DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
1000
'-is.-" 400 300SF-ir 150 100 sK" 60 s
15
BINNENLAND.
De Dochter van
den Millionair,
SCinderhuisvest 29-31-33, Haarlem
Onze Verzekering.
BUITENLAND.
DINSDAG 21 JULI £908.
33sta Jasr%eng Wo. 8940.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Haarlem f 1.85
Voor de plaatsen, waar een agent ia gevestigd (kom der gemeente) 1.35
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per poat 1,80
Afzonderlijke nummers„0.05
Bureaux van Redactie en Administratie:
Interns. Telefoonnummer 1426.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regelsf0.60 (contant)f 0.60
Elke regel meer0.10
Groote letters naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 cent per advertentie A contant.
Alle betalende abonnés op dit blad zijn, volgens de bepalingen en onder de beperkingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor bedragen van
GULDEN bij
verlies van
éen anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean", Bijkantoor voor Haarlem, Nieuwe Gracht 11.
Wij maken er onze abonnés
met nadruk op opmerkzaam, dat
ingeval van ongelukken, waaruit
krachtens onze gratis-verzekering
recht voortvloeit op een grootere
of kleine uitkeering, alle bijzon
derheden omtrent het ongeluk
binnen zeven dagen nadat het
gebeurd is, aan de Directie der
Nieuwe Haarlemsche Courant
schriftelijk moeten worden mee
gedeeld.
Ingeval van ongelukken met
doodelijken afloop moet mmiddel
lijk aan de Directie der Nieuwe
Haarlemsche Courant kenDis
worden gegeven.
DE DIRECTEUR.
Idat beoogt ide verheffing van den
kunstzin en ld© liefde tot het schoon»
in id© (natuur, maast klit alles
zorgt de A.N.JVfB. ook op zijn ge
bied voor bevordering van het gees
telijke, voor hooghouding van mo
raliteit en goede zeden
Dat is ons sympathiek, en dat
mocht wel eens gezegd worden!
Sympathie voor
den A.N.W.B.
Het kan niet atnders of nai deze
schitterend geslaagde feesten is de
Algemeen© Nederlandsche [Wieler-
hond ons sympathieker geworden
dan ooit te voren.
Maar, toch volstrekt niet alleeta
door de feesten zelf. Nog een amdere
omstandigheid heeft het har© daar
toe bijgedragen.
[We verwijzen maar 't verslag der
Algemeen© Vergadering van den
Bond, verwijzen naar de woorden
van den ^Voorzitter, den heer Edo
Bergs ma, daar gesproken:
„Wij hebben niet losgelaten," zei
de Voorzitter, „den speelhartstocht,
■wij hebben hem steeds vastgehouden
om hem te kunnen beheerschen en
zoo min mogelijk schadelijk te doen
Kijn.
„Moreele voordeelen gaan bij ons
steeds boven de finantiëele.
„En daarom hebben wij steeds ge
weigerd in ons orgaan op te nemen
kwakzalversadvertenties en die met
verborgen vuiligheden. Het behoeft
niet gezegd, dat die advertenties an-
jders een bron van inkomsten zouden
zijn geworden. Doch wij weigeren
®e."
Dat is een zeer prijzenswaardig
standpunt, dat de A.N.W.B. heeft
ingenomen en waardoor de Bond ons
zoo bijzonder aantrekt.
En dat dit goede standpunt inge
nomen zal blijven, daar staan ons
borg voor de mannen, die thans den
Bond met vaste hand leiden en be
sturen.
Wij vonden het goed deze her
nieuwde verklaring thans eens op
den voorgrond te brengen.
Naast het stoffelijke, naast bevor
dering van den gezonde lichaams
oefening, naast het ideale ook
DENEMARKEN.
De president der Fransche republiek
te gast.
Pallières is gisteren te Kopenhagen
aangekomen op het pantserschip „Ve-
rité".
Op de gebruikelijke wijze werd hij
door den koning en de koninklijke
familie begroet, en weer met den ge-
bruikelijken stoeten den gebruikelijktn
praal reed men naar het paleis Ama-
lienberg, waar Fallières is gehuisvest.
We zullen onzen lezers het relaas
van gewone plichtplagingen,noenmalen
en middagmalen maar sparen, 't Is
net als altijd.
ZWEDEN.
Een belangrijk geschil.
In Zweden is een hoogst belangrijk
arbeidsgeschil gestegen tusschen de
werklieden van allen aard en de ge-
zamenlijke werkgevers, een geschil,
dat welis waar volgens de telegrammen
van hedennacht weer te elfder ure is
bijgelegd, maar dat toch bizonder de
aandacht waard is.
Men weet hetin Zweden zijn, met
andere landen vergeleeken, de toonen
zeer boog, terwijl de levenstandaard
er laag en de uitgaven er gering zijn.
De arbeiders van Zweden zijn echter
voor een goed deel socialistisch, en....
dus altijd ontevreden, terwijl zij voor
treffelijk zijn georganiseerd en door
hunne leiders worden gecommandeerd
als recruten, en gehoorzamen als blinde
werktuigen.
De eischen, die de arbeiders den
werkgevers stelden, werden dus hoe
langer hoe hooger, tot ten slotte de
werkgevers van het geheele land in
alle groote bedrijven, het genoeg
vondenMet zoo goed als algemeene
stemmen besloten deze, een algemeene
uitsluiting af te kondigend. w. z.
in het geheele land alle groote be
drijven stop te zetten gedurende een
maand
Men zal begrijpen, wat een ontzet
tende uitwerking deze maatregel heb
ben zou, en van hoe vèr-gaande be-
teekenis ze zou zijn.
En ookhoe ernstig de toestand
was geworden, nu de patroons tegen
over de aanmatiging der arbeiders zóó
kwamen optreden
Intusschende arbeiders-leiders heb
ben toegegeven, en de eischen ver
minderd. Het is dan ook tot een
vergelijk gekomen en de uitsluiting
gaat niet door.
Maar toch mag deze gebeurtenis een
les wezen, ook voor leiders van arbei
ders eldershet is alles héél mooi, om
▼oor de arbeiders steeds méér rechten
te bedingen, doch er is een grens, die
gesteld wordt door de onmogenlijkheid
voor de werkgevers, om nog verder
toe te geven.
En dat over het algemeen de arbei
ders die grens niet willen zien en star
alleen kijken naar hun eigen belang
en voordeel, is ook ten onzent niet
onbekend
TURKIJE.
De Jong-Turksche beweging.
De berichten uit Macedonië omtrent
de Jong-Turksche beweging worden
hoe langer hoe ernstiger.
't Schijnt te gaan komen tot een
formeele revolutie!
Het leger is blijkbaar zoo goed als
geheel in opstand: na den moord op
generaal Tsjemsi pacha, zijn er te
Monastir weer andere hooge officieren,
door den sultan uitgezonden, gevallen.
En de beweging is blijkbaar goed
georganiseerd.
De Jong-Turken zenden al officieele
brieven rond tot de consuls, waarin
zij betoogen, dat het uit moet zijn met
het stelsel van despotisme, begunsti
ging en omkooperijzij spreken de
hoop uit, dat de Europeesche diplo
matie zal inzien, dat er slechts ver
andering ten goede kan komen door
de invoering van een grondwet. De
jong-Turken hopen, dat Europa hen
steunen zal. Voor de groote mogend
heden, zoo zeggen zij, is het thans de
beste gelegenheid om hun sympathie
voor de Turksche volksstammen te
toonen, door den Sultan te raden aan
de eischen der jong-Turken te voldoen.
Een vijandige stemming tegen de niet-
Mohamedanen heerscht er, volgens de
stellers van het rondschrijven, niet.
De maatregelen van geweld, waartoe
men zijn toevlucht heeft moeten ne
men, zijn slechts maatregelen van wet
tig zelfverweer. Slechts door de uit
daging van de zijde der oud-Turken
zou het tot een algemeen bloedver
gieten kunnen komen.
Het geheele leger schijnt op hun
hand te wezen en overal vandaan ko
men berichten, dat de Turken zich bij
de beweging aansluiten, terwijl vele
regimenten, ook al die in klein-Azië,
beslist weigeren op te trekken tegen
de muitende wapenbroeders.
Dat zou den sultan nog wel eens
zijn troon kunnen kosten!
PERZIË.
De revolutie.
Uit Teheran is niet veel nieuws:
De staat van beleg sehijnt er met
krachtige kozakkenhand te worden
volgehouden. Te Tabris, waar het cen
trum der revolutie schijnt te zijn, is
de bevelhebber der troepen van den
Sjah de atad uitgevlucht en zegeviert
de opatand. Er zijn troepen heen,
doch men denkt dat de revolution-
nairen het zullen winnen.
Dan zal men waarschijnlijk vandaar
op Teheran optrekken, en dan kan
alleen een daadwerkelijke tusschen-
komst van Rusland den Sjah redden.
Doch zal Engeland dat toetaan?...
CHINA.
De keizer van China.
Het schijnt dat de keizer van China,
dat geheimzinnige wezen, waarvan we
eigenlijk alleen maar weten, dat hij
zoo goed als niets te vertellen heeft om
dat zijn moeder de touwtjes alle in
handen houdt, het schijnt dat die
keizer ernstig ziek is.
Althansberichten uit Peking mel
den, dat er groote ongerustheid
heerscht in Peking en dat men voor
het ergste vreest.
Het zal te bezien staan, wat een
mogelijk overlijden van den Chinee-
schen keizer voor [gevolgen zal hebben
in het reuzenrijk. Oogenschijnlijk zal
de Regentes zich er wel niet veal van
aantrekken: een andere schijnvorst
op den troon is gauw gevonden!
Verspreide Berichten.
Rodzj estwenski, de bekende
Russische admiraal, die de reuzen tocht
van de Baltische zee om de wereld naar
Japan ondernam en volvoerde, om bij
Tsoesjima verslagen en vernietigd te wor
den, Rodzj estwenski is te Bad Nauheim
aan zijn hartkwaal, in den slag door een
verwonding opgedaan, overleden.
Hetnieu weSer vische kabinet
schijnt eindelijk, na eindeloos gehaspel
tusschen de politieke partijen, gereed
gekomen te zijn. Ministerpresident is
zekere Welimirawitsonze lezers zullen
de namen van de andere ministers die
allen natuurlijk op „Wits" uitgaan, ons
wel schenken!
Nasi. Zooals te wachten was, is
Nasi door de stad Trapani weer naar de
Italiaansfhe Kamer afgevaardigd. Hij
verkreeg bijna 3000 stemmen, zijn tegen-
candidaat, een socialist, een 150. Maar
Nasi is nog niet verkiesbaar, aangezien
het vonnis van het hooggerechtshof hem
van zijn politieke rechten heeft beroofd.
Dedemocratenin Amerika schijnen
er volgens alle berichten mooi voor te
staan.
In Wallstreet worden thans wedden
schappen aangegaan op de verkiezing
van Bryan als president tegen 9:1. Geen
wonder, dat de aanhangers van den heer
Taft, er bij dezen op aandringen omzijn
badkuur te staken en de verkiezingscom-
pagne te beginnen.
Hofberichten.
H. M. de Koningin Moeder hocpt
Haar a.s. verjaardag2 Augustus
ten Paleize het Loo door te brengen.
De Prinses Thekla van Scharz-
burgRudolstadt, tante van Z. K. H.
Prins Hendrik, wordt heden op het
Loo verwacht, teneinde eenige dagen
ten Paleize der Vorstelijke famili# te
logeeren.
Hoog bezoek.
De Koning van Engeland wordt 12
Augustus te Vlissingen verwacht op
zijn doorreis naar Ischl.
Een eigenaardig geschenk.
De vlag, door den Prins der Neder
landen aan de Holland-Amerikalijn
voor het stoomschip Rotterdam ge
schonken, is de Nederlandsche vlag,
zooals die is vastgesteld voor de
Nederlandsche marine-reserve, met
gekroond zwart anker in de witte
baan. Kapitein Bonjer toch is de
oudste luitenant-terzee onzer marine
reserve.
Bij de vlag is gevoegd eene oorkonde
met opdracht luidende
„Aan de directie der „Nederlandsch-
Amerikaanscbe Stoomvaartmaatschap
pij" wordt door mij deze vlag aange
boden voor haar nieuwste stoomschip
„Rotterdam" als bewijs van mijne
belangstelling in de Nederlandsche
handelsvloot en in deze stoomvaart
maatschappij, waarvan ik het een
voorrecht acht beschermheer te zijn.
Vpere God ten alle tijde het stoom
schip „Rotterdam" en deszelfs opva
renden veilig over den oceaaD.
Hendrik, Prins der Nederlanden,
Hertog van Mecklenburg, Paleis Het
Loo 7 Juni 1908".
Het hoofd van de oorkonde wordt
gevormd door een afbeelding van het
stoomschip, omringd door de vlaggen
van Nederland, Mecklenburg, Rotter
dam en van de Holland-Amerikalijn,
terwijl daarboven een lint de spreuk
bevat luidende: „Maeckt dat de Rijcke
see met haar geheele Strant een segen
overal magh storten op het lant."
Audiënties
Trijdag 24 Juli geen audiëntie bij
de minister» van marine en koloniën.
Uit de Staats-Courant.
Bij Kon. Besl. is benoemd tot no
taris binnen het arrondissement Am
sterdam, ter standplaats Amsterdam,
M. Kluwer, candidaat-notaris aldaar.
Bij Kon. Besl. is, met ingang van
1 Augustus, benoemd tot substituut
officier van justitie bij de arrondisse-
ments-rechtbank te Rotterdam mr.
J. Bake, thans substituut-officier van
justitie bij de arrondissements-recht-
bank te Zierikzee
en tot substituut-officier van justi
tie bij de arrondissements-rechtbank
te Zierikzee, mr. W. P. R. Bouman,
thans ambtenaar van het openbaar
ministerie bij de kantongerechten in
het arrondissement Arnhem, ter stand
plaat» Arnh»m.
Dr. C. J. Eggink f
Te 'sGravenhage is op 58jarigen
leeftijd overleden dr. C. J. Eggink,
inspecteur der gymnasia.
In 1877 werd de heer Eggink bij
het gymnasiaal onderwijs benoemd als
leeraar en conceetor te Delft, en later
als leeraar aan het gymnasium te
Amsterdam; in 1889 werd hij tot in
specteur benoemd. Ter gelegenheid
van de inhuldigingsleesten in 1898
benoemde H. M. hem tot ridder in
de orde van den Ned. Leeuw.
Géén burgemeester.
Uit de beste bron vernemen wij,
dat het bericht, als zoude het Kamer
lid, de heer Bogaardt, tot de candidaten
behooren voor het burgemeesterschap
van Etten en Leur, volstrekt onge
grond is.
(„Tijd").
Bewaking van overwegen.
De tram- en treinbotsing bij Sas-
senheim heeft een lezer naar de pea
doen grijpen en in een uitvoerig stuk
jdoen beweren dat de bewaking der
spoorweg-overwegen niet voldoende
verzorgd is, wat zou blijken uit het
•herhaaldelijk openblijven van de hoo
rnen bij het passeeren van een trein.
De inzender meende dat de spoorweg
maatschappij de in verzuim gebleven
wachters zwaar behoorde te straf
fen, geenszins met een lichte boet,9
en wenschte verder dat machinisten
die door kordaat en weldoordacht
optreden ongelukken voorkomen,
goed beloond behooren te worden.
Het „Hbld." heeft met dit stuk
inlichtingen gevraagd aan de H. IJ.
S. M. en wij kunnen nu ook aan
mogelijk andere ongeruste lezers
de verzekering geven dat de Maat
schappij niets onbeproefd laat om
de bediening der bewaakte openbar#
overwegen zoo voldoend te regelen
als slechts mogelijk is. Het kan
nooit geheel worden vermeden dat
somtijds door een oogenblikkelijke
nalatigheid of onachtzaamheid de
boomen open blijven, wanneer een
trein op voorbijsnellen staat. Zulk
een nalatigheid of onachtzaamheid
wordt echter steeds gestraft, aanvan
kelijk met opklimmende boeten, bij
vake herhaling met ontslag van den
nalatige als overwegwachter. Zeer
zware straffen voor zulk een nala
tigheid wBlnsdht dte maatschappg
niet, daar bij de bestraffing van
zulk een vergrijp ook de rechter een
woord krijgt mede te spreken en in
de vele gevallen dus reeds een dub
bele straf valt te ondergaan, die
zwaar genoeg geacht kan worden.
De signaalklokken, die bij het ver
trek van een trein van een station
worden geslagen, dienen niet tot
waarschuwing voor den overweg
wachter om de boomen te sluiten;
de tijdstippen waarop dit moet ge
schieden zijn in hun instructie aan
gegeven. Het overgaan van de klok
is voor hen hoogstens een waarschu
wing dat dit tijdstip nadert.
tWat belooningen voor bijzondere
oplettendheid betreft, de maatschap
pij is zeer zeker niet karig met gra
tificaties aan beambten, die door
flink optreden ongelukken weten ta
voorkomen. Aan dezen wensch van
den inzender wordt waarlijk op on
bekrompen wijze voldaan.
En wat ten slotte de veelvuldig
heid der te constateeren verzuimen
aangaat, men moet bij het tellen
daarvan in aanmerking nemen dat
naast de bewaakte openbare over
wegen er ook particuliere overwegen
bestaan, gewoonlijk van den eige
naar wier grondbezit de spoorweg
doorsnijdt, waarvoor de zorg komt
voor rekening van dezen eigenaar.
rfcUILLfciOM.
fNaar het Eransch)
35)
Guillaume was ontroerd en vol
bewondering blijven staan, als ging
een, geestverschijning hem voorbij.
Zijn metgezel wilde dezen indruk
niet door ©en woord bederven; al
leen keerde hij zich om, als wilde
hij denzelfden weg terug gaan en
gaf Guillaume een knipoogje, het
welk zooveel zeggen wilde, als
„tWïj worden eveneens medege-
sleept. Laat ons op een afstand vol
gen."
Daarop wandelden zij, op tien
schreden achter de groep aan, zoo
dat zij alles konden zien en hooren.
„U zijt verwonderd, verrukt!" zei
hij tot Guillaume, „en daar is wel
reden voor. Deze dame is een jong
meisje van [nog geen twintig jaar,
en dat een ongelooflijken invloed uit
oefent op hen, die zich het meest
op hunne onafhankelijkheid laten
yoorstaan."
„Deze sportmen, deze voorname
edellieden zijn voor haar zooveel als
slaven. Allen weten, dat zij, behalve
hare verwonderlijke schoonheid een
vorstelijk vermogen bezit; zij aan
bidden in haar de bevalligheid, de
jeugd, en een bruidsschat van
vijftien a twintig millioen in de toe
komst. Zij is de dochter en erfge
name van een onmetelijk rijken va
der, die op het oogenblik nog in
Lndië woonthij heeft bezittingen en
kantoren te Madras, Calcutta en in
den omtrek van Bombay. Hij is een
groote zonderling. Ik heb vaak
over hem hooren spreken in lndië
•en Europa. Ik zal u de geschiedenis
eens verhalen, ze is schier ongeloof-
lijk...."
„[Waarlijkantwoordde Guillau
me ,„ik ben zeer nieuwsgierig ze te
vernemen. Het is toch de geschiede
nis van een fatsoenlijk man, niet
waar
„Ph!" zeide baron de Barabas.
„Het is de geschiedenis van iemand,
die gelukkig geweest is en vijftien
of twintig millioen verdiend heeft.
Laten wij er verder maar over zwij
gen."
„Ja, laten wij er maar over zwij
gen," herhaalde Guillaume, die eens
klaps ieene hoestbui kreeg. „Maar,"
vervolgd© kij, „wie is die heer, reeds
©enigszins op jaren, welke ook tot
het gezelschap van deze Rosalind©
schijnt te behooren?"
„Een oude dwaas," antwoordde de
baron, „iemand van voorname af
komst. Hij' is een Duitsch. vorst, re-
geerend© in een kleinen staat, in
welks naam zooveel „z" en „th"
voorkomen, dat hij onmogelijk uitge
sproken kap worden. Stel u twee
klinkletters tusschen achttien mede
klinkers voor. Men noemt hem dan
ook maar gewoonweg vorst Ludolph,
naar zijn voornaam. Hij is vijftig
jaar oud en ©en echte modepop, dank
zij zijn kleermaker en kapper. Drie
of vier malen per week laat hij aan
Rosalinde door zijn kanselier zijn
vorstendom, zijn kasteelen en zijn
hertogelijken mantel aanbieden, ver
vaardigd van goud laken, waarop de
Duitsch© adelaar, met den dubbelen
kop gestikt is."
„En wat antwoordde juffrouw De
Villefort?" vroeg Guillaume.
„Zij maakt zich vroolijk over de
gebrilde oogen van den kanselier,
zonder zich echter van het genoegen
te berooven, den vorst in zijn gezicht
uit te lachen."
„U zijt een uitmuntende gids,
mijnbeer," zeide Guillaumie. „U. hebt
dus in dezen kring verkeerd
„Verleden jaar had ik nog geld ge
noeg om in dat gezelschap te ver
schijnen. Sedert dien zie ik deze
lieden slechts van uit de verte."
De beide hoeren voldgen nu de
dames met haar .gevolg, zonder dat
deze het bespeuren konden, terwijl
zij zich tusschenbeiden onder de me
nigte begaven, zonder haar echter
uit het oog te verliezen.
„[Waarlijk," zei de gravin, de
zwartlokkige gezellin van Rosalin
de, „men zou zeggen dat gaUsch Pa
rijs dezen avond hier is. Ik heb al
minstens twintig kennissen langs
mij heen zien gaan."
De jonge vrouw had evengoed ha
re bewonderaars, doch in het hij zijn
van Rosalinde warden deze wat min
der geestdriftig. Gelukkig had me
vrouw De Tully een uitstekend ka
rakter en de opgang, welke Rosa
linde maakte, vermaakte haar, zon
der haar te kwetsen. Bijgevolg was
zij zeer verstandig
„Vorst," zeide Rosalinde tot ha
ren Duitschen metgezel, „ik heb een
groeten dienst aan u te verzoeken.
Ik wilde u namelijk vragen ons een
jachtpartij te geven in de bossehen,
welke u dit jaar in den omtrek van
Chartres gehuurd hebt."
„Bepaal den dag slechts, juf
frouw," antwoordde deze, „en geef
mij een lijstje van degenen, wie ik
een uitnoödiging zenden moet."
„Neen, neen," hernam Rosalinde,
„daarin laat ik u geheel vrij."
„De vorst is toch een ma;n, die
veroveringen weet te makenmerk
te een dandy op, die lispelde als
een meisje van veertien jaar.
„[Waarde vriend," gaf vorst Lu
dolph ten antwoord, „al de overwin
ningen van Breder ik II liepen uit
op nederlagen, welke hij lijden moest
door ééne vrouw, Maria Theresia."
Daar hij de vergelijking aller
prachtigst vond en meende, dat zij
een diepen indruk maken moest,
wierp de vorst Rosalinde een veelbe-
teekenenden blik toe.
Een jongmensch van omstreeks
acht en twintig jaar naderde juf
frouw De Villefort en wist haar
ongemerkt toe te voegen:
„Bestaat er dan heusch geen mid
del, Rosalinde, om ons van dien
Duitscher te verlossen Ik voor mij
heb méér dan genoeg van hem."
„Luister eens, hertog De Réal-
mont," antwoordde zij, bijna ernstig,
„in de eerst© plaats veroorloof ik u
niet, mij bij mijn voornaam te noe
men, alsof u tot een tooneelspeelster
sprak. Heb ik u bijgeval ooit aan
leiding daartoe gegeven? En in de
tweede plaats verzoek ik u, zoo goed
te zijn, u niet te bemoeien met hen,
die tot onzen kring behooren en u
tevreden te stellen, met er deel van
uit te maken, door een bescheiden!
plaatsje in te nemen."
„Kom," hernam de hertog, „wordt
niet aanstonds zöo hoos. [Weet u
dan niet, dat ik u liefheb, en veroor
looft u mij niet het te bekennen?"
„Roep het over de daken, zoo n
wilt, heer hertog," zeide Rosalinde
ongeduldig, maar kom daar bij mij
niet mede aan, wanneer ik voor mijn
genoegen wandel
Juffrouw de Villefort keerde hem
den rug toe ön begon weder aan de
zijde van gravin de Tully voort te
wandelen. De hertog gaf een zijner
vrienden den arm en zeide vrij luid
„Wanneer dat zoo voortgaat, groet
ik jeluihet begint hier „gemêleerd"
te worden. Laat zij het zeggen, als
ze mij niet hebben wil. Ik vind nog
gemakkelijk ©ene vrouw, met mijn
tachtig duizend franken inkomen."
„Kijk, men antwoordt je al," ant
woordde de vriend des hertogs, „heb
j© wel gezien met welk een veront
waardigden blik men je het afscheid
geeft
„Afscheidriep de Réalmont uit,
„maar ik geef dat afscheid toch!
Ik wacht nimmer, totdat een vrouw;
mij bedankt."
Een vijf en twintigjarig jongeling
naderde den hertog en voegde hem,
hartelijk lachend toe:
„Dian w©et u niet, welke boodschap
ik voor u heb."
„Neen, welke dan?"
„Men heeft mij verzocht u te vra
gen ons nw rug eens te toonen en
nooit weder uw gelaat te laten zien."
„O, die nuf!" mompelde de hertog
tusschen de tanden, „ze begint zich,
op mijn woord, erg burgerlijk aan
te stellen. Had ze over geen mil-
lioenen te beschikken, dan zon ik
haar eens flink de waarheid zeg
gen..."
„Doch, wijl de hertog eerbied voor
de millioenen heeft, wil hij de onbe
schaamdheid jegens de vrouw niet
te ver drijven," zei een stem.
(Wordt vervolgd).
RUWE HAARLEMSCHE COURANT