DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
De Bergmolen.
Haagsche Brieuen.
ftindeptiiiisve'&t 3i«33f HaaHem
BUITENLAND.
BINNENLAND.
I
WOENSDAG 4 MAART 1908.
32"« Jaargang. No. '6828.
Bureaux van Redactie en Administraties
Bistere. Telefoonnummer 1426.
XIlI.
Wie in de Residentie met poli
tieke oogen rondloopt, ziet altijd
wat bijzonders. Zoo was bet in de
onlangs voor Oorlog zoo spannende
dagen de moeite waard, de heeren
Van Rappard en Staal te ontmoeten,
die nogal eens samen opkuierden:
Van Rappard in zijn zorgvuldig
toegeknoopte blauwe overjas, min
of meer peinzend en steeds loopend
in een rechte lijn; zijn voorganger
met wapperende jas, flainbard-hoed
en losjes voortstappend, zoodat hij
dan vlak naast zijn opvolger liep,
dan weer een eindje van hem af
was. Wat hadden ze 't druk, die
twee! 't Woord was meest aan den
luidruchtigen Staal, terwijl Van
Rappard fijntjes lachend liep te
luisteren. Thans trekken zij geen
aandacht meer; in de plaats dezer
gezette figuren [is de schriele Sabron
gekomen, wien de hooge hoed
traditioneels ministerdracht nog
wat vreemd staat boven zijn smalle
schouders en zijn jeugdig gezicht.
Hij wandelt nogal eens met gene
raal Kool, den grijzen .commandant
van het veldlegerden eenigen
militair, die van de jongste oorlogs
crisissen heeft geprofiteerd.
Een bekend persoonlijkheid is deze
in den Haag, waar hij nu al zoo
lang in zijn generaalstenue rond
stapt. Sabron laat hem in den regel
maar rustig praten, wat bij Kool
met drukke gebaren gepaard gaat.
't Zou me niets verbazen als deze com
mandant zich zoetjesaan een soort
opperminister gaat gevoelen, want
hij overleeft in figuurlijken zin den
een na den ander.
Marine heeft den laatsten tijd
twee altijd-lachende ministers ge
had, maar bij Cohen Stuart was daar
melancholie bij gemengd, terwijl
Wentholt de pure vroolijkheid op
zijn gezicht heeft uitgedrukt. Niets
geen militair, deze minister, als je
hem zoo in politiek naar zijn depar
tement ziet stappen. Zoo'n genoege-
lyk burgermannetje ziet hij er uit,
die zijn schaapjes op het drooge
heeft en nu zijn grootste genoegen
vindt in onkelen en wandelen.
Een bekende figuur is natuurlijk
minister Kolkman, dien je vroeger
nogal eens kondt tegen komen met
een of twee zijn kleinste kinderen.
Het was zijn lust en zijn leven, met
die peuters een straatje om te
maken, maar dat is nu uitals
minister eischt het departement
dagelij kscbe zorgen. Regelmatig
zie ik onzen leider daarheen stappen:
de hooge hoed een beetje schuin
op het hoofd, het joviale gezicht
frisch in den wind. En wie yroeger
wel eens met het Kamerlid mocht
opwandelen, behoeft zich nu heele-
maal niet op een afstand te gaan
houdenKolkman is precies dezelfde
gebleven, toeschietelijk voor ieder;
licht geneigd tot een geestigheid.
Intusschenwie hem kennen weten,
dat hij zijn ministeriëele taak zwaar
wichtig opneemt.
Minister Bevers moet zich op
Waterstaat wel goed thuis gevoelen,
want hoewel advocaat, was hij als
wethouder van openbare werken
der Residentie ook goed vertrouwd
met de honderderlei zaken, waar
mede hij te maken had. En zijn
tegenstanders in den Raad stond
hijIn zijn gang beeft hij iets van
den zeeman; als hij met den kleinen
Wentholt loopt, zou men eer hem
voor den marineman houden dan
dezen.
Minister Talma, die jeugdige
boffer, kan zich best in zijn rol
schikken. Hij heeft er altijd graag
gentlemanlike uitgezien en kleedt
zich dus graag met zijn hoogen
hoed. Ik hoor hem al oreeren achter
den ministerstafel en ben benieuwd
hoe hij 't stellen zal met zijn tra-
dioneelen lach.
Als de Kamer vroolijk was
en dat zijn de heeren op het Bin
nenhof graag kon men den lach
van Tietjerkstradeel boven alles
uithooren, een lach, welke menig
maal linker tegenstanders tot boos
heid bracht, wanto, die kon hen
zoo sarcartisch in de ooren klinken
Het zal bepaald een leemte wezen,
als ik het geschater des heeren
Talma in de Tweede Kamer mis;
als minister zal hij zich wel een
beetje moeten inhouden.
Minister Heemskerk, die een be
scheiden woning aan den Nieuwen
Uitleg heeft betrokken, heeft altijd
pret in zijn eentje, 't Is of hij
voortdurend een tegenkanter tus
schen vinger en duim heeft. Hij
schijnt alles fe kunnenkamerlid
en wethouder tegelijk, terwijl hij
nu Hagenaar en Amsterdammer
tegelijk is. Wekelijks toch reist hij
heen en weer tusschen zijn woning
hier en in de hoofdstad, 't Zal mij
benieuwen, hoe lang hem dat zal
bevallen, want 't geeft nogal wat
tijdverlies, dunkt me.
Nu moet ik tot mijn schande
bekennen, dat ik minister Nelissen
nog niet ken. Och, de leden van
den Hoogen Raad treden zoo weinig
op den voorgrond, maar thans zal
dat voor dezen geloofsgenoot anders
moeten worden. Ik zal wel op hem
letten, evenals op de heeren Ideu-
burg, die nog komen moet, en De
Maiees, een diplomatieke deftigheid,
gelijk ministers van buitenlandsche
zaken behooren te zijn. Hij is
alvast minder phlegmatiek dan zijn
voorganger, en dat mag ik wel.
Politicus.
Algemeen Overzicht.
De Engelsche koloniale poli
tiek heeft een succesje te boeken
de expeditie tegen den oproerigen
stam der Zakka's in Britsck-Indië
is beëindigd met de zegepraal van
Engeland.
De „Wersm. Gaz" schrijft erover:
De Zakka's zullen geleerd hebben,
dat, wijl hun hand is tegen allen,
soms zelfs tegen hun eigen stam-
genooten, niemand de hand voor
hen uitsteekt; zij zullen geleerd
hebben dat de grenspolitie steeds
beter wordt en zij zullen onder
vinden dat de vrede niet minder
dan de oorlog voordeelen heeft.
Er zijn vele bijkomstige omstan
digheden aan te voeren voor de
afzondering, waarin de Zakka's ge
laten zijn, als: de vriendschap van
den Emir van Afghanistan voor
ons en de onderlinge twisten van
sommige Afridi-stammen; maar deze
verklaren niet het verschil tusschen
de pas opgedane ervaring en die
van 1897/8, toende geheele grens
in opstand kwam.
De hoofdroden van de verandering
zal wel zijn, de goede uitwerking
van onze grenspolitiek van de
laatste negen jaren, die de Afridi's
heeft geleerd dat wij in staat zijn
onszelf te beschermen en verzet te
straffen en toch geen plannen
tegen hun grondgebied hebben.
De voorstellen, welke de Zakkc's
aan generaal Wilcocks hebben ge
daan, zijn, naar de berichtgever
van de „Times" mededeelt, de vol
gende
De volle verantwoordelijkheid
voor het goed gedrag der Zakka's
zal in de toekomst worden verdeeld
over de voornaamste Afridi-stam
men, die elk een bepaald deel van
het Zakka-gebied voor hun reke
ning nemen. Strooptochten op
Britsch gebied of andere vijande
lijkheden van Zakka's zullen on
verwijld door deze stammen gestraft
worden. Mochten htin strafmiddelen
niet toereikend blijken, dan stellen
deze stammen zich aansprakelijk
voor het toegebrachte nadeel en
onderwerpen zij zich aan de straffen,
welke de Briische regeering zal
goedvinden hun op te leggen.
De Zakka's spreken de hoop uit,
dat het verledene hun vergeven
zal worden, uit hoofde van de zware
verliezen, welke zij in dezen veld
tocht hebben geleden. {Zij verklaren
zich echter bereid de schuldigen,
die nog ontkomen zijn, te straffen
en bieden als waarborg voor huu
goede trouw een aantal achterlaad-
geweren aan.
Deze voorwaarden werden aan
geboden door een deputatie van
300 voorname Zakka's en 500 of
600 vertegenwoordigers van andere
Afridi-atammen.
Ze zijn j door Engeland aangeno
men, waarop de Zakka's 20,000
geweren in onderpand gaven.
De Britsche troepen trokken te
rug en werden op den terugtocht
geen enkele maal beschoten, gelijk
vroeger herhaaldelijk na afloop van
een expeditie geschiedde. Dit feit
wordt als een gunstig voorteeken
voor den ernst der onderwerping
beschouwd.
Wat Marokko aangaat, heeft
Frankrijk besloten om door te tasten
en door den zui en appel maar heen
te bijten.
Gisteren was te Parijs minister
raad, waarin besloten werd generaal
Lyautey en den gezant Regnault
naar Casablanca en Oedzja te zenden
met opdracht nauwkeurig tebestu-
deeren welke maatregelen moeten
genomen worden om de aan Frank
rijk en Spanje opgedragen organi
satie der politie voor te bereiden.
Ook gaan zij met gelijke opdracht
naar Oedzja, waar de inrichting der
politie zal berusten op tusschen
Frankrijk en het Magzen te dien
aanzien gesloten bijzondere overeen
komsten.
Ofschoon generaal d'Amade niet
om versterking der troepenmacht
heeft gevraagd, heeft de regeering,
ten einde de aanwezige troepen
wat rust te schenken, een drietal
dagen geleden de uitzending naar
Marokko gelast van 4000 man, n.l.
5 bataljons infanterie, een batterij
artillerie, rijdende mitrailleurs en
een escadron ruiterij.
Generaal Lyautey en Regnault
zullen onmiddellijk vertrekken.
Men schat, dat zij voor hun
opdracht een 20-tal dagen noodig
zullen hebbendaarna komen zij
te Parijs terug terug om verslag
van hun zending uit te brengen.
Merkwaardig is een honigzoet
artikeltje van de Times die zegt dat
Frankrijk van de sympathie van
Engeland en, naar het blad ver
wacht, van alle beschaafde naties,
verzekerd kan zijn door de loyale
wijze, waarop het de bezwaarlijke
en moeilijke taak, door Europa
opgelegd, tracht te vervullen.
Het heeft tot nu toe talrijke
bewijzen gegeven van zijn goede
trouw en het zal, daarvan is de
„Times" overtuigd, op dezelfde
wijze blijven handelen, ook in de
nieuwe phase van den strijd, waarin
de Marokkanen het tegen wil en
dank hebben gewikkeld, en waarin
de Franschen rekenen kunnen op
Engeland's krachtigen zedelijken
steun 1
De Figaro verzekert, dat er de
grootste overeenstemming heerscht
tusschen de regeering en generaal
Lyautey.
Wat betreft de te volgen strategie
zijn de generaals Lyautey en
d'Amade het volkomen eens. Gene
raal Lyautey kan niet anders dan
ten stelligste instemmen met de
plannen en opvattingen over de
actie in Marokko, die zoo vaak reeds
van de Kamertribune door de
regeering verkondigd zijn.
De C o n g o-overeenstemming is er
dus, naar men uit Brussel meldt.
Morgen zal het stuk gepubliceerd
worden.
De nieuwe regeling moet gebas-
seerd zijn op een fonds van zestig
millioen voor uitvoering van open
bare werken ter vervanging van
de rechten des konings op het
kroondomein. Zooals men weet,
was er tot nu toe sprake van een
dubbel zoo groot bedrag.
De Belgische staat verplicht zich
echter, volgens het ontwerp, tevens
gedurende vijftien jaar jaarlijks
drie millioen ter beschikking van
den koning te stellen voor weten
schappelijke {onderzoekingen en
groote werken in den Congo.
Van een civiele lijst wordt in
het ontwerp niet gerept.
De Brusselsche Matin zegt in
tusschen
„Men verzekert ons dat de Con-
gostaaat, de mogelijkheid van een
Eugelsch krachtdadig tngrijpen
voorziende, zich van de eveutueele
diensten verzekerde van schepen
opder Engelsche en Fransehe vlag.
De Congostaat is verzekerd van
de besliste hulp van Duitschland
tegen EDgelsche aanspraken; de
meest formeele verzekeringen zijn
gegeven ten aanzien van den werk-
dadigen steun der Duitsche regeering
en van een volkomen overeenstem
ming met den Onaf hankelij ken
Congdfetaat over de uitlegging van
de Akte van Berlijn aangaande de
handelsvrijheid.
„De Onafhankelijke Congostaat
bereidt een antwoord voor op bet
Engelsche witboek, dat ontzettende
misvattingen inhoudt."
Een allermerkwaardigst voorstel
is gisteren in het Perzische par
lement is behandeling geweest. Aan
eiken minister wil men n.l. een
Europeesch raadsman toevoegen
De voorstellers verwachten ervan
dat de regeering er standvastiger
door zou worden, de vreemde geld
markt meer vertrouwen in Perzie
zou gaan stellen en de invloed van
de hof partij op de regeeringszaken
gefnuikt zou worden.
Het voorstel werd met een kleine
meerderheid verworpen, maar zal
opnieuw ingediend worden.
Nieuwtjes in drie regels.
Hofberichten.
Z. K. H. de Prins heefi gisteren
middag in het legatiegebouw aan
de Heerengracht een bezoek afge
legd bij den Belgischen gezant bij
ons hof, baron Guillaume en baro
nesse Guillaume, die hun 25-jarige
huwelijksverbintenis gedenken.
Bij deze gelegenheid heeft Z. K.
H., ook uit naam van H. M., het
echtpaar de gelukwensehen met dit
feest aangeboden.
Tweede Kamer.
Tot lid der Tweede Kamer voor
het district Rheden is gister bij
enkele candidaatstelling gekozen jhr.
J. W. J. C. M. van Nispen tot Se-
venaer (r.-k.), te 's Gravenhage.
Sliedrecht.
Voor het district Sliedrecht zijn
officieel candidaat gesteld voor de
Tweede Kamer de heeren jhr. mr.
H. Smissaert (lib.), J. van der Mo
len (antir.) en H. Spiekman (soo.-
dem.).
Tietjerksteradeel.
Voor het lidmaatschap der Tweede
Kamer in het district Tietjerkste-
radeel werden officieel candidaat
gesteld de heeren mr. Rink (lib.),
W. H. Vliegen (soc.-dem.) en C.
van der Voort van Zijp (antir.).
Uit de Staats-Cuurant.
Bij Kon. besl. van 27 Februari
is, met ingang van 1 April, be
noemd tot inspecteur der directe
belastingen, invoerrechten en ac
cijnzen aan het departement van
financiën, G. B. Wendel, thans in
specteur dier middelen, tijdelijk te
's Gravenhage.
Bij Kon. besl. van 2 dezer is,
met ingang van dien datum, be
noemd tot lid en voorzitter van den
Pensioenraad voor burgerlijke amb
tenaren, mr. Th. H. de Meester,
oud-uiinister van financiën.
Bij Kon. besl. van 2 dezer is
benoemd tot ridder in de orde
van Orauje-Nassau, J. L. Erland,
gezagvoerder van het- Noorsche
stoomschip „Songa."
De Socialisten onderling.
Te Zwolle hebben de vrije socia
listen een feestelijke bijeenkomst
gehouden. Aan het verslag der
„Zwolsche Courant" ontleenen wij
het volgende:
En toen kwam het hoofdmoment
van den avond: de opvoering door
de tooneelvereeniging „Door het
volk, voor het volk", van de sati
rieke klucht Louis Maximiliaan
Barricade) waarin de bekeermg van
den bekenden soc.-democraat Her
mans van het vrije-socialisme tot
de soc -democratie wordt gehekeld.
Als men nu nog weet, dat in deze
klacht, geschreven door Jan Katoen,
optredende personen, o. a. L. M.
Barricade (Hermans), „Z. M. Pieter
Jelles de Eerste", Willem Libertaa
Buldog (Vliegen), „Generaal Haan
tje Pik", „Makkie vau Budapest"
heeten en dezen persi nen heel wat
dols in den mond wordt gelegd,
dan kan men begrijpen, dat de
vrije-socialisten zaten te genieten.
De klucht werd tamelijk goed ge
speeld.
Toen sprak Nieuwenhuis nog een
slotwoord en men kon ten dans gaan.
Vrije en niet vrije socialisten be
stoken elkander dus nu ook reeds
op feestvergaderingen.
Welk een heerlijk beeld der „toe
komstmaatschappij 1"
Gemengde Berichten.
Vechtersbazen. Op den Gel-
dropschen weg te Stratum geraak
ten gisternacht eenige vastenavond
pretmakers, (bewoners van woon- 1
wagens) onderling aan het vechten. J
Natuurlijk vloog het mes in een
oogwenk uit broekzak of schede en
werd van dit wapen, volgens ge-i i
woonte, een duchtig gebruik ge
maakt.
Een der strijders bekwam een
gevaarlijken steek in de zijde, ter
wijl eenige anderen min of meer
belangrijke verwondingen opliepen.
Een misdaad? Gisteren werd
door de Rijkspolitie te Woensel bjj
Eindhoven een onderzoek ingesteld
naar het plotseling overlijden eener
vrouw aldaar. Het geruoht liep
dat deze vrouw gestorven zou zijn
tengevolge eener mishandeling.
Het moet echter gebleken zijn
dat drankmisbruik aan den dood
FEUILLETON,
EHHE HMRLEMSCHE COURMT
ABONNEMENTSPRIJS:
Pe; 3 maanden voor Haarlem
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
1,81
0.05
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummers
f 1.35
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
Van 16 regelsf0.60 (contant)f 0.50
Elke regel meer.0.10
Grooto letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant.
Ook abbé Naudet heeft zich aan
den H. Stoel onderworpen. De „Jus
tice Sociale" is gestaakt.
Franco, de oud-minister van
Portugal, zal zich vestigen te Verona
in Italië.
Te Madrid zal spoedig een con
gres plaatB hebben van den Interna
tionalen Bond tegen het duel.
(Naar het Duitsch.)
41).
Wanneer het evenwel heel tam, lief en
vertrouwelijk geworden is open ik mis
schien soms 't deurtje van 't kooitje wel
eens, natuurlijk alleen onder 't beding,
dat het zijn vrijheid niet misbruikt,
maar op ilen eersten roep gehoor
zaam weer in 't kooitje sluipt, schertste
Eva, die zich tot die schalksheid dwin
gend, die haar jeugdige frischheid en
levendigheid haar gaf, maar daarbij schit
terde haar iets in de oogen, dat verre
van toegevendheid beduidde.
XVI.
Trouwe onvermoeide zorgen streden om
Walter's behoud, dat als een nog heel
even vlikkerend vlammetje dreigde uit
te zullen gaan,
Misschien waren het wel de gebeden
van twee reine meisjeszielen, die den
i doodsengel bewogen, van de lijdon ssponde
te wjjken.
De bereide opgegeven# kwam er al
lengs berencp.
Na zyn herstel scheen een opvallende
verandering in hem te zijn ontstaan.
Hij was ernstiger en stiller geworden,
maar oiu. zijn mond lag nu een energieke
trek, waarvan vroeger nooit iets te be
speuren was geweest.
Niemand sprak over Eva en ook Wal
ter noemde haar naam nooit.
Wel echter rustte zijn blik dikw'jls met
warme, teedere uitdrukking op Margriet
en op zekeren dag verzocht zij den beeldh.
hem in zijn zoo lang verlaten atelier te
volgen.
Zij deed het [niet zonder bezorgdheid
en pijnlijke vrees.
Walter bekeek zijn onvoltooid werk
opmerkzaam en zei eindelijk met bedaar-
do, vaste stem
Het is mislukt. Susanne heeft gelijk.
Nu zie ik alle gebreken. Ik wil het niet
in stukken slaan, zooals eerst mijn plan
was. Het zal alleen omhuld worden, maar
blijven staan om mij altijd aan mijn treu
rige dwaling te herinneren, Zou je mij
nog een verzoek willen toestaan, Mar
griet, of hebt gij 't vertrouwen in mijn
kunstenaarstalenten verloreu? Ik zou het
je heelemaal niet kwalijk kunnen en wil
len nemen.
Ik twijfel noch aan je karaktervast
heid, noch aan je talent, antwoordde zij
zonder aarzelen'. Toch zou je nu mis
schien veel beter doen, een ander onder
werp t» kiezen.
Daar treft ge nu het juiste. Terwjjl ik
mij langzaam aan voelde genezen, niet
alleen lichamelijk, maar ook geestelijk,
begon een nieuw plan in mij te rijpen.
Het werk, dat in mijn geest reeds ont
staan is ik zie het nu zeer duidelijk
voor me moet „De Samaritnansche"
heeten, tenminste, als gij mij nog een
maal voor model zult dienen.
Ik?
Je aarzelt?
Neen, npen I Maar, als alles nu maar
weer niet daardoor mislukt, dat ik te
onbeduidend ben
Margriet, de heele hoop mijner toe
komst ligt in jou handen. Wijs mij niet
terug! Help mij nog eenmaal mijn krach
ten beproeven! Wil je?
Ik wil! Daar, mijn hand erop! Je zult
altijd een trouwe kameraad aan mjj
hebben.
Dan ben ik overtuigd, dat toch nog
een werkelijke en bekwame kunstenaar
uit mij groeit, en alles zal ik aan jou
danken, mijn goede engel, mijn Samari
tnansche.
Zij zag hem blozend aan en fluisterde:
Spreek toch niet zoo! Ik verlang noch
dankbaarheid, noch zal ik er aanspraak
op maken.
Het is toch mijn heilige plicht, naar
vermogen goed te maken, wat mijn zus
ter zich aan jou bezondigde.
Eva? Dat is overwonnen. Moge zij
volop van haar geluk genieten, het is
haar gegund I Het verleden schijnt mij
nu toe als een woeste koortsdroom. La
ten wij niet meer over haar spreken, en
aan de toekomst denken. Ik heb er be
hoefte aan, met 't werk te beginnen.
Vindt gij het goed, als ik het reeds mor
gen doe?
Zeker! zooals jij wilt, wil ik ook.
Walter ving 't werk aan, dat snel vor
derde. Niemand, ook Susanne niet, moch1
zij voorloopig zien. „De jonge Samari-
taansche," die dene kruik op den schou
der, een krachtloos neergezonke ver
kwikking bracht, werd Margriet getrouw-
ste evenbeeld. Gf en vreemde trek ver
stoorde de roerende uitdrukking.
Na voltooing van 't model verzocht
Walter mejuffrouw Wernecke bette ko
men bezichtigen,
Dat is wondervolverklaarde deze. Mijn
Margriet sprekend gelijkend, verrassend!
Niet alleen haar trekken en haar ge
stalte, neen, haar eigen ze.f zie ik hier
weergegeven.
Ook de op Walter verzoek voor een
kort bezoek overgekomen Professor van
Straten uitte zich op gelijke wijze en
stelde zijn leeri ng vo >r het tweede deel
van 't werk, dus voor het overbrengen
van het in 't, model voltooide werk in 't
gekozen materiaal, zijn eigen atelier ter
besobikiiing, Hij en Walter hadden tot
marmer besloten en het werd afgesproken,
dat zij samen tegelijk zouden afreizen.
Afscheidnemend hield de jonge beeld
houwer Maigriets handen in de zijne en
zeide bewogen:
Jou alleen dank ik, wat ik bereikt
heb.
Stralend van geluk lachte zij, terwijl
tranen aan hare winpers hingen.
Vroolijk en toch inwendig treurig was
het meisje temoede. Nu had zij voor
Walter gedaan, wat in haar vermogen
lag, en kon niets meer voor hem zijn.
De houtvester en Renata namen zon
der bemerkbaar aangedaan te zijn van
de vertrekkenden afscheid. Elsjeevenwel
jubelde erover, dat haar geliefde broer
weldra tot de beroemden zou behooren
en haar ouders moesten haar beloven,
dat zij hem met haar vriendin bjj tijd en
wijle mocht gaan bezoeken.
On Ier toezicht van professor v. Staten,
ontstond, in marmer overgedragen on
levensgroot uitgevoerd een we.k van eehte
beeldhouwerskunst.
Walter gaf bij het over maken aan 't
beeld de fijnste vormen, zoodat de trek
ken de uitdrukking van 't individueele
leven bezielden en den toeschouwer in
buitengewone verrukking bracht.
Vroeger dan Margriet vermoed en ge
hoopt had, zag zij den huiselijk verlangde
weer. Hij kwam heel onverwachts in de
houtvesterij aan, om mee te deelen, dat
„de Samaritaansche", door 't tentoonstel-
liogscomité aangenomen was.
Jij bent de eerste, die dat overkomt,
kindje, zei hij, hield hare handen vast en
keek zoo zeldzaam diep in die oogen, dat
zij blozend haar kopje liet hangen.
Een onbeschrijflijk gevoel van geluk
drong in haar hersens binnen, een ge-
voel, zooals voor het eerst de lentewind
waait en de eerste welriekende viooltje»
bloeien.
Dat is lief van je, Walter, je maakt
mij trotscb, flnisterde zij.
Je hebt zooveel voor me gedaan, dat ik
mijn schuld nooit vergelden kan. Het.'1
verloren geloof aan deugd en reinheid
gaaft gij mij weer en vertrouwen op mijn
kunstenaarskracht. Aan mijn ziekbed
waaktet gij onvermoeid, met roerende
zelfverloochening. Wat zou er van mij
geworden zijn, zonder jou, zonder jou op
offerende goedheid
Maar, Walter, spreek toch niet zool
riep zij vol kinderlijke onschuld. Had ik
dan anders kunnen handelen Het zyn
zeker geen praatjes, waneer ik je verze-
ker, dat ik met vreugde veel meer voor
je zou willen doen, dat ik moest het
zyn mijn eigen geluk zonder aarzelen
voor het jouwe zou opofferen. Aan jou
en mijn geluk zou ik niet meer geschei-
den willen denken. Op jou kan mjjn
goede genius zich verlaten. Beloof je, dat
het nooit meer geschieden zal
Zoolang je mij noodig hebt, zult ge mij
steeds bereid vinden, je te helpen en te
dienen, zoover het in mijn vermogen ligt.
Wordt vervolgd.)