DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
w' 41111 dull v"<r f011 full nil «-
üinderhuisvest 29>3S>33, Haarlem
Ifln GULDEN bij Qflfl G"LD™b« f Cf! f fflfl ""f™1" Cfl
Een plan.
BUITENLAND.
De Dochter van
den Millionair.
WOENSDAG 10 JUNI 1908.
33st9 Jfiargang No. 6907.
ABONSEMENT8PED8:
Per 8 maanden voor Haarlem f 1.85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C
Afjonderlijke nummers0.05
Bureaux van Redactie en Administratie:
Inferc. Telefoonnummer 1426.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 16 regelsf0.60 (oontant)f 0.50
Elke regel meer0J.0
Groote letters naar plaatsrnimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie i contant.
Alle betalende abonnés op dit blad z(jn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van
wijsvinger.
•ULDEN bij
verlies van
ëen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
De eenige weg.
Onder „IJmuiden" bespreken we
verderop in dit blad de brochure, die
wan de leden der Tweede Kamer en
feet publiek toelichtingen geeft op
wat de Umuidensche vischhande-
laars zop ernstig van de Regeering
▼paffen.
Die brochure is een dubbel goed
Werk.
Vooreerst omdat ze zoo goed in el
kaar is gazet, zoo overtuigend!
«preekt voor wat ze wil.
En ten tweede om het feit zelf,
dat nu jdaardoor de éénige weg wordt
betreden, waarvan heil is te ver-
Wachten de weg- der overtuiging.
Met dreigen en staken wordt tegen
die publieke orde en de openbare
macht nooit iets bereikt.
Integendeel.
Het Gezag als zoodanig kan en
mag niet bukken voor bedreiging.
Maar wel voor overreding, voor
<eiten, voor verstandig redeneeren.
Dat IJmuiden nu dien weg opgaat,
door den heer Passtoors gewezen, is
feet heuglijke en bemoedigende van
deze fase der visscherijkwestie.
Voegen we erbij dat we hartelijk
feopen dat de weg die nu ingeslagen
is en die alléén succes kan bren
gen, dat verhoopte succes ook geven
mag!
Er werd gisterenavond, in de ver
gadering van het Haarlemseh Plaat
selijk Comité der Katholieke
Sociale Actie, ernstig geklaagd
dat de kennis van wat de K. S. A.
is en wil, onder onze Katholieken
helaas nog allesbehalve groot is.
Die klacht is zeker ten volle ge
recht
En wij hopen ook onzerzijds, door
de Roomsche Courant, er toe mede
te werken, dat die onbekendheid
langzamerhand afneme.
Doch niet alleen met de K. S. A.
is men onbekend onder ons, Katho
lieken I In godsdienstige zoowel als
sociale vraagstukken ontmoet men
zoo overdikwijk de grofste on
wetendheid, de verwonderlijkste on
bekendheid, en dat vaak nog wel
bij menscken, die wat verstand, we
tenschap en algemeene kunde aan
gaat, volstrekt niet laag op de lad
der staan!
Onverschilligheid is er meest de
reden vangoede lectuur is er
tegen het middel.
En hier zijn we waar we wezen
moeten; het groote onderwerp van
den jongsten Haarlemschen Katho
liekendag komt wederom onze aan
dacht vragenhoe hier in Haarlem
speciaal de opbouwende religieuze,
apologetische en sociale lectuur te
bevorderen?....
De vraag mag immer gesteld.
Hu, na den Katholiekendag van
20 Mei, is ze echter urgent ge
worden.
Over de toepassing dan van het
middel tegen die onwetendheid in
Katholiek opzicht, zoowel wat de
algemeene sociale e* religieuze din
gen aangaat, als wat sociale actie
in het bijzonder betreft, vandaag
een enkel woordje.
Wie, dia niet al eens een Room
sche vergadering in het Zuiden, en
ook wel in andere steden van het
Noorden heeft bijgewoond, heeft
niet met pleizier de drukke en on-
vei moeide propaganda gezien, die
bij elke vergadering, van welke
soort of welk publiek ook, daar
wordt gemaakt met sociale lectuur,
met Roomsche brochures, met vlug
schriften en geschriftjes?
Daar is dan een boekenstalletje,
of bij gebreke van dien een stoel,
volgestapeld met de roode boekjes
van, Fu tura",met die van de St.Wil-
lebrordusvereeniging(nog veelte on
bekend ten onzent!) metde werkjes
der Apologetische ver., met de gele
5cts. boekjes, met Roomsche romans,
brochures en goedkoope vlugschrif
ten. En of ge wilt of niet, haast
tot vervelens toe (maar zoo hoort
het ook!) dringt de Roomsche pro
pagandist onder uwen neus juist
die boekjes of dat werkje, wat voor
u precies geschikt is: 'n 10cents-bro-
ehuurtje der St. Willebrordus-v* r-
eeniging over het huisgezin, of een
aflevering van „Sobriètas", of een
boekje over den Middenstand....
En geen vergadering, van spoor
wegmannen of ven timmerlui, van
middenstanders of van werklieden,
of de propagandist voor Roomsche
lectuur staat er met zijn boeken 1
Op de kiesvereeniging zoowel als in
de werkiiedenorganisatie, in de
wetenschappelijke zoowel als in de
sociale en zelfs in zuivor-religieuze
vergaderingen zooals broederschap
pen e. a., onverschillig of het
publiek er toegang heeft of dat de
bijeenkomst „besloten" is, de
propagandist is er, en prijst zijn
waar aan, verspreidt Roomsche lec
tuur, Roomsche leering, Roomsche
kennis
Als er een groote vergadering is
met een interessant onderwerp of
een bekend spreker, dan wrijft hij
eens extra in de handen, dan komt
hij met een medelid en zij verkoopen
Roomsche lectuur met tweeën. Dan
doet hij dubbel zijn best, want dan
bereikt hij met zijn boekjes juist
zoovelen, die hij anders niet ziet.
En is er vergadering van oude
getrouwen, och, er is toch altijd
wel weer wat nieuws uitgekomen
op het gebied der Roomsche lec
tuur: de gele boekjes volgen elkaar
op, Futura drukt steeds nieuwe
werkjes «n nieuwe series, en de
Roomsche plaatselijks courant (om
ook dezs te noemen) kan nog net
dezen of genen tot abonné krijgen,
die haar nu ontbreekt
Zóó is de werkkring van den
lectuur-propagandist, zooals we dien
elders vaak hebben bezig gezien!
En zóó wenschen we hem ook
in Haarlem.
Dat zou èn voor de Roomsehe
zaak in het algemeen, en voor de
kennis omtrent Katholieke Sociale
Actie in het bizonder, heel wat voor
deel kunnen geven.
We stellen ons voor, dat het ook
in Haarlem eerlang moet komen
tot de organisatie vaD een lectuur-
propagandaclub als we hierboven
in werking schetsten.
Met een twintigtal, liever nog
méér dames en heeren, vrouwen en
mannen uit allen stand, die van
tijd tot tijd hun werk en tijd en
persoon willen geven voor die mooie
en groote zaakbevordering van
Katholieke kennis op godsdienstig
en sociaal gebied door verspreiding
van goede lectuur, komen we hier
al ver.
Een bestuur, niet te groot, dat
den rooster van alle Roomsche
vergaderingen en gelegenheden waar
Roomsche lectuur met eenige vrucht
aan den man kan worden gebracht,
nauwkeurig bijhoudt.
Dat voorts, zooveel mogelijk om
de beurt, de propagandisten aauwijst
die op deze of gene met name aau-
geduiae vergadering de brochures,
vlugschriften, apologetische werkjes,
Roomsche kranten, aan den man
zullen brengen.
Die organisatie is zoo eenvoudig
mogelijkze vereischt alleen een
krachtige, zich bewuste leiding, en
een warme liefde voor de heilige
en goede zaak bij allen.
Dit zijn :de hoofdlijnen van het
plan dat we heden wilden aange
ven en dat we gaarne mede zullen
pogen tot stand te brengen.
Wie helpt er mede?.
Vooreerst natuurlijk de bestaande
Katholieke propagandaclub, die niet
speciaal voor het hierboven gesehet
ste doel is gesticht, die dan ook spe
ciaal voor den R.K. Volksbond werkt
en hetzij ons vergund het te zeggen
wier werkzaamheid ook niet zóó in
het publiek geschiedt als we dit op
deze wijze het liefst zouden wen
schen.
Wij zijn ervan overtuigd dat on-
dw de wakkere en ijverige mannen
die deze Propagandaclub telt, velen
bereid zullen zijn, tevens op de door
ons aangewezen wijze te werken!
En naast dezen als kern, de kra
nige schare van dames, die nu reeds
voor de Kath. Soc. Actie de vlug
schriften verspreiden. Ook van haar
medewerking voor ons plan mogen
we ons verzekerd houden.
Ten slotte: ijveraarsters en ij ver
aars zijn er in alle vereenigingen,
en zeer zeker ook daarbuiten onder
de Roomsche jongelui van beide
sexen, genoeg te vinden
Diè allen te vergaderen in de
Roomsche lectuur-propagandaclub,
is dat geen plan dat eenige aan
dacht verdient?
Welnu voor wie zóó denken,
met ons, is het nu gelegenheid.
Wanneer zij ons een betuiging
van instemming doen geworden, en
een voorloopige belofte om mee te
werken,in den vorm b. v. van een
naamkaartje met adres, dan zijn
we voornemens ons plan zoo spoedig
mogelijk te verwezenlijken.
Op geen enkele vergadering van
Roomschen in onze stad en omstre
ken zoo hopen we zal dan
de Roomsche leetuur propagandist
ontbreken
We wachten vele betuigingen
van instemming nu af!
FRANKRIJK.
De moord op Franschen in China.
De Fransche ministerraad besloot
gisteren bij de Chineesche regeering
een eisch tot zedelijke en stoffelijke
genoegdoening, alsmede tot afzetting
van den onderkoning van Joennan in
te dienen.
Het departement van koloniën heeft
daarenboven nog beriebt ontvangen,
dat het Tonkineesche dorp Sji-ma des
nachts door geregelde Chineesche troe
pen op de grens van Kwi-Ajegse,
geplunderd is.
Bij het opstellen van bovenbedoel
den eisch tot genoegdoening zal ook
met deze feiten rekening worden ge
houden.
ENGELAND.
Het Engelschs Kabinet.
Er loopen weder ernstige geruchten
omtrent wijzigingen in het Engelsche
Kabinet.
Lord Tweedmouth, onlangs bij de
plaats gehad hebbende veranderingen
in het Kabinet afgetreden als Eerste
Lord der Admiraliteit en opgetreden
als Lord President of the Council,
is ernstig ziek. Er wordt beweerd dat
hij zich van de briefwisseling met
den Duitschen Keizer meer heeft aan
getrokken dan gedacht was en hij
slechts noode van het marine-depar
tement afscheid nam. Sedert is hij
door een ernstig zenuw-lijden aange
tast en k zijn aftreden als Lord Pre
sident of the Council spoedig te ver
wachten.
Eveneens verluidt dat Lord Wol
verhampton eerlang zal aftreden als
Kanselier voor het hertogdom Lan
caster en als zoodanig vervangen
worden door Lord Lochee, de naam,
aangenomen door den vroegeren
onder-minister van financiën en vroe
ger parlementslid voor Dublin, Eduard
Robertson, toen hij tot Peer werd
verheven.
Nog belangrijker is dat er een
minder aangename verhouding schijnt
te bestaan tusschen Lord Lareburn
en den Eersten Minister.
Eerstgenoemde is de Lord High
Chancellor, d. w. z. het hoofd der
rechterlijke macht in Engeland en
als zoodanig tevens de leider van het
Hoogerhuis.
De benoeming van magistraten van
den laatsten tijd door Lord Lareburn
schijnt een eenigszins gespannen toe
stand te hebben geschapen.
Evenwel zon dit aftreden eerst
plaats hebben aan het einde des
jaars en alsdan de tegenwoordige
Minister van Oorlog, Haldane zijn
plaats gaan innemen. De Lord High
Chancellor geniet een salaris van
10.000 pd st. 's jaars.
RUSLAND.
De samenkomst te Beval
Koning Eduard en de Czaar zijn te
Reval bijeen. Reuter seint dat eraan
boord van het Czarenjacht gedejeu
neerd werd, maar dat de Russische
keizerin oververmoeid en er niet bij
was.
Overigens hebben Stolypin, Har-
dinge, Iswolski en de andere mini
sters druk geconfereerd.
Al heet koning Eduard's reis geen
politieke visite, en al is hij naar Rus
land gereisd zonder eigenlijke mini
sters in zijn gevolg, in zijn gezelschap
bevinden zich toch twee personen,
wier aanwezigheid te Reval niet van
belang ontbloot schijnt, nl. Sir John
Fisher, en Sir John French, de in
specteur-generaal van de Engelsche
landmacht.
Bovendien zijn te Reval Sir Char
les Hardinge, onder-staatssecretaris
van buitenlandsche zaken, en de En
gelsche gezant aan het St. Petersburg-
sche hof Nicholson.
Met den Czaar reizen mede minister
president Stolypin, de minister van
buitenlandsche zaken Iswolski en ook
is aanwezig graaf Benckendorf, de
Russische gezant te Londen.
Aan raadgevers bij de besprekingen
ontbreekt het dus geen der beide
monaichen
MAROKKO.
Ufoelai Haf id te Fez.
De Marokkaansche tegensultan heeft
nu werkelijk de eigenlijke hoofdstad
des lands in zijn macht. Brieven uit
het binnenland melden, dat hij met
veel praal en plechtigheid Zaterdag
de stad Fez is binnengerukt.
Nu het eenmaal zoover is, lijdt het
geen twijfel of Frankrijk zal zijn
Marokkopolitiek moeten herzien. Al
is de erkenning van Moelai Hafid als
Sultan misschien nog niet te wachten,
een erkenning als oorlogvoerende partij,
en niet als opstandeling gelijk totnog
toe, kan niet uitblyven, nu hij toch
waarheid „de" Sultan van Marokko is
geworden
PERZIK.
De revolutie.
Revolutie, anders is het niet in
Perzië
Maar een vreemde historie.
De Sjah heeft aan zijn parlement
laten weten, dat hij „aan de grond
wet verknocht" is! Waarschijnlijk
zoo erg verknocht, dat hij het ding
maar meegenomen heeft en zoo zorg
vuldig bewaren wil dat niemand er
meer iets van merkt!
De schatkist heeft hij ook, zeêr
verstandig, meegenomen, en het arse
naal heeft hij eveneens leeg laten
maken. Nog zoo gek niet gezien. Want
Reuter meldt dat een paar politieke
vereenigingen (een paar nog wel) op
beide een aanval deden, maar het
deksel op de neus kregen.
Het leger houdt de Sjah in zijn
buitenverblijf ook bij zich, ter per
soonlijke beveiliging.
Verspreide Berichten.
De geheimzinnige brand
stichter, die sedert maanden in Berlijn
zijn werk doet als 't er niet meer dan
een zijn heeft gisteren zijn hand weer
getoond. In de St. Pauluskerk van de
Dominikanen in Moabit de kerk was
geheel gevuld brak brand uit aan hel
dak. Door het kalm optreden van de
priesters werd een paniek voorkomen en
zonder ongelukken liep de kerk leeg. Be
brandweer was het vuur spoedig meester,
maar een deel van het dak en een toren
spits zijn vernield, en ook inwendig is
er schade. Op den zolder vond men nog
een tiental hoopen van allerlei stoffen,
met petroleum gedrenkt. Kaarsen ston
den er bjj, sommige nog brandende.
De H. Vader moet zijn verlangen
te kennen hebben gegeven om een alge
meene receptie te houden voor alle ka
tholieke Romeinen ter gelegenheid van
zijn feest, die zal plaats hebben in de
tuinen van het Vaticaan of op het plein
van Damasus.
Uit Macedonië. Servische berich
ten melden dat in de omstreken van Oes-
koeb de Bulgaarsche organisatie der werk
zaamheid dar benden meer en meer doet
toenemen. In de laatste dagen zijn er vijf
goed gewapende en onder tucht staande
nieuwe benden uit Bulgarije aangekomen.
Spoorwegongeluk in Italië.
Een pelgrimstrein bij Roeca Pietra is op
een stilstaanden goederentrein geloopen.
Volgens ambtelijke oggaven zijn er vier
personen gedood en 83 gewond.
FEUILLETON.
(Naar bet Fransch)
3)
„Nu, nu, wie weet?" hernam de
gastheer lachend. Wanneer de wijs
heid daarin bestaat, dat men het le-
"teu neemt, zooals het valt, het met
bloed en opgeruimdheid opvat, den
^beid niet schuwt en er voor zorgt
^ich een goeden naam te verwerven
<iri te behouden, wel, dan hebt u,
9P mijn woord, gelijk.... en dan heb
'•k de wijsheid in pacht."
'Dp uwe gezondheid. Bernard,"
?htwoordde de jager, zijn glas op-
effende.
■En op de uwe, heer burggraaf!"
'e gastheer vulde zijn glas en
*x«t aan. Zij waren thans op den
welke naar de vroolijkheid
jE de openhartige ontboezemingen
Vf. "^e burggraaf was met zekere
rstrooidheid op de boerderij aan-
bf nlnen' doch gevoelde nu - mieer
«tene gedachten in zich opkomen
da minder in zich zelf gekeerd,
w'1 hij sedert geruimen tijd geweest
Wi,j willen dan ook van een
er gunstige oogenblikken gebruik
maken, om den lezer met zijn naam
bekend te maken.
Deze, in het woud verdoolde jager
heette burggraaf Leopold de la Ro-
chefemey. Hij was van zeer goede
geboorte, en bezat een tamelijk ver
mogen, maar men beweerde, dat hij
daarvan nog steeds een onbezorgd
leventje leidde. Daarbij was hij vijf
en twintig jaar en had een knap
voorkomen. Wat zijn karakter be
treft, zullen wij gelegenheid heb
ben dit in den loop van ons verhaal
te lèeren kennen, evenals zijn deug
den en gebreken, welke zullen blij
ken uit de avonturen, waarin hij
sedert zes weken gewikkeld is en
waardoor hij op dit oogenblik naar
Bernard, den pachter gevoerd werd.
„Komaan, beste Bernard," hernam
de burggraaf, dien de wijn welbe
spraakt maakte, „wees eens open
hartig: waarom zijn vrouw Bernard
en hare dochter dezen avond niet aan
tafel
„Dat heet ik eerst op den man af
gevraagd," zeide Bernard, „onmoge
lijk om daarop geen rechtstreeksch
antwoord te geven. Welnu, heer
burggraaf', -vrouw Bernard en hare
dochter zijn niet hier, omdat zij lie
ver op hun eigen kamer wilden sou-
peeren."
„Waarom voegt ge er niet bij, dat
zij daarvoor hunne bizondere rede
nen hadden," antwoordde de jager,
„dat zou volledig zijn. Doch Ber
nard, mij is een dezer redenen be
kend en ze is dezede dames zijn met
hun drieën en trachten mij uit het
oog te blijven."
„Om de goede reden," hernam Ber
nard, „dat de heer burggraaf verba
zend veel zin heeft, den avond met
hen door te brengen, omdat hij daar
voor alleen hier is gekomen en vol
strekt niet op jacht verdwaald is
geraakt!"
„Zoo is het, Bernard."
„Ja. Dus behoeven wij elkander
niet langer met een kluitje in het
riet te sturen."
„Geheel mijn gevoelenen daar ik
nimmer een rechtvaardig en beta
melijk iets onderneem of het gelukt
mij, zal ik de eer hebben de dames
te begroeten waarde Bernard, zon
der daarbij de schoone onbekende
over het hoofd te zien."
„Vooral deze niet," hernam Ber
nard.
„Nu ja, dan, als gij mij toch tot
het uiterste drijven wilt."
„Die, hoe onbekend ook, toch nog
een bekende van u is,' voegde do
looze pachter erbij.
„Juist., Het is een jong meisje;
het schoonste, dat er bestaatMaar
ik heb haar slechts eenmaal ge
zien
„En zo lult haar gaarne uw leven
lang zien."
„Men zou niet beter mijne gevoe
lens kunnen uitdrukken."
„Welnu, heer burggraaf," hernam
de pachter, „het spijt mij vreesdij k,
dat ik uwe plannen zoo moet dwars
boomden, maai' het jonge meisje in
kwestie moet u vreemd blijven, daar
zij bestemd is om haar leven in een
bescheiden stand te slijten en geen
haar op haar hoofd aan een adellijk
huwelijk denkt."
„Heeft zij u dat verklaard, Ber
nard riep de burggraaf uit.
„Zooals u zegt, mijnheer," ant
woordde Bernard, terwijl hij zijn
glas ophief.
De heer De Ia. Rocheferney volgde
zijn voorbeeld en nam een flinken
teug van den uitstekenden wijn. Hij
dronk langzaam als iemand, die de
goede hoedanigheid van een buiten
gewoon merk weet te waardeeren, of
geheel door een zelfde gedachte
wordt beziggehouden. Toen Bernard
de wending bemerkte, welke het ge
sprek zou nemen, gaf hij zijn knechts
een teeken om zich te verwijderen.
Tevens gaf hij de beide
dienstboden eenige bevelen en een
minuut later zaten de burggraaf en
hij tegenover elkander bij ©en knap
pend vuur in de ruime keuken, wel
ke door een enkele lamp verlicht
werd.
„Wel. heer burggraaf, waar denkt
u aan vroeg Bernard, „Is het hert
dezen morgen werkelijk aan de hon
den ontkomen Is het stellig voor
bij de jachtpaden gevlucht? Zijn we
platzak
'„Neen," antwoordde de aangespro
kene met vrij vaste stem, „we zullen
het damhert wel krijgen en waar
schijnlijk de ree erbij."
„Goed zoo!" riep Bernard uit, „ik
houd van lieden ,die een wil hebben.
Willen
„Is kunnen," voegde de burg
graaf er levendig bij.
„En wilt u?
"Ja-"
„Mijn nichtje het hof maken -
„Ja."
„En haar huwen?"
„Ja," antwoordde de burggraaf,
het hoofd oprichtende.
„Mijnheer," zei Bernard, een bui-,
ging makende, „u doet ons zeer veel
eer aan en ik geloof meer aan uwe
rechtschapenheid dan wie ook. Doch
het is mijn plicht openhartig met
u te spreken, om het vertrouwen
waardig te blijven, hetwelk u mij
schenkt. Reeds sedert lang heb ik
de eer uwe familie te kennen, zoo
ials u weet. Graaf de la Rocheferney,
uw vader, heeft zelfs eens de goed
heid gehad te verklaren, dat hij ach
ting voor mij gevoelde. Daar hij
een woning bezit op nog geen vier
mijlen van hier, hebben wij som
tijds zaken met elkander gehad.
Mijnheer uw vader dreef zelfs eenige
malen de goedheid zoover, dat hij
mij opdroeg zijne belangen te behar
tigen. Hij won mijn raad inik heb
steeds mijn best gedaan hem aange
naam en nuttig te zijn, naar de mate
der geringe middelen, welke mij ten
dienste stonden.
Bij deze woorden reikte da burg
graaf de hand aan Bernard, die ze
met eerbiedige harteleijkheid drukte.
Daarop vervolgde deze.
„Uw vermogen, heer burggraaJ',
zou zeer zeker voldoende zijn voor
lieden, die niet zoo hoog in stand
waren als u. Ik moet hier de hand op
een pijnlijke plek leggen door er bij
te voegen, dat dit fortuin, zooals
het vroeger was, voldoende zou zijn,
voor mijnheer uw vader en u, wan
neer het maar niet zoozeer met
schulden bezwaard was. De woning,
welke de graaf hier in den omtrek
bezit, is lief en aangenaam, doch ze
brengt volstrekt niets op. Ze verte
genwoordigt een waarde van hon
derdduizend franken, maar vordert
zijn gansche inkomen voor haar on
derhoud. Dan bezit uw vader nog
het erfgoed Larocheferney, m de Al
penvallei aan de Isere, zeer schoone
pachthoeven in Provence, en u zelf,
heer burggraaf bezit de goederen
van wijlen uwe moeder. Alles bijeen
vormt, volgens mij, een prachtig-
vermogen, hetwelk veilig op twaalf
honderd duizend franken geschat
kan worden. Een mooi kapitaal,
mijnheer..
(Wordt vervolgd.)
NIEUWE HURLEMSCHE COItRAT
tooo
15