w DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. let spook van Chetwynd-Park. binnenland: Haagsche Brieoen. BUITENLAND. Kinc8ei*huisvest 3I«339 Haarlem UNSDAC 31 MAART 1908. 32flt0 Jaargang, No. 6850. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Haarlem fl.35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85 Voor dö? overige plaatsen in Nederland franco per post 1,81 Afzonderlijke nummers0.05 Bureaux van Redactie en Administratie: Bnterc. Telefoonnummer 1426. PRIJS .DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regelsf0.60 (contant)f 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. XIV. Wat 'n verschil, de vorige mi nister van Buitenlaudsche Zaken en de tegenwoordige 1 De heer Van Tets van Goudriaan ten lange schrale man, lichtelijk gebogen, altijd zorgvuldig in :t fcwart en voor wien 't parlement 'mgetwijfeld een schrikbeeld was. llij schreef onder de debatten altijd haarstig lieele vellen vol, maar. als hij moest spreken kwamen geen tien woorden achter uit zijn diplo- inatieken mond te voorschijn. En hij sprak daarbij zóó zacht, dat ïnen groote moeite had ,hem te vol gen voor zoover dat volgen mo gelijk was. De heer De Marees van Swin- dereneen kleine, beweeglijke man, liefhebber van een gekleurd vest, tl die in de Twoede Kamer al uadelijk goed thuis was. Hij schreef geen letter op, maar sprak voor de vuist een heldere redevoering uit, met een stem die klonk als een klok. De heer Van Tets maakte steeds den indruk van een zeeman, die in den mist vaart en bang is te stranden of aan te varen, onbekend bi et het parlementaire vaarwater. De heer De Marees stuurt regel recht op zijn doel af, blijkbaar bij intuïtie wetend, welke koers het best is. Nu, van zulke bewindslieden is de, Kamer juist zeer gediend. Zij houdt van ministers, die toonen „hun weetje .te weten", terwijl een tveilelachtig portefeuille-drager het pleit al half bij haat verloren heeft. Zoo een wordt onwillekeurig gerin geloord en geplaagd, terwijl een ïelfbewuste Excellentie wel eens een potje breken mag- Geen wonder dan ook, dat de heer De Marees groot succes had, toen hij zoo onvervaard van wal stak ten verdediging van het tractaat biet Amerika betreffende de weder- zijdsche invoerrechten op gedistil leerd en vleesch. Zeker, hij had dit tractaat als ge- Zant te Wastington wel zelf voor bereid en zat er dus goed in, maar de wijze waarop hij zijn opinie staande hield, was toch kranig, Zooals trouwens ook de anders- geminde pers moet getuigen. Een oogenhlikje later werd de heer Van Asch van Wijck slacht offer van 's ministers cordaat optre den. Dit kamerlid viel de ambte. baren van Buitenlaudsche zaken üan wegens traagheid en mindere bauwgezetheid met een tractaat betreffende het Roode Kruis, maar dit stond den heer De Marees niet ban. Deze nam scherp de partij Voor zijn ambtenaren op en ver- Zekerde hun'aanvaller, dat heusch biet altijd de beste stuurlui aan wal staan. De Kamer had bijzonder s schik in dezen seitenliieb, vooral wijl de heer Van Asch van Wijck nu juist niet tot de personae g r a t a e behoort een gevolg van zijn wijze van optreden, welke zich kenmerkt dooreen luidruchtige, min of meer laatdunkende nonchalance, geenszins gedekt door diepzinnig heid in de keuze der onderwerpen, welke hij pleegt te bespreken. De premier, mr. Heemskerk, is als minister nog dezelfde vroolijke schalk, die hij als kamerlid was. Een debat met hem is altijd amusant. Terwijl zijn partner spreekt zit hij gedurig druk te gebaren, hoofd schuddend of schokschouderend, al naar gelang het gesprokene bij hem inslaat, af en toe zwierig een aan- teekening makend. En als hij zelf aan 't woord is, is hij onuitputtelijk in geestige zet ten. Heeft zoo b. v. iemand méér den draak gestoken met het veel vuldig gebruik van het adjectief „geachte" in.de parlementaire de batten, dan minister Heemskerk toen hij gewaagde van „de geachte verbeelding" van den heer Rood huizen De Kamer proestte het uit, terwijl genoemd lid wel bij zich zelf moet gedacht hebbenDat is toch een mop van beteren huize dan ik pleeg te tappen! Heelemaal niet van aardigheden houdt minister Sabron. Dat is be paald een ijzeren militair. Geen lachje komt er ooit over zijn lip pen, zelfs niet als iedereen rond hem vroolijk is. Wellicht zat hij verleden week te zeer in 't vrij willig blijvend gedeelte verdiept, om voor iets anders oog of oor te hebben, want zóó perkamentachtig zag ik nog zelden een gezicht ach ter de regeeringstafel. De generaal spreekt duidelijk en gemakkelijk, maar heeft nog niet heel veel 'ge zegd. Zijn kruit heeft hij meest in geheime zitting verschoten en hij schijnt het daar wel noodig gehad te hebben ook, want het moet er by gesloten deuren nog al storm achtig zijn toegegaan in de Tweede Kamer, wat trouwens meermalen het geval is: als de toeschouwers verdwenen zijn, raken de heeren afgevaardigden eerst recht op dreef en zeggen zij ongezouten, wat zij in openbare zitting in meer om- schrij venden vorm zouden zeggen. Den verslaggevers mishaagt zoo'n comité-generaal allerminst. Integen deel 't geeft een genoeglijk babbel uurtje. De stenografen moeten echter even goed doorwerken, voor 't bewaren van het geheim door hun ambtseed verplicht. Hun verslag wordt in copie zuinig bewaard. Politicus. DUITSCHLAND. Het geval-Hill. Voor den Amerikaanschen gezant Hill, die te Berlijn zou komen, moet het wel een heel onaangenaam geval zijn. zoo besproken te worden als in de laatste dagen gebeurt I De man dat is nu ontwijfelbaar is door den Keizer niet gewild toen er echter in de pers ophef over werd gemaakt, heeft Keizer Wilhelm goedhartig als hij is, dadelijk zijn bezwaren teruggetrokken en een offi cieuze mededeeling in de „Nord- Deutsche bevestigd dat heden, 't Zal nu echter de vraag wezen, of Hill een benoeming, onder deze omstandigheden gedaan, zal aan vaarden 1 Velen zouden zeggen ik dank er nu voor ENGELAND. De „Home-Rule" in Ierland. De motie ten gunste van home- rule in Ierland, waarover we gis teren spraken, is werkelijk in het Lagerhuis behandeld. Minister Asquith zeide, dat hij de motie alleen dan kon steunen, wanneer deze de uitdrukkelijke er kenning inhield van de opperheer schappij van het rijksparlement. Hij herhaalde, dat hij geloofde, dat de eenige oplossing van de Iersche kwestie was: zelfregeering in plaatselijke aangelegenheden, maar hij deelde mede, dat de re geering inbreuk zou maken op de aan de kiezers gedane beloften, in dien zij zulk een stelsel gedurende den tijd, dat dit huidige parlement zitting heeft, invoerde. Na deze verklaring, die de home- rule weer uitstelt ad kalendas Graecas, was er natuurlijk Voor de liberalen geen bezwaar, de motie aan te nemen. Wat dan ook is geschied. MAROKKO. Raisoeli. Raisoeli heeft zich door een handigen coup d'état ineens op den voorgrond geplaatst Hij werpt zich thans op als redder van Abd-el-Azis tegen Moe- lay Hafid onder voor hem schit terende voorwaarden! Raisoelia is Zeterdag aan het hoofd van 30 ruiters en 150 man infanterie te Tanger aangekomen Hij heeft zich op 1000 M. van de stad gelegerd cn begaf zich terstond naar El Guebbas, den minister van oorlog. Geen enkele beslissing zal geno men worden tusschen den Makhzen en Raisoeli vóórdat de Engelsche gezant, de heer Lowther, zal zijn aangekomen, die morgen, Woensdag verwacht wordt. De Makhzen heeft Raisoeli het voorstel gedaan, aan het hoofd van de mehalla van den sultan naar Fez op te rukken. Na de inneming der hoodstad zal Raisoeli tot gou verneur benoemd worden. De Fransche actie. Generaal Lyautey, die op onder zoek is in Marokko, heeft aan de Fransche regeering een lang rapport gezonden betreffende de missie, waarmede hij te Casablanca is belast, In overeenstemming met generaal d'Amade, geeft de generaal een plan van zoowel militaire als politieke maatregelen aan de hand, die men goed zou doen te nemen, ten einde de pacificatie der Sjawia's te ver zekeren. Dit plan is door de regee ring goedgekeurd, en de operaties, die het omvat, zullen binnenkort ten uitvoer worden gebracht. Om te beginnen, zal generaal d'Amade opnieuw tegen den stam der Aldakra's optrekken, die tot dusverre halsstarrigen tegenstand heeft geboden. Thans bedreigen zij zelfs de Oeled-Zian- en Oeled Harriz- stammen, wijl deze hun onderwer ping hebben aangeboden. Generaal d'Amade nu, zoo seint Lyautey officieel, zal de algeheele onder werping dezer stammen ter hand nemen, door de organisatie van voorloopige vaste ti oepen-centra. Een ander, eveneens officieel, telegram van generaal d'Amade legt er nog eens den nadruk op, dat bij het gevecht van 15 Maart volstrekt niet door de Fransche troepen is geplunderd, noch dat vrouwen, kindereu of grijsaards zijn gedood, die integendeel door de Franschen in bescherming zijn genomen. Wel zijn 300 tenten van den vijand verbrand, ten teeken van zijn onderwerping, en tevens om plundering te voorkomen, niet door de Fransche troepen, die uitmuntend gedisciplineerd heeten. maar door de legerhyena's, die de colonnes steeds volgen. Latere berichten melden, dat generaal d'Amade te Ben-Racliid is aangekomen, onmiddellijk, het bevel over 5000 man op zich heeft genomen, en is opgetrokken naar de streek der Aldak ra-stammen. PORTUGAL. Koning Manuel. De Figaro verklaart gemachtigd te ziju op de meest besliste wijze de ongunstige berichten tegen te spreken, die over den gezondheids toestand van koning Manuel van Portugal in omloop zijn. De wond is sinds lang gesloten en volkomen genezen. De jonge Koning lijdt volstrekt niet en is volkomen gezond. RUSLAND. Muiterij op de Russische vloot. Het „Berliner Tageblatt" heeft een bericht uit St. Petersburg, vol gens hetwelk daar ambtelijke tijding uit Sebastopol is ontvangen over een nieuwe samenspanning op de Zwarte-Zeevloot. Het plan was, om in volle zee den commandant en de officieren van een pantserschip over boord te werpen, dan terug te varen en de stad te beschieten. De helpers aan den wal moesten dan een muiterij onder de verdere matrozen en soldaten bewerken. Er zou brand gesticht worden en in de algemeene verwarring zou men alle hooge ambtenaren en oöicieren vermoorden of gevangen zetten. De raddraaiers onder de samenzweer ders zijn in hechtenis. In Wladiwostok moet ook iets broeien. AMERIKA. Dc bomaanslag te New-York. Omtrent de werkloozenmanifes- tatie en den daarop volgenden bom aanslag te New-York, vinden we nog de volgende bijzonderheden. De stoet bestond, zooals reeds gemeld werd, uit ongeveer 10,000 personen; waaronder veel vrouwen met roode vaandels en mutsen. De manifes tanten werden op het „Union Squa re" door bereden politie met een charge ontvangen, waarna de vrou wen „de Marseillaise" aanhieven. Toen de stoet in verschillende zijstraten verspreid was, verzamelde zich een troep n'euwsgierigeu om de fontein, die het middenpunt van het plein vormt. Plotseling kwam uit een der straten een heele rij manifestanten te voorschijn, wier aanvoerder een bom droeg. De helsche machine werd midden tus schen 't publiek geworpen, ont plofte met een oorverdoovend lawaai en doodde of wondde verscheidene personen. Men vermoedt, dat de aanslag hoofdzakelijk bedoeld was tegen een afdeeling politieagenten, die zich op het plein bevond. Omtrent Silverstein wordt be weerd, dat hij op een bank bij de fontein zat en toen de menigte uiteen gejaagd werd, een groot pak te voorschijn haale, dat scheen te rooken. Men zag hoe Silverstein dit naar de agenten richtte. Voormen echter tusschenbeide kon komen, had de ontploffing reeds plaats. Silverstein's rechterhand en zijn beenen werden geheel en al ver pletterd, Stervend bracht men hem naar een hospitaal. FEUILLETON. Boeiende roman, uit hel Engeheh. 10) „Neen. ik heb van dat alles niets J bezien, Sylvia," riep hij uit. „Zouat, gelijk hebben.? Misschien heeft heimwee en bevalt haar deze le venswijze niet. Dank u voor uwe ^'aarschuwing, Sylvia: ik zal liaar kr. harte nemen.' Hij wenkte Bern ice met den zak boek om terug te keeren. „Ik wou, 'lat Gilbert hier ware," ?«i Sylvia, nog altijd 't oog op 't 'fatje gevestigd houdend. „Hij is al sedert ecne maand in Londen." De markies antwoordde niet; zijn ^dachten waren bij zijne vrouw. 'i.i snelde naar de landingsplaats. I .Miss Monk volgde hem snel en iwul naast den markies, toen 't .'fatje aan wal stiet. Bernice had Jpen echtgenoot met Sylvia in een Y'bijnbaar vertrouwelijk gesprek 'kn staan op de rots, en dit sloeg W-der een wonde xneer in heur hart. hotwynd droeg haar uit do boot °b 't strand. „Vat wordt ge licht, Bernice!" Mfip hij uit. „Ik vrees, dat ons kli- r, maat niet goed voor u is. Gij beeft; laten wij naar huis gaan." Hij wilde haar de trap ophelpen, doch zij sprong als een ree naar boven. Chetwynds vrees omtrent zijne jonge vrouw nam toe; hij hield raad met Sylvia. Miss Monk deed, alsof zij hem wilde geruststellen; doch dit wekte zijne vrees nog meer en hij uitte den wensch een geneesheer te raadplegen. Toen ze binnen traden vernamen zij, dat nieuwe gasten aangekomen waren en de lord met zijne vrouw gingen naar het salon. .Miss Monk begaf zich naar hare vertrekken. Ze stiet een kreet van verbazing uit. want ze vond Gilbert op hare kamer lieel op zijn gemak in een leunstoel zitten. „Gij hier, Gilbert?" riep Sylvia. „Ik dacht, dat ge te Londen in de studie der rechten verdiept waart [Wanneer zijt g-c gekomen „Terwijl gij buiten waart. Ik zag u, toen gij binnen traadt. Hoe is Bernice zoo veranderd? Wat hebt ge haar gedaan „Niets!" antwoordde Sylvia trot- öeher, „zij is afgunstig, dat is al les. Ze heeft ontdekt, dat Max en ik verloofd geweest zijn en daar over kwelt zij zich. half dood." „En hebt gij haar niets gedaan „Niets. iWat hebt gij in Londen uitgericht. Een Fransch blad over de Nederlandsche troonopvolging. De Temps van gisteravond bevat naar een correspondent uit Parijs seint een brief van haar bij zon deren correspondent uit Den Haag over de Nederlandsche troonopvol ging- De correspondent noemt het een ernstige kwestie met mogelijken internationalen terugslag. Na de kwestie uiteengezet te hebben, geeft de correspondent het resultaat weer van een onderzoek, ingesteld bij bevoegde personen, over de kwestie van een mogelijke grondwetherzie ning ten deze en de richting daar van. Waar voor drie jaar de kroon geen bezwaar had tegen het stellen der kwestie en zelfs aanmoedigde, zou thans de Koninklijke oppositie het groote bezwaar zjjn tegen het stellen en oplossen der kwestie. De correspondent noemt eenige redenen die men geeft voor dien ommekeer. Wat de richting der herziening be treft, zou de heer Van Houten niet afkeerig zijn van een republikein - sche constitutie met een stadhou derschap. Dr. Kuyper meende, dat enkel de socialisten een republiek kunnen verlangen. Merkwaardig genoeg, zegt de correspondent, schijnt de groep van Borgesius deze meening te deelen. Dr. Kuyper zeide nog aan den correspondent: Waarom zou men niet Roemenië navolgen, waar de souvereinen zon der kinderen hun opvolger hebben geadopteerd en reeds doen consa- creeren. De katholieke partij zou ook zeer tegen den republikeinschen staa'svorm zijn. Schaper en Van Kol, in beginsel republikeinen, ach ten zich thans de handen gebonden door het in Nederland bjjaa geheel ontbreken van parlementair initia tief. Naar aanleiding van de arti kelen 194 en 197 Ier grondwet merkt de correspondent op: door thans niet te handelen, stelt men zich eraan bloot later voor een ge sloten deur te komen. We laten deze beschouwingen, voor wat ze waard zijn. De crisis in de diamantindustrie. De bondsraad van den Alg. Ned. Diamantbewerkers Bond vergaderde gisteravond te Amsterdam, in verband met de in zijne bijeenkomst van 27 Maart aangenomen motie om met ingang van 4 April allen arbeid in de diamantindustrie te doen eindigen tot den 2en Mei. Besloten werd ge durende die vier weken aan alle bonds leden, dat wil zeggen ook aan dege nen, die- meer dan twee weken con tributieschuld hebben met uitslui ting alleen van dezulken, die wegens fraude en dergelijke van de voordee- Ien van het lidmaatschap zijn uitge sloten de gewone werkloozenuitkee- ring ad f5 te doen. Gezien het cijfer der bondsleden, ongeveer 8000 mannen en vrouwen, wordt er dus voor den bond een tweede geldelijke opoffering, reusach tig van omvang geëischt. Van de f200,000, uitgetrokken ten bate van hen, die tengevolge van de economi sche omstandigheden werkloos zijn, was de vorige week nog maar pl. m. f12,000 over, dus te weinig voor een volle uitkeering gedurende deze laat ste week, voor de algemeene werk staking. Krachtens een tweede hedenavond genomen besluit, zullen nochtans de werkloozen deze week nog de volle uitkeering ontvangen, hiermede is een bedragj van pl. m. f20,000 gemoeid. Op Sumatra's Westkust. Een Regeeringstelegram meldt: In de onderafdeeling Oud-Agam (Padangsche bovenlanden), waar, blij kens het bericht in de Nederlandsche Staatscourant van 27 dezer, de invoe ring van belasting tot gisting en lijde lijk verzet aanleiding heeft gegeven, is, blijkens een uit Ned. Indië ont vangen telegram, alles rustig. De controleur van die onderafdee ling bezocht het brandpunt der gis ting en vond er alle familiehoefden „Ik Heb onderzoekingen gedaan," zei Gilbert, „en ben tot verrassen de ontdekkingen gekomen, die ge wis mijne toekomst heel zullen ver deren. Indien ik doen kan, wat mijn plan is. word ik een rijk man, Syl via!"- „Betrcft uwe ontdekking Berni ce? Dat kan niet! Ilcbt ge liare afkomst trachten te ontdekken en hebt ge een spoor gevonden riep Sylvia. Gilbert bloosde en antwoordde haastig „Hoe zou ik een spoor van Ber- nice's afkomst ontdekt kunnen heb ben. Ziet ge mij voor een toovenaar aan OnzinDo afkomst van Ber nice is een diep geheim en zal dat steeds blijven. Mij dunkt, dat ge er slecht uitziet, Sylvia. .Wanneer zult ge aan die onzekerheid een ein de maken „Nu nog hedennachtriep miss Monk op sissenden toon. „Ik zal den hinderpaal langzaam uit den weg ruimen, opdat ik gcene vermoe dens verwekke, doch de eerste stap moet heden nog geschieden." Ze beet zich op de lippen; Gilbert verried niet in 't minst, wat in hem omging. „Gij zult zeker de zaak met de oude Ragen beklinken," meende bij. „Daarom zal ik u alleen laten en Bernice mijne opwachting maken. Aan tafel zien we elkaar. Hij verwijderde zich snel. Toen hij de deur achter zich sloot, hoorde hij zijne zuster de oude Ragen roe pen. Hij ging door de gang naar de deur van de slaapkamerhij keek nog eens even om. alsof hij vreesde gezien te worden en draaide toen aan 't slot. De deur ging- open en hij sloop in 't vertrek. Zooals hij verwachtte, was de oude Ragen reeds in t boudoir barer meesteres. Hij sloot de deur, door welke hij binnen gekomen was, sloop behoedzaam over 't dikke vloer kleed. dat zijn schreden onhoorbaar maakte, naar de kleedkamer zijner zuster. Daar verborg hij zich in een vensternis achter de zware gordij nen. Nauwelijks was hij daar ge plaatst, of hij spitste de ooren, want hij hoorde Sylvia met de oude Ra gen spreken. „Mooi!" dacht hij bij zichzelvën; „indien ik goed luister, kan ik al les liooren, wat ze zeggen. Ik ben niet te vergeefs eenc maand te Lon den geweest. Ik heb eens ontdek- king gedaan, waarvoor lord Chet- wynd. de markiezin en Sylvia alles zouden geven, wat ze bezitten, in dien ze wisten, wat ik weet!". |N~og dieper verborg hij zicli in de ms en waagde 't nauwelijks adem te halen, toen Sylvia met hare oude min in 't vertrek trad. IX. DE GIFTMENGSTER. De aanwezigheid van Gilbert Monk in de kleedkamer zijner zus ter werd noch door Sylvia, noeli door de oude Ragen vermoed. Wel wierp de oude een vorschenden blik door 't ruime vertrek, doch dit was meer gewoonte dan argwaan. Ze plaatste een gemakkelijken leunstoel bij 't vuur, waarin zich haar jeug dige meesteres afgemat liet neer zinken. „Ga zitten,' zei Sylvia, zonder de oogen op te slaan. „We zijn al leen. wees daar verzekerd van niemand luistert aan de deur." „Zekersprak de oude Ragen, als eene kat naar 't vuur starend. „We zijn alleen, ge kunt vrij spreken." Sylvia aarzelde nog; ze zocht naar woorden. Ragen echter verried haar ongeduld niet, maar wachtte be daard op 't geen volgen zou. Eindelijk had Sylvia moed gevat en begon zachtjes met een Indisch dialect. Gilbert Monk verstond zoo goed Indisch als Engelsch en luis terde met ingehouden adem. „Ragen!" riep Sylvia opgewon den, „ik kan 't niet langer uithou den. Zijne teederheid voor haar ver scheurt mij eiken dag 't hart. Ik kan dat niet langer verdragen. Ik weet. dat voor u een menschenleven niet meer waard is dan een dieren leven. en nu heb ik uwe hulp noo- dig." „Goed, wat moet de oude Ragen doen?" „Zorgen, dat ik de vrouw van Chetwynd worden kan," fluisterde Sylvia met fonkelende oogen. Een glimlach van zelfvoldoening speelde om de magere trekken der oude. „We zullen zien wat de oude Ra- geir kan," sprak ze. Gilbert Monk hield de zware gordijnen met zijne handen samen en loerde beweging loos door de vouwen. Het oude wijf had eenc oude In dische kast geopend, die aan den muur stond en drukte op eene ge heime veer. klonk hoorde eene schuiflade opengaan en Ragen haal de daaruit een kistje, dat bij den schijn van 't vuur als een juweel glinsterde. Ragen ging voor den schoorsteen zitten en draaide het doosje in hare bruine, dorre handen heen en weer. Ze haalde onder haar kleed een gouden keten te voor schijn. waaraan een sleutel van het zelfde metaal hing. Hiermee opende zij liet kistje en Monk zag een deel van den inhoud. Deze bestond uit drie kleine fleschjes, die een helder, kleurlooze vloeistof bevatten, drie pakjes in wasdoek en .nog drie klei ne fleschjes. die heel kinine, ronde kogeltjes bevatten. (Wordt vervo UK HMRLEHSCHE CMMT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1