DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Haagsche Brieuen. BUITENLAND. Telegrammen. Geluk in de Prairie, Kinderhuisvest 29-31-33, Haarlem BINNENLAND. MAANDAG f JUNI 1908. 33ste Jaargang No. 6901 Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. Heemstede. Nieuwtjes in drie regels. Verspreide Berichten. FEUILLETON. HIK HAARLEMSCNE COURANT ABONNEMENTSPBU8: Per 8 maanden voor Haarlem fl.35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C Afzonderi(jke nummers0.05 PKIJ8 DER AD VERTENT IËN: Van 16 regelsfO.ÖO (oontant)f 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant. 1000 Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van GTJLDEN bij m sg*% 0% mut A A HO HO #0 M GULDEN bij hM—* Qnn™°- iRfiinncn |y| p oven,jc ea iSaHMI band of voet. fl I IfflH éen oog. I BUI éen daim. scbiktheid tot werken. 00 éen wijs vinger. 15 GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Zaterdag j.l. schreven we een ttraiskopje over de a,s. gemeente raadsverkiezing te Heemstede. En heden kunnen wij tot onze op lachte vreugde reeds melden, dat het doel, met dat artikeltje beoogd, reeds is bereikt. De heer Jansen Hendriks, die door aan deel der Roomsch-Katho 1 ieke kieners als oandidaat- werd gepro pageerd tegenover den officieelen «amdidaat der R. K. Kiesvereeni- güsxg, den heer Peeperkorn Jr., heeft naar wij uit goede bron veme- jmten zijn candidatuur he den ingetrokken. Dat is een besluit waarmede wij èn den heer Jansen Hendriks, èn het Katholiek© Heemstede geluk- irenschen. Ten bate der Katholieke eenheid, met achterstelling van eigen wen- schen en verlangens, heeft de heer Jansen Hendriks een offer weten te brengen, dat der Katholieke partij ten goede zal komen en hèm tot acre strekt. Het doet ons oprecht .genoegen, dat heer Jansen Hendriks, uit eigen overtuiging, het juiste standpunt heeft ingenomen dat ook door ons Zaterdag j.l. werd verdedigdde oandidaat der R. K. Kiesvereeni- ging, eenmaal bij meerderheid van stemmen gesteld, moet voor ieder Katholiek kiezer ,,de" oandidaat xijn. Dat eischt de eenheid der par tij,, het hooghouden der organisatie! Wij meenen dan ook, dat heel hét Katholieke Heemstede èn dege nen die tegen de candidatuur-Peeper- korn gekant waren, èn zij, die den heer Peeperkorn stelden den heer Jansen Hendriks dankbaar mogen zijn voor het offer da.t hij bracht m het belang der Katholieke een heid. Dat zal in Heemstede ongetwij feld niet worden vergeten! XIX. We hebben wat gemist geduren de de jongste zittingsperiode der Tweede Kamer. Vroeger placht de voorzitter te midden der meest in teressante speechen plotseling uit te roepen: „Deheerengelieven de plaats tusschen den spreker en de steno grafen open te latenDat was dan aan 't adres van een groepje leden, dat in 't middenvak naar een mi nister of kamerlid stonden te luiste ren en daardoor voor de snelschrij vers het tegendeel vormden van een klankbord. De luisteraars stuiven bij zoo'n vermaning uiteen, zich netjes posteerend in twee rijen, waartussehen de parlementaire of •ministeriëele klanken ongehinderd tot de kostschrijflessenaars konden doordringen. In den laatsten tijd hebben we echter die presideala opmerking niet meer gehoord. Hoe dat komt? Wel, het analytische hekje belet alle samenscholingenHoogstens kunnen hier of daar nog twee of drie leden op een hoopje staan en dan is desnoodig een kort verzoek van een der stenografen voldoende, om het troepje wat opzij te schui ven. Ziedaar dus ééne goede zijde van hot analytische hekje, dat alvast bij de stenografen goed staat aan- geteekend. Of 't ook meer goede eigenschappen zal bezitten, moet, nader blijken. Met September zullen de analytische redacteurs er met hun directeur ook tusschen komen, bij wijze van proefNu ja, dat 's maar een doekje voor het bloeden, om nog wat tegenstanders te win nen, want moeilijker nog dan iets nieuws beginnen is in 't parlement iets wat bestaat afschaffen. Dat ziet men b.v. aan het blij vend gedeelte, dat maar niet weg wil. Daar zullen we bij de a.s. be handeling der Begrooting van Oor log wel wat van hooren! De begrooting van Oorlog! Nu DOg? Zoo zal misschien deze of gene uitroepen. De zaak zit zoo. Na 't afstemmen der begrooting-Van Rappard zijn de financieele verrich tingen van oorlog geregeld door in diening en goedkeuring van een credielwet, die echter slechts voor een half jaar gold. Voor de zomer- vacantie aanvangt moet het parle ment dus eerst nog de definitieve oorlogsbegrooting goedkeuren wat weer extra-oponthoud is voor den arbeid op 't Binnenhof, die toch al zoo traag van de hand gaat. Te meer vrees ik nu dit opont houd, wijl de quaestie van het blijvend gedeelte wel weer blijvend de aandacht zóózeer in beslag zal nemen, dat b.v. voor de hervatting der bespreking van den toestand onzer Rijkswerklieden geen tijd zal zijn, ook omdat nog meerdere wet ten moeten worden afgedaan. Enfin, geen zorg voor den tijd. De Rijkswerklieden kunnen alvast tevreden zijn, want de overtuiging is gevestigd, dat hun toestand ver betering eischt. Inzonderheid dan ken zij dat aan de heeren Passtoors en van Vliet. Als toch een socialist zoo'n toestand aanvat, moet men altijd en passant aan de „propaganda" denken en dit verzwakt dan on willekeurig den indruk van een betoog. Nu echter ook genoemde Kamerleden eens een boekje over de vaak afkeurenswaardige Rijks regeling kwamen opendoen, nu is 't duidelijk, dat er moet ingegrepen. Dat zal nu wel goed gebeuren ook, want de Staatscommissie, over wier benoeming de brave heer De Klerk zich zoo boos maakte, zal weldegelijk werk leveren. Daarvoor staat thans de parlementaire aandrang borg. Had intusschen de verbolgen heer De Klerk zijn zin gehad, dan was die commissie er nóg niet, maar moest haar samenstelling wachten op de eindiging der debatten, waar van de hervatting nog onzeker is. Ja, ja, zoo zouden de Rijkswerk lieden wel flink geholpen zijn! Goede heer De Klerk, wat deed ge in de kou! Politieke lauweren dacht ge te behalen, maar eilacie, 't bekwam u slecht. Uit de spoorwegrede van den heer Lely wil ik. als speciaal voor Haar lem van belang, nog dit in herin nering brengen. Hij kon tijdéns zijn ministerschap zijn zin maar niet krijgen met batrakking tot het station onzer Bisschopsstad, dat im mers dringend verbouwing bahoefda. Alle onderhandelen en eorrespon- deeren met de H. S. M. schoot maar niet op. Toen verzon Z. Exc. dit: hij legde de maatschappij, wier rangeerende trainen zoo vaak de overwegen afsloten, een alleroamo- gelijksten rangeerdienst op, ten einde het Haarlemsche verkeer zoo min mogelijk te belemmeren. Toen be gon de PI. IJ. S, ook een nieuw station noodig te vinden, hoewel 't nog een paar jaartjes duurde voor 't kwam. Maar nu is 't, dan ook er en mooi Politicus. DUITSCHLAND. Koningsbezoek in Berlijn. Het Zweedsche Koningspaar is gisteravond in Berlijn aangekomen voor een officieel bezoek aan den keizer en de keizerin. Op de gebruikelijke wijze, met eerej offeren en toespraak van den burgemeester, i? het koningspaar op de Pariser Platz gecomplimen teerd vanwege de stad, en des avonds heeft de keizer op het gast maal ten paleize een toast gehouden, waarin hij zeer den nadruk ves tigde op d« Noordzee- en Oostzee- overeenkomsten, dezer dagen ge sloten. Belangrijke politieke of diploma tieke gevolgen worden er van het bezoek, dat meer het karakter van een beleefdheids visite heeft, niet verwacht. FRANKRIJK. Hoe de Franseho regeering het recht verkracht. Wij lezen in het „Dagblad van N.-Brabant" „Het wakkere Katholieke dag blad, „La Croix" is voorheen het eigendom geweest der Paters As- sumptionisten. In 1900 is hét ver zet tegen de redaktie dezer religieu- sen begonnen. De Paters liepen al dadelijk gevaar door de regeering te worden verbannen en hun werk ver nietigd te zien. Zij zijn toen zoo verstandig geweest om hun zaak te verkoopen aan den tegenwoordigen eigenaar, den heer Paul Feron-Vrau, die er 1.400.000 francs voor betaald heeft. De Fransche Regeering beweerde echter, dat de heer Feronvrau slechts een strooman was, een tusschenper- soon, en da,t, „Het huis der goed© pers", zoo heette de zaak, in werkelijken eigendom was gebleven aan de Paters Assumptionisten. Daaruit is een proces gevolgd, dat nu eenige jaren heeft gehangen en thans geëindigd is door ©en veroor deeling van den heer Feron-Vrau. Gevolg van dit vonnis zal zijn, dat de tegenwoordige eigenaar zijn IV2 millioen francs kwijt is, en dat de heele zaak zal worden geliqui deerd. gebouwen, zetterij, drukkerij, enz. Zoo vat de Fransche Regeering de vrijheid van drukpers op, en zoo tracht zij de Katholieke pers te ver nietigen Maar „La Croix" is er intusschen bovenop. Sinds de leiding van den heer Feron-Vrau is ze hard vooruit gegaan, het formaat is vergroot en haar lezerskring is trouw. Uit dien kring is voor alle zekerheid de Naamlooze Vennootschap „Société Jeanne d'Arc" gesticht, met een ka pitaal van eenigfe millioenen, bijeen gebracht in enkele dagen door een inschrijving, zoodat de voortzetting der „Croix" in ieder geval is ver zekerd. Voor het Katholieke Frankrijk ware het een ramp geweest, indien de Regeering erin ware geslaagd de uitgave van dit wakkere volksblad te vernietigen. De meeste Parijsche bladen keuren het vonnis van het Parijsche As sisenhof 'af. Niet alleen bevriende bladen. De „Temps" herinnert er aan, dat de heer Paul Féron-Vrau door een notariëele akte anderhalf jaar vóór de vereenigingswet (waar door de Congregaties zijn ontbon den) is afgekondigd, eigenaar is ge worden van het „Huis der goede pers". Daaraan herinneren de mees te bladen. En toch wordt op die notariëele akte geen acht geslagen. De kwestie dor „alliance." De „Temps", die in Parijs dan toch het officieuze regeeringsorgaan is, bespreekt nogmaals in een hoofd artikel de nieuwe Europeesche conjunctuur, aan de hand van de door ons Zaterdag reeds vermelde uitlatingen van de Engelsche bladen. In de eerste plaats wijst 't blad den tegenstanders van 'n verbond erop, dat 't gevaarlijk is, met het afsluiten daarvan te wachten, totdat een oorlog uitbreekt. Het blad ver meldt verder een artikel in de „National Review" over de nood zakelijkheid van versterking van het Britsche landleger en zegt, dat dat artikel het oordeel van de voor naamste personen in Engeland weer geeft. De kwestie is dus, zegt de redactie, in Eogeland zoowel als in Frankrijk met volkomen zuiverheid gesteld. In den loop van de volgende maand zal men zien, in welke rich ting ze zich ontwikkelt. Het komt ons echter gewenscht voor, zoo gaat dan het blad voort, te verklaren, dat afwachting voor Frankrijk noch onrust, noch beklemming in zich sluit. Frankrijk heeft niets te vreezen, als het maar koudbloedig blijft. Als eenmaal het Britsche leger gebracht wordt op de sterkte, die door de „National Review" wordt vereischt, dan zou een Engelsch-Russisch ver bonden aansluiting met het Fransch- Russisch, en het Engelsch-Japansch verdrag, voor eiken deelnemer ge lijke waarborgen met zich brengen. Blijft daarentegen het Engelsche landleger wat het is, en stelt men zich te Londen en Parijs tevreden alleen met een entente voor vredes tijd, dan zal de toestand voor Frank rijk ook nog goed zijn, meent de „Temps", doch en deze zinsnede wordt teekenend„dan zal Frankrijk ingeval van een Engelsch-Duitscheh oorlog, op de slagvelden geen beloften houden, die het niet heeft onder- onderteekend." MAROKKO. Moelai Hafid. en Abdul Azis. Alle berichtgevers zijn het er nu vrij wel over eens, dat Moelai Hafid nu toch eigenlijk en feitelijk „de" sultan is geworden in Marokko. Als er niet spoedig een ingrij pende verandering komt ten goede van Abdul-Azis, dan zal zeker Frank rijk in een dwaze verhouding ko men te staan in Marokko, tenzij het Moelai Hafid erkent, al is het voorloopig maar als oorlogvoerende partij. De tocht van Bagdadi ter her overing van Fes is jammerlijk mis lukt. De eene helft van zijn leger is naar Hafid overgeloopen, met de andere helft trekt Bagdadi op Rabat terug. Alleen in de havensteden kan Ab dul-Azis zich nog handhaven, dank zij de Franschen. TURKIJE. Op Samos. Er zijn weer eenige berichten over den opstand 00 dit eiland. Vooreerst hooren we nu een eenigszins aaneengeschakeld verhaal van de gebeurtenissen. Maandagmorgen werden in de haven van Vathy Turksche troepen ontscheept. Een aantal bewoners van Samos, waaronder de president van de nationale vergadering, So- foeiis, zagen daarin een schending van de autonomie en gingen naar prins Kopassis Efienei, om hem te vragen, de landing van troepen te doen staken. In dien tusschentijd werden de soldaten handgemeen met een groep burgers. Zoodra toen de Turken schoten losten, om de burgers bang ta maken, veranderde de botsing in een bloedbad. Een twintigtal Turksche soldaten werden gedood, terwijl hun kameraden, in het wilde weg schietende, verscheidene tegen standers doodden of verwondden, daaronder vrouwen en kinderenen ook gendarmen, die partij kozen voor de burgers. De bewoners van Vathy zijn daarop gevlucht in het hooggelegen deel van de stad. Uit Konstantinopel wordt intus schen bericht, dat op Jildiz-Kiosk een telegram ontvangen is van schout-bij-nacht Halif Pasja, waarbij deze kennis geeft, dat hij op Samos is aangekomen, prins Kopassis be vrijd en de staatsgebouwen bezet heeft. De hoofdstad begint tot rust te komen, voegt de Turksche admi raal erbij. Doch dit is natuurlijk niet te vertrouwen. Intusschen zullen nu eerlang de mogendheden wel weer eens tus- schenbeiden gaan komen. Weer een gewonde van de spoor wegramp te Contich overleden. Dat is nu 39 dooden in het geheel Faleières gaat nu óók naar Rus land. Hij gaat 27 Juli op reis, met den minister van buitenlandsche zaken. Koning Manuel van Portugal krijgt de Orde van den Kousenband. In Sep tember zal dat gebeuren. Spiritisme. De heeren Gustave Lebon te Parijs, Prins Roland Bonaparte lid der Academie van Wetenschappen, en dr. Darieu hadden een prijs van 2000 fr, beschikbaar gesteld voor het medium dat in staat zou blijken, op klaarlichten dag een voorwerp, dat op een tafel ge plaatst was, zonder er aan te komen op te lichten. Lebon ontving duizenden brie ven met de meest eigenaardige verhalen „alle waar gebeurd", doch vijf eandidaten slechts boden zich voor de proef aan. Op het afgesproken uur kwamen er echter twee. Nadat men alles had afgesproken en het eens was ceworden over de voor waarden, beloofden zij terug te zullen keeren. Tot nog toe wachten de drie heeren te vergeefs. De wedstrijd is nu gesloten, en de onwaarheid van de spiri tistische beweringen daarmede definitief bewezen. Een anarchist. De „Tribuna" te Rome vertelt dat men aldaar een Dnitsch anarchist heeft gearresteerd, Nl- colaus geheeten, die beweerde naar Italië te zijn gekomen, om in opdracht van zijn partij, een aanzienlijk persoon te dooden, die keizer Wilhelm op zijn reis zou vergezellen. Nicolaus die geen Itali- aansch verstaat, zegt eerst te laat ver nomen te hebben, dat het prograBama van de reis veranderd was. De „Tribuna" zegt, zelf te gelooven, dat Nicolaus een aanslag op den Czaar in den zin had. PARIJS, 31 Mei. Generaal Lang- lois deelt in een interview aan „La Patrie" mede, dat het zeer wensche lijk zou zijn, indien een overeen komst tusschen België en Nederland zou kunnen verkregen worden, hetgeen voor den linkervleugel van het Fransche leger van groot belang is, aangezien daardoor voorkomen zou worden, dat dan het neutrale grondgebied zou geschonden worden, hetgeen Frankrijk ongetwijfeld zal eerbiedigen. Met het vooruitzicht van een Engelsch-Fransch-Russische overeenkomst, zouden onze buren aan de andere zijde van den Rijn, zoo besloot de generaal, in een slechte positie verkeeren Hit de Staatscourant. Bij Kon. besluit zijn benoemd voor den tijd van 4 jaren tot lid en voor zitter van den Mijnraad de heer dr. C. Lely, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en oud-minister vqn waterstaat handel en nijverheid, te 's-Gravenhage, en tot leden deheerén M. Clément, hoogleeraar aan de tech nische hoogeschool te Delft, en F. G. Waller, directeur der Nederlandsche gist- en sprituefabriek, te Delft. Ik ben geen onbekwaam man, aei de multi-milionair Jacques Del- ra,is. Ik heb ook flink mijn best ge daan, maar als ik de zaak goed be schouw, heb ik toch in de eerste plaats veel geluk gehad. .Wan f men thag zeggen wat men wil, geluk is steeds de hoofdzaak. Dat zal men altijd zien, als men de werkelijke Sfcschiedenis van rijke menschen na gaat. Ue schepper van mijn vermogen °Q van mijn geluk iseen oude Vr°uw uit Texas, met wie ik op zekeren dag kennis maakte in de Prairie. 'Het was in den tijd, toen de ?*I>oditie der „Red Boys", waartoe 'behoorde, in twist was met een tv, tP expeditie „The Children of ri'p Blacksmith" over een zilver- j''iJ '(l- Omtrent de mijn zelf waren eide partijen nog niet heelemaal onderricht, maar wat ze wisten, weid aangevuld door levendige fan- tazie. Het terrein, waarop we ons be vonden, was volslagen woest. Maar wij wilden het ons immers ook niet toeëigenen, doch alleen zoo snel mo gelijk veel ©del metaal bijeenbren gen. De „Blacksmith's Children" waren allemaal Engelscben of Ame rikanen, terwijl wij een internationa le schare vormden, waaronder men Scandinaviërs, Slaven, Duitschers, Mexicanen en Franschen vond. Reeds tengevolge van deze vermenging van nationaliteiten waren ze zeer in 't nadeel, maar dit was nog te meer 't geval omdat wij heel slecht scho ten en onze tegenstanders alle goede schutters waren. Daarentegen had den wij het voordeel van een goede positie. Het terrein, waar wij waren, werd begrensd door moerassen, die men niet doorwaden kon en waar over men toch niet met eene boot kon varen. Twee smalle toegangen waren er alleen, die versterkten en bezetten wij en ze waren zoodoende gemakkelijk te verdedigen. De „Blacksmiths Children" hadden het eerst beproefd met een belegering. Maar daar dit hun blijkbaar te lang duurde, waren ze plotseling verdwe nen. Geen van ons twijfelde er aan of zij wilden ons daarmee een poets hakken en we waren nog meer dan anders op onze hoede. Zoo stonden de zaken, toen ik op zekeren morgen als verkenner er op uitging. De streek was tamelijk vlak, het, gras niet zeer hoog, behalve op twee, drie plaatsen, en er was maar weinigstruikgewas. Ik wendde mij ne blikken in de richting, die de oo gen van mijn hond aanduidden, zon der in 't eerst iets te bemerken. Na een minuut zag ik een vrouw, die uit het gras te voorschijn kwam. Zij was reeds bejaard en vergezeld van een meisje van twaalf a dertien jaar*. De vrouw had me bemerkt en liep met sleepende schreden, meer echter blijkbaar van moeiheid dan van ouderdom op me toe. Toen ze nog honderd meter ver was, riep ik haar toe. Zij beantwoordde met ©en groet en ©en smeekend gebaar. Spoe dig daarop was ze heel dicht «bij me. Ik zag een perkamentachtig gezicht onder grijze haren, een neus als een snavel, en levendige groene oogen. [Wat 't meisje betreft, leek het mij, ofschoon zij door de zon en het weer gebruind was, zeer bekoorlijk toe met haar mooie oogen. ]STu, moedertje, riep ik, wat wilt u? Iets te eten, antwoordde zij met heesche stem, voor dit meisje en voor mij. Wij sterven haast van den hon ger... en ik heb nog slechts één pa troon op mijn geweer. Best, zei ik, als rookvleesch, maisbrood en schapenkaas u niet af schrikken, kunt u mee eten. God zegene u, hernam ze met een blijde zucht. Wij gingen zitten in het gras en ik had er weldra pleizier in de oude en de jonge te zien eten. Het maal had stilzwijgend plaats, daarna ver telde de oude mij, dat zij met haar zoon en haar kleindochter naar een nederzetting op weg was, haar zoon was in een rivier verdronken en se dert tien dagen doolde zij met het meisje in de prairie rond. Ik had nog net twee patronen, verklaarde zij. Mijn arme zoon heeft de overig© in het water meegenomen. Ik heb een haas en een duif gescho ten. Daarna is de honger gekomen, en zonder uw goedheid, meneer, wa ren we van honger gestorven. Ik keek haar nader in het oude ge zicht en zag, dat zij van Iersche af komst moest zijn, terwijl het klein dochtertje met haar schitterende oo gen eerder Fransch bloed in de ade ren scheen te hebben. U kan dus schieten, moedertje vroeg ik. O ja. dat gaat nog al, zei ze kalm. Als u niet bang bent voor ruwe knapen, vervolgde ik, kunt u mee gaan naar het kamp. Als alle vrouwen in Amerika had zij een volstrekt vertrouwen in de oprechtheid der mannen. Graag, zei ze, wij zijn uitgeput, en ik zou blij zijn als mijn klein dochter en ik een beetje kunnen her stellen van de vermoeienissen. Ik bracht haar in het kamp, waAr mijn metgezellen haar niet onvrien delijk, maar volkomen onverschillig ontvingen. Sedert het verdwijnen der „Black smiths Children" aarzelden wip of wij nu naar het mijngebied zouden! trekken. Aan den eenen kant waren wij bang voor een valstrik, aan den anderen kant hadden wij er ook <5p tegen om de streek te verlaten.:. Wij hadden een kleinen troepvooruit kunnen zenden en door dezen de plek laten opzoeken, doch wij wantrouw den elkaar, en wilden niemand laten gaan naar de mijn. Dagelijks bqgttsy nen de beraadslagingen opnieuw [óp. eiken dag stelden wij ons .^esjj^t weer uit tot den volgenden mergë^- les nu luufa eCL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1