«pook van Ciietwynd-Park.
dieven uit het donkere
Werelddeel,
iëdKamnli
Sociale Berichten
Stadsnieuws
Bescherming van meisjes.
Leger en Vloot.
VII,
strijdende kerk in Oesoga.
hi'-? ket midden van Januari kwam
e' ®r te de missiestatie van Kamuli
Kil k voornaamsten u't het dorp
R„dat twee uren loopens van
A ligt. De man had gehoord
tlf-'r)- S0<lsdienst der blanken, wil-
«m nad«* loeren kennen en vroeg
dor6en eatl'chist te zenden naar zijn
h daar nog vele anderen den
rcn nst ''er blanken wilden lee-
w^ekier een geval, dat hier dik-
e+i-s v°orKomt. Zoodra negers maar
ogszins in aanraking komen niet
di''ï, n 11101' Indiërs, verwerpen
We 1111 Koidendom. nemen een nieu-
hr.n! godsdienst aan en worden Ma-
daan. Protestant of Katholiek.
vpld.
zooals de negers zeg
wezen". Dit alleen zou al
rij, °ende reden zijn, om missiona-
Wc\ uit te zenden. Men zal mij
sprat beschuldigen van kwaad-
terlads ik de oude waarheid
Kol dat menschen die naar de
Voo°^n gaan voor den handel of
den dienst, niet altijd uitscliit-
Ijjj,71 door beoefening der Christe-
dlef' deugden, zoodat alle negers.
Voo hen in aanraking komen
j) S°ed bedorven worden.
bune neger is een simpel groot kind,
bgWrhkewoon vatbaar voor invloed
a,! d ten goede, hetzij ten kwade.
br„ ®c kunt hem kneeden tot een
seK i oni wikke ld rnensch of tot een
dli.i ziet op naar zijn meer-
leidt11 .cn is volgzaam. Wat hem
daf j 18 dikwijls een raadsel, .maar
paj rï bovennatuurlijke en de ge-
Gods hier in Afrika dikwijls
kukroote rol spelen, is boven al-
tna wijfel verheven. Hier was de
- van Iviloba, en vroeg, ja smeek-
een catechist te zenden naar
,je dorp en den godsdienst van
b 18 Christus te doen onderwijzen,
«denkelijk schudde de Pastoor
de Eerw. heer J.
honfa61,0!1 uit Rotterdam
het
te r,eu het was hem niet kwalijk
hij ,,tUeri- Reeds 62 catechisten had
tricj ersPreid over het geheele dis-
al Kn de missie was daardoor toch
mens1.! zware lasten; reeds 62
homp mo,esI Kij geregeld onder-
dat. au ,en kleeden, en zou hij nu
lasten u°g vermeerderen en de
kil0n vvQ,rzwaren Doch de man van
dat r]a dd aan met de verzekering,
Zon i.e Catechist er zeer veel goed
Vn,"Urin(in doen.
nan) x farZftlde de Pastoor van Ka-
^la-d die praatjes al zoo
tijd nit ?fi^00rd- en 't was niet al-
had 8'ukomen, zooals men het hem
eu |'0orgespicgeld. Maar zijn goed
tin i 'huoedig hart werd zoo duch-
hn i^tormd en bestookt, dat het
bied tste geen weerstand meer kon
hjj j'11- Vooruit dan rnaar," riep
®ezirtl+ ^bste, en met een vroolijk
\veer ging de man van Iviloba
Ril J+,aar z^n dorP terug'.
öieia Ya werd het jongste catecliu-
j aI en zijn catechist de drie-en-
\V?f °P de toch al lange lijst,
zon de toekomst brengen
-Wat'
Re
i'hi^l.^aand later kwam de cate-
°I>iür 1 °0 menschen naar zijn cate-
•delijj.111,kamuli om zijn eerste maan-
brachf j verslag uit te brengen, en
de verblijdende tijding, dat
Voeffd v ?e'beden te leeren. Doch
hriji'teer bij, het. opperhoofd van
eMk^rP is ons vijandig geworden,
zijnp y^-cs voor moeilijkheden van
Kant,
met .W^'drist werd gerustgesteld
Soed Verzekering, dat alles wel
\'aavt Züu gaan en het niet zoon
het f Z0W loopen, doch de man bleef
hij dft°f0 1 schudden. Blijkbaar' zag
mand °®;c°mst donker in, maar nie-
mcnsklriders vermoedde, dat er nos-
aardige moeilijkheden zouden
mmen.
In een maand tijds had Kil oh a
zich ontwikkeld tot een bloeiend ca
teehum.ena.at. Ruim honderd bekeer
lingen werden onderricht en in een
week tijds had men een kapelletje
gebouwd voor het catechismusonder-
wijs en het verrichten der gebeden.
Zou dit soms den naijver der duis
tere machten hebben opgewekt, oi
zou Gods Vaderlijke Wijsheid deze
nieuwbekeerd en op de proef willen
stellen
Rustig zat ik in den morgen van
22 Februari tegen 12 uur te brevie
ren. toen ik op eens werd opgeschrikt
door een heftig gepraat en ge
schreeuw.
Door nieuwsgierigheid gedreven
ging ik eens kijken en vond daar
bij de kamer van mijn overste zes
mannen, die hevig gesticuleerden en
blijkbaar heel wat te vertellen had
den, terwijl de zweetdroppels op hun
gladgeschoren hoofden toonden, dat
zij hard geloopen hadden.
Wat was er gebeurd
't Waren zes mannen uit Kiloba
met slechte berichten. Het opper
hoofd van het dorp had zijn man
nen verzameld en was met stokken
gewapend op de weerlooze catechu
menen (bekeerlingen) aangevallen.
Daarna was hij naar hun hutten
gegaan en had alles meegenomen,
wat hij maar vinden kon. Drie
koeien, een geit en tal van kippen,
messen en bijlen. Alsof dat nog
niet genoeg was, had het opperhoofd
daarenboven nog het kerkje in brand
gestoken, den catechist vastgebon-
den en weggevoerd, drie uren ver,
naar het groote opperhoofd der pro
vincie. iji
Wel wa-s mijn overste gewend, dat
de opperhoofden het hier en daar den
nieuwbekeerden lastig maakten,
doch zoo iets was hier nog nooit
gebeurd. Het opperhoofd van Ivi
loba zou natuurlijk strehg gestraft
worden, doch om den man een goede
les te geven en te gelijk den anderen
opperhoofden in te scherpen, zulke
aardigheden niet uit te halen, werd
besloten, den volgenden dag ©ene Ka
tholieke manifestatie té" houden in
het dorp Iviloba-
Den volgenden dag een prach-
tigen Zondagmorgen verzamel
den zich voor de kerk te Kamuli een
tiental catechisten en nog een der
tigtal Katholieke mannen van Ka
muli. Twee trommels en een trom
pet werden meegenomen, en door de
zen stoet begeleid, trok ik naar Ivi
loba. 'tWas een vroolijke tocht, dien
ik niet gauw vergeten zal; een der
mannenhad zijn fluit meegenomen
en een ander zijn inlandsche harp,
zoodat we voortmarcheerden onder
fluitgespeel- en harpgetokkel, onder
trompetgeschal en trommelslag
In het begin werd een breede weg
gevolgd, maar na een half uur werd
een voetpad ingeslagen, dat ons af
wisselend leidde door het hooge gras
en de bananenrijen. Twee dorpen
werden gepasseerd onder verdubbeld
lawaai van den kant der trommen
en instrumenten, zoodat de opper
hoofden met hun geleide naar buiten
kwamen, mij de hand drukten, en
als teeken van eerbewijs een eind-
weegs volgden, 'tWas in alle op
zichten de tocht van een grootmach
tig opperhoofd a l'Africaine. Een
der mannen droeg mijn stoel, een an
der de pijp, een ander de tabak, een
ander ©en f lesch koude thee, weer ©en
ander mijn brevier, terwijl een zes
de het pak medailles en lint droeg,
dat ik voor de goede menschen van
Kiloba had meegenomen-
Regelrecht ging de lange stoet
naar het afgebrande kerkje en ca-
techumenaat. Daar stonden in een
vierkant de geschroeide en hail' ver
brande palen van het gebouwtje met
in het midden een groote hoop aseh
van het verbrande strooien dak. Het
werk der goede menschen was ver
nield door de ellendige hand van
een kleingeestig- stompzinnig opper
hoofd.
De trommels werden geslagen en
van alle kanten kwamen de cate
chumenen opdagen, schreeuwend en
juichend. Nog nooit in mijn leven
FEUILLETON.
roman, uit hel Engelneh.
26)
Hi
•ta* in, zii'> overwegingen ge
(Wu door 'Rh portier, die hem na
W>. zeggende
bnheer Monk, buiten is een
Zona' iclle u wenscht te spreken. I-
Hii -eni we£> doc;K hb wou niet.
Waif61' dat hÜ £een bedelaar was.
ty een oud-bediende van u."
hii'l, Uur .hem weg«" zei Monk, ,,ik
j Pooit bedienden."
,tn'a> Cjlinheer," zei de knecht,
dat tl y gaf mij cen geldstuk, op-
*0ii u slechts den naam „Flack"
w a°emen.
,Jk schrok. „Elack!" riep hp.
]+-R den man zien."
bi king naar buiten. Flack stond
P°rtaal met zijn dievengezicht
Gi,aaAP loeren.
Za0v);.berI ging bij hem on vroeg
gij ai 's pp? ^Waarom zijt
buiten op 't terras, mijn-
1 nioet u iets bijzonders zeg-
8,6 geld noodig hebt," zei
luid genoag, dat d« portier
't hooren kon, „dat kan ik u niet
geven. Waarom wendt ge u niet
tot een weldadigheidsgesticht."'
Ondertusschen waren ze op 't ter
ras gekomen.
„Niemand kan ons hier hooren,"
zei Monk; „wat verlangt ge van
mij
„Vrouw Crol heeft mij gestuurd,"
hernam Flack. „Juffrouw Gwyn
heeft voorgisteren Mawre-Castle
verlaten en sedert hebben wij haar
niet meer gezien."
„Ho©, heeft, zij 't slot verlaten
l„Ja. mijnheer, meteen kleinen kof-
fëï; ze had ©en grijze japon aan en
een sluier over den hoed. Vrouw Crol
meent, dat ze hierheen gegaan is.
De oorzaak van alles is, dat ze in
eene courant, die de Fransche gou
vernante meebracht, de tijding las,
dat lord Chetwynd in Genua was
en op reis naar Engeland. Denzelf
den nacht ontsnapte ze. Hebt ge
haar niet gezien
„Neen! Ze moet echter zeker hier
of wel in de huurt wezen," riep
Monk. „Gij moet op haar passen,
Flack, maar geen geweld gebruiken.
Uit vrijen wil moet zo naar Mawre
Castle terug. Misschien is ze hier
in huis, er zijn zooveel vertrekken
onbewoond, dat ze zich gemakkelijk
verbergen kan. Wanneer 't licht
uit is, kom dan aan den rechter
vleugel b;j den uitgang van 't, Park
ik moet met u overleggen."
Hij k&erde in 't slot teruff en ver-
heb ik zulk eene uitbundige vreug
de gezien. Verscheidenen rolden zich
van louter genoegen in het zand:
mderen vooral vrouwen sloe
gen met de armen in de lucht, en
allen riepen om het hardst: „We-
balee, webalee niodank, zeer
dank!"
De groote hut van het opperhoofd,
op zijn Afrikaansch omringd door
een rieten omheining, was in de na
bijheid. Daarheen begaven zich al
len, doch. zooals ik verwacht had,
was mijnheer het opperhoofd gevlo
gen. De lafaard had niet den moed
om iemand te ontvangen. Wel waren
zijne vrouwen in de hut achtergeble
ven, maar de held zeil was niet
te vinden. Toen hij dan ook de week
daarna verscheen in de vergadering
der opperhoofden, werd hij door al
len uitgelachen en maakte men de
opmerking, dat hij zulke moedige
vrouwen had.
Buiten de omheining stond een
prachtigen boom, en aan den voet
hiervan werd de stoel neergezet voor
den missionaris. De catechisten en
mannen van Kamuli zetten zich néér
en daarachter de dichte scharen van
Kiloba. Toespraken werden gehou
den door den priester en drie cate
chisten: medailles werden geschon
ken aan diegenen, die er nog geen
hadden en rood lint aan allen, die
er om vroegen. Verscheidene man
nen kwamen naar voren en toonden
hun hoofdwonden, doch allen wa
ren vol vreugde en moed.
Nog een laatste aansporing om
standvastig te blijven, die beant
woord werd met een juichend ja-ge
roep, ©n ik nam afscheid van de-
goede menschen, om terug te keeren
naar Kamuli.
Op den terugweg bad ik mijn bre
vier, doch onwillekeurig kwam de
gedachte aan Kiloba weer telkens
bij mij op. Wat bewoog die onwe
tende menschen om onzen zoo moei
lijken en verheven godsdienst te om
helzen. .en waarom bleven zij zoo
standvastig De Basoga zijn uiterst
bevreesd voor hun opperhoofden en
hier was het geval van menschen,
die nauwelijks van Katonda (God)
hadden gehoord en misschien de eer
ste woorden van het Onze Vader
kenden, maar toch het misnoegen en
de stokslagen van hun opperhoofden
trotseerden. Hoe dit te verklaren
Had ik ooit getwijfeld aan het bo
vennatuurlijke en de werking van
Gods genade op de ziel der men
schen, mijn twijfel ware nu Ver
dwenen.
Opperhoofden houden hun man
nen terug*, ouders hun kinderen, man
nen hun echtgenooten, terwijl veel
wijverij en ontucht hun werk doen
bij beide geslachten op icderen leef
tijd, maar toch dringt de godsdienst
door tot in de harten der menschen
en hervormt hen tot goede Christe
nen. Waarlijk, als ik ooit getwij
feld had aan Gods genade, mijn twij
fel ware hier verdwenen.
C. SCHOEMAKER,
Maart 1908.
Kamuli, Oesaga.
tot dijkgraaf van den Zuidpolder i het plicht van onze Roomsche Courant
bij Edam, W. Tuyn Jz., te Edam.
De Kath dieken yooraanl
Van het Centraal Bureau der K. S.
Actie te Leiden schrijft men ons
In het Tijdschrift „Gemeentebe
langen" wordt een overzicht gege
ven van onze a.s. dociale Week,
welke zooals men weet geheel zal ge
wijd zijn aan „De Gemeente en
om deze Roomsche vereemging nog
eens warm aan te* bevelen aan aile
Roomsche mannen en uouwen in en
buiten Haarlem.
De bestaande vereeniging heeft daar
mede hare werkzaamheden belangrijk j
uitgebreid, en op sommige punten 1
beter georganiseerd.
Zij begon nu bijna drie jaren ge- j
leden met het openen van een lokaal,
waar dienstboden, buiten Haarlem
afkomstig, haar vrije avonden in
gepaste ontspanning konden door
brengen. Zoo werden dus die meisjes
•de Sociale Questie."
Na het geheele program te hebben j gevrijwaard voor de gevaren van de
meegedeeld voegt de Redactie er deze j straat. Al heel spoedig werd behoefte
verzuchting aan toe:
Men ziet dat ongeveer alle denk
bare onderwerpen vertegenwoordigd,
zijn. Wanneer houden andere
part ij en eens dergel ij ke b ij -
eenkometen?"
Zoo zien wij ook nu weer, hoe on
ze Katholieke Sociale Week bij niet-
Katholieken waardeeriug vindt.
Laten wij hopen, dat nu ook alie
Katholieke Gemeenteraadsleden in ons
land deze Sociale Week zullen bezoe
ken Zij zal voor iedereen interessant
zijn, maar toch in 't bijzonder voor
hen.
Laten zij nu alvast het voornemen
maken van 6—13 September naar
Rotterdam te gaan
BINNENLAND.
Bij Kon. Besl. van 14 dezer zijn
benoemd
in de provincie Noord-Holland
tot heemraad van het waterschap
de Schermeer, J. Slooten Ivz te
Alkmaar
tot dijkgraaf "van den polder de
Zeevang*, K. Kaaskooper, te Oost
huizen
tot heemraad van den Amia Pau-
lownapolder, A. Metzelaar, te Anna
Paulowna
tot heemraad van den polder
Waard en Groet, R. Kaan Dz„ te
Sloten
tot heemraad van liet waterschap
de Beemster, Y. Otjes. te Beemster;
tot hoofdingeland-plaatsvervanger
van Westfriesland vanwege het am
bacht de Vier Noorder Koggen, G.
Stapel Gz„ te Sijbecarspel
tot heemraad van den polder
Waard Nieuwland, N. Hellingman,
te Wier in gen
Zietdaar een onderwerp de aandacht
waardig van een ieder, zelfs van
degenen, die nooit met eenigen socialen
arbeid in aanraking komen. Van alle
sociale actie is ten slotte het einddoel
verkeerde toestanden, waar dat kan
te verbeteren, wanverhoudingen op te
heffen, meer en beter nog, waar gevaar
voor dergelijke toestanden dreigt, het
kwaad tracïiten te voorkomen. Voor
ons Katholieken vertoont zich dat
einddoel in verhevener licht, omdat
wij geleerd hebben bij alle behartiging
van stoffelijke belangen, allereerst ook
rekening te houden met de belaDgen
van onze onsterfelijke zielen. Nu kan
die sociale actie zich bewegen op
velerlei gebied: middenstand, werk
lieden-organisaties, drankbestrijding,
vakopleiding, en nog veel meer. Goed
geleid en van een godsdienstigen geest
doordrongen zal zij zeker overal nuttig
werk doen. Zij zal op een bepaald
gebied meer noodig zijn, dan op een
ander terrein, daarover kunneu de
meeniDgen verschillen, maar nood
zakelijk is zij zeker tegenwoordig in
de wereld van de vrouw.
In de laatste algemeene vergadering
van de Katti. Sociale Actie heeft Mgr.
Konings in een gloedvolle rede dat
onderwerp aangeroerdbij heeft doen
zien, hoe noodig het is, dat de aan
dacht geschonken wordt aan het op
gevoeld aan eene gelegenheid voor j
nachtverblijf. Die gelegenheid werd
ingericht. Van zelf werden de dames
der St. Martha-vereeniging door hunne
beschermelingén in moeilijkheden
aangezocht om raad en hulp. Betrek-
kingen werden hun bezorgddames,
die bij de vereeniging aanklopten,
werden van dienstboden voorzien ("n j
gelukkig tot nu toe altijd tot weder-
zijdsche tevredenheid;; pogingen wer
den aangewend om alle meisjes, die
zich te Haarlem vestigen te bereiken,
jammer genoeg echter niet altijd met
succes.
Naast de St. Martha-Verceniging nu,
bestond hier een correspondentschap
van de Amsterdamsche Vereeniging
tot bescherming van meisjes, werk
zaam in dezelfde richting. Beide zijn
nu vereenigd tot één vereeniging:
onderafdeeling van de Centrale Ver
eeniging voor ons bisdom, en met
vereende krachten zal nu het hooge
doel worden nagestreefd wat de be
scherming van nleisjes beoogt: zij
zullen beschermd worden tegen ge
varen, die hun geloof en zeden be
dreigen, en waar de behoefte zich
openbaart en de middelen niet te kort
schieten, zullen zij geholpen worden
ook in hun stoffelijke belangen.
Om dat alles te bereiken blijft na
tuurlijk allereerst het beslaande „Te
Huis" aan het Donkere Spaarne 22
in stand. Daar kunnen de meisjes die
lid der vereeniging zijn hun avonden
doorbrengen. Voor winkeljufvrouwen
en dergelijke blijft daar ook eene af
zonderlijke gelegenheid geopend. Daar
is gelegenheid voor logies.
Een bemiddelingsbureau zal worden
ingericht om in de gelegenheid te
zijn meisjes te houden buiten ver
keerde omgeving. Daar zullen meisjes
zich kunnen vervoegen, die een of
andere betrekking zoeken, daar wor
den dan ook verwacht alle Roomsche
Haarlemmers, die vrouwelijk perso
neel verlaDgen. Dat bemiddelingsbu
reau zal worden waargenomen door
Mevr. Th. Diepenbrock, die daarvoor
zitting zal houden in het „Te Huis"
Donkere Spaarne 2*2, te beginnen op
28 April eiken Dinsdag van 12 tot
2 uur.
Een groote moeilijkheid blijft echter
nog: Worden door eene dergelijke
verricht, zal gemakkelijk begrijpen dat
menig uur van arbeid hier verricht,
elders in heel wat aangenamer bezig
heden kon worden doorgebracht.
Het heerlijk en verheven doel echter
nuttig te idjn voor den medtmensch
uit liefde tot God: minder bedeelde
zusters voor te lichten en te helpen,
voor den gapenden afgrond te behoe
den, hun geloof en zedelijkheid helpen
bewaren en beschermen, mhsciien,
als de middelen toereikend worden,
gevallenen weer op te beuren, en zoo
mogelijk in eere te herstellen, dat zal
hun voor deze wereld belooning ge
noeg zijn.
Zij verwachten dan ook niet dat
hun arbeid door een ieder ten volle
zal worden gewaardeerd, dat zal alleen
mogelijk zijn aan degenen die hun
werk van nabij in bijzonderheden
kunneu volgen. Maar gerustelij k mogen
zij vertrouwen, dat hun werk met
zelfverloochening ondernomen en vol
bracht op de juiste waarde zal worden
geschat door Hem, om Wien het wordt
verricht, en Die zelfs een glas water
aan den arme geschonken niet onbe
loond zal laten.
Wij doen echter een beroep op alle
Katholieken van Haarlem en omstre
ken om de vereeniging met de daad
te steunen. Wij noemen daarbij opzette
lijk de omstreken, omdat juist de
meeste beschermelingen door de
omstreken g-leverd worden. Steun
vragen wij voor de vereeniging vooral
onder financiëel opzicht, want de uit
breiding der werkzaamheden dreigt
de geldmiddelen onherstelbaar in de
war te sturen. Steunt de vereeniging
liefst door jaarlijks een bijdrage te
offeren, geeft een kleinigheid in de
busjes, die de kleine zeiatrices u voor
houden, Wilt gij in den Paaechtijd
een aalmoes afzonderen, het is aan de
Vereeniging goed besteed. Gelden en
alle goede gaven worden altijd dank
baar aanvaard door het bestuur, dat
bestaat uit de dameB Mej. C. Loomeijer
Zijlweg 62 presidente, Mej. C Lana
Kampersiogel 64rood Secretaresse, en
Mevr. C. Niesten-Althof Spaarne 90
le penningmeesteresse.
komend vrouwelijk geslacht, en voor- vereenigiDg alle meisjes wel bereikt,
namelijk aan die meisjes, die door
omstandigheden, welke dan ook alleen
komen te staan in onze samenleving;
duidelijk aangetoond, dat hulp hier
door den man dikwijls niet kan ge-
biaeht worden, en dus de vrouwen
verplicht zijn elkander te helpen, en
met een warm woord de vrouw in
het algemeen opgeroepen tot allerlei
soort van socialen arbeid. Daarbij
kwam natuurlijk, zooals onze Courant
ook berichtte, ter sprake wat op het
gebied van meisjesbescherming in
uDze stad Haarlem werd verricht. Hij
gewaagde met den hoogsten lof over
het „Te Huis" der St Marthavereeni-
ging.eti noemde het bestaan daarvan
een zegen voor onze stad. En zelfs
kon de Hoog.Eerw Spreker toen
ruchtbaarheid geven aan plannen, die
nog wel niet definitief vast stonden,
maar toch zeker zouden worden uit
gevoerd.
voor wie eigenlijk behoort gezorgd te
worden Jaarlij ks komen ongeveer
200 Katholieke meisjes zi'.h te Haar
lem vestigen; zij worden natuurlijk
door niemand opgemerkt, en velen
zijn misschien reeds naar ziel en li
chaam verloren, voor dat iemand er
iets van vermoedt. Een „afdeeling
stadsbezoek" is nu gevormd, die ge
regeld zal nagaan waar de R. K.
meisjes verblijven, die zich te Haar
lem vestigen, die zooveel doenlijk zal
nagaan, of zij zich bevinden in be
trekkingen passend voor Katholieken,
en zoo noodig hun familie zal waar
schuwen die inlichtingen zal geven,
waar dat mogelijk is, aan allen die
recht hebben zulks te verlangen. Aan
het hoofd van deze afdeeling staat
Mevr. M. Kraetzer-Coelen Kenau
park 26.
Aldus ingericht hoopt de vereeni
ging meer nog dan tot nu toe nuttig
Nu die plannen werkelijkheid zijn werk te verrichten. Wij wenschen den
geworden, en de bestaande St. Martha-
vereeniging zich gevormd heeft tot
eene, „Afdeeling van do R. K.
Centrale Vereeniging tot be
scherming van meisj es," waar
van de hoofdzetel voor ons bisdom
gevestigd is te Amsterdam, achten wij
dames werkende lederi Gods onmis-
baren zegen van harte toe. Zij schrik
ken er blijkbaar niet voor terug in
dienst voor de goede zaak bet offer
te brengen van haar eigen persoon,
want ieder, die zich een oogenblik
indenkt in de werkzaamheden hier
In de maand Juni zal door 108 ca
detten der K. M. A. aan het officiers-
examen worden deelgenomen en wel
voor hier te lande: infanterie 23, ca
valerie 2, artillerie 25, genie 3, totaal
53, en voor den dienst in Nederlandsch-
Indië: infanterie 35, cavalerie 4, artil
lerie 9, genie 7, totaal 55.
De nieuw benoemde militie 2e lui
tenants bij het wapen der infanterie
zullen, instede van den lben dezer,
den 25 April a.s. beëedigd en in func
tie gesteld worden.
Bij Kon. Besl. van 16 dezer is be
noemd tot chef van den genera len
staf, de generaal-majoor F. N. Thi-
ange. thans sous-chef van dien staf.
Bij Kon. Besl. van 16 dezer:
1. onder toekenning van pensioen
een eervol ontslag uit den militai
ren dienst verleend:
A. ter zake van langdurigen dienst
a. met ingang van 28 dezer, op
hunne aanvrage:
aan den luit.-generaal van ,den
grooten staf G. A. de Bruyn, com
mandant der Nieuwe Hollandsche
W aterlinie tevens hevelhebber in de
Ilde militaire afdeeling;
aan de generaal-majoors A. D.
Petter. commandant der 4de divi
sie. en H. F. A. Giesbers, inspec
teur van den geneeskundigen dienst
der landmacht;
b met ingang van 28 dezer, aan
den generaal-majoor G. J. W. Koo
lemans Beynen, commandant der 2e
divisie
c. met ingang van 1 Mei, op hunne
aanvrage
aan den kolonel van den plaatse-
lijken staf A. G. van Tricht, plaat
selijke commandant te Amsterdam
aan den kolonel op non-activiteit,
ter zake van tijdelijke ongesteldheid.
K. J. van Ravenswaay, van het wa
pen der artillerie;
B. ter zake van lichaamsgebre
ken:
borg zijn angst zoo goed als hij kon.
Bernice in Chetwynd-Parkmom
pelde hij. „Zij zal haren eed houden
en zich-zelf niet aan haren man ken
baar makendoch waarom is zij hier
gekomen?" -
XXIII.
HET SPOOK.
De groote, prachtige zaal in Chet
wynd met de weelderig© meubelen
schitterde in een zee van licht en
scheen den lord aanlokkelijker dan
ooit. De glazen deuren, welke naar
den wintertuin voerden, stonden
open en de bloemen zonden hunne
zoete geuren in 't vertrek. In 't
heele huis brandde gas, slechts de
serre was met kaarsen verlicht, die
in hunne zilveren kandelaars ©en
zacht licht verspreidden. Hierheen
had Gilbert Monk zich teruggetrok
ken, toen hij de ontsnapping van
Bernice vernomen had en hij over
legde, .wat hem te doen stond.
Van de plaats, waar hij zat, kon
hij in de zaal zien en 't zacht ge
mompel der stemmen hooren.
Terwijl hij in den grooten winter
tuin zat en over zijne toekomst
dacht, had Sylvia plaats genomen
voor het vuur.
„Hoe schoon is 't toch aan den ei
gen haard!" sprak de markies. „Het
schijnt me, alsof Bernice bij mij was,
Sylvia. Zoo een aeldzaam gevoel
van hare nabijheid heb ik nog nooit
ondervonden sedert ik liaax verloor.
Het is me juist, alsof ze in deze
vertrekken was alsof ze mij elk
oogenblik verschijnen kon alsof
ik Tare, stem hoorde, die mij roept."
„Dat is zeer natuurlijk," zei Syl-
via op haar vleieiiden toon. „Alles
herinnert u aan haarge zijt 't huis
zonder haar nog niet gewend."
„Zal ik mij ooit aan 't huis zon
der Bernice gewennen vroeg Chet-
wynd hartstochtelijk.
„Uwe smart zal mettertijd afslij
ten," zei Sylvia; „zij verliest dan
hare bitterheid en wordt eene tee-
dere herinnering. Indien dit niet
was, zou 't leed in de wereld ondra
gelijk zijn, de mensehen zouden geen
lust meer heblxm om te werken."
„Ach ja," hernam de lord som
ber. „arbeid is noodzakelijk. Ik ben
naar huis gekomen om te werken,
wellicht vind ik vrede hij den ar
beid: in elk geval is 't beter te ar
beiden, dan zich over te geven aan
smart en luiheid. Voor de arme lie
den in 't dorp zal ik betere huizen
doen bouwen en tot aandenken van
mijne vrouw een school stichten voor
meisjes."
„Ik juich uw voornemen toe," zei
Sylvia. „Hoe gaarne zou Bernice
zulk eene school onder hare leiding
genomen hebben. Kon ik haar maar
opvolgen en tot geluk der menschen
werken."
Deze huiehelaehtige woorden ble
ven niet zonder invloed op 't hart
van Chetwynd.
„Wij willen samen werken," sprak
hij vriendelijk. „Sylvia zag hem met
met. fonkelende oogen aan.
„Ik wilde, dat 't kon, Max," zucht
te ze, „maar 't gaat niet. Ik heb
Chetwynd-Park lief met al zijne be
woners. Dat is 't eenige dak, dat
ik op de wereld heb, doch ik moet 't
verlaten. Ik ga weldra heen de
volgende week reeds en ik zal
er nooit terugkeeren."
„Waarom wilt gij het Park ver
laten, Sylvia?"
„Chetwynd-Park kan en mag mij
ne woning niet langer blijven. Toen
gij op reis' waart, ben ik hier geble
ven voor uwe belangen, doch nu
heeft men mij niet meer noodig,
Maxik ga eene betrekking als gou
vernante zoeken."
„Onmogelijk! Gij eene gouvernan
te, Sylvia!"
„Schijnt u dat zoo vreemd. Wan
neer ik hier vertrek, Max, moet ik
zelf mijn brood verdienen."
Chetwynd was verbaasd.
„Maar waarom wilt ge dan weg?"
vroeg hij. „Behandelen u mijne be
dienden niet met achting? Erkent
men niet uw gezag? Waarom kunt
ge dan niet even goed hier blijven,
als 't vorige jaar?"
Sylvia boog 't hoofd.
„Ik durf niet hier blijv«n, Max,
zeide zij fluisterend, „mijn hoogste
goed staat op 't spel, mi}* ga«4* I
naam komt in den mond der men
schen men fluistert en spreekt
over mijne aanweezigheid in uw
huis."
„Wie waagt dat te doen vroeg
Max fier.
„Men vertelt," hernam Sylvia, het
hoofd nog dieper buigend, „dat ik
eens met u verloofd was en dat gij
mij verlaten hebt: men gelooft, dat
ik u nog altijd bemin en hier blijf
met de hoop uw hart te veroveren
Ze bedekte haar gelaat met de
handen en weende van aandoening*
en smart. Lord Chetwynd sprong
op en wandéide heen en weer, zijn
ridderlijk hart was (getroffen, zijne
wangen gloeiden van medelijden
voor Sylvia.
„Die lasteraars zullen u of mij
van hier. verdrijven met hun val-
sche tongen," rie phij;„ware ik
maar niet teruggekomen
„Ik wil niet de oorzaak uwer ver
banning zijn," sprak Sylvia beschei
den. „Niet de eigenaar maar de in
dringer moet plaats maken. Indien
gij vertrekt, Max, ga ik ook weg."
Lord Chetwynd stapte nog met
meer ongeduld door de kamer.
„Er bestaat slechts een geval in
't welk ge blijven kunt
(Wordt ver void
HAARLEttSCHE COURANT ™£?F
llQOfW
ISlïI ^•UÖV/AIt;11 u<1,t
rr+Ot i kwamen en begonnen waren
öo«;
y J itt- m t - b i i LI J i tw i