DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. flnn IKfl mn cn - Gehuwde onderwijzeres sen in de school BUITENLAND. Spoorwegdieven. Kinderhuisvest 29-3l»33f Haarlem WOENSDAG 3 JUNi 1908. 33ste Jaargang No. 8903. Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. FtUlLLETON, BK HMRLEMSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Haarlem 1.86 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,81 Afzonderlijke nummers0.05 PRIJ8 DEK ADVEETENTIÉN: Van 16 regelsf0.60 contant)! 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie contant. 1000 Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van: GULDEN bij M mm m mmm mm mm mm GULDEN bij 3*UU °Terlij tl II81 hand of voet. Iftlll éen aog. I U U éen duim. schiktheid tot werken. 00 éen wijsvinger. 15 De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. Men kent het standpunt, dat de „Nieuwe Haar 1 emsche Co u- rant" heeft ingenomen tegenover de ook ten onzent opduikende kwestie, of aan onderwijzeressen bij een eventueel huwelijk eervol ont slag moet worden gegeven, of niet. Beter nog is dezelfde kwestie ge formuleerd als volgtof het in het belaDg is van het onderwijs, aan een gehuwde vrouw de functie van onderwijzeres op te dragen. Onze meening is: neen. Indertijd hebben we dat, naar aanleiding van de historie der echt genoot© van onzen commissaris van politie, vrij uitvoerig toege licht. Een principiëele besluiting werd toen door onzen Haarlemschen ge meenteraad niet genomen. Trou wens, daarvoor was toen geen aan leidiDg. Maar tocb, door uit te spre ken, dat een gehuwde vrouw door het'feit van het gehuwd-zijn alléén reeds, in de onmogelijkheid ver keert zich op bizondere wijze ver dienstelijk te. maken, en dat deed de Raad onzes inziens, toen hij de bekende beslissing nam daardoor heeft onze gemeenteraad reeds den eersten stap gezet in de richting waarheen ook wij willen, en naar onze meening den weg ge wezen welken hij wil volgen in de strijdvraaggehuwde onderwijzeres sen in de school, of niet. Het zal ertoe moeten komen, dat eerlang ook Haarlem's Raad een definietive beslissing iu dezen moet nemen. Dat hangt vooreerst af van den uitslag, welke aan het bekende Rot- terdamsche raadsbesluit dat wèl principiëel is in hooger beroep zal wedervaren. Wordt de strijd met de wet welke de radicale en socialistische elementen in dit besluit meenen te zien door den hoogeren admini stratieven rechter niet geacht aan wezig te zijn, dan mag men er zeker van zijn, dat ook in onze gemeente spoedig stemmen zullen opgaan, om de onwenschelijkheid uit te spreken van een gehuwde vrouw als onderwijzeres in de lagere school. Nu weuschen we, iu dit verband, de aandacht te vestigen op een uiterst deskundige uitspraak, welke door een medewerker aan het libe rale „Handelsblad" wordt wereld kundig gemaakt. Die medewerker deelt n.l. mede wat een onderwijzeres, die reeds 12 jaren getrouwd en wier huwelijk met een paar kinderen gezegend is, hem vertelde over deze kwestie. „Ik vroeg hare meening zoo zegt hij over de veel besproken quaestie van onderwijsgeven als men getrouwde vrouw en moeder is. Haar sntwoord, dat mij van veel waarde scheen, omdat het steunde op eene jarenlange praktijk, luidde kort en bondig„Het onderwijs lijdt er niet onder, maar wèl de zorg voor het gezin en de plich ten, die men als vrouw en moeder heeft. Als ik het geld dan ook niet broodnoodig had voor de instand houding van mijn gezin, dan zou ik uit mijzelf ontslag als onder wijzeres vragen, want èn goede on derwijzeres èn goede huisvrouw en moeder zijn behoort tot deonmo- gelij kheden". Dat is een andere kant van de kwestie, welke te beschouwen net óók wel de moeite waard isl Het is al meermalen gezegd dat de gehuwde vrouw en moeder die on derwijzeres is, niet die zorg aan haar huishouden kan besteden die ge- wenscht en noodig is. Dat is het groote argument tegen allen arbeid van gehuwde vrouwen in geregelde, vaste betrekkingen, en het argument is te pakkender, waar het een zóó uiterst zorgvolle, enorm veel ver gende betrekking geldt als die der opvoedster van de jeugd. Dat hier nu eens een onverdacht getuige als deze onderwijzeres-moe der het openlijk uitspreekt, dat haar plicht als goede huisvrouw niet zóó kan worden waargenomen als het behoort, is op zichzelf héél natuur lijk en begrijpelijk,-maar toch ook zeer opmerkenswaardig. Want wei nig vrouwen in deze betrekking hebben den moed, datzelfde oordeel volmondig uit te spreken. En an dere missen de opmerkingsgave of het juiste gevoel van verantwoor delijkheid, om dezelfde gevolgtrek king te maken. Deze onderwijzeres spreekt het uitde plichten als vrouw en moeder kan men niet naar behooren ver vullen. Hoe zou het anders? Slechts wie zegt dat er geen af zonderlijke plichten voor een vrouw en moeder zijn, wie de vrouw volkomeu gelijkberechtigd acht als de man, en wie meent dat de Staat het best voor de kinderen kan zorgen, slechts zóódanigen weten van geen afzonderlijke plichten van huisvrouw of opvoedster. Wij Katholieken, kunnen en mo gen het daarmee echter niet eens zijn. En daarom reeds moeten wij o.i. warme voorstanders zijn van de verplichting, dat de onderwijzeres die in het huwelijk treedt, hare functie néér zal leggen. Daar is echter nog een zeer bizondere zijde aan dit vraagstuk. De hierboven geciteerde onder wijzeres roert die aan„het geld voor de instandhouding van het gezin is broodnoodig".... en daarom (o echt-vrouwelijke logica 1) komt zij dan maar willens en wetens de plichten van vrouw en moeder niet naar behooren na I Men kan het van deze onderwijzeres niet vergen, dat zij wat wij, Katholieken in alle opzichten en omstandigheden behooren te doen, de geestelijke dingen en de plichten van den staat zwaarder laat wegen dan alle stoffe lijke overwegingen. Maar wel mogen wij van de over heid, dunkt ons, .vergen, dat deze door speciale bepalingen de waar schijnlijkheid van plichtsovertreding in dergelijke omstandigheden on mogelijke make. Met voordacht roeren we hier het onderwijs-zelve niet aandat dit er niet onder lijden zal, is dunkt ons een zeer onbewezen uitspraak. Maar behalve ditook voor den ondergang van, eventueel groote schade aan het familieleven, behoort de overheid t» waken. En dat kan zij in dit geval het best door preventieve maatregelen. Dan weet ieder, waaraan hij of zij zich te houden hebben. Het argument, dat zoo iets het con cubinaat zou iu de hand werken, gaat o. i. niet op. Notoir ergerlijk levensgedrag wij zijn nog zoo „conservatief" om het concubinaat daaronder te rangschikken mag in een onderwijzer of onderwijzeres, die aan de jeugd „maatschappelijke en christelijke deugden" heeft te leeren, wel allerminst worden ge duld. Summa summarum: deze onge vraagde en door de bron waaruit het komt ook onverdachte getui genis van de onderwijzeres-moe- der komt ons belangrijk genoeg voor, om er met nadruk de aan dacht op te vestigen Het lijkt ons, dat de tijd niet verre meer is, waarop ook de Haarlemsche gemeenteraad voor een definitieve beslissing in deze kwestie zal komen te staan. Het zal dan goed kunnen zijn, dat ook deze zijde van de veelbesproken strijd vraag in bespreking kome. En onze enkele opmerkingen mogen dan daartoe nog eenigzins bijdragen, naar we hopen. DUITSCHLAND. Het bezoek van het Zweedsche koningspaar. Te Berlijn had gisteravond ter eere van het Zweedsche koninklijke echt paar een groote taptoe met fakkel verlichting plaats, die door de vor stelijke personen van net balkon van het koninklijk paleis werd gadege slagen. Een zeer groote menigte men- schen genoot van het grootsche muzi kale schouwspel. Omstreeks 11 uur- vertrokken de Koning en de Koningin van Zweden, na aan het station hartelijk uitge leide te zijn gedaan door den Keizer en de Keizerin. FRANKRIJK. In armoede en druk. Wij moeten nog eens terugkomen op de beslissing des Pausen in zake de Mutualités ecclésiastiques en op de onvoorwaardelijke onderwerping der fransche geestelijken. Er is, niet ten onrechte, - dikwijls geschimpt op de lauwheid der fransche katholieken, die het zóóver hebben laten komen, dat de vrijmetsélarij baas is in het land. En tusschen dat geschimp door klonk dan niet zelden een afkeurend woord aan het adres der fransche geestelijkheid. Waren de herders goed geweest, de kudde zou zóó ver niet zijn afgedwaald, zeide men. Voor 'n deel moge dat waar zijn. Inderdaad is het moeilijk aan te ne men, dat de scha-re, indien zij met den rijkdom van het katholieke geloof voldoende in aanraking wordt gebracht door den ijver der priesters, gemakkelijk zóó ver afdwaald, als in Frankrijk. Maar van den anderen kant mag men de fransche geestelijkheid niet beschouwen als een troepje minder waardigen. Onder de duizenden is er al 'ns een afgevallen, dat gebeurt hier ook, helaas. Maar het korps als geheel is goed. Is kerngezond. Dat hebben de feiten der laatste ja ren, het feit der laatste week duide lijk bewezen. Men moet zich de toestand der fransche geestelijkheid goed voor stellen. Alles heeft men haar afgeno men de seminaries de pastorieën, de fondsen der kerkbesturen zelfs zulke, die door de dooden tijdens hun leven waren gesticht. Alles is dus weg, huis en geld. Alleen de kerken mogen zij nog houden, wat zeggen wij, houden Slechts gebrui ken. De berkvervolgers hebben te gen dezen laatsten maatregel, het sluiten der kerken, opgezien, om dat zij nog graag een schijn van loyauteit bewaren. In dezen toestand moeten de geeste lijken leven: de een wordt horloge maker, een tweede schrijver, een derde gemeentesecretaris, een vierde boert,ja, er is zelfs een boekje verschenen, waarin de berooide gees telijken raad kunnen vinden omtrent verschillende vakken, welke zij, zonder groot gevaar voor hunne waardigheid, kunnen aanpakken. Ernest Daudet vertelt in de „Croix", dat de Bisschop van een diocees in Midden-Frankrijk onlangs al zijn geestelijken, pastoors, recto ren en kapelaans bij zich heeft ont boden en hun gezegd heeft: Na de grootste inspanning heb ik niet meer geld bijeen kunnen krijgen, dan dat ik ieder uwer meer zou kun nen bieden dan ©en toelage van 300 francs per jaar. 300 francs, dat is nog geen 150 gulden in een heel jaar. En alle geestelijken waren tevre den ,,U moet maar geven, wat u kunt, Monseigneur," spraken ze. En een der oudsten voegde er aan toe „ik heb goede parochianen; brood en aardappelen vind ik allicht, zoo dat ik niet verhongeren zal." Een diocees dus, waar de geeste lijken moeten leven van 150 gulden per jaar, bestaat. En aan zulke geestelijken heeft men gezegd, dat zij op hun ouden dag ten minste fondsen zouden vin den, indien de Paus de Mutualités, zooals de Staat die wilde, maar zou goedkeuren. De Paus keurde ze niet goed. De Stedehouder van Christus schoof liever de millioenen weg, hoe noodig zijn arme priesters deze ook mochten hebben, dan dat Hij de zui verheid der leer ook maar op ©eniger lei wijs in gevaar bracht. Men heeft gezegdwat zou 't, dat de Paus deze tientallen van millioe nen weigerde in vergelijking met de honderdtallen, welke hij verworpen heeft door de veroordeeling der cul- tueele vereenigingen Wat dit zou? Toen de Paus de cultueele vereeni gingen veroordeelde, is de armoede der geestelijken begonnen. Het was een zwaar besluit, dat is zoo. Maar de Fransche geestelijken waren met vastberaden heldenmoed den strijd ingegaan en geen half dozijn heeft de Kerk verloochend ter wille van den Mammon. Vanwege de regeering is herhaal delijk gezegd, dat men de b a s c 1 e r- gé, de lagere geestelijkheid zou vrij maken van de Bisschoppen en deze is toegefluisterd, dat men hen zou los werken van den H. Stoel, opdat er een nationale Fransche Kerk zou groeien als de vroeger mislukte, de gallicanscbe. Aan deze verleidende stemmen heeft de Fransche geestelijkheid geen oogenblik gehoor gegeven. De geestelijken bleven trouw aan de Bisschoppen en deze één met den H. Stoel. Dat was het groote feit, de groote daad van heldenmoed. Maar die is eenmaal gesteld. En sindsdien grijnst de armoede in ver schillende pastorieën en zelfs in bis schoppelijke paleizen En toen kwam abbé Lémire in de Kamer met zijn bekend amendement en Senator Berger verscheen met het voorstel om aan de Mutualités, zooals deze door den Staat zouden goedge keurd zijn, de fondsen te schenken welke door erflaters waren bestemd tot het opdragen van zielemissen. Dat is voor vele armepriesters een lichtstraal geiweest. Die cultu eele vereenigingen, neen, dat zou niet gaan. Maar deze Mutuali- té's, och, 't was wel waar, dat ze buiten bereik van de -Kerk zouden staan, dat afvalligen er evengoed lid van konden worden als goede pries ters, maar zou dat zoo'n vaart wel loopen Men overlegde, besprak de kwestie, zocht naar een middenweg. De Paus zegt, dat Hij niet tran- sigeeren mag met het beginsel. Christus heeft de handelaars uit den tempel verjaagd, in het Huis des Heeren mag niet worden ge kwanseld met de beginselen des Hee ren nog veel minder. De Paus heeft gesproken en alle geestelijken buigen het hoofd. Zij, die de Mutualité's dadelijk had den veroordeeld en de anderen, de meest hongerigen misschien, die ge hoopt hadden op een middenweg. Op een lichtstraal in de duisternis. Men moet den moed der Fransche geestelijken niet onderschatten. Ia armoede en druk leeft een groot deel van hen, en geen enkele, geen van de duizenden moppert over de beslissing des Pausen. Integendeel, ze prijzen de grootmoedigheid des H. Vaders, die zelf een belangrijk per soonlijk offer bracht (een fonds voor 2000 H. H. Missen) en ze overleggen al om allen op denzelfden datum volgens het verlangen des Pausen de jaarlijksche H. Mis op te dragen voor de beroofde erflaters. Waar schijnlijk zal 13 Augustus worden gekozen. Frankrijk is ons dikwijls een er gernis en een gruwel, maar in den laatsten tijd herhaaldelijk een troost. De Kerk bestaat uit menschen, en die menschen hebben gebreken, vele en velerlei. Het grootste is wel, dat zij zoo dikwijls beneden de hoog te van hun beginsel leven. En dan ontstaat de dwaling dat om dat hoo- ge beginsel minder gegeven wordt. Doch raakt er eens aan. Dan worden het leeuwen, die ten koste van alles het beginsel verdedigen. Zoo is van de Fransche geeste lijken onder het Concordaat herhaal delijk gezegd, dat hun ijver beneden de eischen van den priesterlijken staat bleefdat zij te veel de „brood- heeren", den Franschen Staat, naar de oogen zagendat zij het volk lie ten gaan, waar liet wilde, geen vol doende persoonlijke aanraking ermee hadden of zochtenwat er van waar is geweest, wie zal het zeg- gen. Maar zeker is 't, dat zij allen mannen blijken nu, van stevig be ginsel; dat zij „één blijven in de leer der Apostelen en in het breken des Broods", dat zij pal staan rond Bisschoppen en Paus en ondanks ar moede en druk aan de wereld het schouwspel geven van een helden schaar, die, den blik gericht naar den Hemel, de kwellingen der aarde min schat. ENGELAND. .,Sir Rooivaars". „Sir Rooivaars Bul", zooals de Boe ren den voormalige Ingelsche opper bevelhebber in Zuid-Afrika in den Boeren-oorlog, Redvers Bulier, spot tend noemden, Sir Redvers Bulier is gisteren overleden. Hij werd in 1839 geboren en heeft in vroegere oorlogen veel roem behaald. Tegen de Boeren was hij evenwel niet opgewassen en zijn échec voor Ladysmith (dat hij ten slotte dan nog ontzette) is het graf van zijn roem geweest. Toch mag Bulier niet de roem worden onthou den dat hij een humaan en vrij kun dig generaal was: Zuid-Afrika heeft er in den droeven tijd wel slechtere gekend MAROKKO. Rustbewaarders Te Casablanca is er weer tusschen Spaanscbe en Fransche soldaten ge bakkeleid. De bevelhebber der Spaan- sche troepen zendt ook patroeilles uit, hetgeen volgens de Franschen Diet mag, en generaal d'Amade heeft een maat regel genomen om er een eind aan te maken. i) De' personentrein van Ostende naar Brussel was na ©en kort opont houd weer van bet tusschenstation vertrokken Gedurende het opont houd had men den laatsten. waggon er_ van, een gewonen met ijlgoede ren geladen wagen, die op ©en zij spoor moest gebracht worden, af gehaakt. Een arbeider van het station en de remmer, die den wagen vergezelde, schoven hem, met den rug tegen d© buffers steunend, op het zijspoor en gingen toen met el feaar in ©en loods in de nabijheid. D© stationsarbeider zette zich te genover den remmer, legde de armen op tafel en keek den ander een heele Poos opmerkzaam aan. Ten slotte zei hij Je bent nog niet lang bij ons. -Neen. Je rijdt zeker nog niet lang Hiee. Nog niet heel lang. Hoe bevalt het je? -Bevallen Ook ©en vraag't Is een hondenleven, dat weet je even goed als ik. .Waarom ben je dan gaan rij den Om de paar centen, die ik meer verdien. De dienst in Ostende is al niet ..beter. Ja, met den stationsdienst is het ook niets gedaan. Nergens is 't hier wat bijzon ders, zei de remmer na een poosje en keek den ander loerend aan. Hier .Wat wil je daarmee zeg gen Ik was drie jaar in Amerika, J© bent in Amerika geweest Zooals je hoort, drie jaar. Vroeger als mijnwerker ook ©en jaar in Engeland. Daarom zie je er ook anders nit. Ik heb dadelijk gemerkt, dat er iets aparts aan je is. Den remmer scheen deze qualifi- oatie van zijn persoon in het geheel niet te bevallen. Wat is er dan aan mij vroeg hij geraakt. Och kom, wees niet boos Ik meende niets ergs. Integendeel Dus je was in Engeland? En zelfs in Amerika? Waarom ben je daar dan niet gebleven Omdat een arbeider, die geen vak heeft geleerd, het daar zonder geld niet beter heeft dan bij ons. Geld is daarginds alles. Wi© daar van wat heeft, als hij begint, ja; die... Hij is dadelijk ©en groot man Hij begon met de oogen te knip pen. En daarbij geeft men er geen drommel om, hoe men aan geld komt Hm, geld De remmer boog zich naar den ander. Ben je getrouwd vroeg hij met gedempte stem. D© ander© keek hem van terzijde aan. Neen Zou je daar ginder niet graag de groote man worden Natuurlijk zou ik dat graag. Niet zoo hard! Wi© zal ons hooren En hoven- dien, wat dan nog Goed, goed, zei de remmer, ging weer rechtop zitten en bewoog het hoofd heen en weer. Plotseling begon hij weer, zonder samenhang met zijn vroegere woordenEergis- ter reed ik met den trein 112, omdat hij aan den Duitschen expres werd aangehaakt tot aan Brussel. Den expres zal ik nog wel vaker als reserveremmer begeleiden. Hij glimlachte. De stationsarbeider begreep nog niet. De remmer werd duidelijker. Ik bedoel den waggon, die in de week twee- of driemaal met een kostbare lading naar Berlijn gaat. Ah, de goudwag'gon Juist. Als men daar eens in kon ko men Zou het goud er los in liggen DomkopHet is in vaatjes ver pakt, in mooie, kleine vaatjes. Ik heb er dikwijls aan de kade naar gekeken bij de verpakking uit de schepen. In zoo'n vaatje, hoe klein het is, bevindt zich ongeveer voor een kwart millioen ongemunt goud. Versta je, goud, zuiver goud Hij hoog zich weer naar den ander, stiet dien met den elleboog aan en herhaalde; „Goud! Goud!" Hm.... Wie zoo'n vaatje had! 't Lijkt mij niet zoo moeilijk toe een vaatje te gappen van den wagen. In weerwil van den detec tive. die er met arendsblikken op toekijkt, dat er geen wegloopt. Haha! Jij bent goed! Buiten klonk een signaal. Ik moet weg om te rangeeren. Maar ik kom terug, voordat je trein vertrekt, zei de arbeider. Goud is een artikel voor den we reldhandel. Boven andere handels artikelen heeft het dit voor, dat het met zich zelf wordt betaald. Dus weer met goud. Nu zou men denken, dat op die manier de goudhandel niet veel opbracht. Daarin vergist men zich echter. De waarde van het goud wisselt heel vaak en is dikwijls in afzonder lijke landen verschillend. Wordt nu goud uit een land, waar 't wat goed- kooper is, snel gebracht naar een land, waar het duurder is, zoo kan daarmee een groote som worden ver diend. Daarvan leven honderden handelaars in Londen. Deze stad is trouwens de hoofdplaats van den goudhandel van Europa. En ontzag lijk veel goud wordt verzonden van Londen naar groote Europeesche ste den. De spoorwegmaatschappijen heb ben echter bepaalde voorwaarden ge steld voor deze kostbare verzending. Goud, hetzij gemunt of ongemunt, mag slechts in gesloten vaatjes of kistjes worden verzonden, welke niet zwaarder mogen wegen dan vijf-en- twintig kilogram. Het goud moet geladen worden in bijzondere goe derenwagens en de verzender moet er minstens één bewaker bij aanstellen. De Londensche verzenders bedie nen zich steeds van bepaalde detecti ves. Gedurende het transport door de straten van Londen is er een heele reeks van op de been. Tot aan de haven op het vasteland gaan er twee mee om tegenwoordig te zijn bij het in- en uitladen. Van de haven plaats af, als de trein in den regel doorgaat naar zijn bestemming, gaat ©en detective mee. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1