«pook van Ciietwynd-Park. dieven uit het donkere Werelddeel, iëdKamnli Sociale Berichten Stadsnieuws Bescherming van meisjes. Leger en Vloot. VII, strijdende kerk in Oesoga. hi'-? ket midden van Januari kwam e' ®r te de missiestatie van Kamuli Kil k voornaamsten u't het dorp R„dat twee uren loopens van A ligt. De man had gehoord tlf-'r)- S0<lsdienst der blanken, wil- «m nad«* loeren kennen en vroeg dor6en eatl'chist te zenden naar zijn h daar nog vele anderen den rcn nst ''er blanken wilden lee- w^ekier een geval, dat hier dik- e+i-s v°orKomt. Zoodra negers maar ogszins in aanraking komen niet di''ï, n 11101' Indiërs, verwerpen We 1111 Koidendom. nemen een nieu- hr.n! godsdienst aan en worden Ma- daan. Protestant of Katholiek. vpld. zooals de negers zeg wezen". Dit alleen zou al rij, °ende reden zijn, om missiona- Wc\ uit te zenden. Men zal mij sprat beschuldigen van kwaad- terlads ik de oude waarheid Kol dat menschen die naar de Voo°^n gaan voor den handel of den dienst, niet altijd uitscliit- Ijjj,71 door beoefening der Christe- dlef' deugden, zoodat alle negers. Voo hen in aanraking komen j) S°ed bedorven worden. bune neger is een simpel groot kind, bgWrhkewoon vatbaar voor invloed a,! d ten goede, hetzij ten kwade. br„ ®c kunt hem kneeden tot een seK i oni wikke ld rnensch of tot een dli.i ziet op naar zijn meer- leidt11 .cn is volgzaam. Wat hem daf j 18 dikwijls een raadsel, .maar paj rï bovennatuurlijke en de ge- Gods hier in Afrika dikwijls kukroote rol spelen, is boven al- tna wijfel verheven. Hier was de - van Iviloba, en vroeg, ja smeek- een catechist te zenden naar ,je dorp en den godsdienst van b 18 Christus te doen onderwijzen, «denkelijk schudde de Pastoor de Eerw. heer J. honfa61,0!1 uit Rotterdam het te r,eu het was hem niet kwalijk hij ,,tUeri- Reeds 62 catechisten had tricj ersPreid over het geheele dis- al Kn de missie was daardoor toch mens1.! zware lasten; reeds 62 homp mo,esI Kij geregeld onder- dat. au ,en kleeden, en zou hij nu lasten u°g vermeerderen en de kil0n vvQ,rzwaren Doch de man van dat r]a dd aan met de verzekering, Zon i.e Catechist er zeer veel goed Vn,"Urin(in doen. nan) x farZftlde de Pastoor van Ka- ^la-d die praatjes al zoo tijd nit ?fi^00rd- en 't was niet al- had 8'ukomen, zooals men het hem eu |'0orgespicgeld. Maar zijn goed tin i 'huoedig hart werd zoo duch- hn i^tormd en bestookt, dat het bied tste geen weerstand meer kon hjj j'11- Vooruit dan rnaar," riep ®ezirtl+ ^bste, en met een vroolijk \veer ging de man van Iviloba Ril J+,aar z^n dorP terug'. öieia Ya werd het jongste catecliu- j aI en zijn catechist de drie-en- \V?f °P de toch al lange lijst, zon de toekomst brengen -Wat' Re i'hi^l.^aand later kwam de cate- °I>iür 1 °0 menschen naar zijn cate- •delijj.111,kamuli om zijn eerste maan- brachf j verslag uit te brengen, en de verblijdende tijding, dat Voeffd v ?e'beden te leeren. Doch hriji'teer bij, het. opperhoofd van eMk^rP is ons vijandig geworden, zijnp y^-cs voor moeilijkheden van Kant, met .W^'drist werd gerustgesteld Soed Verzekering, dat alles wel \'aavt Züu gaan en het niet zoon het f Z0W loopen, doch de man bleef hij dft°f0 1 schudden. Blijkbaar' zag mand °®;c°mst donker in, maar nie- mcnsklriders vermoedde, dat er nos- aardige moeilijkheden zouden mmen. In een maand tijds had Kil oh a zich ontwikkeld tot een bloeiend ca teehum.ena.at. Ruim honderd bekeer lingen werden onderricht en in een week tijds had men een kapelletje gebouwd voor het catechismusonder- wijs en het verrichten der gebeden. Zou dit soms den naijver der duis tere machten hebben opgewekt, oi zou Gods Vaderlijke Wijsheid deze nieuwbekeerd en op de proef willen stellen Rustig zat ik in den morgen van 22 Februari tegen 12 uur te brevie ren. toen ik op eens werd opgeschrikt door een heftig gepraat en ge schreeuw. Door nieuwsgierigheid gedreven ging ik eens kijken en vond daar bij de kamer van mijn overste zes mannen, die hevig gesticuleerden en blijkbaar heel wat te vertellen had den, terwijl de zweetdroppels op hun gladgeschoren hoofden toonden, dat zij hard geloopen hadden. Wat was er gebeurd 't Waren zes mannen uit Kiloba met slechte berichten. Het opper hoofd van het dorp had zijn man nen verzameld en was met stokken gewapend op de weerlooze catechu menen (bekeerlingen) aangevallen. Daarna was hij naar hun hutten gegaan en had alles meegenomen, wat hij maar vinden kon. Drie koeien, een geit en tal van kippen, messen en bijlen. Alsof dat nog niet genoeg was, had het opperhoofd daarenboven nog het kerkje in brand gestoken, den catechist vastgebon- den en weggevoerd, drie uren ver, naar het groote opperhoofd der pro vincie. iji Wel wa-s mijn overste gewend, dat de opperhoofden het hier en daar den nieuwbekeerden lastig maakten, doch zoo iets was hier nog nooit gebeurd. Het opperhoofd van Ivi loba zou natuurlijk strehg gestraft worden, doch om den man een goede les te geven en te gelijk den anderen opperhoofden in te scherpen, zulke aardigheden niet uit te halen, werd besloten, den volgenden dag ©ene Ka tholieke manifestatie té" houden in het dorp Iviloba- Den volgenden dag een prach- tigen Zondagmorgen verzamel den zich voor de kerk te Kamuli een tiental catechisten en nog een der tigtal Katholieke mannen van Ka muli. Twee trommels en een trom pet werden meegenomen, en door de zen stoet begeleid, trok ik naar Ivi loba. 'tWas een vroolijke tocht, dien ik niet gauw vergeten zal; een der mannenhad zijn fluit meegenomen en een ander zijn inlandsche harp, zoodat we voortmarcheerden onder fluitgespeel- en harpgetokkel, onder trompetgeschal en trommelslag In het begin werd een breede weg gevolgd, maar na een half uur werd een voetpad ingeslagen, dat ons af wisselend leidde door het hooge gras en de bananenrijen. Twee dorpen werden gepasseerd onder verdubbeld lawaai van den kant der trommen en instrumenten, zoodat de opper hoofden met hun geleide naar buiten kwamen, mij de hand drukten, en als teeken van eerbewijs een eind- weegs volgden, 'tWas in alle op zichten de tocht van een grootmach tig opperhoofd a l'Africaine. Een der mannen droeg mijn stoel, een an der de pijp, een ander de tabak, een ander ©en f lesch koude thee, weer ©en ander mijn brevier, terwijl een zes de het pak medailles en lint droeg, dat ik voor de goede menschen van Kiloba had meegenomen- Regelrecht ging de lange stoet naar het afgebrande kerkje en ca- techumenaat. Daar stonden in een vierkant de geschroeide en hail' ver brande palen van het gebouwtje met in het midden een groote hoop aseh van het verbrande strooien dak. Het werk der goede menschen was ver nield door de ellendige hand van een kleingeestig- stompzinnig opper hoofd. De trommels werden geslagen en van alle kanten kwamen de cate chumenen opdagen, schreeuwend en juichend. Nog nooit in mijn leven FEUILLETON. roman, uit hel Engelneh. 26) Hi •ta* in, zii'> overwegingen ge (Wu door 'Rh portier, die hem na W>. zeggende bnheer Monk, buiten is een Zona' iclle u wenscht te spreken. I- Hii -eni we£> doc;K hb wou niet. Waif61' dat hÜ £een bedelaar was. ty een oud-bediende van u." hii'l, Uur .hem weg«" zei Monk, ,,ik j Pooit bedienden." ,tn'a> Cjlinheer," zei de knecht, dat tl y gaf mij cen geldstuk, op- *0ii u slechts den naam „Flack" w a°emen. ,Jk schrok. „Elack!" riep hp. ]+-R den man zien." bi king naar buiten. Flack stond P°rtaal met zijn dievengezicht Gi,aaAP loeren. Za0v);.berI ging bij hem on vroeg gij ai 's pp? ^Waarom zijt buiten op 't terras, mijn- 1 nioet u iets bijzonders zeg- 8,6 geld noodig hebt," zei luid genoag, dat d« portier 't hooren kon, „dat kan ik u niet geven. Waarom wendt ge u niet tot een weldadigheidsgesticht."' Ondertusschen waren ze op 't ter ras gekomen. „Niemand kan ons hier hooren," zei Monk; „wat verlangt ge van mij „Vrouw Crol heeft mij gestuurd," hernam Flack. „Juffrouw Gwyn heeft voorgisteren Mawre-Castle verlaten en sedert hebben wij haar niet meer gezien." „Ho©, heeft, zij 't slot verlaten l„Ja. mijnheer, meteen kleinen kof- fëï; ze had ©en grijze japon aan en een sluier over den hoed. Vrouw Crol meent, dat ze hierheen gegaan is. De oorzaak van alles is, dat ze in eene courant, die de Fransche gou vernante meebracht, de tijding las, dat lord Chetwynd in Genua was en op reis naar Engeland. Denzelf den nacht ontsnapte ze. Hebt ge haar niet gezien „Neen! Ze moet echter zeker hier of wel in de huurt wezen," riep Monk. „Gij moet op haar passen, Flack, maar geen geweld gebruiken. Uit vrijen wil moet zo naar Mawre Castle terug. Misschien is ze hier in huis, er zijn zooveel vertrekken onbewoond, dat ze zich gemakkelijk verbergen kan. Wanneer 't licht uit is, kom dan aan den rechter vleugel b;j den uitgang van 't, Park ik moet met u overleggen." Hij k&erde in 't slot teruff en ver- heb ik zulk eene uitbundige vreug de gezien. Verscheidenen rolden zich van louter genoegen in het zand: mderen vooral vrouwen sloe gen met de armen in de lucht, en allen riepen om het hardst: „We- balee, webalee niodank, zeer dank!" De groote hut van het opperhoofd, op zijn Afrikaansch omringd door een rieten omheining, was in de na bijheid. Daarheen begaven zich al len, doch. zooals ik verwacht had, was mijnheer het opperhoofd gevlo gen. De lafaard had niet den moed om iemand te ontvangen. Wel waren zijne vrouwen in de hut achtergeble ven, maar de held zeil was niet te vinden. Toen hij dan ook de week daarna verscheen in de vergadering der opperhoofden, werd hij door al len uitgelachen en maakte men de opmerking, dat hij zulke moedige vrouwen had. Buiten de omheining stond een prachtigen boom, en aan den voet hiervan werd de stoel neergezet voor den missionaris. De catechisten en mannen van Kamuli zetten zich néér en daarachter de dichte scharen van Kiloba. Toespraken werden gehou den door den priester en drie cate chisten: medailles werden geschon ken aan diegenen, die er nog geen hadden en rood lint aan allen, die er om vroegen. Verscheidene man nen kwamen naar voren en toonden hun hoofdwonden, doch allen wa ren vol vreugde en moed. Nog een laatste aansporing om standvastig te blijven, die beant woord werd met een juichend ja-ge roep, ©n ik nam afscheid van de- goede menschen, om terug te keeren naar Kamuli. Op den terugweg bad ik mijn bre vier, doch onwillekeurig kwam de gedachte aan Kiloba weer telkens bij mij op. Wat bewoog die onwe tende menschen om onzen zoo moei lijken en verheven godsdienst te om helzen. .en waarom bleven zij zoo standvastig De Basoga zijn uiterst bevreesd voor hun opperhoofden en hier was het geval van menschen, die nauwelijks van Katonda (God) hadden gehoord en misschien de eer ste woorden van het Onze Vader kenden, maar toch het misnoegen en de stokslagen van hun opperhoofden trotseerden. Hoe dit te verklaren Had ik ooit getwijfeld aan het bo vennatuurlijke en de werking van Gods genade op de ziel der men schen, mijn twijfel ware nu Ver dwenen. Opperhoofden houden hun man nen terug*, ouders hun kinderen, man nen hun echtgenooten, terwijl veel wijverij en ontucht hun werk doen bij beide geslachten op icderen leef tijd, maar toch dringt de godsdienst door tot in de harten der menschen en hervormt hen tot goede Christe nen. Waarlijk, als ik ooit getwij feld had aan Gods genade, mijn twij fel ware hier verdwenen. C. SCHOEMAKER, Maart 1908. Kamuli, Oesaga. tot dijkgraaf van den Zuidpolder i het plicht van onze Roomsche Courant bij Edam, W. Tuyn Jz., te Edam. De Kath dieken yooraanl Van het Centraal Bureau der K. S. Actie te Leiden schrijft men ons In het Tijdschrift „Gemeentebe langen" wordt een overzicht gege ven van onze a.s. dociale Week, welke zooals men weet geheel zal ge wijd zijn aan „De Gemeente en om deze Roomsche vereemging nog eens warm aan te* bevelen aan aile Roomsche mannen en uouwen in en buiten Haarlem. De bestaande vereeniging heeft daar mede hare werkzaamheden belangrijk j uitgebreid, en op sommige punten 1 beter georganiseerd. Zij begon nu bijna drie jaren ge- j leden met het openen van een lokaal, waar dienstboden, buiten Haarlem afkomstig, haar vrije avonden in gepaste ontspanning konden door brengen. Zoo werden dus die meisjes •de Sociale Questie." Na het geheele program te hebben j gevrijwaard voor de gevaren van de meegedeeld voegt de Redactie er deze j straat. Al heel spoedig werd behoefte verzuchting aan toe: Men ziet dat ongeveer alle denk bare onderwerpen vertegenwoordigd, zijn. Wanneer houden andere part ij en eens dergel ij ke b ij - eenkometen?" Zoo zien wij ook nu weer, hoe on ze Katholieke Sociale Week bij niet- Katholieken waardeeriug vindt. Laten wij hopen, dat nu ook alie Katholieke Gemeenteraadsleden in ons land deze Sociale Week zullen bezoe ken Zij zal voor iedereen interessant zijn, maar toch in 't bijzonder voor hen. Laten zij nu alvast het voornemen maken van 6—13 September naar Rotterdam te gaan BINNENLAND. Bij Kon. Besl. van 14 dezer zijn benoemd in de provincie Noord-Holland tot heemraad van het waterschap de Schermeer, J. Slooten Ivz te Alkmaar tot dijkgraaf "van den polder de Zeevang*, K. Kaaskooper, te Oost huizen tot heemraad van den Amia Pau- lownapolder, A. Metzelaar, te Anna Paulowna tot heemraad van den polder Waard en Groet, R. Kaan Dz„ te Sloten tot heemraad van liet waterschap de Beemster, Y. Otjes. te Beemster; tot hoofdingeland-plaatsvervanger van Westfriesland vanwege het am bacht de Vier Noorder Koggen, G. Stapel Gz„ te Sijbecarspel tot heemraad van den polder Waard Nieuwland, N. Hellingman, te Wier in gen Zietdaar een onderwerp de aandacht waardig van een ieder, zelfs van degenen, die nooit met eenigen socialen arbeid in aanraking komen. Van alle sociale actie is ten slotte het einddoel verkeerde toestanden, waar dat kan te verbeteren, wanverhoudingen op te heffen, meer en beter nog, waar gevaar voor dergelijke toestanden dreigt, het kwaad tracïiten te voorkomen. Voor ons Katholieken vertoont zich dat einddoel in verhevener licht, omdat wij geleerd hebben bij alle behartiging van stoffelijke belangen, allereerst ook rekening te houden met de belaDgen van onze onsterfelijke zielen. Nu kan die sociale actie zich bewegen op velerlei gebied: middenstand, werk lieden-organisaties, drankbestrijding, vakopleiding, en nog veel meer. Goed geleid en van een godsdienstigen geest doordrongen zal zij zeker overal nuttig werk doen. Zij zal op een bepaald gebied meer noodig zijn, dan op een ander terrein, daarover kunneu de meeniDgen verschillen, maar nood zakelijk is zij zeker tegenwoordig in de wereld van de vrouw. In de laatste algemeene vergadering van de Katti. Sociale Actie heeft Mgr. Konings in een gloedvolle rede dat onderwerp aangeroerdbij heeft doen zien, hoe noodig het is, dat de aan dacht geschonken wordt aan het op gevoeld aan eene gelegenheid voor j nachtverblijf. Die gelegenheid werd ingericht. Van zelf werden de dames der St. Martha-vereeniging door hunne beschermelingén in moeilijkheden aangezocht om raad en hulp. Betrek- kingen werden hun bezorgddames, die bij de vereeniging aanklopten, werden van dienstboden voorzien ("n j gelukkig tot nu toe altijd tot weder- zijdsche tevredenheid;; pogingen wer den aangewend om alle meisjes, die zich te Haarlem vestigen te bereiken, jammer genoeg echter niet altijd met succes. Naast de St. Martha-Verceniging nu, bestond hier een correspondentschap van de Amsterdamsche Vereeniging tot bescherming van meisjes, werk zaam in dezelfde richting. Beide zijn nu vereenigd tot één vereeniging: onderafdeeling van de Centrale Ver eeniging voor ons bisdom, en met vereende krachten zal nu het hooge doel worden nagestreefd wat de be scherming van nleisjes beoogt: zij zullen beschermd worden tegen ge varen, die hun geloof en zeden be dreigen, en waar de behoefte zich openbaart en de middelen niet te kort schieten, zullen zij geholpen worden ook in hun stoffelijke belangen. Om dat alles te bereiken blijft na tuurlijk allereerst het beslaande „Te Huis" aan het Donkere Spaarne 22 in stand. Daar kunnen de meisjes die lid der vereeniging zijn hun avonden doorbrengen. Voor winkeljufvrouwen en dergelijke blijft daar ook eene af zonderlijke gelegenheid geopend. Daar is gelegenheid voor logies. Een bemiddelingsbureau zal worden ingericht om in de gelegenheid te zijn meisjes te houden buiten ver keerde omgeving. Daar zullen meisjes zich kunnen vervoegen, die een of andere betrekking zoeken, daar wor den dan ook verwacht alle Roomsche Haarlemmers, die vrouwelijk perso neel verlaDgen. Dat bemiddelingsbu reau zal worden waargenomen door Mevr. Th. Diepenbrock, die daarvoor zitting zal houden in het „Te Huis" Donkere Spaarne 2*2, te beginnen op 28 April eiken Dinsdag van 12 tot 2 uur. Een groote moeilijkheid blijft echter nog: Worden door eene dergelijke verricht, zal gemakkelijk begrijpen dat menig uur van arbeid hier verricht, elders in heel wat aangenamer bezig heden kon worden doorgebracht. Het heerlijk en verheven doel echter nuttig te idjn voor den medtmensch uit liefde tot God: minder bedeelde zusters voor te lichten en te helpen, voor den gapenden afgrond te behoe den, hun geloof en zedelijkheid helpen bewaren en beschermen, mhsciien, als de middelen toereikend worden, gevallenen weer op te beuren, en zoo mogelijk in eere te herstellen, dat zal hun voor deze wereld belooning ge noeg zijn. Zij verwachten dan ook niet dat hun arbeid door een ieder ten volle zal worden gewaardeerd, dat zal alleen mogelijk zijn aan degenen die hun werk van nabij in bijzonderheden kunneu volgen. Maar gerustelij k mogen zij vertrouwen, dat hun werk met zelfverloochening ondernomen en vol bracht op de juiste waarde zal worden geschat door Hem, om Wien het wordt verricht, en Die zelfs een glas water aan den arme geschonken niet onbe loond zal laten. Wij doen echter een beroep op alle Katholieken van Haarlem en omstre ken om de vereeniging met de daad te steunen. Wij noemen daarbij opzette lijk de omstreken, omdat juist de meeste beschermelingen door de omstreken g-leverd worden. Steun vragen wij voor de vereeniging vooral onder financiëel opzicht, want de uit breiding der werkzaamheden dreigt de geldmiddelen onherstelbaar in de war te sturen. Steunt de vereeniging liefst door jaarlijks een bijdrage te offeren, geeft een kleinigheid in de busjes, die de kleine zeiatrices u voor houden, Wilt gij in den Paaechtijd een aalmoes afzonderen, het is aan de Vereeniging goed besteed. Gelden en alle goede gaven worden altijd dank baar aanvaard door het bestuur, dat bestaat uit de dameB Mej. C. Loomeijer Zijlweg 62 presidente, Mej. C Lana Kampersiogel 64rood Secretaresse, en Mevr. C. Niesten-Althof Spaarne 90 le penningmeesteresse. komend vrouwelijk geslacht, en voor- vereenigiDg alle meisjes wel bereikt, namelijk aan die meisjes, die door omstandigheden, welke dan ook alleen komen te staan in onze samenleving; duidelijk aangetoond, dat hulp hier door den man dikwijls niet kan ge- biaeht worden, en dus de vrouwen verplicht zijn elkander te helpen, en met een warm woord de vrouw in het algemeen opgeroepen tot allerlei soort van socialen arbeid. Daarbij kwam natuurlijk, zooals onze Courant ook berichtte, ter sprake wat op het gebied van meisjesbescherming in uDze stad Haarlem werd verricht. Hij gewaagde met den hoogsten lof over het „Te Huis" der St Marthavereeni- ging.eti noemde het bestaan daarvan een zegen voor onze stad. En zelfs kon de Hoog.Eerw Spreker toen ruchtbaarheid geven aan plannen, die nog wel niet definitief vast stonden, maar toch zeker zouden worden uit gevoerd. voor wie eigenlijk behoort gezorgd te worden Jaarlij ks komen ongeveer 200 Katholieke meisjes zi'.h te Haar lem vestigen; zij worden natuurlijk door niemand opgemerkt, en velen zijn misschien reeds naar ziel en li chaam verloren, voor dat iemand er iets van vermoedt. Een „afdeeling stadsbezoek" is nu gevormd, die ge regeld zal nagaan waar de R. K. meisjes verblijven, die zich te Haar lem vestigen, die zooveel doenlijk zal nagaan, of zij zich bevinden in be trekkingen passend voor Katholieken, en zoo noodig hun familie zal waar schuwen die inlichtingen zal geven, waar dat mogelijk is, aan allen die recht hebben zulks te verlangen. Aan het hoofd van deze afdeeling staat Mevr. M. Kraetzer-Coelen Kenau park 26. Aldus ingericht hoopt de vereeni ging meer nog dan tot nu toe nuttig Nu die plannen werkelijkheid zijn werk te verrichten. Wij wenschen den geworden, en de bestaande St. Martha- vereeniging zich gevormd heeft tot eene, „Afdeeling van do R. K. Centrale Vereeniging tot be scherming van meisj es," waar van de hoofdzetel voor ons bisdom gevestigd is te Amsterdam, achten wij dames werkende lederi Gods onmis- baren zegen van harte toe. Zij schrik ken er blijkbaar niet voor terug in dienst voor de goede zaak bet offer te brengen van haar eigen persoon, want ieder, die zich een oogenblik indenkt in de werkzaamheden hier In de maand Juni zal door 108 ca detten der K. M. A. aan het officiers- examen worden deelgenomen en wel voor hier te lande: infanterie 23, ca valerie 2, artillerie 25, genie 3, totaal 53, en voor den dienst in Nederlandsch- Indië: infanterie 35, cavalerie 4, artil lerie 9, genie 7, totaal 55. De nieuw benoemde militie 2e lui tenants bij het wapen der infanterie zullen, instede van den lben dezer, den 25 April a.s. beëedigd en in func tie gesteld worden. Bij Kon. Besl. van 16 dezer is be noemd tot chef van den genera len staf, de generaal-majoor F. N. Thi- ange. thans sous-chef van dien staf. Bij Kon. Besl. van 16 dezer: 1. onder toekenning van pensioen een eervol ontslag uit den militai ren dienst verleend: A. ter zake van langdurigen dienst a. met ingang van 28 dezer, op hunne aanvrage: aan den luit.-generaal van ,den grooten staf G. A. de Bruyn, com mandant der Nieuwe Hollandsche W aterlinie tevens hevelhebber in de Ilde militaire afdeeling; aan de generaal-majoors A. D. Petter. commandant der 4de divi sie. en H. F. A. Giesbers, inspec teur van den geneeskundigen dienst der landmacht; b met ingang van 28 dezer, aan den generaal-majoor G. J. W. Koo lemans Beynen, commandant der 2e divisie c. met ingang van 1 Mei, op hunne aanvrage aan den kolonel van den plaatse- lijken staf A. G. van Tricht, plaat selijke commandant te Amsterdam aan den kolonel op non-activiteit, ter zake van tijdelijke ongesteldheid. K. J. van Ravenswaay, van het wa pen der artillerie; B. ter zake van lichaamsgebre ken: borg zijn angst zoo goed als hij kon. Bernice in Chetwynd-Parkmom pelde hij. „Zij zal haren eed houden en zich-zelf niet aan haren man ken baar makendoch waarom is zij hier gekomen?" - XXIII. HET SPOOK. De groote, prachtige zaal in Chet wynd met de weelderig© meubelen schitterde in een zee van licht en scheen den lord aanlokkelijker dan ooit. De glazen deuren, welke naar den wintertuin voerden, stonden open en de bloemen zonden hunne zoete geuren in 't vertrek. In 't heele huis brandde gas, slechts de serre was met kaarsen verlicht, die in hunne zilveren kandelaars ©en zacht licht verspreidden. Hierheen had Gilbert Monk zich teruggetrok ken, toen hij de ontsnapping van Bernice vernomen had en hij over legde, .wat hem te doen stond. Van de plaats, waar hij zat, kon hij in de zaal zien en 't zacht ge mompel der stemmen hooren. Terwijl hij in den grooten winter tuin zat en over zijne toekomst dacht, had Sylvia plaats genomen voor het vuur. „Hoe schoon is 't toch aan den ei gen haard!" sprak de markies. „Het schijnt me, alsof Bernice bij mij was, Sylvia. Zoo een aeldzaam gevoel van hare nabijheid heb ik nog nooit ondervonden sedert ik liaax verloor. Het is me juist, alsof ze in deze vertrekken was alsof ze mij elk oogenblik verschijnen kon alsof ik Tare, stem hoorde, die mij roept." „Dat is zeer natuurlijk," zei Syl- via op haar vleieiiden toon. „Alles herinnert u aan haarge zijt 't huis zonder haar nog niet gewend." „Zal ik mij ooit aan 't huis zon der Bernice gewennen vroeg Chet- wynd hartstochtelijk. „Uwe smart zal mettertijd afslij ten," zei Sylvia; „zij verliest dan hare bitterheid en wordt eene tee- dere herinnering. Indien dit niet was, zou 't leed in de wereld ondra gelijk zijn, de mensehen zouden geen lust meer heblxm om te werken." „Ach ja," hernam de lord som ber. „arbeid is noodzakelijk. Ik ben naar huis gekomen om te werken, wellicht vind ik vrede hij den ar beid: in elk geval is 't beter te ar beiden, dan zich over te geven aan smart en luiheid. Voor de arme lie den in 't dorp zal ik betere huizen doen bouwen en tot aandenken van mijne vrouw een school stichten voor meisjes." „Ik juich uw voornemen toe," zei Sylvia. „Hoe gaarne zou Bernice zulk eene school onder hare leiding genomen hebben. Kon ik haar maar opvolgen en tot geluk der menschen werken." Deze huiehelaehtige woorden ble ven niet zonder invloed op 't hart van Chetwynd. „Wij willen samen werken," sprak hij vriendelijk. „Sylvia zag hem met met. fonkelende oogen aan. „Ik wilde, dat 't kon, Max," zucht te ze, „maar 't gaat niet. Ik heb Chetwynd-Park lief met al zijne be woners. Dat is 't eenige dak, dat ik op de wereld heb, doch ik moet 't verlaten. Ik ga weldra heen de volgende week reeds en ik zal er nooit terugkeeren." „Waarom wilt gij het Park ver laten, Sylvia?" „Chetwynd-Park kan en mag mij ne woning niet langer blijven. Toen gij op reis' waart, ben ik hier geble ven voor uwe belangen, doch nu heeft men mij niet meer noodig, Maxik ga eene betrekking als gou vernante zoeken." „Onmogelijk! Gij eene gouvernan te, Sylvia!" „Schijnt u dat zoo vreemd. Wan neer ik hier vertrek, Max, moet ik zelf mijn brood verdienen." Chetwynd was verbaasd. „Maar waarom wilt ge dan weg?" vroeg hij. „Behandelen u mijne be dienden niet met achting? Erkent men niet uw gezag? Waarom kunt ge dan niet even goed hier blijven, als 't vorige jaar?" Sylvia boog 't hoofd. „Ik durf niet hier blijv«n, Max, zeide zij fluisterend, „mijn hoogste goed staat op 't spel, mi}* ga«4* I naam komt in den mond der men schen men fluistert en spreekt over mijne aanweezigheid in uw huis." „Wie waagt dat te doen vroeg Max fier. „Men vertelt," hernam Sylvia, het hoofd nog dieper buigend, „dat ik eens met u verloofd was en dat gij mij verlaten hebt: men gelooft, dat ik u nog altijd bemin en hier blijf met de hoop uw hart te veroveren Ze bedekte haar gelaat met de handen en weende van aandoening* en smart. Lord Chetwynd sprong op en wandéide heen en weer, zijn ridderlijk hart was (getroffen, zijne wangen gloeiden van medelijden voor Sylvia. „Die lasteraars zullen u of mij van hier. verdrijven met hun val- sche tongen," rie phij;„ware ik maar niet teruggekomen „Ik wil niet de oorzaak uwer ver banning zijn," sprak Sylvia beschei den. „Niet de eigenaar maar de in dringer moet plaats maken. Indien gij vertrekt, Max, ga ik ook weg." Lord Chetwynd stapte nog met meer ongeduld door de kamer. „Er bestaat slechts een geval in 't welk ge blijven kunt (Wordt ver void HAARLEttSCHE COURANT ™£?F llQOfW ISlïI ^•UÖV/AIt;11 u<1,t rr+Ot i kwamen en begonnen waren öo«; y J itt- m t - b i i LI J i tw i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 5