DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Haagsche Brieoen.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
De Dochter van
den Millionair.
Kinderhuisvest 29-31-33, Haarlem
DINSDAG 14 JULI 1903.
33sts> Jaargang No. 6934.
hiel j
Keet
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interc. Telefoonnummer 1426.
Ja, ja, minister Bevers is niet ge-
Jhkkig met zijn portefeuille. In de
■MVeede Kamer kreeg hij al een
Phar nederlaagjes te boeken en nu
Veer in de Eerste Kamer de stevige
Verwerping van dat wetje tot stich
ting
Nieuwtjes in drie regels.
FEUILLETON,
zich
i «i°„
Spgesk'
m op
|>e o«<"
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Haarlem fl.85
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C
Afzonderlijke nummers0.05
PBIJS DEB ADVEBTENTIÉN:
Van 1—6 regelsf0.60 (oontant)f 0.60
Elke regel meer.0.10
Groote lettere naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie 4 contant.
Ij
0f
4
J*
o\
1$
1000
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
•ULDEN bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
400
«ULDBN hij
overlijden
•IJLDEN bij
verlies van éen
hand of voet.
150
•ULDEN bij
verlies van
éen oog.
100
•ULDEN hij
verlies van
éen duim.
60
GULDEN bij
verlies van
éen
wijsvinger.
15
•ULDEN bjj
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Serie
5071
'J I8<f
8367'
4299'
6146®
A
XXII.
van een staatsbureau voor aan-
'eg van spoorwegen, 't Is geen
Vriendelijk welkom van zijn oud-
eollega's
Hoe dat zoo komt met mr. Be-
T®rs, die toeb verre van onbekwaam
la-' Kijk eens bier, 't is voor een
jhinister niet altijd even gemakke-
met bet parlement om te sprin
tte Is hij te toegevend, dan wordt
er een loopje met hem genomen,
Zooals we gezien hebben met den
keer Cohen Stuart, wien zijn wei
nige standvastigheid door zijn eigen
Vrienden hardhandig en vierkant
Verweten werd. Maar al te stijf op
stuk blijven staan is ook niet
§oed, dat.zien we aan minister
Bevers.
Een bewindsman moet achter de
Vegeeringstafel kunnen voelen, wat
er eigenlijk van hem verlangd wordt
en boe ver bij kan gaan in de rich
ting van dat verlangen. De rede
voeringen der leden plegen dien-
ingaande vingerwijzingen genoeg
'e bevatten, maar deze wijzen vaak
geheel tegenovergestelde richtingen
hit, zoodat het voor den minister
'Asten en zoeken blijft om den wa
ren weg te vinden.
Natuurlijk mag in begiuselzaken
Van geen schipperen spraken wezen,
teaar in technische kwesties, in
gevallen van beleid en doorzicht
teoet aan de regeeringstafel wat
fituurmanskunst betoond worden,
°rn veilig tusschen de parlementaire
klippen door in de haven van het
Staatsblad te komen.
Die kunst nu verstaat minister
Bevers niet. Zooals het roer een-
teaal staat, zoo laat hij het met
Vaste hand staan, tegenover allen
eQ iedereen volhoudend dat zijn
koers de ware is. In den regel appre-
cieeren de afgevaardigden zulk een
houding, maar wanneer zij tot in
bijzonderheden wordt aangenomen,
ja, dan gaat het parlement net zulke
allures aannemen. En dan kunnen
hotsingen niet uitblijven.
In hoeverre nu deze factoren ten
aanzien, van minister Bevers hebben
gewerkt valt natuurlijk moeilijk uit
'e maken, maar een merkwaardig
feit is het, dat deze bewindsman
Dog het meest te lijden heeft gehad
van zijn eigen vrienden een om
standigheid, welke er op wijst, dat
met wat minder stijve stuur vastheid
een of ander confliet nog wel te
vermijden zou zijn geweest.
Nu komt er in 't gegeven geval
nog deze gebeurlijkheid bij, dat
minister Bevers ontwerpen van zijn
voorganger te verdedigen had, wat
natuurlijk tengevolge had, dat hij
meer op de adviezen zijner ambte
naren moest afgaan dan het geval
zal zijn, wanneer hij een wet of
voorstel van eigen hand met de
Staten-Generaal zal hebben te be
handelen. Z. Eic. zal dan nog wel
anders uit den hoek weten te komen,
dat verzeker ik.
Een goede zijde heeft ook het
feit, dat de heer Bevers nog slechts
bij dingen uit de nalatenschap der
vorige regeering een paar maal on
gelijk kreeg, n.l. dat de kleine ne
derlagen eigenlijk zijn koude klee-
ren niet behoeven te raken. Hij
heeft zooveel doenlijk de gewenschte
continuïteit bij Waterstaat willen
toepassen, zelfs ten aanzien van dat
Staatsspoorwegbureau, waaraan Z.
Exc. toch in zijn hart wel niet zoo
verknocht zal zijn geweest. Wilde
het parlement die continuïteit niet,
welnu, het drage er zelf de verant
woordelijkheid van, de minister
behoeft zich daarvan in deze bij
zondere omstandigheden niet veel
aan te trekken.
Intusschen heeft de heer Bevers
het eigenaardige terrein achter de
regeeringstafel, zoozeer verschillend
van een Haagsche wethoudersplaats,
verkend en zal hij zich ook daar wel
meer en meer thuis gaan gevoelen.
We gaan nu den parlementairen
rusttijd in. Nog een weekje Eerste
Kamer, waarin wel niets bijzonders
zal voorvallen of 't moest de ver
werping zijn der Motor- en Rijwiel-
wet met haar „10 K. M. binnen de
bebouwde kom"nog een ongevaar
lijk weekje dus en het Binnenhof
gaat zijn zomerslaapje doen. Daarom
heen blijft het echter woelen, al ware
't alleen maar op den Kneuterdijk,
waar in het verzekeringskantoor
van den afgevaardigde voor Enk
huizen de heeren Borgesius en
Patijn wel zullen gaan conspireeren
hoe zij den beieids aangekondigden
stormloop tegen minister Sabron 't
best zullen inleiden. Er zullen bij
de begrootingsdebatten wel weer
harde noten gekraakt worden
ten pleziere der stembus van 1909.
Politicus.
ITALIË.
Politiek* waanzin.
Dat de politiek menigeen het hoofd
op hol kan brengen, is geen onbekend
iets.
Maar dat een heel volk, althans
een heele stadsbevolking er gek van
wordt, dat is toch wel heel zeldxaam.
En.... anders kan men toch wel niet
noemen de geestestoestand, waarin
zich op den huidigen oogenblik de
bewoners van de Siciliaansche stad
Trapani bevinden I Trapani is men
weet hetde geboorte- en woon
plaats van Nasi, den beruchten, ver
oordeelden oud-minister.
Welnu, dat heele Trapani is een
voudig krankzinnig op één punt al
thans: in de veroering van den poli-
tieken afgod Nasi, 'tis Nasi voor en
nal De man is er teruggekeerd dezer
dagen en ingehaald als een vorst, in
een praalwagen van een huis hoog,
met eerepoorten en bloemen, terwijl
iedereen zijn beeltenis op de borst
draagt
Iemand die er van daan komt, ver
telt in een Italiaansche krant over
dien politiekeli waanzin van een heele
stad dingetpjlie men zonder lachen niet
lezen kan.
Deze getuige deelt eebter nog meer
mede, dat intusschen oök teekenend
is voor die geheele zonderlinge zaak.
De aristocratie te Trapani schijnt
n. 1. wat verstandiger te wezen, en
inwendig is zij woedend. Maar ze
moet meedoen, en al moppert ze over
de houding, die haar wordt opgedron
gen, en over de nooit rustende agitatie,
toch draagt ook elke aristocratische
dame Nasi'sportret aan den hals!
Het, gaat er zoo in Trapanivandaag
optochten, morgen meetings, overmor
gen concert, omdat Nasi jarig isdan
de heele stad in opstand over de ver
kiezing; daarna wegens de overwin
ning. De aristocraten zouden de zaak
hartelijk graag tot een eind zien komen,
maar niemand waagt het in dezen het
eerste woord te spreken.
En intusschen gaat Nasi maar door,
allerwege de meest schitterende be
loften te geven I
Dat schijnt z'n fort te zijn.
En omdat hij toch geen kans heeft,
ooit op 't kusseu te komen, is het wel
een makkelijke rol!
Maar intusschen blijft de politieke
waanzin van een heele bevolking er
niet minder zonderling om!
ENGELAND.
Oorlog in de lucht.
Sedert Zeppelin met zijn groot lucht
schip zulk een reusachtige en nu
ontegensprekelijke „overwinning van
de lucht" heeft behaald waarover
hierouder nog een en ander worden
de natiën ongerust.
Vooral Engeland.
Een luchtschip als dat van Zeppelin
is gebleken bij niet zéér onstuimigen
wind althans even goed of liever veel
gemakkelijker te kunnen manoeuvree
ren, dan een zeeschip. De bruikbaar
heid en roervastheid van de lucht
schepen is door graaf Zeppelin bewezen.
Dat maakt Engeland ongerust. En de
groote kranten staan er eiken dag vol
over den toekomstigen „oorlog in de
lucht" waarbij Engeland in de minder
heid zal zijn. Wat men van de lucht
schepen ducht, is niet zoo gemakkelijk
te zeggenmaar bang is men er voor
En van alle kanten wordt aange
drongen op maatregelen van tegen
weer.
Maarde Engelsche Zeppelin
ontbreekt nog!
Wat den Duitschen betreft: deze
heeft werkelijk reusachtig succes ge
had. In het weekblad „Die Woche"
komt een zeer belangwekkend verhaal
voor van een der deelnemers aan den
12-urigen tocht, die Zeppelin een dag
of tien geleden ondernam, en waarbij
de fantasie van Jules Verne en anderen
werkelijkheid schijnt geworden te zijn!
Het opstel in „Die Woche", door
eenige hoogst belangrijke foto's „uit
de lucht" geïllustreerd, is een document
van den wonderbaren technischen
vooruitgang onzes tijds, van de hoogste
waarde
PORTUGAL.
Crisis
'tls toch in het ongelukkige Por
tugal nog maar lang niet zóó, als men
wengchen mocht voor den jongen ko
ning en zijn dynastie
Koningin Amélie zal, naar men zegt,
het land verlaten wegens de onheb
belijke houding der politieke leiders
tegenover de koninklijke familie op
het stuk der geldzaken, waarbij ze nu
bevitten en uitrafelen wat ze vroeger
deemoedig hebben aangeboden.
En de jonge koning zelf moet we
gens de voortdurende partijtwisten en
de ergerlijke diügen die onlangs in
het Parlement zijn aan het licht ge
bracht, en die aantoonen dat de tegen
woordige politieke leiders zelf aan den
moord zijns vaders niet geheel onschul
dig zijn geweest, vol dioefheid zijn
totnogtoe getoonde geestkracht voelen
verzinken, 'tls begrijpelijk!
Daar komt nu bij, dat de minister
van financien reeds wil aftreden, omdat
hij in de financien geen gat meer ziet,
en met hem misschien het heele mi
nisterie zal vallen.
Het is en blijft nog crisis in Por
tugal, en de man die in dien Augias
stal de bezem hanteerde en misschien
de eenige is die in staat zou zijn al
het vuil eruit te vegenJoao Franco,
zit als banneling in een ver land!
BALKAN.
Oorlog
De oorlogzuchtige geruchten over
den Bulkan houden maar niet op.
Bulgarije zoekt afleiding voor de, door
de Macedonische kwestie zoo fel op
gelaaide hartstochten, en het zal vroeg
of laat wel moeten uitdraaien op een
oorlog met Servië.
Bij de opening van de SobraDje
zeide de ministerpresident Zaterdag
nog. dat de verhouding met Servië
„officiëel niet onvriendelijk" was,
maar hij liet doorschemeren dat het
officieus nergens op leek. En nu is
een Bulgaarsck staatsman weer aan
het praten geweest in de Weensche,
▼rij veel gezag hebbende, „Neue Freie
Presse", waarin hij vertelt dat Servië
zóó voortdurend en lastig de Macedo
nische benden steunt, waaraan zelfs de
Servische Kroonprins meedoet, dat
Bulgarije vreest niet langer de open
bare meening te kunnen weêrhouden.
Dat beteekent dus oorlog.
't Ligt nu maar alleen aan de groote
mogendheden, of die zóó krachtig
willen optreden zooals ze in Mei
j.l. reeds deden dat Bulgarije en
Servië op hun plaats worden gezet.
Maar vroeg of laat schijnt de krijg op
de* Balkan, ondanks alle optreden der
mogendheden, tóch te moeten uitbre
ken. De hartstochten der vurige berg
bewoners laten zich op den duur toch
niet vasthouden.
MAROKKO.
De twee kemphanen.
Twee berichtenAbdul Azis is wer
kelijk opgebroken uit Rabat en op
tocht naar Marakesj.
En nummer twee: Moelai Hafid
maakt zich gereed op te trekken, en
zal waarschijnlijk tegen Marakesj op
rukken.
Ziedaar
Dat kan nu mooi wordenDe twee
kemphanen, die tot dusverre vrijwel
geheel anderen voor zich lieten vech
ten, zullen dus nu als ze tenminste
niet op het laatste moment terugkrabbe
lenzelf aan het vechten komen. Wel
aan, als het dan maar zóó uitkomt,
dat een van beiden totaal verslagen
wordt, dan is tenminste deze knoop
uit het Marokkaansche touw ontward
De Fransche Kamer en Senaat zijn
op vacanti*. Clémenceau's portefeuilles
zijn weer een paar maanden behouden.
De troepen van den Sjah van Perziö
bombardeeren op dit oogenblik de op
standelingen te Tabris.
Frankrijk heeft erg veel last van
opstand in Indo-China. Er moeten een
tienduizend man troepen heen
De generaals Leautey en d'Amade
krijgen 't groot-officierskruis en 't com-
manderskruis van het Legioen van Eer.
Hofberichten.
De Koningin-Moeder schonk hon
derd gulden voor het te stichten Tehuis
voor alleenstaande blinden te Wolf-
heeze.
Hulde aan H. M. de Koningin-Moeder.
Het comité in den Haag voor de
aubade als huldebetooging aan H. M.
de Koningin-Moeder bij gelegenheid
van Hr. Ms. a.e. 50en verjaardag heeft
niet tevergeefs een beroep gedaan op
de medewerking van de in de residentie
aanwezige zangkrachten, zooals blijken
kan uit het feit, dat zich tot dusver
niet minder dan 21 zangvereenigingen,
waaronder de eerste uit deze stad,
hebben opgegeven tot deelneming aan
de uitvoering op het voorplein van
het Paleis in het Lange Voorhout van
de door Van 't Kruys gecomponeerde
Koningin-Emma cantate.
Uit de Staats-Courant.
Bij Koninklijk besluit:
is aan L. M. Waiaardt Sacré tevens
voorzitter van het college van regenten
over de gevangenissen te Utrecht, op
zijn verzoek, uit die betrekkingen een
eervol ontslag verleend, onder dank
betuiging voor de daarin bewezen
diensten, en is benoemd tot voorzit
ter van gemeld college mr. J. M.
Schout Veltbuys, lid van het college;
is, met ingang van 15 Juli 1908,
benoemd tot lid van den Raad van
State, mr. J.J. I. Harte vanTecklen-
burg.
Wie procedeert, enz.
De gemeente Tholen nam onlangs
een auto in beslag van een ingezetene,
omdat deze zijn hoofdelijken omslag
niet had betaald. De ingezetene be
weerde, dat hem de auto niet behoorde,
en heeft zulks in proces kunnen be
wijzen. De gemeente Thoien zat dus
voor de proceskosten, die niet minder
dan ruim 2500 gulden bedragen, Nu
is Tholen in last. De gemeente zal
het er niet bij laten zitten, doch op
voorstel van B. en W. is al vast be
sloten een geldleening tot een be
drag van f2600 aan te gaan, om de
proceskosten te kunnen voldoen. Heel
ernstig rekent men dus niet op een
overwinning in hooger beroep.
Militairen-rechtspraak.
Van de dwaze en wat méér is,
heel onrechtvaardige en onhoudbare
militaire rechtspraak verhaalt een
inzetnder in een der groote bladen!
een ergerlijk; staaltje, dat we hier
aanhalen- De man onderteekent het
stukje met zijn naam, zoodat er van
overdrijven wel geen sprake kan
zijn. Zulke idingen kweeken,
dat moge men bedenkenden
geest van tegenstand tegen het mili-
tairisme en afkeuring van den le-
ger-kastegeest niet alleen zéér aan,
maar brengen dat gevoelen van op
stand tegen het gezag en afkeer van
alle militaire maatregelen, of ze
goed en minder goed zijn.
Ziehier het stukje, dat de be
lachelijkheid en ergervan ons
militaire strafstelsel en wat er mee
samenhangt, onmiddellijk aantoont.
De schrijver was opgekomen van
groot verlof bij de infanterie te
Naarden.
„Bij het inspectie-maken zoo
vertelt hij dan miste ik een paar
sokken en een schoenborstel, mij o.a.
medegegeven bij mijn vertrek met
groot verlof uit Amsterdam. Hier-
(Naar het Fransch.)
29)
„Ja, in goed gezelschap," beves
tigde Falamon. „En deze heer komt
bij u aan huis? Is hij een vriend
Van u?"
„Hij is aan mij voorgesteld, en
komt bij mij aan huis, mijnheer."
„Ik maak u daarover mijn com
pliment."
„Hoe zoo, mijnheer vroeg Ro
sa! inde ©enigszins ongerust.
„O, die mijnheer schijnt mij zeer
behendig toe; hij is goed gekleed,
heeft een flinke houding, knap uiter
lijk, voorname manieren; hij moet
Wel uitstekend raad kunnen geven."
„Uitstekend, mijnheer," zeid.© Rp-
saiimde„hij is een beproefd vriend."
„Nogmaals mijn compliment, juf
frouw, maar mijn hemelik herhaal
u, ik moet dim majn méér gtezietu
Lebbenik ben er zeker van."
JSKjed, dat is zoo'n wonder niet,"
antwoordde Rosalind© ongeduldig;
misschien in de Opera, bij dm een
ai andere gekant
„Neen, heen, daar niet.wacht...
ik zal het u aanstonds weten te
zeggen."
„Ik zeg u nogmaals, dat u hem
wel in een goed gezelschap aange
troffen zult hebben."
„Ja, in goed gezelschap... Ha,
bij is het. En hij heet.,
„Markies de Malatesta."
„O zoo!" zeid© Falamon, met de
grootste koelbloedigheid; „het spijt
mij voor mijnheer- de Malatesta,
maar acht jaar geleden heb ik in
Oalahië iemand vap dien paam ge
zien, doch p'nders gekleed, tot ide
tanden gewapend, hij en zijne met
gezellen, terwijl zij mijn rijtuig plun
derden. Vaarwel juffrouw!"
Zonder verder een woord te spre
ken, groette Falamon zijn pupil en
begaf zich met langzame schreden
naar de deur, welke op het voorplein
uitkwam. Hier steeg hij in zijn rij
tuig en reed heep.
III.
Eenige dagen zijn verloopen se
dert het bezoek van dep heer Fala
mon bij Rosaliude.
Op een schooPen pvppd der maand
September was de restauratie da
„Twee Konijntjes", in de rue du Gros
Pilier, nabij da Hallen, tegen zes
uur schitterend verlicht, door twaalf
gaslampen- Het was een ruim lokaal
geheel geyulld met tafeltjes, waarop
servetten .Tap twijfelachtige helder
heid en groote karaffen. Bij de toon
bank troonde d© eigenares van het
huis, juffrouw Bontemps. Zij was
een vrouw van middelbaren leeftijd,
een hoogrood© kleur, ©enigszins ge
zet en piet weinig trotsch op hare
Zwarte hanen, welke blijkbaar de
jaren kopdm .weerstaan. Juffrouw.
Bontemps was eepe fatsoenlijke we
duwe, die, naar men in de buurt be
weerde, iedere drie maanden een goe
de partij van de hand wees. Verder
bezat zij twee honderd duizend fran
ken, langzamerhand bijeen gespaard
op de diners van twee franksdoch
zij had daar ook achttien jaren over
werk gehad.
ÏJVelke diners! En welke voordee-
len! Hoe had het vernuft van juf
frouw Bontemps een middel gevon
den om pog met winst te verschaf
fen: een pitstekende soep, twee ge
rechten paar verkiezing, dessert, een
karaf je Bourgogne of Bordeaux, zoo
veel brood als men verlangde, nog
tandenstokers bovendien en dat alles
voor twee frank? Dat zal wel het
geheim blijven der mepsch lie vend©
koffiehuishouders van Parijs, d©
vakganooten en concurrenten van de
eigenares der „Twee Kopijntjes."
Het begon reeds ledig te worden
in ids eetzaal, toen de heer Guillaume
bij juffrouw Bontemps binnentrad.
Hij groette id© juffrouw pis Paar ge
woonte, hetgeen met (een glimlach
heaptwoord werd, waiut hij behoorde
tot de .vaste klapten, en zocht zijn
geliefkoosd tafeltje op, in ©en hoek,
bij een breed, goed gesloten raam,
welks rolgordijnen hem ©en prach
tig landschap te genieten gaf met
hoog© boomen, ©en waterpartij ep
zwanen, welke hunne vleugels half
opendep. Sedert drie maapdep onge
veer gebruikte Guillaume het mid
dagmaal in de „Twee Konijntjes", hij
was er niet bij pame bekend, doch
geëerd en bemind om zijn onveran
derlijk goed humeur, zijn inschikke
lijkheid, zijne bedaarde manieren en
vooral wegens het geregeld betalen
van zijp idiner en het even regel
matig offeren van tiep centimes fooi
Voor den „garoon". De bedienden in
koffiehuizen van eiken rang te Pa
rijs lijden aan een zelfde, naar het
schijnt opgepeeselijke kwaal. De
fooi is hun onmisbaarallen vragen
er min of meer handig om; het is
voor hen een voortdurende, onlesch-
bare dorst. Het zou dus onmepsche-
lijk zijn hun de middelen te ontzeg
gen, deze keel- of borstaandoening
te verzachten, want hoewel de dok
toren nog piet uitgemaakt hebben,
wat het eigenlijk is, schijnt het toch
een slepende ziekte te zijn.
Zoo dacht Guillaume er ook over,
en hij vergat dan ook pimmer, den
bediende het bewuste geneesmiddel
te verstrekken.
Op dien Septemberdag 'dan hail
Guillaume toevallig iemand tot
buurman, dien hij redds adht of tien
keerep in dp „Twee Kopijntjes" ge-1
zien had. Bij twee of drie van zulke
gelegenheden hadden de gasten elk
ander gegroet, zonder eigenlijk te
weten waaromditmaal wisseldep
zij eenjg© woorden, toen Guillaume
zijn soep gegeten had en hij het
bord, met een tevreden gelapt aap
den bediepde teruggaf.
„De soep is goed," zei de buur
man; „ik eet ze nergens zoo, als
bij juffrouw Bontemps.
„Ja, deze soep is altijd warm en
nimmer te vet," stemde Guillaume
toe.
Eenige oogeublikken bleef het ge
sprek steken. Guillaume nam ©en
flink stuk roastbeef met aardappe
len onder hapdenzijn buurman ont
deed een praehtigen gebakkep wei-
ting van de graat.
De vreemdeling was iemand van
omstreeks zes en dertig jaar, groot,
mager, met vermoeide gelaatstrek
ken, doch pog verlevendigd door
een diepen, schitterenden blik; zijn
houding was voornaam, zijne klee
ding zindelijk, doch fife'- naar ie
laatste mod©; Zij verried eer den!
man, die zijp kleederep geruimep
tijd draagt en er zeer petjes op is.
Als bijzonder kenteeken had de man
een diep litteeken aan het voorhoofd
en droeg hij ©an zwaren, langen kne
vel, welks punten horizontaal uitsta
ken als pep paar pennen van een
stekelvarken.
Nadat de eerst© Kopger gestild
was, wad het gesprek weder .voort
gezet. Guillaume's buurman wist
zich zeer goed uit te drukken, doch
met een licht, Italiaansch accent. Dit
kenmerk was voor onzen vriend den
makelaar voldoende, om hem in zijn
moedertaal toe te spreken.
„Hebt u in Italië gewoond
vroeg de gast.
„Ik heb het bezocht, mijnheer. Ik
heb zelfs veel gereisd. En u?"
„Om u de waarheid te zeggen,
mijnheer, ken ik Europa slechts door
zijn hoofdsteden. Mijn systeem is,
mij slechts in de groote plaatsen op
te houden In mijn jeugd hield ik
veel van het schilderachtige en dich
terlijke van het land, maai- thans!
heb ik mij» hart gezet op de volk
rijke steden. Zie, ik weet niets, het
welk te vergelijken is met onz©
schoone, Parijsch© boulevards. JVan-
neer ik des avonds een wandeling
maak over den boulevard des Ita
lians, laat ik mijn© gedachten den
vrijen loop en u kimt niet- geloo-
ven, welk een schat van droombeel
den zij weten te scheppen!'
„,U neemt uwe wereld te klein,
mijnheer."
„D© wijze beperkt zijn gezichts
kring," meende de gast.
„Leeft de wijze dan pp den Bou
levard* des Itadiens?"
„Een wijsgeer pf een kunstenaar
zullen er Eet vruchtbaarste veld
vpor hupnè opmerkingen vindep.'^
„Dcóet u jfahgp, mijnheer?/'
(Wrréi vervolgd).