DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Het spook voo Chetwynd-Park.
Openbaar Onderwijs
en het Schoterkwartier,
Kinderhuisvest 31-33, Haarlem
VRIJDAG 24 APRIL 1908.
33ste Jaargang No. 6870.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Haarlem f 1.85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
1.8L
0.05
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nummers
Bureaux van Redactie en Administratie:
interc. Telefoonnummer 1426.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regelsf0.60 (contant)f 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie k contant.
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
GULDEN bij
verlij» van
éen Anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
- "U3
Wij moeten den heer Hooij dank
baar zijn dat hij door zijn vragen,
den heer Burgemeester van Scho
en, dat deze door zijn antwoord
Sisterenavond in den Schotenschen
Raad, licht hebben geworpen op
nog duistere en vreemde kwestie,
.die door de „N i e u w e Haarlem-
e h e" onlangs uitvoerig is bespro-
de kwestie van het openbaar
°hderwijs in het Schoterkwartier.
Het raadsverslag, dat elders in
dit_blad is opgenomen, geeft nu
velledig den stand van zaken aan,
wij verwijzen daarnaar.
Erbljjkt uit, dat de overeen-
aoinst'_tusschen Haarlem en Schoten
'oopt, "tot 1 Mei 1909, maar dat
Eaarlem gebruikt maakt van een
clausule, die de opneming van
^cliotensche kinderen in „hulplo-
^alen en gehuurde lokalen" van
^^overeenkomst uitsluit.
Gevolg daarvan is, dat nu onge
veer^ 280 kinderen uit Schoten van
de Haarlemsche scholen zullen
v 6 r wjij d_erd wordenl
En dat ruim een derde der nieuw-
aangegeven kinderen niet zal ge-
Platst worden.
Terecht noemde de burgemeester
Van Schoten dat een draconischen
Maatregel.
Zekey:: naar de letter der overeen
komst heeft de gemeente Haarlem
daartoe alle recht. Dat moet erkend.
Men mag alléén vragenis
bet wel 't juiste tijdstip voor
ïldk een maatregel, nu Schoten
z®lf een school wil bouwen, maar
die nog niet heeft kunnen voltooi-
en?..
Dat juist blijven wij betwisten 1
Terwijl' men hier te Haarlem wél
vveet, dat Schoten alles doet, om
^keu 1 Mei 1909 althans zéker zijn
°Penbaar onderwijs in orde te heb-
'Vü, wordt door de toepassing der
bedoelde clausule deze gemeente
°Peens voor een fait accompli
8«plaatst, en op groote kosten ge
jaagd.
Wij vinden dat onnoodige en on-
^eWenscbte plagerij, die dan naar
d® letter der wet mag geoorloofd
doch die toch uit billijkheids-
^°gpunt beschouwd, niet door den
beugel kan.
Over dit geval kan men theore
tisch heel wat filosofeeren
Men kan het, met ons, betreuren,
dat de grensregeling der gemeenten
Haarlem en Schoten zóó is, als die
nu is vastgesteld.
Het stelsel der „agglomeration",
zooals j,_b. v. België en Engeland
dat bij jjgroote gemeentenkennen, is
ten onzent helaas onbekend.
Meer nogbij ons is men erop
uit, de groote steden in grootte te
laten toenemen, welke toename en
omvang evenwel meestal in omge
keerde reden staat, tot de toeneming
in financiëele draagkracht.
Dat Haarlem aan een annexatie
van het z. g. Schoterkwartier is
ontsnapt, mag een geluk zijn voor
de belastingbetalers (een der zake
deskundig Haarlemmer vertelde
ons, dat die mislukking der annex
atie een verhooging van 2% op
ons toch reeds hoog belastingbiljet
tegenhoudt tóch mag niet worden
ontkend dat op dea duur een annex
atie van het „Schoterkwartier"
niet is tegen te houden.
Maar intusschen zitten we hier
met de overbevolkte scholen (waar
toe de buitengemeenten zooveel
bijdragen), met de hooge onkosten
enmet ongemak voor onze
eigen leerlingen, die ter openbare
school willen gaan.
Normaal zou het wezen, als het
heele Schoterkwartier tot Haarlem
behoorde.
Maar... deze beschouwingen hebben
al te veel een theoretisch karakter,
en wijzer worden we er niet mee.
Practiach is de zaak deze, dat
vele kinderen in het Schoterkwar
tier binnenkort zonder onderwijs
zullen rondloopen.
En van dit standpunt moet nu de
toestand worden bekeken. Nujzijn er
twee mogelijkheden of dat Schoten
allerlei -nood-maatregelen "neemt, of
dat Haarlem nog tot aan het ge
reedkomen der aanbestede ^school
van Schoten, de kinderen uit het
Schotensche op zijn openbare scho
len toe'aat.
Wij pleiten voor het laatste.
Haarlem moet water in zijn wijn
doen, zoo meenen we na de klare
uiteenzetting van den stand van
zaken, door den burgemeester van
Schoten gedaan, met alle recht en
reden te mogen zeggen I
Reeds een weigeriDg van nieuwe
leerlingen is hard, maar het ver
wijderen van de nu aanwezige
leerlingen van de scholen, .is een-
voudig^iets ongehoords.
En nu jzou er slechts één argu
ment zijn aan te voeren voor dit
draconisch besluitwanneer Haar
lemsche kinderen niet meer konden
worden aangenomen in de bestaan
de lokalen.
We zeggen niet dat we dan al
ons erbij zouden neerleggen, maar
dat is althans een argument dat
spreekt.
Dochdit is het geval niet.
Haarlem wil zijn hulplokalen en
liuurlokalen sluiten, wil 'n beetje
geld besparen; en gebruik makend
van een door Schoten onopgemerk
te clausule, kan het dat doen zon
der de overeenkomst, die tot 1 Mei
1909 toch eigenlijk de zaak op den
ouden voet hield, te verbreken.
Alleen om deze betrekkelijk klei
ne besparing, aan Schoten zulk een
last, aan de ouders zulk een onaan
genaamheid, en dat alles op zoo
korten termijn, nu op to leggen,
dat achten we een onbillijkheid, die
Haarlem tegenover de aanliggende
gemeente niet mag bedrijven.
Wij dringen er op aan, dat a s.
Woensdag in de Raadsvergadering
van den Haarlemschen gemeente
raad iulichtingen gevraagd zullen
worden! De wethouder van onder
wijs mag het zoo niet laten, en de
Haarlemsche Raadsleden die het
met deze draconische maatregelen
niet eens zijn we hopen dit het
er velen zijn! mogen het hunne
doen. om de billijkheid en loyauteit
te doen toepassen, waarop Schoten
in deze omstandigheden toch recht
heeft.
BUITENLAND.
DUITSCHLAND.
Een vunzige affaire.
We hebben indertijd weinig ver
meld van de sin rige zaakjes, die
de Duitsche hooge militaire en poli
tieke wereld hebben^! bezwangerd,
en van de personeele misdrijven
die volgens zeggen van den publi
cist Harden door zoo velen in die
kringen worden bedreven. Dat is
geen lectuur voor fatsoenlijke men-
schen.
Op echter op de hoogte te blijven
van belangrijke feiteD, meldden we
de veroordeeling en later de reha
bilitatie van graaf von Moltke en
werd ook de persoon van vorst van
Eulenburg, die een der meest in
vloedrijke raadgevers des keizers is
geweest, even besproken. Deze van
Eulenburg werd in het tweede pro-
ces-Moltke op zijn onder eede be
vestigde verklaringen, van alle
schuld vrijgewasschen. Maar nü is
geblekeD, dat de vorst waarschijn
lijk (het gerecht zal het moeten
uitmaken) meineed pleegde en dat
hij wél aan onnoembare misdrijven
schuldig is. Om den persoon van
dezen ongelukkige, die eens zoo hoog
stond naast den troon, wekt het
geval natuurlijk veel bespreking.
PORTUGAL.
Weer een complot?
Men meldt uit Lissabon dat er
alweer een complot is ontdekt om
koning Manuel bij gelegenheid van
de Parlementsopeni ig te vermoor
den.
Zooals men weet zijn er tegen
dien Mijd reusachtig veel militaire
troepen te Lissabon bijeengeroepen,
maar de revolutionairen geven het
niet op.
't Is toch eigenlijk een droevige
toestand, die geen haar beter is dan
voor den moord en Franco's val!
Waar moet dat heen
AMERIKA.
Roosevelt's einde.
Niet van den man-zelf gelukkig,
maar van zijn populariteit en ia-
vloed schijnt 't einde daar te wezen!
Dat blijkt) overal uit, vooral uit
de aanneming der vlootwet, die
niet vier'?'maar slechts twee slag
schepen per jaar toestaat!
President Roosevelt heeft aan de
leiders der politieke partijen in het
Congres meegedeeld, dat bij zijn
veto tegen deze vlootwet zal uit
brengen.
Dat wil zeggen, dat hij de wet
niet bekrachtigen wil!
Werkelijk een ongehoord optreden
in de Ver. Staten! Die bedreiging
met het uitspreken van zijn veto
zal Roosevelt niet weinig nadeel
toebrengen, wat zijn prestige betreft
bij politieke medestanders en tegen
standers in den lande.
En men zal er danig gebruik van
maken
't Schijnt nog zoo kwaad niet!
De Amerikaansche Staten, die
drankverbod hebben ingevoerd, ko
men ons treffende dingen verhalen.
In Kansas, waar drankverbod is,
zijn 105 counties districten en
slechts 21 daarvan treft men arm-1
lastigen aan. Men vindt er niet
meer dan 25 armhuizen. In 35 di
stricten staan de gevangenissen ge
heel leeg en 37 hebben geen straf
zaken op hun lijst staan.
Ook de staat Georgië heeft drank
verbod. De hoofdstad, Atlanta, telt
160,000 inwoners, en wat heeft zich
daar voorgedaan In 1907 had
men de eerste 4 dagen van*het
jaar gemiddeld 63 rechtszaken per
dag en daarbij 32 wegens dron
kenschap. 1 Jan. 1908 was 'tHrank-
verbod ingevoerd en men telde de
eerste 4 dagen gemiddeld slechts
17 rechtszaken, en niet één wegens
dronkenschap.
Werkelijk, het schijnt nog zoo
kwaad niet, den alcohol te verban
nen
CHINA.
Tegen Japan.
Het schijnt dat de door ons ver
melde boycott beweging tegen de
Japanners groote afmetingen gaat
aannemen.
Persoonlijke veeten en geschillen
zijn vergeten; en bij de bestrijding
van den handel der Japanners be
trachten de Cliineezen in de zuide
lijke havenplaatsen de grootste een
stemmigheid.
Ce telegramme uit Kanton lee-
ren, dat in die havenplaats de boy-
cott-beweging volkomen is.
Velen in China gelooven, dat op
den duur een ernstig conflict met
Japan onvermijdelijk zal zijn; daar
door alleen zal de onafhankelijk
heid van China blijvend kunnen
worden gered. En de Chineezen
zullen trachten ditmaal als het
ertoe mocht komen gereed te
zijn
Uit Hongkong wordt bericht, dat
overal in Zuid-China üe bevolking
zich wapent.
Er wordt een levendige smokkel
handel in wapenen gedrevenen
groote hoeveelheden geweren en
ammunitie komen China binnen,
terwijl op tal van plaatsen vrijwil
ligers zich oefenen in den wapen
handel.
De Chineesche regeering is van
een en ander zeer wel op de hoog
te; zij doet echter niets om deze
volksuiting tegen te gaan.
Waar gaat dat heen?
Nieuwtjes in drie regels.
Het conflict tusichen Turkije en
Italië ii bijgelegd. Italië krijgt zijn zin
en de oorlogschapen blijven thuis.
Generaal Linewitsj die een poosj e
opperbevelhebber der Russen in Mant-
sjoeiije was, is overleden.
De Oostzee-overeenkomst (hand
having van den status quo) is door de
betrokken mogendheden geteekend.
BINNENLAND.
Koninklijk bezoek aan
Amsterdam.
DONDERDAG.
(Derde dag.)
DE VERGADERING OVER 'T
TENTOONSTELLINGSWEZEN.
Zooals wij reeds gisterenn mee
deelden, waren in de roode zaal v-an
't Paleis een 70-tal afgevaardigden
van landbouwvereenigingen saamge-
komen. met den Minister v. Land
bouw. den heer A. S. Talma, den
directeur-generaal van landbouw,
den heer A. J. Lovink, den inspec
teur van den landbouw, den heer
F. B. Löhnis, welke als secretaris
fungeerde, en den referendaris van
het departement van landbouw, mr.
Salverda de Grave.
Z. R. H. opende de Vergadering
met een uitvoerige rede, waarin hij
de motieven uiteenzette, die Hem
tot de bijeenroeping van deze sa
menkomst leidden, en ter inleiding
van de vraag, of het niet wensehe-
lijk ware een algemeene landbouw
organisatie tot stand te brengen,
speciaal op tentoonstellingsgebied
werkende.
Namens alle vertegenwoordigende
vereenigingen zegde de heer jhr.
mr. G. L. M. H. Ruys de Beeren-
brouck, onder betuiging van groo
te ingenomenheid met dit plan, hare
medewerking toe.
Op voorstel van het Eerste-Ka-
merlid, den heer J. Breebaart Kz.,
werd met applaus besloten de, te con-
stitueeren vereeniging den naam te
geven van „Koninklijke Nederland-
sche Landbouwvereeniging
De aanwijzing van een voorloopig
comité, welks taak in de eerste
plaats zal zijn het ontwerpen der
statuten, liet de vergadering aan
haren hoogen Voorzitter over, en
deze benoemde vervolgens elf leden,
één uit elke provincie, in die com
missie, die als volgt werd samen
gesteld uit de heeren: voor Noord-
Holland J. Breebaart Kzn., Zuid-
Holland S. Kortewegc Zeeland K.
J. A. G. baron Collot d'Escury, N.
Brabant P. Verheijen, Limburg jhr.
mr. G. L. M. H. Ruys de Beeren-
brouck. Groningen J. P. .Wester-
dijk. Friesland dr. E. baron 4 an
Weideren Rengers Drente J. Blom.
Óverijsel W- F. v. Dedem, Utrecht
C. J. Kneppelhout van Sterkenburg,
Gelderland mr. J. G. ridder van
Rappard.
De heer Löhnis werd haar als se
cretaris toegevoegd.
De bijeenkomst, die van twee uur
tot bij drieën duurde, werd beëin
digd met een rede van den Minister
van Landbouw, den heer Talma, die
uit naam van alle aanwezigen en
van den geheelen Nederlandschen
landbouw den Prins hulde bracht
voor zijn initiatief en voor de groo
te belangstelling door Z. IC H. in
deze gewichtige bron van volkswel
vaart getoond.
Bal ten Hove.
Het was hedenavond al bijzonder
geanimeerd zoowel in- als om het
Paleis. En geen wonder. „Bal ten
Hove"In dichte drommen stonden
de kijkgragen te staren naar de af-
en aanrollende rijtuigen, waarbin
nen schitterende goudtenue's of kost
bare avondtoiletten te zien waxen.
FEUILLETON,
Boeiende. roman, uil Jiet: En'yelsch.
30).
Vóat de minuten traag voorbijslo-
L'UEindelijk meende hij 't geluid
an lichte voetstappen te vernemen
U' 't ruischen van kleederen. Hij
p'acht zijn oor aan 't sleutelgat en
j?orde den gil van Chetwynd,
4ie Wakker werd en „Berniceriep.
Liefst hadde Monk de deur inga-
va.pt. Hij Was overtuigd, dat nu
a'les verloren was; Bernice had ze-
haren eed gebroken en zich aan
pax kenbaar gemaakt. jW'at bleef
'em nog anders over dan te vluch
ten
Doch daar werd de deur der bad
kamer snel geopend en ©ene witte
kedaante gleed als een schaduw door
"c gang. Dat was Bernice! Monk
snelde haar op zijne vilten schoe-
ken onhoorbaar na.
Ze hadden juist een zijgang inge-
pigen, toen lord Cbetwynd uit de
badkamer kwam, doch de vluchte-
lrigen waren reeds verdwenen. Het
vermeende spook vloog de donkere
katig door, de trappen op en kwam
terecht in eene kamer onder 't dak
ln 't oudste gedeelte van 't gebouw.
Monk was er, bijna even gauw
als zij
De markiezin was in onmacht
neergezonken met de handen voor
't gezicht.
„Bernice!" riep hij zachtkens.
Met een kreet stond deze op en
zag Monk verbaasd aan.
„Gilbert!" riep ze. „Ik ik
meende, dat 't Max was!"
„Neen ik ben het. Ik vernam
van vrouw Crol, dat gij uit Mawre-
Castle ontsnapt en hierheen geko
men waart. Gisterenavond kwam ik
eerst hier aan."
„Met Max? O, wat is hij veran
derd, GilbertMijn arme manWat
ziet hij er treurig uit. nu zoekt Lij
mij. Luister, komt hij daar niet?"
„Neen. Bernice. Deze kamers zijn
in jaren niet gebruikt; hij zal u
niet vinden."
„Ik moet tot hem gaanriep
Berniee. „Nu dadelijk! Ontsla mij
van mijn eed. Ik moet naar mijn
man gaan."
„Luister, Bernice. ik moet u eerst
wat zeggen."
„Geen woord. Hij zoekt mij en
ziet mij aan voor een geest. Ontsla
mij van mijn eed. Gilbert, en laat
mij gaan. om 's Hemels wil!"
„Niet eerder, dan nadat gij ge
hoord hebt, wat ik u zeggen ga,"
sprak Monk op vasten toon. „Chet-
wyna houdt u voor een spook, zoo
als ge zegt; luister."
„Mug danBedenk, dat hij mij
dood waant hij verlangt naar
„Waarvan weet ge, dat hij naar
u verlangt?" vroeg Monk scherp.
Bernice scheen hem nauwelijks te
verstaan, zoodat Monlc zijne vraag
herhaalde.
„Waarvan ik dat weetOmdat
ik naar hem verlang. O, hoe bemin
ik hem! Gilbert, bevrijd mij van
mijn eed."
„Hoor mij aan, BerniceIk hield
u voor 'de moedigste en edelste vrouw
van de wereld, maar ge zijt zelf
zuchtig gelijk anderen. Zijt ge niet
in staat tot zelfopoffering?"
„Welke zelfopoffering dan?"
vroeg Bernice verwonderd.
„Kunt gij uzelf opofferen voor 't
geluk van uw man?"
„Gilbert, wat bedoelt ge vroeg
Bernice met levendige stem.
„Welke was uwe laatste hande
ling eer ge in den schijndood ver-
vielt?" wei Monk op strengen toon.
Bernice wilde antwoorden, doch
kon niet.
„Gii herinnert u? Uwe laatste
daad was Chetwynds en Sylvia's
handen in elkaar te leggen. Eu
welke waren uw laatste woorden?"
Geen antwoord: ze begreep waar
Monk heen wilde.
„Uw laatste woorden waren ©en
bede aan Chetwynd, Sylvia te trou
wen een jaar na uwen dood," ver
klaarde Gilbert koel, „is dit niet
zeo
Bernice staarde hem stom aan, een
felle smart lag in hare oogen.
„Gij spreekt mij niet tegen. Gij
schijnt te begrijpen, dat beiden ei
kander beminden. Was 't huwelijk
van Max met u geen onbezonnen
daad van zijnen kant
„O neen! Neen!" jammerde Ber
nice, „hij had mij lief, Gilbert, hij
beminde mij
„Denkt ge Luister dan. Chet
wynd en Sylvia werden op 't sterf
bed zijner moeder verloofd en be
minden elkaar hartstochtelijk. Doch
heiden waren fier een twist
scheidde hen. Chetwynd ging met
zijn jacht, tot aandenken zijner ver
loofde Sylvia geheeten, op reis naar
't Noorden. Hij kwam te St. Kilda.
Ge wfeet de rest. Uit ergernis over
Sylvia's gedrag huwde_ hij u.
„Neen, neen, hij beminde mij.
„Gelooft ge, dat lord Cbetwynd,
die aan een gezelschap uit hooge
kringen gewoon was, zich zoo da
delijk in een arme vondelinge ver
liefde? Ik spreek wel harde taal,
maar heb is ongelijk?"
Bernice bad 't hoofd op de borst
laten zinken en weende.
„Zij beminden elkander zeg ik u
- zoo loog Monk voort ze had
den voor elkaar 't leven gegeven.
Eerst toen Chetwynd met u terug
keerde. zag hij iw, wat hij gedaan
had Hij beminde. Sylvia en was met
u getrouwd. Maar hij is een edel
mensch en zou u dat nooit laten
blijken. Op zekeren avond zei hij
tot Sylvia, dat hij haar meer dan
ooit beminde en hij wenschte dood te
zijn."
Bernice hijde naar adem. Zij herin
nerde zich den avond, toen zij Sylvia
en Chetwynd gezien had. De over
tuiging, dat Monk haar de waarheid
gezegd had, drong zich bij haar op.
Monk bemerkte, welken indruk hij
op Berniee maakte.
„Door uw dood werden zij aan
elkander teruggegeven," ging hij
voort, „en na uwe begrafenis had
Chetwynd een onderhoud met Syl
via, waarin alles vereffend werd. De
lord vond 't goed, t jaar van rouw
in den vreemde door te brengen en
hij vertrok, want hij wilde zijn
vrouw niet aan praatjes blootstel
len. Heden keerde hij terug en werd
hun verloving hernieuwd, terwijl
Chetwynd Sylvia smeekte hun hu
welijk zooveel mogelijk te bespoe
digen. Nu is hij verheugd, en geluk
kig. doch wat een teleurstelling zou
't Voor hem zijn indien gij hem
verriedt. dat gij leeft
Monk scheen gansch aangegrepen
door deze gedachte en Bernice stond
daar als een steenen beeld.
Monk vervolgde schijnbaar treu-
„O. Bernice. 't is eene vreeselijke
geschiedenis. Wat te doen. Het is
akelig uit 't graf op te staan en te
zien, dat men overbodig is. Er
zijn vrouwen geweest," z»i de sluw»
Monk na eenig stilzwijgen, „die zoo
veel zelfverloochening bezaten, dat
ze in zulk een geval him bestaan ge
heim hielden."
„Maar ik ben zijne vrouw. We
hebben elkaar trouw gezworen, tot
dat de dood ons scheidt, Gilbert. Zijn
tweede huwelijk zou ongeldig we
zen. zoolang ik leef."
„Zoo is 't niet," loog Monk bru
taal. „de dood verbreekt eiken band
en gij zijt schijnbaar dood en begra
ven. Voor de wet zoudt ge opnieuw
met lord Chetwyna moeten verbon
den worden, eer ge zijn vrouw waart.
Voor de wet zijt ge dood en Chet
wynds tweede huwelijk volkomen
wettig."
Bernice, die groot gebracht was
op een afgelegen eiland, had geen
begrip van wetten; ze nam aan, dat
Monk gelijk had.
„Wat moet ik beginnen?" fluis
terde zij.
„Gij kunt uwe aanwezigheid hier
verraden en het levensgeluk van den
man. dien ge bemint verstoren, of
ge kunt naar Mawre-Cast.le terug-
keeren, totdat uw verder lot zal be
slist worden. Wilt. ge uw geluk op
offeren voor dat van uw Max, of
wilt ge tot eiken prijs uw verloren
rechten herwinnen Wilt ge dan
naar Mawre-Castle terugkeeren
vroeg Monk.
vervolgd
DDE HURLEMSGHE COURANT
1000
400 300 ss 150 100 60 "T
15
i?>
mij