DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Het spook van Cliëtwynd-Park.
Gemeentelijk Allerlei.
BUITENLAND.
feuilleton.
Kinderhuisvest 31-33, Haarlem
maandag 6 april isos.
33*te Jaargeng No. 6855*
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Haarlem f 1.35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,8L
Afzonderlijke nummers0.05
Bureaux van' Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
Van 16 regelsf0.60 (contant)f 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant.
Woensdag a.s. is er weer een
raadsvergadering uitgeschreven.
n heel wat belangrijks staat er
voor dien dag op de agenda.
aü enkele onderwerpen won-
sc en we heden reeds eenwooxdje
e wijden, wat des te gemakkelijker
gaat omdat we onder ons Stedelijk
'euws reeds verschillende zaken
cntisch hebben beschouwd,
ïm. Daar is b. v. om de agenda
van achter-af te beginnen, het adres
van het Zander-instituut dat er zich
«ver beklaagde, dat het St. Elisa-
beths-gasthuis óók anderen laat pro-
hteeren van de dure Röntgen-appa-
raten.
We zeiden, en argumenteerden
dat tegenover het „Haarlemsch Dag
ten had" uitvoerig, dat het algemeen be-
aag in zulke zaken gaan moetbo-
Ven particuliere belangen als het
niomopolie van het Zander-instituut
een is.
kot ons genoegen blijkt uit het
piaeadvies van B. en W., Zaterdag
door ons ontvangen, dat het
college van dagelijksch bestuur
e dezen opzichte geheel dezelfde
meening koestert„het spreekt van-
ze t, zeggen B. en W., dat waar van
gemeentewege uitgaven waren ge-
aan voor de aanschaffing van het
an boogere eischen beantwoordend
."^gen-apparaat, de belasting beta-
t« 6 "urgers in staat behoorden
1 ^arden gesteld des verkiezend van
toestel gebruik te maken."
o(. het advies luidt dan ook
a'wij zend.
'n een vorige Raadszitting werd
"gehouden het voorstel, om het
Perceel no. 45-47 aan de Kruis-
iaat: „het groote huis," aan te
fabr^fc V°°r ^ureaux van Sas"
1 oen we dat voorstel te voren
(ieS?Ia^en on<ier „gemeentezaken",
eeiden we mede dat op dit kolos-
i ,e ,.PaQd het zonderlinge, echt-
ia elijke servituut rust, dat een
koon^ ^atholiek het nooit mag
t i /6n ons daarover gekapit-
e deen lezer schreef ons zelfs dat
oo iets toch nooit geldig kon we-
zen I
Ëilieve 't blijkt nu, dat die
paling nog wel de reden is ge-
«nu j1 ^et voorstel werd aan-
ha ,°V ea: i" het nieuwe ontwerp
besluit, dat voor Woensdag a. s. is
pgediend, komt toch nu de bepa-
v voor' om in de acte van aan-
»op te doen opnemen de verkla-
ng „dat B. en W. hebben kennis
genomen van de volgende zinsne
en uit de uiterste wilsbeschikking
^u wijlen mej. M. C. de Haan:
„net perceel mag niet in publieke
veiling komen, daar het nim
ei in handen vanRoomsch-
^a^h o11e k e n geraken
mag. Het mag evenmin ooit aan
winkels verhuurd of verkocht wor
den."
Ons dunkt dat een advocaat een
aardig kluifje hebben zou aan deze
bepaling, zoo de geldigheid ervan
eens ooit voor de rechtbank zou
worden betwist. De expressie „aan
winkels verhuurd of verkocht" is
óók iets om te smullen voor een
jurist
Maar enfin: de gemeente is niet
Roomsch-Katlioliek dus juffrouw
de Haan zal zich in haar graf over
dat verschrikkelijke feit, dat er ooit
een Roomsche in haar huis wonen
zou, niet behoeven om te draaien.
En heel handig zijn de woorden
voor de acte van aankoop gekozen,
dat B. en W. „verklaren, kennis
te hebben genomen" van die anti-ka
tholieke testamentaire hatelijkheid.
Dat is wat anders, dan de geldig
heid ervan te erkennen!
Be'angrijker voor vele ingezete
nen-zelf dan de twee genoemde
kwestieën zijn de verschillende voor
stellen in zake het Slachthuis.
We hebben het verleden week
onder „Stadsnieuws" medegedeeld:
B. en W. stellen voor, de slacht-
rechten te verhoogen. En wel, om
dat nu van de koelcellen niet ge
noeg gebruik gemaakt wordt, zoo
dat met die verhooging bereikt zal
worden èn meer gebruik van de
koelcellen want dat zal bij het
8lachtrecht worden inbegrepen, èn
een faveurtje voor de gemeente-kas.
Daar zal dunkt ons nog
wel een woordje over vallen, voor
en aleer dit voorstel wet wordt!
De slachtrechten zijn hier ter
stede enorm hoog, hooger dan op
de meeste andere plaatsen. De
vleeschp'rijzen zijn (al of niet „dien
tengevolge", maar zeker wel „vol
gende op dien") hier in Haarlem
ook in doorsneê hooger dan in elke
andere stad. Het gaat nu, dunkt
ons, toch niet aan, door verhooging
van die slachtrechten den vleesch-
prijs nog méér op te drijven!
Want men vergete niet: dat is
het eigenaardige van die slachtrecht
en koelcel-prijzenofschoon de sla
gers en slachters (een eigenaardig
onderscheid hier ter stede, dat met
runderen en varkens verband houdt!)
toch ook van het abattoir gemak
hebben, worden alle kosten, die het
slachten in het slachthuis meebrengt,
door hen op het publiek verhaald.
Verhaald niet alléén, maar door
verschillende slagers wordt er nog
een aardig duitje door verdiend I
Want de verhooging, die op de,
toch al voor vele ingezetenen zoo
hooge prijzen is gelegd, geeft dub
bel en dwars de meerdere kosten
van het slachten terug!
In de praktijk komt dus de ver
hooging van de slachtrechten neer
opweer een prijsverhooging van
het vleesch. Want men kan er op
rekenen, dat de slagers en slach
ters die er kans toe zien, hun vleesch
een centje opslaan!
Die er kans toe zien
Hieruit volgt weer een tweede
onbillijkheid.
Want de kleinere slagers, die min
der slachten en aan den minderen
man leveren, maken vooreerst nu
al niet zooveel van hun vleesch,
en kunnen daarenboven niet zoo
gemakkelijk den vleeschprijs opslaan
Zoodat de groote slagers in dubbel
opzicht in betere conditie zullen
zijn dan de kleinere. En ook het
voordeel der koelcellen, dat als
equivalent zal worden gegeven voor
de vermeerdering van het slacht-
recht, komt vooral den grooteren
slagers ten goede.
De kleinere, die niet zooveel
slachten,hebben immers niets of bijna
niets te bewaren: hun voorraad
vleesch gaat ineens weg zij hebben
van een koelcel geen nut en ook
geen behoefte eraan.
Om verschillende redenen lijkt
ons derhalve het voorstel van B.
en W. tot verhooging der slacht
rechten niet aanbevelenswaardig 1
Principiëel niet, omdat het o. i.
niet strekt tot redelijke en even
redige vervulling van de redenen
die B. en W. zeggen dat ertoe hebben
geleidom n.l. het gebruik der
koelcellen meer algemeen te maken.
En bijkomstelijk niet, omdat we er
gevolgen van vreezen, die zeer ten
nadeele der burgerij zijn. Men ver
gete óók niet, dat hoogere vleesch-
prijzen vermindering nog van het
vleeschgebruik mede zullen brengen,
wat met het oog op den gezond
heidstoestand van het bestaande
en het toekomstige geslacht alles
behalve wenschelijk is. De) ver-
eeniging tot bestrijding van tuber
culose zou hiervan kunnen mee
spreken
Wat in de plaats van het voor
stel van B. en W. zou moeten
worden gedaan om de rendabiliteit
van het (immers toch véél te dure
slachthuis wat grooter te maken,
dat staat nu niet aan ons, te zeggen.
Maar zeker achteD wij het, dat
aanneming van d i t voorstel voor
onze burgerij ongewenscht is!
Er is. in zake die koelcellen, nog
een ander voorstel.
De heer Rinkema heeft n.l. nu
voorgesteld, wat hij onlangs tever
geefs aan B. en W. heeft gevraagd
om aan de huurders van koelcellen
restitutie te geven van de betaalde
huur over het tijdvak van 1 Januari
tot en met 12 Mei 1907, toen
er nog geen koecellen ten gebruike
waren.
B. en W. adviseeren, dit voorstel
niet aan te nemen.
En hun inlichtingen geven wel
een anderen kijk op de zaak dan
men oppervlakkig zou aannemen.
Een formeel bezwaar dat de
restitutie niet geoorloofd zou wezen
omdat de koelcellen niet verhuurd
zijn maar „ten gebruike gegeven,"
slaan wij niet erg hoog aan.
Maar wel voelen we er veel voor,
dat het college van B. en W. reeds
uit eigen beweging de eerste huur
der koelcellen had doen eindigen
precies een jaar na de in gebruik-
stelling van het slachthuis. Niet
op 1 Januari j.l. dus, maar in Mei
a.sterwijl daarbij terecht wordt
opgemerkt, dat vóór Mei (in het
koude jaargetij) een koelcel toch
geen nut heeftkoelen doet men
alleen in den zomer.
Het eenige dus waarover o. i. te
klagen zou kunnen vallen, moet
de te hooge huurprijs der cellen
zijn. Veertig gulden per M2., alleen
in den zomer te gebruiken, lijkt
werkelijk wat veel. De heer Rinke
ma stelt voor f25,per M2. te
heffen: de gegevens ontbreken ons
om de al- of niet-billijkheid
van dat bedrag te beoordeelen, doch
de slagers-zelf zeggen ons, dat het
„duur genoeg" betaald zou wezen
een oordeel dat wij echter niet
zoo grif durven onderschrijven.
Summa summarumde Raad
heeft met de abattoir-geschiedenis
a.s. Woensdag heel wat te stellen
gehoopt mag echter worden, dat
het algemeen belang der ingezete
nen steeds worde in acht genomen
en niet alléén de financieele uitkom
sten van het slachthuis-bedrijf!
Met een enkel woord willen we
ten slotte melding maken van een
adres der Haarlemsche Politiever-
eeniging „Verbetering zij ons stre
ven" dat verzoekt: bij verordening
te willen vaststellen een regeling
van dienst- en rusttijden voor de
politieagenten met bepalingen voor
vergoeding van overuren, verlof en
vrije dagen, en ten tweede bij ver
ordening eveneens het straffenstel-
sel te willen regelen en daarbij op
te nemen de oprichting van een
scheidsgerecht.
Het praeadvies van B. en W.
luidt afwijzend. De burgemeester is
het hoofd der politie en stelt de
instructie voor het personeel vast
(art. 190 en 191 Gem. Wet). Daar
onder behoort ook ook de regeling
vae rusttijden, vrije dagen enz.
De Raad kan dus bij verordening
niets in deze materie regelen, zeggen
B. en W.
Dit is inderdaad de overal ge
vestigde en gebruikelijke regeliDg,
en hét verwondert ons dan ook ten
sterkste, dat de Politievereeniging
dit antwoord niet heeft voorzien.
Wat de overuren betreft, voor
deze stellen B. en W. een nieuwe
regeling voor: „ongeacht de klasse
zal nu gegeven worden f0.25 voor
elk uur of gedeelte daarvan dat zij
dienst verrichten boven het gemid
deld aantal diensturen van eiken
agent, zijnde berekend over 2
etmalen per etmaal 12 uren,
waarvan gezamelijk 3 uren rust
wordt genoten." Lit zal op 1 Jan.
1908 ingaan, als het voorstel wordt
aangenomen,
Het belangrijkste van de Raads
zitting van Woensdag hebben wij
in dit artikel besproken.
Nog andere voorstellen zijn aan
de orde, waarover we reeds een en
ander hebben gezegd of waarvan
onze lezers, voor zoover we dat
nog niet deden, onder „Stadsnieuws"
een korte vermelding zullen vin
den!
BELGIË.
Het voorspel.
De Congo-historie in de Belgische
Kamer gaat beginnen.
Het voorspel hebben we de vorige
week gehad.
Minister Schollaert stelde voor,
spoedig te beginnen met de be
raadslagingen over de Congo-kwes-
tie.
En daar had men de. poppen
aan het dansenDe socialisten
vooral, en ook de liberalen, trokken
van leer om de zaak op de lange
baan te schuiven. Men weet waar
het de oppositie om te doen i3:
om de beslagingen te rekken tot
na de verkiezingen, teneinde de
Congo historie als verkiezings wapen
te gebruiken.
En het is nu gebleken, dat de
socialisten vast besloten zijn met
alle middelen obstreectie toe te pas
sen.
Dat kan wat wordenOp 15 April
beginnen de debatten.
DUITSCHLAND.
De vrijzinnigheid offert zich op.
De Duitsche vrijzinnigheid heeft
zich weer eens opgeofferd. Hare
beginselen heeft ze aan den dijk
gezet.... om regeeringspartij te
blijven/Deemoedig heeft ze gebogen
voor von Biilow en de conserva
tieven, en het veelbesproken taai
artikel in de nieuwe wet op de
vereenigiugen heeft ze geslikt.
De vrijzinnige partij heeft Zater
dag dociel voor-gestemdal is eerst
in de vrijzinnige kranten over het
roemruchtig „beginsel" hoog-ernstig
geschreven en voorspeld dat von
JBülow dat toch niet van de liberalen
kon verlangen, ten slotte zijn de
heeren toch onder het Caudijnsche
juk doorgegaan.
't „Blok" is dus weer voor een
keer gered.
Ten koste der beginselen!
'n Fraaie staatkunde
ENGELAND.
De eerste minister treedt af.
Sir Henri Campbell Bannerman,
de Engelsche premier, die al zoolang
ziek is. heeft nu den koning te
Biarritz zijn ontslag ingezonden.
Dat is aangenomen, en koning
Edward heeft den heer Asquith
ontboden om hem het eerste-minis-
ter-schap op te dragen.
Een vloot ongeval.
Het ongeluk met den torpedo
jager Tiger, waarvan we verleden
week kortelings melding maakten,
is gebeurd in de buurt van St. Ca
therine's Point, op het eiland Wight.
Donderdag vertrok het Portsmouth-
smaldeel van de Engelsche kust-
vlootvloot zes groote oorlogssche
pen, waarvan de kruiser Berwick
er een was naar Portland. Eeni-
gen tijd daarna stoomden zeven of
af torpedojagers de haven uit. Zij
hadden iu opdracht de groote sche
pen in te halen en aan te vallen.
Toen dat omtrent S uur 's avonds
gebeurde was het zeer donker, en
de groote schepen hadden alle vu
ren bedekt. Toen deze de torpedo
jagers gewaar werden, trachtten zij
den aanval te ontkomen door den
steven af te wenden, steeds op de
■torpedojagers vurende. De Tiger
trachtte toen de Berwick voor den
boeg heen te varen, maar kwam
er onder. De kruiser had op het
oogenblik een vaart van 12 knoop,
de Tiger ongeveer van 22 knoop.
De Berwick meet 9S00 ton, de Tiger
400. De torpedojager werd in tweeën
gesneden en zonk dadelijk.
Van de manschappen in het
voorschip is er waarschijnlijk nie
mand gered. Dadelijk werden er
sloepen te water gelaten, zoowel
van Je Bsrwick als van andere
schepen, en 23 man werden nog
uit het water gered, van wie er
echter een spoedig bezweek 35 ver
dronken, onder hen de gezagvoer
der.
1 I RUSLAND.
Een regeeringscrisis in Finland.
De gelieele Finsclie Senaat heeft,
na een votum van wantrouwen door
den Landdag aangenomen, den gou
verneur-generaal om ontslag ge
vraagd.
De Finsehe Senaat vormt feite
lijk het ministerie.
De president der bestuursa f dee
ling. „Mechelin. is vice-president van
den Senaat, waarvan de gouverneur-
generaal voorzitter is; de afdeeling
voor justitie heeft het toezicht op
het rechtswegen; de procurator op
de handhaving der wetten. De
voorzitters van de Senaatsafdeelin-
gen zijn feitelijk de Finsehe minis
ters.
De aftreding van alle Senaatsle
den kan voor Finland zeer ernstige
gevolgen hebben.
Voor de vorming van een nieuwen
Senaat komen voornamelijk de Oud-
Finnen in aanmerking, die in den
Landdag met 58 leden de tweede
partij in sterkte zijn. Doch het is
bekend, hoe onder Bobrikofs be
stuur de Oud-Finsche Senaat, door
zijn toegevendheid voor 'Rusland,
een noodlottigen invloed uitoefende.
Die Senaat moest na de wijzigin
gen in 1905 plaats maken voor den
tegenwoordigen, wat de Oud-Finnen
nooit hebben kunnen vergeten; dit
is dan ook wel een der redenen,
waarom zij door onthouding de aan-
Boei'nde roman, uit het Engelsch.
1.5)
Sylvia zat in rouwkleeding voor
't vuur. Haar bruin gelaat had eene
roode kleur, hare wangen gloeiden
en de oogen schitterden van triom
fantelijk vuur. Ze was bezig haar
beeld te beschouwen in een kleinen
handspiegel, in ebbenhouten lijst ge-
.vat.
„In aanbidding verzonken, niet
waar. Sylvia?" zei Monk,de deur
achter zich sluitend, na zich door
V'ri blik overtuigd te hebben, dat
°nde Ragen niet in de kamer
(.^s- >,Ik ga weer naar de stad;
l,,.l'v Vynd-Park is mij in zijne som-
(I 1 011 ver dragel ijk. JVat zult gij
AT1'' ve
1,-.! M°"k legde den spiegel op
r, J{nie en antwoordde koel:
tr'V heb niets te doen, Gilbert.
is niet noodig, dat ik iets doe."
PJliS'e van plan in Chetwynd-
te blijven ?,"-
woeker, hernam Sylvia bedaard.
Pvoel igjj hier tehuis, in elk
aane. hetwynd-Rark is mij zeer
k'-'üaum geworden, want mijne
mededingster is dood en begraven.
Nu ben ik de verstootelinge niet
meer, maar de toekomstige meesteres
van al deze pracht."
„Ik wensch u veel geluk, indien
ik mijn wenschen herhalen mag,"
zei Monk; „doch ik moet nu weg.
Beproef het niet Chetwynd te troos
ten bij de begrafenis zag hij er
uit als een spook. Neem u in acht.
dat hij de doode Bernice niet meer
bemint dan de levende Sylvia! Ik
zal vaak hierheen komen; doch als
Se mij noodig hebt, schrijf mij dan.
Rog een woord, Sylvia. .Wij hebben
elkaar wel niet erg lief, doch ik
zou trotsch zijn op uwe verheffing;
11 zou u gaarne mevrouw Chet
wynd zien, omdat ik dan hier altijd
vasten voet heb. Ik feliciteer u met
®oehen uitslag en ik beloof u
me s te doen, wat u zou kunnen ver
raden.
Sylvia verschrikte en zag haren
broeder onrustig aan.
„Welken uitslag?" vroeg ze, hare
slaperige oogen op hem richtend.
„Hoe zoudt ge mij kunnen verra
den, indien ge wildet Gü snreekt
in raadsels, Gilbert." V 1
„Dan zal ik openhartig met u
spreken," en hij bracht zijn mond
aan haar oor en fluisterde„ik weet,
hoe Bernice stierf."
Sylvia week verbleekend achter
uit. Ze wou spreken, doch kon niet;
eene ontzettende vrees bewees dui
delijk hare schuld.
Monk glimlachte, terwijl Sylvia's
spiegel op den grond viel en zij
haar hoofd in het kussen van den
stoel liet zinken.
„Gevoelt ge u dan werkelijk zoo
schuldig?" vroeg Gilbert, „zoo erg
behoeft ge mijne woorden niet op te
vatten. .Wel weet ik, dat Bernice
door uwe hand gestorven is uwe
vrees bewijst 't doch dat gaat
niemand anders aan. Ik zal mijn
vermoeden aan geen mensch bekend
maken."
„Vermoeden
„Ja, ik heb u en de oude Ragen
altijd van Bernice's dood beschul
digd gij-zelf sterkt mij in die mee
ning."
„VermoedenIk ik geloofde
geef mij een glas water, Gilbert,
gij verschrikt mij. Hoe durft ge mij
van zoo iets beschuldigen. ^Vellicht
herinnert ge u eenige woorden, die
ik in drift sprak, toen de brief
kwam. die ons Chetwynds huwelijk
meedeelde, maar ik ben onschuldig-
Bernice heeft eene koorts gevat, dat
is 't oordeel der geneesheeren.
De overtuiging, dat Gilbert
slechts een vermoeden van hare mis
daad had en geene zekerheid, ver
lichtte haar. Ze hernam weer hare
zelfbeheersching en was bereid, ha
ren broeder 't hoofd te bieden.
Monk echter lachte op zijne eigen
aardige manier.
„Ik ben onschuldig, zooals ik u
zei, - begon Sylvia opnieuw. „Het
lot is mij ter hulp gekomen en de
koorts heeft mijne mededingster
naar 't graf gesleept. Ik geef toe
dat ik haar haatte, doch ik ben on
schuldig aan haar dood. Indien ge
mij niet gelooft en mijn vijand ge
worden zijt, zooals 't schijnt, klaag
mij dan aan. De dokters zullen 't
lijk van Bernice onderzoeken; wan
neer ze gift er in vinden, ben ik
schuldig."
„Ze zullen geen vergift vinden;
die Indische drankjes werken on
zichtbaar. Doch ik klaag u niet aan,
ge zijt vrij. Alleen wanneer ik geld
noodig heb moet ge mij helpen, dit
is 't doel van mijne woorden. Ik
heb u in mijn macht en ge moet mijn
bankier zijn, totdat eene onderne
ming mijn geluk voltooid heeft. Mis
schien heb ik groote sommen noo
dig en gij moet mij die verschaffen.
Ik zeg gij moet! Ge zijt tot an
dere dingen zoo geëigend, b.v. tot
't van kant helpen eener mededing
ster, zoodat 't voor u wel eene klei
nigheid zal zijn, mij 't geld te be
zorgen, dat ik van tijd tot tijd zal
noodig hebben. En wanneer ge me
vrouw Chetwynd zijt, vorder ik elk
jaar duizend pond van u. Indien ge
somwijlen eenen brief van mij krijgt,
waarin ik geld verlang, zult ge wèl
doen 't mij te sturen. En nu moet ik
weg. Begin voorzichtig met lord
Chetwynd en troost hem in zijn
smart, zoo zult ge u onmisbaar bij
hem maken. Doch ik behoef u geen
raad te geven; een sluwe vrouw is
tegen twaalf mannen opgewassen.
Vaarwel
Hij vatte even hare hand en ver
trok.
Zij zag hem angstvallig na.
„Wat mag hij al weten fluis
terde zij. „Zijne woorden hebben een
diepen, verborgen zin; doch hij ver
moedt slechts en weet niets. Hij is
mijn broeder en onze belangen gaan
samen. Indien hij geld verlangt, kan
ik niet weigeren, ik ben in zekeren
zin in zijne macht.'
Dat was juist de indruk, dien Gil
bert op haar had willen maken. Het
was zijne bedoeling niet, zijne zuster
te laten merken, dat hij hun geheim
gesprek afgeluisterd had.
Toen Monk de trap afkwam, zag
hij iemand met een zakdoek voor
de oogen hem naderen. Hij bleef
staan: 't was Fifine. Hij vroeg haar,
waarom zij weende. Zij vertelde hem
dat ze morgen vertrekken moest,
omdat lord Chetwynd zich te dik
wijls zijne vrouw herinnerde, als hij
haar zag. De lord had haar echter
een jaargeld toegezet en nu zou ze
naar Londen gaan bij haren vader,
tot ze eene betrekking,gevonden had.
Monk liet een geldstuk in hare
hand glijden en ging door; onbe
merkt kwam hij in de bibliotheek,
voorzichtig sloot hij de deur achter
zich. -
De week, dat Bernice ziek was.
had hij niet nutteloos doorgebracht.
Hij doorsnuffelde alle hoeken en na
derde toen eene massieve ingemet
selde kast, die achter eenvoudige
hout^i deuren verborgen was. Eer
hij den laatsten keer naar de stad
ging, had hij was-afdrukken van de
sloten genomen en haalde nu ver
schillende sleutels te voorschijn,
waarvan een de houten deuren open
de.
Met zijn sleutels viel 't klonk niet.
moeielijk, de eiken deuren der kast
te openen en met koortsachtige
haast doorzocht hij 't inwendige. De
laden waren meest gesloten, doch
't geluk was hem gunstig-
In een open vak vond hij meer
dere bossen sleutels van zonderlin
gen vorm, onder welke een oude
verroeste. Dezen vatte hij, want dat
was de ware. Hij stak hem in zijn
zak sloot de kast weer, zooals hij
ze had bevonden en sloop zachtjes
de bibliotheek uit. Een oogenblik
luisterde hijmet een kloppend hart
liep hij naar den wagen, die hem
weldra buiten de laan bracht.
Wordt vervolgd.)