NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT tweede blad,
■10
II
'e Bergmolen.
Politiek verval en
geheime genootschappen.
rs.
Kijkjes uit de Rechtzaal.
h
h
fi
en
ld
*n
4.
Nld
■et
BINNENLAND.
Het slijpen der „Cullinan
Jan en Arie uit Heemstede.
FEUILLETON.
El
V
vor
en
dal
zoo
Wanneer wij ons pa riemen i mi pö-
■'tieke zeden vergelijken mei wat
elders vooral in de nutielericale
duidelijke landen voorvalt, dan
pogen we van geluk spreken.
Hoezeer ook ten onzent de poli
'ó'ke partijen tegenover elkander
Wian: de corruptie, wilheid en on
beschaamdheid die we b.v. in Fr,'tuk-
Hik aan den dag zien komen,
gjJe brutale inae.hl der geheime
buigingen zooals die in Italië
i i'ankrijk aan den dag komt,
piles is hier te lande gelukkig
Jtoed als onbekend.
In vergelijking met wat daar voor-
walt, zijn onze politieke zeden rein
®n staat onze staatkundige inrich-
'Ug en vertegenwoordiging op een
poog peil.
Te onbegrijpelijker is het-.dSS-tom-,
'dut vrijzinnigen, radicalen en soeia-
'|itten van allerlei slag immer de
Peschermende hand uitstrekken naar
Bie landen, waar toeh het parlemen
taire leven zoo intens droevig en
errot moei heeten
is hel de anticlerieale broeder-
P'hap, het bijeenkruipen van de
jjpt igeloovigen van allerlei slag, de
Jftbewuste verwantschap van ziel
door de haat tegen Kerk. Geloof cn
Pausdom
Men kan daarin toeh niets anders
ten
Ofschoon de vervallen en men zou
leggen onherstelbaar rotte zeden
ia li Frankrijk, zoowel in liet open-
pare politieke als in het private le
en algemeen békend zijn, ofschoon
'"Ifs de liberale kranten voórtdu-
F'nd afgeven op de omkoopbaarheid
''O veilheid der tegenwoordige
jbiatslieden van Frankrijk, blijft
?ij alles wat anti-elericaal is toch
'et tegenwoordige bewind in dat
;|nd een voorbeeld heeten, wordt de
wrde Republiek een model ge-
Hemd. schermt men met de zegenin-
Hn van het republikcinsch regime
egenover de ellende van keizer-
fuap en koningschap vroege;-....
I En ofschoon het. „eene en ondccl-
jare" Italië van heden op allerhan-
H gebied versF TÜrJcelijk ten achter
W ofschoon het tekort reusachtig,
f' staatsmachine onhandig, de
baatslieden omkoopbaar en vaak
Heerlijk, het geheele stelsel door
f'" iloor ongezond is, tóch wordt
'id tegenwoordige Italië een zegen-
i'ikc instelling genoemd en heel wat
'Her dan de „corrupte regeering
Pausdom en Koningschap in
<mie.
Milaan cn "Mapeis!
et,
iet.
pet.
jet.
as.
s het wonder, dat.we raar staan
kijken als in dezelfde bladen, die
anticlerieale politiek van Clemen-
jHvi e.a., den kerkvcrvolger, ver-
Migen, een critiek op denzelfden
Minister voorkomt die zoo vernieti
gd is dat een staatsman ten onzent
'leen reeds bij een tienmaal onschul-
'ger geval voor zijn leven veroor-
zou zijn
C
Om de rotte politieke zeden van
O huidige kerkvervolgende Frank-
'ik te leeren kennen, nemen we hier
0|) stuk over van een Parijschen
''.iet, door den correspondent der
Ct.", een onverdacht libe-
H.l cn 'anticlorioaal orgaan, aan zijn
'|<I toegezonden.
Die correspondent schetst, hoe Cle-
'6öceau zich vastklampt aan zijn
''ftefenille ten zooveel duizend
Gres jier jaar.
Do Fransche Kamer heeft genoeg
W den dictator-kerkvervolger. Ze
'1 hem tot aftreden nopen, want
z.jjn andere liefhebbers die aan
landje willen zitten.
Do Kamer was nu van plan
1° schrijft de correspondent bij
eerste de beste gelegenheid het
''tiisterie-Glemeneeau Ie doen val-
'ti.
Dat zou zoo in zijn werk gaan.
0|' gelegenheid van het herstel in
rang van reserve-officieren, die
de reserve geschrapt waren we
gens vergrijpen, buiten den dienst
begaan, zouden de socialisten bij
amendement voorstellen ook andere
ambtenaren te herstellen; de ont
slagen postbeambten en onderwij
zers, de oproerige heeren Grangier
en Negro incluis. (Men herinnen
zich de geruchtmakende historie van
laatste, een onderwijzer-anarchist).
De regeering, die, ziel) meermalen
met de grootste energie tegen het.
weer in dienst nemen dezer ambte
naren had uitgesproken en er de
kwestie van vertrouwen - op gesteld
had. moest, di 1 amendement wel be
strijden.
.Welnu, als men voor dit amende
ment een meerderheid kon krijgen,
was de regeering omver.
„Er zal zeker geen meerderheid
voor te krijgen zijn. Het. is onmo
gelijk. Dai zou schandelijk zijn van
de Kamer," zoo zeiden den dag te
voren nog de officieele ministerioele
bladen. En in werkelijkheid, oen
meerderheid die dezen maatregel in
haar hart wilde, was er niet. Maar
was er niet een meerderheid, die
van deze gelegenheid gebruik wou
maken, om nog voor Paschen den
heer Olemenccau kwijt te zijn? Van
het begin der zitting af, voelde men
duidelijk dat het best mogelijk was
dal er zulk een meerderheid zijn
kon, een meerderheid van zuiver
wantrouwen tegen de regeering dus.
Welnu, wat, leed de slimme heer
Olemenccau? Toen men hem som
meerde om de meening der regeering
te zeggen over hel voorgestelde ver
raderlijke amendement, bleet hij
Oost-Indisch doof en zond enkel den
onder-staatssecretaris voor de pos
terijen Simyan om eenige protostee-
rende opmerkingen te maken. I)e
heer Simyan voerde deze netelige
taak uit met angstige blikken op don
heer Olemenccau. Toen hij een oo-
genblik onvoorzichtiglijk het woord
„vertrouwen" zeide, streek de heer
Clemenceau zich bedenkelijk afkeu
rend over het hoofd, waarop de
heer Simyan snel naar onschuldiger
woorden zocht. En hoe men ook
uittartte, do heer Clemenceau bleef
doof en stom. Een verpletterende
meerderheid nam het door den heer
Simyan namens de regeering bestre
den „amendement van wantrouwen"
aan. Uiterst links gaan juichkreten
op en hoonenci geroep van „Ontslag,
ontslag". De heer Clemenceau roert
zich niet. En daar zat de Kamer
er mee! Ze had den onderwijzer Nc-
gre. den postbeambte Grangier ei
genlijk tegen haar zin willen aan
nemen roet de gedachte den heer
Clemenceau er voor kwijt te raken.
Maar zie, de heer Clemenceau bleef
eenvoudig zitten en daar had
men Nègre, Grangier.... èn Clemen
ceau. Dat was me een koopje. Dat
komt er van, zeiden ironische heeren
uit het centrum met een diepzinni-
gen blik tot verblufte radicalen.
De „Humanité" is minder beleefd:
„Het, ministerie Clemenceau, wel,
om dat kwijt te worden, zal men het
blijkbaar weg moeten jagen."
Andere bladen twisten er over wie
er het treurigste figuur geslagen
heeft, de regeering of de Kamer.
Beide krijgen hun deel."
Tot zoover de correspondent.
Is het teekenend genoeg voor den
rotten boel in Frankrijk
En in Italië is het al eveneens.
Daar heerscht, dat weet men, de
loge vrij oppermachtig. In Kamel
en Senaat wordt trouwens even
als in Frankrijk vaak gehoor
zaamd aan het bevel van de loges.
En de zaak-Nasi is daar om te
bewijzen, tot welk een hoogte de
corruptie in de ambtenaarswereld is
gestegen.
De invloed der geheime genoot
schappen bepaalt zich niet tot Italië
alleen, al zit daar het hoofdkwar
tier.
.We lezen in het „Hbld. v. Ant
werpen" een zeer opmerkenswaar
dige geschiedenis over dien invloed,
die gopd kan dienen om eventueele
pogingen der anticlerieale en ma-
Qonieke pers ook hier te lande vast
bij voorbaat te signaleeren.
„Er moei - zoo schrijft het
blad - in de Loge weer een
ordewoord zijn, gegeven, want de an-
ti-clericalen van alle landen zijn be
zig met zich in te spannen voor een
nieuwen veldtocht.
Nu moeten ze Linda Murri weer
vrijpleiten, de droevige heldin van
het. proces Murri-'Bonmartini, welke
veroordeeld werd als zijnde de'aan-
stookster en de medeplichtige ge
weest in den moord op graaf Bon
martini. haren man.
Onze lezers kennen deze cause eé-
lèbre, die in den tijd zooveel gerucht
maakte in Italië.
Nu zal men zich afvragen: wat
de Loge daar mee te stellen heeft?
Wel, doodeenvoudig het volgende:
professor Murri, de vader van Lin
da, die eene zoo droevige rol in de
zaak speelde, was eene voorname f'i
guur in de vrijmetselarij.
En nu» wil men in de vrijmetse
laarskringen met kracht en geweld
de familie Murri witwasschenn.
Brochuren zijn verschenen en in
aan de Loge verknochte bladen wer
den pleidooien gezet om de onschuld
van Linda te bewijzeneen mijnheer
Federn heeft uit eigen beweging?
een brochuur geschreven, die
reeds in 't Duitsch, het Italiaansch
en het Engelsch verscheen en die-
binnenkort in 't Franseh gaat ver
schijnen dat moet nog al wat
kosten! waarin deze thesis wordt
verdedigd.
Dezelfde M. Federn doet nu om
reizen en voerde gisterenavond hef
woord te Brussel.
In een interview van „Petit Bleu"
zegde deze schrijver en redenaar, dat
heel het proces Murri-Bonmartini
was „een t e n d e n z-proces tegen
professor Murri, den belangloozcn
geleerde, aan wien men zijne anti
clerieale gevoelens niet wilde verge
ven. De gansche veldtocht was ge
richt tegen deze familie, die sedert
jaren zich vijandig had getoond aan
het, pauselijk gezag."
Daar hebt, ge 't heele geval in
een nootsohelpin heel de gerucht
makende zaak van den moord op
graaf Bonmartini zijn de pliclitigen
niet de Murri's, maar.... de clerica-
'len
De Murri's zijn enkel de slacht
offers van de wraakzucht en den
laster der clerical en, en, eer het een
jaar verder iszullen de moorde
naars wel olericale handlangers zijn,
die den moord bedreven, om de fa
milie Murri in het ongeluk te stor
ten
Dat, is een staaltje van den ver-,
derfelijken invloed der geheime ge
nootschappen, aan welke het poli
tiek bederf in landen als Frankrijk,
Spanje, Portugal en Italië, voor het
grootste deel is te wijten
Onze Amsterdamsche correspondent
schrijft:
Heden morgen brachten wij bij de
firma Asscher een bezoek aan haar
groolscbe inrichting ter bezichtiging
van de kamer waarin de beroemde
„Cullinan" bewerkt wordt en van de
gereedschappen welk voor deze be
werking vereischt worden. Het was
nog buiten de fabriek staande, duide
lijk te zien dat iets bijzonders in de
fabriek geschiedde, aan de bewaking
welke ons direct opviel. Vooibij het
portiershuisje gaande, waarin zich po
litie bevond, werden wij dadelijk aan
gehouden door den ijverige» portier
om ons te ligimiteeren. Voor den in
gang der fabriek weer een politieagent.
Door .een geruischloos loopende elec-
trisch werkende lift kwamen wij op
een der bovenverdiepingen, waar wij
op het zich daar bevindende kantoor
werden ontvangen door den firmant,
welke ons daarop leidde naar het
heiligdom, waar het eigendom van
Engeland's koning aan de handen van
den bekwamen slijper, den heer Koe,
ter bewerking is toevertrouwd. Voor
de deur van deze op de ruime werk
zaal gelegen en afgeschutte kamer was
weer speciale portier, geplaatst, welke,
bewust van de aan zijn bewaking toe
vertrouwde schat, eerbiedig salueerde
toen wij met onzen geleider passeer
den. De kamer waarin wij ons toen
bevonden, 4—10 M. groot en als het
ware „bevloerd" met bruin vilt, is aan
de zijde der Nieuwe Tolstraat gelegen
en ontvangt haar licht door zes, drie
aan drie naast elkaar zich bevindende
spiegelruiten.
Bovendien zijn tegen de zoldering
twee kokers aanwezig waardoor ver-
sche lucht in de kamer wordt, gevoerd,
terwijl de schijf waarvan de doorsnee
44 cM. bedraagt in bewegiDg wordt
gebracht door een electrische motor
van 12 p.K. en 2450 omwentelingen
per minuut maakt. Als men nu weet
dat de gewone schijf een doorsnee
hoeft van 25 a 28 cM. en een onge
veer 2000 omwentelingen per minuut
maakt kan men zich eenigszins voor
stelling hiervan maken. Omtrent de
gereedschappen welke voor het slijpen
van den merkwaardigen steen gebruikt
zullen worden deelde men ons het
volgende mede.
De steen wordt natuurlijk in een
bijzonder grooten soldeerdop geslepen.
In dezen dop gaan niet minder dan
0 K.G. soldeersel welk den steen in
de gewenschte stand in de dop brengt,
zoodat het te sl pen vlak uit het sol
deersel komt steken. De tang waarin
zich de dop bevindt weegt met dien
dop 15 K.G. Nu wat het slijpen zelf
aangaat,. In het hanteeren van de tang
schuilt de kracht van den slijper. De
zware tang met dop en steen, eischen
bij bet slijpen van de Cullinan na
tuurlijk heel wat meer van de kracht
van den slijper dan in gewone geval
len. Grootere voorzichtigheid gepaart
aan grootere koelbloedigheid worden
hier vereischt. Daarom kwam de firma
Asscher na rijp overleg op het denk
beeld den kostbaren steen in een ge
wone soldeerdop te doen slijpen. De
taDg kan in een haak gehangen wor
den welke aan een stalen draad be
vestigd is, die door een dubbel stel
katrollen loopt boven de molen aan
gebracht en correspondeert met een
hefboom die onder den molen beves
tigd is. Een tegenwicht laat nu het
oplichten der tang door een voet-
druk geruischloos en als van zelf
gebeuren, waardoor tevens een even
zoo met bruin vilt bekleed plankje
wordt naar voren geschoven. De tang
kan hangende aan den haak natuur
lijk in alle richtingen gedraaid worden.
Het voordeel valt in het oog. De per
sonen, uie natuurlijk elk oogenblik
den toestand van het geslepen vlak
willen controleeren behoeven nu niet
als in gewone gevallen, de zwaren
tang en dop op te lichten, maar be-
studeeren den steen in den dop voor
hen hangende, door hem met geringe
krachtsinspannings in elke richting te
wenden. Ook bij het weder op de schijf
brengen, een zeer voorzichtig werk
je werkt het mechanisme met be
wonderenswaardige nauwgezetheid en
gelijkmatigheid. Een mogelijkheid be
staat echter en een mogelijk gevaar
waarmede bij het slijpen van een
steen van zoo groote waarde zeer ze
ker rekening moest worden gehouden,
stel dat de koperen draad bezwijkt
onder het gewicht van zijn kostbaren
last en de steen op de stalen schijf
met volle kracht neerpatst en splijt.
Ook hiervoor is gezorgd. Zoodra men
de tang laat stijgen, komt zooals wij
boven zeiden een met vilt bekleed
plankje naar voren. Mocht nu de ko
perdraad breken, dan valt dus de steen
niet op de schijf maar op dit vilt,
waardoor dus de steen gespaard blijft.
Het is echter zoo goed als onmogelijk
dat dit gebeuren zal, gezien de sterke
constructie van koperdraad. Het is
echter als uiterste voorzorgsmaatregel
aangebracht. De molen kan ook door
den slijper oogenblikkelijk tot stil
stand gebracht worden, door middel
van een zich achter den slijper be
vindende handle welke direct op den
motor correspondeert.
Wij zagen ook nog het groote ver
stelblok waarin de Cullinan bij het
overbrengen in een andere stand ge-
fteld. Bij dit verstellen wordt de be
roemde diamant door een in verhou
ding tot andere gewone versteltangen
reusachtige tang gehanteerd, en niet
in koud doch in warm of lauw water
hetwelk naar believe op een bepaal
de temperatuur gebracht kan worden,
afgekoeld. Dat bij het slijpen der steen
de slijptang met een groot gewicht ja
zelfs door 50 pond belast wordt, om
het verschuiven dezer tang te voorko
men en de steen zwaarder op de schijf
te doen drukken, waardoor het afslij
pen zooals men begrijpt bevorderd
wordt, behoeft zeker geen betoog. Ons
werd ook nog de kist getoond waarin
's nachts de Cullinan wordt geborgen,
welke kist op zijn beurt weer in een
in de grootere brandkluis zich bevin
dende, met stalen deuren gepantserde
brandkast wordt bewaard. In deze'
brandkast zijn weer twee kleinere
brandkastjes, welke zwaar gepantserd
zijnde door een aan drie heeren be
kend zijnd letterslot kunnen worden
geopend. Nadat een der andere hee
ren ons nog door de verschillende
zalen der fabriek had rondgeleid, na
men wij afscheid, dankbaar en voldaan.
Dankbaar voor de wijze waarop men
ons inlichtte, voldaan dat wij met
een met de bloei onzer hoofdstad zoo
zeer samenhangende industrie eens
nader hadden kennis gemaakt.
De relletjes te Krommenie.
Dit hoofdje, wedden wij, hebben
onze lezers misschien wel honderd
maal reeds in onze courant gelezen.
Wat is er toch in Krommenie
al te doen geweest, waardoor die
z. g. „relletjes" ontstonden.
We behoeven de heele lijdens-
bistorie, die zich heeft afgespeeld
tusschen den Heer Vermeer, direc
teur der Blikfabriek, eenerzijds en
zijn personeel anderzijds hier weer
niet te gaan vertellen, zij is immers
alreeds bekend genoeg. En in de
pers, èn in de vergaderingen der
organisaties, én in meetings, overal
is zij in den breede uiteengezet.
De botsingen, die ontstonden
tusschen de stakers en de werkwil
ligen, de orders, die door de autori
teiten in 't belang der openbare
rust en veiligheid werden verstrekt,
zij zullen eenigen der z. g. „relletjes
makers" met den strafreohter in
aanraking brengen.
En Donderdag was de geheele
zitting der Haarleinscbe Rechtbank
er reeds schier aan gewjjd.
Het was op Donderdag, 7 Jan.,
dat de politie eenige werkwilligen
van en naar de fabriek bracht.
Hierdoor ontstond een volksoploop
van een 150 A 200 personen in de
Noorderhoofdstraat. De politie ge
lastte, dat iedereen door zou loopen,
doch de 22 jarige steendrukker Jan
Erkens, die tot de stakers behoorde,
voldeed daar niet aan.
Erkens zei nu voor de Recht
bank, dat hij het roepen niet ge
hoerd had, doch de politie, die zoo
hard geschreeuwd had, als zij kön,
verklaarde dit voor onmogelijk. Er
werden verschillende getuigen
décharge gehoord, die ook beweer
den 't geroep niet gehoord te heb
ben. Maar de olficier van Justitie
meende toch tegen den beklaagde
6 weken gevangenisstraf te moeten
•ischen. Want, al is 't feit juri
disch alleronbeduidend, maatschap
pelijk is het een ernstig misdrijf,
dat gevoelig moet worden gestraft.
De beklaagde werd verdedigd
door mr. Mendels, die 't misdrijf
niet ernstig vond. De arbeiders
hadden recht in dezen stryd. Eu
als er wat gebeurd is, dan is dat
de schuld van het onhandig op
treden der politie, die er maar da
delijk met s.bel en gummistok op
los slaat.
Tegen den rietwerker Jacob Smit,
die voor hetzelfde feit terecht stond,
werd dezelfde straf geëischt en ook
deze werd door mr. Mendels ver
dedigd.
Op 9 Februari schold de staker
Piet er Harthoorn den werkwilligen
J. de Wit, toen deze met zijn echt-
gennote uit de kerk kwam, open
lijk uit. Tegen H. werden twee
weken geëischt.
Verdediger was weer mr. Mendels.
Jan. En nu mijn vriend zal ik je
dan verklaring geven van die voor
u zoo vreemde namen van produc
tiegoederen en co nsurat ie goede
ren. Let op!
Arie. Uw dienaar!
J. Productie komt van het Latijn-
sche woord producere: voortbren
gen. Productiegoederen zijn dus zoowel
die, welke dienen om iets voort te
brengen, als die, welke voortgebracht
worden; daar heb je vooreerst de
grond en wat de aarde in zich be
sloten houdt, als de steenkolen, voor
zoover ze in de fabriek dienen, de
metalen, voor zoover ze als grond
stoffen gebruikt worden, enz.; ver
volgens de plaatsen en de werktuigen,
waar en waarmede die grondstoffen
verwerkt worden, als de fabriek, de
machines, de instrumenten; verder
nog de middelen om die verwerkte
grondstoffen tot de afnemers te bren
gen, bijvoorbeeld het spoor, de boot;
eindelijk de oogst en al wat in werk
plaatsen gemaakt wordt. Dat alles
noemt men productiegoederen.
A. Nu 't is me de moeite waard!
Wat moet dat Latijn toch een mooie
taal wezen, dat in één zoo'n woord,
zooveel Hollandsche woorden liggen
opgesloten.
J. O jal dat is zij ongetwijfeld!
Ook het woord consumtie worat af
geleid van hetLatijnschewoord con-
sumere, dat verbruiken of ge
nieten beteekent. Consumtiegoede-
ren zijn dus al die dingen, welke recht
streeks tot 'smenschen verbruik of
genot dienen, en alleen in zoover zij
daartoe dienen, als eetwaren, kleeding,
brandstoffen voor kamer en keuken,
sieraden enz.; of ook wel datgene,
waarvoor de monsch zich zulke dingen
kan aanschaffen, als het arbeidsloon.
Snapt je nu dat onderscheid goed,
Arie?
A. Dat geloof ik wel Jan, want,
me dunkt, het is nog al niet zoo on
begrijpelijk
J. Best, als je het onder
scheid goed begrijpt, dan mijn vriend
zult ge ook van zelf inzien, dat, om
maar eens een voorbeeld te nemen,
een wijngaard een produetiegoed is
zoo ook de machines, waardoor het
sap uit de druiven geperst en wijn
wordt; zoo ook de vaten wijn, die in
de kelders van den handelaar liggen.
Kijk eens Arie als je bij den han
delaar een anker wijn koopt en je
bergt dat in je kelder, en je zet m
den kring van .je huisgenooten of
vrienden een flesch wijn optafel,dan
zijn dat anker, die flesch verbruiks-
of genotgoederen of consumtiegoe-
deren.
A. Dat is nog al duidelijk zou ik
meenen.
J. Welnu deze stoffelijke goede
ren, zoowel die welke dienen ter voort
brenging, als die, welke strekken tot
verbruik, kunnen het eigendom zijn
van een afzonderlijk persoon, en dan
zijn ze in privaat bezit; zij kannen
ook behooren aan meerderen te za-
men, die met hen allen één lichaam
of eene vereeniging uitmaken, en dan
zijn ze een gemeenschappelijk
of collectief eigendom.
En als je nou aan een sooialist, die
op de hoogte van zyn streven is, de
vraag stelt
Wat wilt ge eigenlijk, dan
moet hij tenminste als hij de
waarheid zeggen wil antwoorden
„Ik wil het privaat bezit der pro
ductiegoederen opheffen; en dat ver
vangen door het collectief eigendom
der gemeenschap;
„ik wil, dat de gemeenschap zorge,
dat er niet meer en niet minder worde
voortgebracht dan voor allen noodig is;
„ik wil. dat die voortgebrachte goe-
ren door de gemeenschap onder allen
verdeeld worden, naar gelang ieder
(Naar het Duitsch.)
ft
gij hem evenwel in dien tijd
ander aangeboden, geloof dan
niet.' dai ik daarover zal
speren, tvani jou geluk voor al-
is het, wat ik beoog.
'h toch brengt zij ons beiden over
jaar dit zoozeer verlangde ge-
Maar het zij zoo! Ik zal er
in schikken, en kom. wanneer
..termijn verstreken is. mijn
vMje halen.
'et vochtig glanzende oogen lach-
Hj hem. toe en sloop ras naar
Gn, toen haar naam telkens ge-
?ten werd.
dezen avond en ook den vol-
r'en morgen wisselde zij en Wal
leen woord meer onder vier oo-
•naar toen deze de houtvesterij
'G, drong zijn blik diep in dien
t jonge meisje door en hij scheen
een gelukkig wederzien te ver-
*en.
l'1
bi
Mevrouw Eva van Orloff had,
toen het rouwjaar verstreken was
liet huis voor de gezelligheid ge
opend en spoedig een grooten kring
van kennissen om zich verzameld.
Men ontmoette steeds vertegen
woordigers van den adel, uit de
kunstenaars en geleerdenwereld in
hare salons. De jonge, rijke weduwe
werd zeer ongevoerd, maar vol lui
men, zooals Fortuna zelfs, stond zij
nooit iemand lang toe, zich over
haar gunst te beroemen.
Met volle teugen genoot zij van
de vrijheid en van den triomf, die
haar schoonheid en haar talent al
lerwegen inoogstten, niets ver- I
mocht evenwel de leegte in haar
hart aan te vullen. Geen, die haar
zoo ijverig omzweefden, bracht
haar bloed in beweging, geen ver
mocht meer. dan een voorbijgaande
belangstelling van haar af te dwin
gen, en eindelijk voelde zij zich ook
te midden van praal en luister en een
vloed van genoegens, rijk aan af
wisseling. door verveling gekweld.
Daar las zij plotseling in vele der
aanzienlijkste dagbladen den naam
„Walter Dohme". Men noemde de
„Samaritaansche" van welke ver- j
geheid ene afbeeldingep waren opge-1
nomen, een kunstwerk van den eer
sten rang en men meldde ook van
de eervolle opdracht, die den kun
stenaar verstrekt was geworden.
Als een electrische. stroom ging
Eva een schok door t lijf. Walter
had zich dus toch uit zijn slapheid
opgericht en naar voren gedrongen.
Dat wou en verlangde zij immers
ook. Nu was fle eisch vervuld, 't
bewijs geleverd, dat zijn talent niet
slechts gelijkwaardig aan het hare
genoemd mocht worden, maar het
zelfs nog overvleugelde.
Nu kon zij haar geheele zijn en ge
voelen opnieuw verjongen in 't volle
genot van die groote, verjongende
liefde, waarmee Walter haar eens
in zijn armen sloot.
Twee dagen later waren er vele
misnoegden in Parijs, die met een
spotachtig vertrokken mond lachten
en tegen elkaar allerlei pikante ver
moedens fluisterden.
Mevrouw Van Orloff was vertrok
ken zonder ergens iemand te zeg
gen waarheen, maar ook zonder het
aan haar elegante woning bekend
te maken. Dat was weer een van,
haar onbegrijpelijke grillen, barer
kleine allerliefste plagerijen.
Op een wonderbaar heerlijken zo
meravond had Walter beide vleu
gels der in don tuin uitkomende gla
zen deur van zijn atelier geopend,
want een zeldzame, zeer beklemmen
de zwoelte heersohte in do wijde
ruimte.
Maar ook van buiten kwam geen
verkoeling binnen. Glinsterende
goudstreepen trokken over 't firma
ment.
Moer in (de verte drongen op zwar
te, door vurig purperrood omzoomde
wolken.
De bloemen gaven een zware lucht.
Geen blaadje bewoog zich.
Bonte vlinders fladderden voorbij
en smaragdgroene kevers hingen
zwaar en vermoeid aan de rozen en
dahlia's.
Juist in zulke schemeruren gaf
Walter zijn fantasie graag' den vrij
en teugel.
Dan zag hij in zijn geest schep
selen ontstaan, die met een kunste
naarshand na te bootsen, hem een
kostelijk werk toescheen.
De laatste stralen der dalende zon
speelden over 't model der groep:
„Zeegoden en meerminnen". Zij
lokten ook gotidvonken uit 't. haar
der mooie vrouw, die langzaam tus
schen bloembedden voorwaarts
schreed, voor do open deur staan
bleef en schalks lachend vroeg:
Mag ik binnen
Walter keek een oogenblik haar
zoo verwonderd aan, als geloofde
hij aan een beeld zijner fantasie en
zei toen met koele hoffelijkheidIk
verzoek u, binnen te komen, mijn
genadige vrouwWat verschaft mij
de eer u in dit atelier te zien
Wat een vormelijke ontvangst!
riep zij buigend.
Ben je dan mijn naam reeds ver
ten Moet ik je er eerst weer aan:
herinneren dat ik Eva heet
Ik ben niets vergeten en daarom
juist moet mij uw onverwachte ver
schijning verrassen.
Zeldzaam bedaard en vreemd
stona hij tegenover haar. Die zach
te, droomerige trek, die zij eerst
zwakte noemde, was geheel verdwe
nen. Zijn trekken vertoonden een
strenge, zeer harde uitdrukking.
Laat u ons weerzien .zoo koud?
Geeft gij om mijn oordeel niets
meer vroeg de schoone vrouw.
O, toch wel, want ik ken u als
een zaakkundige en strenge criti-
tus. Maar gij twijfeldet eens aan
mijn gaven-
Alleen aan je energie. Die wilde
ik opwekken. Nu is het je gelukt,
mij van je wils- en scheppingskracht,
te overtuigen. Nu ligt vrij de we^
voor je open om het hoogste top
punt van roem te bereiken. En weet
ge, dat ik je benijd De stem neemt
af, het, wondervolste talent op '1
tooneel verdwijnt uit 't geheugen,
maar de schepping van den beeld
houwer blijft bestaan. Na eeuwen
nog wekt zij de verrukking van den
kenner op en der kunstvrienden.
Ziilke werken blijven bewaard voor
de vlucht der vergetelheid. Ja, ik
benijd je!
Waarom Verliet gij de kunst niet
even vrijmoedig als mij
Voor u zou ik destijds slechts oen
drukkende keten geweest zijn,... En
wanneer ik ook zelf de kunst niot
meer mag uitoefenen, wat Orloff
mij in zijn testament verbiedt, zoo
gevoel ik toch thans des te meer de
voel ik toch thans des te meer de
behoefte, al mijn wel vervlogen droo-
men van roem en grootheid in u ver
wezenlijkt te zien, Walter.
Wordt vervolgd,)