t
DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
«w. inn Qnn.^D^i icn r" innon
I
ts)'j
ten
Kinderhuisvest 2S-S!«83s Haarlem
Indië.
BUITENLAND,
BINNENLAND.
De Dochter van
den Millionair.
VRIJDAC 26 JUm 1908.
33st3 Jaargang Wo. 6920.
0<
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer1 9426.
Wie zich mei ingang uan
i Juli op de «Nieuwe Haar-
lemsche Courant^abonneeren,
ontuangen de Courant uanaf
heden tof dien datum gratis;
de tueekabonné's tot den
laafsten Zaterdag in Juni.
Verspreide Berichten.
F t U I L L E T O N,
HEME HURLEMSCHE COBRMT
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Haarlemfl.85
Voor de plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente) ,1.85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1,8C
Afzonderlijke nnmmers0.05
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 16 regels f0,60 (oontant)f 0.S0
Elke regel meer,0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant
1000
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
GULDEN bij A *m. <xft\ 4Ï 4S* 44AOO «i öik GULDEN bij
schiktbeid tot
werken.
400
overlijden
300
GULDEN bij
verlies van óen
hand of voet.
150
van
éen oog.
100
GULDEN bij
verlies van
éen duim.
00
éen
wijsvinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
M GUI
15-
GULDEN bij
verlies van
anderen
vinger.
ii.
Naast de Padangsche bovenlan
den het gisteren gemelde ver
moorden van een onzer bestuurs
ambtenaren loont overtuigend aan,
hoe we in ons artikel van gisteren
terecht den toestand aldaar niet-
geruststellend noemden trekt
in den laatsten tyd Atjeh weer zeer
de aandacht.
En de gevoelens, waarmede we
deze wondeplek van ons Insulinde
beschouwen, zijn niet van den aan-
genaamsten aard!
De pacificatie" die zoo dikwijls
reeds nabij werd geacht, blijft maar
immer nog uit: wat meer is, inden
laatsten tijd schijnt de toestand
zelfs minder gunstig geworden en
het systeem-van Heutsz heeft nog
ui at de vruchten opgeleverd, die
men ervan verwachtte.
Daarenboven heeft het persoon
lijk onderzoek, door den gouver
neur-generaal ingesteld, geleid tot
het uitbrengen van een Rapport/dat
«en onbehagelijk gevoel in ons va
derland heeft gewekt.
Dat Rapport, in ons blad in uit
treksel dezer dagen opgenomen, is
«en sprekend bewijs dat het in In
dië, en speciaal in Atjeh, nog bij
lange niet gaat zooals men hier te
lande redelijkerwijze mocht verwach
ten.
Wij willen er even bij stil staan,
Naar men weet, heeft gouver
neur-generaal van Heutsz in dat
Rapport de verbijsterende mededee-
ling gedaan, dat hij zich vergist
heeft in de keuze van den gouver
neur van Atjeh.
Deze post was, toen de generaal
van Heutsz naar het paleis van
Buitenzorg trok, overgegaan op ko
lonel, nu generaal van waaien, den
man die zich in Borneo dè!reputa-
tie had verworven van een energiek,
doortastend, maar.niets ontziend
krijgsman. De historie van de Ga-
joelanden en de daar plaatsgehad
hebbende moordpartijen, volgens
«enigen noodzakelijk ter pacificatie,
volgens anderen wreed en onnoodig,
is bekend genoeg. Generaal Van
Daalen is ten slotte gedéehargeerd
zijn optreden op Borneo, dat succes
heeft gehad voor ons gezag, is door
zijn superieuren niet alleen niet
gelaakt, maar goedgekeurd.
Intusschen de reputatie van den
heer van Daalen was en bleef wel,
dat hij meer een man van het
zwaard was dan een bevrediger
langs minnelijken weg.
De gouverneur-generaal, die waar
lijk deze wetenschap ook wel zal
hebben gehad, benoemde niettemin
den heer van Daalen tot gouver
neur van Atjeh.
En nu dat is het zonderlinge,
om geen ander woord te gebruiken,
Yan deze geschiedenis nü blijkt
den gouverneur-generaal pas uit een
persoonlijk ter plaatse ingesteld on
derzoek, dat de heer van Daalen
met zijn korte, strenge, afgemeten
manieren en zijn allesbehalve méé
gaand karakter, niet de meest ge
schikte man is om Atjeh te pa-
cificeeren.
Aan het oorlogvoeren en met sa
bel en bajonet regeeren, is bet be
vredigen en kalmeeren van Noord-
Sumatra opgeofferd.
en dan had hij verzuimd het noodige
verband te leggen tusschen zijn
Secretarie en den Gouverneur van
Atjeh."
Aldus „De Standaard".
Het is ons echter niet duidelijk,
hoe men, na lezing van bet Rapport,
nog kan gelooven dat de gouverneur-
generaal wél wist wat er gaande
was op Atjeh.
Duidelijk zegt de heer van Heutsz,
dat hij heel andere dingen vernam,
dan hij verwachtte.
Maar.... dan blijft het tweede
verwijt onweersproken vast staan:
de gouverneur-generaal moest
weten, hoe het in Atjeh toeging, en
juist de reputatie van generaal van
Daalen had hem op dit zwakke
punt in het Atjeh-bestuur beter
moeten doen toezien.
Gouverneur-Generaal van Heutsz
heeft in zijn Rapport op de hem
eigen rondborstige manier de fout
van Van Daalen aangewezen en zijn
eigen vergissing openbaar gemaakt.
De heer Van Daalen heeft ont
slag aangevraagd en zijn opvolger,
kolonel Swart, die op Celebes van
meer dan gewone bestuurs-eigen-
schappen heeft blijk gegeven naast
erkende militaire bekwaamheden,
is tot zijn opvolger benoemd.
Het rapport van den gouverneur-
generaal, hier te lande pas bekend
geworden, lokt nu echter allerlei
besprekingen uit. En het blijkt,
dat de algemeene instemming, die
met bet in Atjeh gevolgde systeem
van Heutsz" steeds werd betuigd,
wel niet is geweken, maar dat
de houding van den heer van Heutsz
in deze kwestie toch niet wordt
geacht zonder blaam te zijn geweest.
„De Standaard" betoogd bijvoor
beeld, en „De Tijd" zegt bet haar
na, dat door het Rapport een di
lemma wordt gesteld, waaraan
gouverneur-generaal van Heutsz
niet kan ontkomen.
„Van tweeën één, zouden we
zeggen. De Gouverneur-Generaal
heeft reeds vroeger geweten, hoe
het in Atjeh toeging en dan had
hij tusschenbeide moeten komen.
Of wel, hij heeft 't niet geweten,
We zijn in Indië dat is de
conclusie van deze artikelen op
dit oogenblik niet in gunstige con
ditie.
Overal is gisting, en de twee ge
vaarlijke brandpunten van verzet
tegen het Nederlandsche gezag,
welke we in deze artikelen wat
uitvoeriger bespraken, wekken te
recht ongerustheid.
De heer van Kol heeft in de
Kamer een interpellatie aangekon
digd eerstdaags zullen we dus wat
meer officiëele inlichtingen erover
hooren.
FRANKRIJK.
Clémeneeau wint.
Clemenceau heeft gisteren Rouvier
geantwoord in zake de naasting van
den Westerspoorweg.
Volgens de correspondenten was zijn
betoog zeer zwak en had het niet veel
om het lijf. Rouvier's rede was veel
overtuigender. Maar Clémeneeau stelde
de kwestie van vertrouwen en preste
zoo het gevoelen van de meerderheid.
Bij de stemming waren er méér
stemmen tegen dan voor de regeering
uitgebracht. Een laatste toevlucht
blijft in zoo 'n geval de „pointage"
sohifting en nauwkeurige lezing van
alle stembriefjes, waarbij dan in
Frankrijk curieuze zeden 1 nog
mogelijkheid van bijlappen bestaat.
De „pointage" bad dan ook tot
resultaateen meerderheid van drie
stemmen vóór de regeéring (128125)
en dat terwijl drie ministers meê-
stemden I
Clemenceau heeft dus gewonnen.
Maar hedenochtend is er minister
raad, omdat bij de volgende artikelen
van het wetsontwerp nog rare ver
rassingen kunnen voorkomen.
Brutaal
De Fransche minister van onderwijs
heeft een wetsontwerp ingediend dat
heet te zullen dienen „tot bevordering
van de onzijdigheid der school."
Daarbij wordt bepaald, dat zullen
worden vervolgd personen, die de
kinderen verhinderen op school te
komen, alsmede elke vereeniging,
welke zich ten doel stelt 't gebruik
van zekere boeken aan de onderwij
zers te verbieden.
Men begrijpt wat dit brutale staaltje
van sectarisme weer bedoelt!
En aller-brutaalst is het, datzoo'n
wetje zoowaar heet in het belang van
de „neutraliteit" der school 1
OOSTENRIJK.
Eau persoonlijk eonfliet.
Een persoonlijk conflict tusschen
den Oostenrijkschen kanselier baron
Van Aerenthal en den pauselijken
nuntius Mgr. Granito di Belmonte
trekt op dit oogenblik nogal de aan
dacht.
Aerenthal negeert n.l. den nuntius,
sedert deze zoo energiek is opgetre
den in de zaak van den modemisti-
schen professor W.ahrmund, die anti-
Katholieke leerstellingen verkocht
als Katholiek hoogleeraar, en die
Aerenthal notaben© als zoodanig
wilde behoudenStel u voor,
dat een Israëlliet als Gere
formeerd hoogleer aar aan de Vrije
Universiteit moest optreden
Die kinderachtige houding van
Aerenthal is bij het jongste Keizers-
i'eest tot uitbarsting gekomen.
Graaf Hans (VVilczek verscheen en
kele dagen vóór de groote feeststoet
in iWeenen gehouden zou worden,
bij Mgr. Belmonte, en noodigde hem
tot de feestelijkheden uit. De nun
tius vroeg hem toen, of alle diplo
maten en vertegenwoordigers door
hem zelf werden uitgenoodigd
Schoorvoetend bekende graaf jWilc-
zek, dat de andere heeren diplomaten
een uitnoodiging ontvangen hadden
door tusschenkomst van het mini
sterie van buitenland!
Als antwoord op deze gTofheid
van Aerenthal, die den nuntius een
voudig weg maar gepasseerd had,
woonde Mgr. Belmonte het feest na
tuurlijk niet bij, hoewel hij toch
deken is van het „corps diplomati
que".
Den volgenden dag echter gaven
de aartshertoginnen Maria Josepha,
Maria Tberesia en vorstin Hohen-
berg, de gemalin van den troonopvol
ger, hun kaartjes aan het jiuntia-
tuurgebouw af, om daardoor te ken
nen te geven, hoe men aan het hof
over het optreden van Aerenthal
denkt.
Inderdaad, het is g-róf en erger.
^Waarschijnlijk zal het ongepermit
teerde optreden van den minister wel
een „staartje" hebben.
PERZIË.
De revolutie.
'tis in Perzië volop revolutie.
De Sjah, die door een legertje Rus
sische kozakken beschermd wordt,
oefent in Teheran een waar schrikbe
wind uit.
Het Parlement is niet alleen uit
elkaar gejaagd, maar het parle
mentsgebouw zelfs wordt gesloopt
en tal van aanhangers der „liberale"
richting en van den pretendent Zill
es Sultan, een oom van den Sjah,
die onder Engelschen invloed staat,
zijn in hechtenis genomen of reeds
gefusilleerd.
Meer en meer blijkt dat de twee
machten die Perzië overheerschen
Rusland en Engeland, nu weer op
elkaar gebotst zijn: de Sjah onder
Russische invloed, alleenheerscher
en autocraat, heeft het nu gewonnen
op de aanhangers van een constitu-
tioneele regeering, die op Enge
land steunen.
In de provincie wordt ook overal
gevochten en over het algemeen
schijnt het voordeel te -wezen aan de
zijde van den Sjah.
Een bom in dekerk. In de Ka
thedraal van Turijn is bjj een processie
op St. Jan een bom ontploft, terwijl de
kardinaal Richelmy officieerde. Groote
ontsteltenis natuurlijk, verschillende
vrouwen raakten bjj de paniek onder
den voet.
Duur rei8je. De Fransche regee
ring heeft een wetsontwerp ingediend
voor een crediet van 400,000 fr. voor de
reis van president Fallières naar Dene
marken, Noorwegen, Zweden en Rusland
Weer geld van noode. Abdul-Aiis
stelt weer pogingen in het werk om de
Fransche regeering te bewegen, hem geld
te leenen, drie millioen frank ditmaal
ter bestrijding van zijn broeder. Het
schijnt dat de regeeriDg te Parijs van
dit verzoek echter evenmin als de vorige
verzoeken wil weten.
Een buitenkansje. Een tele
gram uit Windhoek in Duitsch Zuid-
West Afrika meldt, dat bij Luderitzbocht
een diamantveld van 15 K.M. uitgestrekt
heid is blootgelegd. De diamanthoudende
lagen bevinden zich voor de helft op
regeeringsland, voor de wederhelft op
het gebied van de Duitsche koloniale
maatschappij.
Oorlog op den Balkan in het
zicht? We hooren, dat de Bulgaarsche
vorst Ferdinand aan Koning Eduard de
mededeeling hf eft gedaan dat zijn posi
tie bedreigd wordt, en dat hij binnen
niet langen tijd zal moeten kiezen tus
schen een revolutie in Bulgarije of een
oorlog. Met Servië dan natuurlijk.
De reis van prins Hendrik.
Reuter seinde gisteren uit Bodö:
Hedenochtend kwamen Prins Hendrik
der Nederlanden en de Groothertog
van Oldenburg met diens jacht Len-
sahn hier aan. De vorstelijke personen
vertrekken hedenmiddag naar den
Sulitjelma. Prins Hendrik zal zich Da
zijn terugkeer aan boord van het
Nederlandsche oorlogsschip begeven,
dat hier sinds Zaterdag ligt, endaar-
mede de terugreis aanvaarden.
Uit de Staats-Courant.
Bij Kon. Besluit zijn benoemd met
ingang van 1 Juli tot vice-president
der arrondissements-rechtbank te
Zwolle, mr.P. C. A. Stichterman, thans
rechter in gemeld college: tot rechter
in de arrondissements-rechtbank te
Rotterdam, mr. C. Star Busmann,
thans substituut-off. v. justie bij ge
melde rechtbank.
De concurrentie in badplaatsen.
In de Woensdagmiddag gehouden
zitting van den Gemeenteraad te
Ylissingen kwam in behandeling een
adres van den heer J. G. Meijer,
eigenaar van het Grand Hotel des
Bains aldaar, waarin hij weder voor
6 maanden optie verzocht voor den
aankoop van gronden ten Westen van
het Grand Hotel aan den Boulevard
Evertsen, ter oppervlakte van 4600
vk. M.
De heer Meyer voert n.l. thans
onderhandelingen met een maat
schappij over aankoop en exploitatie
van die gronden.
Het bleek uit de mededeelingen van
enkele leden dat deze onderhandelin
gen zeer serieus en slagen zij, werkelijk
in het belang van jde badplaats zullen
zijn.
De Raad verleende dan ook met
algemeene stemmen deze optie nadat
een aanvankelijk door de financieele
commissie voorgestelde waarborgsom
van f1000 was teruggenomen.
West Sumatra.
De correspondent van 't Alg. Han
delsblad te Batavia seinde gisteren
het volgende
„De controleur van Boeah, J.
Bastiaans, is door lieden, die hun
belastingpenningen kwamen terug-
eischen, vermoord. Het gezin van den
vermoorden ambtenaar bevindt zich
in veiligheid.
De controleur van Palembajan, J.
E. Edie Lzn., is van zijne standplaats
naar Fort de Koek gevlucht. De
kapitein K. P. A. M. von Raesfeld
Meijer is met 75 bajonetten naar
Palembajan gedirigeerd.
De Sumatra-Bode bepleit de ver
vanging van gouverneur Heckler."
Gedeeltelij k is dit bericht reeds in een
deel onzer vorige oplage opgenomen.
Het Handelsblad teekende hierbij
aan
Boeah, waar de controleur Bastiaans
als slachtoffer van zijn plicht gevallen
is, ligt in de afdeeling Tanah Datar,
buiten de streek dus, waartoe volgens
het gisteren door ons overgenomen
regeeringstelegram het verzet in West-
Sumatra zich in hoofdzaak bepaalde.
Wij meenen, dat hier de invloeden
aan het werk zijn geweest, waarvan
in het regeeringstelegram werd ge
waagd, en dat men door verhalen van
successen der opstandelingen de lieden,
die zich hier reeds aan den voorge
schreven maatregel hadden onder
worpen, heeft weten te bewegen tot
hunne daad, waarop naar wij hopen,
de gerechte straf niet zal uitblijven.
Intusschen blijkt, nu ook in het
(Naar het Fransch.)
16)
„Zoo, ik begrijp u," riep ik uit,
„en thans is mij alles duidelijk. ,Uw
stoutmoedig .plan sproot niet voort
kit liefde doch uit haat...."
„Uit liefde voor haat, ja," verbe
terde Rosalinde, terwijl zij mij aan
keek, zooals een© tijgerin gedaan zou
nebben, „Vaarwel!" y.oegd© zij
bij.
Nauwelijks had Leopold het ver-
kaal yan zijn vreemdsoortige avon
turen ten einde gebracht ,of do huis
knecht kwam mevrouw De Ronoy
ffielden, dat de thee gezet stond in
dn kleine serre. Men nam plaats om
de theetafel. Kitty bediende en het
besprek werd voortgezet.
>.Nu is de beurt aan mij om te
sPnekeiy" zeide mevrouw De Ronoy,
V®n wenschte ik u eenige vragen;
56 doen, neef. Ik ben nu volkomen
^an uw toestand op de hoogte, wat
verleden© aangaat. Maar, wat is
sedert drie maanden voorgeval
len? Nam juffrouw Da Villefort
haar intrek bij mevrouw Falamon
„Ja, nicht. Ze werd met open ar
men ontvangen, toen zij van het
pensionaat kwam."
„En hoe lang bleef Rosalinde bij
hare vriendin?"
„Een maand. Het schoone jaar
getijde was reeds yer gevorderd en
mevrouw Falamon stelde Rosalinde
voor mee naar buiten te gaan. Zij
weigerde zoo vriendelijk mogelijk,
en ik "weet niet, hoe zij den heer Fa
lamon overgehaald heeft, haai* in
een eigen huis te 1 aten wonen, wel
te verstaan met drie vrouwelijke
dienstboden."
„Ik vind niet, dat de heer Fala
mon hierin Voorzichtig gehandeld
heeft," merkte mevrouw: De Ronoy
a;an.
„Hij verzekerde mij, dat hij, lui-
dens de termen, waarin zijn vol
macht van graaf De Villefort vervat
was, volle vrijheid moest laten aan
Rosalinde, wanneer zij de kostschool
verlaten had."
„Dat is zonderling."
„Ja, nicht. Graaf De Villefort
wöont in Indië; hij schijnt een zeer
buitengewoon mensch te zijn."
„Onmetelijk rijk, niet waar?"
vroeg Charlotte.
„Een echte nabob," antwoordde
Leopold. „Zijne dochter heeft bij
Falamon een onbeperkt crediet!"
„Ik heb nog meer te vragen, neef.
Hebt gij mejuffrouw De Villefort te
Parijs wedergezien?"
„Ja, nicht; ik bezoek haar tus-
schenbeiden pog; zij ontvangt mij
met dezelfde welwillendheid, wel
ke zij de andere bezoekers betoont."
„En idat huwelijk?"
„Dat moet ik afwachten," gaf
Leopold ten antwoord. „De mijn is
geladen; ze kan springen, wanneer
een mooi, blank handje goedvindt
er vuur bij te brengen."
„Goede hemel!" riep Kitty uit.
„Vreemd! Vreemd!" zeide gxa.vin
Charlotte. „En Rosemonde, neef?"
„Ik vernam," antwoordde Leopold,
„dat deze zuster van Rosalinde wel
degelijk bestond, dat zij buitenge
woon schoon, zedig en edeldenkend
is, en thans diep bedroefd. Verder
hoorde ik, dat de heer Falamon,
overeenkomstig zijn zonderlinge vol
macht, haar van de-kostschool nam,
zoodra Rosalinde hare vrijheid her
kregen hadgedurende eenige weken
verleende hij haar huisvesting in
zijn woning1 eh zond haar vervol
gens naar eene boerderij, Groe-
nenhof genaamd, bewoond door Ber
nard en omstreeks zestien kilome
ters van hier gelegen- De hoeve
is het eigendom van graai' De Ville
fort. Ik vernam helaas, dat de waar
dige bankier zich genoodzaakt ge
zien heeft, het arme kind hare ware
positie in de wereld te openbaren!
en haar mede te deelen, dat zij
voortaan het nederig bestaan van
een boerenmeisje zou moeten voeren.
Ook is er een zeer geringe som bij
wijze van bruidsschat voor Rose
monde bestemd. Haar gansch vermo
gen bestaat uit een lijfrente van dui
zend franken; zij schijnt van meer
geringe gehooide te zijn, hoewel het
haar vergund is den naam Ville
fort te voeren. Ik haast mij echter
er bij te voegen dat zij doorgaat voor
de nicht van Bernard en dat zij, in
ieders oog* juffrouw Bernard is."
„Arm, lief kind!" zuchtte me
vrouw De Ronoy. „Die vader uit
Indië is een hardvochtige, trotsche
radjahHij heeft tijgersbloed in de
aderen
„Toch niet, nicht; de heer Fala
mon verzekert, dat hij een uitste
kend man isalleen een beetje
zonderling."
„Een beetje!" riep Charlotte uit.
„Hij is een slechte zonderling!"
zeide Kitty, een traan wegpinkend.
Op dit oogenblik kwam een be
diende mevrouw De Ronoy berich
ten, dat een vreemdeling-, die met
den trein uit Parijs gekomeu was en
zich te voet naar Corbeil wilde bege
ven, bij het verlaten van het station
te Petit-Bourg verdwaald geraakt
was en thans vergunning verzocht
den nacht op Vallombreuse door te
brengen. De heer Duhrouveuil had
hem ontvangen en sprak thans met
hem in de benedenzaal.
„Dat is de zaak van mijn rent
meester," antwoordde de gravin;
„raad hem slechts aan voorzichitg
te zijn; er zijn veel lamdloopers in
den omtrek."
„Mevrouw de gravin kan dienaan
gaande gerust zijn," antwoordde de
knecht; „de man is reeds op jaren
en ziet er zeer fatsoenlijk uit."
„Ja," hernam Charlotte, „de klee-
ren maken niet altijddoch ge
noeg daarvan. Men zorge goed voor
dien reiziger en houde hem in het
oog
Nauwelijks waren deze laatste
woorden geuit, of het onregelmatig
gezicht van Dubrouveuill kwam om
de deur kijken. De burggraaf sprong
plotseling op en begaf zich naar de
prachtige bloeiende magnolia's, als
wilde hij een staatkundig gesprek
ontwijken.
Kitty barstte in een vroolijk la
chen uit.
„JVel, mijnheer Duhrouveuil," zei
de gravin, „hebt gij een gast gekre
gen Draag zorg voor hem, gij hebt
daarvoor mijn toestemming niet noo-
dig, een goed maal, dezen avond en
een kamer in het zijgebouw; dat
is alles."
„Mevrouw de gravin," antwoord
de de staatkundige rentmeester, „de
ze vreemdeling schijnt, ondanks zijn
nederig voorkomen, een voornaam
man te zijn; ik heb, tegenover hem,
eenige onderwerpen aangeroerd, be
treffende den bedendaagschen toe
stand
„Hebt gij hem nu al gepolst aan
gaande zijn politieke gevoelens!"
riep Charlotte uit. „Maar mijn arme
mijnheer Duhrouveuil, is dat danj
eene ziekte bij u
„Mevrouw de gravin
„Neen," zeide Leopold, „het is
doodeenvoudig razernij."
„Komaan, mijnheer," hernam'
Charlotte, „geef uw reiziger zijn,
souper en laat hem slapen gaan.;
Morgen vroeg, kunt gij u met hem
in alle mogelijke kwesties verdie
pen, welke aan de orde van den dag
zijn."
„Die gruwelijke kerel!" mompel
de Leopold, „hij zou in staat zijn
hem van nacht tusschen twee pro
tocollen te dooden
„JVjat zijn dat voor dingen?' riep
Kitty uit. „Zeidet u daarniet pro
tocollen, heer burggraaf
„Juffrouw," zei de onverstoorbare
Dubrouveuil, „onder protocol ver
staat men eene staatkundige acte,
waarbij twee of meer mogendheden/
zich verbinden
„Mijnheer Duhrouveuil," hernam!
de gravin op strengen toon, „ik ver
zoek u ons nu uw staatkundige of
andere verklaringen te besparen
keer tot uw reiziger terug en geef
bevel hem goed te verzorgen."
Nu moest hij wel gehoorzamen;
hij maakte eeen buiging en yerüet
de serre..
Wordt vervolgd