DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. w' 41111 dull v"<r f011 full nil «- üinderhuisvest 29>3S>33, Haarlem Ifln GULDEN bij Qflfl G"LD™b« f Cf! f fflfl ""f™1" Cfl Een plan. BUITENLAND. De Dochter van den Millionair. WOENSDAG 10 JUNI 1908. 33st9 Jfiargang No. 6907. ABONSEMENT8PED8: Per 8 maanden voor Haarlem f 1.85 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C Afjonderlijke nummers0.05 Bureaux van Redactie en Administratie: Inferc. Telefoonnummer 1426. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 16 regelsf0.60 (oontant)f 0.50 Elke regel meer0J.0 Groote letters naar plaatsrnimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie i contant. Alle betalende abonnés op dit blad z(jn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van wijsvinger. •ULDEN bij verlies van ëen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. De eenige weg. Onder „IJmuiden" bespreken we verderop in dit blad de brochure, die wan de leden der Tweede Kamer en feet publiek toelichtingen geeft op wat de Umuidensche vischhande- laars zop ernstig van de Regeering ▼paffen. Die brochure is een dubbel goed Werk. Vooreerst omdat ze zoo goed in el kaar is gazet, zoo overtuigend! «preekt voor wat ze wil. En ten tweede om het feit zelf, dat nu jdaardoor de éénige weg wordt betreden, waarvan heil is te ver- Wachten de weg- der overtuiging. Met dreigen en staken wordt tegen die publieke orde en de openbare macht nooit iets bereikt. Integendeel. Het Gezag als zoodanig kan en mag niet bukken voor bedreiging. Maar wel voor overreding, voor <eiten, voor verstandig redeneeren. Dat IJmuiden nu dien weg opgaat, door den heer Passtoors gewezen, is feet heuglijke en bemoedigende van deze fase der visscherijkwestie. Voegen we erbij dat we hartelijk feopen dat de weg die nu ingeslagen is en die alléén succes kan bren gen, dat verhoopte succes ook geven mag! Er werd gisterenavond, in de ver gadering van het Haarlemseh Plaat selijk Comité der Katholieke Sociale Actie, ernstig geklaagd dat de kennis van wat de K. S. A. is en wil, onder onze Katholieken helaas nog allesbehalve groot is. Die klacht is zeker ten volle ge recht En wij hopen ook onzerzijds, door de Roomsche Courant, er toe mede te werken, dat die onbekendheid langzamerhand afneme. Doch niet alleen met de K. S. A. is men onbekend onder ons, Katho lieken I In godsdienstige zoowel als sociale vraagstukken ontmoet men zoo overdikwijk de grofste on wetendheid, de verwonderlijkste on bekendheid, en dat vaak nog wel bij menscken, die wat verstand, we tenschap en algemeene kunde aan gaat, volstrekt niet laag op de lad der staan! Onverschilligheid is er meest de reden vangoede lectuur is er tegen het middel. En hier zijn we waar we wezen moeten; het groote onderwerp van den jongsten Haarlemschen Katho liekendag komt wederom onze aan dacht vragenhoe hier in Haarlem speciaal de opbouwende religieuze, apologetische en sociale lectuur te bevorderen?.... De vraag mag immer gesteld. Hu, na den Katholiekendag van 20 Mei, is ze echter urgent ge worden. Over de toepassing dan van het middel tegen die onwetendheid in Katholiek opzicht, zoowel wat de algemeene sociale e* religieuze din gen aangaat, als wat sociale actie in het bijzonder betreft, vandaag een enkel woordje. Wie, dia niet al eens een Room sche vergadering in het Zuiden, en ook wel in andere steden van het Noorden heeft bijgewoond, heeft niet met pleizier de drukke en on- vei moeide propaganda gezien, die bij elke vergadering, van welke soort of welk publiek ook, daar wordt gemaakt met sociale lectuur, met Roomsche brochures, met vlug schriften en geschriftjes? Daar is dan een boekenstalletje, of bij gebreke van dien een stoel, volgestapeld met de roode boekjes van, Fu tura",met die van de St.Wil- lebrordusvereeniging(nog veelte on bekend ten onzent!) metde werkjes der Apologetische ver., met de gele 5cts. boekjes, met Roomsche romans, brochures en goedkoope vlugschrif ten. En of ge wilt of niet, haast tot vervelens toe (maar zoo hoort het ook!) dringt de Roomsche pro pagandist onder uwen neus juist die boekjes of dat werkje, wat voor u precies geschikt is: 'n 10cents-bro- ehuurtje der St. Willebrordus-v* r- eeniging over het huisgezin, of een aflevering van „Sobriètas", of een boekje over den Middenstand.... En geen vergadering, van spoor wegmannen of ven timmerlui, van middenstanders of van werklieden, of de propagandist voor Roomsche lectuur staat er met zijn boeken 1 Op de kiesvereeniging zoowel als in de werkiiedenorganisatie, in de wetenschappelijke zoowel als in de sociale en zelfs in zuivor-religieuze vergaderingen zooals broederschap pen e. a., onverschillig of het publiek er toegang heeft of dat de bijeenkomst „besloten" is, de propagandist is er, en prijst zijn waar aan, verspreidt Roomsche lec tuur, Roomsche leering, Roomsche kennis Als er een groote vergadering is met een interessant onderwerp of een bekend spreker, dan wrijft hij eens extra in de handen, dan komt hij met een medelid en zij verkoopen Roomsche lectuur met tweeën. Dan doet hij dubbel zijn best, want dan bereikt hij met zijn boekjes juist zoovelen, die hij anders niet ziet. En is er vergadering van oude getrouwen, och, er is toch altijd wel weer wat nieuws uitgekomen op het gebied der Roomsche lec tuur: de gele boekjes volgen elkaar op, Futura drukt steeds nieuwe werkjes «n nieuwe series, en de Roomsche plaatselijks courant (om ook dezs te noemen) kan nog net dezen of genen tot abonné krijgen, die haar nu ontbreekt Zóó is de werkkring van den lectuur-propagandist, zooals we dien elders vaak hebben bezig gezien! En zóó wenschen we hem ook in Haarlem. Dat zou èn voor de Roomsehe zaak in het algemeen, en voor de kennis omtrent Katholieke Sociale Actie in het bizonder, heel wat voor deel kunnen geven. We stellen ons voor, dat het ook in Haarlem eerlang moet komen tot de organisatie vaD een lectuur- propagandaclub als we hierboven in werking schetsten. Met een twintigtal, liever nog méér dames en heeren, vrouwen en mannen uit allen stand, die van tijd tot tijd hun werk en tijd en persoon willen geven voor die mooie en groote zaakbevordering van Katholieke kennis op godsdienstig en sociaal gebied door verspreiding van goede lectuur, komen we hier al ver. Een bestuur, niet te groot, dat den rooster van alle Roomsche vergaderingen en gelegenheden waar Roomsche lectuur met eenige vrucht aan den man kan worden gebracht, nauwkeurig bijhoudt. Dat voorts, zooveel mogelijk om de beurt, de propagandisten aauwijst die op deze of gene met name aau- geduiae vergadering de brochures, vlugschriften, apologetische werkjes, Roomsche kranten, aan den man zullen brengen. Die organisatie is zoo eenvoudig mogelijkze vereischt alleen een krachtige, zich bewuste leiding, en een warme liefde voor de heilige en goede zaak bij allen. Dit zijn :de hoofdlijnen van het plan dat we heden wilden aange ven en dat we gaarne mede zullen pogen tot stand te brengen. Wie helpt er mede?. Vooreerst natuurlijk de bestaande Katholieke propagandaclub, die niet speciaal voor het hierboven gesehet ste doel is gesticht, die dan ook spe ciaal voor den R.K. Volksbond werkt en hetzij ons vergund het te zeggen wier werkzaamheid ook niet zóó in het publiek geschiedt als we dit op deze wijze het liefst zouden wen schen. Wij zijn ervan overtuigd dat on- dw de wakkere en ijverige mannen die deze Propagandaclub telt, velen bereid zullen zijn, tevens op de door ons aangewezen wijze te werken! En naast dezen als kern, de kra nige schare van dames, die nu reeds voor de Kath. Soc. Actie de vlug schriften verspreiden. Ook van haar medewerking voor ons plan mogen we ons verzekerd houden. Ten slotte: ijveraarsters en ij ver aars zijn er in alle vereenigingen, en zeer zeker ook daarbuiten onder de Roomsche jongelui van beide sexen, genoeg te vinden Diè allen te vergaderen in de Roomsche lectuur-propagandaclub, is dat geen plan dat eenige aan dacht verdient? Welnu voor wie zóó denken, met ons, is het nu gelegenheid. Wanneer zij ons een betuiging van instemming doen geworden, en een voorloopige belofte om mee te werken,in den vorm b. v. van een naamkaartje met adres, dan zijn we voornemens ons plan zoo spoedig mogelijk te verwezenlijken. Op geen enkele vergadering van Roomschen in onze stad en omstre ken zoo hopen we zal dan de Roomsche leetuur propagandist ontbreken We wachten vele betuigingen van instemming nu af! FRANKRIJK. De moord op Franschen in China. De Fransche ministerraad besloot gisteren bij de Chineesche regeering een eisch tot zedelijke en stoffelijke genoegdoening, alsmede tot afzetting van den onderkoning van Joennan in te dienen. Het departement van koloniën heeft daarenboven nog beriebt ontvangen, dat het Tonkineesche dorp Sji-ma des nachts door geregelde Chineesche troe pen op de grens van Kwi-Ajegse, geplunderd is. Bij het opstellen van bovenbedoel den eisch tot genoegdoening zal ook met deze feiten rekening worden ge houden. ENGELAND. Het Engelschs Kabinet. Er loopen weder ernstige geruchten omtrent wijzigingen in het Engelsche Kabinet. Lord Tweedmouth, onlangs bij de plaats gehad hebbende veranderingen in het Kabinet afgetreden als Eerste Lord der Admiraliteit en opgetreden als Lord President of the Council, is ernstig ziek. Er wordt beweerd dat hij zich van de briefwisseling met den Duitschen Keizer meer heeft aan getrokken dan gedacht was en hij slechts noode van het marine-depar tement afscheid nam. Sedert is hij door een ernstig zenuw-lijden aange tast en k zijn aftreden als Lord Pre sident of the Council spoedig te ver wachten. Eveneens verluidt dat Lord Wol verhampton eerlang zal aftreden als Kanselier voor het hertogdom Lan caster en als zoodanig vervangen worden door Lord Lochee, de naam, aangenomen door den vroegeren onder-minister van financiën en vroe ger parlementslid voor Dublin, Eduard Robertson, toen hij tot Peer werd verheven. Nog belangrijker is dat er een minder aangename verhouding schijnt te bestaan tusschen Lord Lareburn en den Eersten Minister. Eerstgenoemde is de Lord High Chancellor, d. w. z. het hoofd der rechterlijke macht in Engeland en als zoodanig tevens de leider van het Hoogerhuis. De benoeming van magistraten van den laatsten tijd door Lord Lareburn schijnt een eenigszins gespannen toe stand te hebben geschapen. Evenwel zon dit aftreden eerst plaats hebben aan het einde des jaars en alsdan de tegenwoordige Minister van Oorlog, Haldane zijn plaats gaan innemen. De Lord High Chancellor geniet een salaris van 10.000 pd st. 's jaars. RUSLAND. De samenkomst te Beval Koning Eduard en de Czaar zijn te Reval bijeen. Reuter seint dat eraan boord van het Czarenjacht gedejeu neerd werd, maar dat de Russische keizerin oververmoeid en er niet bij was. Overigens hebben Stolypin, Har- dinge, Iswolski en de andere mini sters druk geconfereerd. Al heet koning Eduard's reis geen politieke visite, en al is hij naar Rus land gereisd zonder eigenlijke mini sters in zijn gevolg, in zijn gezelschap bevinden zich toch twee personen, wier aanwezigheid te Reval niet van belang ontbloot schijnt, nl. Sir John Fisher, en Sir John French, de in specteur-generaal van de Engelsche landmacht. Bovendien zijn te Reval Sir Char les Hardinge, onder-staatssecretaris van buitenlandsche zaken, en de En gelsche gezant aan het St. Petersburg- sche hof Nicholson. Met den Czaar reizen mede minister president Stolypin, de minister van buitenlandsche zaken Iswolski en ook is aanwezig graaf Benckendorf, de Russische gezant te Londen. Aan raadgevers bij de besprekingen ontbreekt het dus geen der beide monaichen MAROKKO. Ufoelai Haf id te Fez. De Marokkaansche tegensultan heeft nu werkelijk de eigenlijke hoofdstad des lands in zijn macht. Brieven uit het binnenland melden, dat hij met veel praal en plechtigheid Zaterdag de stad Fez is binnengerukt. Nu het eenmaal zoover is, lijdt het geen twijfel of Frankrijk zal zijn Marokkopolitiek moeten herzien. Al is de erkenning van Moelai Hafid als Sultan misschien nog niet te wachten, een erkenning als oorlogvoerende partij, en niet als opstandeling gelijk totnog toe, kan niet uitblyven, nu hij toch waarheid „de" Sultan van Marokko is geworden PERZIK. De revolutie. Revolutie, anders is het niet in Perzië Maar een vreemde historie. De Sjah heeft aan zijn parlement laten weten, dat hij „aan de grond wet verknocht" is! Waarschijnlijk zoo erg verknocht, dat hij het ding maar meegenomen heeft en zoo zorg vuldig bewaren wil dat niemand er meer iets van merkt! De schatkist heeft hij ook, zeêr verstandig, meegenomen, en het arse naal heeft hij eveneens leeg laten maken. Nog zoo gek niet gezien. Want Reuter meldt dat een paar politieke vereenigingen (een paar nog wel) op beide een aanval deden, maar het deksel op de neus kregen. Het leger houdt de Sjah in zijn buitenverblijf ook bij zich, ter per soonlijke beveiliging. Verspreide Berichten. De geheimzinnige brand stichter, die sedert maanden in Berlijn zijn werk doet als 't er niet meer dan een zijn heeft gisteren zijn hand weer getoond. In de St. Pauluskerk van de Dominikanen in Moabit de kerk was geheel gevuld brak brand uit aan hel dak. Door het kalm optreden van de priesters werd een paniek voorkomen en zonder ongelukken liep de kerk leeg. Be brandweer was het vuur spoedig meester, maar een deel van het dak en een toren spits zijn vernield, en ook inwendig is er schade. Op den zolder vond men nog een tiental hoopen van allerlei stoffen, met petroleum gedrenkt. Kaarsen ston den er bjj, sommige nog brandende. De H. Vader moet zijn verlangen te kennen hebben gegeven om een alge meene receptie te houden voor alle ka tholieke Romeinen ter gelegenheid van zijn feest, die zal plaats hebben in de tuinen van het Vaticaan of op het plein van Damasus. Uit Macedonië. Servische berich ten melden dat in de omstreken van Oes- koeb de Bulgaarsche organisatie der werk zaamheid dar benden meer en meer doet toenemen. In de laatste dagen zijn er vijf goed gewapende en onder tucht staande nieuwe benden uit Bulgarije aangekomen. Spoorwegongeluk in Italië. Een pelgrimstrein bij Roeca Pietra is op een stilstaanden goederentrein geloopen. Volgens ambtelijke oggaven zijn er vier personen gedood en 83 gewond. FEUILLETON. (Naar bet Fransch) 3) „Nu, nu, wie weet?" hernam de gastheer lachend. Wanneer de wijs heid daarin bestaat, dat men het le- "teu neemt, zooals het valt, het met bloed en opgeruimdheid opvat, den ^beid niet schuwt en er voor zorgt ^ich een goeden naam te verwerven <iri te behouden, wel, dan hebt u, 9P mijn woord, gelijk.... en dan heb '•k de wijsheid in pacht." 'Dp uwe gezondheid. Bernard," ?htwoordde de jager, zijn glas op- effende. ■En op de uwe, heer burggraaf!" 'e gastheer vulde zijn glas en *x«t aan. Zij waren thans op den welke naar de vroolijkheid jE de openhartige ontboezemingen Vf. "^e burggraaf was met zekere rstrooidheid op de boerderij aan- bf nlnen' doch gevoelde nu - mieer «tene gedachten in zich opkomen da minder in zich zelf gekeerd, w'1 hij sedert geruimen tijd geweest Wi,j willen dan ook van een er gunstige oogenblikken gebruik maken, om den lezer met zijn naam bekend te maken. Deze, in het woud verdoolde jager heette burggraaf Leopold de la Ro- chefemey. Hij was van zeer goede geboorte, en bezat een tamelijk ver mogen, maar men beweerde, dat hij daarvan nog steeds een onbezorgd leventje leidde. Daarbij was hij vijf en twintig jaar en had een knap voorkomen. Wat zijn karakter be treft, zullen wij gelegenheid heb ben dit in den loop van ons verhaal te lèeren kennen, evenals zijn deug den en gebreken, welke zullen blij ken uit de avonturen, waarin hij sedert zes weken gewikkeld is en waardoor hij op dit oogenblik naar Bernard, den pachter gevoerd werd. „Komaan, beste Bernard," hernam de burggraaf, dien de wijn welbe spraakt maakte, „wees eens open hartig: waarom zijn vrouw Bernard en hare dochter dezen avond niet aan tafel „Dat heet ik eerst op den man af gevraagd," zeide Bernard, „onmoge lijk om daarop geen rechtstreeksch antwoord te geven. Welnu, heer burggraaf', -vrouw Bernard en hare dochter zijn niet hier, omdat zij lie ver op hun eigen kamer wilden sou- peeren." „Waarom voegt ge er niet bij, dat zij daarvoor hunne bizondere rede nen hadden," antwoordde de jager, „dat zou volledig zijn. Doch Ber nard, mij is een dezer redenen be kend en ze is dezede dames zijn met hun drieën en trachten mij uit het oog te blijven." „Om de goede reden," hernam Ber nard, „dat de heer burggraaf verba zend veel zin heeft, den avond met hen door te brengen, omdat hij daar voor alleen hier is gekomen en vol strekt niet op jacht verdwaald is geraakt!" „Zoo is het, Bernard." „Ja. Dus behoeven wij elkander niet langer met een kluitje in het riet te sturen." „Geheel mijn gevoelenen daar ik nimmer een rechtvaardig en beta melijk iets onderneem of het gelukt mij, zal ik de eer hebben de dames te begroeten waarde Bernard, zon der daarbij de schoone onbekende over het hoofd te zien." „Vooral deze niet," hernam Ber nard. „Nu ja, dan, als gij mij toch tot het uiterste drijven wilt." „Die, hoe onbekend ook, toch nog een bekende van u is,' voegde do looze pachter erbij. „Juist., Het is een jong meisje; het schoonste, dat er bestaatMaar ik heb haar slechts eenmaal ge zien „En zo lult haar gaarne uw leven lang zien." „Men zou niet beter mijne gevoe lens kunnen uitdrukken." „Welnu, heer burggraaf," hernam de pachter, „het spijt mij vreesdij k, dat ik uwe plannen zoo moet dwars boomden, maai' het jonge meisje in kwestie moet u vreemd blijven, daar zij bestemd is om haar leven in een bescheiden stand te slijten en geen haar op haar hoofd aan een adellijk huwelijk denkt." „Heeft zij u dat verklaard, Ber nard riep de burggraaf uit. „Zooals u zegt, mijnheer," ant woordde Bernard, terwijl hij zijn glas ophief. De heer De Ia. Rocheferney volgde zijn voorbeeld en nam een flinken teug van den uitstekenden wijn. Hij dronk langzaam als iemand, die de goede hoedanigheid van een buiten gewoon merk weet te waardeeren, of geheel door een zelfde gedachte wordt beziggehouden. Toen Bernard de wending bemerkte, welke het ge sprek zou nemen, gaf hij zijn knechts een teeken om zich te verwijderen. Tevens gaf hij de beide dienstboden eenige bevelen en een minuut later zaten de burggraaf en hij tegenover elkander bij ©en knap pend vuur in de ruime keuken, wel ke door een enkele lamp verlicht werd. „Wel. heer burggraaf, waar denkt u aan vroeg Bernard, „Is het hert dezen morgen werkelijk aan de hon den ontkomen Is het stellig voor bij de jachtpaden gevlucht? Zijn we platzak '„Neen," antwoordde de aangespro kene met vrij vaste stem, „we zullen het damhert wel krijgen en waar schijnlijk de ree erbij." „Goed zoo!" riep Bernard uit, „ik houd van lieden ,die een wil hebben. Willen „Is kunnen," voegde de burg graaf er levendig bij. „En wilt u? "Ja-" „Mijn nichtje het hof maken - „Ja." „En haar huwen?" „Ja," antwoordde de burggraaf, het hoofd oprichtende. „Mijnheer," zei Bernard, een bui-, ging makende, „u doet ons zeer veel eer aan en ik geloof meer aan uwe rechtschapenheid dan wie ook. Doch het is mijn plicht openhartig met u te spreken, om het vertrouwen waardig te blijven, hetwelk u mij schenkt. Reeds sedert lang heb ik de eer uwe familie te kennen, zoo ials u weet. Graaf de la Rocheferney, uw vader, heeft zelfs eens de goed heid gehad te verklaren, dat hij ach ting voor mij gevoelde. Daar hij een woning bezit op nog geen vier mijlen van hier, hebben wij som tijds zaken met elkander gehad. Mijnheer uw vader dreef zelfs eenige malen de goedheid zoover, dat hij mij opdroeg zijne belangen te behar tigen. Hij won mijn raad inik heb steeds mijn best gedaan hem aange naam en nuttig te zijn, naar de mate der geringe middelen, welke mij ten dienste stonden. Bij deze woorden reikte da burg graaf de hand aan Bernard, die ze met eerbiedige harteleijkheid drukte. Daarop vervolgde deze. „Uw vermogen, heer burggraaJ', zou zeer zeker voldoende zijn voor lieden, die niet zoo hoog in stand waren als u. Ik moet hier de hand op een pijnlijke plek leggen door er bij te voegen, dat dit fortuin, zooals het vroeger was, voldoende zou zijn, voor mijnheer uw vader en u, wan neer het maar niet zoozeer met schulden bezwaard was. De woning, welke de graaf hier in den omtrek bezit, is lief en aangenaam, doch ze brengt volstrekt niets op. Ze verte genwoordigt een waarde van hon derdduizend franken, maar vordert zijn gansche inkomen voor haar on derhoud. Dan bezit uw vader nog het erfgoed Larocheferney, m de Al penvallei aan de Isere, zeer schoone pachthoeven in Provence, en u zelf, heer burggraaf bezit de goederen van wijlen uwe moeder. Alles bijeen vormt, volgens mij, een prachtig- vermogen, hetwelk veilig op twaalf honderd duizend franken geschat kan worden. Een mooi kapitaal, mijnheer.. (Wordt vervolgd.) NIEUWE HURLEMSCHE COItRAT tooo 15

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1