg d.
I. H. Kluckvan Saaze z. A. van
GelderenBierhaus d. M. van
VurenBart z.
Overleden: W. van der Velden,
22 mud.
(Naar hel Duitscb.)
10).
Steen man wou niet aankloppen. Waar
dan naar toe?
Pleizier zou zijn komst toch niemand
d' en, z.io ging hij in de veranda op een
bank liggen en trok de meegebrachte
kleeren als kussen onder zijn hoofd. Hij
was doodmoe en kon zijn oogen niet
open honden. Spoedig viel liij in een
diepen slaap al was het nachtleger nog
zoo onbeholpen en al was de nacht nog
zoo koud door den dichten mist, die van
't woud kwam opzetten.
Eva was de eerste, die den terugge
keerde morgens daar zag liggen en wak
ker schudde.
„Sta op, vader, en kom binnen!" riep
zij. „Hier kunt u toch onmogelijk blijven
liggen. Wat zullen de menschen toch
denken
De strna' loopt 7.00 dicht langs 't tuintje.
Ieder, die u ziet, lacht naiuurlijk en
maakt er praaijes over."
Zuchtend stond hij op, mompelde eenige
verwarde woorden eu greep haar hand
vast.
Eva merkte het nauwelijks. Ongedul
dig zei ze„Ga in uw kamer en ga daar
uitslapen. Intusschen zeg ik het aan
grootmoeder, dat u weer terug bent."
Hij volgde haar beneden langs den
heuvel, doch ging de keuken binnen,
A aar de oude reeds aan den haard stond.
„Heere God!" riep Hanne uit, die hout
klein stond te maken.
„Wat? Wie? Hans? riep de mni-
derin uit, terwijl ze meer verschrikt dan
verheugd zich tot den binnentredeude
wendde.
„Ja, moeder, ik ben hel!"
„Hoe kom je nu op dezen tijd hier?"
„Ik was gisteren avond al hier, ben te
voet gekomen en heb vannacht buiten
in de veranda geslapen.-
„Dat moet er dan wel uitgezien heb
ben, of er een vagebond lag.
Hoe kun je me toch zoo iets doen?"
„Ik heb j llie niet willen storen."
„Ge hebt ons toch dikwijls genoeg ge
stoord. Ga naar boven. Ik zal je wat
eten brengen."
Toen Steenman ondanks dit verzoek
hij den haard ging zitten, riep nu ook
Ev „Ja, vader, zoo onder 't stof kunt
u werkelijk niet blijven. „Ik zal u wasch-
water en koffie brengen. Het zal het beste
zijn, dat gij vandaag, nu het Zondag is,
maar boven blijft."
„Ta, ja, ik ga jullie al uit den weg,"
antwoordde hij. Was onze Phylex de
hond, nog in leven, dan zou hij mij vrien
delijk zijn komen tegen geloopen; maar
jullie allemaal zien veel liever, dat ik maar
weer dadelyic den molen den rug toe
keer."
„Daar heb je het weer, nauwelijks ben
je weer terug of de ruzie en deontevre
denheid beginnen weer, mopperde de
oude vrcuw.
„Wanneer niemand me een hand geeft,
niemand een goed woordt tegen me
zegt...."
„Kan ik dan nog phzier hebben, na
al de ellende, die je over mij en over
onze kinderen gebracht hebt? Kijk maar
eens naar den molen. Spoedig hangt er
geen stuk meer aan elkaar. De brug over
de molenbeek zal ook heel gauw in el
kaar storlen. Zij kraakt en buigt, zoodat
er bijba niemand meer overdurft. En van
dat alles ben jij de schuld om te werken
heb je je sterke armen maar zelden wil
len gebruiken; maar een mensch, die je
niets gedaan had, neer te steken, daar
waart ge gauw genoeg bij en hem weg
te sle> pen en te verbergen, dat hebt je
ook wel kunnen doen."
„Dat is gelogen! Hoe dikwijls zal ik
dat toch nog moeten zeggen? Men zou
er gek van kunnen worden!
„En dien armen jongen, dien Frans,
hebt je ook met je bedieigingen ter dood
gebracht. Waar diende dat voor, als er
niets te verzwijgen was 1"
„Hij moest alleen zijn mond houden
over de vechtpartij en de messenstekerij.
Ik heb hein bang willen maken, niets
meer. Wat mij betreft, had hij rustig
kunnen blijven leven. Dat zijn toch alleen
maar praatjes, die iemand verkoopt, wan
neer ze hem in 't hoofd komen."
„Het zal weer wel zijn zooals altijd,
maar ga nu naar boven 1 Het is niet noo
dig, dat iedereen je dadelijk aan den
haard ziet zitten."
„Is het misschien te veel schande voor
je, moeder?"
„Kom, dat ik mij zoo iets Diet tot een
eer behoef te rekenen, zult ge zelf wel
begrijpen."
Steen man ging opstaan. Hij zag er zeer
verou lerd uit. De eens zoo krachtige man
schreed vermoeid en gebukt de trappen
op Zijn haar was tot de slapen vergrijsd.
In de kamer ging hij aan de tafel zit
ten en verborg zijn gezicht in de handen.
Zoo bleef hy minuten lang peizen, stond
toen op, gieep n a- zijn pak kleeren en
stok en ging naar de deur.
Miiar t en riep plotseling een helder
klinkende kinderstem: „Vader! Vader!
en twee zachte armen werden om hem
heen geslagen.
Margriet stond daar in een kort rokje,
haar kleine voetjes staken in kapotte
pantoffels en haar krullend haar hing
om haar smal gezichtje. Ze was zekei zoo
juist uit haar bedje gesprongen.
Kinderlijk bleef ze aan zijn hals hangen,
ze schreide van vreugde en het klonk
als vogelengekweel. Hij had nu stok en
kleeren weggeworpen, was op den rand
van het bed gaan zit en en drukte den
frisschen rooden kindermond op zijn ver
welkte kleurlooze lippen.
„Zoo ben jij blij, dat ik weer hier ben?"
stamelde hij eindelijk.
„Ik ben zoo blij, vader. Of ik blij ben I
U gaat toch niet meer weg?"
„Als gij wilt, dat ik hier blijf, dan niet."
„Zeker wil ik dat! Zeker 1"
„Nu, dan krijgt mij niemand weer weg."
En nu kwam dat heerlijke gevoel, weer
thuis te zijn, voor hem.
Toen Margriet naar buiten liep om,
zoooals eiken morgen, hare bescherme
lingen in den hof eten te geven, maakte
de vader zijn voorhoofd nat met het door
Eva gehaalde, frissche, klare pompwater,
opende 't venster en snoof de geurige
dennenlucht met dorstige trekken op.
Dat is nieuwe levenslust en nieuwe levens
kracht in ademen en het dompige gevoel
in de slapen verdween.
De oude Hanne hracht de koffie. Mom
pelend: „Eetsmakelijk!" zette zy 't thee
blad klaar en ging weer weg.
Misnoegd schoof Steenman op zeide,
wat men hem zoo onvriendelijk aanbood.
Daar huppelde Margriet binnen, beide
handen vol dennentakjes en in 't wild
bloeiende lentebloemen.
„Maar nu zal het feest bij u worden,"
riep ze en nam twee oude vazen van de
kast. En toen de onopgesmukte ru kers
op de tafel stonden, schonk zij de koffie
in den grooten gebloemden tas en smeer
de boter op 't roggebrood.
„Als het mij smaakt, moet jij meeëten,"
zei Hans.
Zij knikte, liep beneden naar de keu
ken, nam een tas uit de kast en liep et-
weer mee Daar boven, vergenoegd lachend
en alles gauw gereedzettend.
„Om harentwille wil ik een beter, werk
zamer, een heel ander man worden 1" dat
nam Steenman zich voor en het was hem
heilige ernst met dit voörngmen.
Hij begon te werken. Dadelijk den an
deren morgen vroeg begon hy den koe
stal en de brug in orde te maken. Hij
ging ook op 't veld harken en wieden en
dronk geen droppel jenever meer. Zeker
de aan den weg liggende cal'é's bleven
hem trekken om er binnen te gaan, doch
dan was het hem altijd, alsof Margriet
biddend en wachtend de handjes naar
hem uitstrekte, dan ging hij er voorbij
en een nieuw ontwakend gevoel van zelf-
achting beloonde hem daarvoor.
Misschien ware alles zoo gebleven, maar
die scheve blikken, welke zijn bekenden
hem toewierpen, de koele toon, waarop
zij teruggroetten, zonder ook maar eeu
paar woorden in het voorbygaan met den
teruggekeerde te wisselen, tergden den
bovendien zeer driftigen man. Het werd
hem telkens bitter in den mond, als slikte
hij een hoop gal naar binnen.
De bewoners van het plattelandsstadje
en de badplaatsen haatten alles wat het
gezochte zomeroord in miskrediet kou
brengt n. Daarom was Hans hun een
doom in 't oog. Zijn aanwezigheid toch
herinnert steeds aan het pijnlijke, onnp-
geklaarde voorval en zou angstige gemoe
deren kunnen verontrusten. Want wie
zou met een gevoel van zorgelooze zeker
heid eenzame wandelpaden durven be
treden, wanneer hij van zulke dingen
zou hooren en tevens ook, hoe slectit
moet het met de politie wel niet gesteld
zijn, wanneer na een korten tijd zoo'n
vermoedelijke moordenaar weer viy uit
kan gaan
De coneurentie was toch reeds al groot
genoeg. Overal doken nieuwe luchibad-
plaatsen op en de eene plaats zocht de
andere te benadcelen.
Daarom had men liever gezien, dat
zulke verdachte en beruchte personen als
de Bergmulder was, om hals gebracht
werden. Maar daar dit niet te be; eiken
was, daarom z >u tenminste ieder hem op
de meest duidelijke wijze te verstaan
geven, dat ze met hem niets te maken
wilden hebben.
Te huis hielden de onaangenaamheden
met mooder en Eva niet op. Het kwam
dikwijls tot hevige woordenwisselingen
en als iemand schelden en vechten hoor
de, ging hij lachend of wel mismoedig
't hoofd schuddend voorbij, zonder er
binnen te gaan.
Dagelijks kwamen nu weer vreemde
lingen aan. Ook de mooie, dichtbij den
melen gebouwde villa was verhuurd en
werd door een niet meer jonge, doch nog
mooie, als ook ziekelijk en lydend uizien-
de dame betrokken.
Wordt wrwlgd,)