DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND,
De Bergmolen.
Niets voor ons,
Katholieken!
Telegrammen.
feuiixeruN.
Kinderhuisvest 31-33, Haarlem
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Woensdag 26 februari (90s.
32"te Jaargang. No. 6822.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
In de laatste weken is in een
zer stedelijke bladen eene, we
piden haast zeggen wel wat kunst-
itig agitatie gevoerd, om te komen
i de oprichting van een „Open-
re Leeszaal".
Èn Zaterdag hadden we in onze
hrant een berichtje, dat de samen-
llling van een voorloopige com-
issie meldde.
In dezen staat van zaken, nu
icht maatregelen zullen worden
troffen om van de Haarlemsche
rgerij steun te vragen voor de
richting van zulk een „openbare
iszaal", achten wij den tijd ge-
men om nog eens kort maar
kelijk uiteen te zetten waarom
lk een stichting voor ons, Katho-
ken, geen aantrekkelijkheid heeft,
waarom wij ons verre houden
n een inrichting als door de
innen die zich ervoor hebben
spannen, wordt bedoeld.
Die oppositie, dat begrijpt men
eds nu, is principiëel: hei is niet
a dezen of genen persoon die
i of vroeger het idéé van een
aarlemsche „Openbare Leeszaal"
iperde, dat wij ons daartegen ver
aren, maar enkel en alleen
adat een stiel iting van dezen
ird door ons, Katholieken, prin-
aiëel niet gesteund kan worden,
1 tegen onze beginselen lijnrecht
druischt.
Degenen, die vooreen „Openbare
seszael" pleiten, wenden natuurlijk
sn blik tot inrichtingen van dezen
trd, die elders reeds bestaan.
En als wij, dat voorbeeld vol-
inde, óók naar elders werkende
stellingen van dezen aard zien,
tn wordt de principiëele tegenstand,
e wij van beginsel wege reeds tegen
l „Openbare Leeszalen" hebben,
>or de practijk ten volle beves-
gd.
Een „Openbare leeszaal" is een
irichting, waar zoo mogelijk ieder-
m gelegenheid zal hebben, uit
mranten, periodieken, vakkundige
i literaire boeken van allerlei slag
mnis op te doen of uitspanning
i vinden.
Ziedaar het doel zoo onpartijdig
ogelijk, en zoo kort mogelijk ook,
inschreven.
In die omschrijving die o. i.
iet weersproken kan worden
;t voor ons, Katholieken, ook
are veroordeeling.
Wij volgen het beginsel, dat men
izake lectuur niet tè voorzichtig
an zijn.
Dat het een groote fout is, rijp
groen ongesehift voor te zetten
in iedereen die er maar van wil
tofitt eren.
Nog sterker: dat het absoluut
oodzakelijk is, een daartoe be-
ïegde macht toezicht te doen
itoefenen op onze lectuur, terwijl
bor bepaalde gevallen en bepaalde
tersonen ook nog afzonderlijke
bgelen in de keuze der lec.uur
telden.
Vandaar ons „imprimatur", onze
kerkelijke goedkeuring, onze gees
telijke adviseurs; vandaar de vol
strekte noodzakelijkheid der Katho
lieke Pers, de voortdurende actie
van al onze echt-Roomechen tegen
liberale en zoogenaamd neutrale
couranten.
Vandaar het toezicht, dat Paus en
Bisschoppen nauwlettend uitoefe
nen op alles wat de lectuur, zoowel
de wetenschappelijke als de popu
laire, zoowel de voor studie bestemde
als de voor uitspanning dienende,
aangaat.
Het is hier niet de plaats, uit
voerig nog eens te betoogen, hoe
gezond, hoe redelijk, hoe goed-
werkend, hoe logisch en van men-
schenkennis getuigend die voort
durende zorg voor de lectuur der
Katholieken is.
De practijk des levens bewijst het
ten volle, hoe groot het kwaad is, dat
reeds door de z.g. neutrale, en in nog
erger mate natuurlijk door de vlak
af slechte lectuur, wordt teweegge
bracht. De ondervinding leert het,
hoe alleen al het lezen van frivole,
zonder - moreelen - ondergrond ge
schreven boeken op vele naturen
slecht kan werken, om nu van
de bepaaldelijk slechte boeken niet
te spreken. We weten het allen
toch wel uit eigen kennis, hoe ge
vaarlijk het is, de vaak goedge
schreven uiteenzettingen en ver
dedigingen van tegenstanders op
kerkelijk of politiek gebied te lezen,
wanneer we wat dan toch met
de groote meerderheid wel het ge
val is zélf niet onderlegd genoeg
zijn, om schijn van waarheid, sofisme
van ware filosofie, drogredenen
van logische argumentatie te onder
scheiden.
En nu Spreken we nog niet eens
van de voor zeden en geloof be
paald verderfehjke, met voordracht
daartégen opgestelde boeken en cou
ranten.
Er is een leer alleen de ver
waande betweter kan die ten volle
aanhangen die door de liberale
en „vrije" geesten altijd gepredikt
wordtonderzoekt alle dingen, en
behoudt het goede
Jawel
Die leer lijkt mooi genoeg.
Maar ze onderstelt vooreerst den
goeden wil om alléén het goede te
behouden.
Ten tweede onderstelt ze den
noodige kennis en geleerdheid om
het goede te onderscheiden en te
kennen.
En ten derde cijfert ze de on
volmaakte, tot het kwade altijd
geneigde menschelijke natuur weg.
„Onderzoekt alle dingen" dat
is een dwaasheid in folio omdat
het niet mogelijk is en ook alles
behalve gewenscht! Voer dat eens
dóór
„En behoudt het goede" dat
is een onmogelijkheid, óók al om
dat het kwaad zoo dikwijls schoo
ner en beter 1 ij k t dan het goede,
omdat ons oordeel niet onbevangen
en onze kennis niet voldoende is I
Zoo moeten we dan ten volle
onderschrijven de nuttigheid en
noodzakelijkheid van een behoor
lijk toezicht op, een voortdurende
zorg voor, een nooit-rustende op
lettendheid ten opzichte van wat we
lezen.
Tot zelfs in de onschuldigs blij
kende zaken.
Of we de sterrekunde of de fysica
bestudeeren uit een leerboek, door
een vrijdenker of door een ge-
loovige geschreven, zelfs dat kan
voor sommigen een groot ouderscheid
zijnl
En zoo komen we vanzelf op het
onaannemelijke voor ons, Katholie
ken van een „Openbare Leeszaal 1"
Een instelling, waar Jan en alle
man allerlei lectuur kunnen raad
plegen en inzien, zoo'n instel
ling kan en mag door geen enkel
Katholiek worden gesteund.
Niet omdat wij zijn tegen het
verbreiden van kennis, tegen het
verschaffen van lectuur in het al
gemeen.
Integendeel I
Maar omdat we een goed en
voldoende en oordeelkundig en
bevoegd toezicht noodig achten op
alle lectuur, die wordt verschaft.
Onze mannen uit het volk, onze
Middenstanders, onze werkgevers
zoowel als onze arbeiders laat
hen lezen, zooveel ze maar willen!
Laat hen profiteeren van wat an
deren op sociaal, politiek, gods
dienstig gebied hebben voortge
bracht! Maarzij hun lectuur
evenredig aan hun weten, worde
gezorgd voor werkelijk goede
lectuur, worde geweerd de lezing
van geschriften, die maatschappe
lijke orde en godsdienst ondermij
nen, die met sofistische drogredenen
jeugdige of onervaren gemoederen
vergiftigen.
Dut te beoordeelen, voor onze
Katholieke stadgenooten althans,
kfinnen en willen we niet overlaten
aan andersdenkenden, hoe goed die
het ook mogen bedoelen en hoezeer
die ook zouden willen pogen, on
partijdig te blijven.
Want het beste wat deze misschien
(al is dit zelfs haast onmogelijk!)
zouden kunnen bereiken, is dat ze
zouden weren wat aanstootelijk,
hatelijk, schadelijk is voor ons, ge-
loovigen
Maar wij willen méérwij willen
goede, opDouwende, leerende,
onderwijzende lectuur voor onze
Roomsche mannen en vrouwen,
voor onze jongens en meisjes, van
welken stand ook
En d i e vinden we zeker niet in
een „Openbare Leeszaal"Integen
deel!
We behoeven maar even te ver
wijzen naar wat bij de behandeling
der Staats begrooting in de Tweede
Kamer ten opzichte van Openbare
Leeszalen door onze Katholieke af
gevaardigden is betoogd!
Daarom is onze conclusie gerecht
vaardigdvoor ons, Katholieken,
is zulk een Openbare Leeszaal niet
aannemelijk. Daartoe künnen noch
mogen wij medewerken, onze steun
kan daaraan niet worden gegeven.
Wij hebben wat anders, en wat
beters, noodig.
En d&t zullen we pogen te be
reiken op onze eigen wijze, onder
ons, met onze eigen krachten en
hulpmiddelen
Algemeen Overzicht.
De nieuwe Engelsche onder
wijswet lijkt ons naar wat we
in de Engelsche bladen over de
zitting van het Parlement waarin
ze werd ingediend, lezen alles
behalve aannemelijk voor de Ka
tholieken.
Is dat zoo, dan zal de liberale
regeering er waarschijnlijk nog een
leelijke pijp aan rooken
Het was stampvol in het Lager
huis toen McKenna zijn ontwerp-
onderwijswet indiende.
Bij leidde zijn onderwerp in door
een beroep te doen op alle partijen
om nu, eens vooral, de godsdienst
kwestie in het onderwijs tot een op
lossing te brengen. „Als dit ons
thans weer niet gelukt, zeide hij,
zullen wij den grootsten stoot heb
ben gegeven aan de meening dat
de godsdienst een verloren zaak is
in de school."
Excusez du peu!
De minister herinnerde aan het
ontwerp van zijn voorganger minis
ter Birrell, dat (zeide hij) „zoo royaal
en zoo goed was" doch dit kon,
door de behandeling die üet in het
Hoogerhuis had ondervonden, geen
basis voor een vergelijk meer bieden.
Na een geschiedkundig overzicht
van het lager onderwijs sedert 1870
gegeven te hebben zette Mc Kenna
het standpunt der regeering uiteen
en haar bedoeling om liberale ideeën
te zetten tegenover de door Balfour
in 1902 gegrondveste eerbiediging
van den godsdienst opzij te schuiven.
Daartoe was openbaar toezicht
bij het lager onderwijs de sleutel
en diende het toetsen van den on
derwijzer aan eenig beginsel des
geloofs te worden afgeschaft.
Er zou moeten zijn, zeide demi-
nister één enkel type van openbare
lagere school, bekostigd door het
publiek, bestuurd door het publiek
en met toezicht van het publiek.
Uitzonderingen op dit algemeen
type wordt toegelaten, daar, waar
de ouders der kinderen bizonder on
derwijs verlangen.
Deze scholen zullen, gelijk Reuter
seinde, en wij meldden, een subsi
die uit 's Rijks schatkist ontvangen.
Zij zullen wat de klasse waartoe zij
behooren aangaat, met graafschaps-
scholen worden gelijkgesteld.
Ten slotte zeide McKenna:
Het getwist over godsdienst
kwesties moet uit de school worden
verbannen."
Mooie theorie
Hierop ging vooral Balfour in:
hij had nog nooit een wetsontwerp
gezien, dat, ingediend om een par
ticulier belang te dienen, minder
kans had iets voor dat particulier
belang te bereiken.
Hijzelf, zei Balfour, had in 1903
een pogiDg gedaan om aan den
wensch der Non-Conformisten tege
moet te komen; maar de bezwaren
waren niet uitsluitend van Non-
Conformistischen aard (dat wil
zeggen dat de Roomschen heel wat
hadden in de melk te brokken
daarbij) en deze wet was zeker niet
geschikt ze uit den weg te rui-
meD.
„Was het niet veel waardiger
geweest, zeide de leider der oppositie,
een regeling te treffen, die de ouders
van alle gezindten in staat stelde,
dat onderwijs aan hun kinderen te
verschaffen, dat zij verlangden?"
En hij verzocht onder hoon
gelach van de regeeringspartij
het Huis wel te letten op het na
deel, dat door dit ontwerp werd
toegebracht aan de zaak van het
onderwijs, daar immers elke school
waar godsdienst-onderwijs werd
gegeven als 't ware aan den hon
gersdood zou worden prijsgegeven.
Deze wet, zoo besloot Balfour,
was in volkomen strijd met eiken
gezonden regel van godsdienstvrij
heid
De Amerikaansche slagvloot
maakt haar reuzenreis om de Zuid
zoo kranig mogelijk.
Reeds wordt aan het departement
van marine het plan voor den
terugkeer van een deel der vloot
naar den Atlantischen Oceaan uit
gewerkt.
De terugkeer zal einde Augustus
a.s. aanvangen en gaat door het
Suez-kanaal.
Uitnoodigingen om bepaalde havens
aan te loopen zullen niet worden
aangenomen. Ook Japan wordt niet
bezocht.
Een eskader van vier of acht
slagschepen blijft in Manilla.
Voor Gibraltar zal de terugkee-
rende Amerikaansche vloot worden
begroet door oorlogsbodems van
verschillende Europeesche mogend
heden, heet het.
De vloot ia nu voor Callao in
Peru, en zal spoedig de groote
achietoefeningen te Magdalenabaai,
in Mexico, doen.
De berichten uit Portugal zijn
één voor één, en eiken dag, nieuwe
rechtvaardiging voor Franco's be
stuur, als de eenige wijze om het
koningschap nog te redden I
Iedereen is het er over eens, dat
door de zt, akte van het tegenwoor
dig kabinet de republikeinen ont
zaglijk winnen, zoodat ze, door goede
persrelaties gesteund, binnen korten
tijd een volkomen overwinning
hopen te behalen.
Ze zoeken door alle mogelijke
beloften, waarvan vele, indien het
op uitvoeren zou aankomen, onmo
gelijk verwezenlijkt kannen worden,
het volk aan zich te binden.
Onpartijdige kringen gelooven,
dat de monarchie nog alleen maar
veilig is, zoolang de troepen trouw
blijven; en dit is ook de reden,
waarom de radicalen voortdurend
allerlei hervormingen verlangen.
Op die wijze toch hopen ze de
betrouwbare elementen uit het leger
te kunnen verwijderen....
't Ziet er donker uit voor den
jongen Manuel!
LISSABON, 25 Februari. De
ministers zijn in buitengewonen
ministerraad vereenigd om, naar
men gelooft, de laatste beraadslaging
te houden betreffende de bijeen
roeping der Cortes.
PARIJS, 25 Februari. De minis
ters Clemenceau, Pichon, Thomson
en Picquart beraadslaagden heden
avond langdurig over den stand
van zaken in Marokko.
Admiraal Philibert seinde, dat de
politieke toestand ongewijzigd is.
De troepen van generaal d'Amade
houden verblijf in de onderscheiden
kazernes.
De Sultsn van Asahan naar Nederland.
De Sultan, van Asahan heeft plan op
1 l Mei van Sabang scheep te gaan
naar Nederland, vergezeld van
Tengkoe Bandhara eu Tengkoe
Mo sa De Sultan stelt zich voor,
zes maanden uit te blijven. Het
voornaamste doel is een audiëntie
bij de Koningin in verband met
de coniract-quaestie. Op den terug
weg zouden de vorsten gaan over
Medina en Mekka, zoo meldt de
„Sum. Post."
Hooge Raad.
Bij do Tweede Kamer ii inge
diend de volgende door den Hoogen
Baad opgemaakte aanbevelingslijst
van zes candidaten voor het maken
di r nominatie voor de vacature
van eene raadsheérsplaats, ontstaan
door de benoeming van den raads
heer mr. A. P. L. Nelissen tot mi
nister van Justitie:
1. Mr. A. J. L. Nij pels raadsheer
in het gerechtshof te Arnhem.
2. Mr. R. H. A. M. Romme,
raadsheer in het gerechtshof te
Amsterdam.
3. Mr, B. J. A. Sterck, raads
heer in het gerechtshof te 's-Gra-
venhage.
4. Mr. C. Krabbe, raadsheer
ia het gerechtshof te 's-Graven-
hage.
5. Mr. J. A. A. Bosch, raadsheer
in het gerechtshof te 's-Hertogen-
bosch.
6. Mr. A. Fentener van Vlis-
singen, raadsheer in het gerechtshof
te Amsterdam.
Het ontslag van den Mijnraad.
De Haagsche correspondt van de
„L. Ct." schrijft:
Zooals, vooral na de Binnenhof-
sche beraadslagingen, van algerneene
bekendheid mag worden geacht,
heeft de Mijnraad op, evenzeer nu
wel algemeen bekende gronden,
gemeend bij H. M. de Koningin
collectief ontslag te moeten aan
vragen. Op deze ontslag-aanvrage
is nog niet beschikt. Naar mij
heden ter oore kwam, is er zeer
veel kans, dat de heeren van den
Mijnraad op de aanvrage terugkom».
Daar, waar van een eigenlijk mie-
fijr I
ABONNEMENTSPRIJS:
?er 8 maanden voor Haarlem fl.35
Voor de plaatsen, waar een agent ie gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C
Afzonderlijke nummers„0.05
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
Van 1—6 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie i contant.
f0.60 contant)! 0.50
,0.10
(Naar heLDuitsch.)
36)
Zoo boog zij dan ook nu lachend en
tei: zooals gij dat wilt, Dimitri. Jou wil
M natuurlijk steeds de mijne zjjn.
Xu dook uit de verte een groot, van een
®rkachtigen tuin omgeven gebouw op.
Je «qjl dateerde reeds van lange jaren
'rug. De grauwe muren schenen reeds
-uW6n standgehouden te hebben. De
üregelinatig aangebrachte vensters lagen
1 diep® nissen, omgeven van overvloe-
"'(P.Kerplanten, die 't huis geen
hendelijk aanzien gaven.
I« het dat daar? vroeg de jonge vrouw.
•f».
Het ziet er uit als een
Zij verstomde plotseling.
Jïu? riep Urloff uit. Wat wil je zeggen?
5 aai-om onderbreek je je zoo ineens?
j.tkeek toch verderHet ziet er uit als
k'h verwenscht slot. Beslist zou ze gezegd
*te|»enAls een gevangenis,
molaar waarin gij je, naar ik hoop, niet
«en verwensohte prinses gevoelen zult,
le^tste hij, teen de wag«H t park in-
De stoet der dienaren stond aan,beide
zijden van het geopende poorthek en
reikte de jonge vrouw, zooals gebruike
lijk, brood en zout.
Nu kwam weer een gevoel van trots
over Eva. De bijna deemoedige ontvangst
streelde haar ijdelheid. Zij boog 't hoofd
slechts heel even om zich niet af te ge
ven met de lieden, die haar als gebiedster
zouden moeten respekteeren. De grootte
van 't bezit imponeerde haar, hoe somber
het kasteel er ook uitwendig uitzag.
Met hoog opgeheven hoofd steeg ze 5
minuten later de treden van de groote
trap op, doorschreed de ruime met bloe
men gesierde vestibule en een reeks van
rijk gemeubileerde kamers.
Elke minuut werd haar blik helderder.
Daar had ze nu eindelijk de weelde, den
overvloed, waarnaar ze zoo verlangd had,
die ze met beide handen scheppen kon,
en die voor haar een bron van vreugde
zoudeu worden. Diep zuchtend bleef ze
staan. Dat nieuwe, vreemde bekoorde
Eva en toch was het alsof een ijzeren,
steeds nauwer wordende band om haar
borst en voorhoofd gelegd werd.
XIV.
De eerste dagen naar haar aankomst
kwam de jonge vrouw eigenlijk niet reoht
tot bezinning.
Zij vond in haar huis veel verrassends,
zoo veel, wat haar verbazing opwekte
dat fee» gevoel van verveling ia haar
opkwam. De haar aangewezen vertrekken
waren rijk van alles voorzien, wat 't hart
van eene schoone, ijdele vrouw in ver
rukking kan brengen.
Zoo somber 't gebouw er van buiten
uitzag, zoo prachtvol zag het er inwen
dig uit, het was alsof het een tempel
moest voorstellen van weelderigheid en
derj rijkste fantasie.
Had Eva reeds Mevrouw van Rustelli
in de pracht, waardoor zjj zich omgeven
kon, bevrijd, nu vond zij alles hier, wat
haar vroeger uitroepen van bewondering
ontlokte, bijna armoedig in vergelijking
met die, waarover zij nu zelf heerschen
en beschikken kon. Wat een pracht!
Hoe smaakvol die tapijten, meubels,
gobelins, beelden en spiegels! Wat een
artistiek besneden kasten, opgepropt met
werken der oudste tot de nieuwste lite
ratuur aangevuld. En wat haar het meest
interesseerde, in haar toiletkamer een
keuze der, allernieuwste toiletten, voor elk
uur van den dag een ander. Ochtend
japonnen, met plooien, hoogst chique
wandelkostuums, ontvangst- en visitekos-
stuums, met alles wat daarbij hoorde.
Een collectie der heerlijkste parfumeriën
kostbare veeren in alle kleurschakeerin-
gen, waaiers, flacons, jiiweelen!
In de sierlijke, evenals de geheele in
richting van haar boudoir in rococostijl
gebeeldhouwde schrijftafel, een klein,
maar vol met goudrollen opgevuld ge
heimvak. Op den schoorsteen in sprook
jesachtige kleurenpracht schitterde» terra
cottabeeldjes en bovendien een menigte
deels potsierlijke, deels gracieuse snuiste
rijen I
Eva liep steeds van de eene beziens
waardigheid naar de andere. Van een
meer materieele en wulpsche natuur als
een poëtisch aangelegde, was zij ook geens
zins afkeerig van de aangeboden spij
zen. Zij deed de opgedischte lekkernijen
alle eer aan en dronk met welbehagen
den kostbaren wijn, ??ong vroolijke liedjes
en was schijnbaar de prettigste, die men
zich denken kon.
Wel zweefde dikwijls op haar lippen de
vraag-" Waar dienen dan toch al die prach
tige kleeren uit mijn toiletkamer voor,
wanneer niemand ze zien mag Het was
toch wel niet zoo ernstig gemeend met
de eenzaamheid Maar niet voorbarig
zijnLola had haar immers alles gezegd
over 't karakter en de eigenschappen van
Orloff. Afdwingen liet h(j zich niets, maar
waarschijnlijk, ja zeker, afsmeeken wel.
Was hjj nu eerst maar in de strikken
van haar warme, betooverende liefde ge
vangen, dan zou zij ook wel gemakkelijk
bereiken, wat z(j wenschte en veriangde.
Eu het scheen werkelijk {of de Rus zich
steeds meer in de netten eener onweer
staanbare beteovering vastwerkte. De
benaming „uitgebrande vulkaan," die zij
met betrekking op hem vernomen had,
ging toch niet op.
In het binnenste zijner ziel gloeide een
vlammenhaard, waarop slechts een vonkje
behoefde te valle». Benige weken geduld
nog en de overwinning was zonder strijd
haar deel geworden.
Daar zei Orloff op een morgen eens
Doe het elegantste en naar jou «maak
het meest elegantste kostuum aan. Wij
gaan naar tante Iwanowna Wolgowska,
die wel kwaad zal zijn, dat wij 't bezoek
zoolang uitgesteld hebben.
En moet ik me daarvoor zoo bijzonder
kleeden? vroeg Eva met een spottend
lachje. Ik hoorde toch van je, dat ze
zoo'n hoogst eenvoudige en teruggetrok
ken levende dame is.
Zeer juist! Maar, we hebben daarom
niet minder de verplichting haar met de
verschuldigde achting en eerbied te beje
genen. Is het offer je zoo zwaar, je in
rijke kleeren te steken? Ik dacht juist,
dat het 't tegendeel was.
En daar vergis je je ook lieelemaa!
niet in! Ik dacht maar, dat je tante niet
van uiterlyken opschik hield en mij van
pronkzucht zou beschuldigen.
Zy maakt zelf heelomaal geen drukte,
maar verlangt, dat men ten opzichte van
haar in de vormen blijft.
Heel goed, ik zal er mij naar gedragen.
Hebt ge geschreven, dat wij komen?
Neen, tante Iwanowna treft men steeds
te huis.
Eva geeuwde achter haar zakdoek, die
zij voor den mond hield, bij de gedachte
aan de voorgenomen reis. In elk geval
was het een afwisseling en misschien ge
lukte het haar ook wel, zieh door dat
flikflooiende wezen, dat zelden 't voorge
nomen doel miste, een bondgenoote te
winnen.
Dimitri's blik rustte met trotsche zelf
voldoening op zijn jonge gemalin, toen
zij nauwelijks een paar uur later naast
üem in de Koets zat, met een ruiker van
prachtige bloemen in de hand, die uit do
broeikas gehaald waren.
Gij schijnt tante Iwanowna's hart met
één storm te willen veroveren, schertste hg.
Lieve hemel die in zoo'n afzondering
leeft, verheugt zich over elk nieuw ge
zicht, al is het ook van een oude vrouw.
Mist je 't gezelschap zoo ongaarne?
vroeg hjj, plotseling met een andere stem.
Ik dacht altijd, dat twee in gelukkige
verstandhouding levende en elkaar bemin-
mende menschen aan gezelschap geen be
hoefte hebben.
Lektuur, muziek, taalstudie, meenings-
verschil geven toch afwisseling genoeg.
Ge vergeet alleen, dat ik u op dit ge
bied niet overal volgen kan. Wat zingen
betreft, ben ik in mijn element, als piano-
speelster evenwel bracht ik het niet verder
dan dat ik een gewoon nummertje kan
spelen, en de litteratuur mjjn God,
wat heb ik tot nu toe gelezen? Van ile
boeken, die in de groote kasten dicht
tegen elkaar aan staan, ken ik er immers
nauweljjks eenige en de taalstudiewel,
daartoe ontbreekt het mij beslist aan ta
lent.
(Wtrdt ftrtelgd,)