DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Set spook van Chctwynd-Part'
Zedelooze
Advertenties.
BUITENLAND.
Kinderhuisvest Haarlem
I
33sto Jaargang No. 6888.
Buresux van Redactie en Administratie:
interc. Telefoonnummer I42S.
I
F
Nieuwtjes in drie regels.
Verspreide Berichten.
FEUILLETON,
3 pinden.
VüiJDAQ S5 MEi I908.
IBIHHE HMRLEHSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Haarlem f 1.35
Voor de plaatsen, waar een agent ig gevestigd (koin der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per poet 1,81
Afzonderlijke nummers 0.05
PRIJS DER ADVBRTENTIlN
Vtb'u 16 regels10.60 (contant)f (L60
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 26 cent per advertentie contant.
1000
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van
Ann qnn 1 iwi—tn
ÉJ" llJI nvmijc en 8 8 8 W M BI hand of voet. 8.8 119 éen oog. 8 Uil éen duim.
schiktheid tot
werken.
60
éen
wijsvinger.
15
«¥L»EN bij
verlios van
é«n anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuws Gracht 11.
Wij ontvingen een „.Open Brief"
van professor Kouwer, hoogleeraar
te Amsterdam, gericht aan den N«-
derlandschen Journalistenkring.
De hoogleeraar spreekt daarin
over het ontzettende kwaad, dat
gesticht vrordt door zedelooze ad-
vertentiën in zoovele dagbladen,
voornamelijk in de z.g. „neutrale
Volkspers."
Men weet het, en we behoeven
dat hier niet nader uit te werken
in tal van neutrale, liberal© en so
cialistische hladen vindt men gere
geld, behalve nog andere zedeiooze
aankondigingen, de advertenties
Van „Neo-malthusiaansehen" aard,
niettegenstaande herhaaldelijk, zoo
vel op zedelijke als op hygiënische
gronden, tegen die ergerlijke prac-
tijken is geprotesteerd.
Prof. Kouwer nu heeft het be
drijf van die kranten op de meest-
scherpe wijze gebrandmerkt. Hij
schrijft er in den aangehaalden
„Open Brief" harde waarheden
over, die ter waarschuwing opnieuw
tegen al wat zich „neutraal" noemt,
en tegen de ongelcovige couranten
evenzeer, hier mogen worden me
degedeeld.
De hoogleeraar maakt er met
Verontwaardiging melding van, hoe
de gevallen van wat hij noemt „kunst
matig afbreken der zwangerschap"
zich in den laatste tijd ontzaglijk
Uitbreiden, en hij zegt dan:
„Ieder geneesheer weet dat, om
dat hij herhaaldelijk vrouwen ter
behandeling krijgt, die ernstig ziek
zijn geworden ten gevolge daarvan.
Vele vrouwen sterven daaraan, ge
woonlijk binnen korten tijd; zeer
Vele maken een ernstig ziekbed
door en houden levenslang de her-
rinnering aan den ongeluksdag,
Waarop zij kennis maakten met de
Vervloekte „deskundige". Haar ver-
Woeste gezondheid zorgt wel, dat
dit niet wordt vergeten I
„De buitenwereld bespeurt er niet
zoo heel veel van: de geneesheer
«preekt niet over deze geheimen
Van zijn praktijk, en de betrokken
personen zelf zwijgen er natuurlijk
eveneens over. Alleen degenen, die
de behandeling zonder aanmerke
lijke lichamelijke schade doorston
den. zelfs meer dan eens, zijn me
dedeelzamer en sporen anderen aan
dien „oDgevaarlijken" weg even
eens te kiezen. Zij maken reclame
die gunstig verloopen gevallen de
dooden en zieken blijven stom.
„Men verdenke ons, medici, niet
van overdrijvingElk ziekenhuis
kan u in één dag de overtuiging
schenken, hoeveel gezondheid ver
woest wordt, hoeveel vrouwenlevens
vernietigd worden door die bende
„Hooger nog dan deze reusachti
ge schade, aan het lichaam toege
bracht, schat ik den verderfelijken
invloed op het zedelijkheidsgevoel
van zeoveian, die dag aan dag de
sckaamtelooze uitnoodiging, nog wel
in een fatsoenlijke krant, met geëer-
den naam aan het hoofd, onder de
oogen krijgen, en zich langzamer
hand vertrouwd makeu met de ge
dachte, dat de mensek het recht
zou hebben naar willekeur te be
schikken over de ongeboren vrucht
„Aan het geld, door de schurken
verdiend, kleven bloed en tranen
het is de opbrengst van menschen-
ieed en van menschenleven. Een
deel van dit geld vloeit in de kas
van den uitgever der krant.
„De pers, de redacties, de uitge
vers kennen de herkomst van dit
geld volmaakt goed.De uitgever
moedigt het bedrijf aan, want hij
verspreidt de aankondigingen over
al, hij brengt de noodlottige adres
sen in iedere woning. „Hoe wist gij
dat adres?" vroeg ik aan een dood
zieke vrouw. „Uit de kraut", was
het antwoord. Twaalf uren latei-
was zij een lijk „door de krant,"
dacht ik.
De redactie, die het bedrijf van
haar uitgever niet stuit, is mede
plichtig aan die aanmoediging. Zij
doet dat willend! „Neen," zeggen
de redacties en uitgevers; „het is
ons niet mogelijk te doorgronden,
wat er met de aankondigingen
wordt bedoeld; het zou een hope
loos werK zijn. te schiften, wat een
eerlijk, wat een oneerlijk doel be
oogt. De meest onschuldig uitziende
aankondiging kan een allergemeen
ste onderneming ten grondslag heb
ben, en achter menige verdachte
regel schuilt niet het minste kwaad.
Het bedrijf van een krant laat niet
toe een grondig onderzoek naar alles
in te stellen."
„Hierover kan ik kort zijn. Het
onderscheiden tusachen eerlijk en
oneerlijk, zedelijk en onzedelijk zou
waarljjk een onuitvoerbare taak
zijn. Maar de aankondigingen, die
ik op het oog heb, zijn uiterst ge
makkelijk te doorgronden iedereen
kent ze, niemand is een oogenblik
in twijfel, wat er mede wordt be
doeld De uitgever kan ze weren,
als hij het wil!
„De plaats, die een blad in
de samenleving inneemt, wordt be
paald, vóór alles, door het gehalte
van de redactieeerst daarna door
de hoeveelheid der aankondigingen.
Wii een krant slagen, dan heeft
zij eerlijke, ontwikkelde verstan
dige mannen noodig, die bun tijd
en hun geest kunnen geven aan de
voorlichting, de beschaving, de
verheffing van de groote massa
lezers.
„Tot nog toe hebben echter
vele redacties zich niet verzet, of
althans niet krachtig genoeg, tegen
het onzedelijk gedeelte in het be
drijf hunner uitgevers. Dit getuigt
van onwil of van te zwakken wil.
Ik meen daarom recht te hebben
met mijn bewering, dat die redac
ties willens en wetens medewerken
aan het kwaad, dat o. a. de Neder-
landsche Maatschappij tot bevorde
ring van Geneeskunst wil bestrijden.
„En waarom acht ik dezen na-
deeligen invloed van de zijde der
redactie zoo groot?
„De dagbladschrijver doet zich
meestal voor als een man van be
schaving en van hooge, edele be
doelingen; in de meeste gevallen
is hjj dat ook werkelijk. Zoo wekt
da» de eerste bladzijde van de
krant vertrouwen die daar aan het
woord is, schijnt een man, op wien
men vertrouwen kan. Zijn pen, dat
is zijn hoofd en zijn hart, verzekert
den invloed, den hlqei van het
bladonder zijn vlag komt de
lading ongehinderd en vlug door
het geheele land en brengt er
de peet!"
En na dit requisitoir tegen de
redacties, die zich dekken met de
verontschuldiging dat hun uitgever
over de advertentierubriek zóó al
geheel te vertellen heeft, constateert
prof. Kouwer, dat het door hem
bedoelde verschrikkelijke kwaad
niet voorkomt in „de" organen
der Katholieke, Antirevolutionaire,
Cnristelijk-Hietoriache en Israëliti
sche pers, maar van de tallooze
liberale, neutrale en andere bladen
in Nederland weet prof. Kouwer
erslechts zes met name te
noemen, die de moord-advertenties
weigerenSlechts zes
Is het kwaad, dat de neutrale
»n liberale en anti-christelijke dag
bladen in zoovele huisgezinnen
stichen,nog duidelijker aan te wijzen
dan door deze enquête van een
on-Kathoiiek hoogleeraar?.
En is er voor Katholieke huis
vaders en huismoeders soms nog
méér noodig, om al dadelijk te
besluiten, slechts een Roomsche
krant toegang te verleenen tot hun
huiselijken kring?...
BELGIË.
Het geval de Radder.
De plotselinge genezing van Peter
de Rudder, den door verschillende
artikelen en lezingen ook ten onzent
bekend-geworden boer uit Jabeek
bij Ostende, die na een bezoek aan
het heiligdom yan O. L. Vrouw
van Oostaeker in Vlaanderen plot
seling van een verschrikkelijke etter-
wond en gecompliceerde beenbreuk
genas, is nu bij de kerkelijke over
heid in onderzoek. Een zestal hooge
geestelijken van het Bisdom Brugge
zijn door Z. D. H. den Bisschop tot
een commissie benoemd.
De Hollandsch-Bcigieehe toenadering.
De Hollandsch-Belgische com
missie heeft wederom onder leiding
van den voorzitter Beern&ert een
vergadering gehouden te Brussel,
waarop besloten werd een ontwerp
voor een postunie op te stellen, dat
zal behandeld worden op de alge-
meene vergadering in Den Haag
in November.
Het doel is, deze postunie niet
alleen bindend te maken voor Ne
derland en België, maar ook voor
de koloniën dier beide landen.
FRANKRIJK.
Van een moordenaarster en onbe
trouwbare medici.
Indertijd is veel geschreven en
gesproken over een zekere Jeanne
Weber, een vrouw uit de laagste
volksklasse en van een zeer min
zedelijk gehalte, die verdacht werd
verschillende kinderen te hebben
vermoord. Men vond die kinderen
dood als ze een paar oogenblikken
bij deze vrouw waren geweest,
doch de doktoren verklaarden na
onderzoek steeds, dat er van moord
geen sprake was, en een handig
advocaat, mr. Robert, heeft Jeanne
Weber steeds vrijgepleit en wist
baar ten laatste zelfs voor te stellen
als slachtoffer van een heel onge
gronde verdenking, en een bloemp
je van onschuld.
Nu is dit verschrikkelijk wijf te Com-
mercy,een klein plaatsje, evenwel zoo
goedals op heeterdaad betrapt bij het
vermoorden van een knaapje dat
ze met een zakdoek heeft gewurgd.
De ellendelinge schijnt door zede
loos leven en sterken drank ten
slotte zoo verdierlijkt, dat ze be
hagen schept in den dood van on
schuldige kinderen
't Best is over dat wijf te zwij
gen, maar niet verzwegen mag
worden, dat de medici van Frank
rijk, die toch al niet in een bes
ten reuk van onpartijdigheid en van
wetenschappelijkheid staan men
denk* aan de ziekewhuisschandalen
te Parijs en elders, nadat de kloos
terzusters waren weggejaagd
zich door hun rapporten nu weer
zeer ernstig geblameerd hebben.
't Is bewezen dat er van eenige
ernstige onderzoekingen enz. geen
sprake is geweest, en dat de heeren
hun rapporten maakten om maar
de collega's te dekken!
DENEMARKEN.
Deaenarkee en IJsland.
Men weet dat er een beweging
in IJsland gaande is, om zelfstandig
te worden en ee* eigen bestuur te
hebben.
De Koning van Denemarken is
om den band wat te versterken
die deze verre bezitting aan zijn
kroon bindt, verleden jaar eens
naar IJsland op bezoek gt^aan en
er is toen een commissie Benoemd
om de betrekkingen tusschen het
moederland en IJsland voor den
vervolge te regelen. De voorstan
ders van afscheiding hebben nu,
wel niet geheel, maar dan toch ten
deele, hun zin gekregeneen door
de commissie gemaakt ontwerp
bepaalt wat de hoofdzaak betreft:
IJsland is een vrij, zelfstandig land,
met Denemarken door een gemeen-
schappelijken Koning en door ge
meenschappelijke belangen verbon
den. Het vormt op deze wijze met
Denemarken een statenbond. De
Koning zal voortaan den titel dragen
van „Koning van Denemarken en
IJsland."
Voor het overige worden aan
IJsland toezeggingen gedaan ten
aanzien van de visscherijinspectie,
nationalisatie, de oprichting van een
hooggerechtshof op IJsland en de
ooriogsvlag.
MAROKKO.
Moelai Haf id wint.
Met eiken dag hebben we weer
nieuwe winst te boeken voor Moelai
Hafid. Zoo nu weer, dat Sjeik
Bagdadi.de beste generaal van Abdul
Azis, naar Moelai overgeloopen is
met heel zijn leger.
Een Duitsche krant schrijft nu
„De afval van Bagdadi en zijn
leger ontneemt Abd-ul-Azis alle
hoop, en kan den stand van zaken
in Marokko geheel wijzigen, als de
Duitsche diplomatie nu maar profijt
weet te trekken uit den toestand.
„Moelai Hafid is nu de onbe
twistbare Sultan van Marokko zijn
gezanten zijn te Berlijnonder deze
omstandigheden moet men zich
afvragen of de niet-officiëele ont
vangst dezer gezanten niet in een
officiëele dient veranderd te worden,
met het oog op de Duitsche be
langen."
Inderdaad lijkt het wel, dat het
dien kant opgaat 1
Spanjaarden en Franscken.
Tusschan Fransche tirailleurs en
Spaansche soldaten heeft een vecht
partij plaats gehad te Casablanca,
waarbij een drietal twistenden zijn
gedood. De zaak is van geen inter
nationale beteekeni», maar wel
brengt ze weer aan het licht, dat
Fransche en Spanjaarden elkaar in
Marokko niet kunnen zetten
KRETA.
Ees stap verder.
De groote mogendheden hebben
besloten, een zeer ernstigen stap
verder te doen in de Kretenzer
kwestie, die een kwestie was inder
tijd als de Marokkaansche nu.
Terwijl het „Concert" der vier
besehermende mogendheden totnog
toe op Kreta een heel legertje
troepen van alle natiën onderhield,
hebben deze nu het beshfit genomen,
om geleidelijk hunne troepen terug
te trekken, wat een einde maakt
aan een actie die voor elf jaren
geleden begonnen is.
Want het terugtrekken van die
troepenmacht beteekent nu zoo goed
als een stilzwijgende goedkeuring
van de, door de Kretenzers lang-
gewenschte vereeniging met Grie-
kenla id.
Turkije kan nu wel vaarwel
zeggeD, ook aan het laatste schijntje
van zijn macht over Kreta, en de
Grieken kunnen juichen
De Fransche-Engelsche tentoonstelling
in Shepherd's Bush te Londen is giste
ren door den Prins van Wales geopend.
De Emir van Afghanistan heeft zijn
onderdanen nu ten strengste verboden
tegen Engeland partij te kiezen.
De „Patriote" meldde dat Romolo
Murri, de Italiaansche modernist, zich
had onderworpen. Dit blijkt nu onjuist.
De Saksische Eerste kamer heefteen
wet aangenomen tegen depiaalsing van
reclameborden enz. 'n Teeken des tijds 1
Het rotteRusland. De berichte*
over „something rotten" in Rusland hou
den niet op. Er zijn daar nu alweer enor
me spoorwegbedriegerijen ontdekt, thans
aan den Nicolai spoorweg. Bij talrijke
beambten van de lijn, die in Moskou
wonen, zijn huiszoekingen gedaan even
eens bij dsn Moskouer millionnair Kras-
sawin. Het is geconstateerd, dat door z^n
agenten heele wagons gestolen ijzer voor
zijn fabrieken zijn geleverd.
iih's
d*'
Boeiende roman, uit het Jüngehch.
*8).
.Hij nam eerbiedig den hoed af en
heen.
Miss Monk zag hem met gloeiende
hangen en fonkelende oogen na en
handelde voort.
„Wat bedoelt hij met die fiulp,"
acht ze. „Wat heb ik gezegd [Wie
^)u denken, dat hij Indisch ver
stond?"
Hoe zal dat afloopen
..De heer Bisset ging na dit belang-
yk gesprek naar zijne kamer, ten
tede zich te verkleeden voor het
her. Jn de eetkamer gekomen,
nette hem lord Chet.wynd zeer
redelijk. Weldra kw(amen Tem-
st cn Gilbert Monk en eindelijk
M' -VX? *n een kleed van gele zijde.
vl?S Monk groette den geleerde met
'lende woorden, Bisset echter
da ff Hi ,eel1 trotschen blik toe. Ze
ovf. 11\ door hare schoonheid te
njUHeugelen, doch Bisset liet zich
ir l e^en ging men in den salon,
«j. 11.fis Monk speelde piano en zong
b. de heer Tempest verhaalde
van zijne reizen en lotgevallen en
zoo werd de avond gezellig door
gebracht.
Om elf uur verlieten Gilbert en
iniss Monk 't gezelschap, beiden met
den wensch elkaar dien .avond nog
te spreken.
De heer Tempest stond op en
volgde hun voorbeeld.
„Ik verzoek u, nog een oogenblik
te blijven," zei de detective bedaard.
„Ik heb lord Chetwynd iets te zeg
gen en ik geloof, dat de markies
in alle zaken uw raad wenscht te
verpemen."
De heer Bisset ging op de teenen
naar de deur, luisterde en sloot ze.
„Ik heb ontdekt, mylord, dat 't
spook uit Chetwynd-Park ontvlucht
is en te voet naar Aunsgate ging,
vanwaar het met den sneltrein naar
Londen reisde. Ze was heel alleen,
er uit als een fijne jonge dame
en droeg grijze reiskleeren."
Lord Chetwynd en Tempest wa
ren zeer verrast over deze tijding.
„Ik heb redenen om te gelooven,
dat de jonge dame in 't kasteel een'
schuilhoek heeft, want ik geloof wel,
dat 't spook het witte lijkkleed met
zich voert. Waarschijnlijk verwis
selt ze van kleeren op leen afgelegen
kamer. Gaarne zou ik in uw beider
tegenwoordigheid de dakkamers on
derzoeken. Kunnen we daar onge
zien komen
„Zeker. Ik zal den hear Monk
verzoeken met ons te gaan."
„Liever ware het mij, den heer
Monk niet mee te nemen, zei Bis
set. Ik werk niet graag met zoo
veel menschen."
Chetwnyd stemde toe. Den vol
genden dag zou men het kasteel
doorzoeken.
XLI.
VREDE OF OORLOG.
Miss Monk had, op hare kamer
gekomen, haar geel zijden kleed ver
wisseld voor 'een donker, toen er
zachtjes op hare deur geklopt werd."
„Dat is Gilbert," zei miss Monk,
„ik ken zijn kloppen. Laat hem
binnen, Ragen
Nadat Monk binnengetreden was,
sloot de oude de deur.
„Dat is een onverwacht genoegen
Gilbert," zei Sylvia spottend. „Gij
zijt in den laatsten tijd niet erg
broederlijk geweest; mij docht zelfs,
dat ge mij ontwijken wildet. Wilt
ge niet gaan zitten
„Ik dank u," zei Monk en liet zich
toen in een stoel vallen. „Ik be
merkte, dat gij mij spreken wildet;
overigens heb ik u .iets bijzonders
te zeggen. Waar is Ragen
Hij keek rond en zag de oude in
■een hoek op een bankje zitten, ze
wierp hem een dreigenden blik toe!
„Wat ik u te zeggen heb, Sylvia,
raakt u alleen," zei Gilbert, „zend
de oude Ragen weg."
„Ge kunt niets zeggen wat ze niet
hooren mag," hernam miss Monk
koeltjes. „Ragen bezit mijn volle
vertrouwen, ze blijft hier."
„Ik twijfel niet of ze uw vertrou
wen bezit," zeide Gilbert, „en ik kan
evengoed voor haar spreken. Slechts
eenige woorden heb ik u te zeggen.
Het spook van Chetwynd-Park
blijkt een levend vrouwspersoon te
zijn, en hieruit volgt, dat ge haar
tweemaal moet gezien hebben. Daar
dit het geval is, was ik genoodzaakt
den lord te zeggen, dat ge den geest
gezien hadt, maar dit ontkend hebt,
uit vrees van hem nog meer op te
winden. Ik had u dit vroeger wil
len zeggen, doch ik hoop, dat de
detective u nog niet alleen gespro
ken heeftzoodoende is er niets ver
zuimd. Dat is alles, wat ik u zeg
gen wilde en nu ga ik weer."
Miss Monk's oogen schoten vuur.
„Een oogenblik," riep ze, „waar
om hebt gij Max gezegd, dat ik 't
spook gezien had?"
„Omdat hij 't mij vroeg. Hij be
wees, dat 'f spook een levend wezen
wasdaarom maakte ik van
den nood een deugd en zei de waar
heid. Ik heb u nog bijtijds gewaar
schuwd en ga heen."
Hij stond op. De oude Ragen was
ook opgestaan en als een panter naar
de deur geslopen. Op een wenk harer
meesteres sloot ze deze en nam den
sleutel er af.
„Nu zult gij; mij de opheldering
geven, die ik verlang," zei Sylvia
koel. „Ik heb n veel te zeggen, ga
nog eens zitten."
Monk schikte zich in zijn lot en
nam weer bezit van zijn stoel.
„Nu," sprak hij onverschillig,
„wat wilt ge mij nog vertellen
„Vooreerst," zei Sylvia toornig,
„dat uwe waarschuwing te laat
komt."
„Te laat
„Ja, te laat; ik had reeds een ge
sprek met den detective. Hij ver
zocht mij 't bezoek van 't spook te
beschrijven. Voor lord Chetwynd
heb ik altijd geloochend het gezien
te hebben, ik moest dus volharden
en 't ook tegenover Bisset looche
nen. Hij vertelde mij, dat gij hem
't tegenovergestelde gezegd had;
wat zal hij van mij denken Hoe
durft gij u in mijne zaken mengen
en beweren, dat ik 't spook gezien
heb?"
„Ik kon niet andersmen had mij
in de engte gedreven. Het is zoo
erg niet, want die agent is eenvoudig
een botte kerel. Wel is hij van nette
familie en door protectiei 'aan die
betrekking gekomen. Hij zal liier
niets uitrichten."
Miss Monk glimlachte verachte-
lijk.
„Zijt ge zoo oppervlakkig, als
uwe woorden bewijzen?" riep zij.
„Zfit ge blind, zoo eenvoudig, zoo
dom Deze Bisset is een der
scherpzinnigste detectives waarover
de politie beschikt. Hij stelt zich
alleen zoo dwaas aan om zijne hoe
danigheid te verbergen. Hij zou
een botterik zijnNooit in uw leven
hebt ge u zoo vergist als thans;
die man kan gevaarlijk worden."
Monk lachte spottend.
„Wees op uwe hoede. Gilbert,"
waarschuwde Sylvia, „hij zal ach
ter uwe geheimen komen. Toen ik
heden op het terras wandelde, zocht
Ragen een voorwendsel om bij mij te
komen en mij te waarschuwen. Ra
gen sprak Indisch met mij en toen
ze weg was, zei hij mij lachend, dat
hij in Indië geboren was en ze-er
goed die taal verstond."
„Vervloekt!"
„Hoeveel of hoe weinig hij weet,
kan ik niet raden, doch hij weet meer
dan gij denkt. Ook zeide hij mij. dat
hij de Indische zaken bestudeerd had
en eene zekere uitdrukking in zijne
woorden en blikken deed mij geloo
ven. dat hp daarmee iets bijzonders
bedoelde. Wellicht vermoedt hij, wat
hier voorgevallen is."
„Ik geef toe, dat Bisset een scherp
zinnig man is, zei Monk naden
kend: „hij is toch maar ©en mensch.
Zoo diep kan hij toch in de zaken
niet doordringen."
Wordt' vervolgd.)
i -
i
W