TWEEDE BLAD
r
C
I1
V
Ons nieuwe Station,
ONZE NIEUWE FEUILLETON.
„De Dochter van den
Miilionair
Een heiligevanonzen tijd.
£>e Dochter van
den Miilionair.
j
Ji
(II
ZATERDAG JUNI 1908.
Reeds ruim een maand geleden
deelden wij onzen lezers mede, dat
op I Juli a.s. de nieuwe stations
gebouwen aan 't Stationsplein in ge
bruik zouden worden genomen en
wel 't Hoofdgebouw bij den Kruis
weg.
Getrouw aan hare gewoonte werd
dit belangrijke nieuws door onze zus-
terbladen doodgezwegen om het een
öiaand later als kersversch nieuw
tje te lanoeeren. Betrekkelijk laat
ons dit nu wel koud, doch het con-
stateeren van dit feit op deze plaats
lijkt ons wel een gevoegelijke inlei
ding der mededeelingen, die wij on
zen lezers over den
ni e u w e n S t a t i o n s b o u w
gaan verstrekken.
Den geheelen Donderdagmiddag
hebben wij benut om deze interes
sante werken te gaan bezichtigen,
daar wij weten dat onze lezers zeer
veel belang stellen in ons nieuwe
Spoorwegstation, dat tegen October
van dit jaar geheel en al zal vol
tooid wezen, zoodat dan een einde
zal gemaakt worden aan een reus
achtig- werk, dat jaren en jaren ar-
beids gevraagd heeft en waaraan
een heèle historie is verbonden.
Xa met halsbrekende toeren mulle
zandhoopen te zijn overgetrokken,
waarin de schoenen wegzonken en
Waartegen de brandende zonnestra
len verzengend terugsprongen in je
van zweet druipend gelaat, na ver
spreid liggende balken en losse of
vaste rails te zijn overgeklauterd,
fornuizen met kokende asphalt, wier
warmte je haast verschroeide, te zijn
gepasseerd, vonden we ten langen
laatste te midden van al bet werk
zame, nijvere gedoe der vak- en
werklieden, den man, dien wij voor
onze omwandeling moesten hebben,
den
a a n n e m e r G. J. v. S1 i n g e r-
1 a n d.
Met de meest mogelijke bereidwil
ligheid en vriendelijkheid, heeft de
heer v. Slingerland ons door de wer
ken geleid en alle gewenschte inlich
tingen verstrekt, die wij maar ver
langden. Hem dan ook op deze
plaats ónzen dank te betuigen, is
ons een aangename taak.
Bij zoo'n grootsch werk past het
wel. iets omtrent
den uitvoerder en de
uitvoering
mee ta doelen.
De heer G. J. v. Slingerland beeft
reeds de vijf kruisjes achter- den rug,
doch geniet desniettegenstaande nog
der volle kracht van zijn mannel ij ken
leeftijd. In de aannemerswereld, en
natuurlijk ook daarbuiten, staat hij
als een zeer aktiof, hoogst bekwaam
en solied aannemer bekend.
Sedert- tien jaren drijft de beer v.
S. voor eigen rekening zaken. En
tal van gewichtige werken zijn
sindsdien door hem tot stand ge
bracht. Eenige van de velede Cen
trale [Werkplaats der H. IJ. S. M.
te Amersfoort, een werk van 2Va
ton gouds, de verbouwing der sta
tions te Hilversum, Baaru en Hui
zen, 't ,Rijkspost- en telegraafkan
toor te Bussum, de sluiswachterswo
ningen aan 't Merwedekanaal te
Utrecht, een 25-tal villa's, enz.
De heer v. Slingerland geeft door
de keurige, soliede uitvoering van
zijn werken blijken een goede school
gehad te hebben. Die school had hij
vóór 1898 hij de groote aannemers
firma, v. Buren te Amsterdam, waar
bij 18 jaren lang als uitvoerder van
groote werken, belangrijke diensten
verrichtte. Van die werken verdie
nen vooral de Zeesluizen te IJmui-
den, 't Circus Carré, te Amsterdam,
de forten te Uitgeest en Krommenie-
dijk, de verbouwing van 't West-
vinde, enz. enz. bijzondere vermel
ding.
Het groote stationswerk heeft de
heer G. J. v. Slingerland onder geza
menlijk risico met den heer
van Slingerland, zijn
broer, aangenomen voor het kapi
tale bedrag van ongeveer f 316.000.
Aan dit aanneemwerk is reeds 13
November 1906 begonnen, toen het
a moveeren van het oud© station ter
hand werd genomen. En zeker zou
thans reeds alles voltooid zijn, wan
neer niet door het uitblijven van tee-
keningen, als anderzins, 't werk ver
traagd was. Zooals wij reeds meld
den, zal nu 1 October het geheel in
gebruik genomen worden. Thans
zijn nog een 55-tal werklieden dage-j
lijks aan den arbeid.
Het werk wordt uitgevoerd on
der toezicht van ambtenaren der H.
IJ. S. M., den hoofdingenieur S. J.
Jacob, den ingenieur Westhof en den
opzichter Visser.
Tot dusver eenige algemeene we
tenswaardigheden.
Gaan wij nu de
inrichting van de sta
tionsgebouwen
in bijzonderheden na.
De teekening, die wij hierbij geven,
zal veel verduidelijken.
We beginnen bij den
u i t g a n g-,
daar deze 1 Juli in gebruik zal wor
den genomen.
Van dezen datum af zal 't tijdelijk
station met den ingang aan 't Kenne-
merplein blijven tot 1 October.
Om evenwel 't station te verlaten
zal men van 't middenperron weer
langs de hardsteenen trappen afda
len, in den tunnel komen, die ook
thans in- en uitgang is, dooh de
uitgaande reizigers zullen om 't sta
tion te verlaten geen koers zetten
naar 't Kennemerplein, doch naai
de tegenovergestelde richting, 't Sta
tionsplein. De dubbele tochtdeuren
ongeveer in 't midden van den tun
nel zullen dan geopend zijn. Onze
lezers begrijpen het nu, dat 't Hoofd-
geb. B (nabij den Kruisweg) aan 't
Stationsplein en 't tijdelijk station
aan 't Kennemerplein verbonden zijn
door één langen doorgaanden tunnel,
parallel loopend aan het Kruisweg-
viaduct. Het spreekt vanzelf, als
straks, 1 Oct., de eigenlijke ingang
nabij den Jansweg in gebruik wordt
genomen, 't tijd. stat. aan 't Kenne
merplein zal worden gesloopt en de
tunnelopening voorgoed daar zal
worden afgesloten, behoudens op da
gen van zeeft' groote drukte.- We
zeiden: het is één lange tunnel van
station Kennemerplein tot Hoofd
gebouw B, Stationsplein. De uit
voering is dus zoowel ten Zuiden
(stadwaarts) der midden tochtdeuren
dezelfde als ten noorden daarvan.
Weer, zoowel als in de vestibule
van den uitgang, de parketvloeren
met lichtgele tegels. De gewelfvor-
mige plafonds, zoowel als de wan
den, van de bekende creme-kleuri-
gfe tegels, afgezet met. een sierlijke
vakverdeeling van groen verglaasde
steenen. Tot de borstwering zijn de
wanden ook hier ten deel© opgezet
met de frissche rood-bruine graniet-
blokken. Van boven ontvangt de
tunnel daglicht door glastegels.
Links ontwaren we een kamertje,
in eikenhouten betimmering uitge
voerd, voor de portiers, waarin
steeds licht zal moeten branden.
Rechts een nis, waarin een vrij smal
le trap, waarlangs 't perron voor
de tremen uit de Haarlemmermeer
eerlang een uitgang zal hebben. Hier
begint de van den tunnel met tocht
deuren afgesloten
m i d d e n v e s t i b u 1 e
Een sierlijk hekwerkje met doorgan
gen, waar de controle en ontvangst
der plaatsbiljetten zal geschieden,
geeft toegang van de midden vesti
bule tot de „Uitgang"vestibule en
wordt er weer van gescheiden door
dubbele tochtdeuren, Deze laatst©
vestibule is uitgevoerd in witte ver
blindsteen, deuren en ramen zijn in
lichtgele en eikenhouten betimme
ring gevat.
De uitgang, zoowel direct west
als zuidwaarts, naar Kruisweg en
Stationsplein zijn 4 in getal en door
©en portaal met tochtdeuren van de
voor-vestibule afgesloten. De uit
gangen zelf dragen gewone dubbele
deuren met beslag.
Het tegelwerk is geleverd door
de op dit gebied bekende firma
Martin en Co., te Amsterdam.
Links, tegen de voor-vestibule aan
gelegen, bemerkten we een ruim
bagagelokaal.
Deze beide beslaan de heele breed
te van 't Hoofdgebouw B. Van de
voor-vestibule is dit bagagelokaal
gescheiden door hooge ramen van
doorschijnend glas. In dit lokaal,
dat ook een uitgang heeft naar bui
ten, een mooi betimmerd bureautje
met doorschijnend glas en opschui
vend raam. Op verschillende plaat
sen pilaren die de plafonds dragen.
Onder dit lokaal en de vestibule
een mime kelder, waarin de inrich
tingen voor de centrale verwarming,
die door de H. IJ. S. M. zelf gele
verd worden. Al.ojïsj
Rechts achter in den bagagetunnel
begint rechthoekig de
b r e ede b a g a g e t u n n e 1,
loopend parallel met den zooeven be
sproken uitgangtunnel en ook ein
digend aan t Kennemerplein, thans
in het daar zich bevindend tijd. ba
gagelokaal.
Den tunnel ingaande ontmoeten we.
direct links ©en ondiepe dwarsgang,
tot- bergplaats ingericht, - waarin
kasten en fietsrekken. In 't midden
van den tunnel links de bekende
hydraulische lift, die op 't boven-
middenperron uitkomt en reeds van
den beginne af in gebruik is.
Rechthoekig op dezen bagagetun
nel ligt direct rechts de 2e bagage-
tunnel, de
„p ar a 1 lel tunn e 1"
genaamd, daar hij parallel loopt aan
de gebouwen en spoorlijnen. Deze
breede, frissche tunnel heeft de res-
pektabele lengte van 120 Meter en
vormt de verbinding der beide hoofd
gebouwen. Hij is gelegen naast de
dubbele spoorlijn richting Amster
dam en Haarlemmermeer en onder 't
perron voor de Haarlemmermeer-rei-
reizigers. Als straks de electrisch©
lichtjes in deze breede, lange gang
zullen aanflikkeren, dan zal dit een
grootsch gezicht opleveren en ons
doen denken aan den reuzentunnel,
dien wij steeds bewonderen bij 't ver
laten van het Amsterdamsche Cen
traalstation.
Onzfe tunnel met haar mooie as-
-faltbestrating zal uitsluitend voor
bagage bestemd zijn. Langs den lin
kerwand op geregelde afstanden pi
laren voor de stevigte der muren en
rechts zware, soliede contreforts,
waarop de spant&ii der perronover
kapping rusten. Link? tusschen de
pilaren overal dichtgeslagen luiken,
toegang gevende zoo noodig bij even
tueel verzakken of scheuren of an
dere ongewenschte abnormaliteiten
tot een verloren ruimte en wel tot
de gewelven, die de dubbele spoor
baan Amsterdam en Haarlemmer
meer moeten dragen. Rechts tal van
closets en urinoirs ten dienste van
't spoorwegpersoneel, welke haar
licht ontvangen door ronde ruitjes
met ondoorschijnend glas, uitkomend
onder de rijtuigenstandplaatsen aan
't Stationsplein. Rechts in 't mid
den weer ©en hydraulische lift voor
't goederenvervoer, uitkomend op 't
Haarlemmermeerperron. Op ver
schillende plaatsen ontvangt de tun
nel daglicht door tegelvakken van
bruteglas in 't genoemde perron.
Den tunnel doorgewandeld zijnde,
komen we in
Hoofdgebouw A
nabij den Jansweg. tegenover de fa
briek der firma Be ij nes. Naast dé
ingangvestibule troffen we een 2e
bagagelokaal aan, met kantoor en
bergplaatsen, afgesloten door een
vast raam van de vestibule. IJzeren
kolommen rechts en links in de lo
kalen geplaatst, dragen de balkla-
gen.
Naast den ingangstunnel, die naar
't middenperron en naar dat van "de
Haarlemmermeer voert, ligt nog een
bagagelokaal met bergplaatsen, door
een stel dubbele deuren van pitoh-
pinehout van de vestibule afgeslo
ten.
De
ingangvestibule
is een mooi stuk werk, hoog en luch
tig en 12 X 16 M. breed en lang.
Van buiten geven 3 stel dubbele
zware eikenhouten deuren met beslag
toegaDg tot deze vestibule.
'"usechen deze deuren ramen en
boven de deurposten een half cirkel
vormig raam met gebrand glas in lood,
waariü in kleuren uitgevoerd de
namen en wapeDs der voornaamste
steden, waar de H. IJ. S. M. hare
stations heeft, als: Oldenzaal, Amers
foort, Air sterdam, Rotterdam, Rooser-
'3
-
I
1 r*
!<v
daal, Haarlem, Alkmaar, Enkhuizen,
Leeuwarden en den Helder.
Heldere roode tegels met donkere
randen bedekken den vloer. Ook hier
weer is de borstwering graniet, waar-
tusschen vakverdeeling van groen en j
witvarglaasde steenen. Boven de borst
wering troffen we weer de witte ver-
blindsteen aan, op de hoeken, waarop
de spanten der perronkap rusten,
prachtig gebeeldhouwde kapiteelen van j
Obenkircher zandsteen. Verder rust
hierop de hooge, ronde, spits toeloo-
pende kap der vestibule, geheel met
A merikaansch green gedekt met vuren
plafondachroot, dat door de goede
zorgen van den aannemer van 't schil
derwerk, den Heer v. Gaaien, keurig
gechablonneerd (versierwerk aanbren-
geiwordt en met kleurige biezen
afgezet.
Hebben we binnentredend links het
2e bagagelokaal reeds gezien, rechts
strekt zich langs de heele diepte der
vestibule het sierlijk betimmerde
bureau voor de afgifte der plaats-
biljetten uit. Roven tegen de rechter-
en linkerwanden der vestibule groote
open vakken, waarin door de zorgen
der H. IJ. S. M. een tweetal kleurige
tegeltableau! zullen worden aan
bracht.
Verder bemerkten we er tegen de
de achter wandhoeken groote borden
voor de dienstregelingen, alsook in
den achterhoek van den linkerwand.
In den achterwand- verder rechts een
deur toegang gevende tot een berg
plaats, die wel tot den Janswegtunnel
doorloopt en links de telefooncel. Al
het houtwerk uitgevoerd in pitchpine
en afgezet door zandsteen.
In den voormuur der vestibule
ontwaarden we verder nog rechts en
links in de hoeken een tweetal deu
ren toegang gevende tot een paar ver
trekken, die tot de torens belmoren,
die van hier uit 't Hoofdgebouw A
oprijzen.
Deze eatréevestibulezal wel eender:
mooiste gedeelten van óet geheele sta-
tion wt rden. Aan de uitvoering wordt j
op aesthetisch gebied zeer veel zorg
besteed.
Nu staat alles nog vol stellingpalen,
maar als 't schilderwerk gereed is,
de palen verdwenen .zijp, voor de
deuren de tochtportalen aangebracht,
dan zal deze vestibule een koket
plaatsje van het nieuwe station worden.
De vestibule doorloopend komen
we in den breeden reizigerstunnel,
parrallel loopende met 't Jansweg-
viaduct. Wanneer de treinen door de
Haarlemmermeer loopen, zullen de
reizigers langs een trap, direct rechts
in dezen tunnel, 't speciale perron voor
de Meertreinen bereiken. De reizigers
voor de overige richtingen loopen door
de tochtdeuren, die op verschillende i
plaatsen in den tunnel zijn aange
bracht, totdat ze de breede hardstee- i
nen trappen bestijgen, die hen op 't
middenperron brengen, zooals we
straks reeds zagen; direct links in
den tunnel ligt rechthoekig op dezen
de groote bagage „parallel"-tunnel.
Het
perron voor de Meertreinen j
behoeft geen uitvoerige bespreking,
Onze lezers, naar Amsterdam vertrek-
kende, hebben het al dikwijls genoeg
gezien. Het ligt, zooais wij zeiden, bo
ven den „parallel"-tunnel, is betrek
kelijk smal, maar lang. Het groote i
halfcirkelvormige raam van den ach- j
terwand der entreevestibule met de
eenvoudige r uitjes van gebrand glas
komen er op uit, de bovenvertrekken
in de hoofdgebouwen A en B hebben
er een uitgang op, enz.
In den Oosthoek van 't Hoofdge
bouw A, naast 't kaartjesbureau komt
een
reisb tireau,
dat keurig zal worden ingericht, ge
heel in eikenhout betimmerd en voor
ie groote ramen zoowel aan de voor
ris oostzijde etalagebetimmeringen.
De ingang komt met een portiek
tan de oostzijde.
Naast dit bureau langs den oost-
wand een lokaal, dat verbinding heeft
met 't plaatskaartenbureau.
In 't
plaatsbiljettenbureau
minder mooie ijzeren pilaren, doch
die door betimmering zooveel mogelijk
zullen gemaskeerd worden. Aan 't
bureau annex appartementen voor
closets, bergplaatsen, enz. Aan deD
oostkant den ingang voor de boven
woning van den
stationchef,
6 kamers met grooten zolder bevat
tende, die 't oostelijk bovengedeelte
van dit hoofdgebouw beslaan. Erg
mooi konden we de indeeling dezer
woning niet vinden. Niettemin biedt
een balcon, op een der kamers uit
komend, een verrukkelijk gezicht op
de spoorlijn richting Amsterdam met
't geboomte van 't Prinsenbolwerk op
den achtergrond. Reeds half Juli zal
de chef de woning betrekken.
In 't westelijk bovengedeelte van 't
hoofdgebouw
o Kantoorlokalen
doch 't is mogelijk, dat dit gedeelte
geheel zal worden veranderd in een
woning voor dea Restaurateur. Langs
den Westkant de opgangen. Tusschen
de beide Hoofdgebouwen A. en B, de
rijtuigenstandplaats,
68 M. lang, overdekt met een ijzeren,
sierlijke kap, en ruimte biedend voor
14 rijtuigen. Een heele verbetering
voor de koetsiers, doch een schade
post voor de gem. Haarlem. Langs
den wand op verschillende plaatsen
waterkranen.
In 't Hoofdgebouw B. rechts en
links de opgangen voor de bovenwo
ningen der sous-chefs. In den westhoek
de leelijke
schoorsteen
der Centr. verwarming. Van dezen tot
't Kruiswegviaduct strekt zich de
geasfalteerde rij wielbergplaats uit.
Vermelden wij nu nog, dat de heele
lengte der Stationsgebouwen 208 M.
bedraagt, en wij meenen voor heden
met deze beschrijving te kunnen vol
staan.
Na „HET SPOOK VAN CHETWYND'S
PARK," het verhaal dat naar wij met
genoegen vernamen door tal van abon-
né'a met spanning is gevolgd, hebben
we ons verzekerd van em anderen
Roman, zeker even boeiend, spannend
en romantisch, en getiteld
Wij zijn er zeker van dat de buiten
gewone verwikkelingen, de romantische
voorvallen en de spannende tafreelen
van dezen roman uit de hedendaagtche
Parijsche wereld, waar zoo -onderlinge
en misdadige gebeurtenissen voorval
len, dat de waarheid vaak de verbeel
ding van den romanschrijver overtreft,
buitengewoon zal boeien 1
Zeker mag met recht deze naam
gegeven worden aan den zaligen
Gabriël der Moeder van Zeven
Smarien, die Zondag II. in St. Pie-
ter werd Zalig verklaard.
De hooge plechtigheid had als
naar gewoonte plaats en bleef niet
in gebreke een diepen indruk op
alle aanwezigen te maken, zooals
steeds, wanneer op zóo duidelijke
wijze de band dis aarde en hemel
verbindt als 't ware zichtbaar wordt.
Na voorlezing van de breve der
zaligverklaring en bet prijzen van
God in het majestueuse Te Deum,
werd de H. Mis gezongen door
mgr. Sardi, onlangs benoemd tot
apostolisch gedelegeerde te Constan-
tinopel, kanunnik der Vaticaansche
basiliek.
Op groote geschilderde tafe-
reelen waren de beide wonderen
voorgesteld door de voorspraak van
den thans zalig verklaarde verkre-
t^.lflLLüTON.
(Naar het "Eransch)
EERSTE DEEL.
all eei1 t*Êr l^hende dalen, welke
v ,,n. uitkomen in de groote Seine-
rij, niet ver van de stad Cor-
p to. op een veertig kilometers van
j ar4s, staat een hofstede, de Groe-
hef1 £CI1a-amd. waarschijnlijk met
0 00 8 .op de weilanden, welke haar
j Tangen. Het woonhuis is een
Git gebouw, waaraan uitgestrekte
®aed ingerichte stallen en schuren
j enzen. Aan ©en der vleugels van
v-?.e woning bevindt zich een pa-
\va''0en me^ twee halkon vensters,
op arvan bet eene, aan de Zuidzijde
ai grooten moestuin, het andere
Uit^ "Westkant op het veld. Van
venster kan men den kronke-
bof V *°°P der Seine volgen. In
sehe 0<?rd°n liggen uitgestrekte bos-
het Oosten bouw- en wei-
dit^'^bkig .doorsnijdt de spoorweg
staipj eerst op 8 kilometer af-
vkn bedoelde woning.
ecn der eerste dagen van Sep
tember. omstreeks drie uur in den
namiddag, zat een twintigjarig
meisje op het balkon aan de JVest-
zijde, hetwelk omgeven was met
klimopranken, welk© dezen gevel
van het huis bedekten; zij las een
brief, haar zooeven door den post
bode van het dorp ter hand gesteld.
Deze brief kwam uit Parijs. Blijk
baar bevatte hij iets belangrijks,
want het meisje had er zich mede
naar haar eigen vertrek begeven ten
einde hem ongestoord te kunnen
lezen, doch de glimlach, welke nu
en dan om ha.ar mond speelde, ver
ried een of ander aardige of wel
ironische zinsnede, uit Parijs tot den
Groenenhof doorgedrongen.
De brief was dan ook curieus ge
noeg!
Ze luidde
„Nu woont ge reeds ©ene maand
op een© boerderij mijns vaders, Re
sem onde, en toch hebt gij het nog
niet noodig geacht mij een enkel
maal te schrijven. Ik zou u van dit
gemis van wellevendheid een verwijt
moeten maken, wanneer ik niet ge
woon was mij boven dergelijke nie
tigheden verheven te gevoelen. Doch
ik ben u, in uw eigen belang, eenige
raadgevingen schuldig en wil wel
zoo goed zijn deze te geven.
„Door een van die onverklaarbare
inschikkelijkheden welk© een karak
tertrek van mijn edelen vader uit
maken, zijt- ge te Parijs op het zelfde
pensionaat groot gebracht, waar ik
mijn opvoeding genoten heb. Van
af ons derde jaar zijn wij op een
zelfden voet van gelijkheid behan
deld, door mevrouw Delannay, die
in de meening verkeerde dat wij zus
ters en beide dochters waren van
graaf de Villefort-, ons daarom ook
even vriendelijk bejegende en met
dezelfde zorgen omringde. Een
zelfde onderricht, dezelfde kleeding,
leermeesteressen, kostgeld, onder
scheidingen en belooningen, alles
hadden wij gemeen. Mijn vader wil
de het zoo ,en ik moest mij daarbij
nederleggen.
„Doch het tijdstip moest komen,
waarop deze volmaakt© gelijkheid
zou ophouden. Graaf de Villefort
heeft te veel verstand en hart, dan
dat hij een© onrechtvaardigheid of
iets onbetamelijks zou willen be
gaan. Hij heeft ons gescheiden en
aan ieder onzer hare war© plaats
in de wereld aangewezen. Zijn doch
ter, de erfgename van zijn onmete
lijk vermogen wees hij den rang,
dien zij in de maatschappij beklee-
den moestde andere", zijn pleeg
kind, verzekerde hij een rustig, ne
derig .bestaan en een toekomst zon
der zorg wanneer zij zich althans
deze weldaden waardig betoont.
„Dit, Rosamonde, zijn thans onze
scherp afgebakende en welomschre
ven posities.
„Het ligt nu maar aan u om de
wijste partij te kiezen, waardoor uw
geluk verzekerd is. Vergeet uw eer
ste opvoeding, welke te schitterend,
te verheven was voor ©en meisje van
uw stand, doe. afstand van uwe dwa
ze droombeelden, van genoegens,
welke niet met uw rang overeenko
men. Leg u toe op uwe plichten en
bezigheden, in ©en woord, tracht,
nu ge bestemd zijt eene boerin te
worden, u met het werk, dat deze
stand medebrengt, vertrouwd te ma
ken het heeft evengoed zijne bekoor
lijkheden kortom, maak, door een
ingetogen, nederig en arbeidzaam le
ven, dat gij eenmaal waardig zult
zijn, de gelukkige huisvrouw van
een rechtschapen landbouwer te wor
den.
„Mijn vader heeft u een bruids
schat toegestaan van zestig duizend
franken en van af heden verleent hij
u een jaargeld van duizend franken,
welke worden uitgekeerd door be
middeling van zijn correspondent te
Parijs, den heer Falamon., Ik heb
deze vrijgevigheid goedgekeurd. Gij
bevindt u op den Groenenhof in een
een fatsoenlijk landbouwersgezin
bij Bernard, sedert achttien jaren
pachter mijns vaders en wiens doch
ter en vrouw u Inet liefde zullen be
handelen, wanneer ge hunne gene
genheid weet t© verwerven. Ge zult
moeten toegeven, Rosemonde, dat uw
lot benijdenswaardig ishet verle
den© terugwenschen zou ondankbaar,
eene andere toekomst droomen
zou dwaas zijn.
„Wat mij aangaat, verlang ik er
kentelijkheid noch genegenheid
uwerzijds. Ik kan daar best buiten,
nu ik geplaatst hen, zooals ik ben
en wijl mijn stelregel is, dat men
zich nimmer moet verloochenen,
zelfs niet- in de gedachte.
„Mijn vader blijft nog een jaar in
Indië. Dan keert hij naar Parijs
terug, hetwelk liij reeds zoo lang
geleden verlaten heeft en waar
schijnlijk wel niet meer zal terugken
nen, doch waar hij de achting zal ge
nieten, waarop hij aanspraak heeft
en al de genoegens zal smaken, wel
ke hem toekomen. Tot aan zijn terug
keer blijf ik onder de hoede van den
heer Falamon en zal ik hetzelfde ho
tel bewonen als mijne bejaarde nicht,
barones Plock. Ik verwacht, dat dit
hotel, in een tuin gelegen, naai' het
genoegen van mijn vadep zijn zal. Ik
heb liet in een der schoonste wijken
van Parijs uitgekozen, en de heer
Falamon heeft het, met mijn geld,
contant betaald. Ik geelf u hierbij
mijn adres op voor het geval, dat ge
mij mocht noodig hebben, doch her
haal u tevens, dat ik er u geen
verplichting van wil maken, mij tij
ding van u te zenden.
„Adieu, Rosemonidd- Lees mijn
brief met aandacht: hij is in uw be
lang geschreven. Ik wensch u alle
goeds toe.
Rosalinde de Villefort"
Toen Rosemonde dezen brief gele
zen had, was haar eerste beweging
een pen te nemen om in scherpe be
woordingen op zooveel onbeschaamd
heid te antwoorden. Zij trilde van
toom. Zij wierp de pen weg en begai
zich weder op het balkon, ademde
met volle teugen de buitenlucht in
en keek naar de zwaluwen, welke
wijde bogen beschrijvende, van het
eene einde van den tuin naar het
andere vlogen.
Spoedig daarop weid er zacht op
de deur geklopt; een jong meisje
trad binnenhet was Marguerite, de
dochter van den pachter en van Ca
therine, zijn gelukkige huisvrouw.
Marguerite was zeventien jaar,
schoon, vlijtig en zedig; een ware
schat, wat bevalligheid en gedrag
aangaat. Bovendien de eenige doch
ter en haar vader gaf haar vijf-en-
twintig tot dertigduizend franken
ten huwelijk mede. Geen wonder,
dat het Marguerite niet aane aanbid
ders ontbrak, doch wijl haar hart
nog vrij was, leefde zij nog in al
de vroolijkheid en zorgeloosheid
van haar- zeventien lentesdie bloei
end© leeftijd, waarin alles zonne
schijn en vreugde is!
„Hoe nu' zeide zij binnenko
mend, „zijt n mij vergeten, juf
frouw En onze wandeling naar den
wijngaard V eet u wel, dat de drui
ven reeds meer dan rijp zijn Kom,
hier is uw mandje."
Rosemonde glimlachte, twee tra
nen schitterden tusschen hare wim
pers. Marguerite keek haar verwon
derd aan.
TTtTU*
t
Ci-cd~~ - /ut/W»-»-»
Sr
I C\->
d
irv-xrv C l
U/u*-lU.
fjiou/ l
/Co-T^