TWEE"3E BLAD De Bergmolen. Een goed werk en een mooi doel! 'n Mooi voorbeeld. Land- en Tuinbouw. ZATERDAG 23 JANUARI 1908. Uit den Raad van Beverwijk. INGEZONDEN. F LUiLLETON, NIEUWE HAARLEftSCHE COURANT Wij gelooven niet, dat er nop lezers zijn vau de N.Haarl. Cuu rant, die niet weten, dut er tt Haarlem eene St Martba-vereeni ging bestaat, en dat die vereeni ging van dames zich de belangen aantrekt van uJiéén staande meisjes en vrouwen te Haarlem. Met dat doel voor oogen is dan ook die vereeniging in bet jaai 19U5 begonnen met bet geven van gelegenheid tot gespaste ontspan ning. Maar als men nu boort, wat er zooal in bet tweede jaarverslag Wordt medegedeeld, dan is daar al heel wat bijgekomen I In liet atgeloupen jaar is name lijk de vereeniging verhuisd van de Ruamvest naar .Donkere öpaarne No. 22. De reden daarvan was, dat plaats gebrek zich boe langer zoo meer deed gevoelen. Men bad daar voor 1(jd van nood een bed met toe- behooren aangeschaft, dat, als iemand moest iogeeren, 's avonds Werd opgeslagen en 's ochtends weder Werd opgeruimd, 't Is daar zelfs bij die kleine behuizing vau twee kamers wel eens gebeurd, dat aan 3 personeu tegelijk logies moest Worden Verschaft 1 Bovendien meldden rich meer dan eens winkeljuffrouwen aan; maar een afzonderlijke gelegenliei.i was er toen niet, en dergelijke meisjes moesten toen ongetroost Worden weggezonden. Na de verhuizing is die gelegen heid er wèl. Voor winkel- en kin- deijuffrouwen kan een geheel afzonderlijke jgelegeuheid tot Ontspanning worden ingericht. Hoe jammer, dat tot nu toe niemand van de aangeboden gelegenheid gebruik maakt 1 Zou de oorzaak daarvan zijn misschien, dat de betrokken personen bet te weinig Weten? Och lezer, vertel gij het dan aan dergelijke personen onder Uwe kennissen, iioe meer menschen bet licoren des te beter De gelegenheid voor logies is nu na de grootere behuizing ook veel beter ingericht, eu de moeiten daar aan besteed zijn niet vruchteloos geweest. In bet afgeloopen jair, Waarin de vereenig.ug nog slechts 8 maanden haar nieuwe woning gebiuikt, beeit zij 33 personen 333 dagen geherbergd; 4 maai is enkel nachtverblijf verstrekt. Tweemalen alle weken komen de gewone leden, (dienstboden, die geen thuis hebben) bijten. 'I hans zijn er 27 leden. Dat aantal is in groote mate aan rijzing en daling onderhevig; 't is ai eens in de dertig geweest. Dit jaar alleen werden 31 nieuwe ledeu geboekt. In het geheel vesiigdeu zich dit jaar 146 R.K. dienstboden te Haarlem. Als wij dus bier van ons redactie- bureau de nuchtere cijfers aanzien, dan besluiten wij, dal ondanks de moeite die de dames welkende leden zie i geven om ieder inei>je, dat binnen Haarlem komt, bekend te maken met bet beslaan der St. Martha-Vereeniging, betrekkelijk Weinigen van die kostelijke gelegen heid gebruik maken. Toch hebben zij redenen in overvloed om den moed niet te verliezen. Lie geest, die er beevsclit, is, naar wjj boeren opgewekt. Zij hebben toch ook het troostend bewustzijn, dat zij een beduidend aaDtal goede meisjes goed eu braaf gehouden hebben, door ben van de straat af te houden. Zij voelen, dat de Roomsche Haarlemmers niet onverschillig zijn voor de belangen der St. Martha- vereeniging, dat gevoelen zij, omdat le telkens zich herhalende klachten „tekorten" tot nu toe ook even iiiiwijls verdwenen zijn; reden genoeg om te vertrouwen, dat het Roomsche Haarlem de St. Martha- vereeuiging nog niet zal laten ver- dwijnen door gebrek aan financiën. Maar wij begrijpen ook, dat de dames welkende leden ten minste zedelijken steun verwachten van die ouders, die buiten Haarlem wonen en hun kinderen bierheen in be trekking sturen of 1 en laten gaan. Die vaders en moeders mogen wel eens raad vragen bij hun eigen parochiegeestelijken, eerst alles nog wel eens goed overdenken, en als er dan besloten wordt, dat bun dochter te Haarlem in be trekking zal gaan, laat zij dan eerst eerst eens bij de St. Martha-ver- eeniging inlichtingen vragen, de concierge die in het gebouw woont, onkere Spaarne 22 zal wel zorgen, dat die vraag in goede handen komt. Maar dan ligt bet ook voor de hand, dat zulke ouders van hun kinderen eischen, dat zij lid der St. Martha-vereenigmg wor den. Dan zijn zij ten minste, als zij goed van wil zijn voor de besmetting van het straatvuil beveiligd I Zoo zal dunkt ons het aanlal gewone leden der St. Martba-ver- teniging nog wel heel veel grooter worden ookl De droeve histoire contemporaine van Frankrijk en de aanvallen, waaraan de Kerk in dat laDd bloot staat, zijn en bèèl terecht, herhaaldelijk aangehaald, als voor beelden van de droeve gevolgen, die geloofsverzwakking en innerlijke verdeeldheid na sich sleepen. Waar sprekers, redenaars of schrijvers in den laatsten tijd de Katholic ken van ons land tot daadkrachtiger geloofsijver en eenheid willen aan sporen, kwam byna traditioneel de waarschuwing: „Ziet naar 't volk van Frankrijk". Een mooi voorbeeld, door dat zelfde Fransche Volk gegeven, ver dient dus zeker vermelding. In het begin van de vorige week gaf de Croix een artikel van haar directeur Féron Vrau, den energie ken industrieel uit het Noorden, die toen de paters Assomptionnhten uit het „maison de la bonne Presse" verdreven werden, de leiding ervan op zich genomen bad eu de vele nuttige uitgaven van de „bonne Presse" tot hoogen bloei wist te brengen. Er deden zich weer moeilijkheden voor, als „familie aangelegenheden" vertelde de directeur ze aau den grooten familiekring van de „Croix". De gebouwen van de „bonne Presse" waren indertijd belast met twee bypotbtken van ruim l!/2 millioen francs. Daar de vervaltij van die hypotheken nu gekomen was, eischen de hypotheekhouders hun geld weer terug. Men zou dus moeten overgaan tot het verkoopen van het „maison"... tenzij de Fransche Katholieken een kloeke daad van overtuiging wilden stellen en hun pers steunen. Op dien steun deed de heer Féron Vrau eeu beroep. Hij stelde voor een „Société immobilière" te vor men, om hetzij de oude hypotheken af te doen of een nieuw „maison" te beginnen. Er zouden aandeeleD uitgegeven worden van 100 francs, da laatste taks, die de Fransche wet toestaat tot een gezamenlijk bedrag van.twee millioen francs. Zelf gaf de directeur het voorbeeld door te teekenen voer vijfhonderd duizend francs. Hoe heeft het katholieke Fran sche volk dien oproep beantwoord? Zaterdagavond, dus slechts enkele dagen later, was er reeds ingetee- kend voor een bedrag van 1 026.S00 fr.. en de inschrijvingen waren nog zoo talrijk, dat slechts het totaal ervan vermeld zou kun nen worden. Dadelijk na het open stellen der inschrijving teekend6n twee bis-c'toppen in vooreen bedrag, dat naar zij in een hartelijk briefje er bij schreven, niet grooter wezen kon door de moeilijke financieele omstandigheden waarin zij verkeer den. Een oud-gediende van '70 zond zijn laatste geld: „tot den laatsten man toe, directeur" schreef hij er bij.... Binnen veertien dagen hoopt de directeur dan ook de twee mil lioen ruim volteekend te zien. Zoo weet het volk van Frankrijk het goede werk van de Roomsche pers op waarde te schatten I (Msb.) In de raadsvergadering van Bever wijk, die gisterenmorgen 10 uur ge houden werd, waren afwezig de heeren Waterschoot van der Gracht en van der Werf. Door den Voorzitter werd mede deel ing gedaan van tal van ingekomen stukken. Het adres over de Velser Pont is naar de Tweede Kamer verzonden. We hebben het reeds vroeger mee gedeeld in ons blad. Ook werden meegedeeld de ver schillende uitslagen der gehouden aanbestedingen, welke wij alle ook reeds onzen lezers vroeger meedeelden. De ver. „Tuinderswelvaren" had een adres ingezonden, waarin verzocht werd de voorwaarden van 't haven geld te wijzigen, de haven te verbe ren, enz. Maar dit adres was zoo onduidelijk, dat het voor kennisgeving werd aan genomen. Hierna werd* 't stembureau gefor meerd voor de verkiezing van leden voor de Kamer van Arbeid. In dit bureau werden benoemd da heerc,. Veldhuyzen van Zanten (voorzitter) Braun en Langer.dijk. Voor de betrekking van haven meester tevens marktmeester hadden zich 47 sollicitanten aangemeld, ter wijl er zich te elfder ure nog een had voorgedaan. Er waren er dus 47 en 1. Benoemd werd de heer J. v. d. Werf met 6 stemmen, de heer J. Vessies verkreeg er 3. De heer v, d. Werf is raadslid en zal dus door deze benoeming moeteD aftreden als zoodanig. De Voorzitter wees er op, dat bij sollicitaties niet veel eerbied voor den Raad aan den dug wordt gelegd. Er is er b.v. een bij, die heel in 't kort solliciteerde op een carte de correspondrnce. Nu kwam de plaats voor de nieuwe school van M. U. L. O. weer aan de orde. Grond was weer aangeboden door de heeren G. Nijen, S. Rumpig en Kooymans. De Engelsch-Hollandsche Kweekerij Maatschappij had in een nader schrij ven de bezwaren ondervangen, die in de vorige vergadering gerezen waren tegen 't terrein oud-Akerendam. Na de breedvoerige uiteenzetting door den Voo r z i 11 e r gingen de ton gen los. Allereerst de heer Breu kelaar, die vond, dat 't voorstel van B. en W. in de vorige vergadering gewijzigd is met 't oog op de kosten berekening der wegen. Neen, zei de Voorzitter, de wegenaanleg is een tweede aangelegenheid. Wijzigen B. en W. hun voorstel, dan beloofde de heer Breukelaarte zullen stemmen voor 't terrein op oud-Akerendam. Uit de verdere discussie bleek, dat 't plan is van B. en W.dat de stratenaanleg door de gemeente zal geschieden met ver goeding der maatschappij. Door den heer Poel werd in overweging ge geven slechts zooveel terrein te koo- pen als strikt noodig is. Vroeger was "JU30 M2 voldoende, nu 3250 M2. Dit komt zei de Voorzitter door een aan te leggen speelplaats en door e.v. uitbreiding. De maatschappij laat den Raad vrij in het bepalen der grootte van het aan te koopen terrein. Door den Heer Zwager werd geconsta teerd, datdoorde concessies der maat schappij de zuinigheidsbezwaren ver vallen. Ten slotte de vraag: Mag de heer v. Zanten als belanghebbende mee stemmen? Bevoegd ben ik beslist, zei de heer V. v. Zanten, maar ik zal mij onthouden uit een gevoel van kieschheid. Het voorstel van B. en W. werd hierna aangenomen met 6 st. voor, 2 tegen en 1 onthouding, zoodat de school op onder Akerendam zal ver rijzen. Het verder verloop dezer school kwestie zal in volgende vergaderingen worden behandeld. Den Raad werden vervolgens aan geboden voorstellen tot verbetering van de haven en de uitvoering van eenige openbare werken. Deze zullen in een volgende verga dering behandeld worden. De Raad ging daarna over in be sloten zitting voor belasting reclames. Terwijl de heer Nooten en 27 anderen een adres hadden ingezonden, waarin verzocht werd in 't belang der veilig heid hunner kinderen niet de school te stichten op Oud-Merenstein. De Voorzitter ondersteunde met kracht 't adres der ouders en drong er op aan 't terrein op Oud-Akerendam aan te koopen, was van de behartiging van alle mogelijke particuliere be langetjes, doch all en gedreven door 't gemeentebelang. Ook 't terrein op Oud-Akerendam is betrekkelijk veel goedkooper dan de andere. Bovendien de Maatschappij schenkt f6-50Ü voor den aanleg van wegen, en 't terrein voor den wegenaanleg wordt gratis gegeven. De aanlegkosten voor de gemeente zouden f 1150 bedragen. Het terrein aan de Groene Laan is door zijn ligging niet geschikt. Zoo liet spr. alle aangeboden terreinen de revue passeeren, over 't terrein op Oud-Merenstein is Donderdag geconfe reerd door B. en W. met den Distr. Schoolopziener. Deze vond 't terrein ook allerminst geschikt. Werklieden der Planten. Vele menschen zien de planten zich ontwikkelen, groeien, bloeien en vruch ten geven, zonder zich in het minst er oin te bekommeren hoe het voe- dings- en levensproces onzer gewassen plaats heeft, zij zaaien en maaien zon der zich ooit af te vragen welke or ganen de planten het meest noodig hebben om tot volle ontwikkeling te komen. Het is waar, dat er n g veel niet is opgehelderd in de levensfunc ties der gewassen, maar een opper vlakkige beschouwing en waarneming der natuur leert ons toch reeds, dat er tijd perken zijn van leven en rüst. En het zal wel niemand ontgaan zijn, dat de overblijvende planten in de rustperiode meest alle de bladeren missen. Ook hebben de meeste men schen wellicht opgemerkt, dat planten, welke in de groeiperiode op een of andere wijze hun bladeren verliezen, een kwijnend leven leiden en dikwijls spoedig geheel te gronde gaan. De wortels verpreiden zich in den bodem en zuigen daaruit hetplanten- voedsel op, dat met den mest erin is gebracht. De uiterst fijne wortelhaar tjes van de vezelworteltjes nemen de opgeloste zouten met heel veel water in zich op, en deze oplossing wordt van cel tot cel, langs stengel en tak ken opgevoerd tot in de bladeren. En deze laten het overtollige water ver dampen, en wanneer zij door de koes terende stralen der zon beschenen worden, nemen zij het koolzuur uit de lucht op en verwerken dit met de aangevoerde zouten tot plantenvoedsel, dat bij de teruggaande strooming het gewas doet groeien. Al vindt dit be langrijk en eenigszins geheimzinnig werk in al de bladgroenlioudende dee- len der plsnt plaats, de bladeren zijn en blijven de krachtigste oiganen, die zorgen voor de voeding en ontwikke ling onzer gewassen. Zeker, de wor tel en stengel kunnen moeilijk gemist worden, maar de hoogere planten sterven, als zij de bladeren missen. Het is daarom een dwaasheid bij vele landbouwers, om o.a. bieten, mangel- wortels, rutabaga en andere planten tijdens den groei van de bladeren te ontdoen, daardoor wordt de ontwik keling noodwendig tegengehouden en de boer berokkent zich schade. In plaats van bladeren aan de gewassen te ontnemen, moeten wij er op uit zijn den groei en de ontwikkeling van bladeren zooveel mogelijk te bevorde ren. En daarvoor is noodig een krach tige bemesting. Vooral een rijke stik stofvoeding werkt de ontwikkeling van 't blad in de hand. Wie daarom zijn gewassen van gezonde, frissche en krachtige voedingsorganen wil voor zien, kan een flinke bemesting met Chilisalpeter toepassen. Natuurlijk moet daarmede een voldoende hoeveel heid kali en phosphorzuur gepaard gaan. Voor al de planten, welke ge teeld worden om 't blad en den sten gel zooals gras, maïs, spurrie, knol- groen enz. zijn uiterst dankbaar voor een overbemesting met Chilisalpeter, maar voor alle planten is dez.e mest stof zeer nuttig voor de vorming van groote krachtige, groene bladeren, die de heele plant en dus ook den wor tel stevig, krachtig en gezond maken. De sterkgroeiende gewassen leveren niet alleen een grooteren oogst, maar zij maken ook het weerstandsvermo gen grooter, zoodat deze planten min der vatbaar worden voor ziekten. Wij bedoelen hiermede niet, dat goed groeiende planten geheel en al van ziekten verschoond zullen blijven, maar door haar forscher groei worden zij niet zoo spoedig aangetasten kun nen het beter uithouden dan de zwakke en ziekelijke planten en dat is al veel gewonnen. Het Driekoningen Oratorium te Lisse. Mijnheer de Hoofdredacteur Het ingezonden stuk van G. B. over de uitvoering van het Driekoningen- Oratorium te Lisse lijkt mij zeer on juist. üf de heer G. B. de rechte nian voor dergelijke verslagen is, betwijfel ik zeer. Is hij musicus; is hij bevoegd eiiticiis? Kent hij de regels voor zulk eene opvoering enz. eDZ. Onpleizierig vind ik, dat men zich zoo menigwerf de bevoegdheid geeft tot het schrijven van dergelijke stukken. Niet ieder hoorder, ook niet de met een partituur gewapende, schrijve! Intusschen ga ik voort mijne beste krachten te wijden aan de R. K. Zangvereeniging Lisse. Zij groeie en bloeie 1 Mijn dank aan allen! M. M. R. oprecht dankend teeken ik na beleefden groet, A. H. van den BORGAARD. Muziekdirec leur. 's-Gravenhage, 23 Januari '08. Geachte Hoofdredacteur Gelezen hebbende uwe mededeeling inzake het ongeluk betreffende het door het ijs zakken van twee jongens en in verband daarmêe de redding derzelven, (in a'e courant van Donder dagavond), meen ik dat het noodig is u even beter te moeten inlichten. Eerstens wat betreft, het achter slot en grendel zijn van een dreg kan ik u verzekeren, dat er op het beltterrein twee dreggen op het oogeublik van het ongeluk aanwezig waren, welke niet achter slot en grendel zaten. Dat de agent van politie juist de dreg vroeg die achter slot zat. is zijn schuld. Voorls is voor zoover mij bekend en naar ik persoonlijk heb gezien door genoemde niet één werkdadig aandeel genomen in de redding. Hij stond er heel leuk bij te kijken, terwijl de op zichter nog iemand moest wegzenden om een dokter; zelfs daaraan dacht hij niet. Neen, dank zij het manmoedig ge drag der werklieden der Reiniging zijn beide personen gered mogen wor den. Wat toch is het geval? Op het eerste hulpgeroep schoten eenige werklieden der Reiniging toe, sprongen op een schuit en staken de eerst geredde een vaarboom toe (hierbij was geen agent) en toen mochten de werklieden Vink en Koster het genoe gen smaken deze, Van Tongereu ge naamd te redden welke door Korte- kaas en de Koeger verder verpleegt werd. De andere welke naar de diepte verdwenen was werd met eeD schuit die door het ijs werd gewerkt gered: doordien J. v. Worcurn hem op goea geluk af met een haak onder water vandaan haalde en H. Balk hem van de haak afhaalde en oogenblikkelijk de kunstmatige ademhaling toepaste, hierbij was geen agent te zien deze liep van het kastje naar den muur en is ook later geen oogen blik bezig ge weest hiermee. De voorman-beltwerkër komt als oud-hospitaal soldaat inderdaad een woord van lof toe aan hem in de le plaats en aan v. Worcum heelt F. v. Kempen zijn leven te danken. De toe geschoten opzichter der Reiniging be lastte zich met de leiding en verzor ging der beide geredden. Nadat men ongeveer 40 min. was bezig geweest kwam de dokter ter plaatse, overigens geschiedde gelijk als in uw bericht. Doel van mijn schrijven is dus alleen om een verkeerde voorstelling weg te nemen. Waar men zag hoe die knoes tige en schijnbaar gevoellooze werk lieden hier xnet geestdrift en volhar ding waar het een leven gold alles deden om datzei ve als 't ware terug te roepen; zoo is het een slag in 't aangezicht de hulde te zien toege wezen aan een agent, die niet greep wat voor de hand en bij de hand lag, een schuit met boomen, doch eerst 5 min. ging loopen om een dregzoodat de drenkelingen gered waren toen hij kwam. Ook zij nog opgemerkt, dat toeu de agent bij den opzichter aanschelde ofn de dreg al reeds een werkman die gelijk allen de sleutel van genoemde loods wist te liggen, er al mee weg was, dus dat achter slot en grendel zitten heeft de zaak niets vertraagt. Integendeel is het te betreuren, dat de politie gelijk mij verzekerd werd, toen ik mij er gisteren over beklaagde tegenover een der meerderen, niet eens geoefend wordt in het verleenen van hulp bij ongelukken! Ze leeren gym nastiek, zei die mijnheer, daar hebuen ze meer aan, (hij glimlachte). Moge hierdoor het eere wien eere toekomt gehuldigd worden, ook in uw blad, dat is mijn wensch. X. Burgerlijke Stand. HAARLEMMERMEER. Ondertrouwd: J. Deddens en A. Kuibbe. Getrouwd: J. F. Duuweg en D, van der Vlugt. Bevallen: J. RoubosRiefveld, d. C. Blyerveende Vlieg d. I. H. Kluckvan Saaze z. A. van GelderenBierhaus d. M. van VurenBart z. Overleden: W. van der Velden, 22 mud. (Naar hel Duitscb.) 10). Steen man wou niet aankloppen. Waar dan naar toe? Pleizier zou zijn komst toch niemand d' en, z.io ging hij in de veranda op een bank liggen en trok de meegebrachte kleeren als kussen onder zijn hoofd. Hij was doodmoe en kon zijn oogen niet open honden. Spoedig viel liij in een diepen slaap al was het nachtleger nog zoo onbeholpen en al was de nacht nog zoo koud door den dichten mist, die van 't woud kwam opzetten. Eva was de eerste, die den terugge keerde morgens daar zag liggen en wak ker schudde. „Sta op, vader, en kom binnen!" riep zij. „Hier kunt u toch onmogelijk blijven liggen. Wat zullen de menschen toch denken De strna' loopt 7.00 dicht langs 't tuintje. Ieder, die u ziet, lacht naiuurlijk en maakt er praaijes over." Zuchtend stond hij op, mompelde eenige verwarde woorden eu greep haar hand vast. Eva merkte het nauwelijks. Ongedul dig zei ze„Ga in uw kamer en ga daar uitslapen. Intusschen zeg ik het aan grootmoeder, dat u weer terug bent." Hij volgde haar beneden langs den heuvel, doch ging de keuken binnen, A aar de oude reeds aan den haard stond. „Heere God!" riep Hanne uit, die hout klein stond te maken. „Wat? Wie? Hans? riep de mni- derin uit, terwijl ze meer verschrikt dan verheugd zich tot den binnentredeude wendde. „Ja, moeder, ik ben hel!" „Hoe kom je nu op dezen tijd hier?" „Ik was gisteren avond al hier, ben te voet gekomen en heb vannacht buiten in de veranda geslapen.- „Dat moet er dan wel uitgezien heb ben, of er een vagebond lag. Hoe kun je me toch zoo iets doen?" „Ik heb j llie niet willen storen." „Ge hebt ons toch dikwijls genoeg ge stoord. Ga naar boven. Ik zal je wat eten brengen." Toen Steenman ondanks dit verzoek hij den haard ging zitten, riep nu ook Ev „Ja, vader, zoo onder 't stof kunt u werkelijk niet blijven. „Ik zal u wasch- water en koffie brengen. Het zal het beste zijn, dat gij vandaag, nu het Zondag is, maar boven blijft." „Ta, ja, ik ga jullie al uit den weg," antwoordde hij. Was onze Phylex de hond, nog in leven, dan zou hij mij vrien delijk zijn komen tegen geloopen; maar jullie allemaal zien veel liever, dat ik maar weer dadelyic den molen den rug toe keer." „Daar heb je het weer, nauwelijks ben je weer terug of de ruzie en deontevre denheid beginnen weer, mopperde de oude vrcuw. „Wanneer niemand me een hand geeft, niemand een goed woordt tegen me zegt...." „Kan ik dan nog phzier hebben, na al de ellende, die je over mij en over onze kinderen gebracht hebt? Kijk maar eens naar den molen. Spoedig hangt er geen stuk meer aan elkaar. De brug over de molenbeek zal ook heel gauw in el kaar storlen. Zij kraakt en buigt, zoodat er bijba niemand meer overdurft. En van dat alles ben jij de schuld om te werken heb je je sterke armen maar zelden wil len gebruiken; maar een mensch, die je niets gedaan had, neer te steken, daar waart ge gauw genoeg bij en hem weg te sle> pen en te verbergen, dat hebt je ook wel kunnen doen." „Dat is gelogen! Hoe dikwijls zal ik dat toch nog moeten zeggen? Men zou er gek van kunnen worden! „En dien armen jongen, dien Frans, hebt je ook met je bedieigingen ter dood gebracht. Waar diende dat voor, als er niets te verzwijgen was 1" „Hij moest alleen zijn mond houden over de vechtpartij en de messenstekerij. Ik heb hein bang willen maken, niets meer. Wat mij betreft, had hij rustig kunnen blijven leven. Dat zijn toch alleen maar praatjes, die iemand verkoopt, wan neer ze hem in 't hoofd komen." „Het zal weer wel zijn zooals altijd, maar ga nu naar boven 1 Het is niet noo dig, dat iedereen je dadelijk aan den haard ziet zitten." „Is het misschien te veel schande voor je, moeder?" „Kom, dat ik mij zoo iets Diet tot een eer behoef te rekenen, zult ge zelf wel begrijpen." Steen man ging opstaan. Hij zag er zeer verou lerd uit. De eens zoo krachtige man schreed vermoeid en gebukt de trappen op Zijn haar was tot de slapen vergrijsd. In de kamer ging hij aan de tafel zit ten en verborg zijn gezicht in de handen. Zoo bleef hy minuten lang peizen, stond toen op, gieep n a- zijn pak kleeren en stok en ging naar de deur. Miiar t en riep plotseling een helder klinkende kinderstem: „Vader! Vader! en twee zachte armen werden om hem heen geslagen. Margriet stond daar in een kort rokje, haar kleine voetjes staken in kapotte pantoffels en haar krullend haar hing om haar smal gezichtje. Ze was zekei zoo juist uit haar bedje gesprongen. Kinderlijk bleef ze aan zijn hals hangen, ze schreide van vreugde en het klonk als vogelengekweel. Hij had nu stok en kleeren weggeworpen, was op den rand van het bed gaan zit en en drukte den frisschen rooden kindermond op zijn ver welkte kleurlooze lippen. „Zoo ben jij blij, dat ik weer hier ben?" stamelde hij eindelijk. „Ik ben zoo blij, vader. Of ik blij ben I U gaat toch niet meer weg?" „Als gij wilt, dat ik hier blijf, dan niet." „Zeker wil ik dat! Zeker 1" „Nu, dan krijgt mij niemand weer weg." En nu kwam dat heerlijke gevoel, weer thuis te zijn, voor hem. Toen Margriet naar buiten liep om, zoooals eiken morgen, hare bescherme lingen in den hof eten te geven, maakte de vader zijn voorhoofd nat met het door Eva gehaalde, frissche, klare pompwater, opende 't venster en snoof de geurige dennenlucht met dorstige trekken op. Dat is nieuwe levenslust en nieuwe levens kracht in ademen en het dompige gevoel in de slapen verdween. De oude Hanne hracht de koffie. Mom pelend: „Eetsmakelijk!" zette zy 't thee blad klaar en ging weer weg. Misnoegd schoof Steenman op zeide, wat men hem zoo onvriendelijk aanbood. Daar huppelde Margriet binnen, beide handen vol dennentakjes en in 't wild bloeiende lentebloemen. „Maar nu zal het feest bij u worden," riep ze en nam twee oude vazen van de kast. En toen de onopgesmukte ru kers op de tafel stonden, schonk zij de koffie in den grooten gebloemden tas en smeer de boter op 't roggebrood. „Als het mij smaakt, moet jij meeëten," zei Hans. Zij knikte, liep beneden naar de keu ken, nam een tas uit de kast en liep et- weer mee Daar boven, vergenoegd lachend en alles gauw gereedzettend. „Om harentwille wil ik een beter, werk zamer, een heel ander man worden 1" dat nam Steenman zich voor en het was hem heilige ernst met dit voörngmen. Hij begon te werken. Dadelijk den an deren morgen vroeg begon hy den koe stal en de brug in orde te maken. Hij ging ook op 't veld harken en wieden en dronk geen droppel jenever meer. Zeker de aan den weg liggende cal'é's bleven hem trekken om er binnen te gaan, doch dan was het hem altijd, alsof Margriet biddend en wachtend de handjes naar hem uitstrekte, dan ging hij er voorbij en een nieuw ontwakend gevoel van zelf- achting beloonde hem daarvoor. Misschien ware alles zoo gebleven, maar die scheve blikken, welke zijn bekenden hem toewierpen, de koele toon, waarop zij teruggroetten, zonder ook maar eeu paar woorden in het voorbygaan met den teruggekeerde te wisselen, tergden den bovendien zeer driftigen man. Het werd hem telkens bitter in den mond, als slikte hij een hoop gal naar binnen. De bewoners van het plattelandsstadje en de badplaatsen haatten alles wat het gezochte zomeroord in miskrediet kou brengt n. Daarom was Hans hun een doom in 't oog. Zijn aanwezigheid toch herinnert steeds aan het pijnlijke, onnp- geklaarde voorval en zou angstige gemoe deren kunnen verontrusten. Want wie zou met een gevoel van zorgelooze zeker heid eenzame wandelpaden durven be treden, wanneer hij van zulke dingen zou hooren en tevens ook, hoe slectit moet het met de politie wel niet gesteld zijn, wanneer na een korten tijd zoo'n vermoedelijke moordenaar weer viy uit kan gaan De coneurentie was toch reeds al groot genoeg. Overal doken nieuwe luchibad- plaatsen op en de eene plaats zocht de andere te benadcelen. Daarom had men liever gezien, dat zulke verdachte en beruchte personen als de Bergmulder was, om hals gebracht werden. Maar daar dit niet te be; eiken was, daarom z >u tenminste ieder hem op de meest duidelijke wijze te verstaan geven, dat ze met hem niets te maken wilden hebben. Te huis hielden de onaangenaamheden met mooder en Eva niet op. Het kwam dikwijls tot hevige woordenwisselingen en als iemand schelden en vechten hoor de, ging hij lachend of wel mismoedig 't hoofd schuddend voorbij, zonder er binnen te gaan. Dagelijks kwamen nu weer vreemde lingen aan. Ook de mooie, dichtbij den melen gebouwde villa was verhuurd en werd door een niet meer jonge, doch nog mooie, als ook ziekelijk en lydend uizien- de dame betrokken. Wordt wrwlgd,)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 5