DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND, De Bergmolen. Niets voor ons, Katholieken! Telegrammen. feuiixeruN. Kinderhuisvest 31-33, Haarlem BUITENLAND. BINNENLAND. Woensdag 26 februari (90s. 32"te Jaargang. No. 6822. Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. In de laatste weken is in een zer stedelijke bladen eene, we piden haast zeggen wel wat kunst- itig agitatie gevoerd, om te komen i de oprichting van een „Open- re Leeszaal". Èn Zaterdag hadden we in onze hrant een berichtje, dat de samen- llling van een voorloopige com- issie meldde. In dezen staat van zaken, nu icht maatregelen zullen worden troffen om van de Haarlemsche rgerij steun te vragen voor de richting van zulk een „openbare iszaal", achten wij den tijd ge- men om nog eens kort maar kelijk uiteen te zetten waarom lk een stichting voor ons, Katho- ken, geen aantrekkelijkheid heeft, waarom wij ons verre houden n een inrichting als door de innen die zich ervoor hebben spannen, wordt bedoeld. Die oppositie, dat begrijpt men eds nu, is principiëel: hei is niet a dezen of genen persoon die i of vroeger het idéé van een aarlemsche „Openbare Leeszaal" iperde, dat wij ons daartegen ver aren, maar enkel en alleen adat een stiel iting van dezen ird door ons, Katholieken, prin- aiëel niet gesteund kan worden, 1 tegen onze beginselen lijnrecht druischt. Degenen, die vooreen „Openbare seszael" pleiten, wenden natuurlijk sn blik tot inrichtingen van dezen trd, die elders reeds bestaan. En als wij, dat voorbeeld vol- inde, óók naar elders werkende stellingen van dezen aard zien, tn wordt de principiëele tegenstand, e wij van beginsel wege reeds tegen l „Openbare Leeszalen" hebben, >or de practijk ten volle beves- gd. Een „Openbare leeszaal" is een irichting, waar zoo mogelijk ieder- m gelegenheid zal hebben, uit mranten, periodieken, vakkundige i literaire boeken van allerlei slag mnis op te doen of uitspanning i vinden. Ziedaar het doel zoo onpartijdig ogelijk, en zoo kort mogelijk ook, inschreven. In die omschrijving die o. i. iet weersproken kan worden ;t voor ons, Katholieken, ook are veroordeeling. Wij volgen het beginsel, dat men izake lectuur niet tè voorzichtig an zijn. Dat het een groote fout is, rijp groen ongesehift voor te zetten in iedereen die er maar van wil tofitt eren. Nog sterker: dat het absoluut oodzakelijk is, een daartoe be- ïegde macht toezicht te doen itoefenen op onze lectuur, terwijl bor bepaalde gevallen en bepaalde tersonen ook nog afzonderlijke bgelen in de keuze der lec.uur telden. Vandaar ons „imprimatur", onze kerkelijke goedkeuring, onze gees telijke adviseurs; vandaar de vol strekte noodzakelijkheid der Katho lieke Pers, de voortdurende actie van al onze echt-Roomechen tegen liberale en zoogenaamd neutrale couranten. Vandaar het toezicht, dat Paus en Bisschoppen nauwlettend uitoefe nen op alles wat de lectuur, zoowel de wetenschappelijke als de popu laire, zoowel de voor studie bestemde als de voor uitspanning dienende, aangaat. Het is hier niet de plaats, uit voerig nog eens te betoogen, hoe gezond, hoe redelijk, hoe goed- werkend, hoe logisch en van men- schenkennis getuigend die voort durende zorg voor de lectuur der Katholieken is. De practijk des levens bewijst het ten volle, hoe groot het kwaad is, dat reeds door de z.g. neutrale, en in nog erger mate natuurlijk door de vlak af slechte lectuur, wordt teweegge bracht. De ondervinding leert het, hoe alleen al het lezen van frivole, zonder - moreelen - ondergrond ge schreven boeken op vele naturen slecht kan werken, om nu van de bepaaldelijk slechte boeken niet te spreken. We weten het allen toch wel uit eigen kennis, hoe ge vaarlijk het is, de vaak goedge schreven uiteenzettingen en ver dedigingen van tegenstanders op kerkelijk of politiek gebied te lezen, wanneer we wat dan toch met de groote meerderheid wel het ge val is zélf niet onderlegd genoeg zijn, om schijn van waarheid, sofisme van ware filosofie, drogredenen van logische argumentatie te onder scheiden. En nu Spreken we nog niet eens van de voor zeden en geloof be paald verderfehjke, met voordracht daartégen opgestelde boeken en cou ranten. Er is een leer alleen de ver waande betweter kan die ten volle aanhangen die door de liberale en „vrije" geesten altijd gepredikt wordtonderzoekt alle dingen, en behoudt het goede Jawel Die leer lijkt mooi genoeg. Maar ze onderstelt vooreerst den goeden wil om alléén het goede te behouden. Ten tweede onderstelt ze den noodige kennis en geleerdheid om het goede te onderscheiden en te kennen. En ten derde cijfert ze de on volmaakte, tot het kwade altijd geneigde menschelijke natuur weg. „Onderzoekt alle dingen" dat is een dwaasheid in folio omdat het niet mogelijk is en ook alles behalve gewenscht! Voer dat eens dóór „En behoudt het goede" dat is een onmogelijkheid, óók al om dat het kwaad zoo dikwijls schoo ner en beter 1 ij k t dan het goede, omdat ons oordeel niet onbevangen en onze kennis niet voldoende is I Zoo moeten we dan ten volle onderschrijven de nuttigheid en noodzakelijkheid van een behoor lijk toezicht op, een voortdurende zorg voor, een nooit-rustende op lettendheid ten opzichte van wat we lezen. Tot zelfs in de onschuldigs blij kende zaken. Of we de sterrekunde of de fysica bestudeeren uit een leerboek, door een vrijdenker of door een ge- loovige geschreven, zelfs dat kan voor sommigen een groot ouderscheid zijnl En zoo komen we vanzelf op het onaannemelijke voor ons, Katholie ken van een „Openbare Leeszaal 1" Een instelling, waar Jan en alle man allerlei lectuur kunnen raad plegen en inzien, zoo'n instel ling kan en mag door geen enkel Katholiek worden gesteund. Niet omdat wij zijn tegen het verbreiden van kennis, tegen het verschaffen van lectuur in het al gemeen. Integendeel I Maar omdat we een goed en voldoende en oordeelkundig en bevoegd toezicht noodig achten op alle lectuur, die wordt verschaft. Onze mannen uit het volk, onze Middenstanders, onze werkgevers zoowel als onze arbeiders laat hen lezen, zooveel ze maar willen! Laat hen profiteeren van wat an deren op sociaal, politiek, gods dienstig gebied hebben voortge bracht! Maarzij hun lectuur evenredig aan hun weten, worde gezorgd voor werkelijk goede lectuur, worde geweerd de lezing van geschriften, die maatschappe lijke orde en godsdienst ondermij nen, die met sofistische drogredenen jeugdige of onervaren gemoederen vergiftigen. Dut te beoordeelen, voor onze Katholieke stadgenooten althans, kfinnen en willen we niet overlaten aan andersdenkenden, hoe goed die het ook mogen bedoelen en hoezeer die ook zouden willen pogen, on partijdig te blijven. Want het beste wat deze misschien (al is dit zelfs haast onmogelijk!) zouden kunnen bereiken, is dat ze zouden weren wat aanstootelijk, hatelijk, schadelijk is voor ons, ge- loovigen Maar wij willen méérwij willen goede, opDouwende, leerende, onderwijzende lectuur voor onze Roomsche mannen en vrouwen, voor onze jongens en meisjes, van welken stand ook En d i e vinden we zeker niet in een „Openbare Leeszaal"Integen deel! We behoeven maar even te ver wijzen naar wat bij de behandeling der Staats begrooting in de Tweede Kamer ten opzichte van Openbare Leeszalen door onze Katholieke af gevaardigden is betoogd! Daarom is onze conclusie gerecht vaardigdvoor ons, Katholieken, is zulk een Openbare Leeszaal niet aannemelijk. Daartoe künnen noch mogen wij medewerken, onze steun kan daaraan niet worden gegeven. Wij hebben wat anders, en wat beters, noodig. En d&t zullen we pogen te be reiken op onze eigen wijze, onder ons, met onze eigen krachten en hulpmiddelen Algemeen Overzicht. De nieuwe Engelsche onder wijswet lijkt ons naar wat we in de Engelsche bladen over de zitting van het Parlement waarin ze werd ingediend, lezen alles behalve aannemelijk voor de Ka tholieken. Is dat zoo, dan zal de liberale regeering er waarschijnlijk nog een leelijke pijp aan rooken Het was stampvol in het Lager huis toen McKenna zijn ontwerp- onderwijswet indiende. Bij leidde zijn onderwerp in door een beroep te doen op alle partijen om nu, eens vooral, de godsdienst kwestie in het onderwijs tot een op lossing te brengen. „Als dit ons thans weer niet gelukt, zeide hij, zullen wij den grootsten stoot heb ben gegeven aan de meening dat de godsdienst een verloren zaak is in de school." Excusez du peu! De minister herinnerde aan het ontwerp van zijn voorganger minis ter Birrell, dat (zeide hij) „zoo royaal en zoo goed was" doch dit kon, door de behandeling die üet in het Hoogerhuis had ondervonden, geen basis voor een vergelijk meer bieden. Na een geschiedkundig overzicht van het lager onderwijs sedert 1870 gegeven te hebben zette Mc Kenna het standpunt der regeering uiteen en haar bedoeling om liberale ideeën te zetten tegenover de door Balfour in 1902 gegrondveste eerbiediging van den godsdienst opzij te schuiven. Daartoe was openbaar toezicht bij het lager onderwijs de sleutel en diende het toetsen van den on derwijzer aan eenig beginsel des geloofs te worden afgeschaft. Er zou moeten zijn, zeide demi- nister één enkel type van openbare lagere school, bekostigd door het publiek, bestuurd door het publiek en met toezicht van het publiek. Uitzonderingen op dit algemeen type wordt toegelaten, daar, waar de ouders der kinderen bizonder on derwijs verlangen. Deze scholen zullen, gelijk Reuter seinde, en wij meldden, een subsi die uit 's Rijks schatkist ontvangen. Zij zullen wat de klasse waartoe zij behooren aangaat, met graafschaps- scholen worden gelijkgesteld. Ten slotte zeide McKenna: Het getwist over godsdienst kwesties moet uit de school worden verbannen." Mooie theorie Hierop ging vooral Balfour in: hij had nog nooit een wetsontwerp gezien, dat, ingediend om een par ticulier belang te dienen, minder kans had iets voor dat particulier belang te bereiken. Hijzelf, zei Balfour, had in 1903 een pogiDg gedaan om aan den wensch der Non-Conformisten tege moet te komen; maar de bezwaren waren niet uitsluitend van Non- Conformistischen aard (dat wil zeggen dat de Roomschen heel wat hadden in de melk te brokken daarbij) en deze wet was zeker niet geschikt ze uit den weg te rui- meD. „Was het niet veel waardiger geweest, zeide de leider der oppositie, een regeling te treffen, die de ouders van alle gezindten in staat stelde, dat onderwijs aan hun kinderen te verschaffen, dat zij verlangden?" En hij verzocht onder hoon gelach van de regeeringspartij het Huis wel te letten op het na deel, dat door dit ontwerp werd toegebracht aan de zaak van het onderwijs, daar immers elke school waar godsdienst-onderwijs werd gegeven als 't ware aan den hon gersdood zou worden prijsgegeven. Deze wet, zoo besloot Balfour, was in volkomen strijd met eiken gezonden regel van godsdienstvrij heid De Amerikaansche slagvloot maakt haar reuzenreis om de Zuid zoo kranig mogelijk. Reeds wordt aan het departement van marine het plan voor den terugkeer van een deel der vloot naar den Atlantischen Oceaan uit gewerkt. De terugkeer zal einde Augustus a.s. aanvangen en gaat door het Suez-kanaal. Uitnoodigingen om bepaalde havens aan te loopen zullen niet worden aangenomen. Ook Japan wordt niet bezocht. Een eskader van vier of acht slagschepen blijft in Manilla. Voor Gibraltar zal de terugkee- rende Amerikaansche vloot worden begroet door oorlogsbodems van verschillende Europeesche mogend heden, heet het. De vloot ia nu voor Callao in Peru, en zal spoedig de groote achietoefeningen te Magdalenabaai, in Mexico, doen. De berichten uit Portugal zijn één voor één, en eiken dag, nieuwe rechtvaardiging voor Franco's be stuur, als de eenige wijze om het koningschap nog te redden I Iedereen is het er over eens, dat door de zt, akte van het tegenwoor dig kabinet de republikeinen ont zaglijk winnen, zoodat ze, door goede persrelaties gesteund, binnen korten tijd een volkomen overwinning hopen te behalen. Ze zoeken door alle mogelijke beloften, waarvan vele, indien het op uitvoeren zou aankomen, onmo gelijk verwezenlijkt kannen worden, het volk aan zich te binden. Onpartijdige kringen gelooven, dat de monarchie nog alleen maar veilig is, zoolang de troepen trouw blijven; en dit is ook de reden, waarom de radicalen voortdurend allerlei hervormingen verlangen. Op die wijze toch hopen ze de betrouwbare elementen uit het leger te kunnen verwijderen.... 't Ziet er donker uit voor den jongen Manuel! LISSABON, 25 Februari. De ministers zijn in buitengewonen ministerraad vereenigd om, naar men gelooft, de laatste beraadslaging te houden betreffende de bijeen roeping der Cortes. PARIJS, 25 Februari. De minis ters Clemenceau, Pichon, Thomson en Picquart beraadslaagden heden avond langdurig over den stand van zaken in Marokko. Admiraal Philibert seinde, dat de politieke toestand ongewijzigd is. De troepen van generaal d'Amade houden verblijf in de onderscheiden kazernes. De Sultsn van Asahan naar Nederland. De Sultan, van Asahan heeft plan op 1 l Mei van Sabang scheep te gaan naar Nederland, vergezeld van Tengkoe Bandhara eu Tengkoe Mo sa De Sultan stelt zich voor, zes maanden uit te blijven. Het voornaamste doel is een audiëntie bij de Koningin in verband met de coniract-quaestie. Op den terug weg zouden de vorsten gaan over Medina en Mekka, zoo meldt de „Sum. Post." Hooge Raad. Bij do Tweede Kamer ii inge diend de volgende door den Hoogen Baad opgemaakte aanbevelingslijst van zes candidaten voor het maken di r nominatie voor de vacature van eene raadsheérsplaats, ontstaan door de benoeming van den raads heer mr. A. P. L. Nelissen tot mi nister van Justitie: 1. Mr. A. J. L. Nij pels raadsheer in het gerechtshof te Arnhem. 2. Mr. R. H. A. M. Romme, raadsheer in het gerechtshof te Amsterdam. 3. Mr, B. J. A. Sterck, raads heer in het gerechtshof te 's-Gra- venhage. 4. Mr. C. Krabbe, raadsheer ia het gerechtshof te 's-Graven- hage. 5. Mr. J. A. A. Bosch, raadsheer in het gerechtshof te 's-Hertogen- bosch. 6. Mr. A. Fentener van Vlis- singen, raadsheer in het gerechtshof te Amsterdam. Het ontslag van den Mijnraad. De Haagsche correspondt van de „L. Ct." schrijft: Zooals, vooral na de Binnenhof- sche beraadslagingen, van algerneene bekendheid mag worden geacht, heeft de Mijnraad op, evenzeer nu wel algemeen bekende gronden, gemeend bij H. M. de Koningin collectief ontslag te moeten aan vragen. Op deze ontslag-aanvrage is nog niet beschikt. Naar mij heden ter oore kwam, is er zeer veel kans, dat de heeren van den Mijnraad op de aanvrage terugkom». Daar, waar van een eigenlijk mie- fijr I ABONNEMENTSPRIJS: ?er 8 maanden voor Haarlem fl.35 Voor de plaatsen, waar een agent ie gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C Afzonderlijke nummers„0.05 PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 1—6 regels Elke regel meer Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie i contant. f0.60 contant)! 0.50 ,0.10 (Naar heLDuitsch.) 36) Zoo boog zij dan ook nu lachend en tei: zooals gij dat wilt, Dimitri. Jou wil M natuurlijk steeds de mijne zjjn. Xu dook uit de verte een groot, van een ®rkachtigen tuin omgeven gebouw op. Je «qjl dateerde reeds van lange jaren 'rug. De grauwe muren schenen reeds -uW6n standgehouden te hebben. De üregelinatig aangebrachte vensters lagen 1 diep® nissen, omgeven van overvloe- "'(P.Kerplanten, die 't huis geen hendelijk aanzien gaven. I« het dat daar? vroeg de jonge vrouw. •f». Het ziet er uit als een Zij verstomde plotseling. Jïu? riep Urloff uit. Wat wil je zeggen? 5 aai-om onderbreek je je zoo ineens? j.tkeek toch verderHet ziet er uit als k'h verwenscht slot. Beslist zou ze gezegd *te|»enAls een gevangenis, molaar waarin gij je, naar ik hoop, niet «en verwensohte prinses gevoelen zult, le^tste hij, teen de wag«H t park in- De stoet der dienaren stond aan,beide zijden van het geopende poorthek en reikte de jonge vrouw, zooals gebruike lijk, brood en zout. Nu kwam weer een gevoel van trots over Eva. De bijna deemoedige ontvangst streelde haar ijdelheid. Zij boog 't hoofd slechts heel even om zich niet af te ge ven met de lieden, die haar als gebiedster zouden moeten respekteeren. De grootte van 't bezit imponeerde haar, hoe somber het kasteel er ook uitwendig uitzag. Met hoog opgeheven hoofd steeg ze 5 minuten later de treden van de groote trap op, doorschreed de ruime met bloe men gesierde vestibule en een reeks van rijk gemeubileerde kamers. Elke minuut werd haar blik helderder. Daar had ze nu eindelijk de weelde, den overvloed, waarnaar ze zoo verlangd had, die ze met beide handen scheppen kon, en die voor haar een bron van vreugde zoudeu worden. Diep zuchtend bleef ze staan. Dat nieuwe, vreemde bekoorde Eva en toch was het alsof een ijzeren, steeds nauwer wordende band om haar borst en voorhoofd gelegd werd. XIV. De eerste dagen naar haar aankomst kwam de jonge vrouw eigenlijk niet reoht tot bezinning. Zij vond in haar huis veel verrassends, zoo veel, wat haar verbazing opwekte dat fee» gevoel van verveling ia haar opkwam. De haar aangewezen vertrekken waren rijk van alles voorzien, wat 't hart van eene schoone, ijdele vrouw in ver rukking kan brengen. Zoo somber 't gebouw er van buiten uitzag, zoo prachtvol zag het er inwen dig uit, het was alsof het een tempel moest voorstellen van weelderigheid en derj rijkste fantasie. Had Eva reeds Mevrouw van Rustelli in de pracht, waardoor zjj zich omgeven kon, bevrijd, nu vond zij alles hier, wat haar vroeger uitroepen van bewondering ontlokte, bijna armoedig in vergelijking met die, waarover zij nu zelf heerschen en beschikken kon. Wat een pracht! Hoe smaakvol die tapijten, meubels, gobelins, beelden en spiegels! Wat een artistiek besneden kasten, opgepropt met werken der oudste tot de nieuwste lite ratuur aangevuld. En wat haar het meest interesseerde, in haar toiletkamer een keuze der, allernieuwste toiletten, voor elk uur van den dag een ander. Ochtend japonnen, met plooien, hoogst chique wandelkostuums, ontvangst- en visitekos- stuums, met alles wat daarbij hoorde. Een collectie der heerlijkste parfumeriën kostbare veeren in alle kleurschakeerin- gen, waaiers, flacons, jiiweelen! In de sierlijke, evenals de geheele in richting van haar boudoir in rococostijl gebeeldhouwde schrijftafel, een klein, maar vol met goudrollen opgevuld ge heimvak. Op den schoorsteen in sprook jesachtige kleurenpracht schitterde» terra cottabeeldjes en bovendien een menigte deels potsierlijke, deels gracieuse snuiste rijen I Eva liep steeds van de eene beziens waardigheid naar de andere. Van een meer materieele en wulpsche natuur als een poëtisch aangelegde, was zij ook geens zins afkeerig van de aangeboden spij zen. Zij deed de opgedischte lekkernijen alle eer aan en dronk met welbehagen den kostbaren wijn, ??ong vroolijke liedjes en was schijnbaar de prettigste, die men zich denken kon. Wel zweefde dikwijls op haar lippen de vraag-" Waar dienen dan toch al die prach tige kleeren uit mijn toiletkamer voor, wanneer niemand ze zien mag Het was toch wel niet zoo ernstig gemeend met de eenzaamheid Maar niet voorbarig zijnLola had haar immers alles gezegd over 't karakter en de eigenschappen van Orloff. Afdwingen liet h(j zich niets, maar waarschijnlijk, ja zeker, afsmeeken wel. Was hjj nu eerst maar in de strikken van haar warme, betooverende liefde ge vangen, dan zou zij ook wel gemakkelijk bereiken, wat z(j wenschte en veriangde. Eu het scheen werkelijk {of de Rus zich steeds meer in de netten eener onweer staanbare beteovering vastwerkte. De benaming „uitgebrande vulkaan," die zij met betrekking op hem vernomen had, ging toch niet op. In het binnenste zijner ziel gloeide een vlammenhaard, waarop slechts een vonkje behoefde te valle». Benige weken geduld nog en de overwinning was zonder strijd haar deel geworden. Daar zei Orloff op een morgen eens Doe het elegantste en naar jou «maak het meest elegantste kostuum aan. Wij gaan naar tante Iwanowna Wolgowska, die wel kwaad zal zijn, dat wij 't bezoek zoolang uitgesteld hebben. En moet ik me daarvoor zoo bijzonder kleeden? vroeg Eva met een spottend lachje. Ik hoorde toch van je, dat ze zoo'n hoogst eenvoudige en teruggetrok ken levende dame is. Zeer juist! Maar, we hebben daarom niet minder de verplichting haar met de verschuldigde achting en eerbied te beje genen. Is het offer je zoo zwaar, je in rijke kleeren te steken? Ik dacht juist, dat het 't tegendeel was. En daar vergis je je ook lieelemaa! niet in! Ik dacht maar, dat je tante niet van uiterlyken opschik hield en mij van pronkzucht zou beschuldigen. Zy maakt zelf heelomaal geen drukte, maar verlangt, dat men ten opzichte van haar in de vormen blijft. Heel goed, ik zal er mij naar gedragen. Hebt ge geschreven, dat wij komen? Neen, tante Iwanowna treft men steeds te huis. Eva geeuwde achter haar zakdoek, die zij voor den mond hield, bij de gedachte aan de voorgenomen reis. In elk geval was het een afwisseling en misschien ge lukte het haar ook wel, zieh door dat flikflooiende wezen, dat zelden 't voorge nomen doel miste, een bondgenoote te winnen. Dimitri's blik rustte met trotsche zelf voldoening op zijn jonge gemalin, toen zij nauwelijks een paar uur later naast üem in de Koets zat, met een ruiker van prachtige bloemen in de hand, die uit do broeikas gehaald waren. Gij schijnt tante Iwanowna's hart met één storm te willen veroveren, schertste hg. Lieve hemel die in zoo'n afzondering leeft, verheugt zich over elk nieuw ge zicht, al is het ook van een oude vrouw. Mist je 't gezelschap zoo ongaarne? vroeg hjj, plotseling met een andere stem. Ik dacht altijd, dat twee in gelukkige verstandhouding levende en elkaar bemin- mende menschen aan gezelschap geen be hoefte hebben. Lektuur, muziek, taalstudie, meenings- verschil geven toch afwisseling genoeg. Ge vergeet alleen, dat ik u op dit ge bied niet overal volgen kan. Wat zingen betreft, ben ik in mijn element, als piano- speelster evenwel bracht ik het niet verder dan dat ik een gewoon nummertje kan spelen, en de litteratuur mjjn God, wat heb ik tot nu toe gelezen? Van ile boeken, die in de groote kasten dicht tegen elkaar aan staan, ken ik er immers nauweljjks eenige en de taalstudiewel, daartoe ontbreekt het mij beslist aan ta lent. (Wtrdt ftrtelgd,)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1