DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Op Pinksterdag.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Zaterdagavondpraatjes.
HaaHem
ZATERDAG 8 JUN8 1908,
33sto Jaargang No. 6906.
ABONNEMENTSPRIJS:
Pet 8 maanden voor Haarlemfl.85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C
Afzonderlijke nummers 0.05
Bureaux van Redactie en Administratie:
Ontere. Telefoonnummer (426.
PBIJ8 DEB ADVEBTENTIËN:
Van 1—6 regelsf0.60 (contant)t 0.50
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie d contant.
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
U over q en iliSI8 hand of voet. g KJ |1 éen oog. B BB B B éen daim.
sohiktheid tot
werken.
éen
wijsvinger.
GULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Pit nummer bestaat uit
uier bladen, ui. o. de 0f-
ficiëele Kerk! ijst en het
Geïllustreerd Zondags
blad in 16 bladzijden.
EERSTE BLAD.
Als er iets is, wat onze tijd noo
dig heeft zooals het voedsel noodig
is voor het lichaam, dan is dat een
vurig, onophoudelijk, voortdurend,
hartelijk gebed der geloovigen.
Tegenover het wassende, steeds
brutaler en driester optredende onge
loof, dat als de geest van negatie
in onzen tijd heerscht, moet te har
telijker, te inniger zijn de bede van
dankzegging, huldiging en erken
ning van Gods heerlijkheid en goed
heid door al wie gelooven.
Tegenover de schrikkelijke zon
den van onze dagen, die door dui-
velsche vindingrijkheid op elkander
zich stapelen en steeds nieuwe en
ergerlijker, Gode zwaarder be-
leedigende vormen aannemen, moet
des te vuriger en smeekender zijn
het gebed van boete en rouw.
Tegenover de onbeschaamdheid
van het ongeloof dat in dezen tijd
erger dan ooit Gods rechtvaardige
straf als afroept over de wereld,
moet het gebed om hulp en red-
diDg en behoud te krachtiger, te
ernstiger worden opgezonden door
de schare dergenen die in God het
heil en de eenige uitredding der
wereld weten.
Ja waarlijkin onzen tijd is meer
dan ooit het vurig bidden een nood
zakelijkheid, en de geest des gebeds,
zooals die al van de oudste tijden
af leeft in de Kerk van Christus,
die door de Kerk steeds en overal
noodzakelijk is geacht en aange
kweekt, moet vooral in de dagen
van nü worden versterkt en ver
zorgd.
En welk Hoogfeest der Kerk is
zóó geschikt, om dien geest des
gebeds levendig te maken en in ons
te versterken als het Pinksterfeest,
dat we heden rieren?
Dat was een heerlijk, een spre
kend beeld, toen op het eerste
Pinksterfeest der wereld de Heilige
Geest in de eetzaal van Jeruzalem
over de Apostelen en leerlingen des
Heeren kwam in de gedaante van
vurige tongen l
Toen de Apostelen den Heer bij
zijn leven hadden gevraagd: „Heer,
leer ons bidden!* had hij hun de
woorden voorgezegd tan het groote
gebed dat alle andere gebeden in
zich vereenigt.
Maar evenals de goddelijke liefde
en goddelijke kennis en het godde
lijk vuur pas in alle volheid neder
daalde over de leerlingen op het
Pinksterfeest, zoo kwam ook toen
eerst de volheid van het begrip
over hen, hoe ze moesten bidden.
Bidden met een „vurige tong."
Dat wil zeggen met mond en hart,
voortdurend, vol warme liefde, en
met het vuur van een oprechte
toewijding aan God.
Op den eersten Pinksterdag kwam
de Heilige Geest over de Apostelen,
op eiken volgenden Pinksterdag her
denken wij die komst en bidden
we dien Geest van liefde en van
gebed weer af over de Kerk en ons
zelf. En het Pinksterfeest-zelf leert
ons, hoe we dan moeten bidden.
Immersde leerlingen waren
bijeen in de zaal van Jeruzalem,
en vertrouwden zichzelf nog niet
goed. Ze schuwden de openbaarheid,
waren bang voor de buitenwereld
en treurden om Jezus' dood.
Doch op eenmaal, met een ge-
druisch als van een voorbijgaanden
hevigen wind, kwam de Heilige
Geest over hen, en vervulde hen.
En ze stonden op en begonnen te
prediken in verschillende talen, en
ze gingen vrij en frank* uit tot de
schare der ongeloovigen, en van
de komst des Heiligen Geestes da
teert de eigenlijke prediking des
Geloofs over heel de wereld.
Dat is een les, hoe ook wij ons
bidden in deze dagen, waarin de
wereld het gebed der Christenheid
zoo behoeft, hebben in te richten.
De geest des gebeds, die van
ouds leeft in de II. Kerk en die
wij vooral op het Pinksterfeest als
een der gaven van den H. Geest
zoo met nadruk vragen, moet zijn
een levendige, een brandende, een
zichtbare, vurige geest!
Vooral in dezen tijd, nu het on
geloof zoo driest het hoofd opsteekt
en zoo brutaal zijn stem verheft,
nu moeten wij bidden met luider
stem, als Apostelen des geloofs voor
zoo ver we dat kunnen, nu moet
ons gebed openbaar zijn, zoodat
de geheele wereld het Uoore, even
als de heele wereld de Apostelen
verstond toen de H. Geest over
dezen was gekomen.
En die vurigheid van bidden, die
onbeschroomdheid, om ons noodza
kelijk gebed altijd en overal, in al
al ons doen en laten, in werken
en uitspanning te doen komen aan
het licht (want bidden met den
mond is niet de éénige vorm van
biddendat openlijk getuigen van
Gods naam en van Christus' Kerk
waardoor we naar het gebod van
den Heiland-zelf in werkelijkheid
altijd en zonder ophouden kunnen
bidden, dat alles mogen we nü
vooral vragen te ontvangen op
Pinksterdag
Nü smeekt de Kerk den H. Geest
af, die de geheele aarde vervuld
heeft, nü vraagt zij dien H. Geest,
dat Hij ook vervulle de harten
der geloovigen, en ze ontsteke in
het vuur Zijner liefde, nü bidt zij
om de Pinkstergaven, die de liefde
Gods in al hare volheid brengen
aan de menschen en die zich naar
buiten zoo verheven toonen in de
groote bediening die eigenlijk den
grond en het bestaan van elk men-
schenleven moet uitmakendie
van ta bidden, altijd te bidden, en
te bidden zooals de geest des gebeds
die voortleeft in de H. Kerk, het
Christelijk gebed kentals aanbid
ding, dankzegging, boete en smeek
bede.
Het „Veni sancte Spiritus" van
Pinksterdag heeft óók deze betee-
kenis.
Geve God, dat die bede ook zóó
worde verhoord!
En de H. Geest, die wij afbidden
over ons, zal dan komen, en in
deze dagen die kostbare gave bren
gen des gebeds, dat naast de dank
baarheid en de eere aan God ook
God's zoo noodige barmhartigheid
afsmeekt over de wereld, en ver
zoening geeft voor de zonden van
onzen tijd.
BELGIE.
De Congo-kwestie.
Er schijnt weer een kink in den
kabel gekomen te zijn. De concessies
die de ministers Schollaert en Renkin
aan Koning Leopold te Wiesbaden
hebben afgedongen, voldoen geenszins.
En zoo vreest men dat er voor het
bestaande naastingsontwerp geen
meerderheid zal te vinden zijn.
Wat begrijpelijk is! Want hoe
groote belangen Belgie ook langzamer
hand in den Congo, wat handel en
afzetgebied betreft, heeft gekregen
koning Leopold eischt wel wat heel
veel voor zich en eigen beurs!
FRANKRIJK.
De daad van een gek.
't Blijkt wel voldoende wat ook
te verwachten was dat het oude
heertje dat op Dreyfus schoot tijdens
de pantheonisatie van den pornograaf
Zola, het in zijn bovenkamer mankeert.
In Frankrijk is er werkelijk zoo'n
soort van politieke gekken, en we
hebben daar al eens meer rare staaltjes
van gezien.
Sommige brave liberale bladen, die
Zola verheerlijken als „een groot kun
stenaar" en die zelfs vertellen dat deze
schrijver „een der zedelijkste onder de
moralisten" is geweest algemeene
verbazingsommige van die deugd
zame anticlericale blade zien alweer een
complot in deze dwaze aanslaghistorie,
'n Complot van nationalisten
waarschijnlijk eerlang een complot van
Jezuieten of Assumptionisten, als het
goed gaat.
We zullen er maar niet veel van
zeggen't eene is even gek als 't andere.
De zaak heeft overigens tot gevolg
gehad, dat Dreyfus weer eens algemeen
de aandacht trekt en dat de qualifi-
catie van „groot man" nu nog meer
dan ooit alléén om wille der Dreyfus-
historie aan Zola wordt toegekend.
Geen enkel blad is er zelfs, dat z'n
liederlijk geschrijf reden genoeg vindt
voor een bijzetting in het Pantheon.
Zoodoende is deze heele plechtigheid
duidelijk een politieke zaak geworden,
waarmee er dan ook alle beteekenis
naar buiten ineens uit verdwenen is.
Bepublikeinseh
Ziehier hoe een liberaal correspon
dent het optreden van de Fransc'ne
politie bij de Zola-plechtigheid ken
schetst. Dat noemt men: de nooit
volprezen „vrijheid" in de „democrati
sche" republiek:
't Is na de „plechtigheid". „De
j ongelieden", zoo zegt de correspondent,
„die uren lang in de zon gestaan
hebben, zijn nogal rumoerig. Op een
schandelijke, verraderlijke wijze loert
de geheime politie op de opgewonden
groepjes. Als er eindelijk een der
jongelui een niet erg ministerieelen
kreet slaakt, werpen zich op een teeken
van een „meneer" vier pootige kerels
ruw van achteraf op hem en pakken
hem op, tot schrik en verontwaardi
ging van zijn kameraden, die door de
politie en de republikeinsche garde in
bedwang gehouden worden. Het is
mogelijk een systeem om schrik in
te boezemen, een systeem om wan
ordelijkheden te voorkomen om telkens
op een groepje te loeren en ineens op
een, die het meest lastig lijkt, gemeen
ruw los te stormen en hem weg te
sleepen. Maar het is een laag en waar
lijk weinig republikensch systeem. Op
een oogenblik, op den hoek van de
Rue Soufflot erger ik me zoozeer, dat
ik een sterken lust voel opkomen om
ook „hoe, hoe" te schreeuwen maar
ik heb juist erge haast om naar het
telegraafkantoor te komen in plaats
van naar het politie-bureau."
Die correspondent is, dunkt ons, een
enfant terrible van de anders
Frankrijk zoo ophemelende liberale
pers!
PERZIE.
Het einde P
Als we het goed hebben, dan is
het einde van de Perzische onafhanke
lijkheid en de Perzische Sjah-dynastie
zoo goed als gekomen.
Of de Sjah gevlucht is of weggevoerd
of uit eigen beweging zijn hootdstad
verliet, dat weten we nog niet.
Maar wel weten we, dat hij een
heftige ruzie met zijn parlement heeft
gehad, verschillende hooge ambtenaren
moest ontslaan en toen zonder iemand
te waarschuwen met een aantal volge
lingen uit de stad verdwenen is.
Waarheen weet niemand.
Intusschen staat een Russisch gene
raal met een legermacht gereed de
grens over te trekken, is er overal
burgeroorlog, opstand en hevig ge
vecht
Zou dat niet het einde zijn?
Verspreide Berichten.
Naar Rusland. Het Engelscbe
koningspaar heeft gisteravond met prin
ses Victoria de reis naar Rusland aan
vaard.
Dat is leelijker! Het eskader,
dat president Fallières naar Londen heeft
begeleid, is te Brest teruggekeerd. Er
loopt een gerucht, dat aan boord der
„Léon Gambetta" muiterij is uitgebroken
omdat de bemanning geen vergunning
had gekregen te Dover aan land te gaan.
Dit zou ook de reden zijn geweest, dat
dat Fallières aan boord van een andere
boot de terugreis heeft gemaakt
Roosevelt. Uit Washington komt
bericht dat president Roosevelt met zijn
zoon in April naar Kano gaat om in
Afrrika op grof wild te jagen. Hij zal
geen ander land bezoeken. Het bericht
wordt van beteekenis geacht, aangezien
daarin stilzwijgend opgesloten ligt, dat
hij inderdaad geen candidaatsstelling voor
het presidontsehap zal aanvaarden.
Koning Peter gecompromit
teerd? In het befaamde hoogrerraads-
proces te Cettinje heeft een der getuigen,
Nastits uit Serajewo, niet meer of minder
verklaard, dan dat de bommen in de
Servische staatswapenfabriek in Kragoe-
jewats onder leidiag van den Servischen
troonopvolger en met medeweten van
kening Peter waren vervaardigdDe lei
der van het gansche kemplot was kapi
tein Menadowits geweest, een bloedver
want van den Servischen Koning, die zeer
veel ten palei e kwam. Nastits verzekerde
zelf in genoemde fabriek het vervaardigen
van bommen geleerd te hebben!
Het publiek, dat grootendeels uit amb
tenaren bestond, juichte Nastits aoertoe
en ook de rechters applaudisseerden,
'nLeuke boel in die rechtszaal!
H. M. de Koningin-Moeder terug.
H. M. de KoninginiMoeder kwam
met gevolg Vrijdagmiddag ongeveer
te 5 uur te Baarn aan. Op het perron
van het station der H. IJ. S. M. waren
ter verwelkoming van H. M. aanwezig
de Commissaris der Koningin in d«
provincie Utrecht, de burgemeester
van Baarn en de heeren L. R. baron
Taets van Amerongen, kamerheer i. b.
d. en dr. S. Greidanus, hofaits. Een
groot aantal belangstellenden had
zich op het stationsplein verzameld. In
twee open rijtuigen werd naar het
paleis te Soestdijk gereden.
Uit de Staatscourant.
Bij Kon. Besl.is benoemd tot com
mandeur in de orde van Oranje Nassau,
mr. B. W. N. Servatius, president van
het Gerechtshof te Leeuwarden.
St. RADBOUD-STICHTING.
Onder voorzitterschap van Mgr.
Van de Wetering, Aartsbisschop van
Utrecht, werd onlangs eene gecombi
neerde vergadering gehouden van het
Bestuur der Sint-Radboud-Stichting
en de Diocesane Comité's.
Naar wij vernemen, werd verslag
uitgebracht over de werkzaamheden
van het afgeloopen jaar. Hoewel nog
niet overal parochiale comite's konden
opgericht worden, en enkele der co
mité's nog geen beroep op de offer
vaardigheid der Katholieken hadden
gedaan, gaf toch de uitslag reden tot
groote tevredenheid.
Wij zijn niet in de gelegenheid om
cijfers mede te deelen, maar het valt
naar onze meening, niet te betwijfelen,
dat de bijdragen een begin van ver
wezenlijking der doeleinden van de
C. R. S, reeds nu mogelijk maken.
Wij bedoelen de vestiging van bij
zondere leerstoelen.
En mocht dit vóór het aanstaande
studiejaar nog niet kunnen gebeuren,
zonder twijfel zal het kunnen geschie
den, wanneer in de eerstvolgende al
gemeene vergadering een volledig over
zicht over de te verwachten jaarlijk-
sche bijdragen gegeven wordt.
Het ligt echter niet in het plan
van het Bestuur om, zooals wellicht
onze tegenstanders hopen, door de
verwezenlijking van een naastliggend
doel, het groote doel der S. R. S. op
den achtergrond te schuiven.
Integendeel! Wat het eerst aan de
beurt komt de bijzondere leerstoelen
n.l. en een onmiddellijk te berei
ken voordeel meebrengt, meet be"
schouwd worden als een miicd, da
XLIII.
Maar eentje! Wie 't slech
ter hebben: de paarden of de
koetsiers. Van rijden en
varen. Een aanbevelens
waardig tochtje. Van oritiek
die zwijgt en mijn eritiek, die
ik nu eens uitbreng. Een
verfraaiïngsplan, dat ik wel
niet meer zat beleven.!
Zoo, Ik las in ojize Nieuwe
S3 aarlemsche, dat er maar één
«apjespaard met die warme dagen
omver gevallen is van 'de week. Nu,
Ia* valt me mee: die hebben toch
bepaald nog meer uithoudingsver
mogen dan ik dacht: ik weet niet
cd' de Vereeniging tot Dierenbescher
ming hier in Haarlem nog méér
doet dan honden en katten doodma
ken in een apart toestel dat daar
door dient, maar zoo ja, dan mocht
er wel eens een van die heeren, die
er dan verstand van heeft, z'n oog
la,ten gaan op die oude, afgeleefde
niet zelden ook in onze zomerda,-
gen verschrikkelijk hard werk te
"verrichten hebbende rammelkasten
dan paarden, die voor onze aapjes
•taan! En wanneer dan een veree-
mging tot bescherming van rnen-
«ohen maar die ontbreekt helaas
jmg.wol eens! tegelijk een oogje
hield op de koetsiers, en zorgde dat
die menschen ook behoorlijk tracte-
ment en behoorlijken vrijen tijd kre-
zoodat ze wat hebben aan hun
jjpzin en hun kinderen en 's Zondags
P® H. Mis kunnen bijwonen en ©en
"behoorlijken werktijd krijgen, dan
't koetsiersvak zeker beter in
eere dan nu. SKant de paarden laat
ik nog staan, maar de staaltjes van
menschen-exploitatie, die ik gehoord
heb van wat een huurkoetsier moet
doen en ondervinden, die zijn
werkelijk grof! Ik geloof trouwens
in gemoede niet, dat er één vak is,
waar zulk een volkomen lots-onze-
kerheid,. zulke schandelijk lage loo-
nen en zoo schrikkelijk lange werk
tijd heerschende is, als in het vak
van koetsierMisschien doe ik daar
wel eens een boekje van open, of
geef ik de staaltjes en gegevens, die
ik verzameld heb, aan een bevoegder
persoon dan ik, die dan eens netjes
dat alles kan regelen en op papier
zetten. Maar dit zeg ik u: 't is bar
en bar, en helaas zijn er vele Room-
sche koetsiers hier in d© stad- - -
Wat er van hun godsdienst en vaak
van hun huisgezin terecht komt,
zelfs al willen ze goed en doen ze
hun best, vraag me dat niet! 't Is
een treurig vak in vele opzichten,
en dat zijn nu zoo weer van die
zelfkantjes aan ons bestaan van
stadje van pleizier, zooals wij in
de zomermaanden dan toch wel we
zen willen. Want dan komen de
■vreemdelingen, en dan is rijden en
uitstapjes maken het werk van alle
dag. Naast het rijden dat al ou-
derwetsch begint te worden komt
nu tegenwoordig ook het varen in
zwang, en met die nieuwmodische
motorbootjes, die om geen wind of
stil weer geven en die er met zoo'n
lekker vaartje van door schieten, is
dat varen op de mooie wateren die
we rond Haarlem hebben, een ge
noegen, wat niet hoog genoeg kan
gesteld wordenEen van onze goed-
bekende stadgenopten adverteert ge
regeld in onze Nieuwe H aar
lemsche, dat hij een motor-
pleizier jacht je voor een pleizier-
vaarfc of een halven of heelen dag
uitgaans disponibel heeft, en als ik
een van mijn kennissen, die juist
in die heete dagen van deze week
met dat fraaie, snelloopende bootje
van Lohman een tochtje meemaak
te, gelooven kan, dan is dat een;
genot zonder weerga, en kan het
niet genoeg worden aanbevolen! Ik
merk daar dat ik me vergaloppeerd
heb, en dat ik een naam heb ge
noemd, wat anders in deze praatjes
mijn gewoonte niet is allo, voor
deze gelegenheid dan, en ik hoop
dat de Redactie hem niet schrappen
zal: 't is een uitzondering die den
regel bevestigt! Zeker is het, dat
als je !zoo'n mooi, sierlijk bootje zoo
als vanzelf over het water ziet sche
ren, je het je best kunt voorstellen
of op de Mooije Nel een uitnemend
genot moet wezen! Dat is nü zeker
prettiger en frisscher, dan zelfs een
rijtoertje door den Hout moet we
zen, al is ook dit niet te ver
smaden. Wat overigens de Hout be
treft, hebben mijn lezers wel ge
merkt dat van 't groote kabaal wat
in een paar kranten en in koffie
huizen en aan k'letstafels over de
„vermoording van den Hout" is ont
staan, en wat zelfs de heeren van
als ja zoo mooi, sierlijk bootje zoo
den Raad heeft bewogen en in op
schudding gebracht, nü niets meer
te bespeuren valt Nu is onze Hout.
in z'n mooie kleed, nu prijkt hij in
volle groen, nu ziet men geen afge
broken takken meer, maar jonge
twijgjes en bloesems en teere groene
blaadjes. Nu heb je, door het fris-
sche groen van allerlei schakeering,
overal van die j>rachtige doorkijk
jes die telkens nieuwe perspectie
ven openenen nu denkt er op
eens niemand meer aan, dat de man
die niet alleen onzen Hout nü zoo
mooi en ruim en doorzichtig maakte,
maar die daarbij nog zorgt voor het
behoud van ons heerlijke stadsbosch,
een paar maanden geleden door Jan,
Piet en Klaas, genoemd en onge
noemd, door een concurrent en een
iemand die heel en al buiten het
vak stond, eenvoudig voor een
weetniet werd uitgemaakt!
Och, zoo gaat het in de wereld!
Laat ze nu eens in den Raad aan
het debatteeren gaan of al dat boo-
menkappen, dat werkelijk niet zoo
erg mooi, maarnoodzakelijk is,
wel gepermitteerd zal wezen? Tien
tegen een, dat de heer Springer zoo
wat alle raadsleden op zijn hand
krijgt. Toch, van takken kappen ge
sproken onze parkarchitect die zoo
goed zorgt voor de levende hoornen,
mag niet de groote oude hoornen
vergeten die door onverstandig©
tuinarchitectuur van vroeger zoo
zwak geworden zijn, dat ze hun tak
ken laten vallen. In de Nieuwe
Haarlemsche las ik van de
week nog, dat op het Frans Hals
plein een groote doode talc van een
boom was komen vallen, en dat het
werkelijk op ©en haar na gescheeld
heeft, of dat ongeluk had 1 eel ijk©
gevolgen gehad. Onze krant had ge
lijk: niet alleen op het Frans Hals
plein, maar nog op verschillende an
dere plaatsen van de stad vindt men
doode takken, dikwijls zoo groot en
dik als heele hoornen, hangen: ik
wijs de Redactie van onze krant op
eene, die vlak voor haar bureau op
de Kinderhuisvest hangt, en die me
al meermalen 't hart in het lijf heeft
doen vasthouden: daar komen, als
de gem. parkwachters niet gauw af
doende maatregelen nemen, nog eens
ongelukken van, wat ik je zegZoo
wel als er ongelukken van komen,
wanneer de politie niet beter uit
kijkt op het Stationsplein, dat er
geen jongens meer over en op en....
onder de rails die er liggen, aan het
spelen blijven. Ik zag daar onlangs
zoo'n rail dwars-wegrollen op een
been van een jongen, dat 't me hard
zal verwonderen als moeder dat ke
reltje niet met een gebroken enkel
heeft thuisgekregen YM het star
tion gesproken, wei heb ik een week
of wat geleden in onze krant gele
zen, dat het nu definitief op 1 Juli,
althans wat den uitgang aan het
Stationsplein betreft, za.1 worden
geopend, maar hoe staat het met de
rest? De goegemeente is naar dat
werk, dat nu al zoo lang heeft ge
duurd, erg benieuwd en onze Re
dactie zou goed doen, er ©ens wat
in bijzonderheden over te schrij
ven. En het Stationspleindat
schiet nog niet al te hard opEnfin,
Onze Zaterdagavondman kan
in ons Tweede Blad van heden zien,
dat zijn wensch wordt vervuld haast
op hetzelfde oogenblik dat hij ze
uitspreekt: een uitvoerige beschrij
ving over het nieuwe station is daar
heden juist opgenomen.
Red. Nieuw© Haarl. Ct.
als het maar begaanbaar wordt, waji-
neer het Station in gebruik wordt
genomen, dat is het voornaamste dan
toch. Over verfraaiing en versiering
ervan spreken we dan later wel!
Dan heb ik het nog wel ©ens over de
wenschelijkheid om er een bloem
perkje of een fontein te maken, als
ten minste de ruimte het. in verband
met de trammen van allerlei slag,
zal toelaten. Dat wacht tot later. Een
bloemperkje en een springende fon
tein zouden wel een mooie aanklee
ding kunnen vormen van het Star
tionsplein. zij het dan ook, dat in
zoo'n geval de lange gevel van Bey-
nes' fabriek er niet fraai tegen doen
zou. Maar wie weet, komt die nog
niet eens in een heel andere wijk te
staan, als er weer noodzakelijk ver-
grooting van noodig is, want me
dunkt dat er nü niet heel veel plaats
meer voor uitbreiding te vinden is
en dan krijgen we een echt groote
stadsplein, zooals b.v. te Dusseldorf
of Frankfort of Brussel ze hebben,
omgeven van heel groote hotels en
bierpaleizen.... iWat n toekomstdxoo-
men voor ons bescheiden Haarlem
Een ding is wel zeker, dat zal ik
wel niet meer beleven, en dus zie ik
er maar van af en ben al tevreden:
met ons bescheiden Stationsplein,
met de paar, voor ons doen al flinke
cafe's die je daar tegenover den uit
gang vindt, en zonder bloemperken
en zonder fontein!
Op een andere fontein in onze
stad, waarvan ik vandaag nog wat
te vertellen had, kom ik de volgen
de week maar terug. [Want mijn
praatje is alweer lang genoeg. Tot
dan dus6 JUNI.
HIK HMMBKCHE COURMT
1000
inn Mn™- nn *=■-- inn™~ c"~-
60
15