DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
De Bergmolen.
Haagsche Brieuen.
8Cindei*huisvest 3l-33y Haarlem
BUITENLAND.
Telegrammen.
BINNENLAND.
maandag 17 februari 1908.
328te Jaargang. No. 6814.
Bureaux van Redactie en Administratie:
lntes*c. Telefoonnummer 1426.
Arm Frankrijk.
XI.
Wat zullen dat pikante debatten
worden met de heeren Heemskerk
en Kolkman aan de RegeeriDgstafel
Zeker, de heer Talma kan ook zijn
woord best doen, maar geestigheden
heb ik uit zijn mond nooit verno
men, evenmin als van de overige
nieuwe bewindslieden voor zoover
ik hen wel eens gehoord heb
minister Wentholt uitgezonderd,
wiens goedronde zeemanstaal van
zelf in luimige stemming brengt.
De ministers [van Binnenlandsche
zaken en Financiën evenwel kunnen
nooit nalaten, een bon mot te
plaatsen waar zij maar even daartoe
kans zien. De heele Kamer vlaste
daar al op als zij 't woord voerden
wat betrekkelijk zeldzaam ge
beurde. Geen van beiden behoorden
zij tot de veelpraters.
Alleen bij groote debatten traden
zij op den voorgrond, maar dan be-
heerschten zij ook meest de situatie
de heer Heemskerk met breede
betoogen, wemelend van bijzonder
heden, de heer Kolkman met korte
speeches waarin hij met sobere
trekken de hoofdlijnen der discussie
volgde en met een snijdend woord
wist weer te geven wat op aller
lippen zweefde, zonder dat men het
evenwel onder woorden wist te
brengen.
Laat ik er b.v. eens aan herinne
ren, hoe hij de valsche positie,
waarin minister KrausVzich stelde
met zijn reis naar Chili, handig
samenvatte in dezen uitval, dat
men aan „Waterstaat" wel pen bordje
mocht hangen: „Voor Chili twee
maal bellen."
En wat wist hij sarcastisch den
verdwenen minister Cohen Stuart
te kenschetsen toen hij dezen noemde
„een goeien, meegaanden man."
Heel de Kamer proeste het toen
uit! In zijn volle kracht was echter
de heer Kolkman eerst dan, als hij
de beginselen waarvoor hij streed,
zag aangerand.
Dan goot hij de volle mate zijner
verontwaardiging uit, niet sparend
den tegenstander, dien hij in zijn
zwak wist aan te tasten.
De kleine gestalte met het wel
verzorgde haar trok dan de alge-
meene aandacht tot zich en de aan
gevallene zocht zorgvuldig naar
argumenten van verweer om er zoo
goed mogelijk af te komen.
Den heer Heemskerk heb ik
nooit in toorn zien ontbranden.
Het zou hem zelfs niet goed afgaan,
dunkt me. Met een gloedvolle pe
roratie besluit hij zijn redevoeringen
nooit, zoodat ze meest eindigen
voor men er op verdacht is. Maar
ook hij wist de overzijde steeds
geducht te prikkelen, zoodat de
beste krachten tegenover hem in
't veld kwamen.
Eu nu staan die twee achter de
groene tafel, vervangend den stijven,
vormelijken Rink, die slechts bij
vergissing aardig was, en den plech-
tig-doonden De Meester, die zich
placht op te winden zonder ooit
recht warm te kunnen worden.
Met hen namen de debatten nooit
een hooge vlucht; de heer De Mees
ter was zelfs by politieke debatten
zelden in zijn element. Zeker, de
Kamer is er niet in de eerste plaats om
te discussiëeren, maar als er gepraat
wordt en dat geschiedt soms!
dan heb ik toch liever minis
ters, die flink van den tongriem zijn
gesneden. Dat houdt leven in de
brouwerij.
Hoe de heeren Nelissen, Van
Swinderen en Sabron het er zullen
afbrengen, kan ik zelfs in de verste
verte niet vermoeden, want dat zijn
nieuwe mannen. Wel schijnt de
heer Van Swinderen ^liet tegendeel
te zullen zijn van zijn voorganger
in 't buitenlandsch beheer.
Was de heer van Tets een en
al onbeholpen langzaamheid, zijn
opvolger moet een kwieke persoon
lijkheid wezen, niet karig met
woorden en gebaren. Nu, zoo'n
verandering mag ik wel, vooral
indien vlug spreken geen verspre
ken is, want dat komt bij een
diplomaat allesbehalve te pas.
De heer Idenburg is mede een
oude kennis, terwijl de heer Bevers
een handig debater is als weinigen.
Dat heeft hij jaren lang bewezen
in den Haagschen Gemeenteraad,
waar hy als wethouder van
openbare werken nog al met
oppositie te kampen had, maar hij
wist alle aanvallers flink af te slaan.
Als hij zeide„Nu begrijp ik er
niets meer van, meneer de voor
zitter, heelemaal niet," wees er
verzekerd van, dat hij dan precies
wist waar nu de schoen wrong.
Hij had dan zijn tegenstander
tusschen vinger en duim.
Hij zal Waterstaat wel in toom
houden, want in de honderderlei
zaken, waarmede zijn wethouders
schap hem te maken gaf, voelde
hij zich ook bijzonder thuis, en zoo
hebben we dan wèl een goed stel
ministers bijeen, terwijl de heer
Heemskerk een bijzondere pluim
verdient voor het aanstellen der
heeren Sabron en Wentholt.
Dat vindt de een of ander mis
schien vreemd, doch laat ik het
eens uitleggen. Hoe vaak is er al
niet door de verschillende partijen
over geklaagd, dat het toch zoo
jammer is voor de continuïteit bij
Oorlog en Marine, dat telkens ook
daar de ministers moesten aftreden
als de politieke omstandigheden
hun ambtgenooten tot heengaan
drongen. De landsverdediging had
immers heelemaal met de po'itiek
niets te maken
Maar hoe vaak deze waarheid
ook verkondigd werd, verandering
kwam er niet in de zaak
steeds gingen pantserschepen en
kanonneD, torpedo's en vestingen
mee in den politieken maalstroom,
tot groote schade vaak voor d#
plannen, met welker uitvoering juist
was begonnen en waarin de nieuwe
minister meestentijds weer veran
dering bracht.
De heer Heemskerk stelde nu
opeens het goede voorbeeld. Den
heer Van Bappard kon hij niet
houden, want deze was juist de
oorzaak van de kabinetsverwisseling,
maar den heer Wentholt behield
hij, zoodat ten minste in 't Voor
hout niet opnieuw andere plannen
word<n uitgebroed.
Het „met één ruk" buiten de
politiek plaatsen der landsverdedi
ging is een goede daad, welke regel
moge worden, wat ook in 't belang
ware van 's lands financien, want
dat telkens veranderen van systeem
is een dure grap
Politicus.
Algemeen Overzicht.
Men zal zich herinneren, hoe de
heer Boissevain van het Amsterdam-
sche „Handelsblad" tegen Dr. Kuy-
perzijn aartsvijandtekeer ging,
toen deze betoogd had dat ook van
Protestantsche standpunt de
Fransche scheidingswet en Bri-
and's verdere vervolgingsmaatrege
len tegen de Katholieken moeten
worden afgekeurd.
De heer Boissevain ontzag zich
niet, Dr. Kuyper voor een onrecht
zinnig protestant uit te maken, en
de heele liberale pers zong dat liedje
na.
We zouden nu het gezicht van
dienzelfden heer Boissevain wel eens
willen gezien hebben, toen hij las
dat.de Fransche Protestanten
nu hunnerzijds een welsprekend
protest hebben gericht tot den
Fransche Senaat in zake de kerk-
vervolgingswetten
Wat dat is zoo!
De afschuwelijke wet-Briand, die
de beginselen van staatsrecht en
eigendom aantast en die eenvoudig
de kerkelijke goederen en fundaties
maar onteigent, is door de liberale
eD anticlericale pers, ook hier te
lande, steeds goed-gepraat. In het
„stelsel" kon Briand niet anders
doen dan dat, zoo hebben de liberale
krantenschrijvers steeds beweerd.
Alsof 't onrecht dat men stelselma
tig indeelt, daarom geen onrecht
meer wezen zou
De Protestantsche adressanten
zetten in hun geschrift aan den
Senaat de puntjes wèl op de i!
Na gewezen te hebben op het
monsterachtige onrechtdat de Kamei
heeft bedreven door in strijd met
de beginselen welke het staatsrecht
beheerschen, aan de door haar aan
genomen bepalingen terugwerkende
kracht toe te kennen en alzoo meer
dan 200 rechtbanken (die reeds in
deze aangelegenheid uitspraak had
den gedaan of nog stonden te doen)
hare bevoegdheid te ontnemen,
zeggen zij
„Nakomelingen dergenen die
wegens hun godsdienst beroofd,
vervolgd en uitgebannen werden,
koesteren wij een onverwinnelijk
afgrijzen van al wat de vrijheid van
eeredienst en den persoonlijken
eigendom aanrandt; en zonder eenige
staatspartij van dienst te willen zijn,
zonder als oppositie op te treden,
komen wij in naam van recht en
gerechtigheid den Senaat eerbiedig-
lijk verzoeken, alle burgers, tot
welke godsdienst zij ook behooren
onder den waarborg en de beveili
ging te stellen van het gemeene
recht.
We zijn benieuwd te hooren, hoe
onze liberale pers nu dit warm
pleidooi van Protestanten voor het
goed recht der Katholieken zal op
nemen!
Hoogstwaarschijnlijk zwijgt ze
het dood!
Welja! Dat is immers dezelfde
taktiek die door de Fransche vrij
metselaars wordt gevolgddoodzwij
gen! Want men kan erop rekenen
dat dit schandelijke wetsontwerp
door den Franschen Senaat even
volgzaam zal worden aangenomen
als door de Kamer is geschied en
dat men dit Protestantsche protest
even onverschillig zal voorbijgaan
als al de welsprekende en vurige
protesten, door de Katholieken tegen
dit schandelijk onrecht uitgespro
ken
Een eigenaardige spanning is
hangende tusschen Oostenrijk
en Rusland. De Balkan en de
Macedonische kwestie zijn er de
oorzaak van. Men weet dat het
zwaartepunt van alle Oostenrijksche
politiek steeds ligt in den Balkan,
waar zijn invloed voortdurend wordt
uitgebreid en versterkt. Oostenrijk
nu heeft een plan gevormd tot spoor
wegaanleg maar Rusland, dat even
eens groote belangen heeft in den
Balkan, toonde zich zeer gefroisseerd
daarover, en heeft een handige zet
daartegenover geplaatst.
Uit St. Petersburg wordt ten
minste bericht, dat de regeering
daar, om het overwicht, dat Oosten
rijk door de uitvoering van zijn
plannen krijgen zou, te neutrali
seeren, ook van zijn kant een
concessie zou vragen voor een
spoorweg, loopende van den Donau
naar de Adriatische zee via Nisch
of Nowibazar.
De aanleg van deze lijn was reeds
een langgekoesterde wensch van de
Russische politici, heet het nu.
Van Oostenrijksche zijde kan men
niet veel anders doen dan gewillig
zich bij dit plan neerleggen.
En dit schijnt dan ook te gebeuren.
Uit Weenen wordt nl. gemeld, dat
in politiek kringen de meening de
overhand heeft, dat het Russisch
ontwerp slechts met sympathie,
in officieele kringen weet men zoo
mooi „beau mine mauvais jeu"
te maken, begroet zal worden.
Men zal er een nieuw middel in
zien om tot oeconomische ontwik
keling van de Balkanstaten, waarbij
Oostenrijk-Hongarije belang heeft,
te geraken.
Niet-officieuze berichten zijn ech
ter veel minder vriendelijk doch.
méér oprechtZoodat de betrekkin
gen tusschen Rusland en Oosten
rijk nu juist niet van de hartelijk
ste zijn!
Er loopen in Duitschland
sedert de malle blok-politiekvoort
durend geruchten van een aftreden
van von Bülow.
De liberale pers wil dien kant
uit en dat het gevaar voor Bülow
niet zoo geiing is, is hieruit te
zien, dat de officieuze pers alle
mogelijke moeite doet om dïm te
toonen, dat met een anderen rijks
kanselier het liberaal-conservatieve
blok uiteen zou springen endat
het zwarte spook dan weer te voor
schijn zou kimen!
Uit Zuid-Afrika wordt gemeld
van eenvreeselijke ramp: tengevolge
van een ontploffing in de kolenmijn
te Glencoe (uit den Boerenoorlog
welbekend) zijn 12 Europeanen en
60 inboorlingen gedood.
De pogingen tot redding werden
opgegeven toen het bleek, dat elke
poging om de mijn binnen te gaan,
gelijk zou staan met een oogenblik-
kelijken dood. De meeste slachtof
fers vonden den dood bij hun held
haftige pogingen om hun kameraden
te redden.
De wetgevende vergadering van
de O^a nadeesche provincie
Britsch-Columbië heeft een wet op
de immigratie, aangenomen, krach
tens welke van eiken landverhui
zer geëischt wordt, dat hij in een
Europeesche taal kan lezen en
schrij ven.
De groote meerderheid der Azia
ten zou daarmede worden geweerd
De Canadeesche regeering heeft
echter besloten, haar veto uit te
breken over lien wetgevenden maat
regel, welke de Engelsche gouver
neur van Britsch-Columbië al heeft
bekrachtigd.
De Canadeesche regeering heeft
haar besluit aan de Japansche re
geering medegedeeld, erbij voegende
dat Canada de bij tractaat verwor
ven rechten van de Japanners in
Canada zou beschermen.
Dat kan nog wat geven
Nieuwtjes in drie regels.
SEVILLA, 16 Febr. Koning
Alfonso en de minister van Oorlog
hebben geconfereerd over de ge
beurtenissen in Maiokko. Besloten
werd naar Marokko een tweede
jager-brigade te zenden. Het eerste
bataljon zal van Algeciras vertrek
ken het tweede zal heden te Sevilia
scheep gaan.
St. PETERSBURG, 16 Febr.
Het verzoek om ontslag van den
gouverneur-generaal van Finland,
Gerhard, is toegestaan. Tot opvolger
is benoemd de commandant van
het 22e legerkorps, de generaal
der cavallerie Bekmann.
De Cullinan-diamant.
Amsterdamsclie bladen deelen
weer wat mede over d6n beroemden
12 millioen guldens-diamant. De
heer Jos. Asscher heeft verleden
week den diamant „gekloofd."
Na landurige bestudeering en lang
en rijp beraad met de aan de zaak
verbonden deskundigen, werd de
eerste insnijding, technisch genaamd
„kerf", in den „Cullinan" gemaakt,
en toen kwam het woord aan den
kloovershamer. Dat was een span
nend moment, dat aan de klooving
van den steen vooraf ging. Zou het
gelukken?
Men moet namelijk weten, dat
ernstige ongelukken bij zoo'n poging
tot klooven van een steen niet zijn
uitgesloten. In plaats, dat de kloover
er het eene, gewenschte stuk afslaat,
vliegt de steen soms in meerdere
stukken, ten spijt aan alle berekenin
gen. Dit kan ook aan de grondstof
liggen of aan het feit, dat de diamant
niet oordeelkundig, niet goed op
den draad is ingekerfd. Men kan
zich denken, nu het een eere-zaak
en een stuk van millioenen gold,
welk een emotie die eerste hamerslag
op den „Cullinan" opriep.
Het stalen mes werd op de
„kerf" van den „Cullinan" gezet.
Hoog op tilde de kloover-juwelier
zijn ijzeren hamer, In spanning
stonden de andere firmanten e
vertrouwden om den grooten kloo*
versbak! 'n Pittige slag! De „Culli
nan" was gekloofd, lag in twee
gedeelten en de klooving[bleek| met
rcUii-LÈtl UN.
ffiHE IUARLEMSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Haarlem fl.85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummers
1.8C
0.05
PRIJS DER ADVEETENTIËN:
Van 16 regelsfO.öO (contant)f 0.5Ü
Elke regel meer.0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant,
Naast Viviani, die de lichten des
hemels wil uitdoven, houdt Frankrijk
er tegenwoordig een Minister op na,
die in de practijk en openlijk de „vrije
liefde" beoefent.
't Is Briand, de befaamde kerk-
vervolger
En dat niet alleen, doch Briand wil
ook het land de „zegeningen" van zijn
stelsel deelachtig maken
Met andere woorden de Pransche
regeering denkt er over, het vrije
huwelijk in te voeren, ofwel: de
echtscheiding bij geval dat één der
gehuwden die wil, mogelijk te maken.
De duur van een dienstverbintenis
hangt van den wil van een der con-
tracteerende partijen al af, zoo bere
deneert deze minister, waarom zou
't dan rpet het huwelijk anders moeten
En hu voert men in Frankrijk een
campagne voor de algeheele invoering
der echtscheiding
Nadat de godsdienst is neergeslagen
en vervolgd, en men helaas dik
wijls met goed gevolg! gepoogd
heeft het volk zijn godsdienst geheel
te ontnemen, breekt men de wetten
van zedeleer en moraal, van 't maat-
bestaan en de natuurlijke
orde. Logische opeenvolging!
Wee het land dat zóó diep zinkt!
En wee de bevolking van zulk een
land, waar het lot van vrouwen en
kinderen aan de lusten van zedelooze
wettenmakers wordt overgeleverd en
alle grondslagen der maatschappelijke
samenleving (om niet te spreken aog
van godsdienst en Kerk) door de
regeerders worden omvergehaald
Arm Frankrijk, in waarheid!
Minister Campbell Bannerman is
weer ziek. 't Wordt sukkelen met
Engeland's premier.
Koning Manuel's armwond is nu
geheel genezen. Hij is nu volkomen
gezond.
Berichten uit Spanje spreken van
een mislukten bomaanslag op koning
Alfons. Echter niet veel bijzonders.
Moelai Hafid heeft de tusschen-
komst der mogendheden tegen Frank-
rijk's militaire actie ingeroepen.
(Naar het Duitsch.)
28)
Het bloed steeg hem tot onder het
dichte, verward over 't voorhoofd val
lende haar, Hij begreep Margriet» vraag
heel goed. In D. woonde immers
Eva en nu had hij de gelegenheid gehad,
een boodschapper of voorspreekster naar
haar te zenden. Maar waarvoor? Om op
nieuw ontmoedigd en teruggestooten te
Worden Zou hij misschien bedelend
Voor de deur der zoo snel omhoog ge-
stegene staan en zich weer geringschat
tend laten afwijzen?
„O, neen. Ge bent zeer lief en vriende
lijk, Margriet, maar ik zou werkelijk niet
Weten, welke boodschap ik u zou moeten
geven," antwoordde hij, zonder haar aan
te zien, want de blik dier onschuldige
°ogcn scheen in de verborgenste diepte
des harten te kunnen doordringen.
„Goeden nacht en goede reis! Ik zal
turen tot je terugkomt. Ge zult dan mis
schien wel veel kunnen vertellen. Hier
een men zoo wat heelemaal van de bui
tenwereld afgesloten."
„Ja, misschien heb ik je wel iets te
vertellen," antwoordde ze zacht en vluch
tiger „slaap wel, WalterJe belofte neem
ik mee."
„Ben je niet boos meer op mij
Hij trad neens plotseling naar haar
toe en greep haar beide handen. „Ge
hebt zoo trouw gewacht en ik heb je zoo
ruw ontvangen. Dat was verkeerd, dat
was brutaal van mij. Ik vraag je om
excuus, kind."
„Dat is niet noodig," zei ze, een half
verlegen half ongeduldige beweging ma
kende. Ik neem zelden en zeker u niets
kwalijk. Wat ik wil, dat is alleen u en
al de mijnen gelukkig te zien, en kon ik
daartoe iets bijdragen, dan doe ik dat
van harte gaarne 1
Toen ze weggegaan was, ging Walter
in de slaapkamer, die aan zijn atelier
grensde, wierp zich op zijn bed, sliep
evenwel eerst tegen den morgen in en
ontwaakte op een tamelijk laat uur.
Margriet had de vesterij zeer vroeg ver-
verlaten om 't posthuis te wandelen. Zij
hield er van over de schitterende, licht
onder haar voeten krakende sneeuw te
loopen en de zuivere koude winterlucht
langs haar voorhoofd te voelen strijken.
Suzanne reeds reisvaardig wachtte reeds
De postmeester gaf de meisjes nog eenige
wenken en waarschuwingen mee voor
onderweg. Margriet beloofde ze prompt
te zullen opvolgen en spoedig zaten de
vriendinnen in de trein. In Daan
gekomen, begaven zij zich dadelijk naai
den beroemden dokter, hoorde evenwel,
dat hij bij een verre, vorstelijke patient
was geroepen en eerst den volgenden dag
te spreken zou zijn.
„God, hoe vervelend is dat," riep Suze.
„Wat zullen we nu in dien tijd uitvoe
ren? En ik heb van de lange reis
zulke hevige hoofdpijn gekregen."
„Wij gaan nu dadelijk naar 't~hotel,
waar wij, zooals je vader wenschte, in't
noodige geval moesten logeeren," troostte
Margriet. „Gij gaat wat in bed leggen en
ik doe in dien tijd alles, wat mij opge
dragen is."
„Ja, daarmee neem je me werkelijk
een last van mijn schouders. Ik vind
niets zoo vervelend dan van den eenen
winkel in den anderen te loopen en steeds
op den prijs af te dingen Moeder is ook
zoo precies".
„Wat je uitspaart, komt de armen der
kleine gemeente te goed.
Dat noem ik welgedaan, want in ons
stadje en in omstreken zijn veel hulpbe
hoevenden.
Ieder kan zeker niet geholpen worden,
doch gean een gaat met honger en on
getroost uit 't posthuis weg.
„Nu ja Jij weet toch altijd de beste
zijde bloot te leggen Och, wat heb
ik t©ch pijn in mijn hoofd! Ik geloof
werkelijk, dat ik uw raad volgen moet
en mij heel rustig moet houden."
„Dat zal zeker het beste zijnIk zal
mij ook zooveel als mogelijk is haasten
en ben dan spoedig weer bij je terug."
Margriet ging met haar vriendin naar
het door den postmeester aanbevolen
hotel, zorgde, dat ze goed kon rusten,
trok de gordijnen dicht en ging spoedig
weg. Nog voor zij de tamelijk talrijke
boodschappen deed, schreed zij naar 't
huis welks eerste etage Mevrouw Rus-
telli bewoonde.
Met een kloppend hart steeg ze de met
tapijten belegde trappen op, drukte op
den electrischen belknop en vroeg me
juffrouw Eva te spreken. Het netjes ge-
kleede dienstmeisje monsterde de vreem
delinge met ietwat wantrouwenden blik
en vroeg om haar kaartje.
„Ik heb er geen bij me", antwoordde
Margriet verlegen en blozend.
„Noem alleen mijn naam maar. Mar
griet Steenman."
Het dienstmeisje kwam spoedig daarna
weer terug, opende de deur eener ele
gante kamer en verzocht de juffrouw
plaats te nemen en een weinig geduld
te hebben.
Alleen gelaten keek het jonge meisje
in de niet groote maar uiterst smaakvol
gestoft', erde kamer rot d.
Gordijnen en meubels waren in zacht
blauw, ook 't tapijt toonde op een lichten
grond guirlandes en vergeet mij nietjes.
Op de vleugels lagen noten, en waar
devolle schilderijen sierden de wanden.
Voor de tweede deur, die meer naar een
alkoof of een voorvertrek leidde hingen
draperien met franjes waaraan kleurige
paarlen hingen.
Margriet durfde heelemaal niet te gaan
zitten. Van seconde tot seconde werd het
haar benauwder om 't hart. Daar ging
plotseling de gordijn met de paarlen van
elkaar en Eva versoheen.
Minuten lang stonden de zusters in een
pijnlijk zwijgen tegenover elkaar.
XI.
„Nu, waarom kijk je me zoo verwon
derd aan?" riep Eva eindelijk, hartelijk
lachend.
„Omdat omdat ik me afvraag of gij
het werkelijk bent, Ik ken je nauwelijks
meer." stamelde Margriet. „Je ziet er als
een fee uit. Ik heb je goudblond haar
en je mooie blauwe oogen weliswaar al
tijd bewonderd, maar dat je zoo schoon
bent, dat zie ik eerst thans."
Deze modern gekleede jonge dame, die,
als door een heldere wolk omgeven, tus
schen de paarlen gordijnen stond, leek
toch bijna heelemaal niet meer op dat
gewone meisje, dat vroeger in den ouden
ruolen onvermoeid den hellenden weg
van den tuin naar de keuken op en afliep,
de gaston bediende en de karige fooien
opstreek.
Margriet bracht onwillekeurig dezen
indruk in woorden, maar daar verduis
terde zich dadelijk 't gezicht harer oudere
zuster en ze antwoordde kort en barsch
„Laat ons daar maar niet meer over pra
ten Ik wil aan die dingen niet meer her
innerd worden. Men kent mij alleen thans
onder mijn kunstenaarsnaam: Bayduny.
Dat ik vroeger anders heette behoeft den
menschen niet weer in de gedachte terug
geroepen te worden."
„Schaam jij je dan vcor je naaste fa
milie Wil je ze dan verlachenen Dat
zou ik onder geen enkele voorwaarde
willen doen
„Je spreekt of je er alles van begrijpt,
kleine," viel Eva in, die nu op een sofa
ging zitten en Margriet vroeg naast haar
plaats te willen nemen. „Zie je, ik ben
zangeres. Dan moet ik tot voorname krin
gen toegang hebben. Vandaar die naams
verandering. Met de veranderde omstan
digheden moet men rekening houden.
Wil ik [in de wereld vooruitkomen, dan
is het nu eenmaal noodig, dat ik mij van
het vcrledene losmaak,
Ik zit altijd te beven, dat iemand mij
daarover zou spreken."
„Dat bewijst, hoe onedel je denkt riep
Margriet ontroerd uit. „Je moogt veel
geleerd hebben van je voornamebescherm-
vrouwe maar helaas, het vierde Gebod
hebt je schijnbaar door dat alles verge
ten."
„Maakt je maar niet bezorgd, kind,"
antwoorde Eva haar lieve gestalte in den
spiegel bekijkend en eenige gouden lok
ken, die te ver over haar voorhoofd vie
len, terugwerpend.
Wordt verwijd.)