DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
/inn Qnn icn inn on
Het spook ra IMpl-M.
Haagsche Brieven.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
ICisudeHtoiswesf 2d«Si®33f Haarlem
DINSDAG 19 MEt 1908,
33ste jaargang No. 6891.
Bureaux van Redactie en Administratie:
Iciterc. Telefoonnummer 9426.
Nieuwtjes in drie regels.
Verspreide Berichten.
FEUILLETON.
HERE HURLEMSCHE GOORMT
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maaien voor Haarlem fl.35
Voor de 'plaatsen, -waar een agent is gevestigd (kom d3r gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C
Afzonderlijke nummers0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 16 regelsf0.60 contant)! 0.50
Elke regel meer 0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant
1000
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
«ULDEN bij ÉP& «-» mn 45 A M ra «ft GULDEN bij
scbiktheid tot
werken.
400
overlijden
300
GULDEN bij
verlies van Óen
hand of voet.
150
éen oog.
100
GULDEN bij
verliet van
éen duim.
éen
wijsvinger.
15
CVLMDN bij
verlies van
óen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
XVII.
Ja, ja, de heer Passtoors weet
het wel 1 aar ging het oin bij die
IJmuider quaestie? Om precies te
"vreten wat van de regeering te ver
wachten viel. Nu was de makke
lijkste weg natuurlijk deze, dat de
afgevaardigde voor Beverwijk tot
minister Bevers had gezegd: „Ex
cellentie, vertel nu eens even hoe
u ©ver de zaak denkt." Maar in de
Kamer kun-je zoo onvormelijk niet
voor den dag komen. Daar moet
alles in de puntjes gaan, anders
dreigt voorzitter Roëll met het
reglement van orde, dat altijd zijn
plechtanker is. En zoo had de heer
Passtoors een mooi stelletje vragen
zoo opgemaakt, dat bij precies zou
hooren wat hij in heel IJmuiden
graag wilden weten. Zooals w«
weten, liep dat zaakje best.
Dat vragen-instituut is wel een
aardig ding en de Tweede Kamer.
Vroegar kon een afgevaardigde
niets te weten komen of hij moest
er een interpellatie voor aanvragen,
terwijl zoo'n interpellatie dan ge
woonlijk eerst later plaats. Wat heb-
je daar aan voor een zaakje waar
haast bij is Stel u voor dat de heer
Passtoors ever IJmuiden wilde
in ter pe lieer en. en de Kamer besliste,
daar over een dag of eens naar
te komen luisteren In dien tijd
was de hal ve vischkandel naar den
kelder geweest
Neen, met die interpellaties is
't niets gedaan, en daarom volgde
oaze Tweede Kamen, vlug als altijd,
het voorbeeld na van betEngelsehe
Lagerhuis en stelde een tijdstip vast,
waarop vragen den leden vrijstaat.
Dat wil zeggen: ze moeten eerst
den voorzitter mededeelen wat ze
vragen willen. Als deze er genoe
gen mede neemt, stelt hij de regee
ring ervan n kennis, die dan of
kan besluiten tot een schriftelijk
antwoord, of zeggen kanik kom
Vrijdagmiddag kwart over 3 wpl
eventjes bij de Kamer aan.
Dat er zoo'n omslag bij gemaakt
wordt, toont een keer de meer hoe
vlug de heer Passtoors er bij heeft
moeten zijn om den eerste* Vrij
dag de beste de quaeetie al op
't tapijt te kunnen brengen.
Gedebatteerd wordt sr bij dat
vragen en antwoorden niet. 't Is
den leden alleen toegestaan een
nadere opheldering te vragen, van
welke gelegenheid de socialisten
bij den aanvang al dadelijk gebruik
trachtten te maken om nog een
nieuwe vraag te stellen.
De voorzitter wist dat echter
terstond den kop in te drukken.
Of de roode heeren zich boos maak
ten of niet, hij stond geen nieuwe
vragen toe. Na eenige vergeefsche
pogingen legden de secialisten zich
dan ook maar bij dat presidiaal be
leid neer.
't Spreekt van zelf, dat het er nu
op aan komt de vragen terstond
zóó te stellen, dat het gewenschte
bekomen wordt. Nu, ook dit heeft
de heer Passtoors goed weten te doen.
Er was zelfs geen nadere opheldering
noodig.
Vrijdag j.l. kregen we op 't vra-
gankwartiertje wat te hooren over
Atjeh. De heer Van Deventer wilde
wel eens weten waarom de Kamer
nog altijd niets gehoord had ovtr
de inspectiereis, welke gouverneur-
generaal Van Heutz in Atjeh ge
maakt heeft. „Wel," antwoordde
minister Heemskerk, die sindsdien
de koloniale portefeuille aan minister
Idenburg heeft overgegeven, „wel,
ik heb het rapport zelf pas ont
vangen Intusschen had Z.Exc. er
ai zoo in gesnuffeld, dat hij op de
tweed* vraag van d-ea heer Van
Deventer naar het verband tusschen
het ontslag van generaal Van
Daalen en die reis afdoend antwoord
kon geven. Den gouverneur-generaal
was n.L gebleken, dat het optreden
van generaal Van Baaien als ci v-i el
gezaghebber niet met ,zija inzichten
strookte.
Ziet, hier was nu m.i. voor den
heer Van Deventer wel gelegenheid
geweest, een nadere inlichting te
vragen. Deze n.l., of het optreden
van gouverneur Van Daaien als
militair gezaghebber wèi te
Batavia werd goedgevonden? Het
antwoord had de moeite waard
kunnen zijn, want er werd den
laatsten tijd op Atjeh nogal bievdig
en hardhandig „gepacificeerd."
Vraag daar den heer De Stuers
maar eens naar. Best mogelijk
intusschen, dat minister Heemskerk,
dis ook niet van gisteren is, leuk
weg zou geantwoord hebben Daar
moet ik eerst het rapport nog eens
op nalezen," want zoo a bout por-
tant een vraag te beantwoorden is
altijd een gevaarlijk werkje, 'tls
juist om. dit ie voorkomen, dat de
voorzitter zoo streng optreed bij dat
Vrijdagsche kwartiertje.
Waaneer zou de stemming komen
over de motie-Bos, welke staats
exploitatie onzer spoorwegen vraagt?
't Is eigenlijk jammer van den koste-
lijken tijd, die erover verpraat wordt,
want 't voor en tegen is al eenige
malen gedrukt en herdrukt in
allerlei boekjes. En als dan dat
herkauwen van oude argmmenttn
zoo saai gebeurt als de langdradige
heer Treub pleegt te doen, berg-je
dan maar! Zoo'n speech is nog
vervelender dan een boemeltrein
Politicus.
FRANKRIJK.
Werkloosheid tengevolge van dea
vrede
Ook d* vrede heeft zij* schaduw
zijde
Reeds eenige maanden geleden
werden een paar honderd arbeiders
uit h*t arsenaal van Bourges ont
slagen en in Juli zal ook een groot
aantal werklieden in het arsenaal
Douya en de staatswapenfabriektn
van St. Eiianna en Ckateïlerault
worden afgedankt.
De onderminister van Oorlog ver
klaarde aan een vertegenwoordiger
der vereeniging van staatswerklie
den, dat de regeering in 1905 en
1800 tengevolge van buitengewoae
bestellingen het aantel arbeiders
sterk moest uitbreiden, maar dat
na het afwerken der bestellingen in
de staatsarsenalen en wapenfabrie
ken het groote aantel werklieden
niet meer noodig was.
En zoo komen deze werklui op
straat te staan©mdat de staait
zoo vredelievend is 1
RUSLAND,
De regeering ea de Doet&a.
In lange hebben we niets over
Se Doema verteld, die dan toch
weer met haar werkzaamheden
bezig is.
Stolypin, die handige baas, heeft
langzamerhand zoo mooi gemanoeu
vreerd, dat hij met de Doema vrijwel
kan opschieten. Hij werkt nu met
dat lichaam samen en ais men de
-alleruiterste partijen uitzondert,staat
hij uset allen op een dragel y'ken
voet.
We lezen wel dat de begrootinge-
commissie uit de Doema zi«k na
lange beraadslagingen, verklaard
heeft tegen het dGor de regeering
aangevraagde krediet van 11 mil-
lioen roebel voor pantserschepen,
snaar -dat komt wel in orde.
.Een bewijs van goede stemming is
•daarentegen, dat een gemengde com
missie, bestaande uit leden der be-
grootingscommissis, leden van den
Rijksraad en leden vaneen bijzondere
commissie van deskundigen, met 20
tegen 17 stemmen 'besloten heeft
zoowel om militaire als om staat
kundige redenen onverwijld een
aanvang te maken met dan aanlag
van den Amoer-spoorweg.
Die Amoer-spoorweg is Stolypin
's lievelingsdenkbeeld.
Intusschen heeft hij daarmee
ernstige moeilijkheden, en nog wel
van een zijde, waarvan dat niet te
wachten wasvan de zijd® van den
Rijksraad.
De rechterzijde van dit lichaam
bestaat n.1. uit reactionnairen van
het zuiverste water en deze hebben
er de meerderheid. Zoolang er
slechts kwesties van betrekkelijk
geringe be teekenis aan de orde
waren, toonde de Rijksraad tegen
over kabinet en Doema een zekere
meegaandheid, nu echter ernstige
zaken op het tapijt komen, zal er
ook ernstige tegenstand worden be
toond, vooral tegen den aanleg van
dien Amoer-spoorweg.
Men zegt dat 85 leden, dus de
meerderheid, zich tegen dit ontwerp
zullen verklaren. En met de wets
ontwerpen op vervroegd ontslag uit
de gevangenis en de agrarische wet
van. 1906 op het uittreden uit de
gemeente zal het wel niSt beter
gaan.
Stolypin zal dus nu weer tegen
den Rijksraad er wat op moeten
vinden.
MAROKKO.
De actie der Fratnscbea.
Hei vechten houdt nog maar niet
op.
Generaal d'Amade seint nu weer,
dat hij in een nieuw gevecht de
vijandelijke stammen tot ©p 20 K.M.
van de vooruitgeschoven posten der
Franschen beeft teruggeworpen. Be
Fr&nschen bekwamen 3 dooden en
-21 gewonden.
President Fallieres fceekende een
besluit, waarbij generaal Lyaufey,
commandant der divisie Oran, "be
noemd werd tot hooige commissaris
der Fransche regeering in het Ma-
rokkaansche grensgebied.
In deze hoedanigheid (zoo luidt
het besluit) zal generaal Lyautey,
■in vereeniging met een weidra te
benoemen Marokka&nscben heege
commissaris de leiding hebben over
ele organisatie der politie, de opening
van merkten, de ontwikkeling der
handelebetrek kingen.
Bij de uitvoering dezer maatrege
len zal hij staan ouder gezag van
den gouverneur-generaal van Algerië
en de Fransehe legatie te Tanger.
Een zeer opmerkelijk besluit, welks
strekking op het oogenblik te Pa
rijs niet begrepen wordt.
CHINA.
De opstand.
Volgens telegrammen aan ien
„Herald" hebben de Chineesche op
standelingen in Joennan, die naar
we meldden zoo verschikkelijk tegen
de Chistenen optreden, nu de stad
Lingan-foe vermeesterd an bedrei
gen zij Moengtse, een der vier
steden in Jaennan welke open zijn
voor den internationalen handel.
De Fransche hebben aangeboden,
uit Lookai troepen te zenden om
den opstand te onderdrukken, maar
de Chineezen hebben bedankt, uit
vrees dat zij die hulp met spoor
wegconcessies zullen moeten beta
len!
Niet ongepond waarschijnlijk!
TURKIJE.
Dreigementen.
Xla Italië, heeft nu ook Frank
rijk het stelsel van dreigement, te
gen Turkije welgebruikelijk, met
goed gevolg toepast.
De Turksche regeering heeft na
melijk de onderhandelingen met
de belanghebbenden in de meer-
besproken Heraklea-aangelegenheid
hervat. Maar niet uit vrijen wil is
dè Port# daartoe overgegaan, maar
ondar druk van de bedreigingen
van Fransche zijde.
De Turksche gezant te Parijs,
Munir pasja, heeft n.l. eenige dagen
geleden aan de regeering te Kon-
stantinopel geseind, dat minister
Piclaon hem had medegedeeld, dat
Frankrijk nog acht dagen geduld
zon hebben.
Indien alsdan de Heraklea-aan
gelegenheid nog niet geregeld mocht
zijn, dan zou «de Fransche ambas
sadeur te Xonstantinopel terug ge
roepen worden en zou Frankrijks
regeering haar toevlucht moeten
namen tot dwangmaatregelen
?t Ig-gefeleken dat de burgemeester
van Sebastapel een ijverig revolution-
neir is! Moeie toestanden!
De past schijnt zich uit te
breiden in Klein-Azië. Uit Bagdad
komen berichten van ziektegevallen.
De Perte heeft protest aangef.ee-
kend tegèn het terugroepen -der inter,
nationale troepen van Kreta. v
De Japansche verkiezingen heb
ben, tegen ds verwachtingen,oen groote
mserderlieid aan de regeering gezorgd.
De rijkdom der Portugeesche
kroon. Thans is officieel e«n inventaris
opgemaakt van de bezittingen der Por-
tugsesche Koninklijke familie, ©e palei
zen worden .geschat op 3 miilioen, de
kroosjuweeien -op 8 125000 gulden, waar
onder eene verzameling robijnen welke
voor de fraaiste in Europa gehouden
wordt. De verdere onroerende goederen
zijn geschat op 10 millioen.
Besparing van daglicht. Het
pla* door 't Engelsche Parlementslid
Pearce ingediend (afkomstig van de*
ingenieur Wiliett) om in April de kl*k
viermaal twintig minuten vooruit te
zetten en in September weder zooveel
maal terug vindt grooterinstemmhagdan
men verwacht zou hebben. Een groot
deel der Per» is 't voorstel gunstig ge
zind.
Boeiende roman, uit liet Engelsok
51)
„Hij is krankzinnig geworden,"
dacht de pastoor. „Arme lord! Arme
niis^i^pnk."
C'Kctwynd scheen zijne gedachten
te raden.
„Ik ben niet krankzinnig, ik ver
lang den sleutel der kerk."
De geestelijke haalde den sleutel
Ti ging mee naar de kerk-
Bisset ging dadelijk aan 't werk:
haar het scheen was de zerk: onaan
geroerd. Ook de heer Tempest begon
de andere zijde de schroeven los
j-e draaien. Chetwynd stond met ge
bogen hoofd erbij, terwijl Monk in
Sesprek was met den pastoor.
Eindelijk was d© deksel los, hij
Verd weggeschoven .en Bisset liet
ee;" kreet hooren.
De zerk was niet ledigeen ge
raamte lag er in, gehuld in een wit
jteden kleed, dat met kostbare kan
ten afgezet was. De zijde was be-
lekt en geel, alsof ze er reeds lang
m lag
at was de oplossing hiervan
- Monk had uit vrees van ontdek
king een kleed laten maken, juist
gelijk aan 't lijkkleed van Bernice
en het er in gelegd in den nacht,
toen Bernice ten tweeden male ont
vlucht 'was!
Lord Chetwynd naderde de kist:
geen tranen stonden in zijn oogen,
de oude wonde was weder openge
rukt, hij kon niet we-enen van smart.
„Dat is 't lijk mijner vrouw," zei
hij, „dit is haar kleed. Ziet, de kant
is dezelfde wij hebben ons ver
gist."^
Zwijgend werd het deksel weer op
de kist geschroefd en men verliet de
kerk. De vier heeren keerden naar
't Park terug.
„Tot nu toe heeft Monk ©en voor
sprong op mij," dacht Bisset. „Hij
is sluw als een duivelwe zullen een
feilen strijd samen hebben, maar ik
zal hem overwinnen en spoedig."
XLV.
DE STRIJD BEGINT.
De heer Bisset had gedacht de
zerk ledig te vinden, doch hij zag
zich bedrogen in zijn vermoeden.
Gilbert was tot nu toe overwinnaar.
.Wat nu te doen Bisset was over
tuigd, dat zijne meening de ware
was. De beenderen, die in; de zerk
lagen, waren niet die van lady Chet
wynd, maar waren er door Gilbert
Monk gebracht. .Ook wist hij nu,
dat Monk 't zijden Meed der lady
had. laten namaken.
Doch hoe kon hij dat bewijzen?
Hoede waarheid onthullen Hoe kon
hij een man in de val lokken, wiens
sluwheid aan 't wonderbare grens
de
Des .anderen daags vond hij lord
Tempest, Gilbert en Sylvia Monk
aan 't ontbijtde heeren. zagen er
echter uit alsof ze niet geslapen had
den. Alleen Sylvia had een lachend
gezicht.
Na 't ontbijt wierp zich Monk op
den divan en vroeg:
„JVel, mijnheer Bisset, wat zal er
nu gebeuren? Wh hebben 't huis
doorzocht de dooden in hunne-,
rust gestoord wat nu Zult ge
het dienstpersoneel ondervragen?"
„Neen," zei Bisset bedaard, „de
knechts weten niets van de spook
geschiedenis."
„En weet ge dat maar zop, zon
der ben gevraagd te hebben. Wat
zijn die politiemannen toch sluwe
menscben; indien ik niet zoo'n op
rechte kerel was, zou ik bang voor
u zijn!"
In deze opmerking lag een bijten
de spot; Bisset begreep t, maar liet
niets merken.
„Mijnheer Bisset," zei. Chetwynd,
„gij waart op een valsch spoor. Uwe
woorden en daden van gisteren heb
ben mij mijnvongeluk opnieuw doen
voelen. Ik zal Engeland verlaten,
zoodra-
Staats-exploitatie van Spoorwegen?
Zaoals wij onlangs melddan, heeft
de Katholieke Kamerclub eenige
voorvergaderingen aan het vraag
stuk der staats-exploitatie van spoor
wegen gewijd, waarin een spreker
den Kamerleden voorlichting heeft
gegeven.
Men meldt ons nu uit Alkmaar,
dat deze spreker voor de Katho
lieke Kamerclub de WelEerw. Pater
Weijers is geweest.
Wanneer de opinies, door Pater
Weijers in een paar hoofdartikelen
in „De Tijd" geuit, en waarin veel
wordt beweerd, maar weinig bewe
zen, terwijl de o.i. voornaamste
kwestie, die der apportuniteit, ge
heel op zijde wordt geschoven,
als diezelfde opinies het onderwerp
gaweest zijn v&n de redevoeringen
waarmede de Katholieke Kamer
club is „voorgelicht", dan stellen
we ons van het opgestoken licht
niet veel voor!
Hofberichten.
H. M. de Koningin had gisteren
den heer Idenburg als oud-gouverneur
van Suriname aan tafel genoodigd.
Uit de Staatscourant.
Bij Kon. Besl. is, met ingang van
15 dezer, benoemd tot lid van den
Pensioenraad voor burgerlijke amb
tenaren, mr. J. A. Loeff, lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De gewone audiënties van de minis
ters van landbouw en van marine
zullen resp. Woensdag en Vrijdag niet
plaats hebben.
Minister Idenburg bij den Xoningi
H. M. de Koningin ontving gisteren
ten Paleize Het Loo den heer Iden
burg, ter aflegging van den eed als
Minister van Koloniën.
Mr. E. J. Everwijn Lange, t
i e msterdam is op 77-jarigen leef
tijd Zondagavond overleden de heer
mr. E. J. Everwijn Lange, oud lid
van den Gemeenteraad.
Defensieraad.
In de Trèveszaal te 's-Gravenhage
werd gisteren de Defensieraad geïn
stalleerd door de ministers van bin-
nenlandsebe zaken, van marine en
van oorlog, met een rede van eerst-
genoemden minister.
Een „permanent college" noemde
de Minister den Defensieraad, hetwelk,
ter bevordering van 's lands belangen
Hij brak .plotseling af. Hij wild©
:zegg-en „Zoodra i k met miss Monk
getrouwd ben", doch deze woerden
k-on hij niet uitspreken. Zijn ■aan
staand huwelijk .begon hem meer en
meer op een gruwel te lijken.
v,.Ik erken uw ijver, mijnheer .Bis
set," ging hij voort, „toch wild© ik,
dat ik de handeling wan gisteren on
gedaan kon maken. Mijn vrouw is
werkelijk dood."
Bisset -echter was tevreden «n
wachtte op zijn rechtvaardiging.
.„De .soort van stof," zeid-e hij
„van welke 't lijkkleed in de- zerk
vervaardigd was, verschilde van 't
kleed, dat gij in huis hebt, jJVelk©
is nu 't lijkkleed
„Natuurlijk dat, 't welk in da zerk
is, mijnheer Bisset."
„Maar u zei toch, dat uw-e echtge
noot© alleen z-oo'n kleed had lier-
nam d© detective. „Gij hebt 't kleed,
dat in uw bezit is, a,ls 't ware er
kend. Hoe komt dan dat kleed in
de zerk?"
„Ik weet 't niet; miss Monk of
Fifiïie kunnen dat misschien ophel
deren."
„Met Sylvia heb ik daar reeds
oVer gesproken," zei Monk, „zij wist
er -echter niets van."
„Fifine kan misschien licht in de
zaak brengen," hervatte de detec
tive; „ik zal eens overleggen. De
gelijkheid van die twee kl-eederen is
een gewichtig punt. M at ik nog
meer geloof, durf ik niet zeggen,
my lord; maar ik zal 't geheim ont
warren."
„(JYij behoeven alleen te weten,
wie 't meisje is, dat zoo sprekend ge
lijkt op mijne vrouw, en waarom
ze mij vervolgt."
„Gij .zult 't weten," zei Monk
ferm. „Vertrouw op mij, ik geloof
niet-, dat 't spook terugkomen zal. Ik
ga- naar Londen en verzoek u mij
te telegrafeeren, indien de Verschij
ning zich herhaalt,"
Monk ging naar zijn zuster. Zoo
dra. hij weg was, bemerkte Bisset:
„Mylord, ik heb meer ontdekt, dan
ge meent, Mijn wensch is, dat zelfs
de heer Monk gelooft, dat ik mijn
onderzoek gestaakt heb. Heb geduld,
mylord, ik zal uwe droefheid in
vreugde veranderen."
Dit zeggende ging hij heen en slen
terde den tuin in, waar hij de oud©
Ragen ontmoette met eentheeblad
in de hand.
„Ha, zijt gij het," sprak hij haar
in de Indische taal tpe. „Het was
mijn wensch u te zien, ik behoef
slechts i-ets te wenschen en :t ge
beurt."
Hij was haar in den weg getreden
en keek haar doordringend aan.
„Gij vereert de godheid Kali en
zijne vrouw Siva, niet waar?"
Hfj maakte eenige bewegingen met
de hand, terwijl 't wijf hem aanstaar
de en .begon te bev-en.
„Gij ziet, dat ik u ken," ging Bis
set voort. „Gij behoort tot diq sekte,
die een mensehenleven zooveel acht
als dat eener vlieg."
Kagen zette haar theeblad op zij
en trad eenige schreden terug.
„Gij meent slim en sluw te zijn,"
zei de detective, haar nog scherper
aanstarend „maar ik ben sluwer en
slimmer. Ik kan is uwe ziel en in
uw erieden lezen. Ik weet, dat gij
de min uwer jonge meesteres waart
en dat naar geluk en haar rijkdom
u boven all-es gaan. Zij is arm. Zij
bemini lord Chetwynd en een hu-
welijk met hem zal haar rijk maken,
i i 1S duidelijk. Gij hebt beproefd,
lady C'hetwynd te vergiftigen, maar
door een toeval gaaft gij haar een
verkeerden drank. Gij gaaft- haar een
dosis Lanna. en haar dood was slechte
schijndood."
Het oude wijf gaf -een gil van wo-e-
de. Doodelijk verschrikt staarden ha
re kleine oogen Bisset aan, \yien ze
in haar bijgeloof een bovennatuur-
lijke kracht- toeschreef.
„Gij hebt reden om te sidderen
zei Bisset en zijne stem klonk scherp
„want van alle mensehen ben ik de
gevaarlijkste voor u, mooredna-
res.
„me heeft lady Chetwynd
haar gr;u verlost ?"-
uit
(Wordt vervolgd.)