DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. s. IJMUIDEN. spook van Cketwynd-Park. K' Kindei*h&iiswesft 29-31-33, Haanlem wuiden BUITENLAND. BINNENLAND. feuilleton. 11 Woensdag e mei iöob 33ste Jaargang Mo» 6830. Bureaux van Redactie en Administratie: laaf ere. Telefoonnummer I42S. ïs dat zoo? Nieuwtjes in drie regels. i 0 6, 'dl« h ÏEUWE HMftLEMSCHE COURHT p ABONKEMENTSPEIJ8: f.er 8 maanden voor Haarlem Voo; 11.85 »oor de plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente) 1.35 ?°r de overige plaataen in Nederland franco per poat 1.8C 6öonderl(jke nummers 0.05 PBIJ8 DEK ADVEKTENTIËN: Van 18 regels0.60 (contant)f 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen S5 cent per advertentie 4 contant. 1000 Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van: 400-"" 300 ss 150100= 00 s: 15 GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. '•Het Huisgezin" vraagt in J?, Poleniiekjei met ,,D e (n) Tijd", toch dit laatste blad het ge- ar mag z(.en van wat het S(dIrit. „een demagogisch drijven van j^ïïdgen onder ons in zake kies- ktl het blad antwoordt zelf "Zou het wellicht hierin ge docht moeten worden, dat de "kiesrecht a git at ie'ons in ieder "Seval uitbreiding van kiesrecht ■•zal brengen en is zij daarom "Zoo uit den booze?" V dat werkelijk zoo P 9o de kiesrecht agitatie, die U)1' „Het Huisgezin" en ee- Ur/ andere bladen zoo ijverig wordt v^oerd, werkelijk in ieder ge- ^^uitbreiding van kiesrecht bren- Hier ontsnapt aan „Het Hu s- 1n' een bekentenis, waarmede l|jei. t - een slag vernietigd wordt de y°udige voorstelling, als zou die W kiesrechtagitatie niets anders V(,^kenen dan„dat men de kies- t^ö6ehigingen bevoegd acht om nu over het kiesrechtvraagstuk ajs .Heening uit te- spreken" zoo- s&t, vier regels hooger heel zoet- Hng heet. b ieder geval uitbreiding van Tpecht" jij'. aar waarom zegt men dat dan jh royaal, en waarom verdedigt dat niet openlijk iK,' .Hebben gisteren zèif een on- j 2°eg ingesteld naar de IJmui- H^-he kwestie. j, eter gesproken de crisis van 'Mt een criSis maakt deze vis- tó6erij- en vischhandelplaats door, tio fernstig, als haar tot dusverre s biet heeft getroffen. Ih wreckt heeft deze crisis niet alleen iaarlem en Omstreken, in Ken- id0, eHapd en heel de streek die :()0 r de „Nie u we Haarlemsche Ve?llra-nt" wordt bereikt, maar V( r kuiten, tot overal in ons i^'and, belangstelling gewekt. e konden gisteren zelfs nog in Sroot, deel onzer oplage vermel de 'aai de beer W. C. J. Passtoors, diJVerige afgevaardigde voor bet deu lct Beverwijk, reeds te IJmui- ijefcpla geweest en er met de reeders 't 5 „geconfereerd, l]^ met volle recht, dat de it) Uldensche crisis de gemoederen X^ging brengt! Want de wel- Vaa een aanzienlijke haven- djkde toekomst van een belang- <-drijf) het voortbestaan van een niet geringe bevolking is hiermede gemoeid En bet is waarlijk te hopen, dat de eminente afgevaardigde van Be verwijk, die reeds zooveel plaatse lijke en districtskwesties heeft be handeld en voorgestaan, succes zal hebben van zijn inmenging en op treden, en den Minister van Water staat zal kunnen brengen tot bet geven van eenige maanden uitstel althans, tot bet treffen van een ver gelijk. Daar toch moet het heen, zal niet IJmuiden als visschersplaats ganschelijk worden geruïneerd, zal niet etn nijvere bevolking tot een bedelstaf worden gebracht, zal niet de ontzaglijke som 't zijn reeds mil- lioenen die voor IJmuiden als vischhandelplaats door rijk en ge meente zijn uitgegeven, geheel nut teloos zijn verspild, daar er geen hands! dan aneer bestaan zou om ervan gebruik te maken Düt is onze conclusie van esn plaatselijk onderzoek, welke we nog even nader willen toelichten. De redenen, waarom het Prijk een einde maakte aan het vroegere systeem van vischafslag en - verkoop in IJmuiden, moeten worden ge billijkt. De uitbuiting der visscbers, de willekeur der vischhandelaren en al die andere plaatselijke redenen, die tot instelling van den Rijksaf- slag hebben geleid, zijn ruimschoots voldoende om de interventie van hoogerhand goed te keuren. Te betreuren is het evenwel, dat het Rijk, het eene misbruik ophef fend, andere mingewenschte toe standen schiep. Het voornaamste v i t i u m o r i- girtis van den Rijks-vischafslag ia wel, dat alles op veel te kostbaren voet is ingericht. De twee visch- hallen, die het Rijk aan de'kost bare haven heeft gebouwd in de jaren 18981904, hebben te samen een uitgave van ongeveer drie ton gouds geëischt, een som, waar voor twee prachtige en werkelijk voorbeeldige halleu zijn verrezen, maarwaarvan b.v. de kostbare kelderverdieping geheel ongebruikt blijft, en die vooral door hun groote luxe ook in onderhoud, bediening en personeel groote sommen vor deren. Daarenboven onderhoudt het Rijk in IJmuiden een reeks ambte naren, die te beginnen mat den directeur van den Rijks-afslag, den heerBottemannezijn aangesteld op salarissen welke een buitenstaander eerlijk gezegd zonderling-hoog moe ten toeschijnen. Hoe toch anders kan het genoemd worden, dat een eenvoudige boekhouder van dezen tak van Rijksdienst het tracte- ment en toelagen en tantiemes in begrepen brengt tot f78, per weekdat de ckef-öfslager bij elkaar een jaarwedde maakt van f3800; dat de inkomsten van den directeur geraamd worden op de helft van een ministerstraetement, en een duizend gulden per jsar méér danb.v. een lid van den Raad van State krijgt? We willen hier geen juiste cijfers noemen, noch dieper op de zaak ingaan, doch men zal begrijpen dat het Rijk, dat een goede 3 ton gouds uitgaf voor de visschersnaven, dat een 3 ton verspilde aan kostbare afslag-hallen, dat zulke hooge tractementen geeft aan een legertje ambtenaren, en dat alles alléén voor den, zij het dan ook belang rijken, uitvoerhandel van ééne plaats, wel spoedig tot een tekort moest komeu Zoo is het dan ook gegaan! Terwijl elk vakman in IJmuiden u zal vertellen, dat met een eigen of gemeentelijken afslsg, op heöchei- dtner voet, economischer, doch even goed ingericht als de be staande Rijksafslag, zelfs winst zou zijn te behalen, moet het Rijk om zijn reusachtige onkosten te dek ken, bij de bijdrage der vischhan- delen nog een kleine 60.000 gulden per jaar toeleggen. Het Rijk heeft aan den particu lieren afslag in IJmuiden definitief een einde gemaakt. De coöperatie ve atslag is vervangen door een Rijks-regeling: daarmee is één kwaad weggenomen, maar.... een ander kwaad geboren. Want men vergete niet, dat de vischhandel van IJmuiden in deze geheel Rijksregeling van hun zaken niets heeft in te brengen! Zóó zelfs,- dat toen groote visch handelaren indertijd de kelders en pakhuizen van de nieuwe hal wil len pachten voor hun gebruik, de directeur van den Rijksafslag de sleutels vo( r zich wenschte te be houdenmet het gevolg natuur lijk dat de vischhandelaars voor zulk een curateele bedankten, en hun eigen pakhuizen huurden, zoo dal de dure Rijks-kelders leeg staan In plaats van aan bestaande be hoeften, die er waren, tegemoet te komen, heeft het Rijk nieuwe be hoeften geschapen, maartotaal vergeten den belanghebbenden-zelf eenig zeggenschap te geven in de regeling van die zaken. Het met de handelaren getroffen contract, na het afstaan van de particuliere, coöperatieve vischhal gesloten, wordt mi door het Rijk opeens eenzijdig verbroken, terwijl en dit mag niet worden ver zwegen het Rijk een opnieuw- ontstaan van een coöperatieven afslag, wat toch de voor-de-hand liggende oplossing wezen zou, heeft onmogelijk gemaakt doordat alle beschikbare grond aan het Rijk is overgegaan, en dit zelfs het aan leggen en lossen aan de haven, die Rijks-eigendom is, kan verbieden. Reeders en visebkoopers zijn der halve nü om zoo te zeggen met gebonden handen overgeleverd aan het Rijk. L'es te meer moet het daarom betreurd, dat het Rijk de verdiensten der visehhandelaren in IJmuiden (waarom ook niet elders?) eigenmachtig op dei© wijze ver mindert. Het Rijk doet véél voor IJmuiden, het is daarom billijk dat de visebkoopers bijdragen, zoo zegt men in ambtenaarskringen. Dat lijkt wel op te gaan. Maar in werkelijkheid is het toch geen argument, omdat het Rijk véél (e duur en ie kostbaar exploi teert, te veel onkosten maakt, eu daarenboven nog vaak onpractische inrichtingen bouwt. De vischkoopers hebben dan ook geen bezwaar ertegen, dat ze iets méér bijdragen, maar wèl, dat ze nü moeten bijdragen, nu het Rijk door eigen schuld, door f e groote uitgaven en te groote bedrijfskosten, voor een tekort staat. En oi. hebben ze danrin gelijk! We hopen daarom, datdepogin- gingeu, vooral door den heer Pas- stoors aangewend om uitstel te ver krijgen van den maatregel tegen de vischkoopers en dan intusschen „tot een schikking te geraken zij het dan ook dat beide partijen iets moeten opofferen, zulten slagen In het belang van IJmuiden-zelf en van onze geheele streek is dat ten hoogste gewenseht ENGELAND. Aan de Afghaaasche grenzen. De „Times" noemt de moeilijk heden met de Afghanen aan de Britsch-Indische grenzen al een „niet-offieieele oorlog" dat is dus al ernstig genoeg! We hooren nu dat een groote strijdmacht vanAfghanen de Britsch- Indische grens overtrok en een aanval deed op Landi Kotal. Vol gens den „Times"-correspondent bevonden zich in de strijdmacht van den vijand Afghaansclie leger- reservisten. Alle berichten, dat de emir den Afghanen zou hebben verbonden aan vijandelijkheden deel te nemen, zijn beslist onjuist, heet het nu. Van regeeringszijde is in Afgha nistan niets gedaan en tal van hoo ger- en- lager-geplaatste ambtenaren hebben de mollahs bij hun voor bereiding van den inval in de Brit- sclie protectoraten gesteund. De Mohmands sehijnen, gelukkig voor Engelschen, voorloopig althans tot rust gekomen. De Zakku-Khels zijn eveneens rustig, ja uiet alleen rustig, zij zijn zelfs plotseling zoo vriendelijk, den Engelschen hun diensten aan te bieden. Maar de moeilijkheden die de Engelschen met deze stammen had den, beteekenen niets tegenover die, waarmee zij thans te kampen heb ben. Troepen versterkingen worden daarom ook in allerijl naar het noorden gezonden en wat vooral teekeuend is voor den ernst van den toestand, er wordt te Simla strenge censuur geoefend op de berichten van de grens. SPANJE. Populariteit des Konings. Een aardige bizonderheid wordt nog medegedeeld over de feestvie ring in Madrid, waarover we gis teren schreven. Ge Koning nam n.l. bij de para de zijn spruit, het jonge kroon- prinsje, op z'n arm, en ging er mee op een der vaandels toe, die het kind moest kussen. In z'n ge- neraals-uniform met het prinsje op z'n arm kreeg de Koning toen zoo'n geweldige ovatie en werd het volk zoo geestdriftig, dat het gejuich minuten-lang aanhield RUSLAND. Een vorstelijk huwelijk. Zooals we reeds met een kort woord berichtten, is het huwelijk tusschen grootvorstin Marie Paulow- na en prins Willem van Zweden met veel pracht en praal te Tsars- koje Selo voltrokken. De komst van liet jonge paar in de paleiekapel werd door een salvo van 21 kanonschoton aangekondigd. De koniüg van Zweden geleidde de keizerin-weduwe van Rusland, de Czaar de koningin van Griekenland en de groothertog van Hessen de Czaritsa. De bruid was getooid met een diadeem in den vorm van een kroon en droeg een prachtige, witsatijnen robe. De sleep werd door vier pages opgehouden. De dochtertjes van den Czaar, alle drie in 't rose gekleed, strooiden bloemen. De jeugdige Czareviisj woonde in de kapel de plechtigheid bij. Als getuigen bij de huwelijksplech tigheid fungeerden de groothertogin van Hessen, de kroonprins van Ru- menië met zijn gemalin, de prinsen Nicolaas, Andréasen Christoffel van Griekenland, benevens prins en prinses Karei van Zweden. CHINA. De boycot van Japan. De boycot neemt nog steeds toe, en de ontstemming tegen Japan vermeerdert in deze fde mate. Uit Tokio hooren we, dat de Japansche regeering tracht, de groote Chinee- sehe kooplui die ia Japan geves tigd zijn en die den uitvoer van Japan naar China grootendeels in handen hebben, te bewegen, bij hun landgenooten voor Japan tus- schenbeide te komen. Dat zou ook in hun eigen belang zijn. Maar die Chineezen zijn ten deele als [Japanners genaturaliseerd en hebben daardoor hun invloed in China verlorenen verder zijn die Cbiueesche kooplui echte patriotten. Zij lijden als tusschenpersoneu scha de, maar verheugen er zich over, dat de Japaoners in hun handel en nijverheid gestraft worden voor de vernedering, die het China heeft aangedaan Japan geeft groote schade die steeds toeneemt, be ontevredenheid op de regeering begint zich dan ook al af te teekenen! De beraadslagingen over de Congo in de Belgische Kamer brengen niets nieuws. Na de verkiezingen komt 't In Fez heeft nu weer de meerder heid der bevolking zich tegen Moelai Hafid uitgesproken. Opstand in de veeartsenijkundige academie te Weenen. Gevechten tus schen de studenten en de militairen. >05 sin 9iil Hofberichten. J -1 De Koningin ontving eergisteren en gisteren eenigender ministers itt con 'l0e^nde roman, uit het Engelsch. H'Hu '«'oord wil ik niet meer hoo- jio» l °nk," riep Chetwynd toornig H)t.l6P door den wintertuin en ik vtU^.kar® schreden en was zoo i haar, dat ik dit vatte." jW^.ynd 't stukje vau 't ,2len, dat in zijn handen ach- was. Ze, ZlJ °°k zijn moge, dit herken F goed," zei Chetwynd. aaj', Chetwynd," sprali k(„ ls dood en kan niet meer tot H gelaat was zoo rein en >ilj i6'» ^owijst niets, 't was wellicht >ll>. Laten wij zoeken, maar jHdaard, opdat de dienstboden f|Vf "irken- wat hier voorvalt. Gij park en ik lmis' is ^rikj^'^'kies was tevreden, stak 't na ar,i H kleed in z'jn zak en buiten in de duisternis 'Jk o®;f zich naar de dakkamers, ,a?eR vóór hem gedaan had, y f;;®611 slechte vrouw speelt hier iU 1 atwynd, wapt uwe echtge- „Hierboven zal ik haar vinden," dacht hij. „indien ik haar nog eens vind, zal ik haar goecl in 't oog hou den, dat ze mij niet meer ontsnapt." XXXV. GILBERT MONK WORDT ONGERUST. Gilbert Monk liep alle kamertjes af en liet geen hoekje ondoorzocht; maar alles te vergeefsch. Ten slotte meende hij, dat hij iets in de kamers zich hoorde bewegen. Hij trok zijn laarzen uit en ging op 't geluid afheel duidelijk hoorde hij eene zachte ademhaling. „Nu heb ik haar," dacht hij bij zichzelf „ze zal me niet meer ont glippen Er .schijnt geen andere uit weg van de kamer te bestaan dan deze, en zoo zacht als eene kat sloop .hij door die lage deur in 't vertrek." Maar op 'tzelfde oogenblik sprong van dep binnenkant der deur een gestalte op hem toe en een paar lange, magere handen vatten hem zoo hevig bij de keel,1 alsof ze hem worgen wilden. „Ha! Heb ik u eindelijk?" siste eene stem, waaraan hij de oude Ra gen herkende. „Dezen keer zult ge sterven." Het .oude wijf hing als een tij gerin aan hem, doch plotseling kwa men hare handen met zijnen baard in aanraking. Verschrikt liet ze los en Monk stiet haar van zich af. „Vervloekte heks, zijt gij hier!" schreeuwde hij. ,,Ik moest u van kant maken." „Zijt gij het, mijnheer Monk?" zei de oude, terwijl ze hem met fonke lende oogen aankeek. „Gij zoekt lady Chetwynd, piet O" waar r Het oude wijf bromde eenige on verstaanbare woorden in het Indisch. „Laat dat," sprak Monk gebie dend. „Indien ge nog iets tegen lady Chetwynd onderneemt, laat ik u uit 't slot verdrijven. Gij wildet ook de markiezin verdrinken; maar pas op, anders krijgt ge met mij te doen. Neem u in acht, ge kent Gil bert Monk niet. Laat 'de lady en mij met rust. Nu pak je weg, oude heidin Eensklaps schoot ze hem voorbij en verdween in een gang. „Ze zoekt verder," dacht Monk, „ik zal haar achtervolgen en de ka mer onderzoeken, .waar Bernice zich vroeger verborgen hield. Hij zocht, maar vond haar niet. "Vermoeid keerde hij naar zijne ka mer terug, en nauwelijks had hij zijn gelaat eene meer bedaarde uit drukking gegeven of er werd aan de deur geklopt; lord Chetwynd trad binnen. „Reeds tweemaal was ik in uwe kamer, Gilbert, doch ge waart er niet. Zijt ge nu eerst teruggeko men „Voor vijf minuten," hernam Monk, opstaande en den markies een stoel aanbiedende. „Overal heb ik u gezocht, maar ik kon niets ontdek ken." Chetwynd ging niet zitten, maar wandelde onrustig door 't vertrek. „Gilbert, mij dunkt, dat ik in ge heime netten verstrikt ben, want één zaak begrijp ik niet." Lord Chetwynd zag zijnen stief broeder doordringend aan. „Ik heb 't bewijs, dat de verschij ning eene levende vrouw is," ging hij na eene pauze voort. „Het is dezelfde verschijning, die ik in 't park zag, die in de deur Van den wintertuin stond op den avopd mij ner terugkomst." „Ja. 't schijnt zoo," fluisterde Monk aarzelend, „daar hij niet wist, waar de markies heen wilde „Hoe komt 't dan," vroeg de lord,; „dat ge haar niet zaagt voorbijloop pen; gij stond er toch vlak biji?;L' Monk schrok over de sehejepzin-. nigheid van Chetwynd. ïsLuO .b: „Dien avond heb ik haifcr/nifftjigc- tïfcab'' j zien, stamelde hij. ,.Zc ipnctlriielu tusschen de bloemenïv®rhapgen<4tarb-iJdtiïkj ben en niet clade 1 ijfcapthHtpIÖ zijn. Ik zweer u, dat .j^k -hjuuf heh. g „ij -,m ii ^sawJiiS a Monk optfmji, zicl^P schende blikken Van den markies door naar 't venster te gaan. „Sylvia moet haar gezien hebben," zei Chetwynd ernstig, „den eersten avond en ook héden; toch ontkent zij het." „Sylvia zag haar beide keeren," zei Monk openhartig, „doch ze vrees de om (uwentwil het te bekennen. Voor u. Chetwynd, verdroeg ze zwijgend dien schrik, want ze be-c greep dat uw verstand bedreigd was. Arm meisje!" 1 nööd: Chetwynd zweeg. 1 '-Fi. „Het geheim zal spoedig1' oifthulJ, wezen," begon de lord/1,/Vkflh ïk-'hëb 't bewijs ,dat de ys-rsichiiPipg Idem levende persoon is. n|3s zad) ook uwe hulp noodig bebb^ünGiIbèfh] Mof- g-en zal ik aaül dtflpnliriie tb IfOhden telegrafeerepioto pfcijida4felijk»e<ip hér kwaam agepitntc': stufePfDoU rgpJA-piij, het telegrami tp Easthémeahetorgcik niet waarjwapt buiten uïuküh' ik niemcLnd jMemteMiiwapHni d«aa ageheir .msö'Êpafo'lVpdp.aiA oi imelmbiii ïoi fShöti zal u met genoegen dien ei,; eo v^f&nd- •p:,kpprt. ,p[ver mH bp.r «chakkepj Qpijte Ui'-U'P JV 'tem fy,oet papr.. diOÉjï igaan en daar ©en wagen lijp. met |t#iji anai sb ai .bapanjp'g cjlSflïliS onk. „maien ik naar niet spoe dig yind. Óp de dakkamers is ze niet, aoa run ik geloof bepaald dat ze verdwenen is. Het telegram moet ik, verzen den, dat yerPaM'tb-te'Bpnedig'mm,- dekt worden* iThen jaren van mijn leven gaf ik er voor indien ik wist a waar; ze- gfdk-isehuiUhoudt*" .id.- r Mank ihndpnég eed plan bcïiaaaid, atirMiiAmneVit mnmt.'lAn üiJÓ O 819V kéftd. bi'Nk böfgé pgar 'df^hiii-nö^'dbzep' naehk moest 'ten uStvoerdsrengfen. Hij-'paas bahguóm 'fee-giftneat-eii goch was: it -:>b akilijk voor zijn .eigen -veilig- -• cmlii! 9} Taüsiqa n toovts ïo •het itelegram in zijn zak- -g'> -• nvjfc behben,;, begaf Monk'zich t H Elackfedia nog op de,, bepaalde plpats-'SPond. tè traohten en gaf de- afea/bevébhem naaf 4t dorp"<»d>ran- :gdn„ üahr aamgekamen -stapte Gii- börbuit heduijËle den koetsier naar x r^gpjjègementife^aan, daar de paar-.- I i djep; i tavoederen tab zich gereed te dipiudëDnaiinu'naar Eastbome te rijf dtótiv iom vdaar eep telegram t» ver- iendein. gen.ieed.- weg en Monkygipgi jii: ;w [O pret pak raider den arm lust sfilÉ m Hij richtte zijpe;:s«hfedisaiijs uog v«c(l lifèi a'réh - Igjhij de kerk verlieten'scBu#-dê '1J' JMï op" en afkeqfa^ifPBld was «8? j ^txaiaooX toov to IsO m: cl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1