DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Hst spook m Ehetwynö-Park.
ICinclee*hfc8iswesf 2S-3I«S39 Haarlem
.BUITENLAND.
BINNENLAND.
DINSÖAC (2 RSEI iööö.
33ste jaargang No. 6885.
Bureaux van Redactie en Administratie:
I rates*©» Telefoorastuiwmes* I42S»
Een goed besluit.
►P Nog wat.
Nieuwtjes in drie regels.
FEUILLETON,
HEME HURLEMSGHE COURANT
ABONNEMENT8PBIJ8:
Per 8 maanden voor Haarlem fl.85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,8(.
■Afeonderlijke nummers 0.05
PRIJ8 DEB ADVEBTENTIEN:
Van 16 regelsf 0.60 (contant)f 0.50
Élk» regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 85 cent per advertentie k contant.
1000
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
GULDEN bij II flfl ^HH GULDEN bij f* ffl GULDEN bij Él fl GULDEN bii G¥LDEN °'J
levenslange onge- J1 gi|g GULDEN bij J11 ver]ieg van HM verlies van I Bill
UU OVerlijdeD ullll hand of voet. ISili éen eog. I B1B B éen «luim.
schiktheid tot
werKen.
00
verlies van
éen
wijsvinger.
15
«¥LDEN bij
verlies vaa
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Zoo noemen we het votum van den
Zuid-Hollandschen Bond van R. K.
Kiesvereenigingen, Zondag j.l. ge
nomen, in zake. het voorstel van
onzen collega Oostdam, die de ver
gaderingen van deze zoo bij uitstek
Boomsche vereeniging wilde open
stellen voor de Pers van allerlei
richting en gezindte.
De provinciale Bond verwierp het
voorstel. En terecht, dunkt ons
Jammer vinden we het, dat de
door collega Oostdam verdedigde
opinie zelfs onder onze Rnomsche
journalisten instemming blijkt te
vindener wordt onder ons al te
Veel geschermd met „durf om voor
onze opinie uit te komen", met ar
gumenten als „laat ze van den an
deren kant maar eens hooren wat we
willen" en dergelijke krachtspreu-
ken meer
In durf om de Boomsche zaak te
verdedigen en onze meening vier
kant te zeggen, wenschen wij voor
niemand uit den weg te gaan!
Maar dat is heel wat anders, dan
dat we de liberale of z.g. neutrale
Pers gelegenheid zouden geven om
nog méér dan nu reeds gebeurt, zicli
op Katholiek terrein in te dringen
en beunhazerij te plegen in Boom
sche kringen.
Jhr. von Eisenne zeide. het op de
vergadering te 's:Gra,venhage
naar het meer uitgebreid verslag
van „De Maasbode" o.i. zoo te
recht, dat men tegen het voorstel-
Oostdam moest wezen, o.a~ op grond
van de conclusie die op den a.s.
Katholiekendag in Haarlem naar hij
hoopte, zal worden aangenomen,
dat wij n.I. onze eigen bladen op
de eerste plaats moeten steunen
„Spr. achtte het een kwaad, dat
de liberale bladen nog zoo veel
door Katholieken worden gelezen
en was van meening dat we dit
kwaad niet moeten steunen.
Spr. geloofde dat het verwijt
van exclusivisme ons niet kan
treffen, wijl de Katholieke pers
het behandelde voldoende weer
geeft. Omgekeerd zou toelaten
van de liberale pers er toe lei
den dat Boomsche lezers van libe
rale bladen zouden zeggenIk
vind het in mijn blad toch en be
hoef me dus op een Boomsche cou
rant niet te abonneeren."
Dat is een zeer juiste en pakkende
voorstelling van zaken.
De Boomsche couranten doen hun
uiterste best, juist tegen het hier
genoemde euvel op te komenzon
den nu de Katholieken, die in onze
kiesvereenigingfenV Katholiekenda;-
gen. sociale beweging enz. den toon
aangeven, de Boomsche Pers daar
in willen tegenwerken
Keenwie de Katholieke zaak wil
kennen, op de hoogte wil komen van
Katholiek werken en Koomsch le
ven die moet dat in de Boom
sche bladen kunnen vinden, en in
deze het eerstDe Boomsche Bedac-
ties doen daartoe hun besthet
Boomsche publiek, de voormannen
op de eerste plaats, dienen hen daar
in te steunen
Moge de Katholiekendag van 20
Mei dit denkbeeld wat levendiger
maken in het brein van hen, die
zich nog immer verbeelden dat een
Katholiek toch eigenlijk zonder
zoo'n liberaal of neutraal blad het
niet stellen kan!
In aansluiting op, en ter illustra
tie van het bovenstaande nog iets.
[Wij ontvingen dezer dagen een
aan bieding van een der Nederland-
sche „Correspondentie bureaux'
waarin ons zoowaar een verslag
werd aangeboden vanden Haar-
lemschen Katholiekendag op 20 Mei.
Die aanbieding krijgen natuurlijk
alle bladen, liberafé en Protestant-
sche, neutrale en radicale, die met
dat bureau in relatie staan.
Nu zeggen we natuurlijk
heel geen kwaad van dat bureau-
zelf. Integendeel, het spreekt van
echt-journalistieken ijver, die wij
bewonderen en als vakman goedkeu
rend moeten prijzen, om zoo „bij"
te zijn als dit bureau zich ook dit
maal toont.
Maar wel wijzen we erop, dat
volgens besluit van het hoofdbe
stuur van den Katholiekendag al
leen de Boomsche Pers wordt toege
laten.
Dat dus dit „bureau" zulk een
verslag niet anders leveren kan dan
met medeplichtigheid het woord
is hier vrij juist! van een
Eoomsch journalist, van een Ka
tholiek althans.
Dat dit voorkomt, voor kan ko
men althans, op een Congres waar
van juist een der afdeel, geheel en
afzonderlijk gewijd is aan de be
spreking van de bevordering der
Boomsche Pers, dat is toch wel zon
derling om het zachtste woord
te gebruiken
We hopen, dat het bedoelde Cor
respondentiebureau voor ditmaal
eens worde gedupeerd en dat de ons
geschreven zinsnede: „een onzer
verslaggevers bezoekt den Haarlem-
schen Katholiekendag" eenon
juistheid moge zijn.
Dat hopen we in'het belang van
den goeden naam der Katholieke
Pers en der Katholieke journalisten
op de eerste1 plaats
DUITSCHLAND.
De verdrukking van Polen.
De Duitscbe „Beichsanzeiger"
bevat de ministeriëeie besluiten tot
invoering der vereenïgingswet; daar
uit blijkt., dat. het gebruik van de
Litthauscbe, Masurische, Wendische
Waalsche en Fransehe taal in open
bare vergaderingen in streken, waar
die talen voor een deel der bevol
king de moedertaal vormen onvoor
waardelijk is toegestaan.
Voor het gebruik van de Deen-
sche en Poolsche taal wordt bepaald
dat die slechts is toegestaan in dis
tricten, waar de Deenscb- ofPoolseh-
sprekende bevolking meer dan 6(K>/0
van de gebeele bevolking uitmaakt.
Hieruit blijkt duidelijk, dat de
taaiparagraaf, ondanks alle verkla
ringen in den Bijksdag, slechts een
waptn is geweest in den strijd tegen
Polen en Denen!
FBANKEIJK.
De gemeenteraadsverkiezingen.
Zondag zijn ide herstemmingen ge
houden. Parijs blijft aan het „blok",
seint Reuter. En in verschillende
andere plaatsen verloren de yeree-
nigde socialisten terrein.
'tls dus, zooals we bij de eerste
stemming al zeiden, voor ons;> Ka
tholieken, weer „lood om oud ijzer".
Interessant evenwel lijkt ons, wa.t
Pierre l'Ermite schrijft in het Zater
dagavondnummer van 'de „Croix".
Het geeft aan de manier, waarop
de regeering in Frankrijk werkt door
haar agenten. En zoo krijgen we een
kijk op de ontzettend© moeilijkhe-
dén. waarmee' in Frankrijk de Ka
tholieken hebben te worstelen.
Een verkiezingsagent zit bij den
burgemeester van het dorp. Ge
moet mij nu eens precies vertellen,-
hoe 't hier staat, zegt hij. Niet te
best," antwoordt de burgemeester.
He Katholieken werken hier hard en
de partijen wegen er ongeveer te
gen elkander op. En dan is er een
zekere Achille Picaud...."
Wacht even, dien naam ken ik.
Picaud, Picaud.... heeft hij niet 'n
zoon, die luitenant is
Juist.
De agent telefoneert dadelijk naar
het Departement van Oorlog; des
avonds heeft 'hij bericht, dat luite
nant Picaud, zoon van een weiger
stelden boer in 't dorp, waar het
bovengenoemde gesprek werd ge
voerd. in Madagaskar een ziekte
heeft ppgeloopen, dat hij bloed op
geeft en in een garnizoen van Zuid-
Frankrijk genezing zoekt.
De verkiezingsagent weet nu ge
noeg en gaat naar den huize Picaud.
Goeie morgen.
U wenscht
Mag ik gaan zitten Wat ik
wensch U een dienst te bewijzen.
Hoe maakt 't uw zoon
Kent ge hem?
Of ik. Geeft, hij nog bloed op?
- Niet meer in den laatsten tijd.
In Nizza gaat 't hem goed. Hij
sterkt aan.
Hij moest in Nizza blijven.
Parbleu, dat heeft hij wel ver
diend aan zijn vaderland.
Tja-, maar.... men wil hem naar
een garnizoen in 't Noorden zenden.
Het gezicht van den hoer betrok.
Net kwam de vrouw binnen
Men wil hem naar 't Noorden
zenden herhaalt de man.
Hem dooden roept angstig
de vrouw.
-Neen, maar Nizza zit zoo vol.
-Hoe weet gij dat?
Door den prefekt, die een mij
ner beste vriendin is. Ik heb u wil
len waarschuwen. Als men gewaar
schuwd. is, neemt men zijne maat
regelen. Uw zoon zal dat klimaat in
het Noorden niet kunnen verdragen.
En dan die stakingen daar....
Maar is er dan geen middel
Het oog van den prefekt schit
tert vriendelijk: O ja, een middel is
er wel. Zorg dat ge goed. vriend
wordt met den prefekt.
De boer: Ik begrijp u niet.
Maar 't is toch heel eenvoudig.
Als de prefekt u voorspreekt, dan
is alles gered. En a,.s. Zondag kunt
ge zijn vriend worden door zijn kan
didaten te helpen.
Een bende vrijmetselaars.
Goed, maar wat wilt ge Den
dood of het leven van uwen zoon
Help den prefekt en hij zal n hel
den.
De man kijkt de vrouw aan; hij
beeft, zij ziet angstig-vragend naar
hem op.
Plots schrijdt de boer naar vo
ren: „Zijt ge enkel gekomen om
ons dit te zeggen?
Een hoofdknik.
t Buk uit dan.... Of ik....
Langs den grooten weg, waar zil
vertakjes op vallen uit het jong-
groene gordijn der nieuwe bladeren,
haast zich de verkiezingsagent.
De vogels stijgen op in de blauwe
lucht, de velden groeien, de land
man is aan zijn vredigen arbeid.
Met zijn stok slaat de agent de
voorjaarsbloemen aan den weg van
haar stengels en sist tusschen de
tanden
„Dat zal ik hun inpeperen; het
slechtste garnizoen krijgt hij, hun
lieve luitenant.
ITALIË.
Jeanne d'Aic.
De H. Congregatie der Biten zal
9 Juni a.s. eene gewichtige zitting
houden over de zaak van Jeanne
d'Arc. Deze zitting is de voorbe
reidende van het onderzoek der
voor ee Zaligverklaring voorgestel
de wonderen en is een der belang
rijkste in het proces.
Indien de uitslag dezer zitting
gunstig is, zal een nieuwe alge-
meene vergadering der Congregatie
worden bijeengeroepen en de Zalig
verklaring kan reeds in den loop
van het volgende jaar worden ver-
waeht-
RUSLAND.
De Doema.
De Doemapresident heeft excuus
moeten vragen aan Kokoftsef om
dat.... deze de Doema „gelukkig"
geen parlement heette We hebben
daar gisteren wat van gemeld: de
Czaar vond dat de president den
minister, dien hij in de vergadering
had afgestraft voor zijn ongepaste
uitdrukking, verontschuldiging dien
de te vragen.
Dus: de Czaar oordeelt dat de
Doema werkelijk géén parlement is.
Men mag vragenwat is het
ding dan wel, en wat bedoelde de
Czaar er dan mee, toen hij het in
stelde
MAROKKO.
Een keerpunt?
Het lijkt er wel wat op, dat Ma-
rokkaansche kwestie gaandeweg op
een keerpunt is gekomen
Terwijl Frankrijk er langzamer
hand een van wordt, voor anderen
de kastanjes uit het vuur te halen,
terwijl Abdul Azis steeds on
machtiger wordt, terwijl Moelai
Hafid, de tegensultan, steeds in aan
zien groeit, ook bij vele Europeesche
mogendheden, onderwijl .veran
dert door dit alles ongemerkt de
toestand in Marckko.
Het is aan geen twijfel onder
hevig, dat de staat van zaken in
Marokko in den laatste tijd heel
anders is geworden.
Moelai Hafid eruit, en Duitsch
iand krijgt zijn zin.
Beuter seinde gisteren „van zeer
gezaghebbende zijde" dat er bij ze
kere legatie te Tanger brieven van
Moelai Hafid zijn ontvangen, waarin
hij kennis geeft van zijn verlangen
om zijn goeden wil aan Europa te
toonen, doch dat hij daarin verhin
derd wordt door het optreden van
Frankrijk en de kuiperijen van zijn
broeder Abdul Azis en viziers.
Hij deelt verder mede, dat hij
Rabat binnenkort zal aanvallen om
met zijn broeder af te rekenen hij
zal echter alle Europeanen aldaar
intijds doen waarschuwen ten einde
hen in staat te stellen met hun be
zittingen te vertrekken, waardoor
hij zijn goede trouw zal bewijzen.
Die „zekere zijde" is natuurlijk
Duitschiand, en dit is te duidelij
ker, daar heden juist de afgezanten
van Moelai Hafid te Berlijn officieus
door een ambtenaar van buiten-
landsche zaken zullen worden ont
vangen
Men weet dat de „Temps" een
bedekte bedreiging heeft laten hoo
ren, als Duitschiand de gezanten
van Moelai ontvangen zou. 'at ge
beurt nu toch, al is het niet officieel
maar officieus.
Toont dat niet overtuigend dat er
iets veranderd is in Marokko en ook
dat de positie van Frankrijk zwak
ker wordt in het Europeesch concert
De Belgische minister-president
Sehollaert is door socialisten en libe
ralen Zondag te Charerloi uitgejouwd.
Generaal Leautey zal sis Fransch
regeeringscommissaris voortaan de lei
ding van zaken in Marokko hebben.
H. M. de Koningin-Moeder te
Leiderdorp.
H. M. de Koningin-Moeder bezocht
gisteren het gesticht der vereeniging
voor kinderzorg Voordorp te Leider
dorp.
De Eerste Kamer.
De leden der eerste kamer van de
Staten-Generaal zijn tot hervatting
der werkzaamheden bijeengeroepen
tegen Dinsdag 19 Mei a. s., des avonds
Si/2 uur.
Uit de Staats-Courant.
De gewone jaudientiën van de Mi
nisters van Binnenlandse he zaken en
Marine ad interim zullen op Vrijdag
15 Mei niet plaats hebben.
De rewone audiëntie van den Mi
nister van Landbouw, Nijverheid en
Handel zal op Woensdag 13 Mei e. k.
niet plaats hebben.
De Minister van Baitenl. Zaken.
De Minister van Builenlandsche
Zaken, die thans in Frankrijk ver
toeft, komt Woensdag in de residentie
terug.
De gouverneur van Suriname.
De nieuwbenoemde gouverneur van
Suriname, mr. Fock, zal tegen het
einde van Juli naar West-Indië gaan
om zijn ambt te aanvaarden.
Architecten.
De Bond van Nederlandsche Archi
tecten, wiens statuten den 2den Mei
werden vastgesteld en Zaterdag in
bouwkundige bladen medegedeeld,
heeft thans een bestuur gekozen be
staande uit de hteren K. P. C. de
Bazel, voorzitter, te Bussum; H. P.
Berlage Nzn. in Joseph Cuvpers te
Amsterdam; C. N. van Goor te Rot
terdam P. Houtzagers te Utrecht, Jos.
Ingenokl te Amsterdam J. van Nieu-
kerken te 's-Gravenhage, terwijl in de
commissie van onderzoek voor toe
lating der leden gekozen werden dr.
P. J. H. Cuypers te Roermond Jac.
F. Klinkhamer, professor aan de Tech
nische Hoogeschool te Delft; W.
Kromhout Czn., voorzitter van het
Genootschap „Architectura Amicitia";
A. Salm C.Bzn., voorzitter van de
Maatschappij tot Bevordering der
Bouwkunst, beiden te Amsterdam, en
A. W. Weismann, architect te Haar
Boeiende roman, uit het JEngelsch.
45)
Indien ze geweigerd had mee te
Saan, zou Flack geweld hebben moe-
Kn gebruiken. Hij was echter blij.
dat de zaak zoo goed afliep en zoo
slenterde hij langzaam naar de wo-
üjng van vrouw Crol, terwijl Ber
nice volgde.
XXXIX.
HET ONDERZOEK BEGINT.
Toen de markies met zijne gasten
Chetwynd-Park aankwam, voer-
,e hij Tempest en den detective naar
jj' bibliotheek. Op verzoek van
j .et herhaalde' hij de heele geschie-
€nis tot in bijzonderheden. De
agent verried door zijne opmerkin-
een scherp verstand, zoodat
hetwynd achting en vertrouwen
°°r hem begon te gevoelen.
>>Dus zal ik als uw gast door-
KTuL mylord," zei de detective, toen
l etwynd z^n verbaal geëindigd
i ad- „Hoeveel personen in 't huis
eilIlen mij in mijne hoedanigheid
„Miss Monk en haar broeder, de
heer Tempest en ik," antwoordde
hij. „Het heele dienstpersoneel kent
noch uw naam. .noch weet wat gij
hier komt doen. Bekend is, dat ik een
gast verwachtte."
„Zelfs wenschte1 ik, dat miss
Monk en haar broer mij zelfs voor
uw gast hielden," zei de detective.
„Mannen van mijn beroep arbeiden
graag in 't geheim. De meeste jon
ge dames hebben''een vertrouwde
dienstbode, en kunnen deze niet
zwijgen, dan weet 't dadelijk 't ge
heel©' huis en men kan zich voor mij
wachten."
„Ge behoeft piet te vreezen, mijn
heer Bisset," zei lord Chetwynd la
chende, „want de bediende van miss
Monk is niet alleen gevreesd, maar
ook gehaat."
„Zoo, mylord, hoe komt dat
„Het is een oude. Indische vrouw;
ze was de min van miss Monk en ver
liet haar nooit. De oude is haar zeer
toegedaan en miss Monk beant
woordt hare genegenheid, maar de
dienstboden hebben een vooroordeel
tegen de oude Ragen, die aan haar
Indisch geloof vasthoudt, en zien!
haar voor een heks aan; ze- eten
niet met haar en mijden haren om
gang. In één woord, de oude Ragen
staat geheel alleen."
„Ik wilde de oude vrouw wel eens
zien," zei Bisset. „Zooals ik zei. ben
ik in Indië geboren en heb 't land;
zoo gopd bestudeerd, dat ik zelfs
een boek over de bewoners en hunne
gebruiken geschreven_ heb. Wilt ge
mij in den wintertuin brengen en
mij juist de plaats toonen waar u
't spook we zullen 't voorloopig
nog zoo noemen verschenen is,
mylord
Chetwynd vroeg den heer Tem
pest, of hij hen vergezellen wilde.
„Indien u dat aangenaam is, ze
ker," zei de geleerde; „ik stel veel
belang in 't geheim en bied n mijne
hulp aan bij de onthulling ervan.
Schenkt mij uw vertrouwen en laat
mij u helpen, want mijn belang in
deze zaak is grooter, dan ge denkt."
De detective wierp een uitvor-
schenden blik op Tempest, wiens
streng gelaat echter niets va,n zijn
geheimen verried. Toch bemerkte
Bisset iets in 't groote sombere ge
laat, dat zijn© aandacht >trok. Hij
zag duidelijk, dat de beer Tempest
een meer dan gewoon belang had bij
de geschiedenis der overleden lady
Chetwyndliet waarom hiervan wil
de hij weten.
„Kom mee," zei lord Chetwynd.
den arm van zijn vriend vattende.
„Ik ben u dankbaar voor uwe be
langstelling."
Hij leidde Tempest en den detec
tive naar de zaal en in- de muziek
kamer, en toonde hun de plaatsen,
waar Bernice verschenen was en leg
de hun uit, hoe zij ontvluchtte,
Bisset ging jden beelen wintertuin
door en zei:
„Ik zal de oplossing van 't ge
heim op mij nemen, mylord, doch ik
verlang, dat ge: mij de heele zaak
in handen geeft. Veroorloof mij in
uw huis te gaan, waar ik wil, het
dienstpersoneel te ondervragen en
een sleutel te hebben van de buiten
deur. zoodat ik mij als ©en gast of
een lid uwer familie kan gedragen."
„Gij kunt doen wat ge wilt, mijn
beer Bisset, ik laat alles aan u
over."
Daarna voerde hij de gasten op
hunne kamer en iets later werd 't
ontbijt gebruikt.
Miss Monk verscheen niet aan ta
fel, maar Gilbert scheen bijzonder
opgeruimd. Chetwynd stelde hem
aan zijne gasten als zijn stiefbroeder
voor. Bisset deed zich weer voor
als een jong fatterig heertje, wiens
degelijkheid als detective zeer twij
felachtig was. zoodat hij in de ach
ting van Monk eenige graden daal<le.
„Er bestaat geen gevaar, dat die
man mij doorziet," dacht. hij. „Ik
meende een doortrapt agent te vin
den; wist ik maar, waar Bernice
was, dan zou ik hem uitlachen."
„Ge hebt zeker de heele historie
van 't spook reeds van lord Chet
wynd gehoord, mijnheer Bisset)' zei
Monk„gij zijt immers de detective,
die de zaak moet ophelderen. Chet
wynd-Park, ofschoon een der groot
ste bezittingen in Engeland, heeft
tot nu toe de aantrekkelijkheid van
een spook gemist. Dit gebrek is nu
verholpen en men kan zeggen, dat
't in 't Park werkelijk spookt."
De lichtzinnige toon en de toespe
ling op lady Chetwynd nam zijne
toehoorders tegen hem in. Hij had
geestig willen zijn. maar zijne woor
den hadden pijnlijk aangedaan.
„Wellicht kunt ge mij 'eenige pun
ten ophelderen, mijnheer Monk," zei
Bisset bedaard.
Gilbert Monk schrok onwillekeu
rig; hij meende iets bijzonders in
den toon van Bisset bemerkt te heb
ben.
„Ik?" riep hij uit. „O neen, ik
was zoo gelukkig of zoo ongelukkig
niet den geest te zien."
„Lord Chetwynd zei mij, dat miss
Monk hem gezien had."
„Juist, mijne zuster zag hem. En
toch. ware 't stukje' kant niet voor
handen, dan zou ik de heele ver
schijning voor gezichtsbedrog hou
den. Maar dat stukje kant bewijst,
dat de bezoekster eene vrouwsper
soon is en ik geloof, dat ge de
schuldige in een der dienstmeisjes
zult ontdekken, mijnheer Bisset."
„Ik dank u voor dien wenk, mijn
heer," zei Bisset op snedigen tooi).
„Maar de lord vertelde mij, dat gij
op den avond der - eerste verschij
ning bij de deur van den wintertuin
stondt en toch hebt ge niets ge
zien
„In 't geheel niet."
„Mylord zegt dat ge hem verteld
hebt. dat ge dien avond zeer lang
in den wintertuin zijt geweest en
dat niemand kon binnenkomen, zon
der door u gezien te worden," zei
Bisset. „Indien zich die persoon tus
schen 't groen verborgen had, moest
ge gehoord hebben als ze zich ver
wijderde. Doch aangenomen, dat ze
zich zonder gedruisch bewoog, dan
is 't toch opvallend, dat ge niets
zaagt of hoordet."
„Dat is in 't geheel niet opval
lend, zei Monk. „Waarschijnlijk
zag ze mij en verborg zich, tot de
kans schoon was en ontvluchtte toen.
En daar ik haar niet zag, vermoed
de ik natuurlijk, dat lord Chetwynd
zich bedroog."
„En uwe zuster ook?"
Monk knikte bevestigend en
dacht
„Ik zal Sylvia moeten zeggen, dat
ik verried, dat ze 't. spook zag en
ze alleen de waaïheid verzweeg, om-
den lord niet meer op te winden.
Doch hij zal 't niet wagen, Sylvia
uit de vragen.
Hij vergat echter zijn voornemen.
De heer Bisset ging na 't ontbijt op
zijn© kamer en kwam tot 't besluit
eerst een onderzoek in te stellen
in 't park. Hij gai aan zijn gelaat
een zorgelooze uitdrukking en wan
delde door de paden van den tuin.
Wordt vervolgd).
I