DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Hst spook m Ehetwynö-Park. ICinclee*hfc8iswesf 2S-3I«S39 Haarlem .BUITENLAND. BINNENLAND. DINSÖAC (2 RSEI iööö. 33ste jaargang No. 6885. Bureaux van Redactie en Administratie: I rates*©» Telefoorastuiwmes* I42S» Een goed besluit. ►P Nog wat. Nieuwtjes in drie regels. FEUILLETON, HEME HURLEMSGHE COURANT ABONNEMENT8PBIJ8: Per 8 maanden voor Haarlem fl.85 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,8(. ■Afeonderlijke nummers 0.05 PRIJ8 DEB ADVEBTENTIEN: Van 16 regelsf 0.60 (contant)f 0.50 Élk» regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 85 cent per advertentie k contant. 1000 Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van: GULDEN bij II flfl ^HH GULDEN bij f* ffl GULDEN bij Él fl GULDEN bii G¥LDEN °'J levenslange onge- J1 gi|g GULDEN bij J11 ver]ieg van HM verlies van I Bill UU OVerlijdeD ullll hand of voet. ISili éen eog. I B1B B éen «luim. schiktheid tot werKen. 00 verlies van éen wijsvinger. 15 «¥LDEN bij verlies vaa éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Zoo noemen we het votum van den Zuid-Hollandschen Bond van R. K. Kiesvereenigingen, Zondag j.l. ge nomen, in zake. het voorstel van onzen collega Oostdam, die de ver gaderingen van deze zoo bij uitstek Boomsche vereeniging wilde open stellen voor de Pers van allerlei richting en gezindte. De provinciale Bond verwierp het voorstel. En terecht, dunkt ons Jammer vinden we het, dat de door collega Oostdam verdedigde opinie zelfs onder onze Rnomsche journalisten instemming blijkt te vindener wordt onder ons al te Veel geschermd met „durf om voor onze opinie uit te komen", met ar gumenten als „laat ze van den an deren kant maar eens hooren wat we willen" en dergelijke krachtspreu- ken meer In durf om de Boomsche zaak te verdedigen en onze meening vier kant te zeggen, wenschen wij voor niemand uit den weg te gaan! Maar dat is heel wat anders, dan dat we de liberale of z.g. neutrale Pers gelegenheid zouden geven om nog méér dan nu reeds gebeurt, zicli op Katholiek terrein in te dringen en beunhazerij te plegen in Boom sche kringen. Jhr. von Eisenne zeide. het op de vergadering te 's:Gra,venhage naar het meer uitgebreid verslag van „De Maasbode" o.i. zoo te recht, dat men tegen het voorstel- Oostdam moest wezen, o.a~ op grond van de conclusie die op den a.s. Katholiekendag in Haarlem naar hij hoopte, zal worden aangenomen, dat wij n.I. onze eigen bladen op de eerste plaats moeten steunen „Spr. achtte het een kwaad, dat de liberale bladen nog zoo veel door Katholieken worden gelezen en was van meening dat we dit kwaad niet moeten steunen. Spr. geloofde dat het verwijt van exclusivisme ons niet kan treffen, wijl de Katholieke pers het behandelde voldoende weer geeft. Omgekeerd zou toelaten van de liberale pers er toe lei den dat Boomsche lezers van libe rale bladen zouden zeggenIk vind het in mijn blad toch en be hoef me dus op een Boomsche cou rant niet te abonneeren." Dat is een zeer juiste en pakkende voorstelling van zaken. De Boomsche couranten doen hun uiterste best, juist tegen het hier genoemde euvel op te komenzon den nu de Katholieken, die in onze kiesvereenigingfenV Katholiekenda;- gen. sociale beweging enz. den toon aangeven, de Boomsche Pers daar in willen tegenwerken Keenwie de Katholieke zaak wil kennen, op de hoogte wil komen van Katholiek werken en Koomsch le ven die moet dat in de Boom sche bladen kunnen vinden, en in deze het eerstDe Boomsche Bedac- ties doen daartoe hun besthet Boomsche publiek, de voormannen op de eerste plaats, dienen hen daar in te steunen Moge de Katholiekendag van 20 Mei dit denkbeeld wat levendiger maken in het brein van hen, die zich nog immer verbeelden dat een Katholiek toch eigenlijk zonder zoo'n liberaal of neutraal blad het niet stellen kan! In aansluiting op, en ter illustra tie van het bovenstaande nog iets. [Wij ontvingen dezer dagen een aan bieding van een der Nederland- sche „Correspondentie bureaux' waarin ons zoowaar een verslag werd aangeboden vanden Haar- lemschen Katholiekendag op 20 Mei. Die aanbieding krijgen natuurlijk alle bladen, liberafé en Protestant- sche, neutrale en radicale, die met dat bureau in relatie staan. Nu zeggen we natuurlijk heel geen kwaad van dat bureau- zelf. Integendeel, het spreekt van echt-journalistieken ijver, die wij bewonderen en als vakman goedkeu rend moeten prijzen, om zoo „bij" te zijn als dit bureau zich ook dit maal toont. Maar wel wijzen we erop, dat volgens besluit van het hoofdbe stuur van den Katholiekendag al leen de Boomsche Pers wordt toege laten. Dat dus dit „bureau" zulk een verslag niet anders leveren kan dan met medeplichtigheid het woord is hier vrij juist! van een Eoomsch journalist, van een Ka tholiek althans. Dat dit voorkomt, voor kan ko men althans, op een Congres waar van juist een der afdeel, geheel en afzonderlijk gewijd is aan de be spreking van de bevordering der Boomsche Pers, dat is toch wel zon derling om het zachtste woord te gebruiken We hopen, dat het bedoelde Cor respondentiebureau voor ditmaal eens worde gedupeerd en dat de ons geschreven zinsnede: „een onzer verslaggevers bezoekt den Haarlem- schen Katholiekendag" eenon juistheid moge zijn. Dat hopen we in'het belang van den goeden naam der Katholieke Pers en der Katholieke journalisten op de eerste1 plaats DUITSCHLAND. De verdrukking van Polen. De Duitscbe „Beichsanzeiger" bevat de ministeriëeie besluiten tot invoering der vereenïgingswet; daar uit blijkt., dat. het gebruik van de Litthauscbe, Masurische, Wendische Waalsche en Fransehe taal in open bare vergaderingen in streken, waar die talen voor een deel der bevol king de moedertaal vormen onvoor waardelijk is toegestaan. Voor het gebruik van de Deen- sche en Poolsche taal wordt bepaald dat die slechts is toegestaan in dis tricten, waar de Deenscb- ofPoolseh- sprekende bevolking meer dan 6(K>/0 van de gebeele bevolking uitmaakt. Hieruit blijkt duidelijk, dat de taaiparagraaf, ondanks alle verkla ringen in den Bijksdag, slechts een waptn is geweest in den strijd tegen Polen en Denen! FBANKEIJK. De gemeenteraadsverkiezingen. Zondag zijn ide herstemmingen ge houden. Parijs blijft aan het „blok", seint Reuter. En in verschillende andere plaatsen verloren de yeree- nigde socialisten terrein. 'tls dus, zooals we bij de eerste stemming al zeiden, voor ons;> Ka tholieken, weer „lood om oud ijzer". Interessant evenwel lijkt ons, wa.t Pierre l'Ermite schrijft in het Zater dagavondnummer van 'de „Croix". Het geeft aan de manier, waarop de regeering in Frankrijk werkt door haar agenten. En zoo krijgen we een kijk op de ontzettend© moeilijkhe- dén. waarmee' in Frankrijk de Ka tholieken hebben te worstelen. Een verkiezingsagent zit bij den burgemeester van het dorp. Ge moet mij nu eens precies vertellen,- hoe 't hier staat, zegt hij. Niet te best," antwoordt de burgemeester. He Katholieken werken hier hard en de partijen wegen er ongeveer te gen elkander op. En dan is er een zekere Achille Picaud...." Wacht even, dien naam ken ik. Picaud, Picaud.... heeft hij niet 'n zoon, die luitenant is Juist. De agent telefoneert dadelijk naar het Departement van Oorlog; des avonds heeft 'hij bericht, dat luite nant Picaud, zoon van een weiger stelden boer in 't dorp, waar het bovengenoemde gesprek werd ge voerd. in Madagaskar een ziekte heeft ppgeloopen, dat hij bloed op geeft en in een garnizoen van Zuid- Frankrijk genezing zoekt. De verkiezingsagent weet nu ge noeg en gaat naar den huize Picaud. Goeie morgen. U wenscht Mag ik gaan zitten Wat ik wensch U een dienst te bewijzen. Hoe maakt 't uw zoon Kent ge hem? Of ik. Geeft, hij nog bloed op? - Niet meer in den laatsten tijd. In Nizza gaat 't hem goed. Hij sterkt aan. Hij moest in Nizza blijven. Parbleu, dat heeft hij wel ver diend aan zijn vaderland. Tja-, maar.... men wil hem naar een garnizoen in 't Noorden zenden. Het gezicht van den hoer betrok. Net kwam de vrouw binnen Men wil hem naar 't Noorden zenden herhaalt de man. Hem dooden roept angstig de vrouw. -Neen, maar Nizza zit zoo vol. -Hoe weet gij dat? Door den prefekt, die een mij ner beste vriendin is. Ik heb u wil len waarschuwen. Als men gewaar schuwd. is, neemt men zijne maat regelen. Uw zoon zal dat klimaat in het Noorden niet kunnen verdragen. En dan die stakingen daar.... Maar is er dan geen middel Het oog van den prefekt schit tert vriendelijk: O ja, een middel is er wel. Zorg dat ge goed. vriend wordt met den prefekt. De boer: Ik begrijp u niet. Maar 't is toch heel eenvoudig. Als de prefekt u voorspreekt, dan is alles gered. En a,.s. Zondag kunt ge zijn vriend worden door zijn kan didaten te helpen. Een bende vrijmetselaars. Goed, maar wat wilt ge Den dood of het leven van uwen zoon Help den prefekt en hij zal n hel den. De man kijkt de vrouw aan; hij beeft, zij ziet angstig-vragend naar hem op. Plots schrijdt de boer naar vo ren: „Zijt ge enkel gekomen om ons dit te zeggen? Een hoofdknik. t Buk uit dan.... Of ik.... Langs den grooten weg, waar zil vertakjes op vallen uit het jong- groene gordijn der nieuwe bladeren, haast zich de verkiezingsagent. De vogels stijgen op in de blauwe lucht, de velden groeien, de land man is aan zijn vredigen arbeid. Met zijn stok slaat de agent de voorjaarsbloemen aan den weg van haar stengels en sist tusschen de tanden „Dat zal ik hun inpeperen; het slechtste garnizoen krijgt hij, hun lieve luitenant. ITALIË. Jeanne d'Aic. De H. Congregatie der Biten zal 9 Juni a.s. eene gewichtige zitting houden over de zaak van Jeanne d'Arc. Deze zitting is de voorbe reidende van het onderzoek der voor ee Zaligverklaring voorgestel de wonderen en is een der belang rijkste in het proces. Indien de uitslag dezer zitting gunstig is, zal een nieuwe alge- meene vergadering der Congregatie worden bijeengeroepen en de Zalig verklaring kan reeds in den loop van het volgende jaar worden ver- waeht- RUSLAND. De Doema. De Doemapresident heeft excuus moeten vragen aan Kokoftsef om dat.... deze de Doema „gelukkig" geen parlement heette We hebben daar gisteren wat van gemeld: de Czaar vond dat de president den minister, dien hij in de vergadering had afgestraft voor zijn ongepaste uitdrukking, verontschuldiging dien de te vragen. Dus: de Czaar oordeelt dat de Doema werkelijk géén parlement is. Men mag vragenwat is het ding dan wel, en wat bedoelde de Czaar er dan mee, toen hij het in stelde MAROKKO. Een keerpunt? Het lijkt er wel wat op, dat Ma- rokkaansche kwestie gaandeweg op een keerpunt is gekomen Terwijl Frankrijk er langzamer hand een van wordt, voor anderen de kastanjes uit het vuur te halen, terwijl Abdul Azis steeds on machtiger wordt, terwijl Moelai Hafid, de tegensultan, steeds in aan zien groeit, ook bij vele Europeesche mogendheden, onderwijl .veran dert door dit alles ongemerkt de toestand in Marckko. Het is aan geen twijfel onder hevig, dat de staat van zaken in Marokko in den laatste tijd heel anders is geworden. Moelai Hafid eruit, en Duitsch iand krijgt zijn zin. Beuter seinde gisteren „van zeer gezaghebbende zijde" dat er bij ze kere legatie te Tanger brieven van Moelai Hafid zijn ontvangen, waarin hij kennis geeft van zijn verlangen om zijn goeden wil aan Europa te toonen, doch dat hij daarin verhin derd wordt door het optreden van Frankrijk en de kuiperijen van zijn broeder Abdul Azis en viziers. Hij deelt verder mede, dat hij Rabat binnenkort zal aanvallen om met zijn broeder af te rekenen hij zal echter alle Europeanen aldaar intijds doen waarschuwen ten einde hen in staat te stellen met hun be zittingen te vertrekken, waardoor hij zijn goede trouw zal bewijzen. Die „zekere zijde" is natuurlijk Duitschiand, en dit is te duidelij ker, daar heden juist de afgezanten van Moelai Hafid te Berlijn officieus door een ambtenaar van buiten- landsche zaken zullen worden ont vangen Men weet dat de „Temps" een bedekte bedreiging heeft laten hoo ren, als Duitschiand de gezanten van Moelai ontvangen zou. 'at ge beurt nu toch, al is het niet officieel maar officieus. Toont dat niet overtuigend dat er iets veranderd is in Marokko en ook dat de positie van Frankrijk zwak ker wordt in het Europeesch concert De Belgische minister-president Sehollaert is door socialisten en libe ralen Zondag te Charerloi uitgejouwd. Generaal Leautey zal sis Fransch regeeringscommissaris voortaan de lei ding van zaken in Marokko hebben. H. M. de Koningin-Moeder te Leiderdorp. H. M. de Koningin-Moeder bezocht gisteren het gesticht der vereeniging voor kinderzorg Voordorp te Leider dorp. De Eerste Kamer. De leden der eerste kamer van de Staten-Generaal zijn tot hervatting der werkzaamheden bijeengeroepen tegen Dinsdag 19 Mei a. s., des avonds Si/2 uur. Uit de Staats-Courant. De gewone jaudientiën van de Mi nisters van Binnenlandse he zaken en Marine ad interim zullen op Vrijdag 15 Mei niet plaats hebben. De rewone audiëntie van den Mi nister van Landbouw, Nijverheid en Handel zal op Woensdag 13 Mei e. k. niet plaats hebben. De Minister van Baitenl. Zaken. De Minister van Builenlandsche Zaken, die thans in Frankrijk ver toeft, komt Woensdag in de residentie terug. De gouverneur van Suriname. De nieuwbenoemde gouverneur van Suriname, mr. Fock, zal tegen het einde van Juli naar West-Indië gaan om zijn ambt te aanvaarden. Architecten. De Bond van Nederlandsche Archi tecten, wiens statuten den 2den Mei werden vastgesteld en Zaterdag in bouwkundige bladen medegedeeld, heeft thans een bestuur gekozen be staande uit de hteren K. P. C. de Bazel, voorzitter, te Bussum; H. P. Berlage Nzn. in Joseph Cuvpers te Amsterdam; C. N. van Goor te Rot terdam P. Houtzagers te Utrecht, Jos. Ingenokl te Amsterdam J. van Nieu- kerken te 's-Gravenhage, terwijl in de commissie van onderzoek voor toe lating der leden gekozen werden dr. P. J. H. Cuypers te Roermond Jac. F. Klinkhamer, professor aan de Tech nische Hoogeschool te Delft; W. Kromhout Czn., voorzitter van het Genootschap „Architectura Amicitia"; A. Salm C.Bzn., voorzitter van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, beiden te Amsterdam, en A. W. Weismann, architect te Haar Boeiende roman, uit het JEngelsch. 45) Indien ze geweigerd had mee te Saan, zou Flack geweld hebben moe- Kn gebruiken. Hij was echter blij. dat de zaak zoo goed afliep en zoo slenterde hij langzaam naar de wo- üjng van vrouw Crol, terwijl Ber nice volgde. XXXIX. HET ONDERZOEK BEGINT. Toen de markies met zijne gasten Chetwynd-Park aankwam, voer- ,e hij Tempest en den detective naar jj' bibliotheek. Op verzoek van j .et herhaalde' hij de heele geschie- €nis tot in bijzonderheden. De agent verried door zijne opmerkin- een scherp verstand, zoodat hetwynd achting en vertrouwen °°r hem begon te gevoelen. >>Dus zal ik als uw gast door- KTuL mylord," zei de detective, toen l etwynd z^n verbaal geëindigd i ad- „Hoeveel personen in 't huis eilIlen mij in mijne hoedanigheid „Miss Monk en haar broeder, de heer Tempest en ik," antwoordde hij. „Het heele dienstpersoneel kent noch uw naam. .noch weet wat gij hier komt doen. Bekend is, dat ik een gast verwachtte." „Zelfs wenschte1 ik, dat miss Monk en haar broer mij zelfs voor uw gast hielden," zei de detective. „Mannen van mijn beroep arbeiden graag in 't geheim. De meeste jon ge dames hebben''een vertrouwde dienstbode, en kunnen deze niet zwijgen, dan weet 't dadelijk 't ge heel©' huis en men kan zich voor mij wachten." „Ge behoeft piet te vreezen, mijn heer Bisset," zei lord Chetwynd la chende, „want de bediende van miss Monk is niet alleen gevreesd, maar ook gehaat." „Zoo, mylord, hoe komt dat „Het is een oude. Indische vrouw; ze was de min van miss Monk en ver liet haar nooit. De oude is haar zeer toegedaan en miss Monk beant woordt hare genegenheid, maar de dienstboden hebben een vooroordeel tegen de oude Ragen, die aan haar Indisch geloof vasthoudt, en zien! haar voor een heks aan; ze- eten niet met haar en mijden haren om gang. In één woord, de oude Ragen staat geheel alleen." „Ik wilde de oude vrouw wel eens zien," zei Bisset. „Zooals ik zei. ben ik in Indië geboren en heb 't land; zoo gopd bestudeerd, dat ik zelfs een boek over de bewoners en hunne gebruiken geschreven_ heb. Wilt ge mij in den wintertuin brengen en mij juist de plaats toonen waar u 't spook we zullen 't voorloopig nog zoo noemen verschenen is, mylord Chetwynd vroeg den heer Tem pest, of hij hen vergezellen wilde. „Indien u dat aangenaam is, ze ker," zei de geleerde; „ik stel veel belang in 't geheim en bied n mijne hulp aan bij de onthulling ervan. Schenkt mij uw vertrouwen en laat mij u helpen, want mijn belang in deze zaak is grooter, dan ge denkt." De detective wierp een uitvor- schenden blik op Tempest, wiens streng gelaat echter niets va,n zijn geheimen verried. Toch bemerkte Bisset iets in 't groote sombere ge laat, dat zijn© aandacht >trok. Hij zag duidelijk, dat de beer Tempest een meer dan gewoon belang had bij de geschiedenis der overleden lady Chetwyndliet waarom hiervan wil de hij weten. „Kom mee," zei lord Chetwynd. den arm van zijn vriend vattende. „Ik ben u dankbaar voor uwe be langstelling." Hij leidde Tempest en den detec tive naar de zaal en in- de muziek kamer, en toonde hun de plaatsen, waar Bernice verschenen was en leg de hun uit, hoe zij ontvluchtte, Bisset ging jden beelen wintertuin door en zei: „Ik zal de oplossing van 't ge heim op mij nemen, mylord, doch ik verlang, dat ge: mij de heele zaak in handen geeft. Veroorloof mij in uw huis te gaan, waar ik wil, het dienstpersoneel te ondervragen en een sleutel te hebben van de buiten deur. zoodat ik mij als ©en gast of een lid uwer familie kan gedragen." „Gij kunt doen wat ge wilt, mijn beer Bisset, ik laat alles aan u over." Daarna voerde hij de gasten op hunne kamer en iets later werd 't ontbijt gebruikt. Miss Monk verscheen niet aan ta fel, maar Gilbert scheen bijzonder opgeruimd. Chetwynd stelde hem aan zijne gasten als zijn stiefbroeder voor. Bisset deed zich weer voor als een jong fatterig heertje, wiens degelijkheid als detective zeer twij felachtig was. zoodat hij in de ach ting van Monk eenige graden daal<le. „Er bestaat geen gevaar, dat die man mij doorziet," dacht. hij. „Ik meende een doortrapt agent te vin den; wist ik maar, waar Bernice was, dan zou ik hem uitlachen." „Ge hebt zeker de heele historie van 't spook reeds van lord Chet wynd gehoord, mijnheer Bisset)' zei Monk„gij zijt immers de detective, die de zaak moet ophelderen. Chet wynd-Park, ofschoon een der groot ste bezittingen in Engeland, heeft tot nu toe de aantrekkelijkheid van een spook gemist. Dit gebrek is nu verholpen en men kan zeggen, dat 't in 't Park werkelijk spookt." De lichtzinnige toon en de toespe ling op lady Chetwynd nam zijne toehoorders tegen hem in. Hij had geestig willen zijn. maar zijne woor den hadden pijnlijk aangedaan. „Wellicht kunt ge mij 'eenige pun ten ophelderen, mijnheer Monk," zei Bisset bedaard. Gilbert Monk schrok onwillekeu rig; hij meende iets bijzonders in den toon van Bisset bemerkt te heb ben. „Ik?" riep hij uit. „O neen, ik was zoo gelukkig of zoo ongelukkig niet den geest te zien." „Lord Chetwynd zei mij, dat miss Monk hem gezien had." „Juist, mijne zuster zag hem. En toch. ware 't stukje' kant niet voor handen, dan zou ik de heele ver schijning voor gezichtsbedrog hou den. Maar dat stukje kant bewijst, dat de bezoekster eene vrouwsper soon is en ik geloof, dat ge de schuldige in een der dienstmeisjes zult ontdekken, mijnheer Bisset." „Ik dank u voor dien wenk, mijn heer," zei Bisset op snedigen tooi). „Maar de lord vertelde mij, dat gij op den avond der - eerste verschij ning bij de deur van den wintertuin stondt en toch hebt ge niets ge zien „In 't geheel niet." „Mylord zegt dat ge hem verteld hebt. dat ge dien avond zeer lang in den wintertuin zijt geweest en dat niemand kon binnenkomen, zon der door u gezien te worden," zei Bisset. „Indien zich die persoon tus schen 't groen verborgen had, moest ge gehoord hebben als ze zich ver wijderde. Doch aangenomen, dat ze zich zonder gedruisch bewoog, dan is 't toch opvallend, dat ge niets zaagt of hoordet." „Dat is in 't geheel niet opval lend, zei Monk. „Waarschijnlijk zag ze mij en verborg zich, tot de kans schoon was en ontvluchtte toen. En daar ik haar niet zag, vermoed de ik natuurlijk, dat lord Chetwynd zich bedroog." „En uwe zuster ook?" Monk knikte bevestigend en dacht „Ik zal Sylvia moeten zeggen, dat ik verried, dat ze 't. spook zag en ze alleen de waaïheid verzweeg, om- den lord niet meer op te winden. Doch hij zal 't niet wagen, Sylvia uit de vragen. Hij vergat echter zijn voornemen. De heer Bisset ging na 't ontbijt op zijn© kamer en kwam tot 't besluit eerst een onderzoek in te stellen in 't park. Hij gai aan zijn gelaat een zorgelooze uitdrukking en wan delde door de paden van den tuin. Wordt vervolgd). I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1