w
DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
let spook van Chetwynd-Park.
binnenland:
Haagsche Brieoen.
BUITENLAND.
Kinc8ei*huisvest 3I«339 Haarlem
UNSDAC 31 MAART 1908.
32flt0 Jaargang, No. 6850.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Haarlem fl.35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85
Voor dö? overige plaatsen in Nederland franco per post 1,81
Afzonderlijke nummers0.05
Bureaux van Redactie en Administratie:
Bnterc. Telefoonnummer 1426.
PRIJS .DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regelsf0.60 (contant)f 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
XIV.
Wat 'n verschil, de vorige mi
nister van Buitenlaudsche Zaken
en de tegenwoordige 1
De heer Van Tets van Goudriaan
ten lange schrale man, lichtelijk
gebogen, altijd zorgvuldig in :t
fcwart en voor wien 't parlement
'mgetwijfeld een schrikbeeld was.
llij schreef onder de debatten altijd
haarstig lieele vellen vol, maar.
als hij moest spreken kwamen geen
tien woorden achter uit zijn diplo-
inatieken mond te voorschijn. En
hij sprak daarbij zóó zacht, dat
ïnen groote moeite had ,hem te vol
gen voor zoover dat volgen mo
gelijk was.
De heer De Marees van Swin-
dereneen kleine, beweeglijke man,
liefhebber van een gekleurd vest,
tl die in de Twoede Kamer al
uadelijk goed thuis was. Hij schreef
geen letter op, maar sprak voor
de vuist een heldere redevoering
uit, met een stem die klonk als een
klok.
De heer Van Tets maakte steeds
den indruk van een zeeman, die
in den mist vaart en bang is te
stranden of aan te varen, onbekend
bi et het parlementaire vaarwater.
De heer De Marees stuurt regel
recht op zijn doel af, blijkbaar bij
intuïtie wetend, welke koers het
best is.
Nu, van zulke bewindslieden is
de, Kamer juist zeer gediend. Zij
houdt van ministers, die toonen
„hun weetje .te weten", terwijl een
tveilelachtig portefeuille-drager het
pleit al half bij haat verloren heeft.
Zoo een wordt onwillekeurig gerin
geloord en geplaagd, terwijl een
ïelfbewuste Excellentie wel eens
een potje breken mag-
Geen wonder dan ook, dat de
heer De Marees groot succes had,
toen hij zoo onvervaard van wal
stak ten verdediging van het tractaat
biet Amerika betreffende de weder-
zijdsche invoerrechten op gedistil
leerd en vleesch.
Zeker, hij had dit tractaat als ge-
Zant te Wastington wel zelf voor
bereid en zat er dus goed in, maar
de wijze waarop hij zijn opinie
staande hield, was toch kranig,
Zooals trouwens ook de anders-
geminde pers moet getuigen.
Een oogenhlikje later werd de
heer Van Asch van Wijck slacht
offer van 's ministers cordaat optre
den. Dit kamerlid viel de ambte.
baren van Buitenlaudsche zaken
üan wegens traagheid en mindere
bauwgezetheid met een tractaat
betreffende het Roode Kruis, maar
dit stond den heer De Marees niet
ban. Deze nam scherp de partij
Voor zijn ambtenaren op en ver-
Zekerde hun'aanvaller, dat heusch
biet altijd de beste stuurlui aan wal
staan. De Kamer had bijzonder
s
schik in dezen seitenliieb, vooral
wijl de heer Van Asch van Wijck
nu juist niet tot de personae
g r a t a e behoort een gevolg van
zijn wijze van optreden, welke zich
kenmerkt dooreen luidruchtige, min
of meer laatdunkende nonchalance,
geenszins gedekt door diepzinnig
heid in de keuze der onderwerpen,
welke hij pleegt te bespreken.
De premier, mr. Heemskerk, is
als minister nog dezelfde vroolijke
schalk, die hij als kamerlid was.
Een debat met hem is altijd amusant.
Terwijl zijn partner spreekt zit hij
gedurig druk te gebaren, hoofd
schuddend of schokschouderend, al
naar gelang het gesprokene bij hem
inslaat, af en toe zwierig een aan-
teekening makend.
En als hij zelf aan 't woord is,
is hij onuitputtelijk in geestige zet
ten. Heeft zoo b. v. iemand méér
den draak gestoken met het veel
vuldig gebruik van het adjectief
„geachte" in.de parlementaire de
batten, dan minister Heemskerk
toen hij gewaagde van „de geachte
verbeelding" van den heer Rood
huizen De Kamer proestte het uit,
terwijl genoemd lid wel bij zich
zelf moet gedacht hebbenDat is
toch een mop van beteren huize
dan ik pleeg te tappen!
Heelemaal niet van aardigheden
houdt minister Sabron. Dat is be
paald een ijzeren militair. Geen
lachje komt er ooit over zijn lip
pen, zelfs niet als iedereen rond
hem vroolijk is. Wellicht zat hij
verleden week te zeer in 't vrij
willig blijvend gedeelte verdiept,
om voor iets anders oog of oor te
hebben, want zóó perkamentachtig
zag ik nog zelden een gezicht ach
ter de regeeringstafel. De generaal
spreekt duidelijk en gemakkelijk,
maar heeft nog niet heel veel 'ge
zegd. Zijn kruit heeft hij meest in
geheime zitting verschoten en hij
schijnt het daar wel noodig gehad
te hebben ook, want het moet er
by gesloten deuren nog al storm
achtig zijn toegegaan in de Tweede
Kamer, wat trouwens meermalen
het geval is: als de toeschouwers
verdwenen zijn, raken de heeren
afgevaardigden eerst recht op dreef
en zeggen zij ongezouten, wat zij
in openbare zitting in meer om-
schrij venden vorm zouden zeggen.
Den verslaggevers mishaagt zoo'n
comité-generaal allerminst. Integen
deel 't geeft een genoeglijk babbel
uurtje. De stenografen moeten echter
even goed doorwerken, voor 't
bewaren van het geheim door hun
ambtseed verplicht. Hun verslag
wordt in copie zuinig bewaard.
Politicus.
DUITSCHLAND.
Het geval-Hill.
Voor den Amerikaanschen gezant
Hill, die te Berlijn zou komen,
moet het wel een heel onaangenaam
geval zijn. zoo besproken te worden
als in de laatste dagen gebeurt I
De man dat is nu ontwijfelbaar
is door den Keizer niet gewild
toen er echter in de pers ophef over
werd gemaakt, heeft Keizer Wilhelm
goedhartig als hij is, dadelijk zijn
bezwaren teruggetrokken en een offi
cieuze mededeeling in de „Nord-
Deutsche bevestigd dat heden,
't Zal nu echter de vraag wezen,
of Hill een benoeming, onder deze
omstandigheden gedaan, zal aan
vaarden 1 Velen zouden zeggen ik
dank er nu voor
ENGELAND.
De „Home-Rule" in Ierland.
De motie ten gunste van home-
rule in Ierland, waarover we gis
teren spraken, is werkelijk in het
Lagerhuis behandeld.
Minister Asquith zeide, dat hij
de motie alleen dan kon steunen,
wanneer deze de uitdrukkelijke er
kenning inhield van de opperheer
schappij van het rijksparlement.
Hij herhaalde, dat hij geloofde,
dat de eenige oplossing van de
Iersche kwestie was: zelfregeering
in plaatselijke aangelegenheden,
maar hij deelde mede, dat de re
geering inbreuk zou maken op de
aan de kiezers gedane beloften, in
dien zij zulk een stelsel gedurende
den tijd, dat dit huidige parlement
zitting heeft, invoerde.
Na deze verklaring, die de home-
rule weer uitstelt ad kalendas
Graecas, was er natuurlijk Voor
de liberalen geen bezwaar, de motie
aan te nemen.
Wat dan ook is geschied.
MAROKKO.
Raisoeli.
Raisoeli heeft zich door een
handigen coup d'état ineens op den
voorgrond geplaatst
Hij werpt zich thans op als
redder van Abd-el-Azis tegen Moe-
lay Hafid onder voor hem schit
terende voorwaarden!
Raisoelia is Zeterdag aan het
hoofd van 30 ruiters en 150 man
infanterie te Tanger aangekomen
Hij heeft zich op 1000 M. van de
stad gelegerd cn begaf zich terstond
naar El Guebbas, den minister van
oorlog.
Geen enkele beslissing zal geno
men worden tusschen den Makhzen
en Raisoeli vóórdat de Engelsche
gezant, de heer Lowther, zal zijn
aangekomen, die morgen, Woensdag
verwacht wordt.
De Makhzen heeft Raisoeli het
voorstel gedaan, aan het hoofd van
de mehalla van den sultan naar
Fez op te rukken. Na de inneming
der hoodstad zal Raisoeli tot gou
verneur benoemd worden.
De Fransche actie.
Generaal Lyautey, die op onder
zoek is in Marokko, heeft aan de
Fransche regeering een lang rapport
gezonden betreffende de missie,
waarmede hij te Casablanca is
belast,
In overeenstemming met generaal
d'Amade, geeft de generaal een plan
van zoowel militaire als politieke
maatregelen aan de hand, die men
goed zou doen te nemen, ten einde
de pacificatie der Sjawia's te ver
zekeren. Dit plan is door de regee
ring goedgekeurd, en de operaties,
die het omvat, zullen binnenkort
ten uitvoer worden gebracht.
Om te beginnen, zal generaal
d'Amade opnieuw tegen den stam
der Aldakra's optrekken, die tot
dusverre halsstarrigen tegenstand
heeft geboden. Thans bedreigen zij
zelfs de Oeled-Zian- en Oeled Harriz-
stammen, wijl deze hun onderwer
ping hebben aangeboden. Generaal
d'Amade nu, zoo seint Lyautey
officieel, zal de algeheele onder
werping dezer stammen ter hand
nemen, door de organisatie van
voorloopige vaste ti oepen-centra.
Een ander, eveneens officieel,
telegram van generaal d'Amade
legt er nog eens den nadruk op,
dat bij het gevecht van 15 Maart
volstrekt niet door de Fransche
troepen is geplunderd, noch dat
vrouwen, kindereu of grijsaards zijn
gedood, die integendeel door de
Franschen in bescherming zijn
genomen.
Wel zijn 300 tenten van den
vijand verbrand, ten teeken van
zijn onderwerping, en tevens om
plundering te voorkomen, niet door
de Fransche troepen, die uitmuntend
gedisciplineerd heeten. maar door
de legerhyena's, die de colonnes
steeds volgen.
Latere berichten melden, dat
generaal d'Amade te Ben-Racliid
is aangekomen, onmiddellijk, het
bevel over 5000 man op zich heeft
genomen, en is opgetrokken naar
de streek der Aldak ra-stammen.
PORTUGAL.
Koning Manuel.
De Figaro verklaart gemachtigd
te ziju op de meest besliste wijze
de ongunstige berichten tegen te
spreken, die over den gezondheids
toestand van koning Manuel van
Portugal in omloop zijn.
De wond is sinds lang gesloten
en volkomen genezen. De jonge
Koning lijdt volstrekt niet en is
volkomen gezond.
RUSLAND.
Muiterij op de Russische vloot.
Het „Berliner Tageblatt" heeft
een bericht uit St. Petersburg, vol
gens hetwelk daar ambtelijke tijding
uit Sebastopol is ontvangen over
een nieuwe samenspanning op de
Zwarte-Zeevloot.
Het plan was, om in volle zee
den commandant en de officieren
van een pantserschip over boord
te werpen, dan terug te varen en
de stad te beschieten.
De helpers aan den wal moesten
dan een muiterij onder de verdere
matrozen en soldaten bewerken. Er
zou brand gesticht worden en in
de algemeene verwarring zou men
alle hooge ambtenaren en oöicieren
vermoorden of gevangen zetten. De
raddraaiers onder de samenzweer
ders zijn in hechtenis.
In Wladiwostok moet ook iets
broeien.
AMERIKA.
Dc bomaanslag te New-York.
Omtrent de werkloozenmanifes-
tatie en den daarop volgenden bom
aanslag te New-York, vinden we
nog de volgende bijzonderheden. De
stoet bestond, zooals reeds gemeld
werd, uit ongeveer 10,000 personen;
waaronder veel vrouwen met roode
vaandels en mutsen. De manifes
tanten werden op het „Union Squa
re" door bereden politie met een
charge ontvangen, waarna de vrou
wen „de Marseillaise" aanhieven.
Toen de stoet in verschillende
zijstraten verspreid was, verzamelde
zich een troep n'euwsgierigeu om
de fontein, die het middenpunt van
het plein vormt. Plotseling kwam
uit een der straten een heele rij
manifestanten te voorschijn, wier
aanvoerder een bom droeg. De
helsche machine werd midden tus
schen 't publiek geworpen, ont
plofte met een oorverdoovend lawaai
en doodde of wondde verscheidene
personen. Men vermoedt, dat de
aanslag hoofdzakelijk bedoeld was
tegen een afdeeling politieagenten,
die zich op het plein bevond.
Omtrent Silverstein wordt be
weerd, dat hij op een bank bij de
fontein zat en toen de menigte
uiteen gejaagd werd, een groot pak
te voorschijn haale, dat scheen te
rooken. Men zag hoe Silverstein dit
naar de agenten richtte. Voormen
echter tusschenbeide kon komen,
had de ontploffing reeds plaats.
Silverstein's rechterhand en zijn
beenen werden geheel en al ver
pletterd, Stervend bracht men hem
naar een hospitaal.
FEUILLETON.
Boeiende roman, uit hel Engeheh.
10)
„Neen. ik heb van dat alles niets
J bezien, Sylvia," riep hij uit. „Zouat,
gelijk hebben.? Misschien heeft
heimwee en bevalt haar deze le
venswijze niet. Dank u voor uwe
^'aarschuwing, Sylvia: ik zal liaar
kr. harte nemen.'
Hij wenkte Bern ice met den zak
boek om terug te keeren.
„Ik wou, 'lat Gilbert hier ware,"
?«i Sylvia, nog altijd 't oog op 't
'fatje gevestigd houdend. „Hij is
al sedert ecne maand in Londen."
De markies antwoordde niet; zijn
^dachten waren bij zijne vrouw.
'i.i snelde naar de landingsplaats.
I .Miss Monk volgde hem snel en
iwul naast den markies, toen 't
.'fatje aan wal stiet. Bernice had
Jpen echtgenoot met Sylvia in een
Y'bijnbaar vertrouwelijk gesprek
'kn staan op de rots, en dit sloeg
W-der een wonde xneer in heur hart.
hotwynd droeg haar uit do boot
°b 't strand.
„Vat wordt ge licht, Bernice!"
Mfip hij uit. „Ik vrees, dat ons kli-
r,
maat niet goed voor u is. Gij beeft;
laten wij naar huis gaan."
Hij wilde haar de trap ophelpen,
doch zij sprong als een ree naar
boven.
Chetwynds vrees omtrent zijne
jonge vrouw nam toe; hij hield raad
met Sylvia. Miss Monk deed, alsof
zij hem wilde geruststellen; doch
dit wekte zijne vrees nog meer en
hij uitte den wensch een geneesheer
te raadplegen.
Toen ze binnen traden vernamen
zij, dat nieuwe gasten aangekomen
waren en de lord met zijne vrouw
gingen naar het salon.
.Miss Monk begaf zich naar hare
vertrekken.
Ze stiet een kreet van verbazing
uit. want ze vond Gilbert op hare
kamer lieel op zijn gemak in een
leunstoel zitten.
„Gij hier, Gilbert?" riep Sylvia.
„Ik dacht, dat ge te Londen in de
studie der rechten verdiept waart
[Wanneer zijt g-c gekomen
„Terwijl gij buiten waart. Ik zag
u, toen gij binnen traadt. Hoe is
Bernice zoo veranderd? Wat hebt
ge haar gedaan
„Niets!" antwoordde Sylvia trot-
öeher, „zij is afgunstig, dat is al
les. Ze heeft ontdekt, dat Max en
ik verloofd geweest zijn en daar
over kwelt zij zich. half dood."
„En hebt gij haar niets gedaan
„Niets. iWat hebt gij in Londen
uitgericht.
Een Fransch blad over de
Nederlandsche troonopvolging.
De Temps van gisteravond bevat
naar een correspondent uit Parijs
seint een brief van haar bij zon
deren correspondent uit Den Haag
over de Nederlandsche troonopvol
ging-
De correspondent noemt het een
ernstige kwestie met mogelijken
internationalen terugslag. Na de
kwestie uiteengezet te hebben, geeft
de correspondent het resultaat weer
van een onderzoek, ingesteld bij
bevoegde personen, over de kwestie
van een mogelijke grondwetherzie
ning ten deze en de richting daar
van. Waar voor drie jaar de kroon
geen bezwaar had tegen het stellen
der kwestie en zelfs aanmoedigde,
zou thans de Koninklijke oppositie
het groote bezwaar zjjn tegen het
stellen en oplossen der kwestie. De
correspondent noemt eenige redenen
die men geeft voor dien ommekeer.
Wat de richting der herziening be
treft, zou de heer Van Houten niet
afkeerig zijn van een republikein -
sche constitutie met een stadhou
derschap. Dr. Kuyper meende, dat
enkel de socialisten een republiek
kunnen verlangen. Merkwaardig
genoeg, zegt de correspondent,
schijnt de groep van Borgesius deze
meening te deelen. Dr. Kuyper
zeide nog aan den correspondent:
Waarom zou men niet Roemenië
navolgen, waar de souvereinen zon
der kinderen hun opvolger hebben
geadopteerd en reeds doen consa-
creeren. De katholieke partij zou
ook zeer tegen den republikeinschen
staa'svorm zijn. Schaper en Van
Kol, in beginsel republikeinen, ach
ten zich thans de handen gebonden
door het in Nederland bjjaa geheel
ontbreken van parlementair initia
tief. Naar aanleiding van de arti
kelen 194 en 197 Ier grondwet
merkt de correspondent op: door
thans niet te handelen, stelt men
zich eraan bloot later voor een ge
sloten deur te komen.
We laten deze beschouwingen,
voor wat ze waard zijn.
De crisis in de diamantindustrie.
De bondsraad van den Alg. Ned.
Diamantbewerkers Bond vergaderde
gisteravond te Amsterdam, in verband
met de in zijne bijeenkomst van 27
Maart aangenomen motie om met
ingang van 4 April allen arbeid in
de diamantindustrie te doen eindigen
tot den 2en Mei. Besloten werd ge
durende die vier weken aan alle bonds
leden, dat wil zeggen ook aan dege
nen, die- meer dan twee weken con
tributieschuld hebben met uitslui
ting alleen van dezulken, die wegens
fraude en dergelijke van de voordee-
Ien van het lidmaatschap zijn uitge
sloten de gewone werkloozenuitkee-
ring ad f5 te doen.
Gezien het cijfer der bondsleden,
ongeveer 8000 mannen en vrouwen,
wordt er dus voor den bond een
tweede geldelijke opoffering, reusach
tig van omvang geëischt. Van de
f200,000, uitgetrokken ten bate van
hen, die tengevolge van de economi
sche omstandigheden werkloos zijn,
was de vorige week nog maar pl. m.
f12,000 over, dus te weinig voor een
volle uitkeering gedurende deze laat
ste week, voor de algemeene werk
staking.
Krachtens een tweede hedenavond
genomen besluit, zullen nochtans de
werkloozen deze week nog de volle
uitkeering ontvangen, hiermede is een
bedragj van pl. m. f20,000 gemoeid.
Op Sumatra's Westkust.
Een Regeeringstelegram meldt:
In de onderafdeeling Oud-Agam
(Padangsche bovenlanden), waar, blij
kens het bericht in de Nederlandsche
Staatscourant van 27 dezer, de invoe
ring van belasting tot gisting en lijde
lijk verzet aanleiding heeft gegeven,
is, blijkens een uit Ned. Indië ont
vangen telegram, alles rustig.
De controleur van die onderafdee
ling bezocht het brandpunt der gis
ting en vond er alle familiehoefden
„Ik Heb onderzoekingen gedaan,"
zei Gilbert, „en ben tot verrassen
de ontdekkingen gekomen, die ge
wis mijne toekomst heel zullen ver
deren. Indien ik doen kan, wat mijn
plan is. word ik een rijk man, Syl
via!"-
„Betrcft uwe ontdekking Berni
ce? Dat kan niet! Ilcbt ge liare
afkomst trachten te ontdekken en
hebt ge een spoor gevonden riep
Sylvia.
Gilbert bloosde en antwoordde
haastig
„Hoe zou ik een spoor van Ber-
nice's afkomst ontdekt kunnen heb
ben. Ziet ge mij voor een toovenaar
aan OnzinDo afkomst van Ber
nice is een diep geheim en zal dat
steeds blijven. Mij dunkt, dat ge
er slecht uitziet, Sylvia. .Wanneer
zult ge aan die onzekerheid een ein
de maken
„Nu nog hedennachtriep
miss Monk op sissenden toon. „Ik
zal den hinderpaal langzaam uit den
weg ruimen, opdat ik gcene vermoe
dens verwekke, doch de eerste stap
moet heden nog geschieden."
Ze beet zich op de lippen; Gilbert
verried niet in 't minst, wat in hem
omging.
„Gij zult zeker de zaak met de
oude Ragen beklinken," meende bij.
„Daarom zal ik u alleen laten en
Bernice mijne opwachting maken.
Aan tafel zien we elkaar.
Hij verwijderde zich snel. Toen hij
de deur achter zich sloot, hoorde
hij zijne zuster de oude Ragen roe
pen. Hij ging door de gang naar de
deur van de slaapkamerhij keek
nog eens even om. alsof hij vreesde
gezien te worden en draaide toen
aan 't slot. De deur ging- open en
hij sloop in 't vertrek.
Zooals hij verwachtte, was de oude
Ragen reeds in t boudoir barer
meesteres. Hij sloot de deur, door
welke hij binnen gekomen was, sloop
behoedzaam over 't dikke vloer
kleed. dat zijn schreden onhoorbaar
maakte, naar de kleedkamer zijner
zuster. Daar verborg hij zich in een
vensternis achter de zware gordij
nen. Nauwelijks was hij daar ge
plaatst, of hij spitste de ooren, want
hij hoorde Sylvia met de oude Ra
gen spreken.
„Mooi!" dacht hij bij zichzelvën;
„indien ik goed luister, kan ik al
les liooren, wat ze zeggen. Ik ben
niet te vergeefs eenc maand te Lon
den geweest. Ik heb eens ontdek-
king gedaan, waarvoor lord Chet-
wynd. de markiezin en Sylvia alles
zouden geven, wat ze bezitten, in
dien ze wisten, wat ik weet!".
|N~og dieper verborg hij zicli in de
ms en waagde 't nauwelijks adem
te halen, toen Sylvia met hare oude
min in 't vertrek trad.
IX.
DE GIFTMENGSTER.
De aanwezigheid van Gilbert
Monk in de kleedkamer zijner zus
ter werd noch door Sylvia, noeli
door de oude Ragen vermoed. Wel
wierp de oude een vorschenden blik
door 't ruime vertrek, doch dit was
meer gewoonte dan argwaan. Ze
plaatste een gemakkelijken leunstoel
bij 't vuur, waarin zich haar jeug
dige meesteres afgemat liet neer
zinken.
„Ga zitten,' zei Sylvia, zonder
de oogen op te slaan. „We zijn al
leen. wees daar verzekerd van
niemand luistert aan de deur."
„Zekersprak de oude Ragen, als
eene kat naar 't vuur starend. „We
zijn alleen, ge kunt vrij spreken."
Sylvia aarzelde nog; ze zocht naar
woorden. Ragen echter verried haar
ongeduld niet, maar wachtte be
daard op 't geen volgen zou.
Eindelijk had Sylvia moed gevat
en begon zachtjes met een Indisch
dialect. Gilbert Monk verstond zoo
goed Indisch als Engelsch en luis
terde met ingehouden adem.
„Ragen!" riep Sylvia opgewon
den, „ik kan 't niet langer uithou
den. Zijne teederheid voor haar ver
scheurt mij eiken dag 't hart. Ik
kan dat niet langer verdragen. Ik
weet. dat voor u een menschenleven
niet meer waard is dan een dieren
leven. en nu heb ik uwe hulp noo-
dig."
„Goed, wat moet de oude Ragen
doen?"
„Zorgen, dat ik de vrouw van
Chetwynd worden kan," fluisterde
Sylvia met fonkelende oogen.
Een glimlach van zelfvoldoening
speelde om de magere trekken der
oude.
„We zullen zien wat de oude Ra-
geir kan," sprak ze. Gilbert Monk
hield de zware gordijnen met zijne
handen samen en loerde beweging
loos door de vouwen.
Het oude wijf had eenc oude In
dische kast geopend, die aan den
muur stond en drukte op eene ge
heime veer. klonk hoorde eene
schuiflade opengaan en Ragen haal
de daaruit een kistje, dat bij den
schijn van 't vuur als een juweel
glinsterde. Ragen ging voor den
schoorsteen zitten en draaide het
doosje in hare bruine, dorre handen
heen en weer. Ze haalde onder haar
kleed een gouden keten te voor
schijn. waaraan een sleutel van het
zelfde metaal hing. Hiermee opende
zij liet kistje en Monk zag een deel
van den inhoud. Deze bestond uit
drie kleine fleschjes, die een helder,
kleurlooze vloeistof bevatten, drie
pakjes in wasdoek en .nog drie klei
ne fleschjes. die heel kinine, ronde
kogeltjes bevatten.
(Wordt vervo
UK HMRLEHSCHE CMMT