DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Op Pinksterdag. BUITENLAND. BINNENLAND. Zaterdagavondpraatjes. HaaHem ZATERDAG 8 JUN8 1908, 33sto Jaargang No. 6906. ABONNEMENTSPRIJS: Pet 8 maanden voor Haarlemfl.85 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C Afzonderlijke nummers 0.05 Bureaux van Redactie en Administratie: Ontere. Telefoonnummer (426. PBIJ8 DEB ADVEBTENTIËN: Van 1—6 regelsf0.60 (contant)t 0.50 Elke regel meer0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie d contant. Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van: U over q en iliSI8 hand of voet. g KJ |1 éen oog. B BB B B éen daim. sohiktheid tot werken. éen wijsvinger. GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Pit nummer bestaat uit uier bladen, ui. o. de 0f- ficiëele Kerk! ijst en het Geïllustreerd Zondags blad in 16 bladzijden. EERSTE BLAD. Als er iets is, wat onze tijd noo dig heeft zooals het voedsel noodig is voor het lichaam, dan is dat een vurig, onophoudelijk, voortdurend, hartelijk gebed der geloovigen. Tegenover het wassende, steeds brutaler en driester optredende onge loof, dat als de geest van negatie in onzen tijd heerscht, moet te har telijker, te inniger zijn de bede van dankzegging, huldiging en erken ning van Gods heerlijkheid en goed heid door al wie gelooven. Tegenover de schrikkelijke zon den van onze dagen, die door dui- velsche vindingrijkheid op elkander zich stapelen en steeds nieuwe en ergerlijker, Gode zwaarder be- leedigende vormen aannemen, moet des te vuriger en smeekender zijn het gebed van boete en rouw. Tegenover de onbeschaamdheid van het ongeloof dat in dezen tijd erger dan ooit Gods rechtvaardige straf als afroept over de wereld, moet het gebed om hulp en red- diDg en behoud te krachtiger, te ernstiger worden opgezonden door de schare dergenen die in God het heil en de eenige uitredding der wereld weten. Ja waarlijkin onzen tijd is meer dan ooit het vurig bidden een nood zakelijkheid, en de geest des gebeds, zooals die al van de oudste tijden af leeft in de Kerk van Christus, die door de Kerk steeds en overal noodzakelijk is geacht en aange kweekt, moet vooral in de dagen van nü worden versterkt en ver zorgd. En welk Hoogfeest der Kerk is zóó geschikt, om dien geest des gebeds levendig te maken en in ons te versterken als het Pinksterfeest, dat we heden rieren? Dat was een heerlijk, een spre kend beeld, toen op het eerste Pinksterfeest der wereld de Heilige Geest in de eetzaal van Jeruzalem over de Apostelen en leerlingen des Heeren kwam in de gedaante van vurige tongen l Toen de Apostelen den Heer bij zijn leven hadden gevraagd: „Heer, leer ons bidden!* had hij hun de woorden voorgezegd tan het groote gebed dat alle andere gebeden in zich vereenigt. Maar evenals de goddelijke liefde en goddelijke kennis en het godde lijk vuur pas in alle volheid neder daalde over de leerlingen op het Pinksterfeest, zoo kwam ook toen eerst de volheid van het begrip over hen, hoe ze moesten bidden. Bidden met een „vurige tong." Dat wil zeggen met mond en hart, voortdurend, vol warme liefde, en met het vuur van een oprechte toewijding aan God. Op den eersten Pinksterdag kwam de Heilige Geest over de Apostelen, op eiken volgenden Pinksterdag her denken wij die komst en bidden we dien Geest van liefde en van gebed weer af over de Kerk en ons zelf. En het Pinksterfeest-zelf leert ons, hoe we dan moeten bidden. Immersde leerlingen waren bijeen in de zaal van Jeruzalem, en vertrouwden zichzelf nog niet goed. Ze schuwden de openbaarheid, waren bang voor de buitenwereld en treurden om Jezus' dood. Doch op eenmaal, met een ge- druisch als van een voorbijgaanden hevigen wind, kwam de Heilige Geest over hen, en vervulde hen. En ze stonden op en begonnen te prediken in verschillende talen, en ze gingen vrij en frank* uit tot de schare der ongeloovigen, en van de komst des Heiligen Geestes da teert de eigenlijke prediking des Geloofs over heel de wereld. Dat is een les, hoe ook wij ons bidden in deze dagen, waarin de wereld het gebed der Christenheid zoo behoeft, hebben in te richten. De geest des gebeds, die van ouds leeft in de II. Kerk en die wij vooral op het Pinksterfeest als een der gaven van den H. Geest zoo met nadruk vragen, moet zijn een levendige, een brandende, een zichtbare, vurige geest! Vooral in dezen tijd, nu het on geloof zoo driest het hoofd opsteekt en zoo brutaal zijn stem verheft, nu moeten wij bidden met luider stem, als Apostelen des geloofs voor zoo ver we dat kunnen, nu moet ons gebed openbaar zijn, zoodat de geheele wereld het Uoore, even als de heele wereld de Apostelen verstond toen de H. Geest over dezen was gekomen. En die vurigheid van bidden, die onbeschroomdheid, om ons noodza kelijk gebed altijd en overal, in al al ons doen en laten, in werken en uitspanning te doen komen aan het licht (want bidden met den mond is niet de éénige vorm van biddendat openlijk getuigen van Gods naam en van Christus' Kerk waardoor we naar het gebod van den Heiland-zelf in werkelijkheid altijd en zonder ophouden kunnen bidden, dat alles mogen we nü vooral vragen te ontvangen op Pinksterdag Nü smeekt de Kerk den H. Geest af, die de geheele aarde vervuld heeft, nü vraagt zij dien H. Geest, dat Hij ook vervulle de harten der geloovigen, en ze ontsteke in het vuur Zijner liefde, nü bidt zij om de Pinkstergaven, die de liefde Gods in al hare volheid brengen aan de menschen en die zich naar buiten zoo verheven toonen in de groote bediening die eigenlijk den grond en het bestaan van elk men- schenleven moet uitmakendie van ta bidden, altijd te bidden, en te bidden zooals de geest des gebeds die voortleeft in de H. Kerk, het Christelijk gebed kentals aanbid ding, dankzegging, boete en smeek bede. Het „Veni sancte Spiritus" van Pinksterdag heeft óók deze betee- kenis. Geve God, dat die bede ook zóó worde verhoord! En de H. Geest, die wij afbidden over ons, zal dan komen, en in deze dagen die kostbare gave bren gen des gebeds, dat naast de dank baarheid en de eere aan God ook God's zoo noodige barmhartigheid afsmeekt over de wereld, en ver zoening geeft voor de zonden van onzen tijd. BELGIE. De Congo-kwestie. Er schijnt weer een kink in den kabel gekomen te zijn. De concessies die de ministers Schollaert en Renkin aan Koning Leopold te Wiesbaden hebben afgedongen, voldoen geenszins. En zoo vreest men dat er voor het bestaande naastingsontwerp geen meerderheid zal te vinden zijn. Wat begrijpelijk is! Want hoe groote belangen Belgie ook langzamer hand in den Congo, wat handel en afzetgebied betreft, heeft gekregen koning Leopold eischt wel wat heel veel voor zich en eigen beurs! FRANKRIJK. De daad van een gek. 't Blijkt wel voldoende wat ook te verwachten was dat het oude heertje dat op Dreyfus schoot tijdens de pantheonisatie van den pornograaf Zola, het in zijn bovenkamer mankeert. In Frankrijk is er werkelijk zoo'n soort van politieke gekken, en we hebben daar al eens meer rare staaltjes van gezien. Sommige brave liberale bladen, die Zola verheerlijken als „een groot kun stenaar" en die zelfs vertellen dat deze schrijver „een der zedelijkste onder de moralisten" is geweest algemeene verbazingsommige van die deugd zame anticlericale blade zien alweer een complot in deze dwaze aanslaghistorie, 'n Complot van nationalisten waarschijnlijk eerlang een complot van Jezuieten of Assumptionisten, als het goed gaat. We zullen er maar niet veel van zeggen't eene is even gek als 't andere. De zaak heeft overigens tot gevolg gehad, dat Dreyfus weer eens algemeen de aandacht trekt en dat de qualifi- catie van „groot man" nu nog meer dan ooit alléén om wille der Dreyfus- historie aan Zola wordt toegekend. Geen enkel blad is er zelfs, dat z'n liederlijk geschrijf reden genoeg vindt voor een bijzetting in het Pantheon. Zoodoende is deze heele plechtigheid duidelijk een politieke zaak geworden, waarmee er dan ook alle beteekenis naar buiten ineens uit verdwenen is. Bepublikeinseh Ziehier hoe een liberaal correspon dent het optreden van de Fransc'ne politie bij de Zola-plechtigheid ken schetst. Dat noemt men: de nooit volprezen „vrijheid" in de „democrati sche" republiek: 't Is na de „plechtigheid". „De j ongelieden", zoo zegt de correspondent, „die uren lang in de zon gestaan hebben, zijn nogal rumoerig. Op een schandelijke, verraderlijke wijze loert de geheime politie op de opgewonden groepjes. Als er eindelijk een der jongelui een niet erg ministerieelen kreet slaakt, werpen zich op een teeken van een „meneer" vier pootige kerels ruw van achteraf op hem en pakken hem op, tot schrik en verontwaardi ging van zijn kameraden, die door de politie en de republikeinsche garde in bedwang gehouden worden. Het is mogelijk een systeem om schrik in te boezemen, een systeem om wan ordelijkheden te voorkomen om telkens op een groepje te loeren en ineens op een, die het meest lastig lijkt, gemeen ruw los te stormen en hem weg te sleepen. Maar het is een laag en waar lijk weinig republikensch systeem. Op een oogenblik, op den hoek van de Rue Soufflot erger ik me zoozeer, dat ik een sterken lust voel opkomen om ook „hoe, hoe" te schreeuwen maar ik heb juist erge haast om naar het telegraafkantoor te komen in plaats van naar het politie-bureau." Die correspondent is, dunkt ons, een enfant terrible van de anders Frankrijk zoo ophemelende liberale pers! PERZIE. Het einde P Als we het goed hebben, dan is het einde van de Perzische onafhanke lijkheid en de Perzische Sjah-dynastie zoo goed als gekomen. Of de Sjah gevlucht is of weggevoerd of uit eigen beweging zijn hootdstad verliet, dat weten we nog niet. Maar wel weten we, dat hij een heftige ruzie met zijn parlement heeft gehad, verschillende hooge ambtenaren moest ontslaan en toen zonder iemand te waarschuwen met een aantal volge lingen uit de stad verdwenen is. Waarheen weet niemand. Intusschen staat een Russisch gene raal met een legermacht gereed de grens over te trekken, is er overal burgeroorlog, opstand en hevig ge vecht Zou dat niet het einde zijn? Verspreide Berichten. Naar Rusland. Het Engelscbe koningspaar heeft gisteravond met prin ses Victoria de reis naar Rusland aan vaard. Dat is leelijker! Het eskader, dat president Fallières naar Londen heeft begeleid, is te Brest teruggekeerd. Er loopt een gerucht, dat aan boord der „Léon Gambetta" muiterij is uitgebroken omdat de bemanning geen vergunning had gekregen te Dover aan land te gaan. Dit zou ook de reden zijn geweest, dat dat Fallières aan boord van een andere boot de terugreis heeft gemaakt Roosevelt. Uit Washington komt bericht dat president Roosevelt met zijn zoon in April naar Kano gaat om in Afrrika op grof wild te jagen. Hij zal geen ander land bezoeken. Het bericht wordt van beteekenis geacht, aangezien daarin stilzwijgend opgesloten ligt, dat hij inderdaad geen candidaatsstelling voor het presidontsehap zal aanvaarden. Koning Peter gecompromit teerd? In het befaamde hoogrerraads- proces te Cettinje heeft een der getuigen, Nastits uit Serajewo, niet meer of minder verklaard, dan dat de bommen in de Servische staatswapenfabriek in Kragoe- jewats onder leidiag van den Servischen troonopvolger en met medeweten van kening Peter waren vervaardigdDe lei der van het gansche kemplot was kapi tein Menadowits geweest, een bloedver want van den Servischen Koning, die zeer veel ten palei e kwam. Nastits verzekerde zelf in genoemde fabriek het vervaardigen van bommen geleerd te hebben! Het publiek, dat grootendeels uit amb tenaren bestond, juichte Nastits aoertoe en ook de rechters applaudisseerden, 'nLeuke boel in die rechtszaal! H. M. de Koningin-Moeder terug. H. M. de KoninginiMoeder kwam met gevolg Vrijdagmiddag ongeveer te 5 uur te Baarn aan. Op het perron van het station der H. IJ. S. M. waren ter verwelkoming van H. M. aanwezig de Commissaris der Koningin in d« provincie Utrecht, de burgemeester van Baarn en de heeren L. R. baron Taets van Amerongen, kamerheer i. b. d. en dr. S. Greidanus, hofaits. Een groot aantal belangstellenden had zich op het stationsplein verzameld. In twee open rijtuigen werd naar het paleis te Soestdijk gereden. Uit de Staatscourant. Bij Kon. Besl.is benoemd tot com mandeur in de orde van Oranje Nassau, mr. B. W. N. Servatius, president van het Gerechtshof te Leeuwarden. St. RADBOUD-STICHTING. Onder voorzitterschap van Mgr. Van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, werd onlangs eene gecombi neerde vergadering gehouden van het Bestuur der Sint-Radboud-Stichting en de Diocesane Comité's. Naar wij vernemen, werd verslag uitgebracht over de werkzaamheden van het afgeloopen jaar. Hoewel nog niet overal parochiale comite's konden opgericht worden, en enkele der co mité's nog geen beroep op de offer vaardigheid der Katholieken hadden gedaan, gaf toch de uitslag reden tot groote tevredenheid. Wij zijn niet in de gelegenheid om cijfers mede te deelen, maar het valt naar onze meening, niet te betwijfelen, dat de bijdragen een begin van ver wezenlijking der doeleinden van de C. R. S, reeds nu mogelijk maken. Wij bedoelen de vestiging van bij zondere leerstoelen. En mocht dit vóór het aanstaande studiejaar nog niet kunnen gebeuren, zonder twijfel zal het kunnen geschie den, wanneer in de eerstvolgende al gemeene vergadering een volledig over zicht over de te verwachten jaarlijk- sche bijdragen gegeven wordt. Het ligt echter niet in het plan van het Bestuur om, zooals wellicht onze tegenstanders hopen, door de verwezenlijking van een naastliggend doel, het groote doel der S. R. S. op den achtergrond te schuiven. Integendeel! Wat het eerst aan de beurt komt de bijzondere leerstoelen n.l. en een onmiddellijk te berei ken voordeel meebrengt, meet be" schouwd worden als een miicd, da XLIII. Maar eentje! Wie 't slech ter hebben: de paarden of de koetsiers. Van rijden en varen. Een aanbevelens waardig tochtje. Van oritiek die zwijgt en mijn eritiek, die ik nu eens uitbreng. Een verfraaiïngsplan, dat ik wel niet meer zat beleven.! Zoo, Ik las in ojize Nieuwe S3 aarlemsche, dat er maar één «apjespaard met die warme dagen omver gevallen is van 'de week. Nu, Ia* valt me mee: die hebben toch bepaald nog meer uithoudingsver mogen dan ik dacht: ik weet niet cd' de Vereeniging tot Dierenbescher ming hier in Haarlem nog méér doet dan honden en katten doodma ken in een apart toestel dat daar door dient, maar zoo ja, dan mocht er wel eens een van die heeren, die er dan verstand van heeft, z'n oog la,ten gaan op die oude, afgeleefde niet zelden ook in onze zomerda,- gen verschrikkelijk hard werk te "verrichten hebbende rammelkasten dan paarden, die voor onze aapjes •taan! En wanneer dan een veree- mging tot bescherming van rnen- «ohen maar die ontbreekt helaas jmg.wol eens! tegelijk een oogje hield op de koetsiers, en zorgde dat die menschen ook behoorlijk tracte- ment en behoorlijken vrijen tijd kre- zoodat ze wat hebben aan hun jjpzin en hun kinderen en 's Zondags P® H. Mis kunnen bijwonen en ©en "behoorlijken werktijd krijgen, dan 't koetsiersvak zeker beter in eere dan nu. SKant de paarden laat ik nog staan, maar de staaltjes van menschen-exploitatie, die ik gehoord heb van wat een huurkoetsier moet doen en ondervinden, die zijn werkelijk grof! Ik geloof trouwens in gemoede niet, dat er één vak is, waar zulk een volkomen lots-onze- kerheid,. zulke schandelijk lage loo- nen en zoo schrikkelijk lange werk tijd heerschende is, als in het vak van koetsierMisschien doe ik daar wel eens een boekje van open, of geef ik de staaltjes en gegevens, die ik verzameld heb, aan een bevoegder persoon dan ik, die dan eens netjes dat alles kan regelen en op papier zetten. Maar dit zeg ik u: 't is bar en bar, en helaas zijn er vele Room- sche koetsiers hier in d© stad- - - Wat er van hun godsdienst en vaak van hun huisgezin terecht komt, zelfs al willen ze goed en doen ze hun best, vraag me dat niet! 't Is een treurig vak in vele opzichten, en dat zijn nu zoo weer van die zelfkantjes aan ons bestaan van stadje van pleizier, zooals wij in de zomermaanden dan toch wel we zen willen. Want dan komen de ■vreemdelingen, en dan is rijden en uitstapjes maken het werk van alle dag. Naast het rijden dat al ou- derwetsch begint te worden komt nu tegenwoordig ook het varen in zwang, en met die nieuwmodische motorbootjes, die om geen wind of stil weer geven en die er met zoo'n lekker vaartje van door schieten, is dat varen op de mooie wateren die we rond Haarlem hebben, een ge noegen, wat niet hoog genoeg kan gesteld wordenEen van onze goed- bekende stadgenopten adverteert ge regeld in onze Nieuwe H aar lemsche, dat hij een motor- pleizier jacht je voor een pleizier- vaarfc of een halven of heelen dag uitgaans disponibel heeft, en als ik een van mijn kennissen, die juist in die heete dagen van deze week met dat fraaie, snelloopende bootje van Lohman een tochtje meemaak te, gelooven kan, dan is dat een; genot zonder weerga, en kan het niet genoeg worden aanbevolen! Ik merk daar dat ik me vergaloppeerd heb, en dat ik een naam heb ge noemd, wat anders in deze praatjes mijn gewoonte niet is allo, voor deze gelegenheid dan, en ik hoop dat de Redactie hem niet schrappen zal: 't is een uitzondering die den regel bevestigt! Zeker is het, dat als je !zoo'n mooi, sierlijk bootje zoo als vanzelf over het water ziet sche ren, je het je best kunt voorstellen of op de Mooije Nel een uitnemend genot moet wezen! Dat is nü zeker prettiger en frisscher, dan zelfs een rijtoertje door den Hout moet we zen, al is ook dit niet te ver smaden. Wat overigens de Hout be treft, hebben mijn lezers wel ge merkt dat van 't groote kabaal wat in een paar kranten en in koffie huizen en aan k'letstafels over de „vermoording van den Hout" is ont staan, en wat zelfs de heeren van als ja zoo mooi, sierlijk bootje zoo den Raad heeft bewogen en in op schudding gebracht, nü niets meer te bespeuren valt Nu is onze Hout. in z'n mooie kleed, nu prijkt hij in volle groen, nu ziet men geen afge broken takken meer, maar jonge twijgjes en bloesems en teere groene blaadjes. Nu heb je, door het fris- sche groen van allerlei schakeering, overal van die j>rachtige doorkijk jes die telkens nieuwe perspectie ven openenen nu denkt er op eens niemand meer aan, dat de man die niet alleen onzen Hout nü zoo mooi en ruim en doorzichtig maakte, maar die daarbij nog zorgt voor het behoud van ons heerlijke stadsbosch, een paar maanden geleden door Jan, Piet en Klaas, genoemd en onge noemd, door een concurrent en een iemand die heel en al buiten het vak stond, eenvoudig voor een weetniet werd uitgemaakt! Och, zoo gaat het in de wereld! Laat ze nu eens in den Raad aan het debatteeren gaan of al dat boo- menkappen, dat werkelijk niet zoo erg mooi, maarnoodzakelijk is, wel gepermitteerd zal wezen? Tien tegen een, dat de heer Springer zoo wat alle raadsleden op zijn hand krijgt. Toch, van takken kappen ge sproken onze parkarchitect die zoo goed zorgt voor de levende hoornen, mag niet de groote oude hoornen vergeten die door onverstandig© tuinarchitectuur van vroeger zoo zwak geworden zijn, dat ze hun tak ken laten vallen. In de Nieuwe Haarlemsche las ik van de week nog, dat op het Frans Hals plein een groote doode talc van een boom was komen vallen, en dat het werkelijk op ©en haar na gescheeld heeft, of dat ongeluk had 1 eel ijk© gevolgen gehad. Onze krant had ge lijk: niet alleen op het Frans Hals plein, maar nog op verschillende an dere plaatsen van de stad vindt men doode takken, dikwijls zoo groot en dik als heele hoornen, hangen: ik wijs de Redactie van onze krant op eene, die vlak voor haar bureau op de Kinderhuisvest hangt, en die me al meermalen 't hart in het lijf heeft doen vasthouden: daar komen, als de gem. parkwachters niet gauw af doende maatregelen nemen, nog eens ongelukken van, wat ik je zegZoo wel als er ongelukken van komen, wanneer de politie niet beter uit kijkt op het Stationsplein, dat er geen jongens meer over en op en.... onder de rails die er liggen, aan het spelen blijven. Ik zag daar onlangs zoo'n rail dwars-wegrollen op een been van een jongen, dat 't me hard zal verwonderen als moeder dat ke reltje niet met een gebroken enkel heeft thuisgekregen YM het star tion gesproken, wei heb ik een week of wat geleden in onze krant gele zen, dat het nu definitief op 1 Juli, althans wat den uitgang aan het Stationsplein betreft, za.1 worden geopend, maar hoe staat het met de rest? De goegemeente is naar dat werk, dat nu al zoo lang heeft ge duurd, erg benieuwd en onze Re dactie zou goed doen, er ©ens wat in bijzonderheden over te schrij ven. En het Stationspleindat schiet nog niet al te hard opEnfin, Onze Zaterdagavondman kan in ons Tweede Blad van heden zien, dat zijn wensch wordt vervuld haast op hetzelfde oogenblik dat hij ze uitspreekt: een uitvoerige beschrij ving over het nieuwe station is daar heden juist opgenomen. Red. Nieuw© Haarl. Ct. als het maar begaanbaar wordt, waji- neer het Station in gebruik wordt genomen, dat is het voornaamste dan toch. Over verfraaiing en versiering ervan spreken we dan later wel! Dan heb ik het nog wel ©ens over de wenschelijkheid om er een bloem perkje of een fontein te maken, als ten minste de ruimte het. in verband met de trammen van allerlei slag, zal toelaten. Dat wacht tot later. Een bloemperkje en een springende fon tein zouden wel een mooie aanklee ding kunnen vormen van het Star tionsplein. zij het dan ook, dat in zoo'n geval de lange gevel van Bey- nes' fabriek er niet fraai tegen doen zou. Maar wie weet, komt die nog niet eens in een heel andere wijk te staan, als er weer noodzakelijk ver- grooting van noodig is, want me dunkt dat er nü niet heel veel plaats meer voor uitbreiding te vinden is en dan krijgen we een echt groote stadsplein, zooals b.v. te Dusseldorf of Frankfort of Brussel ze hebben, omgeven van heel groote hotels en bierpaleizen.... iWat n toekomstdxoo- men voor ons bescheiden Haarlem Een ding is wel zeker, dat zal ik wel niet meer beleven, en dus zie ik er maar van af en ben al tevreden: met ons bescheiden Stationsplein, met de paar, voor ons doen al flinke cafe's die je daar tegenover den uit gang vindt, en zonder bloemperken en zonder fontein! Op een andere fontein in onze stad, waarvan ik vandaag nog wat te vertellen had, kom ik de volgen de week maar terug. [Want mijn praatje is alweer lang genoeg. Tot dan dus6 JUNI. HIK HMMBKCHE COURMT 1000 inn Mn™- nn *=■-- inn™~ c"~- 60 15

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1