TWEEDE BLAD r C I1 V Ons nieuwe Station, ONZE NIEUWE FEUILLETON. „De Dochter van den Miilionair Een heiligevanonzen tijd. £>e Dochter van den Miilionair. j Ji (II ZATERDAG JUNI 1908. Reeds ruim een maand geleden deelden wij onzen lezers mede, dat op I Juli a.s. de nieuwe stations gebouwen aan 't Stationsplein in ge bruik zouden worden genomen en wel 't Hoofdgebouw bij den Kruis weg. Getrouw aan hare gewoonte werd dit belangrijke nieuws door onze zus- terbladen doodgezwegen om het een öiaand later als kersversch nieuw tje te lanoeeren. Betrekkelijk laat ons dit nu wel koud, doch het con- stateeren van dit feit op deze plaats lijkt ons wel een gevoegelijke inlei ding der mededeelingen, die wij on zen lezers over den ni e u w e n S t a t i o n s b o u w gaan verstrekken. Den geheelen Donderdagmiddag hebben wij benut om deze interes sante werken te gaan bezichtigen, daar wij weten dat onze lezers zeer veel belang stellen in ons nieuwe Spoorwegstation, dat tegen October van dit jaar geheel en al zal vol tooid wezen, zoodat dan een einde zal gemaakt worden aan een reus achtig- werk, dat jaren en jaren ar- beids gevraagd heeft en waaraan een heèle historie is verbonden. Xa met halsbrekende toeren mulle zandhoopen te zijn overgetrokken, waarin de schoenen wegzonken en Waartegen de brandende zonnestra len verzengend terugsprongen in je van zweet druipend gelaat, na ver spreid liggende balken en losse of vaste rails te zijn overgeklauterd, fornuizen met kokende asphalt, wier warmte je haast verschroeide, te zijn gepasseerd, vonden we ten langen laatste te midden van al bet werk zame, nijvere gedoe der vak- en werklieden, den man, dien wij voor onze omwandeling moesten hebben, den a a n n e m e r G. J. v. S1 i n g e r- 1 a n d. Met de meest mogelijke bereidwil ligheid en vriendelijkheid, heeft de heer v. Slingerland ons door de wer ken geleid en alle gewenschte inlich tingen verstrekt, die wij maar ver langden. Hem dan ook op deze plaats ónzen dank te betuigen, is ons een aangename taak. Bij zoo'n grootsch werk past het wel. iets omtrent den uitvoerder en de uitvoering mee ta doelen. De heer G. J. v. Slingerland beeft reeds de vijf kruisjes achter- den rug, doch geniet desniettegenstaande nog der volle kracht van zijn mannel ij ken leeftijd. In de aannemerswereld, en natuurlijk ook daarbuiten, staat hij als een zeer aktiof, hoogst bekwaam en solied aannemer bekend. Sedert- tien jaren drijft de beer v. S. voor eigen rekening zaken. En tal van gewichtige werken zijn sindsdien door hem tot stand ge bracht. Eenige van de velede Cen trale [Werkplaats der H. IJ. S. M. te Amersfoort, een werk van 2Va ton gouds, de verbouwing der sta tions te Hilversum, Baaru en Hui zen, 't ,Rijkspost- en telegraafkan toor te Bussum, de sluiswachterswo ningen aan 't Merwedekanaal te Utrecht, een 25-tal villa's, enz. De heer v. Slingerland geeft door de keurige, soliede uitvoering van zijn werken blijken een goede school gehad te hebben. Die school had hij vóór 1898 hij de groote aannemers firma, v. Buren te Amsterdam, waar bij 18 jaren lang als uitvoerder van groote werken, belangrijke diensten verrichtte. Van die werken verdie nen vooral de Zeesluizen te IJmui- den, 't Circus Carré, te Amsterdam, de forten te Uitgeest en Krommenie- dijk, de verbouwing van 't West- vinde, enz. enz. bijzondere vermel ding. Het groote stationswerk heeft de heer G. J. v. Slingerland onder geza menlijk risico met den heer van Slingerland, zijn broer, aangenomen voor het kapi tale bedrag van ongeveer f 316.000. Aan dit aanneemwerk is reeds 13 November 1906 begonnen, toen het a moveeren van het oud© station ter hand werd genomen. En zeker zou thans reeds alles voltooid zijn, wan neer niet door het uitblijven van tee- keningen, als anderzins, 't werk ver traagd was. Zooals wij reeds meld den, zal nu 1 October het geheel in gebruik genomen worden. Thans zijn nog een 55-tal werklieden dage-j lijks aan den arbeid. Het werk wordt uitgevoerd on der toezicht van ambtenaren der H. IJ. S. M., den hoofdingenieur S. J. Jacob, den ingenieur Westhof en den opzichter Visser. Tot dusver eenige algemeene we tenswaardigheden. Gaan wij nu de inrichting van de sta tionsgebouwen in bijzonderheden na. De teekening, die wij hierbij geven, zal veel verduidelijken. We beginnen bij den u i t g a n g-, daar deze 1 Juli in gebruik zal wor den genomen. Van dezen datum af zal 't tijdelijk station met den ingang aan 't Kenne- merplein blijven tot 1 October. Om evenwel 't station te verlaten zal men van 't middenperron weer langs de hardsteenen trappen afda len, in den tunnel komen, die ook thans in- en uitgang is, dooh de uitgaande reizigers zullen om 't sta tion te verlaten geen koers zetten naar 't Kennemerplein, doch naai de tegenovergestelde richting, 't Sta tionsplein. De dubbele tochtdeuren ongeveer in 't midden van den tun nel zullen dan geopend zijn. Onze lezers begrijpen het nu, dat 't Hoofd- geb. B (nabij den Kruisweg) aan 't Stationsplein en 't tijdelijk station aan 't Kennemerplein verbonden zijn door één langen doorgaanden tunnel, parallel loopend aan het Kruisweg- viaduct. Het spreekt vanzelf, als straks, 1 Oct., de eigenlijke ingang nabij den Jansweg in gebruik wordt genomen, 't tijd. stat. aan 't Kenne merplein zal worden gesloopt en de tunnelopening voorgoed daar zal worden afgesloten, behoudens op da gen van zeeft' groote drukte.- We zeiden: het is één lange tunnel van station Kennemerplein tot Hoofd gebouw B, Stationsplein. De uit voering is dus zoowel ten Zuiden (stadwaarts) der midden tochtdeuren dezelfde als ten noorden daarvan. Weer, zoowel als in de vestibule van den uitgang, de parketvloeren met lichtgele tegels. De gewelfvor- mige plafonds, zoowel als de wan den, van de bekende creme-kleuri- gfe tegels, afgezet met. een sierlijke vakverdeeling van groen verglaasde steenen. Tot de borstwering zijn de wanden ook hier ten deel© opgezet met de frissche rood-bruine graniet- blokken. Van boven ontvangt de tunnel daglicht door glastegels. Links ontwaren we een kamertje, in eikenhouten betimmering uitge voerd, voor de portiers, waarin steeds licht zal moeten branden. Rechts een nis, waarin een vrij smal le trap, waarlangs 't perron voor de tremen uit de Haarlemmermeer eerlang een uitgang zal hebben. Hier begint de van den tunnel met tocht deuren afgesloten m i d d e n v e s t i b u 1 e Een sierlijk hekwerkje met doorgan gen, waar de controle en ontvangst der plaatsbiljetten zal geschieden, geeft toegang van de midden vesti bule tot de „Uitgang"vestibule en wordt er weer van gescheiden door dubbele tochtdeuren, Deze laatst© vestibule is uitgevoerd in witte ver blindsteen, deuren en ramen zijn in lichtgele en eikenhouten betimme ring gevat. De uitgang, zoowel direct west als zuidwaarts, naar Kruisweg en Stationsplein zijn 4 in getal en door ©en portaal met tochtdeuren van de voor-vestibule afgesloten. De uit gangen zelf dragen gewone dubbele deuren met beslag. Het tegelwerk is geleverd door de op dit gebied bekende firma Martin en Co., te Amsterdam. Links, tegen de voor-vestibule aan gelegen, bemerkten we een ruim bagagelokaal. Deze beide beslaan de heele breed te van 't Hoofdgebouw B. Van de voor-vestibule is dit bagagelokaal gescheiden door hooge ramen van doorschijnend glas. In dit lokaal, dat ook een uitgang heeft naar bui ten, een mooi betimmerd bureautje met doorschijnend glas en opschui vend raam. Op verschillende plaat sen pilaren die de plafonds dragen. Onder dit lokaal en de vestibule een mime kelder, waarin de inrich tingen voor de centrale verwarming, die door de H. IJ. S. M. zelf gele verd worden. Al.ojïsj Rechts achter in den bagagetunnel begint rechthoekig de b r e ede b a g a g e t u n n e 1, loopend parallel met den zooeven be sproken uitgangtunnel en ook ein digend aan t Kennemerplein, thans in het daar zich bevindend tijd. ba gagelokaal. Den tunnel ingaande ontmoeten we. direct links ©en ondiepe dwarsgang, tot- bergplaats ingericht, - waarin kasten en fietsrekken. In 't midden van den tunnel links de bekende hydraulische lift, die op 't boven- middenperron uitkomt en reeds van den beginne af in gebruik is. Rechthoekig op dezen bagagetun nel ligt direct rechts de 2e bagage- tunnel, de „p ar a 1 lel tunn e 1" genaamd, daar hij parallel loopt aan de gebouwen en spoorlijnen. Deze breede, frissche tunnel heeft de res- pektabele lengte van 120 Meter en vormt de verbinding der beide hoofd gebouwen. Hij is gelegen naast de dubbele spoorlijn richting Amster dam en Haarlemmermeer en onder 't perron voor de Haarlemmermeer-rei- reizigers. Als straks de electrisch© lichtjes in deze breede, lange gang zullen aanflikkeren, dan zal dit een grootsch gezicht opleveren en ons doen denken aan den reuzentunnel, dien wij steeds bewonderen bij 't ver laten van het Amsterdamsche Cen traalstation. Onzfe tunnel met haar mooie as- -faltbestrating zal uitsluitend voor bagage bestemd zijn. Langs den lin kerwand op geregelde afstanden pi laren voor de stevigte der muren en rechts zware, soliede contreforts, waarop de spant&ii der perronover kapping rusten. Link? tusschen de pilaren overal dichtgeslagen luiken, toegang gevende zoo noodig bij even tueel verzakken of scheuren of an dere ongewenschte abnormaliteiten tot een verloren ruimte en wel tot de gewelven, die de dubbele spoor baan Amsterdam en Haarlemmer meer moeten dragen. Rechts tal van closets en urinoirs ten dienste van 't spoorwegpersoneel, welke haar licht ontvangen door ronde ruitjes met ondoorschijnend glas, uitkomend onder de rijtuigenstandplaatsen aan 't Stationsplein. Rechts in 't mid den weer ©en hydraulische lift voor 't goederenvervoer, uitkomend op 't Haarlemmermeerperron. Op ver schillende plaatsen ontvangt de tun nel daglicht door tegelvakken van bruteglas in 't genoemde perron. Den tunnel doorgewandeld zijnde, komen we in Hoofdgebouw A nabij den Jansweg. tegenover de fa briek der firma Be ij nes. Naast dé ingangvestibule troffen we een 2e bagagelokaal aan, met kantoor en bergplaatsen, afgesloten door een vast raam van de vestibule. IJzeren kolommen rechts en links in de lo kalen geplaatst, dragen de balkla- gen. Naast den ingangstunnel, die naar 't middenperron en naar dat van "de Haarlemmermeer voert, ligt nog een bagagelokaal met bergplaatsen, door een stel dubbele deuren van pitoh- pinehout van de vestibule afgeslo ten. De ingangvestibule is een mooi stuk werk, hoog en luch tig en 12 X 16 M. breed en lang. Van buiten geven 3 stel dubbele zware eikenhouten deuren met beslag toegaDg tot deze vestibule. '"usechen deze deuren ramen en boven de deurposten een half cirkel vormig raam met gebrand glas in lood, waariü in kleuren uitgevoerd de namen en wapeDs der voornaamste steden, waar de H. IJ. S. M. hare stations heeft, als: Oldenzaal, Amers foort, Air sterdam, Rotterdam, Rooser- '3 - I 1 r* !<v daal, Haarlem, Alkmaar, Enkhuizen, Leeuwarden en den Helder. Heldere roode tegels met donkere randen bedekken den vloer. Ook hier weer is de borstwering graniet, waar- tusschen vakverdeeling van groen en j witvarglaasde steenen. Boven de borst wering troffen we weer de witte ver- blindsteen aan, op de hoeken, waarop de spanten der perronkap rusten, prachtig gebeeldhouwde kapiteelen van j Obenkircher zandsteen. Verder rust hierop de hooge, ronde, spits toeloo- pende kap der vestibule, geheel met A merikaansch green gedekt met vuren plafondachroot, dat door de goede zorgen van den aannemer van 't schil derwerk, den Heer v. Gaaien, keurig gechablonneerd (versierwerk aanbren- geiwordt en met kleurige biezen afgezet. Hebben we binnentredend links het 2e bagagelokaal reeds gezien, rechts strekt zich langs de heele diepte der vestibule het sierlijk betimmerde bureau voor de afgifte der plaats- biljetten uit. Roven tegen de rechter- en linkerwanden der vestibule groote open vakken, waarin door de zorgen der H. IJ. S. M. een tweetal kleurige tegeltableau! zullen worden aan bracht. Verder bemerkten we er tegen de de achter wandhoeken groote borden voor de dienstregelingen, alsook in den achterhoek van den linkerwand. In den achterwand- verder rechts een deur toegang gevende tot een berg plaats, die wel tot den Janswegtunnel doorloopt en links de telefooncel. Al het houtwerk uitgevoerd in pitchpine en afgezet door zandsteen. In den voormuur der vestibule ontwaarden we verder nog rechts en links in de hoeken een tweetal deu ren toegang gevende tot een paar ver trekken, die tot de torens belmoren, die van hier uit 't Hoofdgebouw A oprijzen. Deze eatréevestibulezal wel eender: mooiste gedeelten van óet geheele sta- tion wt rden. Aan de uitvoering wordt j op aesthetisch gebied zeer veel zorg besteed. Nu staat alles nog vol stellingpalen, maar als 't schilderwerk gereed is, de palen verdwenen .zijp, voor de deuren de tochtportalen aangebracht, dan zal deze vestibule een koket plaatsje van het nieuwe station worden. De vestibule doorloopend komen we in den breeden reizigerstunnel, parrallel loopende met 't Jansweg- viaduct. Wanneer de treinen door de Haarlemmermeer loopen, zullen de reizigers langs een trap, direct rechts in dezen tunnel, 't speciale perron voor de Meertreinen bereiken. De reizigers voor de overige richtingen loopen door de tochtdeuren, die op verschillende i plaatsen in den tunnel zijn aange bracht, totdat ze de breede hardstee- i nen trappen bestijgen, die hen op 't middenperron brengen, zooals we straks reeds zagen; direct links in den tunnel ligt rechthoekig op dezen de groote bagage „parallel"-tunnel. Het perron voor de Meertreinen j behoeft geen uitvoerige bespreking, Onze lezers, naar Amsterdam vertrek- kende, hebben het al dikwijls genoeg gezien. Het ligt, zooais wij zeiden, bo ven den „parallel"-tunnel, is betrek kelijk smal, maar lang. Het groote i halfcirkelvormige raam van den ach- j terwand der entreevestibule met de eenvoudige r uitjes van gebrand glas komen er op uit, de bovenvertrekken in de hoofdgebouwen A en B hebben er een uitgang op, enz. In den Oosthoek van 't Hoofdge bouw A, naast 't kaartjesbureau komt een reisb tireau, dat keurig zal worden ingericht, ge heel in eikenhout betimmerd en voor ie groote ramen zoowel aan de voor ris oostzijde etalagebetimmeringen. De ingang komt met een portiek tan de oostzijde. Naast dit bureau langs den oost- wand een lokaal, dat verbinding heeft met 't plaatskaartenbureau. In 't plaatsbiljettenbureau minder mooie ijzeren pilaren, doch die door betimmering zooveel mogelijk zullen gemaskeerd worden. Aan 't bureau annex appartementen voor closets, bergplaatsen, enz. Aan deD oostkant den ingang voor de boven woning van den stationchef, 6 kamers met grooten zolder bevat tende, die 't oostelijk bovengedeelte van dit hoofdgebouw beslaan. Erg mooi konden we de indeeling dezer woning niet vinden. Niettemin biedt een balcon, op een der kamers uit komend, een verrukkelijk gezicht op de spoorlijn richting Amsterdam met 't geboomte van 't Prinsenbolwerk op den achtergrond. Reeds half Juli zal de chef de woning betrekken. In 't westelijk bovengedeelte van 't hoofdgebouw o Kantoorlokalen doch 't is mogelijk, dat dit gedeelte geheel zal worden veranderd in een woning voor dea Restaurateur. Langs den Westkant de opgangen. Tusschen de beide Hoofdgebouwen A. en B, de rijtuigenstandplaats, 68 M. lang, overdekt met een ijzeren, sierlijke kap, en ruimte biedend voor 14 rijtuigen. Een heele verbetering voor de koetsiers, doch een schade post voor de gem. Haarlem. Langs den wand op verschillende plaatsen waterkranen. In 't Hoofdgebouw B. rechts en links de opgangen voor de bovenwo ningen der sous-chefs. In den westhoek de leelijke schoorsteen der Centr. verwarming. Van dezen tot 't Kruiswegviaduct strekt zich de geasfalteerde rij wielbergplaats uit. Vermelden wij nu nog, dat de heele lengte der Stationsgebouwen 208 M. bedraagt, en wij meenen voor heden met deze beschrijving te kunnen vol staan. Na „HET SPOOK VAN CHETWYND'S PARK," het verhaal dat naar wij met genoegen vernamen door tal van abon- né'a met spanning is gevolgd, hebben we ons verzekerd van em anderen Roman, zeker even boeiend, spannend en romantisch, en getiteld Wij zijn er zeker van dat de buiten gewone verwikkelingen, de romantische voorvallen en de spannende tafreelen van dezen roman uit de hedendaagtche Parijsche wereld, waar zoo -onderlinge en misdadige gebeurtenissen voorval len, dat de waarheid vaak de verbeel ding van den romanschrijver overtreft, buitengewoon zal boeien 1 Zeker mag met recht deze naam gegeven worden aan den zaligen Gabriël der Moeder van Zeven Smarien, die Zondag II. in St. Pie- ter werd Zalig verklaard. De hooge plechtigheid had als naar gewoonte plaats en bleef niet in gebreke een diepen indruk op alle aanwezigen te maken, zooals steeds, wanneer op zóo duidelijke wijze de band dis aarde en hemel verbindt als 't ware zichtbaar wordt. Na voorlezing van de breve der zaligverklaring en bet prijzen van God in het majestueuse Te Deum, werd de H. Mis gezongen door mgr. Sardi, onlangs benoemd tot apostolisch gedelegeerde te Constan- tinopel, kanunnik der Vaticaansche basiliek. Op groote geschilderde tafe- reelen waren de beide wonderen voorgesteld door de voorspraak van den thans zalig verklaarde verkre- t^.lflLLüTON. (Naar het "Eransch) EERSTE DEEL. all eei1 t*Êr l^hende dalen, welke v ,,n. uitkomen in de groote Seine- rij, niet ver van de stad Cor- p to. op een veertig kilometers van j ar4s, staat een hofstede, de Groe- hef1 £CI1a-amd. waarschijnlijk met 0 00 8 .op de weilanden, welke haar j Tangen. Het woonhuis is een Git gebouw, waaraan uitgestrekte ®aed ingerichte stallen en schuren j enzen. Aan ©en der vleugels van v-?.e woning bevindt zich een pa- \va''0en me^ twee halkon vensters, op arvan bet eene, aan de Zuidzijde ai grooten moestuin, het andere Uit^ "Westkant op het veld. Van venster kan men den kronke- bof V *°°P der Seine volgen. In sehe 0<?rd°n liggen uitgestrekte bos- het Oosten bouw- en wei- dit^'^bkig .doorsnijdt de spoorweg staipj eerst op 8 kilometer af- vkn bedoelde woning. ecn der eerste dagen van Sep tember. omstreeks drie uur in den namiddag, zat een twintigjarig meisje op het balkon aan de JVest- zijde, hetwelk omgeven was met klimopranken, welk© dezen gevel van het huis bedekten; zij las een brief, haar zooeven door den post bode van het dorp ter hand gesteld. Deze brief kwam uit Parijs. Blijk baar bevatte hij iets belangrijks, want het meisje had er zich mede naar haar eigen vertrek begeven ten einde hem ongestoord te kunnen lezen, doch de glimlach, welke nu en dan om ha.ar mond speelde, ver ried een of ander aardige of wel ironische zinsnede, uit Parijs tot den Groenenhof doorgedrongen. De brief was dan ook curieus ge noeg! Ze luidde „Nu woont ge reeds ©ene maand op een© boerderij mijns vaders, Re sem onde, en toch hebt gij het nog niet noodig geacht mij een enkel maal te schrijven. Ik zou u van dit gemis van wellevendheid een verwijt moeten maken, wanneer ik niet ge woon was mij boven dergelijke nie tigheden verheven te gevoelen. Doch ik ben u, in uw eigen belang, eenige raadgevingen schuldig en wil wel zoo goed zijn deze te geven. „Door een van die onverklaarbare inschikkelijkheden welk© een karak tertrek van mijn edelen vader uit maken, zijt- ge te Parijs op het zelfde pensionaat groot gebracht, waar ik mijn opvoeding genoten heb. Van af ons derde jaar zijn wij op een zelfden voet van gelijkheid behan deld, door mevrouw Delannay, die in de meening verkeerde dat wij zus ters en beide dochters waren van graaf de Villefort-, ons daarom ook even vriendelijk bejegende en met dezelfde zorgen omringde. Een zelfde onderricht, dezelfde kleeding, leermeesteressen, kostgeld, onder scheidingen en belooningen, alles hadden wij gemeen. Mijn vader wil de het zoo ,en ik moest mij daarbij nederleggen. „Doch het tijdstip moest komen, waarop deze volmaakt© gelijkheid zou ophouden. Graaf de Villefort heeft te veel verstand en hart, dan dat hij een© onrechtvaardigheid of iets onbetamelijks zou willen be gaan. Hij heeft ons gescheiden en aan ieder onzer hare war© plaats in de wereld aangewezen. Zijn doch ter, de erfgename van zijn onmete lijk vermogen wees hij den rang, dien zij in de maatschappij beklee- den moestde andere", zijn pleeg kind, verzekerde hij een rustig, ne derig .bestaan en een toekomst zon der zorg wanneer zij zich althans deze weldaden waardig betoont. „Dit, Rosamonde, zijn thans onze scherp afgebakende en welomschre ven posities. „Het ligt nu maar aan u om de wijste partij te kiezen, waardoor uw geluk verzekerd is. Vergeet uw eer ste opvoeding, welke te schitterend, te verheven was voor ©en meisje van uw stand, doe. afstand van uwe dwa ze droombeelden, van genoegens, welke niet met uw rang overeenko men. Leg u toe op uwe plichten en bezigheden, in ©en woord, tracht, nu ge bestemd zijt eene boerin te worden, u met het werk, dat deze stand medebrengt, vertrouwd te ma ken het heeft evengoed zijne bekoor lijkheden kortom, maak, door een ingetogen, nederig en arbeidzaam le ven, dat gij eenmaal waardig zult zijn, de gelukkige huisvrouw van een rechtschapen landbouwer te wor den. „Mijn vader heeft u een bruids schat toegestaan van zestig duizend franken en van af heden verleent hij u een jaargeld van duizend franken, welke worden uitgekeerd door be middeling van zijn correspondent te Parijs, den heer Falamon., Ik heb deze vrijgevigheid goedgekeurd. Gij bevindt u op den Groenenhof in een een fatsoenlijk landbouwersgezin bij Bernard, sedert achttien jaren pachter mijns vaders en wiens doch ter en vrouw u Inet liefde zullen be handelen, wanneer ge hunne gene genheid weet t© verwerven. Ge zult moeten toegeven, Rosemonde, dat uw lot benijdenswaardig ishet verle den© terugwenschen zou ondankbaar, eene andere toekomst droomen zou dwaas zijn. „Wat mij aangaat, verlang ik er kentelijkheid noch genegenheid uwerzijds. Ik kan daar best buiten, nu ik geplaatst hen, zooals ik ben en wijl mijn stelregel is, dat men zich nimmer moet verloochenen, zelfs niet- in de gedachte. „Mijn vader blijft nog een jaar in Indië. Dan keert hij naar Parijs terug, hetwelk liij reeds zoo lang geleden verlaten heeft en waar schijnlijk wel niet meer zal terugken nen, doch waar hij de achting zal ge nieten, waarop hij aanspraak heeft en al de genoegens zal smaken, wel ke hem toekomen. Tot aan zijn terug keer blijf ik onder de hoede van den heer Falamon en zal ik hetzelfde ho tel bewonen als mijne bejaarde nicht, barones Plock. Ik verwacht, dat dit hotel, in een tuin gelegen, naai' het genoegen van mijn vadep zijn zal. Ik heb liet in een der schoonste wijken van Parijs uitgekozen, en de heer Falamon heeft het, met mijn geld, contant betaald. Ik geelf u hierbij mijn adres op voor het geval, dat ge mij mocht noodig hebben, doch her haal u tevens, dat ik er u geen verplichting van wil maken, mij tij ding van u te zenden. „Adieu, Rosemonidd- Lees mijn brief met aandacht: hij is in uw be lang geschreven. Ik wensch u alle goeds toe. Rosalinde de Villefort" Toen Rosemonde dezen brief gele zen had, was haar eerste beweging een pen te nemen om in scherpe be woordingen op zooveel onbeschaamd heid te antwoorden. Zij trilde van toom. Zij wierp de pen weg en begai zich weder op het balkon, ademde met volle teugen de buitenlucht in en keek naar de zwaluwen, welke wijde bogen beschrijvende, van het eene einde van den tuin naar het andere vlogen. Spoedig daarop weid er zacht op de deur geklopt; een jong meisje trad binnenhet was Marguerite, de dochter van den pachter en van Ca therine, zijn gelukkige huisvrouw. Marguerite was zeventien jaar, schoon, vlijtig en zedig; een ware schat, wat bevalligheid en gedrag aangaat. Bovendien de eenige doch ter en haar vader gaf haar vijf-en- twintig tot dertigduizend franken ten huwelijk mede. Geen wonder, dat het Marguerite niet aane aanbid ders ontbrak, doch wijl haar hart nog vrij was, leefde zij nog in al de vroolijkheid en zorgeloosheid van haar- zeventien lentesdie bloei end© leeftijd, waarin alles zonne schijn en vreugde is! „Hoe nu' zeide zij binnenko mend, „zijt n mij vergeten, juf frouw En onze wandeling naar den wijngaard V eet u wel, dat de drui ven reeds meer dan rijp zijn Kom, hier is uw mandje." Rosemonde glimlachte, twee tra nen schitterden tusschen hare wim pers. Marguerite keek haar verwon derd aan. TTtTU* t Ci-cd~~ - /ut/W»-»-» Sr I C\-> d irv-xrv C l U/u*-lU. fjiou/ l /Co-T^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 5