DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Het spook van Cliëtwynd-Park. Gemeentelijk Allerlei. BUITENLAND. feuilleton. Kinderhuisvest 31-33, Haarlem maandag 6 april isos. 33*te Jaargeng No. 6855* ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Haarlem f 1.35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,8L Afzonderlijke nummers0.05 Bureaux van' Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 16 regelsf0.60 (contant)f 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. Woensdag a.s. is er weer een raadsvergadering uitgeschreven. n heel wat belangrijks staat er voor dien dag op de agenda. aü enkele onderwerpen won- sc en we heden reeds eenwooxdje e wijden, wat des te gemakkelijker gaat omdat we onder ons Stedelijk 'euws reeds verschillende zaken cntisch hebben beschouwd, ïm. Daar is b. v. om de agenda van achter-af te beginnen, het adres van het Zander-instituut dat er zich «ver beklaagde, dat het St. Elisa- beths-gasthuis óók anderen laat pro- hteeren van de dure Röntgen-appa- raten. We zeiden, en argumenteerden dat tegenover het „Haarlemsch Dag ten had" uitvoerig, dat het algemeen be- aag in zulke zaken gaan moetbo- Ven particuliere belangen als het niomopolie van het Zander-instituut een is. kot ons genoegen blijkt uit het piaeadvies van B. en W., Zaterdag door ons ontvangen, dat het college van dagelijksch bestuur e dezen opzichte geheel dezelfde meening koestert„het spreekt van- ze t, zeggen B. en W., dat waar van gemeentewege uitgaven waren ge- aan voor de aanschaffing van het an boogere eischen beantwoordend ."^gen-apparaat, de belasting beta- t« 6 "urgers in staat behoorden 1 ^arden gesteld des verkiezend van toestel gebruik te maken." o(. het advies luidt dan ook a'wij zend. 'n een vorige Raadszitting werd "gehouden het voorstel, om het Perceel no. 45-47 aan de Kruis- iaat: „het groote huis," aan te fabr^fc V°°r ^ureaux van Sas" 1 oen we dat voorstel te voren (ieS?Ia^en on<ier „gemeentezaken", eeiden we mede dat op dit kolos- i ,e ,.PaQd het zonderlinge, echt- ia elijke servituut rust, dat een koon^ ^atholiek het nooit mag t i /6n ons daarover gekapit- e deen lezer schreef ons zelfs dat oo iets toch nooit geldig kon we- zen I Ëilieve 't blijkt nu, dat die paling nog wel de reden is ge- «nu j1 ^et voorstel werd aan- ha ,°V ea: i" het nieuwe ontwerp besluit, dat voor Woensdag a. s. is pgediend, komt toch nu de bepa- v voor' om in de acte van aan- »op te doen opnemen de verkla- ng „dat B. en W. hebben kennis genomen van de volgende zinsne en uit de uiterste wilsbeschikking ^u wijlen mej. M. C. de Haan: „net perceel mag niet in publieke veiling komen, daar het nim ei in handen vanRoomsch- ^a^h o11e k e n geraken mag. Het mag evenmin ooit aan winkels verhuurd of verkocht wor den." Ons dunkt dat een advocaat een aardig kluifje hebben zou aan deze bepaling, zoo de geldigheid ervan eens ooit voor de rechtbank zou worden betwist. De expressie „aan winkels verhuurd of verkocht" is óók iets om te smullen voor een jurist Maar enfin: de gemeente is niet Roomsch-Katlioliek dus juffrouw de Haan zal zich in haar graf over dat verschrikkelijke feit, dat er ooit een Roomsche in haar huis wonen zou, niet behoeven om te draaien. En heel handig zijn de woorden voor de acte van aankoop gekozen, dat B. en W. „verklaren, kennis te hebben genomen" van die anti-ka tholieke testamentaire hatelijkheid. Dat is wat anders, dan de geldig heid ervan te erkennen! Be'angrijker voor vele ingezete nen-zelf dan de twee genoemde kwestieën zijn de verschillende voor stellen in zake het Slachthuis. We hebben het verleden week onder „Stadsnieuws" medegedeeld: B. en W. stellen voor, de slacht- rechten te verhoogen. En wel, om dat nu van de koelcellen niet ge noeg gebruik gemaakt wordt, zoo dat met die verhooging bereikt zal worden èn meer gebruik van de koelcellen want dat zal bij het 8lachtrecht worden inbegrepen, èn een faveurtje voor de gemeente-kas. Daar zal dunkt ons nog wel een woordje over vallen, voor en aleer dit voorstel wet wordt! De slachtrechten zijn hier ter stede enorm hoog, hooger dan op de meeste andere plaatsen. De vleeschp'rijzen zijn (al of niet „dien tengevolge", maar zeker wel „vol gende op dien") hier in Haarlem ook in doorsneê hooger dan in elke andere stad. Het gaat nu, dunkt ons, toch niet aan, door verhooging van die slachtrechten den vleesch- prijs nog méér op te drijven! Want men vergete niet: dat is het eigenaardige van die slachtrecht en koelcel-prijzenofschoon de sla gers en slachters (een eigenaardig onderscheid hier ter stede, dat met runderen en varkens verband houdt!) toch ook van het abattoir gemak hebben, worden alle kosten, die het slachten in het slachthuis meebrengt, door hen op het publiek verhaald. Verhaald niet alléén, maar door verschillende slagers wordt er nog een aardig duitje door verdiend I Want de verhooging, die op de, toch al voor vele ingezetenen zoo hooge prijzen is gelegd, geeft dub bel en dwars de meerdere kosten van het slachten terug! In de praktijk komt dus de ver hooging van de slachtrechten neer opweer een prijsverhooging van het vleesch. Want men kan er op rekenen, dat de slagers en slach ters die er kans toe zien, hun vleesch een centje opslaan! Die er kans toe zien Hieruit volgt weer een tweede onbillijkheid. Want de kleinere slagers, die min der slachten en aan den minderen man leveren, maken vooreerst nu al niet zooveel van hun vleesch, en kunnen daarenboven niet zoo gemakkelijk den vleeschprijs opslaan Zoodat de groote slagers in dubbel opzicht in betere conditie zullen zijn dan de kleinere. En ook het voordeel der koelcellen, dat als equivalent zal worden gegeven voor de vermeerdering van het slacht- recht, komt vooral den grooteren slagers ten goede. De kleinere, die niet zooveel slachten,hebben immers niets of bijna niets te bewaren: hun voorraad vleesch gaat ineens weg zij hebben van een koelcel geen nut en ook geen behoefte eraan. Om verschillende redenen lijkt ons derhalve het voorstel van B. en W. tot verhooging der slacht rechten niet aanbevelenswaardig 1 Principiëel niet, omdat het o. i. niet strekt tot redelijke en even redige vervulling van de redenen die B. en W. zeggen dat ertoe hebben geleidom n.l. het gebruik der koelcellen meer algemeen te maken. En bijkomstelijk niet, omdat we er gevolgen van vreezen, die zeer ten nadeele der burgerij zijn. Men ver gete óók niet, dat hoogere vleesch- prijzen vermindering nog van het vleeschgebruik mede zullen brengen, wat met het oog op den gezond heidstoestand van het bestaande en het toekomstige geslacht alles behalve wenschelijk is. De) ver- eeniging tot bestrijding van tuber culose zou hiervan kunnen mee spreken Wat in de plaats van het voor stel van B. en W. zou moeten worden gedaan om de rendabiliteit van het (immers toch véél te dure slachthuis wat grooter te maken, dat staat nu niet aan ons, te zeggen. Maar zeker achteD wij het, dat aanneming van d i t voorstel voor onze burgerij ongewenscht is! Er is. in zake die koelcellen, nog een ander voorstel. De heer Rinkema heeft n.l. nu voorgesteld, wat hij onlangs tever geefs aan B. en W. heeft gevraagd om aan de huurders van koelcellen restitutie te geven van de betaalde huur over het tijdvak van 1 Januari tot en met 12 Mei 1907, toen er nog geen koecellen ten gebruike waren. B. en W. adviseeren, dit voorstel niet aan te nemen. En hun inlichtingen geven wel een anderen kijk op de zaak dan men oppervlakkig zou aannemen. Een formeel bezwaar dat de restitutie niet geoorloofd zou wezen omdat de koelcellen niet verhuurd zijn maar „ten gebruike gegeven," slaan wij niet erg hoog aan. Maar wel voelen we er veel voor, dat het college van B. en W. reeds uit eigen beweging de eerste huur der koelcellen had doen eindigen precies een jaar na de in gebruik- stelling van het slachthuis. Niet op 1 Januari j.l. dus, maar in Mei a.sterwijl daarbij terecht wordt opgemerkt, dat vóór Mei (in het koude jaargetij) een koelcel toch geen nut heeftkoelen doet men alleen in den zomer. Het eenige dus waarover o. i. te klagen zou kunnen vallen, moet de te hooge huurprijs der cellen zijn. Veertig gulden per M2., alleen in den zomer te gebruiken, lijkt werkelijk wat veel. De heer Rinke ma stelt voor f25,per M2. te heffen: de gegevens ontbreken ons om de al- of niet-billijkheid van dat bedrag te beoordeelen, doch de slagers-zelf zeggen ons, dat het „duur genoeg" betaald zou wezen een oordeel dat wij echter niet zoo grif durven onderschrijven. Summa summarumde Raad heeft met de abattoir-geschiedenis a.s. Woensdag heel wat te stellen gehoopt mag echter worden, dat het algemeen belang der ingezete nen steeds worde in acht genomen en niet alléén de financieele uitkom sten van het slachthuis-bedrijf! Met een enkel woord willen we ten slotte melding maken van een adres der Haarlemsche Politiever- eeniging „Verbetering zij ons stre ven" dat verzoekt: bij verordening te willen vaststellen een regeling van dienst- en rusttijden voor de politieagenten met bepalingen voor vergoeding van overuren, verlof en vrije dagen, en ten tweede bij ver ordening eveneens het straffenstel- sel te willen regelen en daarbij op te nemen de oprichting van een scheidsgerecht. Het praeadvies van B. en W. luidt afwijzend. De burgemeester is het hoofd der politie en stelt de instructie voor het personeel vast (art. 190 en 191 Gem. Wet). Daar onder behoort ook ook de regeling vae rusttijden, vrije dagen enz. De Raad kan dus bij verordening niets in deze materie regelen, zeggen B. en W. Dit is inderdaad de overal ge vestigde en gebruikelijke regeliDg, en hét verwondert ons dan ook ten sterkste, dat de Politievereeniging dit antwoord niet heeft voorzien. Wat de overuren betreft, voor deze stellen B. en W. een nieuwe regeling voor: „ongeacht de klasse zal nu gegeven worden f0.25 voor elk uur of gedeelte daarvan dat zij dienst verrichten boven het gemid deld aantal diensturen van eiken agent, zijnde berekend over 2 etmalen per etmaal 12 uren, waarvan gezamelijk 3 uren rust wordt genoten." Lit zal op 1 Jan. 1908 ingaan, als het voorstel wordt aangenomen, Het belangrijkste van de Raads zitting van Woensdag hebben wij in dit artikel besproken. Nog andere voorstellen zijn aan de orde, waarover we reeds een en ander hebben gezegd of waarvan onze lezers, voor zoover we dat nog niet deden, onder „Stadsnieuws" een korte vermelding zullen vin den! BELGIË. Het voorspel. De Congo-historie in de Belgische Kamer gaat beginnen. Het voorspel hebben we de vorige week gehad. Minister Schollaert stelde voor, spoedig te beginnen met de be raadslagingen over de Congo-kwes- tie. En daar had men de. poppen aan het dansenDe socialisten vooral, en ook de liberalen, trokken van leer om de zaak op de lange baan te schuiven. Men weet waar het de oppositie om te doen i3: om de beslagingen te rekken tot na de verkiezingen, teneinde de Congo historie als verkiezings wapen te gebruiken. En het is nu gebleken, dat de socialisten vast besloten zijn met alle middelen obstreectie toe te pas sen. Dat kan wat wordenOp 15 April beginnen de debatten. DUITSCHLAND. De vrijzinnigheid offert zich op. De Duitsche vrijzinnigheid heeft zich weer eens opgeofferd. Hare beginselen heeft ze aan den dijk gezet.... om regeeringspartij te blijven/Deemoedig heeft ze gebogen voor von Biilow en de conserva tieven, en het veelbesproken taai artikel in de nieuwe wet op de vereenigiugen heeft ze geslikt. De vrijzinnige partij heeft Zater dag dociel voor-gestemdal is eerst in de vrijzinnige kranten over het roemruchtig „beginsel" hoog-ernstig geschreven en voorspeld dat von JBülow dat toch niet van de liberalen kon verlangen, ten slotte zijn de heeren toch onder het Caudijnsche juk doorgegaan. 't „Blok" is dus weer voor een keer gered. Ten koste der beginselen! 'n Fraaie staatkunde ENGELAND. De eerste minister treedt af. Sir Henri Campbell Bannerman, de Engelsche premier, die al zoolang ziek is. heeft nu den koning te Biarritz zijn ontslag ingezonden. Dat is aangenomen, en koning Edward heeft den heer Asquith ontboden om hem het eerste-minis- ter-schap op te dragen. Een vloot ongeval. Het ongeluk met den torpedo jager Tiger, waarvan we verleden week kortelings melding maakten, is gebeurd in de buurt van St. Ca therine's Point, op het eiland Wight. Donderdag vertrok het Portsmouth- smaldeel van de Engelsche kust- vlootvloot zes groote oorlogssche pen, waarvan de kruiser Berwick er een was naar Portland. Eeni- gen tijd daarna stoomden zeven of af torpedojagers de haven uit. Zij hadden iu opdracht de groote sche pen in te halen en aan te vallen. Toen dat omtrent S uur 's avonds gebeurde was het zeer donker, en de groote schepen hadden alle vu ren bedekt. Toen deze de torpedo jagers gewaar werden, trachtten zij den aanval te ontkomen door den steven af te wenden, steeds op de ■torpedojagers vurende. De Tiger trachtte toen de Berwick voor den boeg heen te varen, maar kwam er onder. De kruiser had op het oogenblik een vaart van 12 knoop, de Tiger ongeveer van 22 knoop. De Berwick meet 9S00 ton, de Tiger 400. De torpedojager werd in tweeën gesneden en zonk dadelijk. Van de manschappen in het voorschip is er waarschijnlijk nie mand gered. Dadelijk werden er sloepen te water gelaten, zoowel van Je Bsrwick als van andere schepen, en 23 man werden nog uit het water gered, van wie er echter een spoedig bezweek 35 ver dronken, onder hen de gezagvoer der. 1 I RUSLAND. Een regeeringscrisis in Finland. De gelieele Finsclie Senaat heeft, na een votum van wantrouwen door den Landdag aangenomen, den gou verneur-generaal om ontslag ge vraagd. De Finsehe Senaat vormt feite lijk het ministerie. De president der bestuursa f dee ling. „Mechelin. is vice-president van den Senaat, waarvan de gouverneur- generaal voorzitter is; de afdeeling voor justitie heeft het toezicht op het rechtswegen; de procurator op de handhaving der wetten. De voorzitters van de Senaatsafdeelin- gen zijn feitelijk de Finsehe minis ters. De aftreding van alle Senaatsle den kan voor Finland zeer ernstige gevolgen hebben. Voor de vorming van een nieuwen Senaat komen voornamelijk de Oud- Finnen in aanmerking, die in den Landdag met 58 leden de tweede partij in sterkte zijn. Doch het is bekend, hoe onder Bobrikofs be stuur de Oud-Finsche Senaat, door zijn toegevendheid voor 'Rusland, een noodlottigen invloed uitoefende. Die Senaat moest na de wijzigin gen in 1905 plaats maken voor den tegenwoordigen, wat de Oud-Finnen nooit hebben kunnen vergeten; dit is dan ook wel een der redenen, waarom zij door onthouding de aan- Boei'nde roman, uit het Engelsch. 1.5) Sylvia zat in rouwkleeding voor 't vuur. Haar bruin gelaat had eene roode kleur, hare wangen gloeiden en de oogen schitterden van triom fantelijk vuur. Ze was bezig haar beeld te beschouwen in een kleinen handspiegel, in ebbenhouten lijst ge- .vat. „In aanbidding verzonken, niet waar. Sylvia?" zei Monk,de deur achter zich sluitend, na zich door V'ri blik overtuigd te hebben, dat °nde Ragen niet in de kamer (.^s- >,Ik ga weer naar de stad; l,,.l'v Vynd-Park is mij in zijne som- (I 1 011 ver dragel ijk. JVat zult gij AT1'' ve 1,-.! M°"k legde den spiegel op r, J{nie en antwoordde koel: tr'V heb niets te doen, Gilbert. is niet noodig, dat ik iets doe." PJliS'e van plan in Chetwynd- te blijven ?,"- woeker, hernam Sylvia bedaard. Pvoel igjj hier tehuis, in elk aane. hetwynd-Rark is mij zeer k'-'üaum geworden, want mijne mededingster is dood en begraven. Nu ben ik de verstootelinge niet meer, maar de toekomstige meesteres van al deze pracht." „Ik wensch u veel geluk, indien ik mijn wenschen herhalen mag," zei Monk; „doch ik moet nu weg. Beproef het niet Chetwynd te troos ten bij de begrafenis zag hij er uit als een spook. Neem u in acht. dat hij de doode Bernice niet meer bemint dan de levende Sylvia! Ik zal vaak hierheen komen; doch als Se mij noodig hebt, schrijf mij dan. Rog een woord, Sylvia. .Wij hebben elkaar wel niet erg lief, doch ik zou trotsch zijn op uwe verheffing; 11 zou u gaarne mevrouw Chet wynd zien, omdat ik dan hier altijd vasten voet heb. Ik feliciteer u met ®oehen uitslag en ik beloof u me s te doen, wat u zou kunnen ver raden. Sylvia verschrikte en zag haren broeder onrustig aan. „Welken uitslag?" vroeg ze, hare slaperige oogen op hem richtend. „Hoe zoudt ge mij kunnen verra den, indien ge wildet Gü snreekt in raadsels, Gilbert." V 1 „Dan zal ik openhartig met u spreken," en hij bracht zijn mond aan haar oor en fluisterde„ik weet, hoe Bernice stierf." Sylvia week verbleekend achter uit. Ze wou spreken, doch kon niet; eene ontzettende vrees bewees dui delijk hare schuld. Monk glimlachte, terwijl Sylvia's spiegel op den grond viel en zij haar hoofd in het kussen van den stoel liet zinken. „Gevoelt ge u dan werkelijk zoo schuldig?" vroeg Gilbert, „zoo erg behoeft ge mijne woorden niet op te vatten. .Wel weet ik, dat Bernice door uwe hand gestorven is uwe vrees bewijst 't doch dat gaat niemand anders aan. Ik zal mijn vermoeden aan geen mensch bekend maken." „Vermoeden „Ja, ik heb u en de oude Ragen altijd van Bernice's dood beschul digd gij-zelf sterkt mij in die mee ning." „VermoedenIk ik geloofde geef mij een glas water, Gilbert, gij verschrikt mij. Hoe durft ge mij van zoo iets beschuldigen. ^Vellicht herinnert ge u eenige woorden, die ik in drift sprak, toen de brief kwam. die ons Chetwynds huwelijk meedeelde, maar ik ben onschuldig- Bernice heeft eene koorts gevat, dat is 't oordeel der geneesheeren. De overtuiging, dat Gilbert slechts een vermoeden van hare mis daad had en geene zekerheid, ver lichtte haar. Ze hernam weer hare zelfbeheersching en was bereid, ha ren broeder 't hoofd te bieden. Monk echter lachte op zijne eigen aardige manier. „Ik ben onschuldig, zooals ik u zei, - begon Sylvia opnieuw. „Het lot is mij ter hulp gekomen en de koorts heeft mijne mededingster naar 't graf gesleept. Ik geef toe dat ik haar haatte, doch ik ben on schuldig aan haar dood. Indien ge mij niet gelooft en mijn vijand ge worden zijt, zooals 't schijnt, klaag mij dan aan. De dokters zullen 't lijk van Bernice onderzoeken; wan neer ze gift er in vinden, ben ik schuldig." „Ze zullen geen vergift vinden; die Indische drankjes werken on zichtbaar. Doch ik klaag u niet aan, ge zijt vrij. Alleen wanneer ik geld noodig heb moet ge mij helpen, dit is 't doel van mijne woorden. Ik heb u in mijn macht en ge moet mijn bankier zijn, totdat eene onderne ming mijn geluk voltooid heeft. Mis schien heb ik groote sommen noo dig en gij moet mij die verschaffen. Ik zeg gij moet! Ge zijt tot an dere dingen zoo geëigend, b.v. tot 't van kant helpen eener mededing ster, zoodat 't voor u wel eene klei nigheid zal zijn, mij 't geld te be zorgen, dat ik van tijd tot tijd zal noodig hebben. En wanneer ge me vrouw Chetwynd zijt, vorder ik elk jaar duizend pond van u. Indien ge somwijlen eenen brief van mij krijgt, waarin ik geld verlang, zult ge wèl doen 't mij te sturen. En nu moet ik weg. Begin voorzichtig met lord Chetwynd en troost hem in zijn smart, zoo zult ge u onmisbaar bij hem maken. Doch ik behoef u geen raad te geven; een sluwe vrouw is tegen twaalf mannen opgewassen. Vaarwel Hij vatte even hare hand en ver trok. Zij zag hem angstvallig na. „Wat mag hij al weten fluis terde zij. „Zijne woorden hebben een diepen, verborgen zin; doch hij ver moedt slechts en weet niets. Hij is mijn broeder en onze belangen gaan samen. Indien hij geld verlangt, kan ik niet weigeren, ik ben in zekeren zin in zijne macht.' Dat was juist de indruk, dien Gil bert op haar had willen maken. Het was zijne bedoeling niet, zijne zuster te laten merken, dat hij hun geheim gesprek afgeluisterd had. Toen Monk de trap afkwam, zag hij iemand met een zakdoek voor de oogen hem naderen. Hij bleef staan: 't was Fifine. Hij vroeg haar, waarom zij weende. Zij vertelde hem dat ze morgen vertrekken moest, omdat lord Chetwynd zich te dik wijls zijne vrouw herinnerde, als hij haar zag. De lord had haar echter een jaargeld toegezet en nu zou ze naar Londen gaan bij haren vader, tot ze eene betrekking,gevonden had. Monk liet een geldstuk in hare hand glijden en ging door; onbe merkt kwam hij in de bibliotheek, voorzichtig sloot hij de deur achter zich. - De week, dat Bernice ziek was. had hij niet nutteloos doorgebracht. Hij doorsnuffelde alle hoeken en na derde toen eene massieve ingemet selde kast, die achter eenvoudige hout^i deuren verborgen was. Eer hij den laatsten keer naar de stad ging, had hij was-afdrukken van de sloten genomen en haalde nu ver schillende sleutels te voorschijn, waarvan een de houten deuren open de. Met zijn sleutels viel 't klonk niet. moeielijk, de eiken deuren der kast te openen en met koortsachtige haast doorzocht hij 't inwendige. De laden waren meest gesloten, doch 't geluk was hem gunstig- In een open vak vond hij meer dere bossen sleutels van zonderlin gen vorm, onder welke een oude verroeste. Dezen vatte hij, want dat was de ware. Hij stak hem in zijn zak sloot de kast weer, zooals hij ze had bevonden en sloop zachtjes de bibliotheek uit. Een oogenblik luisterde hijmet een kloppend hart liep hij naar den wagen, die hem weldra buiten de laan bracht. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1