M.Mim DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Het spook m Chetwynd-Park. Kinderhuisvest 31-33, Haarlem De Kiesrecht-kwestie. BUITENLAND. BINNENLAND. DONDERDAG 19 MAART !90S. 32ste Jaargang, No. 6841. Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. ftan hen, die zich met in gang uan 1 April per 3 maan den op ons biad abonneeren, wordt de „NIEUWE HAAR- LEMSCHE COURANT"tot dien datum kosteloos toegezonden. Nieuwtjes in drie regels. FhUILLETON, ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Haarlem fl.35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post l,8t Afzonderlijke nummers„0-05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf0.60 (contant)f 0.50 Elke regel meer,0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant. Het is ontwijfelbaar waar, dat door de politieke omstandigheden van het oogenblik de Kiesrecht kwestie, althans voor ons, Katho lieken, op den achtergrond is ge raakt. De vraag (uit de bekende vragen lijst) of een herziening van het kies recht urgent is en Grondwetsherzie ning d&Arom alleen noodig, is in de kiesvereenigingen die zich reeds heb ben uitgesproken, unaniem ontken nend beantwoord. Er is dan ook wel eenige reden, om met de Maasbode aan te dringen op daden, op een krachtig- steunen van het tegenwoordige kabinet, en het opzij-zetten van de kiesrecht-kibbelarij, waaroverzoo- als het blad terecht zegt „geen twee menschen in Nederland het eens zijnl" Men zal zich herinneren dat wij in eenige artikelen, gewijd aan het Kkirecht-rapport van den Alge- meenen Bond en aan de Vragen lijst, door het hoofdbestuur aan de kiesvereenigingen rondgezonden, de meening hebben geuit dat het uit zenden van een dergelijke vragen- lgst over een dergelijk ondirwerp o. i. onpractisch en vrijwel nutte loos werk was, omdat het kiezers volk over het algemeen de daar ge stelde kwesties niet kiln beantwoor den. De uitkomst, voor zoover die be kend is, heeft ons gelijk gegeven. In Haarlem om met kuis te beginnen werd de vergadering die deze koogstgewichtige kwestie moest behandelen, door luttel per sonen bygewoQnd. In den Haag stelt men voor, heele- rnaal geen conclusie te nemen. Elders formuleert men antwoor den "op de vragen, ja, doch met Veel reserve ofwel en petit co- ra i 16. In Alkmaar vindt de voorzitter der Kiesvereeniging het noodig, een toelichtenden brief erbij te schrij ven, ten einde althans eenigermate zijn luidjea op de hoogte te bren gen. Dat alles beteekeut en bewijst, dat het Katholieke kiezersvolk niet rijp is en niet voldoende op de hoog te, om ln zulk een zaak te beslissen. De kwestie is gebleken, niet te zijn in staat van wijzen. En aan het oordeel, dat metter tijd zal worden uitgesproken, ont zeggen we dan ook ten sterkste het cachet van te zijn: het oordeel van de Roomsche kiezers! De vraag rqst eeret, of de Alge- meene Bond van R. K. Kiesveree nigingen anders kon handelen dan hij deed. Wij oordeelen van niet. Het Hoofdbestuur had opdracht van de vergadering, waarin de kies recht-kwestie door eenige warm bloedige elementen op den voorgrond is geschoven, zonder dat deze be grepen dat een referendum, zooals zij wilden en zooals dan nu wordt uitgeschreven, nooit van bovenaf moet worden opgelegd, maar uit den algemeenen wensch daarnaar on der het kiezersvolk-zelf, moet volgen. Het Bestuur kon zich aan de ge geven opdracht echter niet meer onttrekken, zonder het bestaan en het stelsel-zelve van den Bond on dersteboven te keeren. - En men moet toegeven, dat met Rapport der vijf heeren een stuk studiewerk is geleverd, dat ook den Bond eer aandoet. De vragenlijst, die nu door de Kies vereenigingen moet worden beant woord, volgt logisch uit het Rap port en uit de opdracht der alge meens vergadering. Om practische redenen kon men zooals wij wenschen dat die vragenlijst anders, eenvoudiger, be knopter ware ingericht, doch dat is niet de zaak. Geëischt was doör de Kiesveree- nigingen-zelflaat ons voorlichten over de Kiesrecht-kwestie, wij zul len ons dan uitspreken. Het Bestuur heeft aan dien eisch voldaanhet heeft gedaan wat de opdracht was. De kiesvereenigingen-zelf zitten nu echter met de zaak. Sommigen als den Haag verklaren nu dat het geen tijd is om tot practische conclusie's te ko men over de Kiesrecht-kwestie, aangezien de noodzakelijkheid van een oplossing geenszins vaststaat. Deze kiesvereenigingen refutee- ren derhalve geheel het hoog-opge- zette urgentiestandpunt, dat in den Bond door hen is ingenomen, die deze geheele kwestie hebben door gedreven. Andere kiesvereenigingen erken nen openlijk of ter sluiks, dat het oordeel der leden volstrekt niet vaststaat, dat óverige studie tevo ren noodzakelijk is, dat men welis waar kan antwoorden op de gestelde vragen, maar dat die antwoorden toch geenszins moeten worden op gevat als te geven de c o m m u nis opinio van het Katholieke kiezersvolk. Trouwens, na alles wat gebleken is ovor de „belangstelling" van onze Katholieken in deze zaak, zou dat ook te gek zijn om werke'ijk te onderstellen. Welnu, ook deze vereenigingen gaan lijnrecht in tegen den opzet van de Kiesrecht-kwestie in den Algemeenen Bond. Noch urgent blijkt die kwestie, noch voldoende toegelicht, noch be kend genoeg bij het volk. Daarom ontzeggen we dan ook bij voorbaat aan de uitspraak, die de Algemeene Bond op zijne ver gadering te Utrecht ten slotte ge ven zal over het kiesrecht en de Katholieke partij, alle recht om zich arn te dienen als de eind uitspraak der Katholie ken. Wat ten slotte te Utrecht wordt aangenomen en besloten, zal zijn een instantie, en niet een slotoordeel waarop nu ten-u it voer-legging zal moeten volgen 1 De opinies van commissies, van bestuursleden, van eenige „hervor- ragende" personen envan enkele luidruchtige maatschappij hervormers, die we ook onder ons Roomschen, niet missen, zullen te Utrecht een p1 e mêle vormen waarvan het Hoofdbestuur met veel moeite en zorg misschien een bruik baar en presentabel schoteltje zal bakken. Maardat schoteltje is een voorproefje, en kiln niet anders zijn. De beraadslagingen over de kiesrechtkwestie inde vereenigingen, de artikelen der pers, het kiesrecht rapport ten slette zelf al, hebben duidelij k gemaakt, dat het Katholieke kiezersvolk hervorming van het kiesrecht op dit oogenblik niet urgent acht, en zelfs niet competent i», op dit oogenblik over de zaak te oordeelen. De niet-competentie bewijst op zichzelf al de ontijdigheid van een einduitspraak. Als zoodanig kan dus een even tueel besluit te Utrecht nooit wor den aangemerkt. En daarom is het ons ook vrij wel geljjk, of een kiesvereeniging zich, en petit comité, of op gezag van een commissie, of ja-en- amen-zeggend op hetgeen een voorzitter wil, over de vragen van het Hoofdbestuur uitspreekt, dan wel of men verklaart dat het oogen blik van een practische conclusie nog niet daar is. Alle wenschen, door de kiesveree nigingen in zake de kiesrecht-kwes tie, geuit, zijn ten slotte op dit oogenblik toch niets anders dan wenschen van een zeer kleine min derheid het kiezersvolk staat daar buiten, is er geheel onverschillig toor! En in Utrecht «al, op grond van dit alles, gerust eeu of andere weusch mogen worden uitgespro ken, die bij latere beschouwingen een houvast kan worden, maar de eind-conclusie zal daar ten slotte geen andere moeten zijn dan deze: de groote massa der Katholieke kiezers voelt blijkbaar voor de kies rechtkwestie allesbehalve veel be langstelling, de politieke omstan digheden maken dat de urgentie dier kiesrechtkwestie van buitenaf ons niet meer zoo wordt opgedron gen, derhalve: aan het vooropstel len van date kwestie door ons, Ka tholieken, mag in deze omstandig heden absoluut niet meer worden gedacht DUITSCHLAND. Voor de Polen i; Men weet dat een der welspre kendste en krachtigste verdedigers van de Polen in het Pruisische Heerenhuis geweest is de energieke Prins-Bisschop van Breslau, Z.E. Kardinaal Kopp. De Kardinaal heeft nu een laatste poging in het werk gesteld om het onrecht dat den armen bewoners van 't Polen-land aangedaan gaat worden, door het toepassen van de onteigeningswet te keeren. Hij heeft n.l een brief geschre ven aan keizer Wilhelm, waarin hij hem verzoekt de swet niet te sanctionneeren. „Want, zoo zegt hij o.m., de dag waarop zij bekrachtigd zal worden, jal een der meest onheilvolle dagen wezen in de geschiedenis van Pruis- sen en Duitschland". De Kardinaal voorziet, dat de Polen van Rusland en Oostenrijk een .actie ten gunste van hun broe ders, de Polen van Pruisen, op touw zullen zetten. Reeds deelt hij mede dat in Posen-Gnesen de Duitschers verschrikkelijk worden geboycot. Maar dat alles weet Z.M. Wil helm II zoo goed als ieder ander. De eenmaal aangenomen „bloc"- politiek eischt het echter, dat Polen vernietigd wordeen daar doet zelfs geen keizer iets aan, gesteld al dat hij wilde, wat ook nog de vraag is! ITALIË. De vorst van Monaco naar Rome. Prins Albert van Monaco, de heer van de roulette en koning van de speeltafel, gaat töch naar Rome. Al is hij Katholiekhij zal het treurige voorbeeld geven van een kathobeken prins, die het eerst sinds den roof van Rome, den Itali- aanschen koning kopat opzoeken! Weliswaar heet het dat hij een lezing gaat houden o ver Oceanografie, maar aat neemt niet weg, dat hij officieel komt, door konipg Victor Emanuel aan het station zal worden verwelkomd, visites maakt als vorst bij de koninklijke familie, enz. Den Paus zal deze Roomsche prins die beleediging aandoen: tot dusverre was het alleen Loubet ge weest, die om de vrijmetselarij te gehoorzamen, een visite aan Rome moest brengen als katholiek Staats hoofd. Deze Roomsche prins is de tweede. Nu is het wel niet veel bijzonders, zoo'n vorctje van het speelhol..,, maar de beleediging. den Paus aan gedaan, is er niet te minder om 1 Een forsch protest wordt nu van den H. Stoel vervracht! Kardinaal del Drago f Weer is een kerkvorst overleden: Z. Em. kardidaal Casali del Drago. De kardinaal, Matkies van Rio- freddo, werd als zoon van markies Rafaele del Drago en vorstin Car lotta Barberini 30 Januari 1838 te Rome geboren. Hij studeerde aan het Pauselijk seminarie en werd 29 December 1860 priester gewijd. Pius IX plaatste hem 12 November 1866 aan zijn hof en benoemde hem tot dienstdoend geheim-kamerheer. Na vier maanden werd hij k»nunnik van S. Giovanni in Lateranen en in 1871 kanunnik van St. Pieter. Kort na den dood van Pius IX werd hij door Leo XIII tot hui«- prelaat en tot abbreviator in de «postolische kanselarij benoemd. In het consistorie van 29 November 1895 verhief de Paus hem tot La tijnsch patriarch van Coustantinopel en 19 Juni 1899 tot do waardig heid van kardinael-priester met dun titel S. Maria della Vittoria. Kardi naal Casali maakte als consultor deel uit van de 'congregaties der concilies, der aflaten, der ceremo nies en van het consistorie. AMERIKA. Gods naam op de Amerikaansche munt. President Roosevelt had enkele maanden geleden bevolen, dat bet motto „In God we trust" zou worden weggelaten van de Amerikaansche gouden en zilveren munten. Hij was van oordeel, dat dit motto nooit op eerbiedige wijze wordt te pas gebracht, doch enkel aanleiding geeft tot onvoegzame spotternpen. Waartoe het woord „trust" (ver trouwen) tegenwoordig wel aanlei ding geeft I Nu is echter in het Huis van Afgevaardigden te Washington een wetsontwerp aangenomen, waarbij wordt bevolen dat het „Wq ver trouwen op God" voortaan weer op de munten zal worden aangebracht I De meerderheid, waarmee het ont werp werd aangenomen, was 355 tegen 5. Of deze reusachtige meer derheid steunt op godsdienstzin of op wat anders, weten we niet uit te maken totnogtoe. Op Haiti. Het is nu in de negerrepubliek zoo erg geworden, dat de mogend heden zullen ingrijpen en den zwar ten heer Alexis eens mores leeren. De gezanten hebben besloten dat zo indien het niet gauw tot eeu minnelijke regeling van de hangende moeieljjkheden komt, aan president Alexis onverwijld een ultimatum zouden aanbieden. hij dat ultimatum zullen do ge zanten verlangen, dat bij aftreedt en een voorloopige regeering wordt ingesteld. Daarna zullen zij eischen, dat er dadelijk een verkiezing wordt gehouden en er middelerwijl geen menschen meer terechtgesteld worden. Maar voor 't oogenblik lijkt de zwarte potentaat nog allesbehalve gezind om aan die eisehen toe te geven. Vooral aftreden is hem erg onaangenaam. Het zal er echter toch van moeten komen 1 AZIË. Katholieke wetenschap op de Philippijnen. De Eerwaarde paters Jezuïeten, die ook na de overname der Philip pijnen door de Vereenigde Staten belast bleven met den meteorologi- schen dienst te Manilla, zijn nu bezig een observatorium te bouwen te Baguio, de zomerresidentie van den gouverneur-generaal. Zij zijn voornemens daaraan een station vcor draadlooze telegrafie te verbinden, waarmee met punten laDgs de Chineesche kust berichten zullen kunnen worden gewisseld. Dit zou dan 't hoogste station voor draadlooze telegrafie ti r wereld zijn. Ounoodig te zeggen, dat door dit station, met het oog op de veelvul dig voorkomende typhonen iu de LuzoDsche wateren en in de Chinee sche Zee, de belangen der scheep vaart ten zeerste zullen worden gebaat 1 De „domme monniken" en on wetenschappelijke Roomschen toch, niet waar Het heet, dat de Fransche regee ring een nieuwe Marokko-conferentie wenscht. Heeft Algeciras afgedaan. Keizer Wilhelm heeft zijn neef prins Joachim Albert van Pruisen uit het leger gebannen wegens wangedrag. Admiraal Evans, bevelhebber der Amerikaansche Armada, is voortdurend ziek. Sperry zal hem opvolgen. Fock en Smirnof, twee generaals van Port-Artbur, hebban geduelleerd. Smirnof is doodelijk gewond. Een Franfch schip (walvisch vaar- der?) is op de Marokaaosche kust ge strand, de 20 opvarenden gevangen. Romolo Mueri, de modernisten leider in Italië, wenscht „in de £erk te blijven", beet het. Ais hij maar wiJ Hofberichten. H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik braenten gisterenmid dag een bezoek aan de Technische Hoogeschool te Delft, tot het bezich tigen van enkele gebouwen. Het college van curatoren en de senaat der hoogeschool ontvingen het vor stelijk echtpaar in de prinsenkamer van het hoofdgebouw. Bezocht wer den het nieuwe scheikundig labo ratorium, het gebouw voor bacte riologie, de laboratoria voor micro biologie en microscopische anato mie en het gebouw voor geodesie. Ook in de laboratoria van de beide laatstgenoemde onderwijsgebouwen werden enkele .proeven getoond. Met belangstelling namen de vor stelijke bezoekers van een en ander kennis en betuigden hunne ingeno- i menheid met het geziene. Daarna Werd de terugrèis naar de residentie aanvaard. De bevolking, voor zoover deze van het bezoek kennis droeg en zich langs den weg geschaard had, be groette het vorstelijk echtpaar zeer hartelijk. De 14-jarige prinses Marie, de jon ge erf-groothertogin van Luxem burg. wordt a.s. Maandagavond te 's-Gravenhage verwacht om eenige dagen bij H. M. de Koningin-Moe der, wier neef de regeerende groot hertog van Luxemburg is, te logee- ren. Uit de Staats-Courant. Bij Kon. Besl. zijn benoemd: tot commandeur in de Orde van Oranje- Nassau mr. F. 8. van Nier. p, lid en voorzitter der Staatscommissie, gesteld bij Koninklijk besluit van 1 Juli 1903 voor een onderzoek naar de gemeentefinaneiënen tot ridders in den Orde van den Ne- derlandschen Leeuw, jhr. mr. P. J, A. A. M van Ni«p«n tot S^venaai^ tlneiend* roman, uit het Engelfch, 1) I. DE VONDELING VAN ST. KILDA. St. Kilda, een klein eiland, dat tot do Hebriden behoort, ligt 150 En- gelsche mijlen ten westen van Schot land; 'tis slechts een rotsblok in den grooten Atlantischen Oceaan, want het is maar drie mijlen lang en twee mijlen breed. Bijna zes volle maanden is 't daar winter, en gedurende al dien tijd zijn de weinige bewoners geheel- van t verkeer met do buitenwereld ver stoken, want geen schipper waagt zich dan langs do woeste, onherberg zame kusten. Het dorpje op 'teiland ziet er armzalig uit; vissehers wonen er in ellendigo huttenalleen een klein kasteel en de kerk brengen eenige afwisseling. Het kasteeltje werd be woond cloor den heer David Gwellan. Een matig fortuin stelde hem in staat er netjes met zijne echtgenoote te leven en door hunne mildheid en weldadigheid hadden zij bij de ei landbewoners de algemeene liefde achting verworven. Het was een namiddag in de maand October. De gouden zonne stralen vielen op een jong meisje, dat op de punt eener rots stond, die ver in zee vooruitstak en een prachtig vergezicht opleveren. Zij scheen nauwelijks zeventien jaar oud was rank en tenger van gestalte en had buitengewoon fraaie gelaats trekken. De ideale uitdrukking van haar gelaat beloofde zich eens tot eene heerlijke schoonheid te ontwik kelen en, zooals ze daar op do rots punt stond met de bekoorlijkheid eener nimf en eene aangeboren fier heid. o;» haar edel voorhoofd, scheen ze op de eenzame hoogte zoo vrij te zijn als een vogel in de lucht. Bernice was de aangenomen doch ter der kinderlooze familie Gwellan. Gwellan en zijne vrouw waren van goede familie en kenden vormen ge noeg, om in het fijnste gezelschap te verschijnen. Bernice hadden ze laten onderrichten in de muziek en vreem de talen op zj betoonde zich een§ ijverige leerlinge. Nu echter deed zich voor 't waardige echtpaar de vraag op, wat er van de jonge maagd worden zou. Een der ruwe, onbe schaafde dorpsbewoners kon zo nooit tot echtgenoot nemen, aan wien dan zou ze mettertijd haar lot ver binden Ach! de goede oude lieden ver moedden niet, dat deze tijd reeds gekomen was. Toen Bernice op de gevaarlijke rotspunt stond, bleven hare oogen op een vaartuig gevestigd, wat in deze wateren eene zeldzaamheid was. Het was een Engelsch jacht, dat in de bocht voor 't eiland 't anker uit geworpen had. Eenige blauw geklee- de matrozen slenterden over 't dek en eene boot met vier scheepsjon gens bemand roeide naar de kust: aan 't roer zat do eigenaar van 't jacht, de jonge markies van Ohet- wynd. Hij verbleekte toen hij 't jonge meisje op die gevaarlijke punt zag staan on 1 wenkte haar met zijn zak doek naar honedon te komen. Oogen- blikkolijk voldeed zij aan den wensch van den jongen man; als eene gems sprong zij vajft rots op rots, terwijl hij haar met ingehouden adem gade sloeg. tWeldra stiet de boot aan land en Bernice bleef in eene grot staan, door de natuur gevormd, welke men gewoonlijk van 't strand bereiken kon. Deze grot scheen haar lieveings- verblijf te zijn, want de ruwe bodem was met matten bedekt, en in de spleten der rotsmuren staken boeken en zelfs eene gitaar. De jonge mar kies trad met zijn stuurman de grot binnen en naderde met uitgebreide armen het meisje; doch deze trad glimlachend ter zijde en* ontweek zoodoende de omhelzing. „Heet ge mij zoo welkom, Ber nice vroeg de jonge lord verbaasd „gij ontwijkt mij als een schuwe vo gel, ofschoon gij mij trouw en liefde gezworen hebt en ofschoon ge weet. dat ge mij alles zijt op de^wereld." „Wat ge al niet vertelt!" hernam Bernice met een schalksch lachje; „ge nxoet maar weten, dat wij meis jes het altijd met de waarheid zoo nauw niet nemen. Wat voert lord Chetwynd heden hierheen?" Hipt gelaat van den jongen lord werd bleek en kreeg eene strenge uit drukking. - Hij was een zeer schoon man met blonde haren en blauwe oogen, een sierlijke baard bedekte den welgevormden mond tot aan de kin. Hij was groot en slank van gestalte, de geheele uitdrukking van zijn gelaat getuigde van moed en vastberadenheid; hij was een echte edelman. „De meisjes zijn toch allen plaag ster»,zei de jonge lord. „Onze pleizierreis is ten einde, Bernice; ik verliet mijne geboorteplaats in Mei, heb drie maanden in Noorwe gen en Zweden rondgezworven en vertoef reeds sedert Augustus in St. Kilda. Wéldra zal de lange winter het eiland met sneeuw en ijs inslui ten en daarom moet ik nu vertrek ken. Mijn wakkere stuurman hier voorspelt mij niets goeds, indien we langer wachten, spoedig gaat de „Sylvia" onder zeil." „Spoedig reeds vroeg ze op smeekenden toon. „Gij schertst, niet waar, Max; ik kan de gedachte niet verdragen, dat gij dit eiland weer zoudt verlaten." „En toch moet het zijn, lieve," hervatte hij ernstig. „Ik moet weg. want mijne plichten veroorloven mij niet langer te blijven. Thuis heeft mea ia vier maanden niet# van saü vernomen en men zal reeds onge rust over mij worden. Doch ik wil wil niet alleen van hier vertrekken Bernice; ge weet, hoezeer ik u be min. Ge weet, dat gij 't ideaal van al mijn wenschen zijt, ge weet, dat ik een trouw hart heb, en nu smeek ik u, Bernice, geef mij hart en hand en ik zal u als mijne vrouw naar Engeland voeren." „Ja, ik wil u trouwen, Max, zon der u is de wereld voor mij eene woestijnhoe zou ik nog een winter in St. Kilda kunnen leven na zulk een zomer. Doch gij zijt rijk en van adellijke afkomst en ik ben maar een arm onbekend meisje; zult gij 1 nooit berouw hebben over uwe liefde als ik uwe vrouw zal zijn?" „De liefde neemt alle ondersdieid van stand weg, Bernice, en gij en ik zijn rijk. Ik heb geld en goederen, gij zijt schoon en hebt een edel ka rakter; liever wil ik uw echtgenoot zijn dan koning over de geheele we reld. Mijn huwelijk met u zal de I kroon zetten op mijn levensgeluk." i „Maar Max, wat zullen uwe vrien den zeggen?" (Wtrüi wvetyd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1