DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Haagsche Brieoen. BUITENLAND. BINNENLAND. De Dochter van den Millionair. Kinderhuisvest 29-31-33, Haarlem DINSDAG 14 JULI 1903. 33sts> Jaargang No. 6934. hiel j Keet Bureaux van Redactie en Administratie: Interc. Telefoonnummer 1426. Ja, ja, minister Bevers is niet ge- Jhkkig met zijn portefeuille. In de ■MVeede Kamer kreeg hij al een Phar nederlaagjes te boeken en nu Veer in de Eerste Kamer de stevige Verwerping van dat wetje tot stich ting Nieuwtjes in drie regels. FEUILLETON, zich i «i°„ Spgesk' m op |>e o«<" ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Haarlem fl.85 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C Afzonderlijke nummers0.05 PBIJS DEB ADVEBTENTIÉN: Van 1—6 regelsf0.60 (oontant)f 0.60 Elke regel meer.0.10 Groote lettere naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie 4 contant. Ij 0f 4 J* o\ 1$ 1000 Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van: •ULDEN bij levenslange onge schiktheid tot werken. 400 «ULDBN hij overlijden •IJLDEN bij verlies van éen hand of voet. 150 •ULDEN bij verlies van éen oog. 100 •ULDEN hij verlies van éen duim. 60 GULDEN bij verlies van éen wijsvinger. 15 •ULDEN bjj verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Serie 5071 'J I8<f 8367' 4299' 6146® A XXII. van een staatsbureau voor aan- 'eg van spoorwegen, 't Is geen Vriendelijk welkom van zijn oud- eollega's Hoe dat zoo komt met mr. Be- T®rs, die toeb verre van onbekwaam la-' Kijk eens bier, 't is voor een jhinister niet altijd even gemakke- met bet parlement om te sprin tte Is hij te toegevend, dan wordt er een loopje met hem genomen, Zooals we gezien hebben met den keer Cohen Stuart, wien zijn wei nige standvastigheid door zijn eigen Vrienden hardhandig en vierkant Verweten werd. Maar al te stijf op stuk blijven staan is ook niet §oed, dat.zien we aan minister Bevers. Een bewindsman moet achter de Vegeeringstafel kunnen voelen, wat er eigenlijk van hem verlangd wordt en boe ver bij kan gaan in de rich ting van dat verlangen. De rede voeringen der leden plegen dien- ingaande vingerwijzingen genoeg 'e bevatten, maar deze wijzen vaak geheel tegenovergestelde richtingen hit, zoodat het voor den minister 'Asten en zoeken blijft om den wa ren weg te vinden. Natuurlijk mag in begiuselzaken Van geen schipperen spraken wezen, teaar in technische kwesties, in gevallen van beleid en doorzicht teoet aan de regeeringstafel wat fituurmanskunst betoond worden, °rn veilig tusschen de parlementaire klippen door in de haven van het Staatsblad te komen. Die kunst nu verstaat minister Bevers niet. Zooals het roer een- teaal staat, zoo laat hij het met Vaste hand staan, tegenover allen eQ iedereen volhoudend dat zijn koers de ware is. In den regel appre- cieeren de afgevaardigden zulk een houding, maar wanneer zij tot in bijzonderheden wordt aangenomen, ja, dan gaat het parlement net zulke allures aannemen. En dan kunnen hotsingen niet uitblijven. In hoeverre nu deze factoren ten aanzien, van minister Bevers hebben gewerkt valt natuurlijk moeilijk uit 'e maken, maar een merkwaardig feit is het, dat deze bewindsman Dog het meest te lijden heeft gehad van zijn eigen vrienden een om standigheid, welke er op wijst, dat met wat minder stijve stuur vastheid een of ander confliet nog wel te vermijden zou zijn geweest. Nu komt er in 't gegeven geval nog deze gebeurlijkheid bij, dat minister Bevers ontwerpen van zijn voorganger te verdedigen had, wat natuurlijk tengevolge had, dat hij meer op de adviezen zijner ambte naren moest afgaan dan het geval zal zijn, wanneer hij een wet of voorstel van eigen hand met de Staten-Generaal zal hebben te be handelen. Z. Eic. zal dan nog wel anders uit den hoek weten te komen, dat verzeker ik. Een goede zijde heeft ook het feit, dat de heer Bevers nog slechts bij dingen uit de nalatenschap der vorige regeering een paar maal on gelijk kreeg, n.l. dat de kleine ne derlagen eigenlijk zijn koude klee- ren niet behoeven te raken. Hij heeft zooveel doenlijk de gewenschte continuïteit bij Waterstaat willen toepassen, zelfs ten aanzien van dat Staatsspoorwegbureau, waaraan Z. Exc. toch in zijn hart wel niet zoo verknocht zal zijn geweest. Wilde het parlement die continuïteit niet, welnu, het drage er zelf de verant woordelijkheid van, de minister behoeft zich daarvan in deze bij zondere omstandigheden niet veel aan te trekken. Intusschen heeft de heer Bevers het eigenaardige terrein achter de regeeringstafel, zoozeer verschillend van een Haagsche wethoudersplaats, verkend en zal hij zich ook daar wel meer en meer thuis gaan gevoelen. We gaan nu den parlementairen rusttijd in. Nog een weekje Eerste Kamer, waarin wel niets bijzonders zal voorvallen of 't moest de ver werping zijn der Motor- en Rijwiel- wet met haar „10 K. M. binnen de bebouwde kom"nog een ongevaar lijk weekje dus en het Binnenhof gaat zijn zomerslaapje doen. Daarom heen blijft het echter woelen, al ware 't alleen maar op den Kneuterdijk, waar in het verzekeringskantoor van den afgevaardigde voor Enk huizen de heeren Borgesius en Patijn wel zullen gaan conspireeren hoe zij den beieids aangekondigden stormloop tegen minister Sabron 't best zullen inleiden. Er zullen bij de begrootingsdebatten wel weer harde noten gekraakt worden ten pleziere der stembus van 1909. Politicus. ITALIË. Politiek* waanzin. Dat de politiek menigeen het hoofd op hol kan brengen, is geen onbekend iets. Maar dat een heel volk, althans een heele stadsbevolking er gek van wordt, dat is toch wel heel zeldxaam. En.... anders kan men toch wel niet noemen de geestestoestand, waarin zich op den huidigen oogenblik de bewoners van de Siciliaansche stad Trapani bevinden I Trapani is men weet hetde geboorte- en woon plaats van Nasi, den beruchten, ver oordeelden oud-minister. Welnu, dat heele Trapani is een voudig krankzinnig op één punt al thans: in de veroering van den poli- tieken afgod Nasi, 'tis Nasi voor en nal De man is er teruggekeerd dezer dagen en ingehaald als een vorst, in een praalwagen van een huis hoog, met eerepoorten en bloemen, terwijl iedereen zijn beeltenis op de borst draagt Iemand die er van daan komt, ver telt in een Italiaansche krant over dien politiekeli waanzin van een heele stad dingetpjlie men zonder lachen niet lezen kan. Deze getuige deelt eebter nog meer mede, dat intusschen oök teekenend is voor die geheele zonderlinge zaak. De aristocratie te Trapani schijnt n. 1. wat verstandiger te wezen, en inwendig is zij woedend. Maar ze moet meedoen, en al moppert ze over de houding, die haar wordt opgedron gen, en over de nooit rustende agitatie, toch draagt ook elke aristocratische dame Nasi'sportret aan den hals! Het, gaat er zoo in Trapanivandaag optochten, morgen meetings, overmor gen concert, omdat Nasi jarig isdan de heele stad in opstand over de ver kiezing; daarna wegens de overwin ning. De aristocraten zouden de zaak hartelijk graag tot een eind zien komen, maar niemand waagt het in dezen het eerste woord te spreken. En intusschen gaat Nasi maar door, allerwege de meest schitterende be loften te geven I Dat schijnt z'n fort te zijn. En omdat hij toch geen kans heeft, ooit op 't kusseu te komen, is het wel een makkelijke rol! Maar intusschen blijft de politieke waanzin van een heele bevolking er niet minder zonderling om! ENGELAND. Oorlog in de lucht. Sedert Zeppelin met zijn groot lucht schip zulk een reusachtige en nu ontegensprekelijke „overwinning van de lucht" heeft behaald waarover hierouder nog een en ander worden de natiën ongerust. Vooral Engeland. Een luchtschip als dat van Zeppelin is gebleken bij niet zéér onstuimigen wind althans even goed of liever veel gemakkelijker te kunnen manoeuvree ren, dan een zeeschip. De bruikbaar heid en roervastheid van de lucht schepen is door graaf Zeppelin bewezen. Dat maakt Engeland ongerust. En de groote kranten staan er eiken dag vol over den toekomstigen „oorlog in de lucht" waarbij Engeland in de minder heid zal zijn. Wat men van de lucht schepen ducht, is niet zoo gemakkelijk te zeggenmaar bang is men er voor En van alle kanten wordt aange drongen op maatregelen van tegen weer. Maarde Engelsche Zeppelin ontbreekt nog! Wat den Duitschen betreft: deze heeft werkelijk reusachtig succes ge had. In het weekblad „Die Woche" komt een zeer belangwekkend verhaal voor van een der deelnemers aan den 12-urigen tocht, die Zeppelin een dag of tien geleden ondernam, en waarbij de fantasie van Jules Verne en anderen werkelijkheid schijnt geworden te zijn! Het opstel in „Die Woche", door eenige hoogst belangrijke foto's „uit de lucht" geïllustreerd, is een document van den wonderbaren technischen vooruitgang onzes tijds, van de hoogste waarde PORTUGAL. Crisis 'tls toch in het ongelukkige Por tugal nog maar lang niet zóó, als men wengchen mocht voor den jongen ko ning en zijn dynastie Koningin Amélie zal, naar men zegt, het land verlaten wegens de onheb belijke houding der politieke leiders tegenover de koninklijke familie op het stuk der geldzaken, waarbij ze nu bevitten en uitrafelen wat ze vroeger deemoedig hebben aangeboden. En de jonge koning zelf moet we gens de voortdurende partijtwisten en de ergerlijke diügen die onlangs in het Parlement zijn aan het licht ge bracht, en die aantoonen dat de tegen woordige politieke leiders zelf aan den moord zijns vaders niet geheel onschul dig zijn geweest, vol dioefheid zijn totnogtoe getoonde geestkracht voelen verzinken, 'tls begrijpelijk! Daar komt nu bij, dat de minister van financien reeds wil aftreden, omdat hij in de financien geen gat meer ziet, en met hem misschien het heele mi nisterie zal vallen. Het is en blijft nog crisis in Por tugal, en de man die in dien Augias stal de bezem hanteerde en misschien de eenige is die in staat zou zijn al het vuil eruit te vegenJoao Franco, zit als banneling in een ver land! BALKAN. Oorlog De oorlogzuchtige geruchten over den Bulkan houden maar niet op. Bulgarije zoekt afleiding voor de, door de Macedonische kwestie zoo fel op gelaaide hartstochten, en het zal vroeg of laat wel moeten uitdraaien op een oorlog met Servië. Bij de opening van de SobraDje zeide de ministerpresident Zaterdag nog. dat de verhouding met Servië „officiëel niet onvriendelijk" was, maar hij liet doorschemeren dat het officieus nergens op leek. En nu is een Bulgaarsck staatsman weer aan het praten geweest in de Weensche, ▼rij veel gezag hebbende, „Neue Freie Presse", waarin hij vertelt dat Servië zóó voortdurend en lastig de Macedo nische benden steunt, waaraan zelfs de Servische Kroonprins meedoet, dat Bulgarije vreest niet langer de open bare meening te kunnen weêrhouden. Dat beteekent dus oorlog. 't Ligt nu maar alleen aan de groote mogendheden, of die zóó krachtig willen optreden zooals ze in Mei j.l. reeds deden dat Bulgarije en Servië op hun plaats worden gezet. Maar vroeg of laat schijnt de krijg op de* Balkan, ondanks alle optreden der mogendheden, tóch te moeten uitbre ken. De hartstochten der vurige berg bewoners laten zich op den duur toch niet vasthouden. MAROKKO. De twee kemphanen. Twee berichtenAbdul Azis is wer kelijk opgebroken uit Rabat en op tocht naar Marakesj. En nummer twee: Moelai Hafid maakt zich gereed op te trekken, en zal waarschijnlijk tegen Marakesj op rukken. Ziedaar Dat kan nu mooi wordenDe twee kemphanen, die tot dusverre vrijwel geheel anderen voor zich lieten vech ten, zullen dus nu als ze tenminste niet op het laatste moment terugkrabbe lenzelf aan het vechten komen. Wel aan, als het dan maar zóó uitkomt, dat een van beiden totaal verslagen wordt, dan is tenminste deze knoop uit het Marokkaansche touw ontward De Fransche Kamer en Senaat zijn op vacanti*. Clémenceau's portefeuilles zijn weer een paar maanden behouden. De troepen van den Sjah van Perziö bombardeeren op dit oogenblik de op standelingen te Tabris. Frankrijk heeft erg veel last van opstand in Indo-China. Er moeten een tienduizend man troepen heen De generaals Leautey en d'Amade krijgen 't groot-officierskruis en 't com- manderskruis van het Legioen van Eer. Hofberichten. De Koningin-Moeder schonk hon derd gulden voor het te stichten Tehuis voor alleenstaande blinden te Wolf- heeze. Hulde aan H. M. de Koningin-Moeder. Het comité in den Haag voor de aubade als huldebetooging aan H. M. de Koningin-Moeder bij gelegenheid van Hr. Ms. a.e. 50en verjaardag heeft niet tevergeefs een beroep gedaan op de medewerking van de in de residentie aanwezige zangkrachten, zooals blijken kan uit het feit, dat zich tot dusver niet minder dan 21 zangvereenigingen, waaronder de eerste uit deze stad, hebben opgegeven tot deelneming aan de uitvoering op het voorplein van het Paleis in het Lange Voorhout van de door Van 't Kruys gecomponeerde Koningin-Emma cantate. Uit de Staats-Courant. Bij Koninklijk besluit: is aan L. M. Waiaardt Sacré tevens voorzitter van het college van regenten over de gevangenissen te Utrecht, op zijn verzoek, uit die betrekkingen een eervol ontslag verleend, onder dank betuiging voor de daarin bewezen diensten, en is benoemd tot voorzit ter van gemeld college mr. J. M. Schout Veltbuys, lid van het college; is, met ingang van 15 Juli 1908, benoemd tot lid van den Raad van State, mr. J.J. I. Harte vanTecklen- burg. Wie procedeert, enz. De gemeente Tholen nam onlangs een auto in beslag van een ingezetene, omdat deze zijn hoofdelijken omslag niet had betaald. De ingezetene be weerde, dat hem de auto niet behoorde, en heeft zulks in proces kunnen be wijzen. De gemeente Thoien zat dus voor de proceskosten, die niet minder dan ruim 2500 gulden bedragen, Nu is Tholen in last. De gemeente zal het er niet bij laten zitten, doch op voorstel van B. en W. is al vast be sloten een geldleening tot een be drag van f2600 aan te gaan, om de proceskosten te kunnen voldoen. Heel ernstig rekent men dus niet op een overwinning in hooger beroep. Militairen-rechtspraak. Van de dwaze en wat méér is, heel onrechtvaardige en onhoudbare militaire rechtspraak verhaalt een inzetnder in een der groote bladen! een ergerlijk; staaltje, dat we hier aanhalen- De man onderteekent het stukje met zijn naam, zoodat er van overdrijven wel geen sprake kan zijn. Zulke idingen kweeken, dat moge men bedenkenden geest van tegenstand tegen het mili- tairisme en afkeuring van den le- ger-kastegeest niet alleen zéér aan, maar brengen dat gevoelen van op stand tegen het gezag en afkeer van alle militaire maatregelen, of ze goed en minder goed zijn. Ziehier het stukje, dat de be lachelijkheid en ergervan ons militaire strafstelsel en wat er mee samenhangt, onmiddellijk aantoont. De schrijver was opgekomen van groot verlof bij de infanterie te Naarden. „Bij het inspectie-maken zoo vertelt hij dan miste ik een paar sokken en een schoenborstel, mij o.a. medegegeven bij mijn vertrek met groot verlof uit Amsterdam. Hier- (Naar het Fransch.) 29) „Ja, in goed gezelschap," beves tigde Falamon. „En deze heer komt bij u aan huis? Is hij een vriend Van u?" „Hij is aan mij voorgesteld, en komt bij mij aan huis, mijnheer." „Ik maak u daarover mijn com pliment." „Hoe zoo, mijnheer vroeg Ro sa! inde ©enigszins ongerust. „O, die mijnheer schijnt mij zeer behendig toe; hij is goed gekleed, heeft een flinke houding, knap uiter lijk, voorname manieren; hij moet Wel uitstekend raad kunnen geven." „Uitstekend, mijnheer," zeid.© Rp- saiimde„hij is een beproefd vriend." „Nogmaals mijn compliment, juf frouw, maar mijn hemelik herhaal u, ik moet dim majn méér gtezietu Lebbenik ben er zeker van." JSKjed, dat is zoo'n wonder niet," antwoordde Rosalind© ongeduldig; misschien in de Opera, bij dm een ai andere gekant „Neen, heen, daar niet.wacht... ik zal het u aanstonds weten te zeggen." „Ik zeg u nogmaals, dat u hem wel in een goed gezelschap aange troffen zult hebben." „Ja, in goed gezelschap... Ha, bij is het. En hij heet., „Markies de Malatesta." „O zoo!" zeid© Falamon, met de grootste koelbloedigheid; „het spijt mij voor mijnheer- de Malatesta, maar acht jaar geleden heb ik in Oalahië iemand vap dien paam ge zien, doch p'nders gekleed, tot ide tanden gewapend, hij en zijne met gezellen, terwijl zij mijn rijtuig plun derden. Vaarwel juffrouw!" Zonder verder een woord te spre ken, groette Falamon zijn pupil en begaf zich met langzame schreden naar de deur, welke op het voorplein uitkwam. Hier steeg hij in zijn rij tuig en reed heep. III. Eenige dagen zijn verloopen se dert het bezoek van dep heer Fala mon bij Rosaliude. Op een schooPen pvppd der maand September was de restauratie da „Twee Konijntjes", in de rue du Gros Pilier, nabij da Hallen, tegen zes uur schitterend verlicht, door twaalf gaslampen- Het was een ruim lokaal geheel geyulld met tafeltjes, waarop servetten .Tap twijfelachtige helder heid en groote karaffen. Bij de toon bank troonde d© eigenares van het huis, juffrouw Bontemps. Zij was een vrouw van middelbaren leeftijd, een hoogrood© kleur, ©enigszins ge zet en piet weinig trotsch op hare Zwarte hanen, welke blijkbaar de jaren kopdm .weerstaan. Juffrouw. Bontemps was eepe fatsoenlijke we duwe, die, naar men in de buurt be weerde, iedere drie maanden een goe de partij van de hand wees. Verder bezat zij twee honderd duizend fran ken, langzamerhand bijeen gespaard op de diners van twee franksdoch zij had daar ook achttien jaren over werk gehad. ÏJVelke diners! En welke voordee- len! Hoe had het vernuft van juf frouw Bontemps een middel gevon den om pog met winst te verschaf fen: een pitstekende soep, twee ge rechten paar verkiezing, dessert, een karaf je Bourgogne of Bordeaux, zoo veel brood als men verlangde, nog tandenstokers bovendien en dat alles voor twee frank? Dat zal wel het geheim blijven der mepsch lie vend© koffiehuishouders van Parijs, d© vakganooten en concurrenten van de eigenares der „Twee Kopijntjes." Het begon reeds ledig te worden in ids eetzaal, toen de heer Guillaume bij juffrouw Bontemps binnentrad. Hij groette id© juffrouw pis Paar ge woonte, hetgeen met (een glimlach heaptwoord werd, waiut hij behoorde tot de .vaste klapten, en zocht zijn geliefkoosd tafeltje op, in ©en hoek, bij een breed, goed gesloten raam, welks rolgordijnen hem ©en prach tig landschap te genieten gaf met hoog© boomen, ©en waterpartij ep zwanen, welke hunne vleugels half opendep. Sedert drie maapdep onge veer gebruikte Guillaume het mid dagmaal in de „Twee Konijntjes", hij was er niet bij pame bekend, doch geëerd en bemind om zijn onveran derlijk goed humeur, zijn inschikke lijkheid, zijne bedaarde manieren en vooral wegens het geregeld betalen van zijp idiner en het even regel matig offeren van tiep centimes fooi Voor den „garoon". De bedienden in koffiehuizen van eiken rang te Pa rijs lijden aan een zelfde, naar het schijnt opgepeeselijke kwaal. De fooi is hun onmisbaarallen vragen er min of meer handig om; het is voor hen een voortdurende, onlesch- bare dorst. Het zou dus onmepsche- lijk zijn hun de middelen te ontzeg gen, deze keel- of borstaandoening te verzachten, want hoewel de dok toren nog piet uitgemaakt hebben, wat het eigenlijk is, schijnt het toch een slepende ziekte te zijn. Zoo dacht Guillaume er ook over, en hij vergat dan ook pimmer, den bediende het bewuste geneesmiddel te verstrekken. Op dien Septemberdag 'dan hail Guillaume toevallig iemand tot buurman, dien hij redds adht of tien keerep in dp „Twee Kopijntjes" ge-1 zien had. Bij twee of drie van zulke gelegenheden hadden de gasten elk ander gegroet, zonder eigenlijk te weten waaromditmaal wisseldep zij eenjg© woorden, toen Guillaume zijn soep gegeten had en hij het bord, met een tevreden gelapt aap den bediepde teruggaf. „De soep is goed," zei de buur man; „ik eet ze nergens zoo, als bij juffrouw Bontemps. „Ja, deze soep is altijd warm en nimmer te vet," stemde Guillaume toe. Eenige oogeublikken bleef het ge sprek steken. Guillaume nam ©en flink stuk roastbeef met aardappe len onder hapdenzijn buurman ont deed een praehtigen gebakkep wei- ting van de graat. De vreemdeling was iemand van omstreeks zes en dertig jaar, groot, mager, met vermoeide gelaatstrek ken, doch pog verlevendigd door een diepen, schitterenden blik; zijn houding was voornaam, zijne klee ding zindelijk, doch fife'- naar ie laatste mod©; Zij verried eer den! man, die zijp kleederep geruimep tijd draagt en er zeer petjes op is. Als bijzonder kenteeken had de man een diep litteeken aan het voorhoofd en droeg hij ©an zwaren, langen kne vel, welks punten horizontaal uitsta ken als pep paar pennen van een stekelvarken. Nadat de eerst© Kopger gestild was, wad het gesprek weder .voort gezet. Guillaume's buurman wist zich zeer goed uit te drukken, doch met een licht, Italiaansch accent. Dit kenmerk was voor onzen vriend den makelaar voldoende, om hem in zijn moedertaal toe te spreken. „Hebt u in Italië gewoond vroeg de gast. „Ik heb het bezocht, mijnheer. Ik heb zelfs veel gereisd. En u?" „Om u de waarheid te zeggen, mijnheer, ken ik Europa slechts door zijn hoofdsteden. Mijn systeem is, mij slechts in de groote plaatsen op te houden In mijn jeugd hield ik veel van het schilderachtige en dich terlijke van het land, maai- thans! heb ik mij» hart gezet op de volk rijke steden. Zie, ik weet niets, het welk te vergelijken is met onz© schoone, Parijsch© boulevards. JVan- neer ik des avonds een wandeling maak over den boulevard des Ita lians, laat ik mijn© gedachten den vrijen loop en u kimt niet- geloo- ven, welk een schat van droombeel den zij weten te scheppen!' „,U neemt uwe wereld te klein, mijnheer." „D© wijze beperkt zijn gezichts kring," meende de gast. „Leeft de wijze dan pp den Bou levard* des Itadiens?" „Een wijsgeer pf een kunstenaar zullen er Eet vruchtbaarste veld vpor hupnè opmerkingen vindep.'^ „Dcóet u jfahgp, mijnheer?/' (Wrréi vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1