VrijdAC 17 juli ïsos.
33sta jaargang No. 6937.
DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
BERICHT.
A.N.W. B.
BUITENLAND.
De Dochter van
den Millionair.
Kinderhuisvest 29-39-33, Haarlem
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS:
Par 8 maanden voor Haarlem fl.35
Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C
AJionderlijke nummers 0.05
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interns. Telefoonnummer 1426.
PBUS DER ADVERTENTIÈN:
Van 16 regelsf0.60 contant)/ OJO
Elke regel meer.0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 26 cent per advertentie contant.
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van:
«t|| U 0Terlgden IIII band of voet. ftj II éeQ oog. |||U ^en duim.
schiktheid tot
werken.
v.rlies van
éen
wijsvinger.
•ÜLDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Wegens de Bondsfeesten
de „Nieutue Haarlemsche
Courant" Zaterdag reeds des
Middags te Twaalf uur uer-
schijnen.
H.H. Adverteerders worden
beleefd uitgenoodigd, hunne
Orders uoor het Zaterdagnum-
^er zoo vroeg mogelijk te
billen inzenden.
DE DIRECTEUR.
Welkom!
Be stedelijke pers van Haarlem
zeker wel bij den eersten dag
Jato de driedaagsche jubileumfees
ten, aie de Algemeene Nederland
se Wielrijdersbond binnen Haar-
tem's veste viert, uit naam van
Haarlem's ingezetenen dat Welkom
spreken.
Historische als van vijfentwin-
i]g jaren reeds over „historie" kan
borden gesproken en traditie-
*sdenen hebben Haarlem tenslotte
doen uitverkiezen voor deze feesten,
bh de „Nieuwe Haarlemsche Courant
die ten slotte door een paar geluk
kig-vallende woorden de burgerij
*on doen warm-loopen, waar de
®erste en inspannende pogiügen der
k°bsuls helaas waren mislukt, ver
heugt zich op dezen dag zeker niet
hinder dan anderen.
He A. N. W. B., die in de vijfen
twintig jaren van zijn bestaan lang-
2aaaerhand geheel van karakter is
teranderd, die van wielrijders-
tereeniging tot toeristenbond is ge
worden, een nuance, die in theorie
teisschien gering lijkt, doch in de
Praktijk zeer veel beduidt, die
grootste Bond van Nederland vindt
hier te Haarlem in deze dagen een
Warme ontvangst.
Trots de elementen, die op het
^ogenblik dat we dit schrijven waar
lijk niet feestelijk gestemd zijn, zal
®r ia deze dagen in Haarlem wor
den feestgevierd doorwe
blogen gerust zeggen duizenden, van
'°Veral.
Dat die duizenden door den A.
N. W. B. tot één doel zijn bijeen
geroepen: tot hooghouden van de
Werkelijk gezonde Sport in Neder
land, dat mag en moet elk in
gezetene van onze stad met voldoe
ning vervullen.
Pas hadden we hier de zooge
naamde „Olympische spelen."
Ook daaraan heeft Haarleiu mee
gedaan.
Maar naast goede en gezonde
Sport hebben we daarbij nog zoo
veel excessen gezien, de uitwassen,
die buiten de gewone orde van
zaken gaan en die daarom ook niet
de sympathie van het algemeen
kunnen hebben.
Het heeft geen nut, daarop nog
eens terug te komen.
Maar wèl heeft het nut, te wijzen
op het geheel verschillend karakter
van de feesten, die we in deze dagen
meê vieren.
De A. N. W. B. toch viert nu zijn
feest als het feest van het geheele
volk, van ons volk dat de Sport
toch niet zoekt ia uitersten, maar
dat de Sport beschouwt als uitspan
ning op de eerste plaats.
Deze feesten zijn het feest van het
toerisme.
Een daarom vooral zijn ze ons
zoo sympathiek
Daarom moeten ze ook allen
Haarlemmers sympathiek zijn.
Haarlem is nu eenmaal de stad
van het toerisme. Wij maken daar
aanspraak op, en terecht! Wij
wijzen daarop, wanneer de zomer
in het land komt, en Haarlem's
omstreken noemen we niet zonder
billijken trots onder de schoonste
in den lande
Waar Haarlem het toerisme en
terecht zóó hoog stelt, daar
moeten de jubileumsfeesten van
Nederland's Toeristenbond, die niet
minder dan ruim 30.000 toeristen
onder één devies vereenigt, ook om
traditieredenen in Haarlem welkom
zijn.
Nu laten we de redenen van direct
belang erbuiten.
Men meldt ons, dat velen zijn
teleurgesteldwij meenen te mogen
zeggen oordeelt niet voorbarig
Behalve het directe voordeel zijn er
nog indirecte voordeelen genoeg,
die zulk een reusachtig feest als
dit voor Haarlem's inwoners van
groote waarde doen zijn. En ten
slottematerieele overwegingen
mogen dan toch niet allèèn hun
gewicht leggen in de schaal, waar
we als echte Haarlemmers immers
ook onzen stedelijken trots en
gerechtvaardigde trots is het
kennen
Welkom dus, van harte, aan den
A. N. W. B.!
Welkom aan zijne bestuurders,
mannen van invloed, positie, naam
en gezag in den landehoe kan
het anders bij een Bond als deze!
Welkom aan de honderden, dui
zenden misschien, die in Haarlem
deze feesten komen meevieren.
Haarlem's burgerij heet U allen
welkom, wenscht U geluk op het
zilveren feest, en spant hare krach
ten in om den goeden naam, die
onze oude stad immer had als de
stad van het toerisme en zomerge-
neugten, eere aan te doen!
BELGIË.
De Congo-historie.
Na lang praten is gisteren eindelijk
de discussie over het overnemings-
ontwerp van de Congo gesloten.
Wat ervan komen zal?
De socialisten zullen tegen stemmen
een hunner heeft zelfs voorgesteld,
den Congo niet over te nemen, doch
ter besschikking van de mogendheden
te stellen!
De liberalen zijn verdeeld, evenals
de katholieken.
Maar men rekent, dat, als het op
stemmen aankomt, een flinke meer
derheid zich toch wel voor de regeerings-
plannen zal verklaren. Men bewondert
ze wel niet, maar.... er zit niet veel
anders op
DUITSCHLAND.
Het proces-Eulenburg.
Weer wat feitelijks.
De rechtbank houdt in de zieken
kamer der „Charité" om den anderen
dag even een (schijn)zitting, ten einde
de wet te handhaven, die anders een
proces, dat drie dagen achter elkaar
niet wordt gevoerd, geheel annuleert.
Men zegt dat Eulenburg weer wat
opknapt, hoewel de doktoren alle
moeite schijnen ta doen om de recht
bank uit het ziekenhuis te houden.
Nu wij het toch over dezen man
hebben, moeten we een artikel der
„Köln. Volksztg." releveeren, waaraan
we tot heden verzuimden de aandacht
te vestigen.
Wij hebben er onlang» op gewezen,
hoe Eulenburgs onbetrouwbaarheid bij
dit proces aan den dag is gekomen.
Je bent een en al leugen heeft vorst
Dohna hem eens geschreven, Eulen
burg heeft hij zijn leven gelogen en
geïntrigeerd. Menschen, die hem in
den weg stonden, lasterde hij weg.
Zelfs Caprivi is gevallen door leugens
van Eulenburg.
Nu weet men, dat aan het Hof,
speciaal bij den Keizer, plotseling een
vrij sterke vijandschap is ontstaan
tegen de katholieke Centrumspartij.
En ook, dat tegelijk met dezen omme
keer een veldtocht is begonnen tegen
den Rijkskanselier Von Ëülow, die bij
den Keizer van roomsche symphathieën
werd beticht.
Het heeft toen haast Von Bülow
het Rijkskanselierschap gekost. Deze
heeft zich echter gered met een zwen
king tegen het Centrum, waardoor
hij, die jarenlang goed het Centrum
had samengewerkt,er op't onverwachts
de vijand van is geworden.
Weluu, de aanstoker van deze anti
katholieke beweging is Eulenburg ge
weest.
De laster- en leugenaar.
Wat de man verder op z'n geweten
heeft wordt onderzocht, maar 't is ons
te smerig om het onderzoek te vol
gen.
Dat hij een aartsleugenaar is geble
ken, staat intusschen vast.
En moet nu de Keizer, vraagt de
„Köln. Volksztg.", zijn oordeel over
het Centrum, dat hem is ingeblazen
door Eulenburg, niet herzien Wordt
het geen tijd, dat hij zelf kranten
gaat lezen, inplaats van zich tevreden
te stellen met wat men voor hem
uitknipt?
De vraag is zeer gewettigd.
Zeppelin's luchtschip.
Graaf Zeppelin heeft tegenslag.
Na het eerst succes en zijn geluk
kige reizen heeft hij nu te kampen
met brekende schroeven en onhandige
manoeuvreerders. Gisteren zou het
sihip dan opstijgen, heel het land
wachtte erop, te Straatsburg stond de
ncjSuziek al op de Domtoren om zijn
voorbijvaren met gejubel te ontvangen,
toen bij het uit de loods brengen, een
windvlaag de ballon tegen het bal
lonhuis sloeg, waardoor hij ernstig
aan het voorste deel werd beschadigd.
Drie weken zullen er voor herstel
noodig zi;n.
ENGELAND.
Oude banden versterken.
Nietwaar, zoo mag toch welheeten
de tocht, die de prins van Wales aan
boord van de Indomitable, een nieu
wen reusachtigen kruiser, en begeleid
door de Minotaur, een gevaarte van
weinig minder omvang, van uit Ports
mouth gisteren heeft aanvaard.
De Prins is namelijk naar Canada
vertrokken: hij gaat er den koning
en het moederland vertegenwoordigen
bij de feesteD, die Canada geeft ter
viering van het driehonderdjarig be
staan van de stad Quebec.
Quebec is de oude Fransche stad,
die ten slotte, na veel vechten Engelsch
is geworden.
Maar de aloude Gallische geest
heerscht er nogen dat is een
pikante zijde van deze feestviering,
door Éngeland's koningszoon bijge
woond.
Hofberichten.
Men seint ons uit Apeldoorn: H. M.
de Koningin-Moeder bracht heden
(Vrijdag) den dag op Het Loo door.
Prins Hendrik terug.
Z. K, H. Prins Hendrik keerde giste
ren te 3.18 uur te Apeldoorn terug en
werd door H. M. de Koningin van den
trein gehaald.
In»tallatie van Burgemeester
Passtoors.
Omtrent de installatie van den heer
W. C. J. Passtoors als burgemeester
van Ginneken, worden nog de vol
gende bizonderheden gemeld
Een groote stoet had zich uit autori
teiten, corporaties, gedelegeerden van
vereenigingen enz. gevormd, om den
nieuwbenoemde te ontvangen.
Deze werd inmiddels afgehaald aan
het station te Breda door de beide
wethouders, de heeren J. F. Maassen
en C. A. Oomen, benevens dén ge
meente-secretaris, den heer A. Th. A.
Metsers.
Tevens waren daar ter verwelko
ming aanwezig de heeren Van den
Boogaard en Arts, leden van de
Tweede Kamer en meerdere autori
teiten. Bij aankomst van den Burge
meester en zijne familie aan het
Orarijeplein, klonken fanfares en een
luid gejubel brak los uit de menigte.
Nadat de burgemeester was toege
sproken door den heer mr. J. W. van
den Biesen, voorzitter van het eere
comité, boden twee maagdekens een
bouquet aan en brachten de jongens
van het plein, allen getooid met
Oranjepet en sjerp, een kleppermarsch
ten gehoore.
De stoet zette zich vervolgens weder
in beweging langs Wilhelmina en
Kerkstraten tot aan de Markt, daar
stonden meet dan honderd kinderen
geschaard op de kiosk, die den bur
gervader een welkomstlied toezoDgen.
Op het keurig versierde gemeente
huis aangekomen, werd een openbare
vergadering gehouden, waarin de
burgervader geïnstalleerd werd. De
waarnemende voorzitter, de heer J. F.
Maassen, was gelijk wij reeds meldden
woordvoerder. Hij wenschte den heer
Passtoors geluk met zijne benoeming,
die door geheel Ginneken met blijd
schap vernomen was. In de onze
lezers bekende rede dankte de burge
meester en hoopte dat God hem kracht
zou geven de plichten, die hem zijn
opgelegd met nauwgezetheid na te
komen en niet het minst tot hand
having van orde en gezag.
De jonge juffrouw Van Dijk bood
hierop een bouquet aan en zegde een
gedicht op. Zoo ook de jonge juffrouw
Coolen inhet Fransch. G. C. van Dijk,
waarna de officieele plechtigheid was
afgeloopen.
Den ganschen middag bleef het
gezellig druk, alsook 's avonds. Muziek-
en zanguitvoeringen wisselden elkander
af, verlichting en vuurwerk slaagden
uitstekend.
De gansche bevolking is blijkbaar
ten zeerste met de benoeming van den
heer Passtoors ingenomen.
Al te mal schrijft 't Handelsblad
en 'tis nog wel wat waar ook.
Bij de binnekomst van den heer
Passtoors als burgemeester van Ginne
ken op eergisteren, is hij o. m. ver
welkomd door een Hollandachejonge
dame, van een Hollandsche school,
met een gedicht in de Fransche taal.
Hier is werk voor het Algemeen
Nederlandsch Verbond.
De ©eremaaltyd voor gouverneur
Fock.
Aan den eeremaaltijd door den mi
nister van koloniën, den heer Iden-
burg, den gouverneur van Suriname,
mr. Fock, voor zijn vertrek naar zijn
bestemming, in het Palace Hotel te
's-Gravenhage aangeboden, waren door
uitstedigheid vele der genoodigden,
als de voorzitters der beide Kamers
van de Staten-Generaal, de vice-pre
sident van den Raad van State, ver
schillende leden van dat college en
andere autoriteiten verhinderd deel te
nemen.
Nadat een heildronk aan de Ko
ningin was gewijd, richtte de gastheer
een afscheidswoord tot den vertrekken-
den gouverneur.
De nieuwbenoemde landvoogd heeft
den hem door den minister gewijden
heildronk met een gevoel van groote
erkentelijkheid beantwoord.
De Rijksmiddelen.
De mindere levendigheid in zaken
heeft op de Rijksmiddelen in Juni
haar stempel gedrukt, ofschoon, de
omstandigheden in aanmerking ge
nomen, de opbrengst minder ongun
stig is geweest dan men zoude ver
wacht hebben. In totaal brachten de
middelen in Juni f 122,000 meer op
dan in die maand van 1907, maar die
vermeerdering werd slechts verkregen
doordien de successiebelasting bijna
vier ton meer inbracht dan in Juni
van het voorgaande jaar. De overige
middelen zijn dus f277.000 ten ach
teren gebleven. En het resultaat zoude
nog ongunstiger geweest zijn, indien
de directe belastingen in de maand
Juni niet f310 000 meer hadden op
geleverd, grootendeels een gevolg van
vlugger inkomen der aanslagen, waarop
niet als blijvende hoogere opbrengst
dezer middelen mag gerekend wor
den.
Wat wegfietst, doch wat staan blijft.
In de Prov. Gr. Ct. klaagt een win
kelier, dat hij, aan het station zijnde
om eenige brieven te posten, tal van
stadgenooten voor plezier naar buiten
zag gaan om te profiteeren van de ge
nietingen, die binDen- en buitenland
den toeristen aanbieden, hem en zijne
mede-winkeliers achterlatende, en als
't ware medelijdend op hem neerziende,
zooals hij de stad, de plaats zijner
dagelijksche beslommeringen, weer
introk. En thuis zijne boeken ter hand
nemende, zag hij de jaarrekeningen
van verschillende dier plezierreizigers
die zijnen groet zoo vroolijk hadden
teruggebonjourd, nog openstaan. Hij
hoopt nu maar, dat er na 't reisseizoen
nog een weinig kas is overgebleven
bij de plezierreizigers, om hunne
rekeningen te betalen van 1907.
FEUILLETON,
(Naai: het Fransch,)
32)
IV,
Toen de nieuwe vrienden zich op
straat bevonden, zeid© Guillaume tot
Sijii reisgezel
„Het schijnt mij toe, mijnheer, dat
to nog honger hebtik voor mij zal
toiij tevreden stellen met het nede
rig maal, hetwelk ik zooeven geno
ten heb."
.„Ik hen in bet minst niet honge
rig meer," gaf de vreemdeling ten
•antwoord, „maar ik zou er toch niet
.Voor willen instaan, dat ik van
tovond niet meer soupeer. Doch zou
den wij piet ergens binnen gaan,
teijnheer, om onze zaken te beëin
digen?"
Men begaf zich in Ide richting van
toet Paleis Royal, waar men een wer-
■jtoaand koffiehuis binnen ging. Guil-
ijtoumei dronk slechts eenmaal per dag
hof f ie: zijn [nieuwe vriend had zulks
Van den morgen tot den avond kuft-
toen doen
Bij wijze yap inleiding tort het ge
sprek haalde Guillaume voor de
tweede maal zijn portefeuille te
voorschijn en nam er een bankbiljet
uit.
„Ziehier," zei hij tot zijn buur
man, „een© aanmoediging voor den
dienst, welken u mij zult bewijzen."
„U zijt een volmaakt gentleman,
mijnheer. U. beloont reeds vooruit
diensten, welker succes nog twijfel
achtig is."
„Dat is bijna een zeker middel, om
ze tot ©en goed einde ta brengen-"
De beide heeren namen tegenover
elkander aan een afgelegen tafeltje
plaats, en konden thans in een meer
intieme betrekking tot elkander ge
raken, terwijl zij elkander hun naam
en positie noemden.
„Zou het onbescheiden zij;n, mijn
heer," begon Guillaume, „wanneer!
ik vroeg met wien ik de eer heb
hedenavond kennis te maken? Mijn
naam is Guillaume, ik beu makelaar,
zooals ik u reeds zeide."
„Ik, mijnheer," antwoordde de on
bekende, „behoor tot die buitenge
wone leden der maatschappij, die
moedelijk onder eene bepaalde klasse
te hnengein zijn, maar die desalniette
min. een £teer belangwekkend deel
eener beschaafde natie uitmaken
ik ben een van die lieden, welk© geen
beroep uitoefenen, en die, juist daar
door, geschikt zijn voor alles. Al
leef ik wiel niet van mijn geld, ik
verdien althans jden' host met het
geen mijn vernuft, mijn scherpzin
nigheid, mijn arbeid in den uitge-
breidsten zin van het woord, ople
vert. Ik bewijs diensten, men kan
over mij beschikken en op mij re
kenen. Mijn naam zal u ©enigszins
vreemd voorkomen; hij is weidsoh
genoeg en zal wel niet slechter klin
ken dap een andere, als hij maar
door een onberispelijk leven gerecht
vaardigd is; ik ben baron de Bara-
bas."
Wel," zei Guillaume, „dan zult
u wel van zeer ouden adel zijn."
„Het zou moeilijk zijn mijne natior
naliteit te bepalen, daar' ik nimmer
mijn familie gekend e|n pooit den
juisten naam geweten heb van mijn
geboorteland. U zult mij zeggen,
dat ik dat met Homerus en andere
groote mannen gemeen heb1. Toch
kan, ik mij uit mijn prille jeugd
nog herinneren, dat ik, tot mijn
twaalfde jaar groot gehraclit ben op
Korfoe in het gezin van een fatsoen
lijken zeeroover. Toen ik twaalf jaar
oud geworden was, nam mijn pa
troon mij mede aan boord van zijn
kaperschip en Onder zijn leiding leer
de ik, gedurende 'twee jaren, het eer
zame beroep van zeeschuimer, zoo
lang in discrediet en hetwelk met
den dood der dapperen geëindigd is.
Het zal u wel niet onbekend zijn,
mijnheer, dat de zeeroovers nuttige
en stoutmoedige helpers der regee
ringen geweest zijn. Tegenwoordig
heeft de stoom het snelzeilende, tot
dep oorlog toegeruste kaperschip
overvleugeld. Op mijn zestiende jaar
verloor ik mijn patroon, die stierf
tengevolge van een kanonschot, -ons
vian een schip toegezonden, welke
wij vervolgden. Het schip werd ver
kocht, de bemanning afgedankt. Ik
bevond mij toen in Alexandrië. Een
karavaan Europeanen en Muzelman
nen vertrok naar de Rood© Zee. Ik
nam daarbij dienst en trok mede door
Egypte. Te Suez troffen wij een
Engelscben driemaster aan, welke
naar Voor-Indië onder zeil ging. Ik
nam dienst als matroos en drie en
dertig dagen later bevond ik mij te
Calcutta. Laat ik u vandaag niet
lastig vallen, mijnheer, met u na
dere bizonderheden uit mijn leven
ta Verhalen, hetwelk zoo rijk is aan
wederwaardigheden van allerlei
■aard.
„Toen ik in Europa, terugkwam,
was ik vijf en twintig jaar. .Wanneer
mlen zoo oud is, is mien in dieïfleiuir»
van zijn leven, beschikt men over
zijn volle lichamelijke en zedelijke
kracht. Ik stortte mij hals over kop
in allerlei onnoemelijke avonturen.
Op mijn vijf en dertigste jaar kwam
ik te Parijs, hetwelk in mijn oog
zooveel waard is als het overige der
wereld samen en besloot nimmer
meer deze schoone, gastvrije stad te
verlaten Ik woon nu al twee jaar
hier mijnheer, en meen u te kunnen
verzekeren, dat ik nooit zulk een
goed begrip van het bestaan, vooral
op geestelijk gebied, gehad heb, als
in dit edel© Parijs. Twintig keer had
ik mij kunnen, had ik mij moe
ten rijk maken. Ik heb het niet
gedaan; dat is een gebrek, hetwelk
ik trachten zal te verbeteren. Dat
is alles, mijnheer; veroorloof mij
thans, pp uwe gezondheid te drin-
ken."
„Nu begin ik te begrijpen," ant
woordde Guillaume, bij wien langza
merhand een gedachte rijpte, „hoe u
in het bezit hebt kunnen komen van
het kostbare kistje, waarvan u, mij
gesproken hebt."
„Dat was in Indië, op een der rij
ke, weelderige buitenplaatsen in den
omtrek van Bombay. Het toeval
voerde mij daar op een dag, of liever
op een nacht, in de nabijheid van
eene brandende woning en ik wilde
eenige ongelukkige Indiërs redden;
te midden van een der brandende
bouwvallen vond ik het bewuste
kistje. Aan wien moest ik het terug
geven De heer des huizes was wel
drie honderd mijlen daar vandaan en
het brandende gebouw was door die
ven omringd; een vervloekt ras van
paria's en goochelaars die het land
rondtrekken, levende van roof en
alles op hun weg gelijk gloeiend©
lava, verwoestende. Waarschijnlijk
hadden deze schurken het huis in
brand [gestoken. Ik nam dus het
kistje op, hetwelk tusschen ver
koolde bal ben gevallen, was, en be
hield het Daar ik een week later
scheep ging nasar Europa-, kwam het
mij zelfs niet in 'de gedachte het kof
fertje te openen, hetwelk trouwens,
naar het mij toescheen, niets bijzon
ders kon bevatten, daar het zeer,
licht was. Ik plaatste het bij de rest
van mijn bagage. Jaren later, toen
ik reeds te Parijs woonde, viel mijn
oog opnieuw op dat Indische kistje;
ik brak het slot open en vond eeni
ge papieren. Het overige is u be
kend, mijnbeer."
„Ja," zeide Guillaume, „het lijkt
mij toch zeker een prachtig zaakje
voor mijn patroon!"
„Ik wil u niet vragen, wie uw pa
troon is," hernam de baron de Ba-
rabas. „wijl men liefst zoo onbekend
mogelijk wenscht te blijven, wan
neer men zich met zaken inlaat, wel
ke wij hier maar niet nader zullen
aanduiden."
„Dat is ook zoo," stemde Guillau
me toe; „u zult zijn naam niet we
ten, vóórdat u de beloofde premie
de honderd duizend franken ontvan
gen hebt.... Nietwaar, dan kan hij,
zich gerust bekend maken; hij kaft
staat maken op uw, bescheiden
heid...,"
(Wordt vervolgd).
NEIIWE HMRLEMSCHE COURAKT
1000
•«w- Ann ?nniRn™' mn™
60
15