t DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. «w. inn Qnn.^D^i icn r" innon I ts)'j ten Kinderhuisvest 2S-S!«83s Haarlem Indië. BUITENLAND, BINNENLAND. De Dochter van den Millionair. VRIJDAC 26 JUm 1908. 33st3 Jaargang Wo. 6920. 0< Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer1 9426. Wie zich mei ingang uan i Juli op de «Nieuwe Haar- lemsche Courant^abonneeren, ontuangen de Courant uanaf heden tof dien datum gratis; de tueekabonné's tot den laafsten Zaterdag in Juni. Verspreide Berichten. F t U I L L E T O N, HEME HURLEMSCHE COBRMT ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Haarlemfl.85 Voor de plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente) ,1.85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,8C Afzonderlijke nnmmers0.05 PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 16 regels f0,60 (oontant)f 0.S0 Elke regel meer,0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant 1000 Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van: GULDEN bij A *m. <xft\ 4Ï 4S* 44AOO «i öik GULDEN bij schiktbeid tot werken. 400 overlijden 300 GULDEN bij verlies van óen hand of voet. 150 van éen oog. 100 GULDEN bij verlies van éen duim. 00 éen wijsvinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. M GUI 15- GULDEN bij verlies van anderen vinger. ii. Naast de Padangsche bovenlan den het gisteren gemelde ver moorden van een onzer bestuurs ambtenaren loont overtuigend aan, hoe we in ons artikel van gisteren terecht den toestand aldaar niet- geruststellend noemden trekt in den laatsten tyd Atjeh weer zeer de aandacht. En de gevoelens, waarmede we deze wondeplek van ons Insulinde beschouwen, zijn niet van den aan- genaamsten aard! De pacificatie" die zoo dikwijls reeds nabij werd geacht, blijft maar immer nog uit: wat meer is, inden laatsten tijd schijnt de toestand zelfs minder gunstig geworden en het systeem-van Heutsz heeft nog ui at de vruchten opgeleverd, die men ervan verwachtte. Daarenboven heeft het persoon lijk onderzoek, door den gouver neur-generaal ingesteld, geleid tot het uitbrengen van een Rapport/dat «en onbehagelijk gevoel in ons va derland heeft gewekt. Dat Rapport, in ons blad in uit treksel dezer dagen opgenomen, is «en sprekend bewijs dat het in In dië, en speciaal in Atjeh, nog bij lange niet gaat zooals men hier te lande redelijkerwijze mocht verwach ten. Wij willen er even bij stil staan, Naar men weet, heeft gouver neur-generaal van Heutsz in dat Rapport de verbijsterende mededee- ling gedaan, dat hij zich vergist heeft in de keuze van den gouver neur van Atjeh. Deze post was, toen de generaal van Heutsz naar het paleis van Buitenzorg trok, overgegaan op ko lonel, nu generaal van waaien, den man die zich in Borneo dè!reputa- tie had verworven van een energiek, doortastend, maar.niets ontziend krijgsman. De historie van de Ga- joelanden en de daar plaatsgehad hebbende moordpartijen, volgens «enigen noodzakelijk ter pacificatie, volgens anderen wreed en onnoodig, is bekend genoeg. Generaal Van Daalen is ten slotte gedéehargeerd zijn optreden op Borneo, dat succes heeft gehad voor ons gezag, is door zijn superieuren niet alleen niet gelaakt, maar goedgekeurd. Intusschen de reputatie van den heer van Daalen was en bleef wel, dat hij meer een man van het zwaard was dan een bevrediger langs minnelijken weg. De gouverneur-generaal, die waar lijk deze wetenschap ook wel zal hebben gehad, benoemde niettemin den heer van Daalen tot gouver neur van Atjeh. En nu dat is het zonderlinge, om geen ander woord te gebruiken, Yan deze geschiedenis nü blijkt den gouverneur-generaal pas uit een persoonlijk ter plaatse ingesteld on derzoek, dat de heer van Daalen met zijn korte, strenge, afgemeten manieren en zijn allesbehalve méé gaand karakter, niet de meest ge schikte man is om Atjeh te pa- cificeeren. Aan het oorlogvoeren en met sa bel en bajonet regeeren, is bet be vredigen en kalmeeren van Noord- Sumatra opgeofferd. en dan had hij verzuimd het noodige verband te leggen tusschen zijn Secretarie en den Gouverneur van Atjeh." Aldus „De Standaard". Het is ons echter niet duidelijk, hoe men, na lezing van bet Rapport, nog kan gelooven dat de gouverneur- generaal wél wist wat er gaande was op Atjeh. Duidelijk zegt de heer van Heutsz, dat hij heel andere dingen vernam, dan hij verwachtte. Maar.... dan blijft het tweede verwijt onweersproken vast staan: de gouverneur-generaal moest weten, hoe het in Atjeh toeging, en juist de reputatie van generaal van Daalen had hem op dit zwakke punt in het Atjeh-bestuur beter moeten doen toezien. Gouverneur-Generaal van Heutsz heeft in zijn Rapport op de hem eigen rondborstige manier de fout van Van Daalen aangewezen en zijn eigen vergissing openbaar gemaakt. De heer Van Daalen heeft ont slag aangevraagd en zijn opvolger, kolonel Swart, die op Celebes van meer dan gewone bestuurs-eigen- schappen heeft blijk gegeven naast erkende militaire bekwaamheden, is tot zijn opvolger benoemd. Het rapport van den gouverneur- generaal, hier te lande pas bekend geworden, lokt nu echter allerlei besprekingen uit. En het blijkt, dat de algemeene instemming, die met bet in Atjeh gevolgde systeem van Heutsz" steeds werd betuigd, wel niet is geweken, maar dat de houding van den heer van Heutsz in deze kwestie toch niet wordt geacht zonder blaam te zijn geweest. „De Standaard" betoogd bijvoor beeld, en „De Tijd" zegt bet haar na, dat door het Rapport een di lemma wordt gesteld, waaraan gouverneur-generaal van Heutsz niet kan ontkomen. „Van tweeën één, zouden we zeggen. De Gouverneur-Generaal heeft reeds vroeger geweten, hoe het in Atjeh toeging en dan had hij tusschenbeide moeten komen. Of wel, hij heeft 't niet geweten, We zijn in Indië dat is de conclusie van deze artikelen op dit oogenblik niet in gunstige con ditie. Overal is gisting, en de twee ge vaarlijke brandpunten van verzet tegen het Nederlandsche gezag, welke we in deze artikelen wat uitvoeriger bespraken, wekken te recht ongerustheid. De heer van Kol heeft in de Kamer een interpellatie aangekon digd eerstdaags zullen we dus wat meer officiëele inlichtingen erover hooren. FRANKRIJK. Clémeneeau wint. Clemenceau heeft gisteren Rouvier geantwoord in zake de naasting van den Westerspoorweg. Volgens de correspondenten was zijn betoog zeer zwak en had het niet veel om het lijf. Rouvier's rede was veel overtuigender. Maar Clémeneeau stelde de kwestie van vertrouwen en preste zoo het gevoelen van de meerderheid. Bij de stemming waren er méér stemmen tegen dan voor de regeering uitgebracht. Een laatste toevlucht blijft in zoo 'n geval de „pointage" sohifting en nauwkeurige lezing van alle stembriefjes, waarbij dan in Frankrijk curieuze zeden 1 nog mogelijkheid van bijlappen bestaat. De „pointage" bad dan ook tot resultaateen meerderheid van drie stemmen vóór de regeéring (128125) en dat terwijl drie ministers meê- stemden I Clemenceau heeft dus gewonnen. Maar hedenochtend is er minister raad, omdat bij de volgende artikelen van het wetsontwerp nog rare ver rassingen kunnen voorkomen. Brutaal De Fransche minister van onderwijs heeft een wetsontwerp ingediend dat heet te zullen dienen „tot bevordering van de onzijdigheid der school." Daarbij wordt bepaald, dat zullen worden vervolgd personen, die de kinderen verhinderen op school te komen, alsmede elke vereeniging, welke zich ten doel stelt 't gebruik van zekere boeken aan de onderwij zers te verbieden. Men begrijpt wat dit brutale staaltje van sectarisme weer bedoelt! En aller-brutaalst is het, datzoo'n wetje zoowaar heet in het belang van de „neutraliteit" der school 1 OOSTENRIJK. Eau persoonlijk eonfliet. Een persoonlijk conflict tusschen den Oostenrijkschen kanselier baron Van Aerenthal en den pauselijken nuntius Mgr. Granito di Belmonte trekt op dit oogenblik nogal de aan dacht. Aerenthal negeert n.l. den nuntius, sedert deze zoo energiek is opgetre den in de zaak van den modemisti- schen professor W.ahrmund, die anti- Katholieke leerstellingen verkocht als Katholiek hoogleeraar, en die Aerenthal notaben© als zoodanig wilde behoudenStel u voor, dat een Israëlliet als Gere formeerd hoogleer aar aan de Vrije Universiteit moest optreden Die kinderachtige houding van Aerenthal is bij het jongste Keizers- i'eest tot uitbarsting gekomen. Graaf Hans (VVilczek verscheen en kele dagen vóór de groote feeststoet in iWeenen gehouden zou worden, bij Mgr. Belmonte, en noodigde hem tot de feestelijkheden uit. De nun tius vroeg hem toen, of alle diplo maten en vertegenwoordigers door hem zelf werden uitgenoodigd Schoorvoetend bekende graaf jWilc- zek, dat de andere heeren diplomaten een uitnoodiging ontvangen hadden door tusschenkomst van het mini sterie van buitenland! Als antwoord op deze gTofheid van Aerenthal, die den nuntius een voudig weg maar gepasseerd had, woonde Mgr. Belmonte het feest na tuurlijk niet bij, hoewel hij toch deken is van het „corps diplomati que". Den volgenden dag echter gaven de aartshertoginnen Maria Josepha, Maria Tberesia en vorstin Hohen- berg, de gemalin van den troonopvol ger, hun kaartjes aan het jiuntia- tuurgebouw af, om daardoor te ken nen te geven, hoe men aan het hof over het optreden van Aerenthal denkt. Inderdaad, het is g-róf en erger. ^Waarschijnlijk zal het ongepermit teerde optreden van den minister wel een „staartje" hebben. PERZIË. De revolutie. 'tis in Perzië volop revolutie. De Sjah, die door een legertje Rus sische kozakken beschermd wordt, oefent in Teheran een waar schrikbe wind uit. Het Parlement is niet alleen uit elkaar gejaagd, maar het parle mentsgebouw zelfs wordt gesloopt en tal van aanhangers der „liberale" richting en van den pretendent Zill es Sultan, een oom van den Sjah, die onder Engelschen invloed staat, zijn in hechtenis genomen of reeds gefusilleerd. Meer en meer blijkt dat de twee machten die Perzië overheerschen Rusland en Engeland, nu weer op elkaar gebotst zijn: de Sjah onder Russische invloed, alleenheerscher en autocraat, heeft het nu gewonnen op de aanhangers van een constitu- tioneele regeering, die op Enge land steunen. In de provincie wordt ook overal gevochten en over het algemeen schijnt het voordeel te -wezen aan de zijde van den Sjah. Een bom in dekerk. In de Ka thedraal van Turijn is bjj een processie op St. Jan een bom ontploft, terwijl de kardinaal Richelmy officieerde. Groote ontsteltenis natuurlijk, verschillende vrouwen raakten bjj de paniek onder den voet. Duur rei8je. De Fransche regee ring heeft een wetsontwerp ingediend voor een crediet van 400,000 fr. voor de reis van president Fallières naar Dene marken, Noorwegen, Zweden en Rusland Weer geld van noode. Abdul-Aiis stelt weer pogingen in het werk om de Fransche regeering te bewegen, hem geld te leenen, drie millioen frank ditmaal ter bestrijding van zijn broeder. Het schijnt dat de regeeriDg te Parijs van dit verzoek echter evenmin als de vorige verzoeken wil weten. Een buitenkansje. Een tele gram uit Windhoek in Duitsch Zuid- West Afrika meldt, dat bij Luderitzbocht een diamantveld van 15 K.M. uitgestrekt heid is blootgelegd. De diamanthoudende lagen bevinden zich voor de helft op regeeringsland, voor de wederhelft op het gebied van de Duitsche koloniale maatschappij. Oorlog op den Balkan in het zicht? We hooren, dat de Bulgaarsche vorst Ferdinand aan Koning Eduard de mededeeling hf eft gedaan dat zijn posi tie bedreigd wordt, en dat hij binnen niet langen tijd zal moeten kiezen tus schen een revolutie in Bulgarije of een oorlog. Met Servië dan natuurlijk. De reis van prins Hendrik. Reuter seinde gisteren uit Bodö: Hedenochtend kwamen Prins Hendrik der Nederlanden en de Groothertog van Oldenburg met diens jacht Len- sahn hier aan. De vorstelijke personen vertrekken hedenmiddag naar den Sulitjelma. Prins Hendrik zal zich Da zijn terugkeer aan boord van het Nederlandsche oorlogsschip begeven, dat hier sinds Zaterdag ligt, endaar- mede de terugreis aanvaarden. Uit de Staats-Courant. Bij Kon. Besluit zijn benoemd met ingang van 1 Juli tot vice-president der arrondissements-rechtbank te Zwolle, mr.P. C. A. Stichterman, thans rechter in gemeld college: tot rechter in de arrondissements-rechtbank te Rotterdam, mr. C. Star Busmann, thans substituut-off. v. justie bij ge melde rechtbank. De concurrentie in badplaatsen. In de Woensdagmiddag gehouden zitting van den Gemeenteraad te Ylissingen kwam in behandeling een adres van den heer J. G. Meijer, eigenaar van het Grand Hotel des Bains aldaar, waarin hij weder voor 6 maanden optie verzocht voor den aankoop van gronden ten Westen van het Grand Hotel aan den Boulevard Evertsen, ter oppervlakte van 4600 vk. M. De heer Meyer voert n.l. thans onderhandelingen met een maat schappij over aankoop en exploitatie van die gronden. Het bleek uit de mededeelingen van enkele leden dat deze onderhandelin gen zeer serieus en slagen zij, werkelijk in het belang van jde badplaats zullen zijn. De Raad verleende dan ook met algemeene stemmen deze optie nadat een aanvankelijk door de financieele commissie voorgestelde waarborgsom van f1000 was teruggenomen. West Sumatra. De correspondent van 't Alg. Han delsblad te Batavia seinde gisteren het volgende „De controleur van Boeah, J. Bastiaans, is door lieden, die hun belastingpenningen kwamen terug- eischen, vermoord. Het gezin van den vermoorden ambtenaar bevindt zich in veiligheid. De controleur van Palembajan, J. E. Edie Lzn., is van zijne standplaats naar Fort de Koek gevlucht. De kapitein K. P. A. M. von Raesfeld Meijer is met 75 bajonetten naar Palembajan gedirigeerd. De Sumatra-Bode bepleit de ver vanging van gouverneur Heckler." Gedeeltelij k is dit bericht reeds in een deel onzer vorige oplage opgenomen. Het Handelsblad teekende hierbij aan Boeah, waar de controleur Bastiaans als slachtoffer van zijn plicht gevallen is, ligt in de afdeeling Tanah Datar, buiten de streek dus, waartoe volgens het gisteren door ons overgenomen regeeringstelegram het verzet in West- Sumatra zich in hoofdzaak bepaalde. Wij meenen, dat hier de invloeden aan het werk zijn geweest, waarvan in het regeeringstelegram werd ge waagd, en dat men door verhalen van successen der opstandelingen de lieden, die zich hier reeds aan den voorge schreven maatregel hadden onder worpen, heeft weten te bewegen tot hunne daad, waarop naar wij hopen, de gerechte straf niet zal uitblijven. Intusschen blijkt, nu ook in het (Naar het Fransch.) 16) „Zoo, ik begrijp u," riep ik uit, „en thans is mij alles duidelijk. ,Uw stoutmoedig .plan sproot niet voort kit liefde doch uit haat...." „Uit liefde voor haat, ja," verbe terde Rosalinde, terwijl zij mij aan keek, zooals een© tijgerin gedaan zou nebben, „Vaarwel!" y.oegd© zij bij. Nauwelijks had Leopold het ver- kaal yan zijn vreemdsoortige avon turen ten einde gebracht ,of do huis knecht kwam mevrouw De Ronoy ffielden, dat de thee gezet stond in dn kleine serre. Men nam plaats om de theetafel. Kitty bediende en het besprek werd voortgezet. >.Nu is de beurt aan mij om te sPnekeiy" zeide mevrouw De Ronoy, V®n wenschte ik u eenige vragen; 56 doen, neef. Ik ben nu volkomen ^an uw toestand op de hoogte, wat verleden© aangaat. Maar, wat is sedert drie maanden voorgeval len? Nam juffrouw Da Villefort haar intrek bij mevrouw Falamon „Ja, nicht. Ze werd met open ar men ontvangen, toen zij van het pensionaat kwam." „En hoe lang bleef Rosalinde bij hare vriendin?" „Een maand. Het schoone jaar getijde was reeds yer gevorderd en mevrouw Falamon stelde Rosalinde voor mee naar buiten te gaan. Zij weigerde zoo vriendelijk mogelijk, en ik "weet niet, hoe zij den heer Fa lamon overgehaald heeft, haai* in een eigen huis te 1 aten wonen, wel te verstaan met drie vrouwelijke dienstboden." „Ik vind niet, dat de heer Fala mon hierin Voorzichtig gehandeld heeft," merkte mevrouw: De Ronoy a;an. „Hij verzekerde mij, dat hij, lui- dens de termen, waarin zijn vol macht van graaf De Villefort vervat was, volle vrijheid moest laten aan Rosalinde, wanneer zij de kostschool verlaten had." „Dat is zonderling." „Ja, nicht. Graaf De Villefort wöont in Indië; hij schijnt een zeer buitengewoon mensch te zijn." „Onmetelijk rijk, niet waar?" vroeg Charlotte. „Een echte nabob," antwoordde Leopold. „Zijne dochter heeft bij Falamon een onbeperkt crediet!" „Ik heb nog meer te vragen, neef. Hebt gij mejuffrouw De Villefort te Parijs wedergezien?" „Ja, nicht; ik bezoek haar tus- schenbeiden pog; zij ontvangt mij met dezelfde welwillendheid, wel ke zij de andere bezoekers betoont." „En idat huwelijk?" „Dat moet ik afwachten," gaf Leopold ten antwoord. „De mijn is geladen; ze kan springen, wanneer een mooi, blank handje goedvindt er vuur bij te brengen." „Goede hemel!" riep Kitty uit. „Vreemd! Vreemd!" zeide gxa.vin Charlotte. „En Rosemonde, neef?" „Ik vernam," antwoordde Leopold, „dat deze zuster van Rosalinde wel degelijk bestond, dat zij buitenge woon schoon, zedig en edeldenkend is, en thans diep bedroefd. Verder hoorde ik, dat de heer Falamon, overeenkomstig zijn zonderlinge vol macht, haar van de-kostschool nam, zoodra Rosalinde hare vrijheid her kregen hadgedurende eenige weken verleende hij haar huisvesting in zijn woning1 eh zond haar vervol gens naar eene boerderij, Groe- nenhof genaamd, bewoond door Ber nard en omstreeks zestien kilome ters van hier gelegen- De hoeve is het eigendom van graai' De Ville fort. Ik vernam helaas, dat de waar dige bankier zich genoodzaakt ge zien heeft, het arme kind hare ware positie in de wereld te openbaren! en haar mede te deelen, dat zij voortaan het nederig bestaan van een boerenmeisje zou moeten voeren. Ook is er een zeer geringe som bij wijze van bruidsschat voor Rose monde bestemd. Haar gansch vermo gen bestaat uit een lijfrente van dui zend franken; zij schijnt van meer geringe gehooide te zijn, hoewel het haar vergund is den naam Ville fort te voeren. Ik haast mij echter er bij te voegen dat zij doorgaat voor de nicht van Bernard en dat zij, in ieders oog* juffrouw Bernard is." „Arm, lief kind!" zuchtte me vrouw De Ronoy. „Die vader uit Indië is een hardvochtige, trotsche radjahHij heeft tijgersbloed in de aderen „Toch niet, nicht; de heer Fala mon verzekert, dat hij een uitste kend man isalleen een beetje zonderling." „Een beetje!" riep Charlotte uit. „Hij is een slechte zonderling!" zeide Kitty, een traan wegpinkend. Op dit oogenblik kwam een be diende mevrouw De Ronoy berich ten, dat een vreemdeling-, die met den trein uit Parijs gekomeu was en zich te voet naar Corbeil wilde bege ven, bij het verlaten van het station te Petit-Bourg verdwaald geraakt was en thans vergunning verzocht den nacht op Vallombreuse door te brengen. De heer Duhrouveuil had hem ontvangen en sprak thans met hem in de benedenzaal. „Dat is de zaak van mijn rent meester," antwoordde de gravin; „raad hem slechts aan voorzichitg te zijn; er zijn veel lamdloopers in den omtrek." „Mevrouw de gravin kan dienaan gaande gerust zijn," antwoordde de knecht; „de man is reeds op jaren en ziet er zeer fatsoenlijk uit." „Ja," hernam Charlotte, „de klee- ren maken niet altijddoch ge noeg daarvan. Men zorge goed voor dien reiziger en houde hem in het oog Nauwelijks waren deze laatste woorden geuit, of het onregelmatig gezicht van Dubrouveuill kwam om de deur kijken. De burggraaf sprong plotseling op en begaf zich naar de prachtige bloeiende magnolia's, als wilde hij een staatkundig gesprek ontwijken. Kitty barstte in een vroolijk la chen uit. „JVel, mijnheer Duhrouveuil," zei de gravin, „hebt gij een gast gekre gen Draag zorg voor hem, gij hebt daarvoor mijn toestemming niet noo- dig, een goed maal, dezen avond en een kamer in het zijgebouw; dat is alles." „Mevrouw de gravin," antwoord de de staatkundige rentmeester, „de ze vreemdeling schijnt, ondanks zijn nederig voorkomen, een voornaam man te zijn; ik heb, tegenover hem, eenige onderwerpen aangeroerd, be treffende den bedendaagschen toe stand „Hebt gij hem nu al gepolst aan gaande zijn politieke gevoelens!" riep Charlotte uit. „Maar mijn arme mijnheer Duhrouveuil, is dat danj eene ziekte bij u „Mevrouw de gravin „Neen," zeide Leopold, „het is doodeenvoudig razernij." „Komaan, mijnheer," hernam' Charlotte, „geef uw reiziger zijn, souper en laat hem slapen gaan.; Morgen vroeg, kunt gij u met hem in alle mogelijke kwesties verdie pen, welke aan de orde van den dag zijn." „Die gruwelijke kerel!" mompel de Leopold, „hij zou in staat zijn hem van nacht tusschen twee pro tocollen te dooden „JVjat zijn dat voor dingen?' riep Kitty uit. „Zeidet u daarniet pro tocollen, heer burggraaf „Juffrouw," zei de onverstoorbare Dubrouveuil, „onder protocol ver staat men eene staatkundige acte, waarbij twee of meer mogendheden/ zich verbinden „Mijnheer Duhrouveuil," hernam! de gravin op strengen toon, „ik ver zoek u ons nu uw staatkundige of andere verklaringen te besparen keer tot uw reiziger terug en geef bevel hem goed te verzorgen." Nu moest hij wel gehoorzamen; hij maakte eeen buiging en yerüet de serre.. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1