HaarlemscheStichtingen,
Instellingen en
Ondernemingen.
Onze K. S. A. in Duitsch-
iand ten voorbeeld ge
steld.
De Dochter van
den Milïionair.
in.
Be R. K Bizondere Scholen in het
Schoterkwartier.
Het Katholiek bizonder onderwijs
in, Haarlem verkeert, over het al-
igemeen gesproken, niet in dien bloei
ende» toestand als waarin andere
plaatsen zich mogen verheugen.
SÈat er is, zeker, daar mag en kan
toeft lof van gesproken worden, maar
er is niet genoeg. En de wak
kere mannen die zoo belangeloos en
hij herhaling de grootste offers bren-
gfen om daarin verbetering te bren
gen, nieuwe scholen te doen ver
rijzen m te doen voortbestaan, kun
nen niet genoeg worden geprezen!
De zaak van het kind, de zaak van
het godsdienstig onderwijs, is een
heilige zaak, die niet ernstig ge
noeg kan worden bevorderd. Im
mers de toekomst van den Room-
schen Godsdienstzin en van Room
se he actie, de toekomst van heel het
Katholieke leven eigenlijk rust op,
en hangt af van de opvoeding van
het kind, steunt op de Roomsche
School en hét Katholiek bizonder
onderwijs.
Gelukkig: in dén laatsteö tijd
wordt dat méér en méér begrepen
en de belangstelling stijgt.
ÖVie mogen wijzen op den bouw
yan een nieuwe school aan de Lin-
tfchotenstraat, we mogen eveneens
met trots spreken van het St. Lu-
«Lagesticht aan de Kloosterstr., een
gfootsche stichting van Katholiek
Onderwijs, die in alle opzichten een
groote aanwinst is te noemen voor
onze stad.
Voor onze stad?
Dat zal men misschien vragen.
We willen dat hier aantoonen, bij
fte beschrijving van die even practi-
«che als voorbeeldig ingerichte scho
len, die werkelijk veel meer de aan
dacht óók van ons, Haarlemmers,
verdienen.
Aan de Kloosterstraat verheft
eich het front van het St. Lucia-
gesticht, dat met den eenen vleugel,
aansluitend aan de oude kerk die
nu óók tot do scholen behoort, het
aanliggende plein bestrijkt, met den
anderen zich uitstrekt langs de De
la Reystraat en aldus een blok yan
aanzienlijke afmetingen vormt.
In het klooster-zelf, dat het mid
dengebouw aan de Kloosterstraat
yormt, is het eenvoudige dat in een
woning van navolgsters van den
Heiligen Franciscus behoort, streng
volgehouden. Hier geen en
kele luxe, geen enkele versiering:
de streng-witgepleisterde muren, de
houten vloeren, de eenvoudige meu
belen spreken van den echten kloos-
ijargeest, die er door de ijverige, al-
tijd-bezigo zusters van de Congrega
tie, welke te Rotterdam in het Sint
Duciagesticht aan den Coolsingel
haar moederhuis heeft, wordt beoe
fend. Negen eerwaarde zusters be
wonen op het oogenblik het klooster,
doch zeer spoedig wordt hun getal
vermeerderd, en dat kan, want
het klooster is gebouwd op een aan-"
tal van dertig zusters, dat, wanneer
de scholen hun volle bevolking heb
ben, ook hard noodig' is. Het eeni-
ge, dat in het klooster wat zwieriger
en met ©enige luxe is ingericht, is
Diet de streng-eenvoudige refter der
zusters, noch de luchtig-gelegen,
vriendelijke, doch juist alle luxe en
opsiering .missende slaapcellen der
Eerw. zusters, maar begrijpelij
kerwijze! de kapel.
Op de eerste verdieping strekt die
Rich over nagenoeg de volle lengte
,van het huis uit: een viertal fraai
gebrandschilderde ramen met voor
stellingen van de heilige Lucia,
Eranciscus, Elisabeth en Antonius,
feleeden haar in een warm, echt-ker-
kelijk licht, het sierlijk-gebeeldhouw
de, altaar, waar het H. Sacrament
steeds rust en waar eens per week
geregeld het H. Misoffer wordt op
gedragen, verheft zich in een fraai©
nis aan de Oostzijde, de eenvoudige
doch sierlijke koorbanken ter zijde
geven er het eigenaardig cachet aan,
dat aan een kloosterkapel past. Ach
ter het altaar de ruime en gemakke
lijke sacristie, en onder het zangkoor,
met een eenvoudig orgel voorzien,
sluit zich de ziekenkamer met open
slaande deuren aan de kapel aan,
zoodat in het geval van onverhoopte
ernstige ongesteldheden den kran-
ken Zusters de troost van het hijwo
nen van het H. Misoffer niet is
onthouden:
Ruime gangen en verschillende ge
makken als flinke keuken en kel
der, eigen vertrek der dames-onder
wijzeressen enz., maken het overige
van het klooster uit.
Rechts en links daarvan' sluiten
zich, streng afgescheiden naar den
éisch der wet, de scholen aan.
Rechts, van het front gerekend,
de leer- en naaischolen, links de be-
waiarscholen.
Zoo eenvoudig en alleen strikt-
noodzakelijk gemeubeld als het
klooster is, zoo modem, aan alle
eischen der wet voldoende, luchtig,
hoog en ruim belicht, elegant ge
meubeld en van de nieuwste verbe
teringen voorzien ,zijn de schoollo
kalen
Aansluitend aan ruime steenen
gangen bevinden zich in eiken vleu
gel drie flink© lokalen beneden en
drie even groote lokalen op de eer
ste verdieping.
Twaalf lokalen zijn dus op bet
oogenblik disponibel, waarvan er
reeds negen in gebruik zijn, terwijl
na de zomervacantie een tiende en
elfde moeten in gebruik genomen
worden.
Het laat zich dus aanzien, dat als
de toevloed van leerlingen blijft
aanhouden en hun getal groeit
steeds aan, naarmate do voortreffe
lijke eigenschappen dezer scholen en
het naar verhouding billijke school
geld heter bekend worden dat
eerlang de geheel© beschikbare ruim
te zal zijn ingenomen ,en de Zeer-
Eerw. heer Pastoor, onder wiens res
sort deze scholen behooren en wien
het Katholieke onderwijs in onze
stad, speciaal in dit kwartier, zoo
ontzaglijk veel heeft te danken, zal
dan aan uitbreiding moeten denken.
Reeds zijn er drie verschillend©
klassen bewaarscholen, vier ver
schillende klassen leerscholen en
twee klassen der naaischool in wer
king.
Over deze drie verschillende soor
ten van onderwijs ieder een enkel
woordje.
Vooraf ga echter de opmerking,
dat het onderwijs niet kosteloos
wordt gegeven, maar dat er twee
afdeelingen zijn, de eerste afdeeling
voor kinderen van meer-betalend©
ouderen, de tweede afdeeling voor
kinderen van minder-betale.nden.
Minimum tarief bewaarschool is
ƒ0.15 per week, voor de leerschool
0.25 per week, op de naaischool 15
per jaar; in de eerste afdeeling be
taalt men op de bewaarschool 15,
op de leer- en naaischolen 20 per
jaar.
Voor leermiddelen behalve voor le
vende talen, wordt niets betaald.
yoor meer dan een kind uit één
huisgezin, wordt voor het volgende
kind een telkens grooter wordend©
reductie gegeven.
De „afdeelingen" zijn streng ge
scheiden zelfs waar zooals nu in
sommige klassen nog bet geval is
omdat het aantal nog geen afzon
derlijk lokaal vereischt de beide
afdeelingen voorloopig in één lokaal
zijn 'ten onder gebracht, worden de
kinderen toch niet door elkaar gezet,
maar afzonderlijk gehouden.
Een alleraardigst gezicht is het,
op de bewaarschool, die frissche,
knappe krullebolletjes onder het
moederlijk toezicht der Eerw. Zus
ter en der leeken-onderwijzeres, zich
met fröbelen e» spelen te zien bezig
houden. Aan' orde en netheid went
men de kinderen op deze school yan
den beginne af, en de fraaie, zeer
moderne schoolmeubelen, yan d© al
lerlaatste verbeteringen voorzien,
werken daartoe zeker óók mede.
In de leerscholen, waar de hoofd
onderwijzeres, zuster Juliana, den
scepter zwaait, en waar reeds een
respectabel aantal kinderen in vier
verschillende klassen, elk van twee
afdeelingen, is ten onder gebracht, is
de aanblik niet minder opwekkend.
Men kan het den jongens en meis
jes aanzien, dat ze pleizier hebben
in het schoolgaan, en de frissche,
ruime lokalen ,de nette omgeving,
de vriendelijkheid der onderwijzeres
sen en zusters, werken dat in de
hand.
Van Alphen's „Mijn leeren is spe
len" moge dan niet waar zijn,
toch blijkt hier het leeren even pret
tig' ,als het spelen te zijnfen
dat zegt veel!
Van spelen gesproken: ook voor
ontspanning, in den letterlijken en
figuurlijken zin, is op deze scholen
voortreffelijk gezorgd.
De oude kerk, als overdekte speel
plaats ingericht, een zeer ruim open
terrein achter de scholen, een enorm
groote overdekte waranda daar
langs, dat alles geeft ruimte te
over voor spel en vermaak.
En het bleek ons, dat de tact en
de onvermoeide hulp der E.E. Zus
ters en der dames-onderwijzeressen,
ook in dit opzicht niets te wenschen
overlaten! Voor hulpmiddelen bij
het spel wordt dat zij hier in
het voorbijgaan nog geconstateerd
evenals voor alle hulpmiddelen
bij het leeren, kosteloos gezorgd!
Hebben de kinderen hun leergang,
door de wet vereischt, doorgemaakt,
dan wacht hier nog een uiterst nut
tig© en zoo practisch mogelijk in
gerichte school: de naaischool voor
meisjes van 13 a 15 jaar en ouder,
die natuurlijk ook voor degenen wel
ke de leerschool niet hebben gevolgd,
toegankelijk is. En daar wordt druk
gebruik van gemaakt!
Reeds de inrichting van de rui
me, prachtig verlichte lokaliteiten
doet alleraangenaamst aande
zeer moderne vaststaande tafeltjes
met gemakkelijke Amerikaansche
stoelen, allen afzonderlijk, maken al
dadelijk op de bezoekster en den be-
-zoeker den indruk van iets uiterst-
practisch en modern ingericht. Tal
van naaimachines en verder alle
mogelijke hulpmiddelen die voor een
cursus in het naaien noodig en nut
tig zijn, staan gereed: de Zuster-
onderwijzeresscn die hier practisch
en theoretisch de meisjes onderricht
geven, zijn onophoudelijk iu de weer,
en een echt-vroolijk gezicht is het,
die vlijtige schare bezig te zich aan
allerlei prachtig naaiwerk, aan rok
ken en kanten en blouses en jurk
jes en japonnen, en aan nog zooveel
meer dingen waarvan een kranten
redacteur geen verstand heeft, maar
die door de vrouw met hoog© be
wondering worden bekeken en geap-
priciëerd. Want wat nog het mooie
is van deze naaischolenalles wat
de meisjes er maken, is voor hen
zelf of voor het huisgezin van vader
en moeder! Er zijn op deze naai
scholen in den tijd vóór de Eerste
H. Communie complete japonnetjes
voor aanneemskinderen door de groo-
tere meisjes vei-vaardigd onder toe
zicht en met medehulp van de Eerw.
onderwijzeressen, en vraag het
maar eens aan dé gélukkige moe
ders, of ze niet blij en trotseh waren
over die proeve van bekwaamheid,
door hun dochter gegeven
W© zouden over deze scholen, zoo
keurig ingericht, zoo practisch be
stuurd, zoo goede resultaten opleve
rend, nog heel wat kunnen vertel
len. Maar de plaatsruimte laat het
niet toe. Het bovenstaande moge
genoeg wezen om ©enige belangstel
ling bij onze lezers te wekken voor
deze, bij velen nog maar al te onbe
kende, doch werkelijk grootsche
stichting op het gebied van het Ka
tholiek Bizonder Onderwijs te de
zer stede.
Reeds stroomen de kinderen naar
bewaar-, leer- of naaischool toe van
alle kanten der stad. Niet alleen
uit het z.g. Schoterkwartier is de
jeugd er vertegenwoordigd, maar de
Eerw. Zusters, wier moeilijke en af
mattende arbeid niet hoog genoeg
kan worden gewaardeerd, hebben
leerlingen zoowel uit het centrum
der stad als uit het Kleverpark-
kwartier, van de Amsterdamsche
Poort zoowel als van de binnenstad.
[We hopen levendig, dat dit zoo
moge doorgaan. De scholen-zelf zijn
werkelijk, zooals we aantoonden, mo
delscholen, en vele Katholiek© ou
ders, die nu hun kinderen nog ter
openbare school sturen „omdat ze
niet weten, waar zij ze zullen zen
den", vinden hier een niet al te
kostbare, voortreffelijke, aan alle
eischen voldoende onderwijsinrich
ting. Voor dezulken is nü geen
excuus meer
Verdienen deze uitmuntende scho
len aller steun, ook het Katholieke
kind moet Katholiek onderwijs ge
nieten, -dat bereikt men nu alle
bei tegelijk, door het ter school te
zenden in de Kloosterstraat. Onze
stad _is niet zóó groot ,dat het af-
standsbezwaar voor de meesten
iétk beteekent ,en zelfs al was dit
zóó, het Katholiek onderwijs moet
boven al gaan!
En het Katholieke Haarlem mag
dankbaar zijn aan diegenen, die door
da stichting dezer scholen juist be
wijzen dat laatste te hebben begre
pen en het zoo heerlijk in de prac-
tijk verwezenlijken.
Hun loon zal groot zijn: de vol
doening zullen zij hebben, dat Haar
lem's Katholieken dit werk voor het
Bizonder Onderwijs waardeeren,
en het loon in de eeuwigheid zal
hun niet ontgaan!
S.
BRIEVEN
UIT KEN NEMER LA ND.
Beverwijk, 12 Juni '08.
„Do Gemeenteraad und kein En-
de", zullen d© lezers mijner brieven
wel zeggen. En ze hebben gelijk. .Wij
kunnen met recht spreken van het
jaar 1908 als van een jaar, dat voor
Beverwijk staat in het teeken der
gemeenteraadsverkiezingen, 't Be
gint den meesten menschen dan ook
hartelijk te vervelen telkens naar
de stembus te moeten. Voor een
enkelen keer is dit wel aardig, maar
wacht eens, den hoeveelsten keer is
het nu? Joost mag het uitrekenen.
Je hoofd loopt er bij om. Ik geloof
daarom dat het verschijnsel van on
verschilligheid, waarmede de ko
mende verkiezing wordt te gemoet
gezien, gemakkelijk te verklaren
is. Men heeft zijn maag aan al dat
politiek© gedoe overladen. Bever
wijk is een schouwspel voor de we
reld geweest, Beverwijk heeft dit
jaar en het vorige meer stof aan de
dagbladen op verkiezingsgebied dan
eenige andere plaats. Dat bij die ver
kiezingen niet altijd de noodige zelf-
beheersching voorzat, dat niet steeds
even fair werd opgetreden ten op
zichte der tegenstanders, dat er zelfs
zeer onverkwikkelijke straattooneel-
tjes hebben plaats gehad, wien zal
het verwonderen. Öp één ernstig
gevaar echter willen wij wijzen, en
van harte hopen we, dat op dit punt
Beverwijk in zal zien, dat het een
verkeerden weg inslaat: de eens
gezindheid der Katholieken heeft da
nig geleden en hunne organisatie
dreigt leelijk in het nauw te gera
ken. Is dit ten opzichte van locale
toestanden zeer te betreuren, men
mag wel bedenken, dat we het yol-
gend jaar voor een zeer heet vuur
zullen komen te staan, waar groo
ter© belangen in het spel zijn. Dan
zullen d© Katholieken als één man
pal moeten staan om den Kamer
zetel van Passtoors tegen de aanval
len van de tegenpartij te bescher
men, en nu zal men mij misschien
tegenwerpen, de verdeeldheid van
de plaats Beverwijk zal niet veel
invloed uitoefenen op den toestand
in het district Beverwijk, ik ben
die meening in 't geheel niet toege
daan. Iedereen weet, welke kracht
er van de R. K. Kiesvereeniging
te Beverwijk vroeger is uitgegaan.
Wie kent ze niet, de mannen die
zich geen rust gunden ,die zich het
vuur uit de schoenen liepen, wien
niets te veel was om de goede zaak
te doen zegevieren? Nu is er ver
deeldheid. Verdeeldheid laat altijd
eenige verwijdering achter. Hoe lan
ger de verdeeldheid duurt, hoe moei
lijker gewoonlijk de oude hartelijk
heid en samenwerking is te herstel
len. En samenwerking zal er moe
ten zijn, dan vooral. Eéne stem, die
verloren gaat, kan de ramp veroor
zaken, welke door ieder goed Katho
liek zou betreurd worden, n.l. dat
de Kamerzetel yoor Beverwijk ver
loren ging.
En deze verkiezing is m. i. weer
een bewijs voor de bestaande ver
deeldheid. Daar hebt ge weer een
candidaat der werklieden en een can-
didaat der R. K. Kiesvereeniging.
Voor mij is het duidelijk, dat de eer
ste niet die kans zal hebben als
welke bij de vorige verkiezing de
heer Spanjaard had. De tweede, in
casu de heer Schaafsma, is de ern
stigste candidaat en het zou mij yer-
wonderen wanneer deze niet bij eer
ste stemming gekozen zou worden.
Hij is een welbespraakt, kalm en be
zadigd man, zeer gezien ook bij het
volk, welke hoedanigheid in dit ge
val voor den werkm anscandidaat een
niet te onderschatten gevaar ople
vert. Ik durf dan ook met vertrou
wen als mijn meenihg weer uitspre
ken, dat we voor den uitslag der ver
kiezing niet behoeven bang te zijn.
Maar dit verandert niets aan het
treurige van de verhouding, die
thans tusschen de kiezers van ééne
partij heerscht. Men kan uit alles
zoo duidelijk proeven, het „wij wil
len niet de minsten zijn, wij willen
onzen eigen weg gaan". Daarom
zal ik niet ophouden op dit zelfde
aambeeld te blijven hameren op ge
vaar af vervelend te worden, en zon
de ik den candidaat der werklieden
den raad willen geven: „Neem een
voorbeeld aan hetgeen er te Heem
stede onlangs heeft plaats gehad.
Daar heeft, ten einde der organisatie
geen afbreuk te doen, de candi
daat, welke niet door de Kiesveree
niging gesteld was, zich ruiterlijk
teruggetrokken en aldus een© over
winning behaald, grooter dan die,
welke hem als buit een raadszetel
zou bezorgen, n.l. eene overwinning
op zich zelf! Die man gaf blijk
van gezond verstand, waar hij deed
wat het algemeen belang eischte.
Denk er aan, waarde heer Hom
mes: „Wie zich aan een ander spie
gelt, spiegelt zich zacht." Het geldt
nu ook niet den tegencaudidaat een
afstraffing toe te dienen voor be
gane misslagen, zooals den vorigen
keer. Toen was het drijven der werk
liedenpartij, zoo niet goed te keu
ren, toch te vergoelijken. De re
denen, die toen bestonden, bestaan
echter nu niet, wees daarom voor
zichtig en denk aan de onvermijde
lijke gevolgen.
Ik wil nu hopen èn voor de lezers
èn voor mij zelf, dat we vooreerst
niet meer over de verkiezingen met
den aankleve van dien hebben te
schrijven. Liever is het ons, en we
hopen het de volgende week te kun
nen doen, een enkel woord te spre
ken over de bronnen van welvaart
voor Beverwijk, als b.v. de aard
beien. Ik veronderstel, dat als ik
de volgende week weer een brief
schrijf, de verzending in vollen gang
zal zijn.
Wijkeroog zal de eer hebben, door
de goede zorgen van onzen Pastoor,
de eerste plaats te zijn in Holland,
waar de Godvruchtige Vereeniging
van den H. Antonius van Padua
zich vestigt. De Eerw. Pater Sul-
picius van Nieuwe-Niedorp, zal in
een vijftal predicatiën doel, ver
plichtingen en voordeelen dezer God
vruchtige Vereeniging uiteenzetten.
W© wenschen Z.Eerw. veel succes
toe met zijne pogingen om de ver
eeniging van den populairen heilige
hier algemeen te doen worden. En
vergissen we ons niet in de toekomen,
dan zal Z.Eerw. Zondag a.s. een
rijken oogst van leden ter inschrij
ving vinden. Het gaat met de nieu
we Parochie goed vooruit, hetgeen
u. Redacteur, ook wel zal blijken
uit het steeds toenemend abonnen-
tental dat uw Roomsche courank
leest. Toch is het treurig, hoevelen
er nog zijn, die zoo weinig yoeleoi
voor het goede werk, dat zij konden
doen door de Katholieke pers te
steunen. Als men ziet in hoevele
gezinnen nog steeds bladen als „De
Courant" en „Stads-Editie" gelezen
worden, dan zou men den moed .ver
liezen. „Er staat toch niets slechts
in", zegt men dan en geeft daar
door reeds blijk, dat men door gemis
aan opvoedende Katholieke lectuur
reeds zoozeer verzwakt is in het
Katholiek bewustzijn, dat men het
venijn niet ziet, dat in de meest
neutrale couranten voorkomt, en dat
deze couranten, juist door onder d*
vlag van neutraliteit te varen, zoo
gemakkelijk tot in het hart der le
zers voeren. We hopen in tusschen
dat de lezers van uw blad in deze
regelen aanleiding mogen vinden
hunne familieleden en kennissen aam
sporen geen neutrale bladen meer
in het huisgezin te dulden. Daar
zijn er helaas nog zoo velen!
Voor deze week ga ik nu weer
eindigen. Als altijd
Uw vriend.
SAPIENS.
De laatste aflevering yan het be
kende wetenschappelijke 1 )uitsche
tijdschrift, de „Soziale Kultur", be
vat een uitvoerig artikel onder het
op-chrift: „Der Katholische Volks-
verein in Holland", van de hand
van den heer A. Kellenaers, mede
werker van dat blad.
Het artikel begint met eene korte
geschiedenis onzer Katholieke So
ciale Actie. In 1903 plaatste dr. O.
Thissen van M. Glad bach een arti
kel over den Duitschen Volksverein
in het Katholiek Sociaal Weekblad.
Onder dit artikel plaatste mr. Aal-
berse een naschrift, waarin hij den
wensch te kennen gaf, dat ook
Holland spoedig zulk een „Volks
verein" mocht bezitten.
Tezelfder tijd, dat dit artikel werd
opgenomen, brak in Holland de
groote spoorwegstaking uit. Uit het
katholieke comité, dat naar aanlei
ding dezer staking werd opgericht,
werd ten slotte de Nederlandsche
Volksverein geboren.
Mr. Aalberse bestudeerde de
Duitsche inrichting te M. Gladbacb,
wijdde ér in zijn weekblad verschei
dene artikelen aan en spoedig kon
een stichtings-comité gevormd wor
den. Dit stichting# comité opende
eene inschrijving, die in weinige
maanden eene som van rond 40.000
Mark opbracht, en toen in 1905
dit stichtings-comité plaats maakte
voor het definitieve comité, waren
in Nederland reeds 49 afdeelingen
der K. S. A. opgericht. Spoedig
daarop werd het Centraal-Bureau
te Leiden feestelijk geopend.
Na deze korte geschiedenis deelt
schrijver den inhoud van statuten
en reglementen van de K. S. A. de
diocesane en plaatselijke comite's
mede, waarop eene duidelijke be
schrijving volgt van alles, wat de
K. S. A. tot heden verrichtte.
Men staat inderdaad verbaasd,
als men met al deze cijfers kennis
maakt, en terecht mag men zeggen,
dat in de korte jaren van haar be-
FblHLLETON.
(Naar het Frans eh.)
.6)
„Zeker, dat zou ik denken: Hooir
Maar eens. Ik sta winter en zomer
°m vijf uur op en rook dan een
Pijpje, terwijl ik lees tot acht uur.
Dan ontbijt ik met ©en eetlust van
öen wolf, met brood, waarbij radijs,
kaas of wat het seizoen medebrengt.
Daarna ga ik mijn zaken na tot
Waalf uur. Thuis wacht mij het
Weed© ontbijt ,een festijn, bestaande
Jdt thee en brood met veel boter.
Daarna ga ik wat kuieren, onver-
Rchillig waarheen. O, mijnheer, u
y©et niet hoe heerlijk het is, yrij
'V kunnen wandelen, waarheen men
**dl! 't Is Goddelijk! Om zes uur
dineer ik. Dat zijn inderdaad Lu-
y1 lus-maal tij den. Ik ken een res-
Jyurant waar ik voor twee frank
yré krachtig soepje, uitmuntende
^léeschragout, vorstelijke groenten,
y^sert en wijn krijg: ja, mijnheer...
Ik zeg u, dat men mij nog
dder curateelé zal moeten stellen
/tegens verkwisting. Doch laat ik
s°°rtgaan: het uiner 2 frank, tien
de twee ontbijten, zoodat mij
nog de som van 50 centimes rest.
.Waartoe voor mijn genoegens, voor
mijn buitensporigheden, mijnheer!"
Falamon stond op en begon het
vertrek op en neder te loopen. Na
eenige oogenblikken ging hij op den
heer Guillaume toe en zeide op aan-
godanen, eerbiedigen toon
„Mijnheer, veroorloof mij u de
hand te kussen."
„O, nimmer! Gerechte Hemel,
nimmer!" riep Guillaume uit, ter
wijl hij van zijn stoel opsprong en
met verrassend© vlugheid achteruit
week, „u vergist u, mijnheer Fa
lamon; ik ben slechts een aim, el
lendig wezen ,een sterveling, die
veel heeft goed te maken en slechts
vergetelheid zoekt."
„Spreek zoo niet van u zeiven,"
hernam Falamon. „Men zou zeggen,
dat u een misdadiger waart, die door
wroeging gekweld wordt. De brie
ven, mijnheer, die ik van uw zaak
gelastigde nit Indië ontvang, zijn
zoovele bewijzen voor uwen schoo-
nen, rechtschapen levenswandel."
„Mijne zaakgelastigden vergissen
zich eveneens," antwoordde Guillau
me. „Al heb ik ook voor geen mis
daad te boeten, toch heb ik daarom
niet te minder een zware taak te
vervullen als zoenoffer voor mijn
verleden. Doch genoeg daarover, la
ten wij tot onze zaken terugkeeren."
„Ja," zei de bankier. „De per
soon, wie u een crediet gegeven heeft
van twee honderd duizend franken,
is gisteren van deze beschikking in
kennis gesteld. Men meent, dat u
nog in Indië zijt en niet voor over
een jaar naar Europa zult terug
keeren."
„Dat weet ik," zeide Guillaume.
Zij zou mij kunnen ontmoeten, maar
wat herkennen betreft, daaraan twij
fel ik sterk, aangezien dat zij op
het oogenblik twintig jaar oud is
en ik haar reeds op haar vijfde naar
Frankrijk gezonden heb voor hare
opvoeding. Sedert heeft zij slechts
mijn schrift gezien."
„Goed," hernam Falamon; „maar
zij weet, dat u onmetelijk rijk zijt;
zij heeft veel neiging .tot overdreven
weelde en is ongelooflijk ij del."
„Wat een zottin!" riep Guillaume
uit.
„Zij houdt vreeselijk veel van het
geld en het bewijs daarvan is, mijn
heer, dat zij gisteren het bericht
ontvangen hebben, dat er zulk een
kapitaal te harer beschikking ge
steld was, dat zij mij reeds heden
morgen een lief briefje zond, waar
in zij mij meldde vandaag nog voor
nemens te zijn mijn kast aan te spre
ken. Intusschen is zij niet gekomen,
maar wij vertrouwen het nog niet.
Yoor haar bestaat er tijd noch re
gels of hinderpalen, van welken aard
ook en het zou mij niets verwon
deren, wanneer zij nog heden avond
kwam, om van mij met haren ge
wonen fieren hoogmoed de beurs of
het léven te eischen."
„Ach, wat kent u haar goed.!"
riep Guillaume uit, „dat lichtzin
nig, fier, ondeugend schepseltje!"
Nauwelijks hadden zij deze woor
den gesproken of het schelletje van
den portier kondigde bezoek aan.
Werkelijk hield een rijtuig voor
het hotel van den heer Falamon stil.
„Zij is het," zeide de bankier. „Ik
herken haar aan het getrappel der
paarden. „Ze kiest steeds een span
paarden, welke even ontembaar zijn
als zij zelve."
„Komaan," zeide Guillaume be
daard, laten wij bij het onderhoud
tegenwoordig zijn. Denk er om, mijn
heer Falamon, ik ben slechts een
eenvoudig makelaar, of wat u maar
wilt."
IV.
De heer Falamon verliet haastig
het vertrek, om zich naar het sa
lon te begeven,, hetwelk door twee
prachtig© lampen zacht verlicht
was. Guillaume volgde hem met
eenige papieren in de hand, om zich
eene houding te gevenhij nam een i
weinig ter zijde plaats, zoodat de
schaduw op hem viel, als iemand
die ©ene goede gelegenheid wil heb-
ben om een binnenkomend persoon
kalm te kunnen heoordeelen.
Een knecht opende de breed© vleu- j
geldeuren van het ruim salon en
diende mademoiselle de Villefort en
nlevrouw de barones Plock aan. j
Het waren werkelijk Roselinde,
die wij kennen uit haren brief aan
Rosamonde, en eene dame, die zij
sedert eenigen tijd tot gezelschap
bij zich aan huis had genomen.
De deur was nauwelijks wijd ge
noeg om de wolk van kant waaruit
het gewaad der bezoekstet' bestond,
een doortocht te verleenen. Voor het
overige was zij een lieve bevallige
verschijning. De zwijgende Guillau
me herkende dan ook zonder moeite
in deze fiere, buigzame gestalte Ro
salinda zelfs al had men haar niet
aangediend.
Barones Plock baarde hem echter
eenige verwondering. Het was het
Duitsche type in den volsten zin
van het woord, en met zulk een over
vloed van gezondheid, getuige hare
hoogrood© kleur, dat de meest wel
gedane boerin haar benijd zou heb
ben.
De heer Falamon reikte zijn be
zoekster de hand en geleidde haar
vervolgens naar een sofa. De baro
nes ging tegenover hare meesteres
zitten.
„Hoe maakt u hot VYaar is me
vrouw Falamon Hoe gaat het met
uw dochtertje?"
„Mijn gezin is naar buiten, juf
frouw," antwoordde de bankier la
chend. „Ik bevind mij slechts alleen
to JPcirys
„Slechterd! om niet bij mij aan
te komen en mij een briefje over
zaken te schrijven, alsof ik een
„cliënt" wasWeet u dan niet, mijn
heer Falamon, dat u bij mij als
vriend te boek staat Doch ter zake.
We hebben dus met de Engelsch©
mail een prachtig antwoord gekre
gen De Indische papa opent ons
een crediet? Twee honderd duizend
franken! Waarlijk het is mooi! Mijn
kinderlijke teederheid, mijn hart,
mijne gevoelens van eerbied, van
dankbaarheidZie, ik zal daar
voor eens een verrukkelijk schoon
briefje schrijven, hetwelk u dan wel
aan zijn adres wilt overzenden. Twee
honderd duizend franken: dat wil
wat zeggenDe Indische papa is
allerliefst. Schrijf hem, dat ik veel
van hem houd. Wat ik zeggen wilde,
mijnheer Falamon, wanneer kan ik
over dat geld beschikken Weet u
wel, dat ik op dit oogenblik ge
brek lijd Vraag het maar aan tante
Plock. Maar laat ik u eerst toch
voorstellen aan mevrouw Plock, een
tante van mij, eene zeer begaafde
vrouw. Zij is zeer aangenaam ge
zelschap yoor mij, wel is waar
spreekt zij slecht Fransch en ver
staat het nog minder; radbraakt het
Engelsch en kan geen woord Ita-
liaansch, doch haar moedertaal kent
ze op haar duimpje, evenals alle
mogelijke dialecten. Wat haar po
sitie aangaat, zij .is een generaais-
weduwe, de nipht van. een geheim
raad enz., enz,;
(Wordt vervolgdJ
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT 35SKSÏJM?