NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT tweede blad, ■10 II 'e Bergmolen. Politiek verval en geheime genootschappen. rs. Kijkjes uit de Rechtzaal. h h fi en ld *n 4. Nld ■et BINNENLAND. Het slijpen der „Cullinan Jan en Arie uit Heemstede. FEUILLETON. El V vor en dal zoo Wanneer wij ons pa riemen i mi pö- ■'tieke zeden vergelijken mei wat elders vooral in de nutielericale duidelijke landen voorvalt, dan pogen we van geluk spreken. Hoezeer ook ten onzent de poli 'ó'ke partijen tegenover elkander Wian: de corruptie, wilheid en on beschaamdheid die we b.v. in Fr,'tuk- Hik aan den dag zien komen, gjJe brutale inae.hl der geheime buigingen zooals die in Italië i i'ankrijk aan den dag komt, piles is hier te lande gelukkig Jtoed als onbekend. In vergelijking met wat daar voor- walt, zijn onze politieke zeden rein ®n staat onze staatkundige inrich- 'Ug en vertegenwoordiging op een poog peil. Te onbegrijpelijker is het-.dSS-tom-, 'dut vrijzinnigen, radicalen en soeia- '|itten van allerlei slag immer de Peschermende hand uitstrekken naar Bie landen, waar toeh het parlemen taire leven zoo intens droevig en errot moei heeten is hel de anticlerieale broeder- P'hap, het bijeenkruipen van de jjpt igeloovigen van allerlei slag, de Jftbewuste verwantschap van ziel door de haat tegen Kerk. Geloof cn Pausdom Men kan daarin toeh niets anders ten Ofschoon de vervallen en men zou leggen onherstelbaar rotte zeden ia li Frankrijk, zoowel in liet open- pare politieke als in het private le en algemeen békend zijn, ofschoon '"Ifs de liberale kranten voórtdu- F'nd afgeven op de omkoopbaarheid ''O veilheid der tegenwoordige jbiatslieden van Frankrijk, blijft ?ij alles wat anti-elericaal is toch 'et tegenwoordige bewind in dat ;|nd een voorbeeld heeten, wordt de wrde Republiek een model ge- Hemd. schermt men met de zegenin- Hn van het republikcinsch regime egenover de ellende van keizer- fuap en koningschap vroege;-.... I En ofschoon het. „eene en ondccl- jare" Italië van heden op allerhan- H gebied versF TÜrJcelijk ten achter W ofschoon het tekort reusachtig, f' staatsmachine onhandig, de baatslieden omkoopbaar en vaak Heerlijk, het geheele stelsel door f'" iloor ongezond is, tóch wordt 'id tegenwoordige Italië een zegen- i'ikc instelling genoemd en heel wat 'Her dan de „corrupte regeering Pausdom en Koningschap in <mie. Milaan cn "Mapeis! et, iet. pet. jet. as. s het wonder, dat.we raar staan kijken als in dezelfde bladen, die anticlerieale politiek van Clemen- jHvi e.a., den kerkvcrvolger, ver- Migen, een critiek op denzelfden Minister voorkomt die zoo vernieti gd is dat een staatsman ten onzent 'leen reeds bij een tienmaal onschul- 'ger geval voor zijn leven veroor- zou zijn C Om de rotte politieke zeden van O huidige kerkvervolgende Frank- 'ik te leeren kennen, nemen we hier 0|) stuk over van een Parijschen ''.iet, door den correspondent der Ct.", een onverdacht libe- H.l cn 'anticlorioaal orgaan, aan zijn '|<I toegezonden. Die correspondent schetst, hoe Cle- '6öceau zich vastklampt aan zijn ''ftefenille ten zooveel duizend Gres jier jaar. Do Fransche Kamer heeft genoeg W den dictator-kerkvervolger. Ze '1 hem tot aftreden nopen, want z.jjn andere liefhebbers die aan landje willen zitten. Do Kamer was nu van plan 1° schrijft de correspondent bij eerste de beste gelegenheid het ''tiisterie-Glemeneeau Ie doen val- 'ti. Dat zou zoo in zijn werk gaan. 0|' gelegenheid van het herstel in rang van reserve-officieren, die de reserve geschrapt waren we gens vergrijpen, buiten den dienst begaan, zouden de socialisten bij amendement voorstellen ook andere ambtenaren te herstellen; de ont slagen postbeambten en onderwij zers, de oproerige heeren Grangier en Negro incluis. (Men herinnen zich de geruchtmakende historie van laatste, een onderwijzer-anarchist). De regeering, die, ziel) meermalen met de grootste energie tegen het. weer in dienst nemen dezer ambte naren had uitgesproken en er de kwestie van vertrouwen - op gesteld had. moest, di 1 amendement wel be strijden. .Welnu, als men voor dit amende ment een meerderheid kon krijgen, was de regeering omver. „Er zal zeker geen meerderheid voor te krijgen zijn. Het. is onmo gelijk. Dai zou schandelijk zijn van de Kamer," zoo zeiden den dag te voren nog de officieele ministerioele bladen. En in werkelijkheid, oen meerderheid die dezen maatregel in haar hart wilde, was er niet. Maar was er niet een meerderheid, die van deze gelegenheid gebruik wou maken, om nog voor Paschen den heer Olemenccau kwijt te zijn? Van het begin der zitting af, voelde men duidelijk dat het best mogelijk was dal er zulk een meerderheid zijn kon, een meerderheid van zuiver wantrouwen tegen de regeering dus. Welnu, wat, leed de slimme heer Olemenccau? Toen men hem som meerde om de meening der regeering te zeggen over hel voorgestelde ver raderlijke amendement, bleet hij Oost-Indisch doof en zond enkel den onder-staatssecretaris voor de pos terijen Simyan om eenige protostee- rende opmerkingen te maken. I)e heer Simyan voerde deze netelige taak uit met angstige blikken op don heer Olemenccau. Toen hij een oo- genblik onvoorzichtiglijk het woord „vertrouwen" zeide, streek de heer Clemenceau zich bedenkelijk afkeu rend over het hoofd, waarop de heer Simyan snel naar onschuldiger woorden zocht. En hoe men ook uittartte, do heer Clemenceau bleef doof en stom. Een verpletterende meerderheid nam het door den heer Simyan namens de regeering bestre den „amendement van wantrouwen" aan. Uiterst links gaan juichkreten op en hoonenci geroep van „Ontslag, ontslag". De heer Clemenceau roert zich niet. En daar zat de Kamer er mee! Ze had den onderwijzer Nc- gre. den postbeambte Grangier ei genlijk tegen haar zin willen aan nemen roet de gedachte den heer Clemenceau er voor kwijt te raken. Maar zie, de heer Clemenceau bleef eenvoudig zitten en daar had men Nègre, Grangier.... èn Clemen ceau. Dat was me een koopje. Dat komt er van, zeiden ironische heeren uit het centrum met een diepzinni- gen blik tot verblufte radicalen. De „Humanité" is minder beleefd: „Het, ministerie Clemenceau, wel, om dat kwijt te worden, zal men het blijkbaar weg moeten jagen." Andere bladen twisten er over wie er het treurigste figuur geslagen heeft, de regeering of de Kamer. Beide krijgen hun deel." Tot zoover de correspondent. Is het teekenend genoeg voor den rotten boel in Frankrijk En in Italië is het al eveneens. Daar heerscht, dat weet men, de loge vrij oppermachtig. In Kamel en Senaat wordt trouwens even als in Frankrijk vaak gehoor zaamd aan het bevel van de loges. En de zaak-Nasi is daar om te bewijzen, tot welk een hoogte de corruptie in de ambtenaarswereld is gestegen. De invloed der geheime genoot schappen bepaalt zich niet tot Italië alleen, al zit daar het hoofdkwar tier. .We lezen in het „Hbld. v. Ant werpen" een zeer opmerkenswaar dige geschiedenis over dien invloed, die gopd kan dienen om eventueele pogingen der anticlerieale en ma- Qonieke pers ook hier te lande vast bij voorbaat te signaleeren. „Er moei - zoo schrijft het blad - in de Loge weer een ordewoord zijn, gegeven, want de an- ti-clericalen van alle landen zijn be zig met zich in te spannen voor een nieuwen veldtocht. Nu moeten ze Linda Murri weer vrijpleiten, de droevige heldin van het. proces Murri-'Bonmartini, welke veroordeeld werd als zijnde de'aan- stookster en de medeplichtige ge weest in den moord op graaf Bon martini. haren man. Onze lezers kennen deze cause eé- lèbre, die in den tijd zooveel gerucht maakte in Italië. Nu zal men zich afvragen: wat de Loge daar mee te stellen heeft? Wel, doodeenvoudig het volgende: professor Murri, de vader van Lin da, die eene zoo droevige rol in de zaak speelde, was eene voorname f'i guur in de vrijmetselarij. En nu» wil men in de vrijmetse laarskringen met kracht en geweld de familie Murri witwasschenn. Brochuren zijn verschenen en in aan de Loge verknochte bladen wer den pleidooien gezet om de onschuld van Linda te bewijzeneen mijnheer Federn heeft uit eigen beweging? een brochuur geschreven, die reeds in 't Duitsch, het Italiaansch en het Engelsch verscheen en die- binnenkort in 't Franseh gaat ver schijnen dat moet nog al wat kosten! waarin deze thesis wordt verdedigd. Dezelfde M. Federn doet nu om reizen en voerde gisterenavond hef woord te Brussel. In een interview van „Petit Bleu" zegde deze schrijver en redenaar, dat heel het proces Murri-Bonmartini was „een t e n d e n z-proces tegen professor Murri, den belangloozcn geleerde, aan wien men zijne anti clerieale gevoelens niet wilde verge ven. De gansche veldtocht was ge richt tegen deze familie, die sedert jaren zich vijandig had getoond aan het, pauselijk gezag." Daar hebt, ge 't heele geval in een nootsohelpin heel de gerucht makende zaak van den moord op graaf Bonmartini zijn de pliclitigen niet de Murri's, maar.... de clerica- 'len De Murri's zijn enkel de slacht offers van de wraakzucht en den laster der clerical en, en, eer het een jaar verder iszullen de moorde naars wel olericale handlangers zijn, die den moord bedreven, om de fa milie Murri in het ongeluk te stor ten Dat, is een staaltje van den ver-, derfelijken invloed der geheime ge nootschappen, aan welke het poli tiek bederf in landen als Frankrijk, Spanje, Portugal en Italië, voor het grootste deel is te wijten Onze Amsterdamsche correspondent schrijft: Heden morgen brachten wij bij de firma Asscher een bezoek aan haar groolscbe inrichting ter bezichtiging van de kamer waarin de beroemde „Cullinan" bewerkt wordt en van de gereedschappen welk voor deze be werking vereischt worden. Het was nog buiten de fabriek staande, duide lijk te zien dat iets bijzonders in de fabriek geschiedde, aan de bewaking welke ons direct opviel. Vooibij het portiershuisje gaande, waarin zich po litie bevond, werden wij dadelijk aan gehouden door den ijverige» portier om ons te ligimiteeren. Voor den in gang der fabriek weer een politieagent. Door .een geruischloos loopende elec- trisch werkende lift kwamen wij op een der bovenverdiepingen, waar wij op het zich daar bevindende kantoor werden ontvangen door den firmant, welke ons daarop leidde naar het heiligdom, waar het eigendom van Engeland's koning aan de handen van den bekwamen slijper, den heer Koe, ter bewerking is toevertrouwd. Voor de deur van deze op de ruime werk zaal gelegen en afgeschutte kamer was weer speciale portier, geplaatst, welke, bewust van de aan zijn bewaking toe vertrouwde schat, eerbiedig salueerde toen wij met onzen geleider passeer den. De kamer waarin wij ons toen bevonden, 4—10 M. groot en als het ware „bevloerd" met bruin vilt, is aan de zijde der Nieuwe Tolstraat gelegen en ontvangt haar licht door zes, drie aan drie naast elkaar zich bevindende spiegelruiten. Bovendien zijn tegen de zoldering twee kokers aanwezig waardoor ver- sche lucht in de kamer wordt, gevoerd, terwijl de schijf waarvan de doorsnee 44 cM. bedraagt in bewegiDg wordt gebracht door een electrische motor van 12 p.K. en 2450 omwentelingen per minuut maakt. Als men nu weet dat de gewone schijf een doorsnee hoeft van 25 a 28 cM. en een onge veer 2000 omwentelingen per minuut maakt kan men zich eenigszins voor stelling hiervan maken. Omtrent de gereedschappen welke voor het slijpen van den merkwaardigen steen gebruikt zullen worden deelde men ons het volgende mede. De steen wordt natuurlijk in een bijzonder grooten soldeerdop geslepen. In dezen dop gaan niet minder dan 0 K.G. soldeersel welk den steen in de gewenschte stand in de dop brengt, zoodat het te sl pen vlak uit het sol deersel komt steken. De tang waarin zich de dop bevindt weegt met dien dop 15 K.G. Nu wat het slijpen zelf aangaat,. In het hanteeren van de tang schuilt de kracht van den slijper. De zware tang met dop en steen, eischen bij bet slijpen van de Cullinan na tuurlijk heel wat meer van de kracht van den slijper dan in gewone geval len. Grootere voorzichtigheid gepaart aan grootere koelbloedigheid worden hier vereischt. Daarom kwam de firma Asscher na rijp overleg op het denk beeld den kostbaren steen in een ge wone soldeerdop te doen slijpen. De taDg kan in een haak gehangen wor den welke aan een stalen draad be vestigd is, die door een dubbel stel katrollen loopt boven de molen aan gebracht en correspondeert met een hefboom die onder den molen beves tigd is. Een tegenwicht laat nu het oplichten der tang door een voet- druk geruischloos en als van zelf gebeuren, waardoor tevens een even zoo met bruin vilt bekleed plankje wordt naar voren geschoven. De tang kan hangende aan den haak natuur lijk in alle richtingen gedraaid worden. Het voordeel valt in het oog. De per sonen, uie natuurlijk elk oogenblik den toestand van het geslepen vlak willen controleeren behoeven nu niet als in gewone gevallen, de zwaren tang en dop op te lichten, maar be- studeeren den steen in den dop voor hen hangende, door hem met geringe krachtsinspannings in elke richting te wenden. Ook bij het weder op de schijf brengen, een zeer voorzichtig werk je werkt het mechanisme met be wonderenswaardige nauwgezetheid en gelijkmatigheid. Een mogelijkheid be staat echter en een mogelijk gevaar waarmede bij het slijpen van een steen van zoo groote waarde zeer ze ker rekening moest worden gehouden, stel dat de koperen draad bezwijkt onder het gewicht van zijn kostbaren last en de steen op de stalen schijf met volle kracht neerpatst en splijt. Ook hiervoor is gezorgd. Zoodra men de tang laat stijgen, komt zooals wij boven zeiden een met vilt bekleed plankje naar voren. Mocht nu de ko perdraad breken, dan valt dus de steen niet op de schijf maar op dit vilt, waardoor dus de steen gespaard blijft. Het is echter zoo goed als onmogelijk dat dit gebeuren zal, gezien de sterke constructie van koperdraad. Het is echter als uiterste voorzorgsmaatregel aangebracht. De molen kan ook door den slijper oogenblikkelijk tot stil stand gebracht worden, door middel van een zich achter den slijper be vindende handle welke direct op den motor correspondeert. Wij zagen ook nog het groote ver stelblok waarin de Cullinan bij het overbrengen in een andere stand ge- fteld. Bij dit verstellen wordt de be roemde diamant door een in verhou ding tot andere gewone versteltangen reusachtige tang gehanteerd, en niet in koud doch in warm of lauw water hetwelk naar believe op een bepaal de temperatuur gebracht kan worden, afgekoeld. Dat bij het slijpen der steen de slijptang met een groot gewicht ja zelfs door 50 pond belast wordt, om het verschuiven dezer tang te voorko men en de steen zwaarder op de schijf te doen drukken, waardoor het afslij pen zooals men begrijpt bevorderd wordt, behoeft zeker geen betoog. Ons werd ook nog de kist getoond waarin 's nachts de Cullinan wordt geborgen, welke kist op zijn beurt weer in een in de grootere brandkluis zich bevin dende, met stalen deuren gepantserde brandkast wordt bewaard. In deze' brandkast zijn weer twee kleinere brandkastjes, welke zwaar gepantserd zijnde door een aan drie heeren be kend zijnd letterslot kunnen worden geopend. Nadat een der andere hee ren ons nog door de verschillende zalen der fabriek had rondgeleid, na men wij afscheid, dankbaar en voldaan. Dankbaar voor de wijze waarop men ons inlichtte, voldaan dat wij met een met de bloei onzer hoofdstad zoo zeer samenhangende industrie eens nader hadden kennis gemaakt. De relletjes te Krommenie. Dit hoofdje, wedden wij, hebben onze lezers misschien wel honderd maal reeds in onze courant gelezen. Wat is er toch in Krommenie al te doen geweest, waardoor die z. g. „relletjes" ontstonden. We behoeven de heele lijdens- bistorie, die zich heeft afgespeeld tusschen den Heer Vermeer, direc teur der Blikfabriek, eenerzijds en zijn personeel anderzijds hier weer niet te gaan vertellen, zij is immers alreeds bekend genoeg. En in de pers, èn in de vergaderingen der organisaties, én in meetings, overal is zij in den breede uiteengezet. De botsingen, die ontstonden tusschen de stakers en de werkwil ligen, de orders, die door de autori teiten in 't belang der openbare rust en veiligheid werden verstrekt, zij zullen eenigen der z. g. „relletjes makers" met den strafreohter in aanraking brengen. En Donderdag was de geheele zitting der Haarleinscbe Rechtbank er reeds schier aan gewjjd. Het was op Donderdag, 7 Jan., dat de politie eenige werkwilligen van en naar de fabriek bracht. Hierdoor ontstond een volksoploop van een 150 A 200 personen in de Noorderhoofdstraat. De politie ge lastte, dat iedereen door zou loopen, doch de 22 jarige steendrukker Jan Erkens, die tot de stakers behoorde, voldeed daar niet aan. Erkens zei nu voor de Recht bank, dat hij het roepen niet ge hoerd had, doch de politie, die zoo hard geschreeuwd had, als zij kön, verklaarde dit voor onmogelijk. Er werden verschillende getuigen décharge gehoord, die ook beweer den 't geroep niet gehoord te heb ben. Maar de olficier van Justitie meende toch tegen den beklaagde 6 weken gevangenisstraf te moeten •ischen. Want, al is 't feit juri disch alleronbeduidend, maatschap pelijk is het een ernstig misdrijf, dat gevoelig moet worden gestraft. De beklaagde werd verdedigd door mr. Mendels, die 't misdrijf niet ernstig vond. De arbeiders hadden recht in dezen stryd. Eu als er wat gebeurd is, dan is dat de schuld van het onhandig op treden der politie, die er maar da delijk met s.bel en gummistok op los slaat. Tegen den rietwerker Jacob Smit, die voor hetzelfde feit terecht stond, werd dezelfde straf geëischt en ook deze werd door mr. Mendels ver dedigd. Op 9 Februari schold de staker Piet er Harthoorn den werkwilligen J. de Wit, toen deze met zijn echt- gennote uit de kerk kwam, open lijk uit. Tegen H. werden twee weken geëischt. Verdediger was weer mr. Mendels. Jan. En nu mijn vriend zal ik je dan verklaring geven van die voor u zoo vreemde namen van produc tiegoederen en co nsurat ie goede ren. Let op! Arie. Uw dienaar! J. Productie komt van het Latijn- sche woord producere: voortbren gen. Productiegoederen zijn dus zoowel die, welke dienen om iets voort te brengen, als die, welke voortgebracht worden; daar heb je vooreerst de grond en wat de aarde in zich be sloten houdt, als de steenkolen, voor zoover ze in de fabriek dienen, de metalen, voor zoover ze als grond stoffen gebruikt worden, enz.; ver volgens de plaatsen en de werktuigen, waar en waarmede die grondstoffen verwerkt worden, als de fabriek, de machines, de instrumenten; verder nog de middelen om die verwerkte grondstoffen tot de afnemers te bren gen, bijvoorbeeld het spoor, de boot; eindelijk de oogst en al wat in werk plaatsen gemaakt wordt. Dat alles noemt men productiegoederen. A. Nu 't is me de moeite waard! Wat moet dat Latijn toch een mooie taal wezen, dat in één zoo'n woord, zooveel Hollandsche woorden liggen opgesloten. J. O jal dat is zij ongetwijfeld! Ook het woord consumtie worat af geleid van hetLatijnschewoord con- sumere, dat verbruiken of ge nieten beteekent. Consumtiegoede- ren zijn dus al die dingen, welke recht streeks tot 'smenschen verbruik of genot dienen, en alleen in zoover zij daartoe dienen, als eetwaren, kleeding, brandstoffen voor kamer en keuken, sieraden enz.; of ook wel datgene, waarvoor de monsch zich zulke dingen kan aanschaffen, als het arbeidsloon. Snapt je nu dat onderscheid goed, Arie? A. Dat geloof ik wel Jan, want, me dunkt, het is nog al niet zoo on begrijpelijk J. Best, als je het onder scheid goed begrijpt, dan mijn vriend zult ge ook van zelf inzien, dat, om maar eens een voorbeeld te nemen, een wijngaard een produetiegoed is zoo ook de machines, waardoor het sap uit de druiven geperst en wijn wordt; zoo ook de vaten wijn, die in de kelders van den handelaar liggen. Kijk eens Arie als je bij den han delaar een anker wijn koopt en je bergt dat in je kelder, en je zet m den kring van .je huisgenooten of vrienden een flesch wijn optafel,dan zijn dat anker, die flesch verbruiks- of genotgoederen of consumtiegoe- deren. A. Dat is nog al duidelijk zou ik meenen. J. Welnu deze stoffelijke goede ren, zoowel die welke dienen ter voort brenging, als die, welke strekken tot verbruik, kunnen het eigendom zijn van een afzonderlijk persoon, en dan zijn ze in privaat bezit; zij kannen ook behooren aan meerderen te za- men, die met hen allen één lichaam of eene vereeniging uitmaken, en dan zijn ze een gemeenschappelijk of collectief eigendom. En als je nou aan een sooialist, die op de hoogte van zyn streven is, de vraag stelt Wat wilt ge eigenlijk, dan moet hij tenminste als hij de waarheid zeggen wil antwoorden „Ik wil het privaat bezit der pro ductiegoederen opheffen; en dat ver vangen door het collectief eigendom der gemeenschap; „ik wil, dat de gemeenschap zorge, dat er niet meer en niet minder worde voortgebracht dan voor allen noodig is; „ik wil. dat die voortgebrachte goe- ren door de gemeenschap onder allen verdeeld worden, naar gelang ieder (Naar het Duitsch.) ft gij hem evenwel in dien tijd ander aangeboden, geloof dan niet.' dai ik daarover zal speren, tvani jou geluk voor al- is het, wat ik beoog. 'h toch brengt zij ons beiden over jaar dit zoozeer verlangde ge- Maar het zij zoo! Ik zal er in schikken, en kom. wanneer ..termijn verstreken is. mijn vMje halen. 'et vochtig glanzende oogen lach- Hj hem. toe en sloop ras naar Gn, toen haar naam telkens ge- ?ten werd. dezen avond en ook den vol- r'en morgen wisselde zij en Wal leen woord meer onder vier oo- •naar toen deze de houtvesterij 'G, drong zijn blik diep in dien t jonge meisje door en hij scheen een gelukkig wederzien te ver- *en. l'1 bi Mevrouw Eva van Orloff had, toen het rouwjaar verstreken was liet huis voor de gezelligheid ge opend en spoedig een grooten kring van kennissen om zich verzameld. Men ontmoette steeds vertegen woordigers van den adel, uit de kunstenaars en geleerdenwereld in hare salons. De jonge, rijke weduwe werd zeer ongevoerd, maar vol lui men, zooals Fortuna zelfs, stond zij nooit iemand lang toe, zich over haar gunst te beroemen. Met volle teugen genoot zij van de vrijheid en van den triomf, die haar schoonheid en haar talent al lerwegen inoogstten, niets ver- I mocht evenwel de leegte in haar hart aan te vullen. Geen, die haar zoo ijverig omzweefden, bracht haar bloed in beweging, geen ver mocht meer. dan een voorbijgaande belangstelling van haar af te dwin gen, en eindelijk voelde zij zich ook te midden van praal en luister en een vloed van genoegens, rijk aan af wisseling. door verveling gekweld. Daar las zij plotseling in vele der aanzienlijkste dagbladen den naam „Walter Dohme". Men noemde de „Samaritaansche" van welke ver- j geheid ene afbeeldingep waren opge-1 nomen, een kunstwerk van den eer sten rang en men meldde ook van de eervolle opdracht, die den kun stenaar verstrekt was geworden. Als een electrische. stroom ging Eva een schok door t lijf. Walter had zich dus toch uit zijn slapheid opgericht en naar voren gedrongen. Dat wou en verlangde zij immers ook. Nu was fle eisch vervuld, 't bewijs geleverd, dat zijn talent niet slechts gelijkwaardig aan het hare genoemd mocht worden, maar het zelfs nog overvleugelde. Nu kon zij haar geheele zijn en ge voelen opnieuw verjongen in 't volle genot van die groote, verjongende liefde, waarmee Walter haar eens in zijn armen sloot. Twee dagen later waren er vele misnoegden in Parijs, die met een spotachtig vertrokken mond lachten en tegen elkaar allerlei pikante ver moedens fluisterden. Mevrouw Van Orloff was vertrok ken zonder ergens iemand te zeg gen waarheen, maar ook zonder het aan haar elegante woning bekend te maken. Dat was weer een van, haar onbegrijpelijke grillen, barer kleine allerliefste plagerijen. Op een wonderbaar heerlijken zo meravond had Walter beide vleu gels der in don tuin uitkomende gla zen deur van zijn atelier geopend, want een zeldzame, zeer beklemmen de zwoelte heersohte in do wijde ruimte. Maar ook van buiten kwam geen verkoeling binnen. Glinsterende goudstreepen trokken over 't firma ment. Moer in (de verte drongen op zwar te, door vurig purperrood omzoomde wolken. De bloemen gaven een zware lucht. Geen blaadje bewoog zich. Bonte vlinders fladderden voorbij en smaragdgroene kevers hingen zwaar en vermoeid aan de rozen en dahlia's. Juist in zulke schemeruren gaf Walter zijn fantasie graag' den vrij en teugel. Dan zag hij in zijn geest schep selen ontstaan, die met een kunste naarshand na te bootsen, hem een kostelijk werk toescheen. De laatste stralen der dalende zon speelden over 't model der groep: „Zeegoden en meerminnen". Zij lokten ook gotidvonken uit 't. haar der mooie vrouw, die langzaam tus schen bloembedden voorwaarts schreed, voor do open deur staan bleef en schalks lachend vroeg: Mag ik binnen Walter keek een oogenblik haar zoo verwonderd aan, als geloofde hij aan een beeld zijner fantasie en zei toen met koele hoffelijkheidIk verzoek u, binnen te komen, mijn genadige vrouwWat verschaft mij de eer u in dit atelier te zien Wat een vormelijke ontvangst! riep zij buigend. Ben je dan mijn naam reeds ver ten Moet ik je er eerst weer aan: herinneren dat ik Eva heet Ik ben niets vergeten en daarom juist moet mij uw onverwachte ver schijning verrassen. Zeldzaam bedaard en vreemd stona hij tegenover haar. Die zach te, droomerige trek, die zij eerst zwakte noemde, was geheel verdwe nen. Zijn trekken vertoonden een strenge, zeer harde uitdrukking. Laat u ons weerzien .zoo koud? Geeft gij om mijn oordeel niets meer vroeg de schoone vrouw. O, toch wel, want ik ken u als een zaakkundige en strenge criti- tus. Maar gij twijfeldet eens aan mijn gaven- Alleen aan je energie. Die wilde ik opwekken. Nu is het je gelukt, mij van je wils- en scheppingskracht, te overtuigen. Nu ligt vrij de we^ voor je open om het hoogste top punt van roem te bereiken. En weet ge, dat ik je benijd De stem neemt af, het, wondervolste talent op '1 tooneel verdwijnt uit 't geheugen, maar de schepping van den beeld houwer blijft bestaan. Na eeuwen nog wekt zij de verrukking van den kenner op en der kunstvrienden. Ziilke werken blijven bewaard voor de vlucht der vergetelheid. Ja, ik benijd je! Waarom Verliet gij de kunst niet even vrijmoedig als mij Voor u zou ik destijds slechts oen drukkende keten geweest zijn,... En wanneer ik ook zelf de kunst niot meer mag uitoefenen, wat Orloff mij in zijn testament verbiedt, zoo gevoel ik toch thans des te meer de voel ik toch thans des te meer de behoefte, al mijn wel vervlogen droo- men van roem en grootheid in u ver wezenlijkt te zien, Walter. Wordt vervolgd,)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 5