DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. )e Bergmolen. BUITENLAND. ndephuisvesi 31-33$ Haarlem Inte^c. Tdefoannummer 1426. 1AANDAC 2 MAART 1908. 32»M Jaargang. No. 6826. Bureaux van Redactie en Administratie: HSSCHOP VAM HAARLEM, aan de Geestelijkheid en de ueloovigen van ons Bisdom Zaligheid in den Heer. Verleden jaar, B. G., vestigden uwe aandacht op het treurige schijnsel, dat het ware Katho- ke leven bij velen onzer zoozeer ïflauwde, en wij noemden als de prnaaniate oorzaak daarvan het n van onchristelijke boeken, tijd- iriften en nieuwsbladenmaar voegden daarbij, dat wij te ge- ;ener tijd nog op andere oorzaken a die verflauwing zouden wijzen, i aan dat voornemen te voldoen len WÜ thans spreken over het lreur ens waardig gebrek aan ken- i vap het geloof, dat bij zooveel Itholieken heerscht. ïjet is allerduidelijkst, dat er geen lake kan zijn van leven uit en br het geloof, wanneer men zijn oof, d.i. de geloofswaarheden, in i geheel niet of slechts zeer ge- Ikkig kent.en dit toch, helaas! is geval bij zeer velen onzer heden- gscbe Katholieken. Vij deuken hier natuurlijk aller- St aan die al te talrijke onge- kigen, vooral in onze grootere den, die in de grootste onwe- dheid opgroeien aangaande de kr God geopenbaarde waarheden, dat hunne ouders zeiven on- lend en onverschillig in het ge- |f hun geen Katholieke op- èding geven of laten geven, hen th naar de Katholieke school noch tr den Catechismus zenden, ja Ie hen vaak om de meest ge ihte en nietswaardige redenen Jlaug Mogelijk van den Catechis- ig verwijderd houden en hen dan ids zeer spoedig na de eerste H. Immune ervan terugtrekken. Dat |te beklagenswaardige kinderen lateren leeftijd niet de noodige loofskeemis zullen bezitten en jbteDgevolge niet uit het geloof llen leven als ware Katholieken gelijkelijk te begrijpen; veel- njoet men zich er over ver won ten, Wa-hneer bij zeldzame uit- ideriig sommigen van hen op ereu leeftijd aanvullen wat de ïoediig hun onthield. Maar of- ooii wij wanneer er spraak vai gebrek aan godsdienstige IniS allereerst aan die meest 'vra^r'°osden denken, toch ver wachten wij voor dezulken niet veel nut van dit herderlijk schrijven, tenzij door ijverige Katholieken nog meer dan tot dusverre ge schiedde, zal gewelkt worden, om aan te vullen wat hun natuurlijke opvoeders verzuimen. Doch behalve deze allerarmsten in het geloof zijn er nog zooveel anderen onder alle standen der maatschappij, die slechts in hun kinderjaren eenige kennis van den godsdienst opdoen; uit den aard der zaak kan dit niet meer dan een kinderlijke, dus zeer onvolledige en gebrekkige kennis zijn, en wanneer nu die kennis niet door voortgezet onderricht wordt voltooid, zal het altijd een gebrekkige kennis blijven, ja is het te vreezen, dat zij spoedig weer het weinige zullen vergeten wat zij hebben geleerd, omdat de zulken veelal zoo weinig mogelijk gebruik maken van de onderrich tingen onder de H. Mis of de con- ferentiën onder het Lof, en wan neer zij die al bijwonen onder de H. Mis van verplichting, er nau welijks en zeer verstrooid naar luis teren, en ieder boek waaruit zij deze, toch allernoodzakelijkste, ken nis zouden kunnen vermeerderen, als vervelende lectuur ongelezen laten liggen. Als wij daarbij nu nog in het oog houden, dat zij dikwijls, bijna dagelijks, verkeerde voorstellingen der geloofswaarheden en tegenwerpingen tegen het ge loof moeten hooren, en in de ver derfelijke lectuur, die zij zei ven vrijwillig kiezen, zullen lezen, dan is het niet meer te verwonderen, dat zoovelen, zelfs onder de zoo genaamd ontwikkelde Katholieken, geen genoegzame geloofskennis be zitten, om aan hun leven een vaste richting te geven. Bij hen is het goede zaad van Gods woord slechts zeer schaars uitgestrooid of opgenomen en er is nog veel on kruid tusschen gezaaid; hoe zou men dan bij hen de rqke vruchten van een waar Katholiek leven mogen yerwachten? Neen, B. G., geen leven uit het geloof is mogelijk zonder genoeg zame kennis van de geloofswaar heden, ja. wat meer is, de kennis alleen is zelfs niet voldoende; voor een goed Katholiek leven is meer noodig, dan alleen te weten, wat ons H. Geloof ons leert. Toen het Joodsche volk in de woestijn werd bezocht door tallooze giftige slangen wier doodelijke beten men niet kon ontvluchten, waartegen men geen geneesmiddelen had, toen liet God door Mozes een koperen slang maken en im de legerplaats oprich ten, met de belofte, dat behouden zou blijven, wie naar die koperen slang zou opzien. Het was niet genoeg te weten dat dit redmiddel in de legerplaats was opgericht, de gewonden moesten ernaar opzien; zoo ook is het ons niet genoeg de geloofswaarheden te kennen met die kennis, waardoor wij een goed antwoord weten te geven op de vragen die daaromtrent kunnen gesteld worden, neen, wij moeten ons geloof kennen met die kennis, waardoor de geloofswaarheden ons zóó levendig voor den geest staan dat wij er terstond aan denken, zoodra wij voor onze handelingen aan die herinnering behoefte hebben Om een eenvoudig voorbeeld te nemenhet kan ons niet baten, dat wij op de vraag„waar is God" weten te antwoorden: „God is alom tegenwoordig", wanneer wij in de bekoring tot zonden, die wij niet eens onder de oogen van een mensch zouden durven doen, zelfsnietdenken aan Gods tegenwoordigheid en aan Zijn alziend oog. Ook zulk een kennis dus het is duidelijk is een onvruchtbare kennis; en toch B. G., zulk een onvruchtbare ken nis komt hoe langer zoo meer onder ons voor. En wat is de oorzaak daarvan? Dat hoe langer zoo meer ook onder ons doordringt die wereldsgezindheid, waardoor wij bjjna onze algeheele belargstelling over hebben voor onze zaken en onze genoegens, zóózeer dat er be halve onder degodsdienstoefeningen, die wij misschien nog zeer spaar zaam bijwonen, geen tijd overblijft om aan het eenig noodige te denken. Waarlijk, wij behoeven nog geen onvoorwaardelijke lofpiijzers te zijn van den vroegeren tijd om toch diep te betreuren, dat ook in huis gezinnen, die nog goed katholiek heeten, niet meer als vroeger de gewoonte bestaat, om in alle ver trekken van het huis herinneringen te plaatsen aan Christus en Zijne heiligen, de gewoonte om de huis- genootea bij hun terugkeer uit de kerk te vragen en te laten verhalen wat zij daar hebben gehoord, de gewoonte om met elkaar te spreken over de plechtige viering van kerke lijke feesten, waarbij de Geheimen van onzen Godsdienst worden her dacht, de gewoonte om bij ver maningen, die wij aan kinderen en onderhoorigen soms moeten geven, hun allereerst godsdienstige beweeg redenen voor te houden, in één woord de gewoonte om veel aan de geloofswaarheden te denken en te doen denken. Zoo leefde men eertijds, zoo leerde en hielp men elkander leven in gestadige herin nering aan de waarheden des ge- loofs, en aldus kon men de kennis daarvan niet alleen niet vergeten, maar ook het tynkm er aan niet verleeren-, en zoo werd het gemak kelijker te levun uit het geloof, omdat men voortdurend leefde in het herdenken van zijn geloof terwijl nu maar a! te vaak die waarheden voor ons zijn als het zaad, dat valt op een dorren bodem, waarin het niet wordt opgenomen, of langs den weg, waar het door anderen wordt vertreden, of tusschen de doornen van onze aardsche bezig heden en genietingen, waar het wordt verstikt. Daarom, B. G., moet gij in voor u zeiven èn voor dege nen, die aan uw zorg zijn toever trouwd den grootsten prijs er op stellen, niet slechts te weten en voortdurend beter te leeren kennen wat ons H. Geloof ons leert, maar vooral de herinnering aan die heili gende waarheden levendig te houden. Die waarheden, dat geloof noemt de Apostel Paulus de wapen rusting Gods waarmede wij onze ziel en onze eeuwige goederen moeten verdedigen tegen de ge varen, die ons alom bedreigen welnu, een strijder bergt zijn wapens niet op maar draagt ze steeds aan zijn zijde, opdat hij ze terstond zou kunnen grijpen, als bij aange vallen wordt. Zoo dienen ook wij te doen, want als wij de wapenrusting Gods wel zouden bezitten maar als het ware opgeborgen en niet bij de hand voor dadelijk gebruik, dan wordt zij ons nutteloos ja zelfs evenals iedere verwaarloosde ge nade een reden tot gestrenger von nis. De thans weer, aangebroken tijd van de Vasten is een geschikte tijd om ook onder dit opzicht in te halen wat wij mochten verzuimd hebben, althans om daarmede een ernstig begin te makenen wanneer wij dit trouw doen gedurende de zeven weken van gebed en boete, die nu volgen, dan lijdt het geen twij fel of dan is dit het begin voor u van een ook later gemakkelijk vol te houden hooger godsdienstig, echt Katholiek leven. Wij maken van deze gelegenheid gebruik om u ook dringend aan te sporen tot een hartelijk gebed voor onze zoo zwaar beproefde H. Kerk en voor al haar kinderen, niet alleen voor die haar trouw bleven, maar ook voor de vele, die in deze treurige tijden haar helaas! ontrouw werden; bidt voor onzen H. Vader den Paus, vooral in dit jaar, waarin hij onder zoo droevige omstandigheden zijn gou den priesterfeest viert, en offert bij de collecte, die op een der Zonda gen van de Vasten zal gehouden worden om liem een feestgeschenk aan te bieden bij zijn jubilé, met milde hand uwe gaven, die hij zoozeer noodig heeft en voortdurend méér noodig heeft om te voorzien in de steeds stijgende behoeften der Kerk. Bidt verder voor al uw gees telijke en wereldlijke overheden, voor H. M. onze geliefde Koningin en voor Haar Koninklijk Huis, dat de goede God moge bewaren en vermeerderen en zegenen en bidt ook een hartelijk gebedje voor ons, die voortdurend ook uwer geden ken in ons gebed. Overeenkomstig de ons daartoe door den Apostolischen Stoel ver leende volmacht, geven wij U dit jaar de gewone dispensatiën in de kerkelijke wetten van onthouding onder de gewone voorwaarden; welke dispensatiën en voorwaarden door de WelEerwa&rde Pastoors en Rectoren zullen worden afgekondigd. Krachtens Apostolische volmacht verleenen wij aan de geloovigen van ons Bisdom, weder voor dit jaar, d. i. tot aan de 40-daagsche Vasten van het volgend jaar, dis pensatie in de onthoudingswet op alle Zaterdagen, uitgenomen die Zaterdagen welke geboden Vasten dagen zijn- Echter vermanen wij U, om door aalmoezen en andere goede werken aan te vullen wat door het gebruik maken van de verschillende dispensatiën aan uwe boetedoening ontbreekt. En zal dit ons herderlijk schrijven op den Zondag Quinquagesima in alle tot ons Bisdom behoorende kerken, alsmede in de kapellen waarover een Rector is aangesteld, op de gebruikelijke wijze worden voorgelezen. Gegeven te Haarlem, den 17den Februari 1908. t AUGUSTINUS JOSEPHUS, Op last van Z. D. Hoogwaardigheid, M. P. J. MöLLMANN, Secretaris. Algemeen Overzicht. Opeens is hoogst acuut geworden een kwestie, die al jaren lang de Europeesche Jpolitiek bezwangert: de Balkankwestie! Uit de „Macedonische kwestie'", uit de Servische, Bulgaarsche en Grieksche oneenigheden is nu op eens de Balkankwestie weer in haar geheel opgerezen, en Europa houdt zich het hart vast wat ervan komen moet. Engeland heeft den knoop door gehakt met de reeds door gemelde rede van minister Fits Maurice, waarvan de quintessence was, dat de Sultan, naar Engeland's opinie, niet meer geschikt is en bij machte om Macedonië behoorlijk te bestu ren. Zoodat Engeland erover denkt, om Macedonië een zelfde soort on afhankelijkheid te geven als Servië en Bulgarije hebben, althans gehad hebben. Dat zou beteekenen, dat er voor Turkije weer een flinke lap uit zjjn grondgebied zou worden gehaald! Als gouverneur-generaal van dat bijna onafhankelijke Macedonië zou men het oog hebben op prins Mirko van Montenegro, heet het al Dat Engeland opeens zich zoo vlakaf voor een erg hardhandige op lossing van de Macedonische kwes tie verklaart, heeft begrijpelijker wijze groote opschudding verwekt. Niet alleen in Turkije-zelf Maar ook in de kabinetten van de groote mogendheden die sinds de overeenkomst van Mürzsteg dachten, zich nu eindelijk eens uit die eeuwige Balkan-wespennesten te hebben uitgewerkt! Het zal de vraag wezen, wat de overige mogendheden nu zullen zeggen en doen Uit P e r z i hooren we niet veel nieuws. Sommige berichten spreken van een uitgebroken revolutie, maar dat wordt niet bevestigd. De uitwerking van de bommen is, zooals uit de [telegrammen reeds bleek, zeer hevig geweest. De knal len werden door de gansche stad gehoord en van een groot aantal huizen braken de ruiten. De straat, waar de aanslag plaats had, was gehael rood van het bloed der slachtoffers. Trouwens, de garde van de Sjah begon ook dadelijk woest [in het rond te vuren. Men zegt, dat de bommenwerpers uit Tebris afkomstig zijn. Het huis, waarin de Sjah vlucht te, was dat van den geneesheer Hussein Kahn. Deze kon [consta te eren, dat de vorst geen verwon dingen had opgeloopen, en ook, dat de zenuwen niet buitengewoon waren aangedaan. Twee generaals en een eskadron ruiters wachtten den Sjah aan de huisdeur op. Dicht omgeven door deze cavalerie, begaf de Sjah zich te voet naar huis. Omtrent dt directe oorzaken van den aanslag hebben we geen nieuws. Blijkbaar is de bomaanslag een gevolg van de ontwikkeling dei- gebeurtenissen. Mohammed Ali Mirza besteeg op 1 Januari 1907 den troon, na het overlijden van zijn vader; en het eerste jaar van zijn regeering is een jaar geweest vól zorg en onlus ten, waarvan grootendeeis de wan kelbaarheid van den Sjah de oor zaak was. Hij had als kroonprins reeds den eed op de grondwet af gelegd en dien na zijn troonsbestij ging hernieuwd, en toch poogde hij telkens weder de grondwet in te trekken en het parlement, door zijn vader ingesteld, af te schaffen. Tot driemaal toe heeft hij in den loop van verschillende raadgever» gepoogd de autocratie te herstellen en daarna weder een plechtigen eed op den Koran afgelegd, dat hij de grondwet zal handhaven. De laatste maal, nog slechts enkele weken geleden, onder den invloed der ge zanten van den grooten mogend heden, nadat hij op raad der Rus sische officieren en ambtenaren in zijn omgeving eerst gepoogd had een coup d'êtat te ondernemen. Het wantrouwen van het volk tegen den Sjah en zijn gunstelingen had zich reeds in September van het vorig jaar geuit, toen de mi nister-president Emin es Saltanch werd gedood, die zich, door zijn willekeurige en gewelddadige poli tiek zeer gehaat had gemaakt. Dat het bij dien eenen aanslag niet blijven zou, was te verwachten. Want de Sjah dieigt van twee zijden gevaar. Van de oud-perzische fanatieke reactionnairen, die meenen dat een troonswisseling wellicht een verandering van systeem zal te weegbrengen en het oude regee- ringsstelsel zal doen herleven zoowel als van de fanatieke moder nisten, die vreezen, dat het den Sjah eindelijk toch gelukken zal zijn plannen uit te voeren tot omver werping van deu toestand, dien zijn vader heeft ingesteld. Uit Posen wordt gemeld, dat het nieuws van de aanneming der P o- lenwet door het Pruisische Heerenhuis, daar groote opschud ding verwekt heeft. Tot het laatst toe hadden de Polen gehoopt, dat de Pruisische regeering haren zin niet zou krijgen. Men kan er onder de Polen nau. welijks aan gelooven, dat het nu FEUILLETON. (Naar het Duitseb.) En ik zei laatst op een zelfde bemer king van Eva dat ik deze doornen met vreesde, doch ze er met een Hinken greep zou afrukken. IEUwE HURLEMSCHE MMT ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Haarlem fl.35 Voor de plaatsen, waar eeE agent ie gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaateen in Nederland franco per post 1.81 Wonderlijke nummers0.05 PRIJS DER ADVERTENTiËN: Van 16 regelsf0.60 (contant)f 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie i contant. JR BK GENADE GODS EN DE GUNST VAX DEN APOSTOMSCHEN STOEI. BISSCHOP VAN HAARLEM. 9) ola nam haar arm. Kom, we zullen isschen eens in de muziekkamer gaan eu en je muziek nazien. Ik ken ver- iidene nieuwe composities, die je ruis en nog niet hebt. e jonge vrouw volgde met een nris- idig gezicht. [aar goede luim keerde eerst terug, i men ging soupeeren en de schuimen- tvijn i« 4e glazen parelde. Toen gloei- mond en wangen, toen fonkelden die rlijke oogen, toen lachte zij zoo har- li en he too verend en toonde weer dié" mende lieftalligheid, die men ver- Sidene jaren terug in't meisje uit den den molen" roemde. 'enige niet erg fijne, maar steeds goed leende scherts vloog haar over de lip- en dan Seleek het of uit haar blik r'.rische vonken schoten over Orlofl' i, die zijn zeer U100ie vrouw met veel ievallen maar "met niet minder har- iheid toelachte. >en 't dessert rondgediend was, fluis- le Eva de Barones iets toe en beiden begaven zich in de naast de eetkamer gelegen muziekkamer. Spoedig weerklonk heerlijk de volle stem der jonge vrouw, [die een hartstoch telijk, Spaansch minnelied zong. O, wat klonk dat zoet, zoo mild, zoo juichend. Daarbij keek de zaDgeres immer naar de zaal daarnaast, als verwachtte zij iemand. Masr deze verscheen toch niet. Orloff en Iwanowna spraken over landhuishoud kundige aangelegenheden en werden daarbij driftig Och, die luisteren toch heelemaal niet. Waarom zal ik mij dan inspannen riep Eva, zing maar wie lust heeft! Welke nieuwe composities wildet gij mij straks aanbevelen Het zijn eenvoudige liederen, maar veel roerende innigheid ligt erin. Je kunt ze bij mij doorzien. Had ze toch liever dadelijk meege bracht. Twee ervan ken ik van buiten Ja? Geef ze dan asjeblieft eens op. La ten wij die daar binnen maar overoude en nieuwe inrichting twisten en verma ken wij ens maar op andere wijze. Lola begon na even nagedacht te heb ben inleidende noten te spelen en begon roen een in den volkstoon gecomponeerd ietwat weemoedig liedje te zingen. Eva leunde op de piano en keek in de eetzaal. Tante Wolgowska wou 't ge sprek met onverzwakte levendigheid voort zetten, maar Orlofl' onderbrak haar met een duidelijk te begrijpen, stilte verzoe kende beweging, stond op en liep zacht jes naar de muziekzaal, terwijl Iwanow na, wier zieke voet op een geschikt kus sen lag, 't verzoek mee te komen, open lijk afsloeg en een sigaret aanstak. De jonge vrouw gevoelde iets als kreeg ze een scherpen steek. Haar trots was doodelijk gekwetst. Zij, met haar won dervol stemorgaan, met haar hartstoch telijke, warme wijze van voordragen, kan Dimitri's opmerkzaamheid niet opwekken en deze zieke, moede, gebrokene stem oefende zoo'n macht over hem uit, had gewoon een tooverinacht over hem Als in een droom wandelend, was hij lang zaam, automatisch, gelijk als door een magnetische kracht aangetrokken, nader getreden en ving eiken toon op als was hij een heilige openbaring. Eva was met den ryken, voornamen man zonder liefde getrouwd, slechts uit eer en genotzucht, maar nu scheen het haar toch toe, als moest zij de Baro nes met beide handen wegstooten en haar toeroepenHoe durft gg het te wa gen te nemen, wat van mij is en mij alleen toebehoortzijn bewondering, zijn bekoring Een hatelijke, afstootende uitdrukking misvormde geheel haar anders zoo be koorlijk gezichtje. Orloff bemerkte het niet. Al zijn belangstelling gold de zan geres, die, nadat 't slotakkoord aangesla gen was, een licht goruisch vernemend, omzag en haar plaats aan de piano dade lijk verliet. Misgunt u mij 't genoegen naar u te luisteren? vroeg Dimitri. Ik ben moe en kan niet verder zingen. Uw jonge vrouw zal deze eenvoudige liedjes leeren. O, asjeblieft, liever nietriep Eva bijna ongemanierd. Ik zou ze toch niet naar zijn genoegen voordragen. Neen, neen, laat hem alleen maar van uw gezang ge nieten. Zij ijlde weg. De Barones blikte haar na en fluisterde: De eerzacht van dat kind is gauw ge kwetst. Dat moet men in aanmerking nemen. Spreek een paar verzoenende woordjes. Wanneer zij zich als een zottin aanstelt, ben ik de man niet zulke dwaasheid te bevorderen, antwoordde Orloff kort. Moet ik werkelijk daarom missen, vandaag je zoete stem nog eens te hooren? Ja. Het doet mij oprecht leed zonder eenig opzet een kleine twist veroorzaakt te hebben, die naar ik hoop, spoedig weer bijgelegd zal zijn. 4| Toen gij cle hand mijner bescherme linge vroegt, zei ik: Ge strekt de hand naar een roos vol doornen uit. Wil ik u naar Iwanowna brengen,,Me vrouw de Barones? Lola boog. Nu, wet loopen jullie nu allen weg? riep tante, en wat heeft je vrouw, Di mitri? Die is hier zoo juist door de kamer gerend als een dolle zonder te antwoor den, toen ik ze aanriep. Gaat het er bij jullie altijd zoo opgewonden naar toe? Evaas levendigheid zal wel spoedig ver minderen, antwoordde Dimitri lakoniek en Mevrouw jvan Rustelli voegde erbij zij is 't voorrecht der jeugd, overigens beter te veel dan te weinig tempera ment! Nu, over zienswijzen valt met te twis ten. Goede nacht, kinderen. Ik heb slaap Wanneer ik later wakker blijf dan ge- wbonlijk, dan blijf ik het dikwijls tet 's morgens, en oude menschen hebben slaap noodig- Neem u mij mee! riep Lola, evenzoo dadelijk opstaand. Onze kamers zijn im mers dicht bij elkaar. Ik ken uwe ge woonten en dat zijn ook de mijne. Den arm harer oude vriendin nemend, wou de Barones zich met liaav verwijde ren, toen de gastvrouw plotseling binnen trad en achter haar een meisje met vruch ten en sigaretten volgde. Wat? Mijn lieve gasten zouden stilletjes willen vluchten, terwijl ik bezig ben hun een kleine verrassing te bereiden? riep zij lachend. Neen, neen, dat laat ik niet We, Dimitri. De dames blijven nog een beetje onze gevangenen. Gij moet mij helpen ze vast te houden. Ieder* boosheid was van haar pikant gezichtje verdwenen, alleen heel diep in baar blauwe oogen scheen nog een sprank je boosheid te zitten, dat evenwel alleen door de Barones bsmerkt werd. Orloff keek 't wolkje zijner sigaret na en Iwanowna bekeek met echte Russische snoepachtigheid de gesuikerde vruchten. Zeer aardig en aanlokkelijk, zei ze. Geef maar hier, mijn duifje. Zooiets mag ik wel. Vroeger heb ik veel laten inmaken, nu ben ik evenwel te oud en te lui. Dan wordt toch alles onder de vingers van de dienstboden weggestolen en daarvoor geef ik mijn geld niet uit. Wanneer u het toestaat, zal ik steeds voor Uw lievelingskost zorgen. Aardig van je, dat je Ivoor die oude vrouw zorgen wiit. Dat smaakt goed, zeer goedNeem toch nog wat Dank u, nu heb ik genoeg en ga weg. Maar laat ik jullie niet storen. Blijven jullie nog wat en maakt muziek, zooveel je wilt. Goeden nacht! Ik ga mee, Iwanowna. Onze lieve vrien den zullen ons wel verontschuldigen. Daarop volgde de Barones haar, door Mevrouw van Orloff tot haar kamer weg gebracht. Inde gang wachtte reeds de door een druk op den electrischen knop geroepene juffrouw. Ik heb niemand noodig! zei Iwanow na, terwijl Lola de diensten van 't meisje aannam. Wordl vervolgd,)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1