DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. De Bergmolen. Haagsche Brieuen. ftindeptiiiisve'&t 3i«33f HaaHem BUITENLAND. BINNENLAND. I WOENSDAG 4 MAART 1908. 32"« Jaargang. No. '6828. Bureaux van Redactie en Administraties Bistere. Telefoonnummer 1426. XIlI. Wie in de Residentie met poli tieke oogen rondloopt, ziet altijd wat bijzonders. Zoo was bet in de onlangs voor Oorlog zoo spannende dagen de moeite waard, de heeren Van Rappard en Staal te ontmoeten, die nogal eens samen opkuierden: Van Rappard in zijn zorgvuldig toegeknoopte blauwe overjas, min of meer peinzend en steeds loopend in een rechte lijn; zijn voorganger met wapperende jas, flainbard-hoed en losjes voortstappend, zoodat hij dan vlak naast zijn opvolger liep, dan weer een eindje van hem af was. Wat hadden ze 't druk, die twee! 't Woord was meest aan den luidruchtigen Staal, terwijl Van Rappard fijntjes lachend liep te luisteren. Thans trekken zij geen aandacht meer; in de plaats dezer gezette figuren [is de schriele Sabron gekomen, wien de hooge hoed traditioneels ministerdracht nog wat vreemd staat boven zijn smalle schouders en zijn jeugdig gezicht. Hij wandelt nogal eens met gene raal Kool, den grijzen .commandant van het veldlegerden eenigen militair, die van de jongste oorlogs crisissen heeft geprofiteerd. Een bekend persoonlijkheid is deze in den Haag, waar hij nu al zoo lang in zijn generaalstenue rond stapt. Sabron laat hem in den regel maar rustig praten, wat bij Kool met drukke gebaren gepaard gaat. 't Zou me niets verbazen als deze com mandant zich zoetjesaan een soort opperminister gaat gevoelen, want hij overleeft in figuurlijken zin den een na den ander. Marine heeft den laatsten tijd twee altijd-lachende ministers ge had, maar bij Cohen Stuart was daar melancholie bij gemengd, terwijl Wentholt de pure vroolijkheid op zijn gezicht heeft uitgedrukt. Niets geen militair, deze minister, als je hem zoo in politiek naar zijn depar tement ziet stappen. Zoo'n genoege- lyk burgermannetje ziet hij er uit, die zijn schaapjes op het drooge heeft en nu zijn grootste genoegen vindt in onkelen en wandelen. Een bekende figuur is natuurlijk minister Kolkman, dien je vroeger nogal eens kondt tegen komen met een of twee zijn kleinste kinderen. Het was zijn lust en zijn leven, met die peuters een straatje om te maken, maar dat is nu uitals minister eischt het departement dagelij kscbe zorgen. Regelmatig zie ik onzen leider daarheen stappen: de hooge hoed een beetje schuin op het hoofd, het joviale gezicht frisch in den wind. En wie yroeger wel eens met het Kamerlid mocht opwandelen, behoeft zich nu heele- maal niet op een afstand te gaan houdenKolkman is precies dezelfde gebleven, toeschietelijk voor ieder; licht geneigd tot een geestigheid. Intusschenwie hem kennen weten, dat hij zijn ministeriëele taak zwaar wichtig opneemt. Minister Bevers moet zich op Waterstaat wel goed thuis gevoelen, want hoewel advocaat, was hij als wethouder van openbare werken der Residentie ook goed vertrouwd met de honderderlei zaken, waar mede hij te maken had. En zijn tegenstanders in den Raad stond hijIn zijn gang beeft hij iets van den zeeman; als hij met den kleinen Wentholt loopt, zou men eer hem voor den marineman houden dan dezen. Minister Talma, die jeugdige boffer, kan zich best in zijn rol schikken. Hij heeft er altijd graag gentlemanlike uitgezien en kleedt zich dus graag met zijn hoogen hoed. Ik hoor hem al oreeren achter den ministerstafel en ben benieuwd hoe hij 't stellen zal met zijn tra- dioneelen lach. Als de Kamer vroolijk was en dat zijn de heeren op het Bin nenhof graag kon men den lach van Tietjerkstradeel boven alles uithooren, een lach, welke menig maal linker tegenstanders tot boos heid bracht, wanto, die kon hen zoo sarcartisch in de ooren klinken Het zal bepaald een leemte wezen, als ik het geschater des heeren Talma in de Tweede Kamer mis; als minister zal hij zich wel een beetje moeten inhouden. Minister Heemskerk, die een be scheiden woning aan den Nieuwen Uitleg heeft betrokken, heeft altijd pret in zijn eentje, 't Is of hij voortdurend een tegenkanter tus schen vinger en duim heeft. Hij schijnt alles fe kunnenkamerlid en wethouder tegelijk, terwijl hij nu Hagenaar en Amsterdammer tegelijk is. Wekelijks toch reist hij heen en weer tusschen zijn woning hier en in de hoofdstad, 't Zal mij benieuwen, hoe lang hem dat zal bevallen, want 't geeft nogal wat tijdverlies, dunkt me. Nu moet ik tot mijn schande bekennen, dat ik minister Nelissen nog niet ken. Och, de leden van den Hoogen Raad treden zoo weinig op den voorgrond, maar thans zal dat voor dezen geloofsgenoot anders moeten worden. Ik zal wel op hem letten, evenals op de heeren Ideu- burg, die nog komen moet, en De Maiees, een diplomatieke deftigheid, gelijk ministers van buitenlandsche zaken behooren te zijn. Hij is alvast minder phlegmatiek dan zijn voorganger, en dat mag ik wel. Politicus. Algemeen Overzicht. De Engelsche koloniale poli tiek heeft een succesje te boeken de expeditie tegen den oproerigen stam der Zakka's in Britsck-Indië is beëindigd met de zegepraal van Engeland. De „Wersm. Gaz" schrijft erover: De Zakka's zullen geleerd hebben, dat, wijl hun hand is tegen allen, soms zelfs tegen hun eigen stam- genooten, niemand de hand voor hen uitsteekt; zij zullen geleerd hebben dat de grenspolitie steeds beter wordt en zij zullen onder vinden dat de vrede niet minder dan de oorlog voordeelen heeft. Er zijn vele bijkomstige omstan digheden aan te voeren voor de afzondering, waarin de Zakka's ge laten zijn, als: de vriendschap van den Emir van Afghanistan voor ons en de onderlinge twisten van sommige Afridi-stammen; maar deze verklaren niet het verschil tusschen de pas opgedane ervaring en die van 1897/8, toende geheele grens in opstand kwam. De hoofdroden van de verandering zal wel zijn, de goede uitwerking van onze grenspolitiek van de laatste negen jaren, die de Afridi's heeft geleerd dat wij in staat zijn onszelf te beschermen en verzet te straffen en toch geen plannen tegen hun grondgebied hebben. De voorstellen, welke de Zakkc's aan generaal Wilcocks hebben ge daan, zijn, naar de berichtgever van de „Times" mededeelt, de vol gende De volle verantwoordelijkheid voor het goed gedrag der Zakka's zal in de toekomst worden verdeeld over de voornaamste Afridi-stam men, die elk een bepaald deel van het Zakka-gebied voor hun reke ning nemen. Strooptochten op Britsch gebied of andere vijande lijkheden van Zakka's zullen on verwijld door deze stammen gestraft worden. Mochten htin strafmiddelen niet toereikend blijken, dan stellen deze stammen zich aansprakelijk voor het toegebrachte nadeel en onderwerpen zij zich aan de straffen, welke de Briische regeering zal goedvinden hun op te leggen. De Zakka's spreken de hoop uit, dat het verledene hun vergeven zal worden, uit hoofde van de zware verliezen, welke zij in dezen veld tocht hebben geleden. {Zij verklaren zich echter bereid de schuldigen, die nog ontkomen zijn, te straffen en bieden als waarborg voor huu goede trouw een aantal achterlaad- geweren aan. Deze voorwaarden werden aan geboden door een deputatie van 300 voorname Zakka's en 500 of 600 vertegenwoordigers van andere Afridi-atammen. Ze zijn j door Engeland aangeno men, waarop de Zakka's 20,000 geweren in onderpand gaven. De Britsche troepen trokken te rug en werden op den terugtocht geen enkele maal beschoten, gelijk vroeger herhaaldelijk na afloop van een expeditie geschiedde. Dit feit wordt als een gunstig voorteeken voor den ernst der onderwerping beschouwd. Wat Marokko aangaat, heeft Frankrijk besloten om door te tasten en door den zui en appel maar heen te bijten. Gisteren was te Parijs minister raad, waarin besloten werd generaal Lyautey en den gezant Regnault naar Casablanca en Oedzja te zenden met opdracht nauwkeurig tebestu- deeren welke maatregelen moeten genomen worden om de aan Frank rijk en Spanje opgedragen organi satie der politie voor te bereiden. Ook gaan zij met gelijke opdracht naar Oedzja, waar de inrichting der politie zal berusten op tusschen Frankrijk en het Magzen te dien aanzien gesloten bijzondere overeen komsten. Ofschoon generaal d'Amade niet om versterking der troepenmacht heeft gevraagd, heeft de regeering, ten einde de aanwezige troepen wat rust te schenken, een drietal dagen geleden de uitzending naar Marokko gelast van 4000 man, n.l. 5 bataljons infanterie, een batterij artillerie, rijdende mitrailleurs en een escadron ruiterij. Generaal Lyautey en Regnault zullen onmiddellijk vertrekken. Men schat, dat zij voor hun opdracht een 20-tal dagen noodig zullen hebbendaarna komen zij te Parijs terug terug om verslag van hun zending uit te brengen. Merkwaardig is een honigzoet artikeltje van de Times die zegt dat Frankrijk van de sympathie van Engeland en, naar het blad ver wacht, van alle beschaafde naties, verzekerd kan zijn door de loyale wijze, waarop het de bezwaarlijke en moeilijke taak, door Europa opgelegd, tracht te vervullen. Het heeft tot nu toe talrijke bewijzen gegeven van zijn goede trouw en het zal, daarvan is de „Times" overtuigd, op dezelfde wijze blijven handelen, ook in de nieuwe phase van den strijd, waarin de Marokkanen het tegen wil en dank hebben gewikkeld, en waarin de Franschen rekenen kunnen op Engeland's krachtigen zedelijken steun 1 De Figaro verzekert, dat er de grootste overeenstemming heerscht tusschen de regeering en generaal Lyautey. Wat betreft de te volgen strategie zijn de generaals Lyautey en d'Amade het volkomen eens. Gene raal Lyautey kan niet anders dan ten stelligste instemmen met de plannen en opvattingen over de actie in Marokko, die zoo vaak reeds van de Kamertribune door de regeering verkondigd zijn. De C o n g o-overeenstemming is er dus, naar men uit Brussel meldt. Morgen zal het stuk gepubliceerd worden. De nieuwe regeling moet gebas- seerd zijn op een fonds van zestig millioen voor uitvoering van open bare werken ter vervanging van de rechten des konings op het kroondomein. Zooals men weet, was er tot nu toe sprake van een dubbel zoo groot bedrag. De Belgische staat verplicht zich echter, volgens het ontwerp, tevens gedurende vijftien jaar jaarlijks drie millioen ter beschikking van den koning te stellen voor weten schappelijke {onderzoekingen en groote werken in den Congo. Van een civiele lijst wordt in het ontwerp niet gerept. De Brusselsche Matin zegt in tusschen „Men verzekert ons dat de Con- gostaaat, de mogelijkheid van een Eugelsch krachtdadig tngrijpen voorziende, zich van de eveutueele diensten verzekerde van schepen opder Engelsche en Fransehe vlag. De Congostaat is verzekerd van de besliste hulp van Duitschland tegen EDgelsche aanspraken; de meest formeele verzekeringen zijn gegeven ten aanzien van den werk- dadigen steun der Duitsche regeering en van een volkomen overeenstem ming met den Onaf hankelij ken Congdfetaat over de uitlegging van de Akte van Berlijn aangaande de handelsvrijheid. „De Onafhankelijke Congostaat bereidt een antwoord voor op bet Engelsche witboek, dat ontzettende misvattingen inhoudt." Een allermerkwaardigst voorstel is gisteren in het Perzische par lement is behandeling geweest. Aan eiken minister wil men n.l. een Europeesch raadsman toevoegen De voorstellers verwachten ervan dat de regeering er standvastiger door zou worden, de vreemde geld markt meer vertrouwen in Perzie zou gaan stellen en de invloed van de hof partij op de regeeringszaken gefnuikt zou worden. Het voorstel werd met een kleine meerderheid verworpen, maar zal opnieuw ingediend worden. Nieuwtjes in drie regels. Hofberichten. Z. K. H. de Prins heefi gisteren middag in het legatiegebouw aan de Heerengracht een bezoek afge legd bij den Belgischen gezant bij ons hof, baron Guillaume en baro nesse Guillaume, die hun 25-jarige huwelijksverbintenis gedenken. Bij deze gelegenheid heeft Z. K. H., ook uit naam van H. M., het echtpaar de gelukwensehen met dit feest aangeboden. Tweede Kamer. Tot lid der Tweede Kamer voor het district Rheden is gister bij enkele candidaatstelling gekozen jhr. J. W. J. C. M. van Nispen tot Se- venaer (r.-k.), te 's Gravenhage. Sliedrecht. Voor het district Sliedrecht zijn officieel candidaat gesteld voor de Tweede Kamer de heeren jhr. mr. H. Smissaert (lib.), J. van der Mo len (antir.) en H. Spiekman (soo.- dem.). Tietjerksteradeel. Voor het lidmaatschap der Tweede Kamer in het district Tietjerkste- radeel werden officieel candidaat gesteld de heeren mr. Rink (lib.), W. H. Vliegen (soc.-dem.) en C. van der Voort van Zijp (antir.). Uit de Staats-Cuurant. Bij Kon. besl. van 27 Februari is, met ingang van 1 April, be noemd tot inspecteur der directe belastingen, invoerrechten en ac cijnzen aan het departement van financiën, G. B. Wendel, thans in specteur dier middelen, tijdelijk te 's Gravenhage. Bij Kon. besl. van 2 dezer is, met ingang van dien datum, be noemd tot lid en voorzitter van den Pensioenraad voor burgerlijke amb tenaren, mr. Th. H. de Meester, oud-uiinister van financiën. Bij Kon. besl. van 2 dezer is benoemd tot ridder in de orde van Orauje-Nassau, J. L. Erland, gezagvoerder van het- Noorsche stoomschip „Songa." De Socialisten onderling. Te Zwolle hebben de vrije socia listen een feestelijke bijeenkomst gehouden. Aan het verslag der „Zwolsche Courant" ontleenen wij het volgende: En toen kwam het hoofdmoment van den avond: de opvoering door de tooneelvereeniging „Door het volk, voor het volk", van de sati rieke klucht Louis Maximiliaan Barricade) waarin de bekeermg van den bekenden soc.-democraat Her mans van het vrije-socialisme tot de soc -democratie wordt gehekeld. Als men nu nog weet, dat in deze klacht, geschreven door Jan Katoen, optredende personen, o. a. L. M. Barricade (Hermans), „Z. M. Pieter Jelles de Eerste", Willem Libertaa Buldog (Vliegen), „Generaal Haan tje Pik", „Makkie vau Budapest" heeten en dezen persi nen heel wat dols in den mond wordt gelegd, dan kan men begrijpen, dat de vrije-socialisten zaten te genieten. De klucht werd tamelijk goed ge speeld. Toen sprak Nieuwenhuis nog een slotwoord en men kon ten dans gaan. Vrije en niet vrije socialisten be stoken elkander dus nu ook reeds op feestvergaderingen. Welk een heerlijk beeld der „toe komstmaatschappij 1" Gemengde Berichten. Vechtersbazen. Op den Gel- dropschen weg te Stratum geraak ten gisternacht eenige vastenavond pretmakers, (bewoners van woon- 1 wagens) onderling aan het vechten. J Natuurlijk vloog het mes in een oogwenk uit broekzak of schede en werd van dit wapen, volgens ge-i i woonte, een duchtig gebruik ge maakt. Een der strijders bekwam een gevaarlijken steek in de zijde, ter wijl eenige anderen min of meer belangrijke verwondingen opliepen. Een misdaad? Gisteren werd door de Rijkspolitie te Woensel bjj Eindhoven een onderzoek ingesteld naar het plotseling overlijden eener vrouw aldaar. Het geruoht liep dat deze vrouw gestorven zou zijn tengevolge eener mishandeling. Het moet echter gebleken zijn dat drankmisbruik aan den dood FEUILLETON, EHHE HMRLEMSCHE COURMT ABONNEMENTSPRIJS: Pe; 3 maanden voor Haarlem Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 1,81 0.05 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post Afzonderlijke nummers f 1.35 PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 16 regelsf0.60 (contant)f 0.50 Elke regel meer.0.10 Grooto letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant. Ook abbé Naudet heeft zich aan den H. Stoel onderworpen. De „Jus tice Sociale" is gestaakt. Franco, de oud-minister van Portugal, zal zich vestigen te Verona in Italië. Te Madrid zal spoedig een con gres plaatB hebben van den Interna tionalen Bond tegen het duel. (Naar het Duitsch.) 41). Wanneer het evenwel heel tam, lief en vertrouwelijk geworden is open ik mis schien soms 't deurtje van 't kooitje wel eens, natuurlijk alleen onder 't beding, dat het zijn vrijheid niet misbruikt, maar op ilen eersten roep gehoor zaam weer in 't kooitje sluipt, schertste Eva, die zich tot die schalksheid dwin gend, die haar jeugdige frischheid en levendigheid haar gaf, maar daarbij schit terde haar iets in de oogen, dat verre van toegevendheid beduidde. XVI. Trouwe onvermoeide zorgen streden om Walter's behoud, dat als een nog heel even vlikkerend vlammetje dreigde uit te zullen gaan, Misschien waren het wel de gebeden van twee reine meisjeszielen, die den i doodsengel bewogen, van de lijdon ssponde te wjjken. De bereide opgegeven# kwam er al lengs berencp. Na zyn herstel scheen een opvallende verandering in hem te zijn ontstaan. Hij was ernstiger en stiller geworden, maar oiu. zijn mond lag nu een energieke trek, waarvan vroeger nooit iets te be speuren was geweest. Niemand sprak over Eva en ook Wal ter noemde haar naam nooit. Wel echter rustte zijn blik dikw'jls met warme, teedere uitdrukking op Margriet en op zekeren dag verzocht zij den beeldh. hem in zijn zoo lang verlaten atelier te volgen. Zij deed het [niet zonder bezorgdheid en pijnlijke vrees. Walter bekeek zijn onvoltooid werk opmerkzaam en zei eindelijk met bedaar- do, vaste stem Het is mislukt. Susanne heeft gelijk. Nu zie ik alle gebreken. Ik wil het niet in stukken slaan, zooals eerst mijn plan was. Het zal alleen omhuld worden, maar blijven staan om mij altijd aan mijn treu rige dwaling te herinneren, Zou je mij nog een verzoek willen toestaan, Mar griet, of hebt gij 't vertrouwen in mijn kunstenaarstalenten verloreu? Ik zou het je heelemaal niet kwalijk kunnen en wil len nemen. Ik twijfel noch aan je karaktervast heid, noch aan je talent, antwoordde zij zonder aarzelen'. Toch zou je nu mis schien veel beter doen, een ander onder werp t» kiezen. Daar treft ge nu het juiste. Terwjjl ik mij langzaam aan voelde genezen, niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk, begon een nieuw plan in mij te rijpen. Het werk, dat in mijn geest reeds ont staan is ik zie het nu zeer duidelijk voor me moet „De Samaritnansche" heeten, tenminste, als gij mij nog een maal voor model zult dienen. Ik? Je aarzelt? Neen, npen I Maar, als alles nu maar weer niet daardoor mislukt, dat ik te onbeduidend ben Margriet, de heele hoop mijner toe komst ligt in jou handen. Wijs mij niet terug! Help mij nog eenmaal mijn krach ten beproeven! Wil je? Ik wil! Daar, mijn hand erop! Je zult altijd een trouwe kameraad aan mjj hebben. Dan ben ik overtuigd, dat toch nog een werkelijke en bekwame kunstenaar uit mij groeit, en alles zal ik aan jou danken, mijn goede engel, mijn Samari tnansche. Zij zag hem blozend aan en fluisterde: Spreek toch niet zoo! Ik verlang noch dankbaarheid, noch zal ik er aanspraak op maken. Het is toch mijn heilige plicht, naar vermogen goed te maken, wat mijn zus ter zich aan jou bezondigde. Eva? Dat is overwonnen. Moge zij volop van haar geluk genieten, het is haar gegund I Het verleden schijnt mij nu toe als een woeste koortsdroom. La ten wij niet meer over haar spreken, en aan de toekomst denken. Ik heb er be hoefte aan, met 't werk te beginnen. Vindt gij het goed, als ik het reeds mor gen doe? Zeker! zooals jij wilt, wil ik ook. Walter ving 't werk aan, dat snel vor derde. Niemand, ook Susanne niet, moch1 zij voorloopig zien. „De jonge Samari- taansche," die dene kruik op den schou der, een krachtloos neergezonke ver kwikking bracht, werd Margriet getrouw- ste evenbeeld. Gf en vreemde trek ver stoorde de roerende uitdrukking. Na voltooing van 't model verzocht Walter mejuffrouw Wernecke bette ko men bezichtigen, Dat is wondervolverklaarde deze. Mijn Margriet sprekend gelijkend, verrassend! Niet alleen haar trekken en haar ge stalte, neen, haar eigen ze.f zie ik hier weergegeven. Ook de op Walter verzoek voor een kort bezoek overgekomen Professor van Straten uitte zich op gelijke wijze en stelde zijn leeri ng vo >r het tweede deel van 't werk, dus voor het overbrengen van het in 't, model voltooide werk in 't gekozen materiaal, zijn eigen atelier ter besobikiiing, Hij en Walter hadden tot marmer besloten en het werd afgesproken, dat zij samen tegelijk zouden afreizen. Afscheidnemend hield de jonge beeld houwer Maigriets handen in de zijne en zeide bewogen: Jou alleen dank ik, wat ik bereikt heb. Stralend van geluk lachte zij, terwijl tranen aan hare winpers hingen. Vroolijk en toch inwendig treurig was het meisje temoede. Nu had zij voor Walter gedaan, wat in haar vermogen lag, en kon niets meer voor hem zijn. De houtvester en Renata namen zon der bemerkbaar aangedaan te zijn van de vertrekkenden afscheid. Elsjeevenwel jubelde erover, dat haar geliefde broer weldra tot de beroemden zou behooren en haar ouders moesten haar beloven, dat zij hem met haar vriendin bjj tijd en wijle mocht gaan bezoeken. On Ier toezicht van professor v. Staten, ontstond, in marmer overgedragen on levensgroot uitgevoerd een we.k van eehte beeldhouwerskunst. Walter gaf bij het over maken aan 't beeld de fijnste vormen, zoodat de trek ken de uitdrukking van 't individueele leven bezielden en den toeschouwer in buitengewone verrukking bracht. Vroeger dan Margriet vermoed en ge hoopt had, zag zij den huiselijk verlangde weer. Hij kwam heel onverwachts in de houtvesterij aan, om mee te deelen, dat „de Samaritaansche", door 't tentoonstel- liogscomité aangenomen was. Jij bent de eerste, die dat overkomt, kindje, zei hij, hield hare handen vast en keek zoo zeldzaam diep in die oogen, dat zij blozend haar kopje liet hangen. Een onbeschrijflijk gevoel van geluk drong in haar hersens binnen, een ge- voel, zooals voor het eerst de lentewind waait en de eerste welriekende viooltje» bloeien. Dat is lief van je, Walter, je maakt mij trotscb, flnisterde zij. Je hebt zooveel voor me gedaan, dat ik mijn schuld nooit vergelden kan. Het.'1 verloren geloof aan deugd en reinheid gaaft gij mij weer en vertrouwen op mijn kunstenaarskracht. Aan mijn ziekbed waaktet gij onvermoeid, met roerende zelfverloochening. Wat zou er van mij geworden zijn, zonder jou, zonder jou op offerende goedheid Maar, Walter, spreek toch niet zool riep zij vol kinderlijke onschuld. Had ik dan anders kunnen handelen Het zyn zeker geen praatjes, waneer ik je verze- ker, dat ik met vreugde veel meer voor je zou willen doen, dat ik moest het zyn mijn eigen geluk zonder aarzelen voor het jouwe zou opofferen. Aan jou en mijn geluk zou ik niet meer geschei- den willen denken. Op jou kan mjjn goede genius zich verlaten. Beloof je, dat het nooit meer geschieden zal Zoolang je mij noodig hebt, zult ge mij steeds bereid vinden, je te helpen en te dienen, zoover het in mijn vermogen ligt. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1