DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Beverwijk. Kinderhuisvest 2f£»3l"33v Haarlem Indië. De Dochter van den Millionair. BUITENLAND, BINNENLAND. DONDERDAG 25 JUNI 1908. 33st3 Jaargang No. 6919 ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Haarlem 11.36 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post ,1.81 Afzonderlijke nummers0.06 Bureaux van Redactie en Administratie: interc. Telefoonnummer 1426. PRUS HER ADVEBTENTIRN: Van 16 regelsf0.60 (oontant)f 0.80 Elke regel meerO..10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 26 cent per advertentie A contant. Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van seliiktheid tot werken. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. GULDEN bij verlies van éen anderen vinger. Wie zich met ingang uan Juli op de „Nieuwe Haar- lemsche Courant" abonneeren, ontuangen de Courant uanaf heden tot dien datum gratis; de weekabonné's tot den iaatsten Zaterdag in Juni. Voor de herstemming op Vrijdag 26 dezer beuelen wij dringend aan den candidaat der christelijke partijen, den heer P, A. SCHAAFSMA. Heemstede. De uitslag der verkiezing voor den gemeenteraad is een teleurstel ling voor de trouwe leden der R.-K. Kiesvereeniging. Ondanks hard werken is de dissi dent, die met verachting beladen uit de Katholieke Kiesvereeniging is gestooten, toch gekozen, zij het ook da,t de beslissing hing aan twee stem men. ■Merkwaardig is liet, dat nog zoo- velen zijn thuisgeblevenvan de 759 kiezers voor den Gemeenteraad kwa men slechts 502 opongeveer juist hetzelfde aantal als bij de stemming. Terwijl we d.e laksheid betreuren, die hiervan de reden moet zijn, en tevens ons leedwezen uitspreken; over dezen uitslag, mogen we wijzen op de les die er nit te trekken valt hoe noodig het is dat de eenheid, ge grond op gezonde samenwerking en goed vertrouwen in de leiders, be waard blijve. JVat overigens het nieuwe raads lid aangaat: de heer Jansen Hen driks heeft in onze Courant ver klaard dat hij de benoeming zal aan nemen. .Welnuopenbare posten als deze zijn wel eens meer het graf van een reputatie geworden. voor haar stoomketels niet haar eigen water uit de Nortonwel gebruiken, maarmoet het water van het Rijk koopen. De eenige hoop die IJmuiden nog heeft te koesteren, is nu alléén ge vestigd op de Kamer. Bij de interpel latie-Blooker kunnen de hekken nog verhangen worden Voorloopig is dat ook het eenige, wat wij kunnen wenschen. Maar we zien de toekomst van IJmuiden als visschers-handelsplaats toch donker in. ►P IJmuiden, De Minister van Waterstaat blijkt onverzoenlijk. Zooals duidelijk blijkt uit 's Minis ters inlichtingen aan de Tweede Kamer op de adi essen kortelings tot deze gericht, wil de Minister van geen toegeven weten. Zelfs de „gedwongen winkelnering" die in de brochure van den heer Vermeulen zoo scherp is gecritiseerd -en terecbt! wordt behouden: de stoomtrawlermaatschappij mag i. In een kruiskopje spraken we deze week reeds van den zorgwek- kenden toestand, in Indië ontstaan door den opstand in Sumatra. De nadere berichten, al geven ze geen reden tot oogenblikkelijke ongerustheid ten opzichte van de haudhaving onzer oppermacht, zijn toch ook niet zoodanig, dat ze de bezorgdheid die is gewekt, kunnen doen verminderen. Integendeel. Als alle teekenen niet bedriegen, staan we in de Padangsche boven landen voor een, juist om het fa natiek-godsdienstig karakter, dat er door de Mohammedaansche pries ters aan gegeven is, zeer gevaar lijken opstand, die alleen door een krachtig ingrijpen op militair en civiel terrein beiden, kan beteugeld worden. Van de bekwaamheid der autoriteiten op beiderlei gebied zal het afhangeD, of deze opstand zich niet in een tweede Atjeh-oorlog omzet, wat voor ons prestige en voor het behoud onzer koloniën in het verre Indië een hachelijk iets zou wezen. Intusschen rijst onwillekeurig de vraag: waaraan is deze zoo plotse linge en uitgebreide beweging tegen ons gezag te wijten? We hebben in het kort reeds ge antwoord: het begin der beweging is een gevolg van de invoering van nieuwe belastingen op Sumatra's Westkust, en de Islamietische pries ters hebben daarvan dadelijk partij getrokken, om hun haat tegen den Christen-Europeaan j,te koelen. Het streven van de Muzelmansche fa natici, gericht op een universeele heerschappij van den Padisjah over alle Muzelmansche landen, heeft hier een welkome aanleiding tot verzet en opzweeping der bevolking ontmoet. En daarvan ook handig gebruik gemaakt. Intusschen: ook van onzen kant schijnen er fouten te zijn bedreven. FEUILLETON. (Naar het Fransch) 15) „Goed, jaeef," antwoordde Char lotte, „ik laat u geheel vrij... tot aan de tranen, wel te verstaan. Ik heb 'het vast besluit genomen nim- Hier meer te weenen dan van vreug de. O, ik hen een vreeselijk egoïste; doch ga voort, mijnheer de burg- Staaf." „Mevrouw de gravin," zeide Leo pold, „gij hebt uwe opvoeding geno ten aan een der beste kostscholen; ^an Parijs. Sedert vijf jaar hebt gij het verlaten en uwe intrede in de Gereld gedaan. Uwe herinneringen "it dien tijd moeten dus even versch frisch zijn, als de bloemen, welke kij schildert." „Dat is zoo," stemde Charlotte toe. >r„ Veroorloof mij nu een vraag. Hebt gij nog betrekkingen onder- Ponden met uwe vroegere kost- ^loo lvriendin nen „Ja, ongetwijfeld, met verschillen- „Hebt gij getracht de meisjes nog weder te zien, die, twee of drie jaar jonger dan gij, op het pensionaat ble ven, toen gij het verliet „[Waartoe deze tweede vraag,, heef? Doch om het even, ik zal ze beantwoorden. Ik moet bekennen, dat ik, bijna terstond pa, mijne terug komst van de kostschool gehuwd zijnde, niet veel meer vernomen heb van de jongere meisjes, die daar ach ter bleven. Dat is een fout van me en ik heb er spijt van." „Maar gij zult u ten minste nog wel eenige hunner herinneren. Daar is bijvoorbeeld mejuffrouw, de Ville- fort „Ahriep Charlotte uit, „het ge heim is ontsluierd! Ik herinner mij nog zeer goed deze twee meisjes, itosalinde en Rosemonde." „Juist," zei de burggraaf, „twee bekoorlijke schoonheden. „Op wie gij zeker verliefd zijt ge worden „Stel u gerust. Ik zal u het ver haal doen mijner avonturen. Oor deel dan; ik zal volstrekt niet ten mijnen gunste pleiten." Nu deelde Leopold zijne nicht heel naief mede, hoe hij toevallig het be koorlijke meisje in den tuin van het pensionaat gezien had, en terstond verliefd op haar geworden was. „Tot nog tee is het zuiver roman tisch," merkte Charlotte aan. „Ga voort." „Mijn eerste zorg was," hernam de De heer van Kol zij hij dan ook niet in alle opzichten een ge loofwaardige bron, bij is toch met deze zijde der Indische gebeurte nissen ten volle vertrouwd, en ver dient in dit opzicht wel gehoor de beer van Kol geeft zijnerzijds een uiteenzetting daarvan, die op het volgende neerkomt: De heer van Kol zegt dat de oorzaak van de oproerige beweging te vinden is in het „Plakaat Pad- jang" van 11 October 1833. Dit manifest der Ned. Ind. regeering aan die volken was geen tractaat, doch een belofte door haar herhaal delijk geschonden. Daarin komt onder andere het volgende voor: „het Gouvernement zal geen gelde lijke heffingen onder U doen, maar het verlangt slechts dat gij in Uw eigen belang, waardoor ook dat van het Gouvernement zal worden bevor derd, groote uitbreiding zult geven aan de koffie- en pepercultuur. Het zal U evenwel volkomen vrij staan om Uw goederen naar Padang te brengen en naar verkiezing te ver- koopen." Deze beloften zegt de heer van Kol zijn niet gehouden. En bij licht dat toe op de vol gende krasse wijze, die niet vrij is van de gewone bral-methode des heeren van Kol en dan ook cum grano salis moet worden gelezen „De vrije koffie-cultuur werd reeds in 1847 in een dwang-cultuur omgezet, werd een bron van eindelooze plage rijen voor de bevolking, die men met geweld noodzaakte haar waardevolle koffie in de gouvernementspakhuizen te brengen en voor spotprijzen at te staan, wat der regeering millioenen winst bezorgde. Toen de koffie-cultuur begon te kwijnen, trachtte men op andere wijze geld te krijgen. In 1886 werden de invoerrechten vermeerderd, in 1900 de zoutprijzen verhoogd en één jaar later uitvoerrechten van bosch-producten geheven. De heeren diensten, een belasting in arbeid, wer den een rijke bron van geknoei, om- kooping en knevelarij voor de bevol king, waarvan zij de draagkracht ver minderden, temeer daar de koffie-oog sten onbeteekenend zijn geworden. „Inbreuk makende op de bestaande eigendomsrechten werden de door de familie of de negrie bezeten gronden tot Staatsdomein verklaard in 1874; het matriarchale stelsel dat den in boorling voor armoede vrijwaarde ver zwakt; de adat- of volkshoofden in dit democratische land verdrongen door bezoldigde handlangers onzer autocratische Regeering en het plech tig beloofde recht van zelfbestuur met plompen voet vertrapt. „De vroegere welvaart in dit een maal zoo bloeiende gewest verdween. Sedert de laatste kwart eeuw is ach teruitgang merkbaar in den bouw der woningen, de goedkooper kleeding, de geslonken veestapel en het verdwijnen der sieradende koffie-cultuur is ster vende, de rijst-cultuur tot stilstand gekomen ondanks overvloed van gron den en toename der bevolking, de andere cultures kwijnen en voor ver betering daarvan, evenals voor irrigatie is in al die jaren door onze Regeering vrij wel niets gedaan." Men ziet bet: de aanklacht is zwaar. Gelukkig zegt dé heer van Kol in datzelfde artikel even later het volgende „De belofte van 1833 ik erken het volmondig was moeilijk volte houden, doch tactvol optreden was in elk geval hoogste plicht; zij was nu eenmaal afgelegd. De volksmeening was een beletsel voor deze op den duur niet te keeren hervorming, en deze had men vooraf tot beter inzicht moeten en kunnen brengen. Veel on tevredenheid ware dan voorkomen geworden." 't Blijkt dus nu 'een kwestie van tact te zijn geworden. Laten we hopen dat de Indische autoriteiten dien tact dan ten minste bij de beteugeling van den opstand toonen, en ter pacificatie van de gewesten die nu zoozeer in beweging zijn- Nevens Sumatra's Westkust vraagt echter ook Atjeh onze aandacht: hierover in een volgend artikel. DUITSCHLAND. Openbaar stemmen. Voor den Pruisischen landdag1 worden de stemmen in het openbaar, mondeling uitgebracht. Dat dit leiden moet tot misbruik, behoeft niet gezegd: de socialisten vooral zijn hier sterk in, en ze ter- roriseeren de kiezers zóó, dat gerust het verkiezen van eenigen hunner candidaten aan hun schrikbewind moet worden toegeschreven. Verschillende winkeliers, die niet op de socialisten wilden stemmen, zijn door hen geboycot en in den grond gericht. Een winkelier in een volksbuurt zégt in een openbare klacht: „Alle huisvrouwen, die ik voor vaste en alledaagsche klanten hield, bleven weg. En mijn lot zou nog erger worden, als ik bij de her stemming van mijn stemrecht ge bruik maakte. Ik ging dus niet kie zen. Mijn vrouw is heengegaanzij kon het in den leegen winkel niet uit houden. Ik wil nu pogen mijn huurcontract te doen ontbinden, en dan ergens an ders heengaan. Of het daar beter zal gaan is de vraag. En zooals mij, gaat het velen." Dat zijn de gevolgen van de ter- rorisatie, mogelijk door het in 't openbaar uitbrengen van de stem hij de verkiezingen. Met zulke mid delen wordt in Pruisen gestreden door de socialisten! ITALIË. De staking te Panna. De staking te Parma is geëindigd. De stakers zullen waarschijnlijk hun ongelijk hebben ingezien, althans wij lezen dat een aantal socialistische af gevaardigden die er heen gingen, om volgens hun gewoonte het vuurtje wat aan te steken, daar al heel slecht ontvangen zijn. Zij trachtten de arbei ders over te halen geen straten op te breken, maar werden voor hun goe den raad met een pak ransel bedreigd. In het „Giornale di Parma" wer den zij uitgemaakt voor „raven die op het slagveld komen azen", en het blad voegt er bij: „Parma zal nooit vergeten het schandelijk werk, dat zij hebben ver richt, en den ontzettenden haat, dien zij den werklieden hebben gepredikt, terwijl zij nu van verzoening komen spreken." Een lesje, dat den heeren stokers niet erg bevallen zal! AMERIKA. Cleveland, f De oud-president Grover Cleve land is gisteren overleden. Cleveland is tweemaal president der Vereenigde Staten van Noord- Amerika geweest en wel de 22ste en de 24ste president. Hij werd den 18en Maart 1837 te Caldwell (New Jersey) geboren als zoon van een, presbyteriaansch geestelijke. Hij studeerde in de rechten en werd in 1859 advocaat. Vooraf was hij on derwijzer aan een blindeninstituut en werd in 1855 schrijver op een ad vocatenkantoor in Buffalo, waar hij zijn vrijen tijd besteedde voor zijn studie in de rechten. In 1863 werd hij benoemd tot hulp-officier van, justitie, in 1870 tot sheriff van Erie County, in 1881 tot burgemeester van Buffalo, in 1882 werd hij tot gouverneur van den Staat New-York gekozen. In December 1884 werd Cleveland als candidaat der democratische par tij tegenover Blaine met 219 tegen 182 stemmen tot president der Ver eenigde Staten gekozen, na vooraf op de nationale conventie te Chi cago met .693 tegen 137 stemmen tot democratisch candidaat voor den pre sidentszetel benoemd te zijn. Den 4den Maart 1885 aanvaardde hij zijn hooge betrekking. De republikein- sche meerderheid in den Senaat be lemmerde hem in zijn buitenlandsche politiek. Overigens streefde hij er naar zooveel mogelijk de verkwis ting .der staatsinkomsten tegen te gaan. Den strijd over het toltarief heeft hij niet tot een beslissing kun nen brengenzooals men zich zal herinneren, was Cleveland voor ver mindering der beschermende rechten. Bij de presidentsverkiezing van 1888 verloor Cleveland het tegen den republikeinschen candidaat Harri son.; Cleveland oefende daarna te Nevr- York de reehtspractiik uit, totdat hij in 1892 bij de presidentsverkiezing! met 277 stemmen de overwinning op Harrison behaalde, die 144 stemmen verwierf. Den 4den Maart 1893 trad Cleveland ala 24e president op; den lsten Mei d. a. v. opende hij de we reldtentoonstelling te Chicago. Het gelukte hem in deze periode slechts een gedeeltelijke tariefhervorming door te voeren. Zijn boodschap van 14 December 1895, waarin hij op grond van de Monroe-leer voor zich in het Engelsch-Venezolaansche grensgeschil het scheids rechterschap opeischbe, verwekte nogal opzien. Bij presidentsverkiezing van 1897, stelde hij zich geen candidaat en den. 4den Maart 1897 legde hij zijn ambt neer. VENEZUELA Conflict. De Amerikaansche zaakgelastigde heeft Venezuela verlaten, als gevolg van een conflict met den beruchten president Castro. Men weet dat ook Nederland, over een totnogtoe in de finesses althans onbekende oorzaak, met Castro weer overhoop ligt. Nu denkt men, dat ook de Nederlandsche legatie spoedig uit Caracas zal heengaan. Nieuwtjes in drie regels. Lord Tweedmouth, de man van den brief aan Keizer Wilhelm, zal als Engelsche minister aftreden. Van.de revolutie in Perzië geen nieuws: Teheran is nog in staat van beleg. Prins Hendrik der Nederlanden is te Tröm80 in Noorwegen aange komen. H. M. de Koningin-Moeder naar Oranje-N assauoord. IJ. M. de KoniDgin-Moeder vertrok met Haar gevolg om 11.17 uur van het station Baarn naar Renkum om het bezoek aan het Sanatorium Oranje- Nassauoord te brengen. Men meldt uit Wageningen: H. M. de Koningin-Moeder, die gis teren Orapje-Nassauoord en vervolgens het concours hippique bezoekt, pas seerde om half een deze plaats. H. M. werd te Rhenen ontvangen door den burgemeester den heer Schim- melpenninck. Het gevolg bestond uit jhr. Schimmelpenninck. kamerheer en freules Van de Poll en van Ittersum. De sultan van Asahan. Het bezoek van d- n sultan van Asahan met gevolg aan Rotterdam, droeg gisteren een zeer eenvoudig ka rakter. Om 10.8 u. stadstijd arriveerde de burggraaf, „achter den naam van het lieftallige schepseltje te ko men." „Natuurlijken ge gaaft geld, veel geld aan den portier der kostschool, die u daarvoor beloonde, door n te vertellen dat de godin, die gij hem beschreeft, heette „Juffrouw do Villefort," ant woordde Leopold, zonder dat ik nog eene enkele inlichting méér uit dan ellendigen kerel kon krijgen. Hij nam mijn beide „louis" aan en wei gerde de vijf of zes andere, die ik hem aanbood, wanneer hij mij nog méér inlichtingen wilde verstrekken. Die man is slechts in beperkte mate omkoopbaar. [Wat 'een ramp!" „Hoezoo welk eene ramp vroeg de gravin. „Wel zeker, dat zult ge zien. Ik kwam thuis met een zwaar hoofd en een bekommerd gemoed. Het zal wel overbodig zijn, lieve nicht, u de vol maaktheden mijner aangebedene te beschrijven." Jasla dat maar over. Toen ik de kostschool verliet, waren de meisjes de Villefort nauwelijks vijftien of zestien jaar en toen waren beiden reeds buitengewoon schoon." „Welnu dan, nicht," hervatte Leo pold, „iemand, die verliefd is, doet dwaze dingen, doch een aanbidder, die schrijft, is stapelgek! Ik dan krabbelde tien of twintig regels op bet papier, welke waarschijnlijk de ongehoordste buitensporigheden be vatten De volgenden morgen was ik op hetzelfde uur weder op mijn post. Zij kwam door de laan, ging op geen tien schreden voorbijik wierp het briefjeze raapt het op, opent het haastig en verbergt het, terwijl zij ijlings door de sombere lanen weg vlucht. „Welnu, da,t duurde zoo eefi poos. Erg onverstandig en „En ongeoorloofd, zulke geheim houding!" viel de gravin hem in de rede. „Juist zoo! En mijn straf heb ik er voor gehad! Want ik kreeg ant woord, door de kamenier der jonge dame mij gebracht: een antwoord, dat mij eerst erg gelukkig maakte. De jonge dame stemde toe, een be zoek van mij, in allen vorm en zoo als het officiéél behoort, te ontvan gen in de spreekkamer, onder de hoe de van mevrouw de directrice. Zij zou deze met mijn liefde tot haar in kennis stellen." „Goed; ik neem het aan. Ik kom in de spreekkamer, word door de di rectrice ontvangen als de pretendent naar de hand van mejuffrouw De Villefortde jonge dame wordt dan zelve geroepen enik sta verstomd van schrik! Wamt: het was mijn jonge dame niet! „De oogen van deze schoonheid waren gitzwart in plaats van he melsblauw, zooals ik ze gezien had, en hare lokken, in plaats van glan zend donkerbruin, waren goudblond gelijk de stralen der zon. De ge laatstrekken waren nagenoeg dezelf de, doch overtogen met eene uitdruk king van hooghartigen trots, zooals ik nog nimmer opgemerkt had. „Mijn verstand stond er bij stil. Waarschijnlijk sloeg ik een dwaas figuur, want het meisje lachte mij onbeschaamd in het gezicht uit. „Ah! Hemelsche goedheid!" riep de gravin uit, „ik meen het te begrij pen. Hoe is het mogelijk, arme neef!" „Ja, nicht; ik was verliefd op een engel en had haar geschreven- een duivelin, die uiterlijk op haar geleek, had mij geantwoord... Niet wetende, dat de juffrouw nog eene zuster had, was ik er van overtuigd Rosemonde te zien.... en het was Ro salind®, die het spel in handen had genomen „Door deze historie ik hespaar u de bijzonderheden was ik als edelman gehouden, mijn woord te houden: de sluwe jonge dame had goed gespeeld: ik kon de directrice niet zeggen, dat ik een dwaas was geweest en mij vergist had. Ik zou dan mijn naam aan de goede naam van mejuffrouw de Villefort te grabbelen hebben gegooid! Genoeg u te zeggen. da,t mejuf frouw de Villefort na. deze historie, die de heer Falamon, haar voogd, na tuurlijk kent -al weet hij mijn vrijwel belachelijke rol niet daar in ook de kostschool heeft ver laten. „Doch hoor nog eerst toe, hoe de Roselinde, mij haar verfoeilijk karakter ontvouwde. Toen ik ten huize va,n den heer, Ealamon eindelijk haar weder sprak en het onbarmhartige meisje wilde vaarwel zeggen, dat mij uit slecht heid of lichtzinnigheid in zulk een valschen toestand geplaatst had, riep zij mij bij het geopende venster en zeide met gedempte stem, zooda.t de anderen haar niet hoorden: „Burggraaf. ,U zijt rechtschapen en moedig, want u hebt de eenige rol vervuld, waardoor ik ongedeerd bleef. Ik zal zulks niet vergeten. Echter moet ik u onder het oog brengen, dat ik nu over uw lot be schikken kan en dat ik van. mijn recht gebruik zou maken en u zou noodzaken mij goedschiks of kwaad schiks te huwen, als ik vernam..." „Wat, mejuffrouw?" „Dat ik een mededingster heb." „Onverschillig wie?" „Neen," antwoordde zij, op zon derlingen toon, „doch wél een mede- idingster, die ik verfoei en haat; een mededingster, die, hoewel gebo ren om mij te dienen, zich met mij gelijk stelt en die tot nog toe, als mijn zuster is behandeld gewor den.. (Wordt vervolgd NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT 1000 4ob-=-- 300 150''=-" 100 =5? 60'a: 15

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1