VrijdAC 17 juli ïsos. 33sta jaargang No. 6937. DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. BERICHT. A.N.W. B. BUITENLAND. De Dochter van den Millionair. Kinderhuisvest 29-39-33, Haarlem BINNENLAND. ABONNEMENTSPRIJS: Par 8 maanden voor Haarlem fl.35 Voor de plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) 1.35 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.8C AJionderlijke nummers 0.05 Bureaux van Redactie en Administratie: Interns. Telefoonnummer 1426. PBUS DER ADVERTENTIÈN: Van 16 regelsf0.60 contant)/ OJO Elke regel meer.0.10 Groote letters naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 26 cent per advertentie contant. Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van: «t|| U 0Terlgden IIII band of voet. ftj II éeQ oog. |||U ^en duim. schiktheid tot werken. v.rlies van éen wijsvinger. •ÜLDEN bij verlies van éen anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11. Wegens de Bondsfeesten de „Nieutue Haarlemsche Courant" Zaterdag reeds des Middags te Twaalf uur uer- schijnen. H.H. Adverteerders worden beleefd uitgenoodigd, hunne Orders uoor het Zaterdagnum- ^er zoo vroeg mogelijk te billen inzenden. DE DIRECTEUR. Welkom! Be stedelijke pers van Haarlem zeker wel bij den eersten dag Jato de driedaagsche jubileumfees ten, aie de Algemeene Nederland se Wielrijdersbond binnen Haar- tem's veste viert, uit naam van Haarlem's ingezetenen dat Welkom spreken. Historische als van vijfentwin- i]g jaren reeds over „historie" kan borden gesproken en traditie- *sdenen hebben Haarlem tenslotte doen uitverkiezen voor deze feesten, bh de „Nieuwe Haarlemsche Courant die ten slotte door een paar geluk kig-vallende woorden de burgerij *on doen warm-loopen, waar de ®erste en inspannende pogiügen der k°bsuls helaas waren mislukt, ver heugt zich op dezen dag zeker niet hinder dan anderen. He A. N. W. B., die in de vijfen twintig jaren van zijn bestaan lang- 2aaaerhand geheel van karakter is teranderd, die van wielrijders- tereeniging tot toeristenbond is ge worden, een nuance, die in theorie teisschien gering lijkt, doch in de Praktijk zeer veel beduidt, die grootste Bond van Nederland vindt hier te Haarlem in deze dagen een Warme ontvangst. Trots de elementen, die op het ^ogenblik dat we dit schrijven waar lijk niet feestelijk gestemd zijn, zal ®r ia deze dagen in Haarlem wor den feestgevierd doorwe blogen gerust zeggen duizenden, van '°Veral. Dat die duizenden door den A. N. W. B. tot één doel zijn bijeen geroepen: tot hooghouden van de Werkelijk gezonde Sport in Neder land, dat mag en moet elk in gezetene van onze stad met voldoe ning vervullen. Pas hadden we hier de zooge naamde „Olympische spelen." Ook daaraan heeft Haarleiu mee gedaan. Maar naast goede en gezonde Sport hebben we daarbij nog zoo veel excessen gezien, de uitwassen, die buiten de gewone orde van zaken gaan en die daarom ook niet de sympathie van het algemeen kunnen hebben. Het heeft geen nut, daarop nog eens terug te komen. Maar wèl heeft het nut, te wijzen op het geheel verschillend karakter van de feesten, die we in deze dagen meê vieren. De A. N. W. B. toch viert nu zijn feest als het feest van het geheele volk, van ons volk dat de Sport toch niet zoekt ia uitersten, maar dat de Sport beschouwt als uitspan ning op de eerste plaats. Deze feesten zijn het feest van het toerisme. Een daarom vooral zijn ze ons zoo sympathiek Daarom moeten ze ook allen Haarlemmers sympathiek zijn. Haarlem is nu eenmaal de stad van het toerisme. Wij maken daar aanspraak op, en terecht! Wij wijzen daarop, wanneer de zomer in het land komt, en Haarlem's omstreken noemen we niet zonder billijken trots onder de schoonste in den lande Waar Haarlem het toerisme en terecht zóó hoog stelt, daar moeten de jubileumsfeesten van Nederland's Toeristenbond, die niet minder dan ruim 30.000 toeristen onder één devies vereenigt, ook om traditieredenen in Haarlem welkom zijn. Nu laten we de redenen van direct belang erbuiten. Men meldt ons, dat velen zijn teleurgesteldwij meenen te mogen zeggen oordeelt niet voorbarig Behalve het directe voordeel zijn er nog indirecte voordeelen genoeg, die zulk een reusachtig feest als dit voor Haarlem's inwoners van groote waarde doen zijn. En ten slottematerieele overwegingen mogen dan toch niet allèèn hun gewicht leggen in de schaal, waar we als echte Haarlemmers immers ook onzen stedelijken trots en gerechtvaardigde trots is het kennen Welkom dus, van harte, aan den A. N. W. B.! Welkom aan zijne bestuurders, mannen van invloed, positie, naam en gezag in den landehoe kan het anders bij een Bond als deze! Welkom aan de honderden, dui zenden misschien, die in Haarlem deze feesten komen meevieren. Haarlem's burgerij heet U allen welkom, wenscht U geluk op het zilveren feest, en spant hare krach ten in om den goeden naam, die onze oude stad immer had als de stad van het toerisme en zomerge- neugten, eere aan te doen! BELGIË. De Congo-historie. Na lang praten is gisteren eindelijk de discussie over het overnemings- ontwerp van de Congo gesloten. Wat ervan komen zal? De socialisten zullen tegen stemmen een hunner heeft zelfs voorgesteld, den Congo niet over te nemen, doch ter besschikking van de mogendheden te stellen! De liberalen zijn verdeeld, evenals de katholieken. Maar men rekent, dat, als het op stemmen aankomt, een flinke meer derheid zich toch wel voor de regeerings- plannen zal verklaren. Men bewondert ze wel niet, maar.... er zit niet veel anders op DUITSCHLAND. Het proces-Eulenburg. Weer wat feitelijks. De rechtbank houdt in de zieken kamer der „Charité" om den anderen dag even een (schijn)zitting, ten einde de wet te handhaven, die anders een proces, dat drie dagen achter elkaar niet wordt gevoerd, geheel annuleert. Men zegt dat Eulenburg weer wat opknapt, hoewel de doktoren alle moeite schijnen ta doen om de recht bank uit het ziekenhuis te houden. Nu wij het toch over dezen man hebben, moeten we een artikel der „Köln. Volksztg." releveeren, waaraan we tot heden verzuimden de aandacht te vestigen. Wij hebben er onlang» op gewezen, hoe Eulenburgs onbetrouwbaarheid bij dit proces aan den dag is gekomen. Je bent een en al leugen heeft vorst Dohna hem eens geschreven, Eulen burg heeft hij zijn leven gelogen en geïntrigeerd. Menschen, die hem in den weg stonden, lasterde hij weg. Zelfs Caprivi is gevallen door leugens van Eulenburg. Nu weet men, dat aan het Hof, speciaal bij den Keizer, plotseling een vrij sterke vijandschap is ontstaan tegen de katholieke Centrumspartij. En ook, dat tegelijk met dezen omme keer een veldtocht is begonnen tegen den Rijkskanselier Von Ëülow, die bij den Keizer van roomsche symphathieën werd beticht. Het heeft toen haast Von Bülow het Rijkskanselierschap gekost. Deze heeft zich echter gered met een zwen king tegen het Centrum, waardoor hij, die jarenlang goed het Centrum had samengewerkt,er op't onverwachts de vijand van is geworden. Weluu, de aanstoker van deze anti katholieke beweging is Eulenburg ge weest. De laster- en leugenaar. Wat de man verder op z'n geweten heeft wordt onderzocht, maar 't is ons te smerig om het onderzoek te vol gen. Dat hij een aartsleugenaar is geble ken, staat intusschen vast. En moet nu de Keizer, vraagt de „Köln. Volksztg.", zijn oordeel over het Centrum, dat hem is ingeblazen door Eulenburg, niet herzien Wordt het geen tijd, dat hij zelf kranten gaat lezen, inplaats van zich tevreden te stellen met wat men voor hem uitknipt? De vraag is zeer gewettigd. Zeppelin's luchtschip. Graaf Zeppelin heeft tegenslag. Na het eerst succes en zijn geluk kige reizen heeft hij nu te kampen met brekende schroeven en onhandige manoeuvreerders. Gisteren zou het sihip dan opstijgen, heel het land wachtte erop, te Straatsburg stond de ncjSuziek al op de Domtoren om zijn voorbijvaren met gejubel te ontvangen, toen bij het uit de loods brengen, een windvlaag de ballon tegen het bal lonhuis sloeg, waardoor hij ernstig aan het voorste deel werd beschadigd. Drie weken zullen er voor herstel noodig zi;n. ENGELAND. Oude banden versterken. Nietwaar, zoo mag toch welheeten de tocht, die de prins van Wales aan boord van de Indomitable, een nieu wen reusachtigen kruiser, en begeleid door de Minotaur, een gevaarte van weinig minder omvang, van uit Ports mouth gisteren heeft aanvaard. De Prins is namelijk naar Canada vertrokken: hij gaat er den koning en het moederland vertegenwoordigen bij de feesteD, die Canada geeft ter viering van het driehonderdjarig be staan van de stad Quebec. Quebec is de oude Fransche stad, die ten slotte, na veel vechten Engelsch is geworden. Maar de aloude Gallische geest heerscht er nogen dat is een pikante zijde van deze feestviering, door Éngeland's koningszoon bijge woond. Hofberichten. Men seint ons uit Apeldoorn: H. M. de Koningin-Moeder bracht heden (Vrijdag) den dag op Het Loo door. Prins Hendrik terug. Z. K, H. Prins Hendrik keerde giste ren te 3.18 uur te Apeldoorn terug en werd door H. M. de Koningin van den trein gehaald. In»tallatie van Burgemeester Passtoors. Omtrent de installatie van den heer W. C. J. Passtoors als burgemeester van Ginneken, worden nog de vol gende bizonderheden gemeld Een groote stoet had zich uit autori teiten, corporaties, gedelegeerden van vereenigingen enz. gevormd, om den nieuwbenoemde te ontvangen. Deze werd inmiddels afgehaald aan het station te Breda door de beide wethouders, de heeren J. F. Maassen en C. A. Oomen, benevens dén ge meente-secretaris, den heer A. Th. A. Metsers. Tevens waren daar ter verwelko ming aanwezig de heeren Van den Boogaard en Arts, leden van de Tweede Kamer en meerdere autori teiten. Bij aankomst van den Burge meester en zijne familie aan het Orarijeplein, klonken fanfares en een luid gejubel brak los uit de menigte. Nadat de burgemeester was toege sproken door den heer mr. J. W. van den Biesen, voorzitter van het eere comité, boden twee maagdekens een bouquet aan en brachten de jongens van het plein, allen getooid met Oranjepet en sjerp, een kleppermarsch ten gehoore. De stoet zette zich vervolgens weder in beweging langs Wilhelmina en Kerkstraten tot aan de Markt, daar stonden meet dan honderd kinderen geschaard op de kiosk, die den bur gervader een welkomstlied toezoDgen. Op het keurig versierde gemeente huis aangekomen, werd een openbare vergadering gehouden, waarin de burgervader geïnstalleerd werd. De waarnemende voorzitter, de heer J. F. Maassen, was gelijk wij reeds meldden woordvoerder. Hij wenschte den heer Passtoors geluk met zijne benoeming, die door geheel Ginneken met blijd schap vernomen was. In de onze lezers bekende rede dankte de burge meester en hoopte dat God hem kracht zou geven de plichten, die hem zijn opgelegd met nauwgezetheid na te komen en niet het minst tot hand having van orde en gezag. De jonge juffrouw Van Dijk bood hierop een bouquet aan en zegde een gedicht op. Zoo ook de jonge juffrouw Coolen inhet Fransch. G. C. van Dijk, waarna de officieele plechtigheid was afgeloopen. Den ganschen middag bleef het gezellig druk, alsook 's avonds. Muziek- en zanguitvoeringen wisselden elkander af, verlichting en vuurwerk slaagden uitstekend. De gansche bevolking is blijkbaar ten zeerste met de benoeming van den heer Passtoors ingenomen. Al te mal schrijft 't Handelsblad en 'tis nog wel wat waar ook. Bij de binnekomst van den heer Passtoors als burgemeester van Ginne ken op eergisteren, is hij o. m. ver welkomd door een Hollandachejonge dame, van een Hollandsche school, met een gedicht in de Fransche taal. Hier is werk voor het Algemeen Nederlandsch Verbond. De ©eremaaltyd voor gouverneur Fock. Aan den eeremaaltijd door den mi nister van koloniën, den heer Iden- burg, den gouverneur van Suriname, mr. Fock, voor zijn vertrek naar zijn bestemming, in het Palace Hotel te 's-Gravenhage aangeboden, waren door uitstedigheid vele der genoodigden, als de voorzitters der beide Kamers van de Staten-Generaal, de vice-pre sident van den Raad van State, ver schillende leden van dat college en andere autoriteiten verhinderd deel te nemen. Nadat een heildronk aan de Ko ningin was gewijd, richtte de gastheer een afscheidswoord tot den vertrekken- den gouverneur. De nieuwbenoemde landvoogd heeft den hem door den minister gewijden heildronk met een gevoel van groote erkentelijkheid beantwoord. De Rijksmiddelen. De mindere levendigheid in zaken heeft op de Rijksmiddelen in Juni haar stempel gedrukt, ofschoon, de omstandigheden in aanmerking ge nomen, de opbrengst minder ongun stig is geweest dan men zoude ver wacht hebben. In totaal brachten de middelen in Juni f 122,000 meer op dan in die maand van 1907, maar die vermeerdering werd slechts verkregen doordien de successiebelasting bijna vier ton meer inbracht dan in Juni van het voorgaande jaar. De overige middelen zijn dus f277.000 ten ach teren gebleven. En het resultaat zoude nog ongunstiger geweest zijn, indien de directe belastingen in de maand Juni niet f310 000 meer hadden op geleverd, grootendeels een gevolg van vlugger inkomen der aanslagen, waarop niet als blijvende hoogere opbrengst dezer middelen mag gerekend wor den. Wat wegfietst, doch wat staan blijft. In de Prov. Gr. Ct. klaagt een win kelier, dat hij, aan het station zijnde om eenige brieven te posten, tal van stadgenooten voor plezier naar buiten zag gaan om te profiteeren van de ge nietingen, die binDen- en buitenland den toeristen aanbieden, hem en zijne mede-winkeliers achterlatende, en als 't ware medelijdend op hem neerziende, zooals hij de stad, de plaats zijner dagelijksche beslommeringen, weer introk. En thuis zijne boeken ter hand nemende, zag hij de jaarrekeningen van verschillende dier plezierreizigers die zijnen groet zoo vroolijk hadden teruggebonjourd, nog openstaan. Hij hoopt nu maar, dat er na 't reisseizoen nog een weinig kas is overgebleven bij de plezierreizigers, om hunne rekeningen te betalen van 1907. FEUILLETON, (Naai: het Fransch,) 32) IV, Toen de nieuwe vrienden zich op straat bevonden, zeid© Guillaume tot Sijii reisgezel „Het schijnt mij toe, mijnheer, dat to nog honger hebtik voor mij zal toiij tevreden stellen met het nede rig maal, hetwelk ik zooeven geno ten heb." .„Ik hen in bet minst niet honge rig meer," gaf de vreemdeling ten •antwoord, „maar ik zou er toch niet .Voor willen instaan, dat ik van tovond niet meer soupeer. Doch zou den wij piet ergens binnen gaan, teijnheer, om onze zaken te beëin digen?" Men begaf zich in Ide richting van toet Paleis Royal, waar men een wer- ■jtoaand koffiehuis binnen ging. Guil- ijtoumei dronk slechts eenmaal per dag hof f ie: zijn [nieuwe vriend had zulks Van den morgen tot den avond kuft- toen doen Bij wijze yap inleiding tort het ge sprek haalde Guillaume voor de tweede maal zijn portefeuille te voorschijn en nam er een bankbiljet uit. „Ziehier," zei hij tot zijn buur man, „een© aanmoediging voor den dienst, welken u mij zult bewijzen." „U zijt een volmaakt gentleman, mijnheer. U. beloont reeds vooruit diensten, welker succes nog twijfel achtig is." „Dat is bijna een zeker middel, om ze tot ©en goed einde ta brengen-" De beide heeren namen tegenover elkander aan een afgelegen tafeltje plaats, en konden thans in een meer intieme betrekking tot elkander ge raken, terwijl zij elkander hun naam en positie noemden. „Zou het onbescheiden zij;n, mijn heer," begon Guillaume, „wanneer! ik vroeg met wien ik de eer heb hedenavond kennis te maken? Mijn naam is Guillaume, ik beu makelaar, zooals ik u reeds zeide." „Ik, mijnheer," antwoordde de on bekende, „behoor tot die buitenge wone leden der maatschappij, die moedelijk onder eene bepaalde klasse te hnengein zijn, maar die desalniette min. een £teer belangwekkend deel eener beschaafde natie uitmaken ik ben een van die lieden, welk© geen beroep uitoefenen, en die, juist daar door, geschikt zijn voor alles. Al leef ik wiel niet van mijn geld, ik verdien althans jden' host met het geen mijn vernuft, mijn scherpzin nigheid, mijn arbeid in den uitge- breidsten zin van het woord, ople vert. Ik bewijs diensten, men kan over mij beschikken en op mij re kenen. Mijn naam zal u ©enigszins vreemd voorkomen; hij is weidsoh genoeg en zal wel niet slechter klin ken dap een andere, als hij maar door een onberispelijk leven gerecht vaardigd is; ik ben baron de Bara- bas." Wel," zei Guillaume, „dan zult u wel van zeer ouden adel zijn." „Het zou moeilijk zijn mijne natior naliteit te bepalen, daar' ik nimmer mijn familie gekend e|n pooit den juisten naam geweten heb van mijn geboorteland. U zult mij zeggen, dat ik dat met Homerus en andere groote mannen gemeen heb1. Toch kan, ik mij uit mijn prille jeugd nog herinneren, dat ik, tot mijn twaalfde jaar groot gehraclit ben op Korfoe in het gezin van een fatsoen lijken zeeroover. Toen ik twaalf jaar oud geworden was, nam mijn pa troon mij mede aan boord van zijn kaperschip en Onder zijn leiding leer de ik, gedurende 'twee jaren, het eer zame beroep van zeeschuimer, zoo lang in discrediet en hetwelk met den dood der dapperen geëindigd is. Het zal u wel niet onbekend zijn, mijnheer, dat de zeeroovers nuttige en stoutmoedige helpers der regee ringen geweest zijn. Tegenwoordig heeft de stoom het snelzeilende, tot dep oorlog toegeruste kaperschip overvleugeld. Op mijn zestiende jaar verloor ik mijn patroon, die stierf tengevolge van een kanonschot, -ons vian een schip toegezonden, welke wij vervolgden. Het schip werd ver kocht, de bemanning afgedankt. Ik bevond mij toen in Alexandrië. Een karavaan Europeanen en Muzelman nen vertrok naar de Rood© Zee. Ik nam daarbij dienst en trok mede door Egypte. Te Suez troffen wij een Engelscben driemaster aan, welke naar Voor-Indië onder zeil ging. Ik nam dienst als matroos en drie en dertig dagen later bevond ik mij te Calcutta. Laat ik u vandaag niet lastig vallen, mijnheer, met u na dere bizonderheden uit mijn leven ta Verhalen, hetwelk zoo rijk is aan wederwaardigheden van allerlei ■aard. „Toen ik in Europa, terugkwam, was ik vijf en twintig jaar. .Wanneer mlen zoo oud is, is mien in dieïfleiuir» van zijn leven, beschikt men over zijn volle lichamelijke en zedelijke kracht. Ik stortte mij hals over kop in allerlei onnoemelijke avonturen. Op mijn vijf en dertigste jaar kwam ik te Parijs, hetwelk in mijn oog zooveel waard is als het overige der wereld samen en besloot nimmer meer deze schoone, gastvrije stad te verlaten Ik woon nu al twee jaar hier mijnheer, en meen u te kunnen verzekeren, dat ik nooit zulk een goed begrip van het bestaan, vooral op geestelijk gebied, gehad heb, als in dit edel© Parijs. Twintig keer had ik mij kunnen, had ik mij moe ten rijk maken. Ik heb het niet gedaan; dat is een gebrek, hetwelk ik trachten zal te verbeteren. Dat is alles, mijnheer; veroorloof mij thans, pp uwe gezondheid te drin- ken." „Nu begin ik te begrijpen," ant woordde Guillaume, bij wien langza merhand een gedachte rijpte, „hoe u in het bezit hebt kunnen komen van het kostbare kistje, waarvan u, mij gesproken hebt." „Dat was in Indië, op een der rij ke, weelderige buitenplaatsen in den omtrek van Bombay. Het toeval voerde mij daar op een dag, of liever op een nacht, in de nabijheid van eene brandende woning en ik wilde eenige ongelukkige Indiërs redden; te midden van een der brandende bouwvallen vond ik het bewuste kistje. Aan wien moest ik het terug geven De heer des huizes was wel drie honderd mijlen daar vandaan en het brandende gebouw was door die ven omringd; een vervloekt ras van paria's en goochelaars die het land rondtrekken, levende van roof en alles op hun weg gelijk gloeiend© lava, verwoestende. Waarschijnlijk hadden deze schurken het huis in brand [gestoken. Ik nam dus het kistje op, hetwelk tusschen ver koolde bal ben gevallen, was, en be hield het Daar ik een week later scheep ging nasar Europa-, kwam het mij zelfs niet in 'de gedachte het kof fertje te openen, hetwelk trouwens, naar het mij toescheen, niets bijzon ders kon bevatten, daar het zeer, licht was. Ik plaatste het bij de rest van mijn bagage. Jaren later, toen ik reeds te Parijs woonde, viel mijn oog opnieuw op dat Indische kistje; ik brak het slot open en vond eeni ge papieren. Het overige is u be kend, mijnbeer." „Ja," zeide Guillaume, „het lijkt mij toch zeker een prachtig zaakje voor mijn patroon!" „Ik wil u niet vragen, wie uw pa troon is," hernam de baron de Ba- rabas. „wijl men liefst zoo onbekend mogelijk wenscht te blijven, wan neer men zich met zaken inlaat, wel ke wij hier maar niet nader zullen aanduiden." „Dat is ook zoo," stemde Guillau me toe; „u zult zijn naam niet we ten, vóórdat u de beloofde premie de honderd duizend franken ontvan gen hebt.... Nietwaar, dan kan hij, zich gerust bekend maken; hij kaft staat maken op uw, bescheiden heid...," (Wordt vervolgd). NEIIWE HMRLEMSCHE COURAKT 1000 •«w- Ann ?nniRn™' mn™ 60 15

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1908 | | pagina 1